18 juni
Dag 189
Welnu, wat God hier op de Berg der Verheerlijking van plan was te tonen, was dat Hij op het punt stond te doen wat Hij hen in het Oude Testament liet doen: het plaatsen van een zoon. Nu, als een zoon werd geboren in een familie, dan was hij een zoon door geboorte. En daar is het waar u Pinkstermensen op een dood spoor kwam. U dacht dat wanneer u werd wedergeboren, de zaak klaar was. Dat was slechts het begin. Dat is waar. Natuurlijk bent u een zoon als u geboren bent. Maar als deze zoon was geboren, was hij nog niet de erfgenaam van alle dingen. Hij moest door de testen en beproevingen gaan om uit te vinden of hij de juiste soort zoon was om erfgenaam te worden van alle dingen. En luister, Gods Woord zei dat iedere zoon die tot God komt, eerst moet worden beproefd en gekastijd, als kind opgevoed, voordat hij in de familie kon worden geadopteerd.
Nu, deze vader nam zijn zoon mee en gaf hem over aan een opvoeder, een voogd of onderwijzer. En deze onderwijzer moest aan de vader verslag uitbrengen hoeveel vorderingen het kind maakte, of hij lui was, of hij traag was, of dat hij een slim, intelligent, klaar wakker jong mens was.
Nu, de vader moest voor de jongen de juiste soort leraar vinden. En dat is een prachtig type van de gemeente, omdat wanneer wij zonen van God worden, geboren in het Koninkrijk van God, de Vader ons de beste Leraar zendt Die Hij maar kon vinden: de Heilige Geest. Nu, Hij heeft nimmer een aartsbisschop gezonden om onze leraar te zijn, of een algemeen opziener, of een districtsoudste. Dat is waar we onze fout maakten. De gemeente wordt bestuurd door de Heilige Geest. Dat is Gods bestuur voor Zijn kerk.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 9:1-9
- Lukas 9:27-36
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Hoort gij Hem 7 augustus 1957