4 augustus
Dag 236
Ieder persoon behoort een thuisgemeente te hebben. U behoort een plaats te hebben, niet van het kastje naar de muur te lopen, maar ergens iets te hebben waar u naar de gemeente kunt gaan en het úw gemeente noemen, ergens waar u uw tienden betaalt en ergens waar u de zaak helpt ondersteunen. Maak uw keuze, maar weiger dan nooit de omgang met de ander omdat hij niet tot uw groep behoort. Zie? Onderscheid zijn geest en zie of hij hetzelfde doel heeft in zijn hart, dan hebt u gemeenschap met elkaar. U werkt voor één grote zaak. Dat is de zaak van Christus. Ik geloof dat dit absoluut waar is.
Nu, als wij de motieven en beweegredenen van de Oudtestamentische profeten zullen opmerken, dan hadden die mannen één doelstelling en dat was Jezus Christus. Zij hadden één ding waar omheen hun gehele thema van het Oude Testament was gebouwd: de komende Messias. Zij gingen niet uit om slechts dingen te doen voor geld of voor roem. Zij hadden één ding: zij waren gezalfd met de Geest van God en zij voorspelden de komende Messias. En die mannen waren zo gezalfd met de Geest dat zij soms handelden als de Geest Die in hen was, schijnbaar sprekend van zichzelf. Let op hoe de Geest van God die mannen deed handelen.
Wij zullen bijvoorbeeld Mozes nemen, de grote profeet, hoe die man totaal geen zelfzuchtige bedoelingen had. Hij had de koning van Egypte kunnen zijn. Hij had de wereld onder zijn voeten kunnen hebben. Maar omdat hij een profeet was in zijn hart, weigerde hij de zoon van Farao’s dochter genoemd te worden, liever verkiezend om de vervolging en de beproevingen van Christus te ondergaan en de schatten des hemels groter te achten dan die van Egypte. Hij verzaakte en ontzegde zich de wereldse faam, de weelde en de dingen die het leven biedt. Hij moest daaraan voorbij zien. Kijk, hij had dat geweest kunnen zijn.
Neem gewoon de prediker vandaag: als hij de doop van de Heilige Geest heeft, weet hij, dat als hij dat Woord predikt het ten koste zal gaan van zijn eigen roem; het zal hem ergens in een heel kleine gemeente brengen, of misschien buiten op straat. Maar hij weet dat er iets in zijn hart brandt. Hij ziet de komst des Heren. Hij geeft er niet om of hij een grote gemeente of een kleine gemeente heeft. Hij geeft er niet om of hij vandaag voedsel heeft of geen voedsel. Hij geeft er niet om of hij goede kleren heeft of geen goede kleren. Hij is slechts bedacht op één ding en dat is het ware leven binnenin hem, dat het uitroept. Hij probeert iets te bereiken voor de glorie van God en die man zal, door zo te doen, het ware leven van de Geest Die in hem is, uitleven.
Aanhaling genomen uit de prediking: