17 maart
Dag 96
Ik dacht hieraan dat dood niet met leven geassocieerd wordt. Leven en dood kunnen niet tegelijkertijd bestaan. En de bomen moeten het sap uit zich laten gaan voordat het blad aan de boom kan sterven. Dus daarom is de dood geassocieerd - ik denk daarbij aan de omstandigheden van een menselijk wezen - dood is geassocieerd met zonde. Want voor wij enige zonde hadden, hadden wij helemaal geen dood. Maar waar dood is, daar is ook zonde; en waar zonde is, daar is dood; omdat de dood het resultaat van de zonde is.
En dan, de ziel die zondigt, die zal sterven. Maar wanneer wij wedergeboren zijn uit de Geest van God, hebben wij eeuwig leven en zijn nergens meer geassocieerd met de dood. Ziet u? De dood kan zich niet verenigen met het leven. Het leven kan zich niet verenigen met de dood.
En sprekend in de kamer gisteren waar enkele jonge Christenen waren, zei ik: “Als jullie hier buiten op straat zouden staan en een wagen kwam de weg afrijden met 140 kilometer per uur en men had de macht over het stuur verloren, dan zouden jullie zo snel als je kon van die snelweg afgaan. Je zou springen, glijden, van alles doen om uit de weg te gaan voor die wagen.” En zo zou het met de zonde moeten zijn voor een Christen, omdat zonde geassocieerd wordt met dood. En zodra u zonde ziet in enige vorm, spring er van weg, ga er bij vandaan. Het maakt me niet uit wat u moet doen, ga weg bij de minste schijn van kwaad. Want bedenk: zich te verenigen met zonde is de dood, precies hetzelfde als daar te staan en die wagen u te laten treffen.
Wacht niet gewoon af om te zien wat het zal doen; ga het uit de weg. Bij de minste schijn van kwaad: vermijd het snel. Wanneer u een verleiding ziet opkomen en zonde, weet u, als het iets verkeerds is, dat de dood op u loert. Zie? Ga er dan bij vandaan, net zo snel als u zou willen wegkomen voor een auto die nadert met 140 kilometer per uur. Zie? U zou er gewoon razendsnel van willen wegkomen, uit de weg. Spring, glijd, ren weg, ga er snel bij vandaan.
En hoe wij weten dat wij leven hebben, is omdat wij de zonde haten. En wij haten de zonde zo zeer omdat wij weten dat de dood daarmee verenigd is en wij schuwen iedere schijn ervan. Hoe we er ook bij weg kunnen komen: we springen, rennen, wat wij maar kunnen doen om van de zonde weg te blijven, omdat zonde dood in zich heeft. En wij willen ons zeker niet verenigen met iets wat de dood betreft. Wij willen daar bij vandaan blijven.
Aanhaling genomen uit de prediking: