20 juni
Dag 191
Jezus had Zijn gemeente in Matthéüs het tiende hoofdstuk macht gegeven over onreine geesten. Hij zond hen uit om duivels uit te werpen, de zieken te genezen, de doden op te wekken. “Om niet hebt u het ontvangen, geef het om niet.” En we vinden hen direct erna absoluut verslagen bij een epileptisch geval. Ze konden het niet begrijpen. Ze hadden ginds een jongen en waarschijnlijk schreeuwden en riepen ze en schudden hem en sprongen in het rond om te proberen de duivel uit hem te krijgen. Jezus kwam op de plaats waar zij waren en de vader van het kind rende naar Hem toe en zei: “Here, heb medelijden met mijn zoon; hij wordt ernstig gekweld door een duivel.” En zei: “Ik bracht hem bij Uw discipelen, maar ze konden niets voor hem doen.”
Hij zei: “O, ongelovig geslacht, hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem hier bij Mij.” Kijk, Hij leefde op andere hoogten. Toen de demon Jezus zag, gaf hij die jongen een aanval zoals hij nog nooit eerder had gehad, viel op de grond en schuimbekte en trapte met zijn voeten en verstijfde. En ze zeiden: “Hij is dood.” Zie? Dat is de manier hoe de duivel het doet.
Jezus raapte hem op en zei: “Hij is in orde. Neem hem gewoon mee.”
Merk op, toen kwamen de discipelen en zeiden: “Waarom konden wij hem niet uitwerpen?”
Nu, Hij zei nimmer: “Omdat u de kracht niet had.” Nu, u ongelovigen in Goddelijke genezing, ik kan u in de Bijbel het hoofdstuk en vers tonen waar God Zijn kracht aan de gemeente gaf, die gedurende de eeuwen moest doorgaan. Ik wil dat u mij toont waar Hij het wegnam van de gemeente. Het staat er niet in. U zou het misschien in de almanak kunnen vinden, maar u vindt het niet hierin; dit is Gods Woord. Zie?
Nu, ik wil dat u een ogenblik oplet. De discipelen zeiden: “Waarom konden we hem niet uitwerpen?”
Hij zei: “Niet omdat u geen kracht hebt, maar vanwege uw ongeloof.” De gemeente vandaag, de belijders, de gelovigen, de wederomgeborenen, hebben de kracht om deze dingen te doen, maar ze hebben niet genoeg geloof om het in werking te stellen. Dat is juist.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 9:14-29
- Lukas 9:37-43
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Hoort gij Hem 15 december 1956