12 september
Dag 275
Nu, God noemde speciaal het soort hout waarmee Noach de ark moest bouwen. En het werd goferhout genoemd. Op een dag keek ik op en dacht: “Wel, wat voor soort hout zou dat zijn?” Dus ik begon het op te zoeken in de woordenboeken, enzovoort, om uit te vinden wat goferhout betekende. En toen ontdekte ik wat het was, en het was echt zacht hout, heel zacht en teder hout. Wel, ik dacht: “Hé, hoe zou dat kunnen worden toegepast op de gelovige?” De ark is gebouwd zoals de gemeente. De ark was de gemeente. En ik zei: “O, ik zie het, God.” Hij is opgebouwd uit gelovigen, niet koud en onverschillig, hard, maar zacht en plooibaar in de handen van God. Daarvan was de ark gemaakt. O, ik zei: “Prijs de Here.” Dat is goed.
Teerhartig, gewillig uw fouten toe te geven en te zeggen: “God, wees mij zondaar genadig.” Dan kan God dat nemen en bewegen en het in de ark plaatsen.
Toen kwam Satan langs en zei: “Maar je kunt misschien wat verder lezen en ontdekken wat het was.” Het zachte hout heeft open poriën. En het is echt heel zacht, en dat soort goferhout, als je dat in het water doet, zal binnen een paar ogenblikken verzadigd zijn met water, het schip. Als je een ark van goferhout maakt en het daar in het water duwt, is het zo open, de poriën staan zo open, maken het hout zo zacht, dat het water er regelrecht zal indringen, en het schip zal al na een korte tijd zinken.
Maar toen merkte ik op dat God Noach vertelde deze ark te bepekken. Om er pek in te doen, aan de binnenkant en aan de buitenkant; beide zijden. Wel, toen zag ik waar de pek uit bestond. Het kwam van een pijnboom, een harde boom die was omgehakt, een naaldboom, een altijd groene boom. En hij was omgehakt en ze sloegen op deze boom met een slagijzer totdat ze de hars eruit hadden gekregen. En dan deden ze de hars in een pot en kookten dit totdat het erg, erg heet was, en dan werd deze hete hars op dit goferhout gegoten, en omdat het open was, zoog het het erin. En als het vol was met deze hars, eenmaal vol met deze hars, zette het zich vast en werd hard. Het was harder dan staal.
En ik dacht: “Dat is het, Here. Krijg een goed persoon met een open hart en giet de pek erin - wat de Heilige Geest is - in de gelovige met de Heilige Geest en vuur, totdat zij zo vol zijn gegoten dat zij zichzelf niet meer zijn.” Dan kan ze de golven doorstaan. Stoot tegen boomstammen en gooit ze opzij, blijft doorgaan. Halleluja. Het enige wat vandaag de oordelen kan doorstaan is een wederomgeboren Christen, gevuld met de Heilige Geest. God verhitte de Geest van God en goot Deze over hen uit, en zij zogen hun hele wezen ermee vol. Amen. Daar houd ik van.
Dan kan hij werkelijk op het terrein van de duivel worden losgelaten zonder naar rechts of links te kijken. Amen. Dat is wat de gelovige is. Hij is zacht van hart en God giet hem eenvoudig vol met Goddelijke liefde, zodat hij de Goddelijke oordelen die door God worden gestuurd kan wederstaan.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Het boek Exodus een 5 oktober 1955