6 september
Dag 269
Om deze jonge vrouwen te zien komen, wenend, met een leven dat voor hen ligt. Zij staan op een kruispunt. Zij zijn het slachtoffer van omstandigheden. Beseft u, oude mannen, toen wij jongens waren, dat onze zonen tien keer meer verleidingen hebben dan wij hadden? Zuster, beseft u dat uw dochter tien keer meer verleidingen heeft dan u had toen u een meisje was? Wat zal haar dochter hebben? Kijk naar de dingen, de plaatjes die de duivel voorschildert. O, wat is het nodig dat wij bidden.
Nu, wij zullen opnieuw naar u teruggaan. Broeder, beseft u dat wij niet half zoveel bidden als onze vaders? Voorganger, weet u dat wij niet zoveel tijd op onze knieën doorbrengen als de voorgangers vóór ons deden? Vrouwen, beseft u dat u uw dochter niet onderricht en met haar bidt ‘s avonds zoals uw moeder met u deed? Hoe zit het daar dan mee? Wie is schuldig? Wij zijn schuldig. Er is geen weg omheen; wij zijn schuldig. Ik ben schuldig. Ik ben schuldig dat ik mijn taak van God niet doe zoals ik het zou moeten doen. Ik belijd dat ik verkeerd ben. Ik vraag God mij genadig te zijn.
Ik kijk hier buiten en zie de gelegenheden die ik gemist heb door onbeduidende dingen, kleine oude onbelangrijke dingen die niets betekenen. Ik schaam mij voor u als prediker van het Evangelie. Ik heb berouw voor God en vraag God mij te vergeven, en de gemeente mij te vergeven dat ik zo traag ben geweest met het werk van God. Door Gods genade en door Gods hulp zal ik niet luisteren naar wat iedereen probeert te zeggen wat je moet doen. Ze hebben een programma; ze hebben iets voor je te doen. Nonsens. Ik ken Gods programma; het staat hier in de Bijbel beschreven. En ik schaam mezelf als prediker van het Evangelie. Eén miljoen zielen gewonnen; ik behoorde tien miljoen zielen gewonnen te hebben. Ik ben een eind achterop.
Hoe staat het met u? Hoeveel zielen hebt u gewonnen sedert u in Christus bent? Christendom gaat gewoon van de een naar de ander. Hoeveel zielen hebt u gewonnen sedert u een Christen bent? Als u geen zielen wint, bent u schuldig. U bent onvruchtbaar; u hebt schande gebracht op de gemeente en het Evangelie. Hoeveel mensen krijgt u op woensdagavond naar een gebedssamenkomst? Als u het niet doet, behoorde u zich te schamen voor Christus. U bent schuldig en uw plaats is bij het altaar. Ik nodig u uit om met mij mee te komen voor bekering.
Aanhaling genomen uit de prediking: