8 april
Dag 118
Dikwijls denken mensen dat wanneer een bediening bovennatuurlijk wordt, dan denken ze dat die persoon een lang kleed behoort te dragen, kleding, en raak mij niet aan, weet u wel. Als een persoon zich zo gedraagt dan proberen ze iemand te zijn die ze niet zijn. God gebruikt mensen, slechts gewone mensen. Wanneer u een dergelijk persoon ziet, is het wat mij betreft een gesteven overhemd. Zie? Iemand die probeert iets te zijn wat hij niet is: “Heiliger dan gij zijt; raak mij niet aan.” O, God kan dat niet gebruiken; u weet dat.
Ik zal dit ene zeggen: sommige van de fijnste oude harten, met wie ik ooit de hand schudde, kloppen onder een oud blauw opgelapt overhemd (dat is waar), een paar echt staalgrijze ogen kijken je recht aan en hij zegt: “Prediker, ik geloof het.” Broeder, daar kun je op vertrouwen. Teken het op. Eelt van de ploeghandvaten of zoiets, dat is juist. U hoeft geen smoking te dragen en uw boordje achterstevoren om een Christus vrezende Christen te zijn. Nee. Het is niet wat u draagt; het is wat u aan de binnenkant bent wat u iets maakt, niet hoe knap u bent maar hoeveel u aan de binnenkant bent. Wat ons aangaat is er niets goeds aan ons. Als er enige goedheid aan ons is: “Er is er maar Eén goed en dat is God.” Dat zei Christus.
Maar ik zou graag naar een getuigenissamenkomst gaan. En daar eenvoudig gaan zitten en een stoel pakken en de apostelen horen getuigen. O, ik heb er altijd aan gedacht hoe graag ik dat zou doen. Nu, ik heb altijd gedacht hoe graag ik Jezus had willen horen toen Hij Zijn liefdevolle armen uitstrekte en zei: “Komt allen tot Mij, gij die belast en beladen zijt, en Ik zal u rust geven.” O, weet u, ze beweren dat wanneer een stem eenmaal heeft gesproken (u weet er meer over dan ik), dat een stem nimmer sterft. Ze leeft door zoals radium, gaat door en door en door, zoals een steentje dat in het water valt. De golfjes gaan mijlen en mijlen verder weg, trillingen totdat je die niet meer met je natuurlijke ogen kunt zien. Maar ze blijven steeds verder en verder gaan.
En wanneer u spreekt, dan krijgt u net zoiets als elektronica en de radio, die golf door de lucht, het gaat door. Het sterft nooit.
Ik dacht dat ik het fijn zou vinden te leven totdat de wetenschap misschien die stem van Hem zou kunnen oppikken. Ze beweren dat ze op een dag, als ze doorgaan, in staat zullen zijn dat te doen, Zijn letterlijke stem oppikken, toen Hij zei: “Komt allen tot Mij die belast en beladen zijt; Ik zal u rust geven.”
Wel, misschien leef ik niet tot die dag. Eerlijk gezegd denk ik niet dat de wereld zolang zal bestaan. We zijn zo dichtbij de eindtijd. Maar ik zou het fijn vinden een poosje bij u te zijn om over deze dingen te prediken. Maar ik heb geprobeerd onze kleine boodschappen te brengen als een klein toneelstuk omdat ik vermoeid ben. En dan zou u het beter kunnen begrijpen.
Maar misschien leef ik niet zo lang om dat te horen, maar er is één ding dat ik wil horen en ik geloof dat ik het zal horen: “Het was welgedaan, Mijn goede en getrouwe dienstknecht. Ga binnen in de vreugde des Heren.” Dat is wat ik op een dag verwacht te horen. Ik ben er zeker van dat Hij mij niet zal teleurstellen.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Ik ben het 17 mei 1961