18 juli
Dag 219
Wanneer een man ooit God heeft ontmoet op die geheiligde gronden van die geheiligde plaats van afzondering, dan kunnen geen duivels in de hel dat ooit bij hem vandaan krijgen. Want hij weet dat hij van aangezicht tot aangezicht met God heeft gesproken. Ze kunnen alles verklaren wat ze maar willen, maar u was daar toen het gebeurde en u weet waarover u spreekt.
En Elia wist dat zijn God werkelijk was. En hij had het dus tot een ontknoping gebracht, maar toen de mensen het bovennatuurlijke teken hadden verworpen: “O, dat stelde niets voor. Misschien had de bliksem het getroffen.” Izebel maakte haar bedreigingen met haar hele bende. Ze wilden hun sociale gemeenschappen niet opgeven. En het hart van kleine oude Elia was gebroken.
Iedere prediker weet wat de maandagochtend betekent na een zware dag op zondag. Vergelijk dat; u vrouwen van predikers weet hoe uw man is op maandagmorgen nadat hij twee of drie keer hard gepredikt heeft op zondag. Hij is zo uitgeput.
Wat denkt u van arme kleine oude Elia? Daar was hij, niemand om hem te vertroosten, en hij stopte bij deze jeneverbesstruik. En hij knielde neer en keek op naar God en zei: “Here, ik ben zo vermoeid en zo uitgeput. Waarom neemt U niet gewoon mijn leven en laat mij heengaan? Mijn vaderen zijn allen heengegaan, dus laat mij gaan.”
Mannen die handelen met het bovennatuurlijke, die in de tegenwoordigheid van God verblijven, wanneer je dan ziet dat Gods programma wordt verworpen - en je predikt dat, en je doet je uiterste best, en doet alles wat God je vertelde te doen, en ze lopen er nog steeds bij vandaan - dan breekt je hart. God Almachtig heeft hier deze laatste week in de Angelus Tempel genoeg gedaan om Los Angeles in vuur te zetten. Geen wonder dat Hij zei: “Het zal voor Sodom en Gomorra dragelijker zijn op de dag van het oordeel.”
En daar lag de arme kleine kerel, broodmager, met zijn grijze haar over zijn schouders hangend. God zei: “Mijn dienstknecht heeft wat rust nodig.” Gods genade voor Zijn dienstknecht; Hij legde hem eenvoudig neer op een hoopje onkruid en hij viel in slaap.
Ik stel me voor dat er tienduizend engelen op hem letten terwijl hij sliep. Er is één zekerheid die de gelovige heeft, dat hoewel de wereld hem heeft afgewezen, God toch van hem houdt. De wereld mag u een heilige roller noemen; ze mogen u fanatiek noemen; maar als u trouw bent aan God dan is er één ding zeker: God houdt van u, en Zijn engelen zijn vergaderd rondom wie Hem vrezen.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Wat hoort gij, Elia? 12 april 1959