2 februari
Dag 52
Niemand zou kunnen zeggen dat die priesters geen heilige mannen waren in de dagen van Jezus. Klopt dat? Ze waren heilige mannen, goede mannen, rechtvaardige mannen, Schriftgeleerden. Maar terwijl ze daar binnen waren en argumenteerden over het soort knopen dat ze op hun mantels moesten dragen, kwamen er een paar magiërs om de Christus te aanbidden Die reeds geboren was. Is dat juist?
Nu luister, toen Zijn openbare bediening was gekomen, zeiden ze: “Hij is een duivel, Beëlzebub, het hoofd van de waarzeggers, het beste medium dat er is. Hij kent hun fouten. En Hij weet al deze dingen. Hij is een duivel.” Is dat waar?
Wie zegt dat dit de Schrift is? Zeg: “Amen.”
Maar het eigenaardige was dat duivels zich omkeerden en zeiden: “Nee, dat is Hij niet. Hij is de Zoon van God.” Halleluja. God laat de duivel getuigen, Zijn vijand, dat Hij de Zoon van God is.
Die duivel zei: “Ik weet Wie U bent, U bent de Heilige Israëls. Ik weet het; Gij zijt de Heilige Israëls.”
En de predikers, die heilige mannen, zeiden: “Hij is een duivel. Hij is een duivel.”
De duivel zei: “Hij is de Heilige Israëls.”
Ik kan het zien. Ik kan zien hoe Paulus en Barnabas op een keer onderweg waren om te gaan prediken. De prediker zei: “Die knapen zijn bedriegers. Het zijn duivels. Ze maken de mensen onrustig. Luister niet naar hen. Ze zetten de wereld op z’n kop. Ze zijn fout.”
En de kleine oude waarzegster liep hen achterna op straat en zei: “Zij zijn mannen van God, om ons de weg des levens te vertellen.” Predikers zeggen dat ze duivels zijn en de duivel zegt dat ze de weg des levens vertellen. Halleluja! (Denk niet dat ik opgewonden ben.)
Het is nu tot een plaats gekomen waar u naar niemand kunt luisteren. U moet naar God luisteren. Laat ieders woord een leugen zijn. Ik weet daar nu meer over dan ik ooit in mijn leven heb geweten. Het maakt totaal niet uit wat mensen zeggen; het is wat God zegt. Wanneer het met het Woord overeenkomt dan is het zo. Als de goede dingen er zijn om het voort te brengen, want God getuigt van Zijn gave. Als u naar de prediker luistert, komt u soms in moeilijkheden, sommigen ervan hoe dan ook.
Merk op. Ze modderden allemaal maar wat aan in hun leerstellingen. En duivels daarbuiten, waarzeggers, waren de enigen die herkenden wat Hij was, en die herkenden wat de apostels waren, mannen van God. Waarzeggers en duivels. Dus Paulus keerde zich om en bestrafte die geest van waarzeggerij van die vrouw; ze kon niet meer waarzeggen. Hij had het niet nodig dat de duivel getuigde wie hij was. Hij wist wie hij was. Hij was Gods heilige. Hij had de hulp van de duivel niet nodig. Maar de duivel vertelde hoe dan ook de waarheid over hem. Jezus zei tegen die duivel: “Zwijg stil, en ga uit van hem.” Ja zeker. Hij had de hulp van de duivel niet nodig.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 1:21-28
- Lukas 4:32-37
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Vroege geestelijke ervaringen 13 juli 1952