9 september
Dag 272
Hun theologische scholen leren dat vandaag, dat Jezus een groot Man was, dat Hij een goede Man was. Sommigen van hen zeggen zelfs dat Hij een Profeet was. Nu, als Hij slechts een Profeet was of een goede Man, dan zijn we nog in onze zonden. Hij was meer dan een Profeet. Hij was meer dan een goede Man. Hoewel Hij een goede Man was. Hoewel Hij een God-Profeet was. Maar Hij was meer dan dat. Hij was God gemanifesteerd in het vlees om zonde weg te nemen.
En terwijl Hij kwam binnenrijden, zeiden heel veel mensen: “Hij is een Genezer. O, we zagen Hem de ogen van de blinden openen. We zagen hoe Hij de kreupele man liet lopen. We zagen Hem een gebed opzenden en de koorts verliet het kind.” Maar dat soort mensen volgde Hem alleen maar voor de broden en de vissen.
En zo is het vandaag met de menigten, velen. Als er een genezer is, wel, dan volgen ze hem, en hij is gewoon een oase. Als ze ziek worden, haasten ze zich om te zeggen: “O, wilt u alstublieft voor mij bidden dat de Here Jezus mij gezond zal maken?” En zodra ze uit het ziekenhuis of van het ziekbed afkomen, gaan ze regelrecht terug de wereld in, zoals een hond naar zijn uitbraaksel of een zeug naar de modderpoel, zoals de Schrift zegt. Volgen hem alleen om wat goeds van Hem los te krijgen. Ze gebruiken hem alleen als een totempaal, of iets waardoor ze iets van Hem kunnen krijgen, maar zijn niet van plan Hem te dienen. Die menigte bestaat vandaag nog steeds.
Er werden tien melaatsen genezen en één keerde terug om Hem de lofprijs te geven. Een van hen keerde terug om Hem de lofprijs te geven, en de overigen gingen verder in ondankbaarheid.
En als de mensen in Amerika die zijn genezen door de kracht van God hun harten tot God zouden wenden, dan zou er een opwekking uitbreken in deze natie die iedere clandestiene kroeg zou doen sluiten. Sigarettenwinkels en whiskyzaken zouden helemaal niet meer in beeld zijn. De kerken zouden vol zitten; de theaters zouden op zondagavond leeg zijn. En er zou door het hele land een opwekking uitbreken.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Wie is dit? 10 mei 1959