12 juli
Dag 213
Iemand sprak onlangs met mij en zei: “Broeder Branham, je kunt de drieëenheid niet verklaren.” Zei: “Als je dat probeert kom je in een gekkenhuis terecht en draait maar in het rond.”
Ik zei: “Beslist niet. Ik kan het niet uitleggen, maar de hemelse Vader Die hier woont weet alle dingen en zou het aan ons openbaren naarmate wij het van node hebben.” Amen.
Ik geloof het met mijn hele hart. Ik weet dat het zo is. Het past precies met de Schrift en maakt het duidelijk. God is in Zijn Zoon. God is in Zijn volk.
Kijk dan naar hetgeen Hij lang geleden heeft gedaan. Kijk wat Hij deed in de dagen van Zijn Zoonschap. Kijk nu naar wat Hij hier aan het doen is in de Heilige Geest dispensatie, hoe Hij onder de mensen is opgestaan. Hij toont dezelfde tekenen en wonderen, wekt de doden op. Is dat waar? Wekt de doden op die lichamelijk stierven, brengt ze weer terug tot leven. Lees dat boekje daar en lees de verklaringen voor uzelf. Ik zag er drie van in mijn eigen nederige bediening. De dokters hadden ze voor dood verklaard, en heengegaan, overleden, en door een visioen zou God het tonen, en hier komen ze weer regelrecht terug en ze leven vandaag. Schrijf en vraag hun en zie of dat waar is.
Jezus Christus wekte er in Zijn hele leven drie op, om te laten zien dat met drie getuigen een zaak vaststaat. Klopt dat? In de mond van twee of drie getuigen zal ieder woord bestaan.
Dan leeft God vandaag in Zijn volk, want toen Jezus daarginds Jeruzalem binnenkwam, was er grote vreugde en de mensen begonnen te roepen: “Hosanna, hosanna voor Hem Die komt in de Naam des Heren.”
En de oude priesters en Farizeeën, en allen zeiden: “Laat ze stil worden. Ze maken ons nerveus.”
Niet lang geleden was ik hier aan het prediken en daar was een kleine vrouw gewoon op haar hardst aan het schreeuwen en juichen, en daar was een man die een zondagsschoolonderwijzer is in een Baptistenkerk in Jeffersonville; hij zei: “Billy, ik genoot van jouw dienst totdat die vrouw begon te schreeuwen en te huilen.” Hij zei: “Hoe ter wereld kun je prediken als mensen zo tekeer gaan?”
Ik zei: “Ik kan niet prediken tenzij ze zo tekeer gaan.” Ik weet anders niet waar ik sta. Weet niet hoe ze het ontvangen.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Laat ons de Vader zien 7 september 1953