23 juni
Dag 194
Enige tijd geleden was ik in New Albany waar ik met een zondaar stond te praten en hem tot Christus leidde; een grote, oude man met grove knuisten, in de garage. Een man was een vriend van mij, zijn schoonzoon had zijn garagebedrijf ernaast. Ik stond daar te prediken tijdens de lunchpauze, ik at een sandwich en sprak met hem over God. Overdag probeerde ik ergens een plaats te vinden waar ik in lunchtijd naartoe kon gaan om zo te proberen een ziel voor Christus te winnen. Hij zei: “Meneer Branham”, zei hij. Ik was nog maar een jonge prediker. Hij zei: “Meneer Branham, mijn moeder had dat soort godsdienst, die hartgevoelde godsdienst.” En de tranen liepen over zijn wangen.
Ik zei: “Hoe lang geleden is ze heengegaan?”
Zei: “Jaren geleden. Ze bad altijd voor me.”
Ik zei: “De God Die haar gebeden hoorde, probeert ze nu voor haar te beantwoorden.”
En deze man liep naar binnen, hij zei: “Hallo.” Hij was dronken. Hij zei: “Hé, Billy, luister.” Zei: “Je kunt net zo vaak naar mijn garage komen als je wilt, maar breng niet dat oude heilige roller geloof van jou daar naartoe.”
Ik draaide mij om, keek hem aan en zei: “Waar Christus niet welkom is, zal ik ook niet komen.” En toen draaide hij zich om en zei: “Ach, kom tot jezelf, knul.”
En toen hoorde ik in mijn hart een stem zeggen: “U oogst wat u zaait. Het zou beter voor u zijn dat een molensteen om uw hals werd gehangen en u verzwolgen was in de diepte der zee.” En precies diezelfde middag werd hij door zijn eigen schoonzoon met een afgeladen tweetons Chevrolet-vrachtauto overreden, en hij werd platgedrukt in de grond.
Kijk, u moet God respecteren. God vraagt respect.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 9:33-37
- Lukas 9:46-48
Aanhaling genomen uit de prediking: