22 juli
Dag 223
Nu wil ik dit zeggen, dat iedereen die deze week bekeerd is, iedere persoon die hier deze week is bekeerd, nu, kijk naar deze groep predikers, ze staan voor dezelfde zaak als ik. We hebben totaal geen enkel verschil. We zijn absoluut hetzelfde. We geloven in het volle Evangelie, de doop van de Heilige Geest, al deze dingen. Al deze predikers hier, we zijn allemaal precies gelijk. En we willen dat u hun kerken bezoekt, zodat u kunt doorgaan. Nu, de barmhartige Samaritaan is langs gekomen, heeft olie in de wond gegoten. Maar nu heeft hij u genomen en hij wil dat u hier naar een van de herbergen gaat, de dichtstbijzijnde voor u. Hij heeft de voorganger betaald om voor u zorg te dragen, dus hij kreeg z’n geld; hij ontving de Heilige Geest, kreeg zegeningen van God en gezondheid en openbaring; hij is in staat uw ziel te voeden. Dus komt u nu en voeg u bij een van de kerken, en dat zal het beste zijn wat u kunt doen om uw ziel gevoed te houden en door te gaan. God zij met u.
Nu, wij beweren niet iets meer te zijn dan uw broeder. Nu, als de opname vandaag komt, en God zou degenen die waardig zijn eerst naar huis nemen, dan zou ik de laatste zijn die dit podium verliet. Zo is dat. Ik werd ontijdig geboren. Omdat u - een heleboel Pinksterpredikers hier zijn ouder dan ik - jaren geleden hier buiten op straat aan het prediken was terwijl de vervolging zwaar was; u plaveide de weg waar ik nu over loop. U vertelde de mensen dat deze dingen zouden gebeuren. U moest een weg hakken door allerlei struiken en dergelijke, over allerlei hopen rotsblokken gaan. Zie? Ik ben slechts een baby. En u bent degenen; u bent de broeders die dit brachten. U bent de broeders en zusters die deze dingen deden. Zie? U hebt het slechts tot de mensen gesproken en hun verteld dat het zou komen. U legde het fundament. De een legt een fundament; de ander is een timmerman; een is een loodgieter; een is een elektricien. Het huis van God wordt opgericht. Zie? En terwijl we nu doorgaan heeft iedereen zijn plaats. En nu, wij willen dat u onze broeders en deze kerken eert en respecteert. En laat het Koninkrijk van God groeien en voortdurend toenemen is ons gebed.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Laat ons God zien 29 november 1959