6 oktober
Dag 299
Weet u, de tijd gaat ons eenvoudig te snel, nietwaar? Wij hebben gewoon geen tijd, lijkt het wel, om nog dingen te doen. En de tijd wacht op niemand. Wij moeten dus werken terwijl wij kunnen, omdat het uur komt wanneer deze generatie zal heengaan en er zal een andere generatie komen, als er een andere generatie is. Naar waarheid, ik zeg het met heel mijn hart, ik weet niet wanneer Hij komt; niemand van ons weet dat; maar echt, ik geloof niet dat er nog een andere generatie zal zijn. Ik geloof dat Christus zal komen in deze generatie. Ik weet nu niet op welke tijd, het kan vanavond zijn of het kan over tien jaar zijn, of twintig, maar ik geloof dat Hij er in deze generatie zal zijn. Dat geloof ik. Als Hij niet komt, wil ik hoe dan ook leven alsof Hij kwam, omdat ik weet dat dit mijn laatste dag kan zijn, of uw laatste dag.
En bedenk dan als wij heengaan voordat Hij komt, dat wij zullen worden opgewekt vóór de anderen veranderd zijn. “De bazuin des Heren zal klinken, de doden in Christus zullen eerst opstaan. Dan zullen wij die levend zijn en blijven in een ogenblik, in een oogwenk, veranderd worden en samen met hen worden opgenomen om de Here te ontmoeten in de lucht.” Kijk naar de volgorde van de opstanding. Kijk, God weet dat wij ernaar verlangen om onze geliefden te zien. En als wij daar komen om Hem eerst te ontmoeten, dan zouden wij rondkijken om te zien of moeder of vader en de overigen daar waren. Maar ziet u hoe de Heilige Geest is in Zijn wijsheid? Wij ontmoeten elkander eerst en dan, wanneer wij daar komen en “Verbazingwekkende genade” zingen, dan zal er een tijd van aanbidding zijn. U denkt dat ik nu al vreemd doe, let op mij als ik daar ben! Het zal een wonderbare tijd zijn voor mij en voor ons allen, wanneer wij daar komen.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 12:18-27
- Lukas 20:27-40
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Jehovah Jireh deel een 5 juli 1963