Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-Book
E-BookE-Book
ePub Download ePubVoor E-Readers (maar niet optimaal voor apparaten van Apple). meer info...
ePub ePub voor AppleVoor iPod / iPhone / iPad, en vanwege de kleinere plaatjes ook geschikt voor andere telefoons of handhelds. meer info...
ePub zonder plaatjesIn deze versie ontbreken de dagelijkse plaatjes (behalve de kaft, logo's en dergelijke) meer info...

17 januari

Dag 36

De Joden antwoordden dan, en zeiden tot Hem: Wat teken toont Gij ons, dat Gij deze dingen doet? Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik denzelven oprichten. De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is over dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie dagen oprichten? Maar Hij zeide dit van den tempel Zijns lichaams. Daarom, als Hij opgestaan was van de doden, werden Zijn discipelen gedachtig, dat Hij dit tot hen gezegd had, en zij geloofden de Schrift, en het woord, dat Jezus gesproken had.
Johannes 2:18-22
De tempel van Herodus in Jeruzalem die in 46 jaar gebouwd was

Toen Jezus op aarde was, was Jezus zeker van het Woord van de Vader. Hij zei: “Vernietig deze tempel en Ik zal hem in drie dagen weer oprichten.” Niet: “Ik zal het proberen, misschien lukt het, misschien werkt het.” Hij was zeker.

Waarom? David had aldus gezegd: “Ik zal niet toestaan dat Mijn Heilige de verderving ziet; noch zal Ik Zijn ziel in de hel achterlaten.” Hij wist dat het verderf binnen drie dagen inzet; ergens binnen die drie dagen zou Hij weer opstaan. Hij geloofde het Woord van de Vader. “Vernietig deze tempel en Ik zal hem in drie dagen weer oprichten.” “Ik zal”, niet “Ik zal het proberen.”

Toen Martha naar Hem toe kwam en zei: “Onze broeder Lazarus, Here, als U hier was geweest, zou hij niet gestorven zijn. Maar zelfs nu, wat U God ook vraagt, dat zal God doen.”

Hij zei: “Ik ben de Opstanding en het Leven, zei God. Wie in Mij gelooft zal, al ware hij gestorven, toch leven. Wie leeft en in Mij gelooft zal nimmer sterven. Gelooft gij dit?”

Zei ze: “Ja, Here. Ik denk van wel, Here. Ik ben er tamelijk zeker van. Ze vertellen mij dat U gewoon een Beëlzebub bent. Ze vertellen mij dat U de gedachten van de mensen leest”? Nee, nee, het zou niet zijn gebeurd. “Ja, Here, ik geloof. (Glorie voor God.) Ik geloof dat U de Zoon van God bent Die in de wereld komen zou.” Uh, oh, er moet iets gaan gebeuren. Luister, dat is positief. Dat is positief. Wanneer twee uitersten samenkomen, moet er iets gebeuren. O ja. O, dat moet het beslist. Zei: “Ik geloof dat U de Zoon van God bent Die in de wereld komen zou.”

Wat zei Jezus tegen haar? Wat zei Hij? “Wel, Ik zal je wat vertellen, waar heb je hem begraven? Ik zal er heengaan en proberen te kijken wat Ik eraan kan doen”? Nee, nee. “Ik zal er heengaan en de Vader vragen en zien wat Hij zal doen”? O nee. Uhu, dat zei Hij niet. Hij zei: “Ik zal er heen gaan en hem wakker maken.” Daar is niets onzekers bij.

“Ik zal hem gaan wakker maken.” “Ik zal”, niet “Ik zal het proberen.” “Ik zal.” Hij wist precies wat God Hem had getoond en Hij wist dat het zou gaan gebeuren. “Ik zal er heen gaan en hem wakker maken.” Geen onzeker geluid daarin (beslist niet), geen enkel beetje onzekerheid daarover.

O, “Vernietig dit lichaam, Ik zal het binnen drie dagen weer oprichten.” Jezus zei: “Wanneer u in Mij bent en Mijn Woord in u, dan kunt u vragen wat u wilt en het zal u gegeven worden.” “Het zal misschien aan u gegeven worden”? Nee, nee, daar bestaat geen onzekerheid over. “Ik zal. Het zal worden gedaan. Het zal gedaan worden.”

Aanhaling genomen uit de prediking: