5 februari
Dag 55
Ik ben een getrouwd man, heb een gezin, en ik houd werkelijk van mijn gezin, hoe weinig ik ook in de gelegenheid ben om thuis te zijn. Ze lieten mij verhuizen naar de nieuwe pastorie, naar de pastorie van de gemeente, zeven jaar geleden toen ze haar bouwden. En ik heb niet één keer in de pastorie gegeten dan nadat de blinden, de Venetiaanse blinden in de keuken, omlaag waren gedaan. De mensen stonden op de veranda, in de tuin en overal rondom op die manier. Ik heb twee kinderen die bijna zenuwpatiënten zijn van al die uren in de avond van het komen en gaan, wanneer ik thuis ben. De mensen komen; kijk, als het alleen van hier in Binghamton was, dan zou het niet veel uitmaken; maar het is de hele wereld. Begrijpt u? Ze verzamelen zich daar.
Ik hoorde pas van mijn vrouw dat ze in deze hotels en motels zitten van over het hele land vandaan, van overal, en willen weten welke dag, op welke tijd ik op vrijdagmorgen zal aankomen. Begrijpt u?
En u kunt zich voorstellen wat dat zal zijn. En dan gedurende de vakanties komen de mensen eraan. En we zetten het in de kranten dat ze het niet moeten doen, maar mensen zijn ziek. Kunt u zich voorstellen dat je je op je gemak voelt als daar een zieke baby in de tuin ligt, misschien ligt te huilen in een auto; een oude arme zieke moeder daar voor wie, misschien door een klein woord van gebed, de hele situatie zou veranderen? De enige mogelijkheid is dat de broeders mij meenemen en mij bij het huis vandaan houden. Dat is de enige manier. Ik moet ergens kunnen zijn waar ik het enigszins uit mijn gedachten kan krijgen. Het is niet goed voor je als je daar mee blijft doorgaan.
Jezus zei tegen Zijn discipelen dat we tot onszelf moeten komen in de woestijn. En wanneer je daar bent en je hebt iets te doen om het uit je gedachten te krijgen, dan denk je er toch nog aan. En het gebed van de mensen heeft zo’n effect. Gelooft u dat? Beslist.
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Matthéüs 4:23-25
- Lukas 4:42-44
Aanhaling genomen uit de prediking:
- Verwachting 6 december 1954