Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...

12 juni

Dag 183

En de Farizeën en Sadduceën tot Hem gekomen zijnde, en Hem verzoekende, begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou tonen. Maar Hij antwoordde, en zeide tot hen: Als het avond geworden is, zegt gij: Schoon weder; want de hemel is rood; En des morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden? Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, den profeet. En hen verlatende, ging Hij weg.
Matthéüs 16:1-4

Wij weten dat Gods manier om dingen te doen altijd het zenden van een profeet was om Zijn boodschap te betuigen: het heeft nooit gefaald. Het zal nooit falen. God kan Zijn wijze niet veranderen. Wat zijn eerste beslissing is, moet altijd op die wijze blijven. Wat Hij zegt is waar.

God handelde nooit met grote groepen. Hij handelt altijd met een individu. Zo heeft Hij een volk uit de heidenen genomen voor Zijn Naam: slechts een individu, één hier en daar voor Zijn Naam. Hij handelt met een individu, niet met groepen.

En wij ontdekken dat de reden dat zij dit geloofden is, dat een profeet een geïdentificeerde getuige van God moet zijn. Want wanneer hij iets zei en het kwam te geschieden en hij sprak opnieuw en het gebeurde; en wat hij ook zei, betuigde God dat het waar was, dan zei Hij: “Hoort hem, want Ik ben met hem.”

Nu zien wij dat Mozes, waarin zij beweerden te geloven, hun gezegd had: “De Here God zal een Profeet opwekken gelijk mij en naar Hem moet het volk horen. En al wie deze Profeet niet geloofde, zou afgesneden worden van het volk.”

Wij bemerken dat dit waar is. “Hij kwam tot de Zijnen; de Zijnen ontvingen Hem niet. Maar zovelen Hem ontvingen, die heeft Hij macht gegeven zonen van God te worden.”

Hier ontdekken wij dat deze Farizeeën en Sadduceeën precies keken naar wat de belofte van God zei dat Hij zou doen. En toch zochten zij nog steeds een teken, niet wetend dat dit het ware Messiaanse teken was dat Hij zou geven.

Filippus begreep het, toen Hij hem vertelde waar hij de dag daarvoor was. Hij begreep dat dit de Messias was en zei: “Gij zijt de Christus en U bent de Koning van Israël.” En hij herkende dat dus omdat het hem gegeven was.

Jezus zei: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij Mijn Vader hem trekt. En alles wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen.” Ongeacht hoezeer wij proberen op een andere wijze binnen te komen, het moet God zijn. “Het is niet hij die wil of hij die loopt; het is God Die genade betoont.” God is Degene Die de keuze maakt. “Gij hebt Mij niet gekozen,” zei Jezus, “Ik koos u.”


Aanhaling genomen uit de prediking: