20 februari
Dag 70
Ik zei tegen de mensen: “Ik kom tot de plaats dat ik meer geloof nodig heb.” Daarvoor ben ik nu thuis, om een nieuwe uitbarsting van geloof te krijgen.
Het begon erop te lijken, dat als je voor de mensen bidt, je je verontschuldigt: “Mijnheer Duivel, zou u alstublieft willen weggaan en laat mij...” Niets ervan! Geloof heeft spieren en haar op zijn borst; als het spreekt, zwijgt al het andere. Ga niet zo beginnen: “Meneer Duivel, u moet eruit.” “Ga hier vandaan; ik ben een zoon van God, met een opdracht van God, laat hen met rust!” Dat geeft beweging. U moet u niet verontschuldigen voor de duivel. U hebt niets met hem te maken, u schaamt u niet voor het Woord van God, u schaamt u niet voor uw opdracht, u schaamt u niet voor wie wij zijn. Het enige waar ik mij voor schaam, is dat ik een Branham ben; dat is mijn aardse geboorte. Ik schaam mij voor mijn fouten. Maar als Zijn dienstknecht schaam ik mij niet. Ik schaam mij niet voor Zijn Woord, of het nu voor denominaties, koningen, machthebbers of wat dan ook moge zijn; ik ben bereid een antwoord te geven wanneer God erom vraagt.
Mozes verscheen voor Farao. Hij schaamde zich niet om hem te vertellen dat zij geen compromis wilden en ingaan op zijn voorstel om zoveel dagen de woestijn in te gaan.
Hij zei: “Enigen van de vrouwen en de kinderen moeten achterblijven.”
Mozes zei: “Wij zullen allen gaan. Nog geen hoef zal achtergelaten worden; wij zullen ons vee en alles meenemen.” Hij schaamde zich niet. Waarom? Hij was gekomen in het licht van de bevrijding.
Dat is de reden dat wanneer een man of een vrouw ziek is of zoiets, en eenmaal in de tegenwoordigheid van God komt, en weet dat God hen genezen heeft, zij in het licht van de bevrijding stappen. U sluit met niets een compromis.
Bevrijding was in zijn hart, want hij had God ontmoet Die zei: “Ik ben de God van Abraham, Die Abraham de belofte gaf. En de tijd van verlossing, van bevrijding, is op handen. Ik zend u daarheen om hen uit te leiden.” Waarvoor moet men zich dan verontschuldigen?
- Overeenkomstige Schriftgedeelten:
- Markus 3:1-6
- Lukas 6:6-11
Aanhaling genomen uit de prediking: