17 januari
Dag 36
Toen Jezus op aarde was, was Jezus zeker van het Woord van de Vader. Hij zei: “Vernietig deze tempel en Ik zal hem in drie dagen weer oprichten.” Niet: “Ik zal het proberen, misschien lukt het, misschien werkt het.” Hij was zeker.
Waarom? David had aldus gezegd: “Ik zal niet toestaan dat Mijn Heilige de verderving ziet; noch zal Ik Zijn ziel in de hel achterlaten.” Hij wist dat het verderf binnen drie dagen inzet; ergens binnen die drie dagen zou Hij weer opstaan. Hij geloofde het Woord van de Vader. “Vernietig deze tempel en Ik zal hem in drie dagen weer oprichten.” “Ik zal”, niet “Ik zal het proberen.”
Toen Martha naar Hem toe kwam en zei: “Onze broeder Lazarus, Here, als U hier was geweest, zou hij niet gestorven zijn. Maar zelfs nu, wat U God ook vraagt, dat zal God doen.”
Hij zei: “Ik ben de Opstanding en het Leven, zei God. Wie in Mij gelooft zal, al ware hij gestorven, toch leven. Wie leeft en in Mij gelooft zal nimmer sterven. Gelooft gij dit?”
Zei ze: “Ja, Here. Ik denk van wel, Here. Ik ben er tamelijk zeker van. Ze vertellen mij dat U gewoon een Beëlzebub bent. Ze vertellen mij dat U de gedachten van de mensen leest”? Nee, nee, het zou niet zijn gebeurd. “Ja, Here, ik geloof. (Glorie voor God.) Ik geloof dat U de Zoon van God bent Die in de wereld komen zou.” Uh, oh, er moet iets gaan gebeuren. Luister, dat is positief. Dat is positief. Wanneer twee uitersten samenkomen, moet er iets gebeuren. O ja. O, dat moet het beslist. Zei: “Ik geloof dat U de Zoon van God bent Die in de wereld komen zou.”
Wat zei Jezus tegen haar? Wat zei Hij? “Wel, Ik zal je wat vertellen, waar heb je hem begraven? Ik zal er heengaan en proberen te kijken wat Ik eraan kan doen”? Nee, nee. “Ik zal er heengaan en de Vader vragen en zien wat Hij zal doen”? O nee. Uhu, dat zei Hij niet. Hij zei: “Ik zal er heen gaan en hem wakker maken.” Daar is niets onzekers bij.
“Ik zal hem gaan wakker maken.” “Ik zal”, niet “Ik zal het proberen.” “Ik zal.” Hij wist precies wat God Hem had getoond en Hij wist dat het zou gaan gebeuren. “Ik zal er heen gaan en hem wakker maken.” Geen onzeker geluid daarin (beslist niet), geen enkel beetje onzekerheid daarover.
O, “Vernietig dit lichaam, Ik zal het binnen drie dagen weer oprichten.” Jezus zei: “Wanneer u in Mij bent en Mijn Woord in u, dan kunt u vragen wat u wilt en het zal u gegeven worden.” “Het zal misschien aan u gegeven worden”? Nee, nee, daar bestaat geen onzekerheid over. “Ik zal. Het zal worden gedaan. Het zal gedaan worden.”
Aanhaling genomen uit de prediking: