23 januari
Dag 42
Nu, we zullen hier even een kleine illustratie gaan geven. Bijvoorbeeld, we waren allemaal kleine jongens en meisjes en we stonden vanavond bij een groot circus dat in de stad was. En het was zo dat een paar van u broeders sterker waren, bredere schouders hadden en een beetje meer gewicht konden optillen dan ik. Welnu, als er een gewicht is om op te tillen kun je het maar beter optillen. Maar misschien maakte God mij een beetje langer dan u. Dat maakt mij niet meer menselijk dan u, maakt mij niet een beetje meer kind van God dan u. “Wie is in staat een el aan zijn lengte toe te voegen?” Ziet u? Niet wat u hebt gedaan, wat God heeft gedaan. Kijk, ik ben niet echt wettisch. Ik geloof dat het de soevereine genade van God is.
Welnu, misschien is er een carnaval aan de gang of een circus en we willen allemaal dat circus zien. Wel, we hebben het geld niet om naar binnen te gaan. We kunnen het niet zien. Dus misschien kan ik als ik op mijn tenen sta hierboven door een klein knoestgaatje kijken en u vertellen wat er allemaal gaande is. Nu onthoud dat ik een voorbeeld schets.
“Wel,” zegt u, “broeder Branham, wat doen ze daar? Wat ziet u nu?” Wel, ik zet mijn vingers zo hoog als ik kan, sta op mijn tenen zo hoog als ik kan. Ik zeg: “Ik zie een olifant.” Kom naar beneden, ik ben helemaal uitgeput. U zegt: “Wat ziet u nog meer, broeder Branham?” Wel, ik ga weer omhoog. Rek me uit.
“Ik zie een giraffe.” Het maakt me echt zwak. Nu, dat is een illustratie van wat een gave is. Nu, een gave van een ziener, of om visioenen te geven, dat komt van God alleen.
Visioenen, het eerste wat ik me herinner als een kleine jongensbaby, was een visioen. Ik was nog geen achttien maanden oud toen ik mijn moeder vertelde waar we zouden gaan wonen en van alles. Zie? Dat is waar. En bracht mijn leven door vlakbij New Albany. En we bevonden ons daar honderden mijlen bij vandaan; daar is het waar ik ongeveer veertig jaar heb gewoond.
Toen Jezus hier op aarde was, was al de kracht die in God was in Hem, want Hij was God gemanifesteerd in vlees, God mens gemaakt in het lichaam van Zijn Zoon, Christus Jezus, hier in een tabernakel. Want de Bijbel zei dat God in Christus was. De Vader was in de Zoon om Zijn liefde aan de mensen hier op aarde te vertegenwoordigen. Zie?
Nu, heel eenvoudig. Merk nu op. Nu, die gave die in Jezus was, was zoals de hele oceaan daarbuiten, al de wateren in de wereld, en in vergelijking daarmee is deze kleine gave niet meer dan een lepelvol uit die oceaan.
Nu, God gaf Hem de Geest zonder mate. Hij geeft het aan u en mij met mate. Hij bepaalde voor mij een lepelvol. Maar toen Hij het uitmat voor Zijn eigen Zoon, toen mat Hij oceanen vol uit. Begrijpt u wat ik bedoel?
Maar bemerk, dezelfde chemicaliën die in deze lepel zitten, zijn in de hele oceaan. En al de chemicaliën in de oceaan, een mate daarvan is in de lepel. Het is dezelfde soort. Kijk, het zal hetzelfde doen. Het zal dezelfde werken doen. Het zal hetzelfde leven produceren. Gelooft u dat niet? Dat is wat ons Christenen maakt.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- In het donkerste uur kwam Jezus 14 november 1955