15 december
Dag 3
Bestaat er eigenlijk wel enige zekerheid over enige zaak? Welzeker, ik ben zo dankbaar dat het er is. Is er iets wat zeker is?
Ik zal u vertellen wat zeker is: dat is het Evangelie van Jezus Christus. Als u het wilt noteren, we zullen het niet opslaan, maar als u het wilt, kunt u het doen: Matthéüs 24:35; Jezus spreekt daar over deze tijd en wat er zou komen te geschieden. In Matthéüs 24:35 zegt Hij: “Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal geenszins voorbijgaan.” En dat is zeker, is het niet? Eén ding is zeker en dat is Zijn Woord. Nu, dat is één ding. We zien dat we niet op onze kerk kunnen bouwen; we kunnen niet op onze natie bouwen; het is te onzeker. Maar er is één ding dat zeker is en dat is dat Gods Woord zeker is. U zult het beslist moeten doen.
Iemand van hen zei: “Eén ding is zeker en dat is belasting.” O nee, belasting is niet zo zeker. De Here zou kunnen komen. Ze kunnen het dan afschaffen, dan is het voorbij.
Ze zeiden: “De dood is zeker.” Beslist niet, de dood is niet zeker, helemaal niet. Er zou een opname kunnen plaats vinden, dan is er geen dood. Dood is niet zo zeker; nee, nee, niet in deze dag. Dat was vele jaren geleden, maar niet nu. Dood is niet zo zeker.
Trouwens, ik ken een man, om u een voorbeeld te geven, die eens met God wandelde. En op een dag werd hij het wandelen moe, dus werd hij heel licht en begon omhoog te wandelen, en ging omhoog naar huis bij God. Ziet u? Weet iemand wie hij was? Henoch. En wat was hij? Een type van de hedendaagse gemeente.
Ook Noach was een type, zoals we vorige week in onze les doornamen. Noach, het type van Israël dat er overheen gedragen wordt; ze zullen zijn op de Berg der Verheerlijking, daar in Palestina, en oplettend toezien. Toen Noach zag dat Henoch werd vermist, dacht hij: “Wat is er met Henoch gebeurd? Wat is er met Henoch gebeurd? Waar is hij?” Noach was de kleinzoon van Henoch. En hij zei: “Waar is hij? Wat is er van hem geworden? We kunnen hem niet meer vinden.” Noach begon die ark te bouwen. Hij wist toen dat de tijd precies op handen was.
En als nu de gemeente is opgenomen, zullen de mensen zeggen: “Wel, ik heb de politie gebeld. Ik heb telefoontjes gepleegd. Ze zat daar aan de tafel en ze verdween. Ik weet niet wat er met haar is gebeurd.” Wel, dat is het niet alleen, maar de politie zegt: “We hebben vanmorgen vijfhonderd van dergelijke telefoontjes binnen gekregen.” Wat is er gebeurd? Dan is het voor u heidenen voorbij.
Aanhaling genomen uit de prediking: