2 september
Dag 265
De wereld aanbidt vrouwen, maar de vrouw was het instrument van de duivel in het begin. En een onrechtvaardige vandaag is het beste instrument dat hij heeft. Zij zal meer predikers naar de hel zenden dan al de clandestiene kroegen die er in de wereld zijn. Laat maar eens een kleine bakvis begaan met een sigaret in haar mondhoek, met haar haar opgekruld omhoog gestoken, met hele lange wimpers die op en neer knipperen, broeder, met een knap uitziend klein lichaam, let maar op wat zij doet. Prediker, u kunt zich maar beter bedekken met het bloed van Jezus Christus. Dat is juist. Nu, vertel mij niets; u bent een man. Ik heb er teveel van gezien. Nu, let hierop. Het beste om te doen is uw gedachten gericht te houden op Jezus Christus en uw gedachten rein te houden.
Zoals Paulus daarover zei: “En we weten dat we de macht hebben om een zuster mee te nemen. Ik heb de macht om dat te doen, maar”, zei hij, “ik wil het niet.” Kijk, hij wilde dat niet doen. Hij zei: “Ik weet dat de bediening niet de os moet muilbanden die het graan dorst.”
Weet u, predikers denken, omdat zij predikers zijn, dat zij iemand zijn die groter is dan een van de kerkleden. U bent niet groter en bent niet meer in de ogen van God dan die dronkaard die een uur geleden werd bekeerd.
Dat is één ding dat de reformatie nooit zuiverde, deze dingen. Ik weet dat ik mijn naam teken met “eerwaarde”. Dat is absoluut waar; dat is een gewoonte vandaag, maar het behoort niet gedaan te worden. “Eerwaarde”, en “Bisschop”, en “Doctor”, en al deze dingen zijn door mensen gemaakte titels en ze zijn onzin. In de Bijbel waren ze “Petrus”, “Jakobus”, “Paulus”, “Johannes”, en al de anderen.
Paulus zei: “Nu hier, ik weet dat ik het Evangelie predik, dat is mijn plicht.” Ik ben een prediker en hij is een prediker; broeder Neville is een prediker, dat is onze plicht om een prediker te zijn. Wel, dat is eenvoudig wat van ons wordt verwacht. “Maar laat mij iets doen,” zei Paulus, “wat daar bovenuit gaat.”
“Nu, ik heb een recht om geld aan te nemen,” zei Paulus, “maar ik zal tenten gaan maken om jullie te laten zien dat ik mij kan opofferen.” Hij zei: “Het huwelijk is eerbaar onder alle mensen; het bed onbezoedeld. Het is goed voor een man om gehuwd te zijn.” Hij zei: “Ik heb een recht om gehuwd te zijn. Nu, ik zou gehuwd kunnen zijn; ik heb een wettig recht om gehuwd te zijn. Maar ik wil niet trouwen; ik wil nog een offer aan de Here brengen.” Zie? Toen zei hij: “Ieder kent zijn roeping. Sommigen zijn gesnedenen voor de zaak van Gods Woord, enzovoort.”
Wij willen iets meer doen dan onze plicht. En wanneer u echt wedergeboren bent uit de Geest van God en zegt: “Dat is mijn plicht, om naar de kerk te gaan, ik veronderstel dat ik moet gaan.” O my. Wel, ik wil meer doen dan dat; ik wil enige zielen winnen voor Christus. Ik wil iets doen. Ik wil de zieken bezoeken of iets voor Hem doen. Het is mijn plicht op begrafenissen te spreken; het is mijn plicht het Evangelie te prediken; het is mijn plicht voor de zieken te bidden. Laat mij nog iets anders doen; laat mij erop uitgaan om iets te doen waarvoor God mij zal eren.
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Vragen en antwoorden over Genesis 29 juli 1960