15 mei
Dag 155
De Bijbel zei dat Stefanus een man was vol, vol van wat? Vol van kracht, vol van geloof, vol van liefde, vol van de Heilige Geest. Dat maakte hem wat hij was, omdat hij vervuld was met de Heilige Geest. Hij was een echt reclamebord voor Christus.
Toen hij daar die morgen stond voor de raad van het Sanhedrin en ze hem beschuldigden. Ze zeiden: “Deze man...” en alles wat hij deed. En hij stond alleen, slechts hij alleen, daar voor die grote raad van het Sanhedrin, misschien waren er daar twee- of drieduizend Joden, of vijfduizend, die daar stonden met wijzende vinger. De Bijbel zegt dat toen hij daarheen liep zijn gezicht eruit zag als een engel.
Dat betekent niet dat er een licht van zijn gezicht af scheen. Een engel zou een boodschapper zijn die weet waarover hij spreekt. Stefanus liep daarheen, niet bevreesd voor de dood. Hij was voor niets bevreesd. Want hij wist waarover hij sprak. Zoals Paulus zei: “Ik weet in Wie ik geloofd heb, en ik ben overtuigd dat Hij bij machte is datgene te bewaren wat ik aan Hem heb toevertrouwd.”
Maar Stefanus wandelde daar voor dit Sanhedrin als een schaap tussen een kudde wolven die huilden om zijn bloed. En ze beschuldigden hem en wezen met een beschuldigende vinger naar hem. Wat deed hij? Hij zei: “Mannen broeders, de God der heerlijkheid is aan onze vader Abraham verschenen toen hij nog in Mesopotamië was, voordat hij eruit geroepen werd.” Ging verder en bracht de hele geschiedenis van Abraham naar voren, hoe dat door hem de heidenen binnen zouden komen. En toen hij bij een zekere plaats kwam, zie, hij was vol van de Heilige Geest. Ze konden niet wachten tot ze de hand aan hem konden slaan. Hij zei: “Gij stijfnekkigen, onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest. Zoals uw vaders deden, zo doet gij.”
Hij was Gods reclamebord. En toen ze hem ter dood stenigden - ze gooiden hem de stad uit en sloegen hem dood met stenen - toen hij stervende was, hief hij zijn hoofd naar de hemel en vroeg vergeving voor diegenen die hem aan het stenigen waren, precies zoals Jezus aan het kruis had gedaan.
Toen zag God Zijn kleine reclamebord omver gehaald worden. Stefanus keek op naar de hemel en zei: “Ziet, ik zie de hemelen geopend en Jezus staande aan de rechterhand Gods.” En hij viel in slaap in de armen van God. Hij was een reclamebord voor een hongerende wereld.
U zegt: “Wel, hoeveel waren daar? U zei dat er misschien vijfduizend waren. Hoeveel van hen werden gered?” Er was er één. Hij aanvaardde het wel niet precies op dat moment, maar jaren later. Er was er één die de jassen vasthield. Saulus, die jonge Farizeeër, die daar stond en ermee instemde en getuige was van zijn dood. Maar toen hij die advertentie zag van de kracht van de herrezen Christus in die kleine knaap, bleef het hem altijd bij. Diezelfde man, Paulus, die daar die morgen stond, leidde tientallen duizenden zielen tot Christus. Omdat één man bereid was zijn leven te geven om een advertentie, een reclamebord voor Jezus Christus te zijn. Wat zouden wij vandaan moeten doen?
Aanhaling genomen uit de prediking: