13 maart
Dag 92
Mannen en vrouwen die in de [Shekina] leven worden verkeerd begrepen. Begrijpt u het? Ze worden bijzonder. Ze horen de dingen van de wereld niet, of als ze dat doen besteden ze er geen aandacht aan. Ze gaan eenvoudig voorwaarts. God heeft dat er niet voor niets in geplaatst. God kwam nimmer op goed geluk. Gebed is niet een ‘misschien.’ Gebed is een oprechte zaak. Gebed is spreken tot God. Gebed is niet neerknielen, je ogen sluiten en aan je was denken of wat voor werk je doet, bijvoorbeeld: “Here, help mij en John en genees mevrouw Jones, enzovoort.” Dat is geen gebed. Dat is het herhalen van een paar woorden. Maar bidden is het binnenkomen in een atmosfeer waar u beseft dat u in de tegenwoordigheid van God bent en u gaat daarheen met volkomen oprechtheid. Eerst begint u met een kleine aanbidding: “O Jehova, ik heb U zo lief.” Begrijpt u het? Dan na het gebed van aanbidding, dan komt u met een oprecht hart iets vragen.
“Indien gij in Mij blijft”, niet om vandaag tussen de gordijnen vandaan te komen en rond te rennen en vanavond weer proberen terug achter de gordijnen te gaan. “Indien gij in Mij blijft, Mijn woorden in u blijven.” Anders gezegd, als u bent zoals de staf van Aäron die werd opgetrokken in de Shekina glorie bij de gouden pot met manna waar u het elk moment kunt eten, en uw ziel wordt verfrist en bloesemt en draagt vrucht. Blijven. “Indien gij in Mij blijft, Mijn woorden in u blijven, vraag dan wat u wilt en het zal u gegeven worden.”
Ziet u het falen van de kerk, de Pinksterkerk, de Methodisten, de Baptisten, en allemaal? Het is een tekort komen aan die voortdurende genade van God. Vanavond zult u juichen en in uw handen klappen en in de gangpaden dansen, in tongen spreken. Dat zijn gaven. Gaven helpen niet, tenzij u in de Shekina glorie blijft. Zie?
Deze dingen zijn fijn. Ik heb er niets tegen te zeggen; ze zijn van God. Juichen en God prijzen is wonderbaar. Spreken in tongen of tongen uitleggen is het ook, en al die andere dingen, gaven van genezing, profetieën, en al deze dingen zijn geweldig, maar ze helpen niet, ze zijn niet vruchtbaar, ze kunnen niet goed vrucht dragen, tenzij u leeft in de tegenwoordigheid van de Shekina en de atmosfeer om u heen Goddelijk is.
Dat is de reden waarom aan mannen en vrouwen deze dingen niet worden toevertrouwd, omdat u hier heen gaat en een zegen afroept over iets wat God heeft vervloekt, of iets vervloekt wat God heeft gezegend. Het is een voortdurende tegenwoordigheid om de wil van God te kennen. Dan kijk je niet meer naar wat de wereld over je zal zeggen. Het is wat God van je zal denken. Dan leef je in Zijn tegenwoordigheid.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Het bovennatuurlijke 29 januari 1956