6 januari
Dag 25
Nu bedenk, ongetwijfeld waren er in de dagen van Johannes, de dagen van Jezus, grote feestdagen en geweldige sprekers in hun dagen, grote intellectuele mannen, en zij trokken tienduizenden keer tienduizenden mensen. Wat zou Kajafas doen als hij een samenkomst bijeenriep? Hij zou heel Jeruzalem, hij zou heel Israël van her en der bijeenhalen. Een ander zei: “O, nu als Kajafas een zeker bepaald iets zegt, zal dat geweldig zijn.” “O, gelooft u de Schriften, Rabbi, Eerwaarde, Doctor, Bisschop? Gelooft u de Schriften?” “Zeker geloof ik de Schriften, ik ben een bekend geleerde!”
“Goed. Nu, de Bijbel zei hier dat er een tijd zal komen dat ‘Alle bergen zullen huppelen als kleine rammen, al de bladeren zullen in de handen klappen en al de hoogten zullen worden geslecht en verlaagd, al de dalen zullen worden verhoogd en hoog gemaakt. En het zal worden gedaan door de stem van iemand die roept in de woestijn.’ Gelooft u dat, Rabbi, Eerwaarde, Doctor, Voorganger?”
“Zeker, dat geloof ik!”
“Hoe zal het gebeuren?”
“O, God zal op een dag een machtig man op aarde zenden. Oh, hij zal geweldig zijn. Hij zal een stem zijn van één die roept in de woestijn; oh, hij zal de voorloper zijn van de komende Messias. En wanneer hij komt, is er geen twijfel over in mijn gedachten, dat hij zal neerkomen uit de hemel en naar beneden zal komen naar de tempel. Hij zal hier regelrecht naar beneden komen naar de tempel en zeggen: ‘Nu zullen wij al de Romeinen gaan halen en ze doodslaan. Dat is alles. Wij zullen al de Romeinen gaan neerslaan.’ En dan zal hij gaan zeggen: ‘Kom maar naar beneden, Messias!’ En de Messias zal naar beneden komen en wij zullen al onze zwaarden tot ploegscharen en snoeimessen omsmelten en er zullen geen oorlogen meer zijn.” Uh-huh, dat was hun uitleg.
Maar wat gebeurde er toen het kwam? Wat vond er plaats? Er was geen hemels schouwspel. Wel, zij zagen het nooit. Er was er een, maar zij zagen het niet. Zij zagen het niet. Begrijpt u? Wanneer sprongen de bergen op als kleine rammen? Wanneer werden alle hoogten verlaagd en de dalen verhoogd? Een oude prediker met een behaard gezicht kwam uit de wildernis gelopen, die zelfs zijn ABC niet kende. Volgens de geschiedenis ging hij op negenjarige leeftijd de woestijn in en verscheen nooit opnieuw totdat hij dertig was. Hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Sprinkhanen zijn treksprinkhanen, van die grote treksprinkhanen.
Ze eten ze altijd. Denk niet dat dat slecht is, want u kunt ze hier in de supermarkt kopen als u ze wilt: hommels, honingbijen, sprinkhanen, ratelslang; wat u maar wilt, ziet u.
Dus hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Wat een dieet! Maar hij werd onderhouden door de kracht Gods.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 1:1-3
- Lukas 3:1-6
Aanhaling genomen uit de prediking: