24 oktober
Dag 317
Let op, de kerk is zo vleselijk, voedt zichzelf met werelds aas, dode dingen van de wereld, precies als de gier. Kerkelijke politiek, ze laten niet de Heilige Geest een man zenden naar een kerk; zij moeten een politicus hebben en bezien of de denominaties hem zullen ontvangen of niet. Dat is juist. Ze houden van de wereld. Zij kleden zich als de wereld. Zij zien eruit als de wereld. Zij handelen als de wereld. Zij zijn gieren als de wereld. Zij zijn lui, week, compromissluiters. Dat is alles wat er van te zeggen valt. Heeft u ooit een arend een compromis zien sluiten? Nee meneer. Er is geen aard tot compromissluiten in hem. Ook een ware Christen doet dat niet. Hij is niet week. Hij zal jagen tot hij het vindt. Amen. Beslist. Hij zal zijn vlees vinden. Hij wil vers manna. Hij zal daar naar beneden gaan en graven tot hij het vindt. Hij zal hoger en hoger vliegen. Als het niet in deze vallei is, zal hij wat verder omhoog gaan. Hoe hoger u gaat, hoe meer u kunt zien. Dus het is tijd voor de arenden van deze dag om hoger te gaan vliegen; te graven in Gods beloften, niet te leven op gierenvoedsel dat jaren geleden gedood werd. Ga daaruit vandaan.
Politiek, erin stemmen en eruit stemmen, dit, dat, of wat anders zeggen. En de Heilige Geest heeft totaal geen recht meer om Zijn gang te gaan in de kerk. Geen gebedssamenkomsten meer, geen worstelen meer met God om Zijn Woord te vervullen. Geen geloof meer dat het Woord nog steeds hetzelfde is gisteren, vandaag, en tot in eeuwigheid. Ze gedragen zich gewoon als gieren, zoeken een denominatie, zetten hun naam in het boek, worden lui en week, en zitten zich daar te verlustigen aan een of ander dood kadaver. En worden dan verondersteld op zijn minst haviken te zijn, een soortgelijke broeder van de arend, de profeet die het ware Woord bracht en het manifesteerde.
Hij vertrouwt op halfvergane, menselijke theologie. Waar haalt hij het vandaan? Uit een of ander mensengemaakt Zondagsschool programmablad, dat een of andere leraar voor hem gedood heeft ergens in een seminarie, die hem vertelt dat de dagen van wonderen voorbij zijn; dat er niet zoiets bestaat als de doop van de Heilige Geest, dat het allemaal onzin is. Wilt u mij vertellen dat een arend dat zou eten? Hij zou dat niet kunnen. Beslist niet. Evenmin zal een Christen eten van dat dode kadaver van oude denominatieleerstellingen en dergelijke. Zij willen het verse Woord van God, de belofte van het uur.
God beloofde konijnen in de dagen van Luther. Hij beloofde andere dingen in de dagen van anderen. Maar nu heeft Hij ons een volle, stevige maaltijd beloofd, het volle zeven gangen menu, want alle zeven zegels zijn geopend en alles is gereed voor het Woord van God, voor diegenen die het kunnen ontvangen.
- Overeenkomstig Schriftgedeelte:
- Markus 13:21-23
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Het zaad is geen erfgenaam met het kaf 22 januari 1965