3 september
Dag 266
Lazarus, een arme van geest, lag daar zonder zelfs genoeg medicijnen om voor zichzelf te zorgen, en de honden likten zijn zweren. Maar op een nacht stierven zij beiden. En toen dat gebeurde, zei de Bijbel dat de arme van geest door engel-baardragers naar de boezem van Abraham werd gebracht, degene die had geïnvesteerd, in Hem had geïnvesteerd in eeuwig leven. Hij had niet geleefd voor wat hij hier had. Wat betreft zijn populariteit, die had hij niet. Hij was een bedelaar bij de poort. Hij had niets. Hij had geen geld. Hij had niets. Hij had geen vrienden. Maar toch was hij een gelovige. Hij had zijn investering gedaan. En hij stierf op straat waar de honden zijn zweren likten. En de Bijbel zei dat engelen hem in de schoot van Abraham droegen.
En diezelfde nacht stierf de rijke, nu oude, leider, en hij had een geweldig voorspoedig leven gehad. Nu, zijn dividend werd ook uitgekeerd. Er ging een zekere intellectuele prediker naartoe, misschien met een omgekeerd boordje, en misschien met al zijn priesterlijke gewaden aan. En ze lieten de vlag halfstok hangen en er waren zoveel bloemen dat er hier in deze balzaal amper plaats voor zou zijn. En o, wat een geweldige vertoning hadden ze daar en al de zakenlui. Misschien was de bankdirecteur er, en zij kwamen allemaal en waren de dragers van zijn baar. En misschien stond de intellectuele prediker op en zei: “Onze dierbare broeder, hoe vaak heeft hij cheques uitgeschreven voor de weduwen, en hoe vaak heeft hij meebetaald aan onze grote organisatie en ons programma gesponsord.” En misschien stonden de zakenlui op en hielden een toespraak. Hij kreeg zijn beloning. Dat is juist. Zijn investering werd zo beloond. Want voor de wereld was hij een groot man.
Maar omdat hij de investering die Jezus hem gaf had afgewezen, zei de Bijbel: “Hij sloeg zijn ogen op in de hel.” En hij zag de man die de investering anders had gedaan, veilig in de boezem van Abraham, vertroost, rond wandelend, fijn.
Aanhaling genomen uit de prediking: