8 november
Dag 332
Ik heb daar achterin een kleine vrouw zitten. Ze is tien jaar jonger dan ik en net zo grijs als ik. De reden daarvan is dat zij tussen mij en de buitenwereld heeft gestaan. Als ik overzee ging - zou dit niet een vreemde familie zijn - als ik mijn gezin rond mij zou verzamelen en ik zou zeggen: “Kijk eens hier, mevrouw Branham; besef goed dat je mevrouw William Branham bent. Gij zult geen andere echtgenoot hebben terwijl ik weg ben. Kijk niet naar welke andere man ook”, en al deze dingen. “Flirt helemaal niet. Als je dat doet, zal ik wanneer ik terugkom van je gaan scheiden.”
En zij zou van haar kant zeggen: “Nu, mijn goede man, ik wil jou ook iets vertellen: Gij zult geen enkele andere vrouw mee uitnemen terwijl je weg bent. Gij zult dit niet doen en dat niet doen. Als je het toch doet, beschouw jezelf maar als gescheiden wanneer je thuiskomt.”
Nu, zou dat een liefhebbend gezin zijn? Uhu. Zie? Nee. Als ik haar werkelijk liefheb - hoewel ik geloof dat als ik werkelijk een fout maakte en een misstap zou begaan en iets verkeerds zou doen, ik geloof dat zij mij zou vergeven omdat zij mij liefheeft. En als zij het zou doen, geloof ik dat ik het haar zou vergeven; zeker, omdat ik haar liefheb. Maar als ik haar op die wijze liefheb, zolang ik op die wijze van haar houd, hoeft zij zich geen zorgen te maken. Hoewel zij mij zou vergeven, zou ik haar voor niets willen kwetsen. Ik zou mij de schuldigste man ter wereld voelen; ik zou het moment niet kunnen afwachten om haar te vertellen wat ik had gedaan, omdat ik haar liefheb. Wel, als ik haar zo met fileo liefde liefheb, hoeveel te groter zou mijn agapao liefde voor Jezus Christus zijn?
Hoewel ik een sigaret zou mogen roken - ik deed het nooit in mijn leven, maar al zou ik het doen, zou Hij het mij kunnen vergeven; ik geloof dat Hij het zou doen. Als ik een glaasje zou drinken - ik deed het nooit in mijn leven, maar ik geloof dat Hij het mij zou vergeven. Maar ik houd teveel van Hem. God helpe mij; ik wil niets dergelijks doen (Zie?), omdat ik Hem liefheb. Dat spul heeft afgedaan voor mij, omdat toen Hij mij veranderde van een kraai in een duif dat een verandering veroorzaakte; mijn trek en dingen verlieten mij; dan wordt zonde mij niet toegerekend, omdat ik niet van plan ben om het te doen; het is niet in mij om het te doen.
Aanhaling genomen uit de prediking: