5 januari
Dag 24
Als de vroegere aanbidder een lam nam en naar het altaar ging om te aanbidden, legde hij het daarop, legde zijn handen erop en beleed zijn zonden. Ze sneden zijn keel door, verbraken de bloedcel; het lam stierf. Nu, hij ging regelrecht weg in dezelfde toestand als waarin hij was toen hij binnenkwam. Zijn zonden waren vergeven, maar toch ging hij weg met hetzelfde verlangen: als hij had gestolen, doodgeschoten, overspel gepleegd, wat het ook was, hij ging met hetzelfde verlangen weg. Waarom ging hij niet weg zoals hij zou zijn gegaan wanneer hij zijn handen op de Zoon van God had gelegd? In de bloedcel van dat lam daar was dierlijk leven. En dat dierlijke leven zal niet overeenstemmen met menselijk leven; daarom, toen het leven terugkwam was het dierlijk leven voor het menselijk leven, en dat kon niets voor hem doen. Maar toen werd Gods bloedcel gebroken. Dan keert de Geest van God Die in die cel leeft terug in de vorm van de Heilige Geest - die man is vrij van zonde. Het totale bewustzijn van zonde werd veroordeeld. Amen. Ik geloof dat met mijn hele hart.
De aanbidder die eenmaal gereinigd is, heeft geen verlangen meer naar zonde. De Bijbel zegt: “Geweten”, wat in werkelijkheid “verlangen” betekent. Wanneer een aanbidder eenmaal door geloof zijn handen legt op het hoofd van Jezus Christus en dat bevende vlees voelt, zoals de man deed op het lam - een stervende, roepende onschuldige - en met uw hele hart gelooft dat de Zoon van God in uw plaats stierf, en wanneer u die belijdenis doet, dan komt van die bloedcel die u heiligde de Heilige Geest in uw leven en u bent een nieuwe schepping in Christus Jezus. Het leven van God is in u en Hij heeft u geadopteerd en u bent een zoon van God. Amen. Word nu niet bang. “Amen” betekent “zo zij het.” Dat zal u geen kwaad doen.
Merk op, de Geest van God was in de man. Dus God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. God is een Geest. Hij had geen handen totdat Hij Jezus werd. Hij had geen voeten, armen, benen, enzovoort, totdat Hij Jezus werd. Niemand heeft ooit de Vader gezien, maar de Eniggeborene heeft Hem verklaard. Hij, God, woonde in het lichaam van Christus. Het behoorde u te raken. Het behoorde een mens te verwonderen. Hij had van de hemel vandaan kunnen komen, rechtstreeks vanaf de gangen van de hemel met een eerbetoon van alle engelen als Hij dat had gewild. Hij had geboren kunnen worden als een volledig opgegroeide Man. Hij had naar beneden kunnen komen met al de pracht en glorie van de hemel, maar dat verkoos Hij niet. Hij kwam naar een stal, werd geboren boven een mesthoop. En kleine Jehova huilde in een kribbe, kleine Jehova speelde als een Jongen, kleine Jehova zwoegde als een Man. Hij verliet Zijn hoedanigheid voor ons.
God werd menselijk. Toen Jezus Christus was geboren, was God mens op aarde, manifesteerde God, wat Hij was. Hij zwoegde en werkte en had gevoel voor de teenager. Hij ging door iedere beproeving waar wij doorheen gaan. God deed dit opdat Hij aan Zijn eigen oordeel recht zou doen. Zijn oordeel moet rechtvaardig zijn. Als er geen rechtvaardigheid bestaat waar is dan oordeel voor nodig? En als er geen oordeel is zonder straf, dan is het nog geen oordeel. Dus Hij nam de straf van Zijn eigen oordeel en stierf als een zondaar om de zonden van de wereld te bestraffen, opdat wij door Zijn rechtvaardigheid kunnen worden terughersteld tot de troon van God in gemeenschap zoals we die hadden in de hof van Eden. Als dat niet het Evangelie is dan weet ik het niet.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Toon ons de Vader en het zal ons genoeg zijn 31 juli 1960