Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...

29 augustus

Dag 261

En opstaande, ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen; en toe lopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem. En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden. Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten; En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn. En zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei, En tot zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat dat mocht zijn. En deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond weder ontvangen heeft. Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem. Doch hij, antwoordende, zeide tot den vader: Zie, ik dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een bokje gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk zijn. Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht. En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe. Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden.
Lukas 15:20-32
De verloren zoon ontmoet zijn vader

Ik herinner me dat ik eens heel ver weg was. Iets kwam achter mij aan. Amen. Het was niet omdat ik wilde komen, maar omdat Iets achter mij aan kwam. Omdat God tevoren, voor de grondlegging der wereld voorbestemde (Halleluja) dat wij de Zijnen zouden zijn, tot Zijn eer en glorie. Luister. Degenen die Hij tevoren kende, heeft Hij wat? Geroepen. Is dat juist? Heeft Hij u geroepen? Ja. Waarom heeft Hij u geroepen? Kende u tevoren. Degenen die Hij tevoren kende, heeft Hij geroepen; die Hij heeft geroepen, heeft Hij gerechtvaardigd. Is dat juist? En degenen die Hij heeft gerechtvaardigd, heeft Hij verheerlijkt. Amen. Dat is wat de Bijbel zegt. Die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij geroepen: iedere generatie. Die Hij geroepen heeft, heeft Hij reeds verheerlijkt. Wat? Laat me nu hier de Schrift lezen. In orde.

“Die hen te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelf, naar het welbehagen van Zijn wil; tot prijs Zijner heerlijkheid.”

Begrijpt u het? Tot prijs Zijner heerlijkheid. Opdat Hij daar tot in de tijden der eeuwigheid die zullen komen kon zitten en Zijn kinderen horen roepen: “Abba, Vader. Abba, Vader.” En de engelen zeggen: “Waar hebben ze het over? Waar hebben ze het over?”

In de gelijkenis van de verloren zoon wordt het zo prachtig getoond. Ik was verloren. “Dit is mijn zoon. Hij was verloren en is nu gevonden. Hij was dood en is weer levend geworden. Haal het gemeste kalf, het beste kleed en doe hem een ring aan z’n vinger.” Geen wonder dat de morgensterren tezamen zongen en de zonen Gods jubelden van vreugde toen zij het plan van verlossing zagen, toen God al voor de grondlegging der wereld uw naam in het boek zette.

Aanhaling genomen uit de prediking: