Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Israël in Egypte

Door William Marrion Branham

1 ... volle Tabernakel. En ik ben vele malen terug geweest voor een uur of twee, of misschien hierheen gekomen voor een dienst. Dit is de eerste keer dat ik ergens terugkom om te proberen een opwekking te houden. Wij beginnen vanavond. Een opwekking bestaat naar mijn mening niet uit het binnenbrengen van nieuwe leden. Een opwekking bestaat niet uit een hoop bekeringen, hoewel die dingen met een opwekking gepaard gaan. Maar een opwekking is "doen herleven wat u reeds hebt", gewoon om hen opgewekt te krijgen.

2 En nu, wij hebben een zeer wonderbare herder hier, broeder Neville, die hier vooraan in een stoel zit, een beetje schor vanavond vanwege een kou.

3 En ik ben van plan dit werkelijk 'thuis' te verklaren. Vroeger, toen ik hier was, was ik de herder, de zangleider, ik haalde de offers op, ik betaalde de schulden, ik was de conciërge en ik was de timmerman en ik haalde de as uit de kachel en deed gewoon wat er maar te doen was. Daarnaast werkte ik toen bij de Openbare Nutsmaatschappij. Zeventien jaren daarvan was ik hier. En ik ben erg gelukkig vanavond met dit kleine oude gebouw. Het is zeker als een geboorteplaats voor mij. Niet erg uitgebreid, niet zo reusachtig, maar het is thuis en ik voel mij er zeer behaaglijk. En ik ben er zo gelukkig mee.

4 En nu zullen onze samenkomsten misschien (zoals we hebben uitgegeven) bestaan uit vijf avonden tot en met zondagavond. En we gaan uit de Schriften onderwijzen, lerend. Nu, in dit onderwijs zal het over niets anders gaan dan de Bijbel. Nu, en dan, en in de samenkomst nu, wil ik het zo duidelijk maken, in het begin nu, dat we de werkelijke achtergrond zullen hebben. Ik geloof dat u... Wij willen dat eerst doen en wij zullen de regels en de voorschriften zien en wat we allemaal doen, zodat wij, voordat wij gebed hebben en de diensten beginnen...

5 Ik ben van plan, zo de Here wil, vanavond te spreken over "De gemeente", vijf avonden over "De gemeente". De eerste avond, vanavond, is "Israël in Egypte". En morgenavond, zo de Here wil, "Bij de Rode Zee". En dan de volgende avond "Vóór de koperen slang". Dan op zaterdagavond "Te Kades-Barnéa". En op zondagavond willen wij hen overbrengen "In het thuisland". En dat zijn allemaal Schriftuurlijke leringen. Breng uw Bijbel mee, omdat we gewoon Schrift na Schrift opslaan.

6 Er zijn veel oproepen binnengekomen, om te bidden voor de zieken enzovoort. Maar ik heb mijzelf er een beetje van afgehouden. Ik probeer mijn gedachten strikt op het Bijbelonderwijs te houden. En nu, ik weet niet wat onze Here zal doen. Wij wachten op de roep voor overzee, om overzee te gaan. Ik dacht dat dit een wonderbare tijd zou zijn. Misschien zal broeder Neville zich dan beter voelen tegen die tijd en kan hij het vandaar overnemen en doorgaan in deze opwekking. Ik zou het graag zien doorgaan tot en met Pasen. En ik zou graag een heel grote doopdienst hier op Paasmorgen willen hebben. Zou dat niet wonderbaar zijn, echt een tijd voor een grote groep om gedoopt te worden? Ik geloof dat er hier enige jonge mensen zijn om gedoopt te worden.

7 En nu, terwijl ik het heb over deze vraag van de jonge mensen... Nu, wij hebben een paar bezoekers. Ik geloof dat ik niet bekend ben met wie hier komen en wie niet. Ik ken gewoon niet de... [Blanco gedeelte op de band – Vert]

8 Te beginnen met het twaalfde hoofdstuk, u die potlood en papier hebt... We hebben een paar extra Bijbels als iemand zou wensen sommige Schriftgedeelten te volgen en er een zou willen. Een van de oudsten zou er graag een bij u brengen, als u uw hand op wilt steken. We hebben vijf of zes Bijbels hier. De andere zijn alleen maar 'Nieuwe Testamenten', broeder, en ik zal vanavond het meest in het Oude Testament zijn.

9 Bij het bestuderen van de Schrift ben ik ervan beschuldigd heel veel aan typologie te doen. Typologie is "het Oude typerend met het Nieuwe". Ik zal u vertellen waarom ik dat doe. Het is hierdoor.

10 Misschien soms door de grote woorden die geleerden proberen te geven aan de Bijbel, zijn termen of uitspraak. Ik ben tevreden om de King James als de mijne te nemen. Die heeft de stormen langer getrotseerd dan enige andere vertaling en ik geloof het gewoon op die wijze.

11 Ik geloof dat de hele Schrift leert dat alles van het Oude Testament een schaduw was van de komende dingen. Daarom, als ik naar die muur toe ga en mijn schaduw is daar vóór mij, zal het iets verklaren van wat ik ben als ik daar kom. Het zou laten zien of ik een viervoetig beest was of een vogel of wat het ook was, de schaduw zal het verklaren.

12 En het Oude Testament was een schaduw of type van het Nieuwe Testament. Heel het Oude Testament wees naar Golgotha. Ik geloof, door de hulp van de Heilige Geest, dat in de komende weken (Hoelang weet ik niet), maar ik kan bewijzen uit... elk hoofdstuk van het Oude Testament sprak van Jezus Christus en alles werd vervuld in Hem. En wij zijn in Hem volmaakt. Hoe eenvoudig heeft God het gemaakt! In Christus zijn wij volmaakt.

13 Nu, de mens heeft altijd geprobeerd zichzelf te redden en verschillende dingen te doen om daardoor gered te worden, maar in het Nieuwe Testament is het nooit door enige werken van onszelf geweest, het is: "Door genade zijt gij behouden, door geloof." Dat is het enige dat u kan redden: genade.

14 Ik liet de handen een poosje geleden opsteken, daar ik niet wist wie hier leden van de gemeente waren en wie niet, om te zien hoe hoog het peil stond van het Christendom. En het schijnt dat u ongeveer 99% Christenen bent hier vanavond. En ik hoop dat de anderen het nu worden.

15 Nu, het boek Genesis is het zaad-hoofdstuk van de Bijbel. Dat is het begin. Het woord Genesis betekent "het begin".

16 Morgenavond zullen wij in Exodus moeten gaan om de kinderen te nemen. En het woord Exodus komt van het woord "uitroepen, uitgaan". De kinderen waren van Israël en waren uitgetrokken. In hun exodus gingen zij uit Egypte naar het beloofde land dat God hun gegeven had.

17 Nu, om het beeld van de gemeente van toen correct te krijgen en het te typeren met vandaag, moet u teruggaan tot het zaad om het in een uittocht te brengen, voordat het de exodus kan hebben. Nu, u... Of het brengen tot waar u kunt zien waar de gemeente is en hoe zij zich vestigden in Egypte, en dan zult u zien hoe God hen uitriep. En dan zullen wij gedurende de rest van de week rechtstreeks naar dergelijke Schriftplaatsen gaan. En vanavond willen we vele, vele Schriftplaatsen gebruiken, zo de Here wil, voor de onderwijzing.

18 Het eerste wat wij willen uitvinden, is waarom... Het belangrijkste wat ik onder Christenen over de hele wereld gevonden heb, is vrees. Ze zijn altijd bang. En als een kleine ziekte hen treft, zijn velen bang. Soms verwonder ik mij erover, en nu ben ik bij u. Maar nu, wat ik vanavond probeer te doen en in deze komende week, is te proberen die vrees te verdrijven door Gods Woord.

19 Nu, u zou naar mij toe kunnen komen en zeggen: "Wel, broeder Branham, ik geloof dit. Nu, ik geloof dat."

20 Er is maar één wijze in de wereld om het te bewijzen. Nu, ik zou niet kunnen afgaan op iemands ervaring, iemands kerkritueel. Er is maar één waar bewijs van wat er aan de hand is, dat is Gods Woord. Als Gods Woord iets bepaalds zegt, dan moet ik geloven dat dàt de Waarheid is.

21 Onlangs was er een jonge prediker die naar mij toe kwam en hij vertelde mij over een zekere situatie en zei dat hij erover bad. En hij zei dat de Here hem openbaarde dat het op een zekere wijze was. En ik keek een beetje naar hem en ik zei: "Broeder, dat is erg lieflijk." Ik zei: "Ik stel het op prijs dat de Here dat voor u doet. Maar laat mij u iets vertellen, het is tegenstrijdig."

     Hij zei: "Wel, het visioen kwam van God."

22 Ik zei: "Het zou niet kunnen, broeder, omdat het tegenstrijdig was met het Woord."

23 Wij moeten alle dingen door de Schrift bewijzen. Niet wat... Als het tegenstrijdig is met mijn geloof en de Schrift zegt het toch zo, heeft de Schrift gelijk en ik heb ongelijk. Zie? De Schrift heeft altijd gelijk. En de enige wijze waarop u iets kunt doen, is terugkomen tot de Schrift. Is dat waar? Ik houd ervan u "amen" te horen zeggen als u het gelooft, ziet u. Amen betekent "zo zij het". Nu, wij kunnen niet...

24 Iemand vroeg mij onlangs, wel, zelfs vandaag, over een zeker persoon die een succesvol persoon was in een zekere zaak die zij deden. En hij zei: "O, broeder Bill, de Here moet daar wel in zijn."

     Ik zei: "Dat kàn Hij niet zijn."

     "O," zei hij, "ze hebben zielen die gered worden."

25 Ik zei: "Het kan niet zo zijn. Want als het zo is, is het tegenstrijdig met Zijn Woord. En God zal niet eerst het ene zeggen en dan iets anders zeggen. Hij zal gedurende de hele weg hetzelfde vertellen." Zie, God kan niet liegen. God is onfeilbaar en Zijn Woorden zijn het ook. Om God te zijn, moet Hij soeverein zijn, ziet u. En Hij heeft...

26 En nu zegt u: "Wel, denkt u niet dat als God hier een zeker iets deed, zelfs hoewel Zijn Woord zegt...?"

27 Ik zei: "Nee. De Bijbel zegt: 'Hij die afneemt of toevoegt aan iets dat in het Boek is, hij zal uit het Boek des Levens genomen worden.'"

28 Dus daar is de reden. Altijd, in alles (niet door ervaring of niet door waar het op lijkt), maar door wat Gods Woord zegt. Nu, in het Nieuwe Testament zegt Paulus: "Ofschoon wij of een engel uit de hemel zou komen en enig ander ding zou leren dan hetgeen u gehoord hebt," dat is Galaten 1:8, als u het op wilt schrijven, "laat hem, wat u betreft, vervloekt zijn."

29 Nu daarom, laten wij nu teruggaan en het begin nemen en ontdekken hoe zeker dit Woord is. Nu, houd dit in gedachten. En als wij door deze Bijbel heen lezen, zult u zien dat Gods molens langzaam maar zeker malen. Het mag er misschien uitzien of het miljoenen kilometers verwijderd is, maar het maalt daarboven al de tijd en een dezer dagen zal het hier zijn. Het maakt niet uit wat... U neemt gewoon elk van de...

30 Ik wenste dat we nu tijd hadden om hier een Bijbelstudie te houden van zes of acht maanden om het boek Genesis te nemen en Genesis al die tijd niet te verlaten. En ik geloof dat we binnen drie, drie of vier weken studie vanaf nu, in Genesis zouden zien hoe elke draad ervan door de hele Bijbel loopt, elk Woord ervan. Ik ben nu zelf al twee jaren in Genesis aan het studeren en ik neem het nu pas voor de tweede keer door en ben er nu zelfs nog niet halverwege doorheen. Wel, het is voorgekomen dat ik gewoon weken gedaan heb over twee of drie verzen. En u ontdekt dat in dat zaad...

31 Als u wilt weten wat voor soort oogst u zult hebben of wat dit is wat daar opkomt in het veld, ga dan terug om uit te vinden wat het zaad is. Het zaad zal precies voortbrengen wat het is. Het zal voortbrengen naar zijn aard. Een maïskorrel zal een maïskorrel voortbrengen; een klit, een klit; een tarwekorrel, een tarwekorrel. Wat het ook is, het zal precies voortbrengen wat het zaad was.

32 En al deze culten en bewegingen die opkomen, en al deze dingen en ismen van vandaag, ze zijn door Gods genade allemaal geschreven in Genesis, waar ze daar ver terug hun begin hadden en ze hebben alleen maar een andere naam. Maar als u let op de werking van de geest in die dag en oplet hoe deze vandaag werkt, zult u zien dat het precies hetzelfde is. En, vrienden, iets ervan is treffend! U zult verbaasd zijn om te weten dat sommige van die dingen in de hoogste kerkelijke kringen voorkomen.

33 Nu, kijk eens naar die geest, hoe hij daar in het verleden opkwam in Kaïn, hoe hij verder ging door Cham en verder door Nimrod in Babylon; uit Babylon ging hij door tot in de dagen van de komst van Jezus. Leraars, Bijbelgeleerden, zij faalden de Here Jezus Christus te herkennen. En daar stonden zij, beschaafde geleerden, heilige mannen, rechtvaardig, die het Woord kenden, gewoon elke letter ervan en waar het stond en hoe het werd geschreven. Ze kenden het door en door uit hun hoofd, elke boekrol en alles; ze moesten geboren zijn in een zekere geslachtslijn, of uit een priesterschap of een stam komen, om priester te kunnen zijn. Hoogbeschaafde geleerden en seminarie-studenten van vandaag zouden laag scoren in vergelijking met een van hen, en toch faalden zij Jezus te kennen. En toen Jezus kwam, waren zij heilige mannen en Jezus zei: "U bent uit uw vader, de duivel." Hij zei: "U dwaalt, omdat u de kracht van God niet kent, noch het Woord van God." Zou u zich de Here Jezus Christus voor kunnen stellen die een heilige, rechtvaardige geleerde, een Bijbelgeleerde, een 'duivel' noemt? Maar Hij deed het. En nu, als u terug zult gaan, zult u ontdekken waar het vandaan komt.

34 En, let op, het loopt in deze tijd regelrecht uit op een verschrikkelijke kracht, over de hele... Het betaamt u, mijn broeder, zuster, om op te letten waar u naar luistert en onderschat nooit de macht van Satan om te verleiden. Onderschat hem nooit. Hij is zo glad als hij maar kan zijn. En de antichristelijke geest is niet het Communisme. Nee. De antichristelijke geest lijkt zoveel op het echte dat het zelfs de uitverkorenen zal verleiden als het mogelijk zou kunnen zijn. Jezus zei het, Mattheüs 24. Het is een godsdienstige geest. O, wel, Kaïn en Abel waren broers. De kraai en de duif zaten op dezelfde stok. Ezau en Jakob waren broers. Judas en Jezus waren in dezelfde gemeente, de ene was de prediker en de andere de penningmeester. Zie daar, altijd gewoon het verleidende... De leugen die Kaïn... die Satan aan Eva vertelde, was negentig procent waarheid, negentig procent waarheid. En de leugen die u kunt vertellen... Wat heb ik mannen horen voorbijgaan aan stukken in de Schrift, alleen maar om te ontkomen aan... Het kwetst hun theologie. Ziet u? Maar als dit gedeelte juist is, is dat gedeelte juist! Laten wij het tezamen plaatsen en het laten passen door de hele Bijbel. Nu, in het begin, toen God...

35 We zullen hier nu geen tijd hebben om daarnaar terug te gaan, maar we zullen hier beginnen bij het begin van de gemeente. En dat was toen God... Nu, het woord gemeente betekent "uitgeroepen, de uitgeroepen mensen". En ik geloof dat er in elke denominatie onder de hemel vandaag enige goede mensen moeten zijn, in elk ervan. Ik geloof dat als Jezus komt, het een uitgeroepen groep zal zijn. En ik geloof dat wij erg ver weg zijn van de komst van de Here. Voor zover het de gemeente betreft, onze toestanden zijn niet in de goede conditie voor de komst van de Here. Wij kunnen geen geloof hebben voor Goddelijke genezing, laat staan om opgenomen te worden. Er moet iets gebeuren.

36 Wel, als iemand over de opname spreekt, zeggen zij: "Waar spreekt u over?" Sommige mensen, leden van de kerk, zeggen, als je spreekt over Goddelijke genezing: "Ik geloof niet in zoiets." Zij kunnen het niet zien. Zij zeggen: "Wel, ik geloof dat zij hen hypnotiseerden." Wel, hoe zou die persoon ooit in de opname kunnen gaan? Hoe zou hij kunnen opstaan uit de dood als er niets is om uit opgewekt te worden? Er is daar niets om hem op te wekken.

37 Het is slechts een schijngeloof, geestelijke psychologie. Als u zegt: "Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is", dat is in orde, maar, broeder, als dat niet uit het hart komt, wel, dan is het alleen maar verstandelijk. En het kan niet uit het hart komen tenzij de Heilige Geest er getuigenis van aflegt. Jezus zei dat niemand... Of, de Bijbel zegt: "Niemand kan zeggen dat Jezus de Christus is, dan alleen door de Heilige Geest." En u kunt het niet zeggen in uzelf; de Heilige Geest moet het vanuit u spreken. Kijk toen Jezus...

38 Toen Petrus Hem beleed, zei hij: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." Hij zei: "Gezegend zijt gij, Simon Bar-Jona, want vlees en bloed hebben u dit niet geopenbaard, maar Mijn Vader die in de hemel is. En Ik zeg u, u bent Petrus en op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen." Is dat niet juist? Dus u ziet waar wij aan toe zijn.

39 Nu, een kernzaak. We zullen nu beginnen. In den beginne kwam God neer en riep Zijn volk uit.

40 Spreek ik te luid, broeder Cox, of niet luid genoeg? Een beetje te luid, het spijt me, ik... Dit ding geeft een erg hard geluid en ik ben gewend aan grote oude schuren en auditoria en open lucht en zo en ik denk dat ik een beetje te luid schreeuw. Ik bedoel niet naar u te schreeuwen.

41 Nu, wij beginnen vanavond als eerste in Genesis, het twaalfde hoofdstuk.

     De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal.
     En Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen!
     En Ik zal zegenen die u zegenen en vervloeken die u vloekt en in u zullen alle geslachten van het aardrijk gezegend worden.

42 Abram, komend uit Babylon met zijn vader, naar Sinear, de vlakte van Sinear, waarheen de zielen van velen waren gereisd na de vernietiging van Babylon, of nadat de verwarring had plaats gevonden. Abrams vader, zijn ouder, bracht Abram en zijn geliefden in Sinear. En in heel dat land, onder al die mensen, vond God genade bij één, één man vond genade bij God, beter gezegd.

43 Nu, ik wil dat u opmerkt dat dàt het begin is van het Christendom, van de gemeente. En ik wil dat u opmerkt dat het niet was omdat Abram een goede man was; het was omdat God Abram uitverkoos en koos. Het was niet Abram die God koos, het was God die Abram koos. Kunt u het zien? En let nu op. Nu, zoals het toen was, zo is het vandaag. Het is niet u die God kiest, het is God die u kiest.

44 Nu, misschien zal dit erg kras gezegd zijn en ik wil dat u oplet. Onmiddellijk na de keuze, zodra Hij roept, uitverkiezing, is het afscheiding van al het andere. Hij verkiest en roept. Dan als Hij roept, scheidt Hij u van alles wat aan u hangt. Dat bewijst dat het geen denominatie is. Het zijn niet twee of drie mensen tezamen. Hij verwacht ieder persoonlijk! Amen. Het is een persoonlijke aangelegenheid voor elke persoon.

45 Ik ben niet gered omdat mijn moeder daar gered is. Het is omdat God mij verkoos in Christus. Ik wil dat u het ziet. Niet u zelf koos; niet uw keuze, hoeveel u bad, toen u een nieuwe bladzijde omsloeg. U had er niets mee te maken. God! O, my, als u gaat zien wat de waarheid is! U zegt: "Bedoelt u dat ik mij niet tot de Here wendde?" Zeker niet. U had helemaal geen wijze om u tot de Here te wenden. Uw hele natuur, uw hele maaksel was tegen God. God riep u. Het is altijd op die wijze geweest.

46 In de Hof van Eden, toen de mens zondigde, was het eerste, kijk naar de natuur van een zondaar: zich verbergen. Maar het had Adam moeten zijn die God riep; het was Adam die zich verborg en God die Adam riep. Ziet u het? Dat is de natuur van een zondaar, zich verbergen, weglopen, iets ontduiken. Maar God roept. O, my. Genade, verbazingwekkende genade, God die roept.

     En let nu op, u zegt: "O, dat waren Adam en Eva."

47 Het is altijd, door de Bijbel heen, hetzelfde. Jezus zei: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem trekt." Is dat juist? Nu, dat is het Woord. En dat is de wijze waarop wij het willen, het Woord, dan weet u waar u staat.

48 Hoevelen hier binnen zijn Christenen vanavond, weten dat u Christenen bent, dat er iets in u is dat zegt dat u een Christen bent? Ja. In orde. Ziet u? Wel, u behoort het gelukkigste volk in de wereld zijn. U behoort dat gewoon te geloven. My, dat is gemakkelijk, neem Gods Woord ervoor.

49 Nu, voordat u een Christen kunt worden, riep God u. U riep God niet, God riep u. Nu, Hij riep Abraham en hij is de vader van ons allen, het geloof. Let nu op. Hij zei: "Abraham!"

50 Nu, het is verkiezing. Ik wil die verkiezing benadrukken, omdat het de waarheid is. Nu, u werd geen Christen, gewoon door een samenloop van omstandigheden; want u werd een Christen voordat u in deze wereld was. Voordat u geboren werd, verordineerde God u om een Christen te zijn, vanaf de Hof van Eden, van vóór de grondlegging der wereld. "O," zegt u, "is dat juist, broeder?" Dat is de waarheid. God had, voordat u ooit iets wist...

51 Er was een tijd dat u het wist – uw verstand is daar nu voor verduisterd. Er is slechts één Man op aarde geweest die wist wat Hij tevoren was en dat was Jezus. Hij zei: "Verheerlijk Mij, Vader, met de heerlijkheid die Ik bij U had vóór de grondlegging der wereld." Hij was de vleesgeworden God. Hij kon daarnaar terug bewegen en weten wat het was. Maar onze verstanden zijn daar voor verduisterd.

52 Maar wij werden verordineerd, voorbestemd. Weet u wat voorbestemmen betekent? De bestemming van alles was van tevoren gezien door God. Amen. Dat is geen kleinigheid. Let op. Ik geloof dat u dat versteld doet staan. We kunnen daar maar beter even op ingaan. Sla met mij op Efeze, het eerste hoofdstuk, en laten wij gewoon een beetje lezen, omdat ik bang ben dat u dat mist en gewoon denkt dat ik dat zeg. Dat is niet zo. Luister nu aandachtig. We zullen in een paar ogenblikken of na een poosje aan de gemeente beginnen. Paulus spreekt en wendt zich (Efeze 1) direct, zonder een blad voor de mond te nemen, tot de gemeente. Dat is wat wij vanavond doen. Dit is niet voor baby's; dit is voor volwassenen, niet voor baby's.

53 Kleine baby's. Ik heb een kleintje thuis die pas heeft leren lopen. Dan was het "boem" en hij viel, stond weer op en hij dacht dat hij iets geweldigs deed. Ik was eens op die wijze, maar nu ik een man ben, doe ik de dingen van een kind weg.

54 Nu moeten wij tot de volle leer komen. Ik houd van goede ouderwetse samenkomsten waar gejuicht wordt, waar wij gewoon in onze handen klappen of juichen en een goede tijd hebben, grote, machtige diensten en zo hebben, dansen, terwijl het als het ware opborrelt. Maar wacht, als dan het moment van de ontknoping komt, dan weet u niet waar u staat. Laten wij teruggaan en het ontdekken. Laten wij uitvinden wat ons dat laat doen. Laten wij teruggaan naar het fundament, zien waar wij ons bevinden.

     Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de wil van God... (Ik houd daarvan. "Geen seminarie zond mij uit...") ... de wil van God, aan de heiligen, die te Efeze zijn, en... (Nu, let op, hij richt zich tot de...) gelovigen in Christus Jezus.

55 Let op, tot wie richt hij zich regelrecht? Niet tot de zondaar, noch tot baby's, maar tot hen die opgegroeid zijn.

     Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de wil van God... (Kijk.)
     Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en de Heere Jezus Christus.
     Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in de hemel in Christus.

56 O, my! Ziet u tot wie hij het richt? Niet tot een groep baby's. Aan mensen die gezeten zijn in hemelse plaatsen en die gezegend zijn. Nu, hij zei: "U weet iets, u bent onderwezen en u bent gered en ik wil u vertellen wat het allemaal inhoudt." O, daar houd ik van, u niet? "Ik wil uw voet een ogenblikje boven in de hemelen plaatsen, in plaats van dat u zo aardsgebonden bent." Hij zei: "Nu, ik wil u vertellen waarom. Ik wil u een klein zetje, een kleine opwekking, een kleine stimulans geven." Amen. Ik houd van stimulatie, het bouwt u wat op, speciaal als u weet waar u kunt zeggen dat het ZO SPREEKT DE HERE is! "Nu, ik wil tot u spreken," zei hij, "u, die gezeten bent in hemelse plaatsen in Christus Jezus, tezamen gezegend met alle geestelijke zegeningen, de gaven van God die zich manifesteren, Goddelijke genezing, profetieën, alles wat er plaatsvindt. Nu, u bent volwassen mensen, ik wil tot u spreken. Ik richt dit tot u." Nu, let op. "Overeenkomstig..." Amen. Nu, hier is het. Ik hoop dat het werkelijk... Ik zal het recht, werkelijk goed laten inzinken, omdat het goed zal doen, en het misschien regelrecht tot op het gebeente gaat.

     Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem...

57 Wie deed het? "Ik hoorde het en kwam"? Nee, nee, u deed dat nooit. "Hij heeft uitverkoren, heeft (verleden tijd), heeft ons (de gemeente) uitverkoren in Hem." Hoe lang geleden, Paulus? De vorige week of toen u de opwekking hield? Nee.

     ... vóór de grondlegging der wereld...

58 Nu kunt u boven de wolken uitgaan, zie. Wat deed Hij? "Hij heeft ons uitverkoren in Hem (Christus) vóór de grondlegging der wereld."

59 Ik wenste dat we een beetje tijd hadden om naar Job 7:37 te gaan en daar te zien waar Hij zei: "Waar was u toen Ik de fundamenten van de wereld legde? Voor Ik de fundamenten van de wereld legde! Verklaar Mij waar zij bevestigd werden. Of waar was u toen de morgensterren tezamen zongen en de zonen van God juichten van vreugde?" Hij vertelde Job: "Gord uzelf als een man, Ik wil tot u spreken."

60 Nu, Paulus zegt: "Hij heeft ons in Hem uitverkoren, de gemeente, vóór de grondlegging der wereld." Nu let op.

     ... opdat wij heilig... zouden zijn...

61 Niet onze eigen heiligheid. "Wel," zegt u dan, "gelooft u in heiligheid, broeder Branham?" Zeker. Niet in de mijne; in de Zijne. Mijn heiligheid is niets; de Zijne is volmaakt.

62 "Wel," zegt u dan, "gelooft u dat je kunt drinken of..." Nee, ik zei dat nooit. Kijk, een tarwekorrel kan alleen tarwe voortbrengen, hij kan geen klit voortbrengen. Er is geen verlangen in, er is geen leven in om klitten mee voort te brengen. En als wij in Christus Jezus zijn...

63 Word niet verleid, u kunt dit maar beter nauwkeurig onderzoeken. Zie, als u blijft zeggen: "Wel, ik... het veroordeelt mij niet om dit te doen en het veroordeelt mij niet om dat te doen." Dingen van de wereld? Nu, ik ga u een klein beetje kwetsen, u tegen de haren in strijken. Maar het is dit ene zekere bewijs dat u nooit naar Christus bent geweest. U bent nooit wederomgeboren.

64 "Hij die de wereld of de dingen van de wereld liefheeft, de liefde van God is zelfs niet in hem."

65 Nu, als u alleen maar ophoudt het te doen omdat u weet dat u dat zou moeten doen en ermee ophoudt dit te doen, dat is het teken dat u nog nergens geweest bent. Als de zaak dood wordt in u en de natuur ervan weggegaan is, is er een andere Persoon daarin en Hij kan alleen maar voortbrengen... De Heilige Geest die in Christus was, in u, brengt het op Christus gelijkende leven voort. Niets wat u deed; wat Hij deed. Hij verkoos dat vóór de grondlegging der wereld.

66 Iemand zei: "Wel, ik weet dat ik gered ben, omdat ik ophield met roken."

67 Daarom ben ik niet gered, daarom bent u niet gered. U bent gered, omdat God u verkoos vóór de grondlegging der wereld om gered te worden. Dat is de leer van de Schrift. Amen. Nu, u ziet, wij beginnen te ontdekken dat wíj het niet zijn. Híj is het, zie, Hij verkoos ons.

68 Abraham kon niet zeggen: "Wel, God zij geprezen, ik kwam uit de toren van Babylon. Halleluja! Daarom ben ik gered." Hij had dan de hele groep gered moeten hebben, als dat de reden was waarom zij het deden. Zie, Hij deed dat niet.

69 Hij verkoos Abraham. En dat was het werkelijke begin van onze verlossing die aan de mens gegeven werd, toen Hij hem riep en hem verkoos en hem voorbestemde en hem een belofte gaf, en een verbond maakte met Abraham en zijn zaad voor immer. Nu, wij zouden hier door kunnen gaan en een volledig hoofdstuk daarin lezen, maar wij hebben de tijd niet.

     Nu, God riep. Let op, toen Hij hier Abraham riep, riep Hij hem door uitverkiezing. Niet omdat hij was, maar omdat God was. En Hij riep hem uit zijn volk en zegende hem en vertelde hem: "Ik zal u redden." En hier verder zegt Hij: "En u zult tot Mij komen op een rijpe, oude leeftijd." Voordat hij iets deed om het te verdienen, verkoos God hem en zei tegen hem: "En niet alleen u, maar uw zaad na u." Oh! Let op. "En hij keerde terug..." Het achtste vers. Nu, laten we hier een beetje verder lezen over deze andere zaak.

     En Abram trok heen, gelijk de HEERE tot hem gesproken had; en Lot trok met hem; en Abram was vijf en zeventig jaren oud toen hij uit Haran ging.
     En Abram nam Sarai, zijn vrouw, en Lot, de zoon van zijn broeder, en al hun have...

70 Let nu op, hij deed daar precies wat God hem vertelde niet te doen; Abraham nam Lot, zijn neef, en hij nam zijn vader mee. Maar Hij had hem nooit gezegd zijn vader mee te nemen, maar hij nam hem, hoe dan ook, mee. En elke Bijbellezer – leest u dit morgen in Genesis, als u tijd hebt... Merk op dat het een vlieg in de zalf was, totdat de oude man stierf. Hij was de hele weg een struikelblok en dat was Lot ook. God riep Abraham, niet Lot. Hij riep Abraham, niet zijn vader.

71 Wel, u zegt: "Wat dan met Sara?" Een man en zijn vrouw zijn één. Ziet u? "Zij zijn één vlees", de Bijbel zegt het. Goed.

72 Maar Hij riep Abraham en vroeg hem, en zei hem zich af te scheiden van alles wat hij had en op weg te gaan naar een vreemd land.

73 Kijk, een afscheiding! Op weg naar een vreemd land waar je niets over weet, dat is Christendom. U afscheidend van de dingen van de wereld, omdat God u geroepen heeft. Op weg naar een ander land, om te wonen onder mensen waar u niets over weet, om een pelgrim te zijn. Amen. Als ik eraan denk, kan ik mijzelf nauwelijks inhouden. Pelgrim! Vreemdeling!

74 De oude Jakob zei bij zijn sterven, terwijl hij voor Farao stond: "Ik ben zoveel jaren op mijn pelgrimsreis geweest." Amen. Wat was hij? Hij begon tot zichzelf te komen. De kleine kerel had het zo slecht gedaan. Hij wist dat hij hier slechts een pelgrim was. Nu, let op.

75 We gaan nu naar het achtste vers en God belooft Abraham hier hoe Hij hem en zijn zaad na hem zal redden. Nu, Hij maakte het verbond, zonder voorwaarden. Het was niet zozeer dat Hij het maakte, alleen omdat hij Abraham was. Hij zei niet: "Nu, Abraham, als je dit zult doen, als je dat zult doen." Hij zei: "Abraham, Ik heb het al gedaan. Er is niets wat jij hoeft te doen. Ik heb het Zelf gedaan." Amen. Oh, als ik daaraan denk! God deed het Zelf, zonder voorwaarden. Gods verbond is zonder voorwaarden.

76 U zegt: "Wel, broeder, ik hield op met vlees te eten. Ik doe dit niet, ik..." Broeder, dat heeft er niets mee te maken. Het is niet of u wel of geen vlees eet, of sabbatdagen of nieuwe manen houdt, of dat u zondag naar de zondagsschool gaat of wat dan ook. U bent gered, zonder voorwaarden!

77 Dan zegt u: "Broeder Branham, als ik dan gered ben, glorie voor God, dan kan ik doen wat ik wil." Jazeker! En als u gered bent, broeder, hebt u geen verlangen naar iets van de wereld. Uw hele hart is Daarop gericht, u kunt er niet bij vandaan blijven. Maar zolang als er daar een trek is, weet u dat er nog iets verkeerd is.

78 Nu, uitverkiezing; God riep Abraham, vertelde hem dat Hij hem zonder voorwaarden zou redden.

79 Nu, laten wij hierheen gaan, nadat hij wat later de belofte had gekregen. Ik wil dat u met mij naar Genesis 15:7 gaat, hier even een ogenblik, en laten wij hier even een paar ogenblikken lezen. Goed.

     Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeeën, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten.
     En hij zeide: Heere, HEERE! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk bezitten zal?

80 Nu, nadat Abraham uit het land der Chaldeeën kwam, de stad Ur der Chaldeeën, het land Sinear, scheidde hij zich af en kwam eruit. Kijk daarnaar, net als de Christenen vandaag, die nog zwerven.

     En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige geit, en een driejarige ram, en een tortelduif, en een jonge duif.

81 Nu, morgen wil ik dat u verder doorgaat en dat leest, als u het aantekent. Ik zal het aanhalen vanwege de beschikbare tijd, omdat ik u niet te lang wil houden. Ik wil dat u morgenavond terugkomt, zodat wij hier regelrecht op in kunnen gaan. We leggen vanavond slechts een ondergrond, slechts een fundament. Zie?

82 Nu, hij nam deze, een vaars, een geit, een ram en twee... en tortelduif en een jonge duif en hij verdeelde de ram en de vaars enzovoort en legde ze uit. Hij plaatste de tortelduif erin en zonder de... zonder deze te verdelen. En hij hield de vogels er bij vandaan totdat de zon onderging. En God kwam neer op Abraham om dat verbond te bevestigen; Hij kwam neer en zei: "Nu, Abraham, nu ga Ik je bewijzen wat Ik zal doen." En Hij...

83 En, weet u, velen van u waren hier in de gemeente, jaren geleden, toen ik ditzelfde onderwees. Ja. Jazeker. In 1949 onderwees ik het al. Goed, zij had het aangetekend in haar Bijbel.

84 Kijk! Toen kwam Hij neer en liet aan Abraham zien wat Hij zou gaan doen. Eerst bracht Hij Abraham in slaap. "Nu, Abraham, je hebt er niets mee te maken."

85 Nu, voor u die probeert uzelf te redden. Ik heb begrepen, dat in de gemeente, de Tabernakel, nadat zij onder die leer hadden gezeten, veel mensen de Tabernakel verlieten en weg gingen naar culten enzovoort om alles te geloven wat er maar te geloven is. Zij stopten, sommigen van hen hielden op vlees te eten en sommigen van hen hielden hun sabbatdagen en nieuwe manen en ik weet niet... Ik geloof dat zij offers en van alles brachten, na werkelijk te weigeren het Woord van God te aanvaarden. Dat toont aan wat hierbinnen was. Paulus zei: "Zij gingen uit van ons omdat zij niet van ons waren." Zie, dat is juist. Zie, dat is waar. De Heilige Geest zal een houvast nemen aan het Woord van God. Die dingen zullen bij een ontknoping bewezen worden verkeerd te zijn.

86 Nu, Hij zei: "Abram." Hij liet hem slapen en zei: "Ik zal je laten zien hoe Ik het zal doen, hoe Ik Mijn verbond zal houden." En Hij nam die dieren, en let nu op, toen Abraham ging slapen, liet dat zien dat de dood over elk schepsel moet komen. Toen ging een brandende oven voor hem uit; en een brandende oven vertegenwoordigde de hel, en elke zondaar verdiende naar de hel toe te gaan. En dan daarna ging door het offer op de heuvel een klein wit Licht, dat tussen elk van die offerstukken doorging. Verbond...

87 Als u zult opmerken, er zijn veel manieren geweest waarop mensen een verbond hebben gesloten, heel wat keren. Hoe sluiten wij vandaag een verbond? U zegt: "De hand schudden, geef mij de vijf." Dat is een overeenkomst. Dat is ons verbond, is het niet? In oude dagen sloten zij gewoonlijk... In China, weet u hoe zij daar een verbond sluiten? Zij werpen zout op elkaar. Dat is het verbond in China. Zie, en zij sluiten verschillende verbonden, verschillende gewoonten van mensen.

88 Maar de oosterse gewoonte was om een beest te doden en tussen dit beest in te staan en het dan uit te schrijven. Hier vindt u het, in Leviticus, en zij schreven hier hun overeenkomsten uit. En die overeenkomst werd in tweeën gescheurd, boven dit dode beest. En zij deden een eed bij het dode beest, dat, als zij dit verbond verbraken, hun lichaam zou mogen zijn als dit dode beest. En zij gaven elkaar een stuk. En dan gingen zij uiteen. En als zij terugkwamen moesten die twee stukken helemaal precies passen met dezelfde stukken. Wat mooi!

89 God die een verbond sloot, liet zien, gaf een voorschouw dat "Ik zweer dat Ik het zal doen, in uw Zaad zal Ik alle naties der wereld zegenen." Lees het. "Ik zal de heidenen zegenen, Ik zal de zwarte mens zegenen, de gele mens, de blanke mens. Ik zal iedereen zegenen door uw zaad, want uit u zullen koningen en vorsten voortkomen."

     "Hoe zult U het doen, Here?"

     "Ik zal u laten zien hoe."

90 En Hij toonde hem aan de kant van de heuvel wat die delen voorstelden. En elke Bijbelgeleerde hier weet dat elk ervan een rein dier was, dat het Offer van Jezus Christus vertegenwoordigde. Hij was de Ram. Hij was de Vaars die de wateren van afscheiding maakte, toen u door de wateren der afscheiding moest. Nu hebben wij het wassen door het water, door het Woord van de afscheiding van zonde, door het Woord, door te geloven. En de jonge duif en de tortelduif waren Goddelijke genezing, dat alles in Christus! Amen.

91 En daar toonde God aan Abraham wat Hij zou gaan doen, dat Hij door het Zaad van Izaäk Zijn eniggeboren Zoon zou voortbrengen, Christus, die ginds werd gedood tussen de hemelen en aarde, toen de zon onderging en donkerheid over de aarde kwam, en daar scheurde Hij Hem uiteen. God trok Zijn ziel uit Hem en Hij schreef een verbond uit met de families van de aarde. Toen dat kostbare, onvervalste Bloed van de Almachtige God, druppelde uit de aderen van Immanuël, scheurde Hij die ziel uit Hem. Hij zei: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?" Zijn aangezicht vol met bespottend speeksel, een kroon van wrede spotternij, neergetrokken over Zijn voorhoofd, de nagelen in Hem gedreven, Romeinse spijkers, Zijn rug opengescheurd totdat Zijn ribben er doorheen gezien werden, opgehangen aan het kruis, schreeuwend, de dood stervend van een zondaar met de zonde van de wereld op Hem. En daar scheurde God Zijn zijde, scheurde Zijn ziel uit Hem, toen Hij zei: "In Uw handen beveel Ik Mijn Geest" en Hij liet Zijn hoofd zakken. En de aarde schudde en braakte haar rotsen uit. Daar is Hij; daar is Gods verbond! Daar is de vervulling ervan.

Temidden van scheurende rotsen en verduisterde luchten
Boog mijn Redder Zijn hoofd en stierf.
Het openende voorhangsel openbaarde de weg
Naar de vreugden van de hemel en eindeloze dag.

92 O, Golgotha, o, Golgotha, Jezus bloedde en stierf voor mij! Toen scheurde Hij de ziel uit Zijn eigen Zoon, scheidde een verbond en Hij wierp het lichaam in de grond. Het lag daar drie dagen en nachten. Het stond op! "Want het was niet mogelijk dat Mijn Heilige ontbinding zou zien, noch dat Ik Zijn ziel in de hel verlaten zou." En Zijn ziel was Zijn Geest die in de hel afdaalde. En Hij stond op, God deed het, nam Zijn lichaam op en gaf Hem leven. En nam het lichaam van Jezus en plaatste het aan Zijn rechterhand in de Heerlijkheid en zond de Heilige Geest terug als een verbond.

93 Daar bent u er. Kom daar niet in tekort, broeder. Zonder de doop van de Heilige Geest bent u verloren. Dat is de enige... U zult u niet bezorgd behoeven maken dat u naar de hemel zult gaan. Als er hier binnen niets bovennatuurlijks is, kunnen de deuren niet ontsloten worden; u zou daar heen kunnen lopen en uw hoofd ertegen stoten. Maar als de Geest van God daarbinnen is, zal de Geest van God van binnen de deuren uit de scharnieren lichten. U moet de zaak hier van binnen hebben om het ginds te ontsluiten. Dat is juist. Dus wordt u reeds geoordeeld door wat u denkt over Jezus Christus.

94 Nu, hier komt Hij, gescheurd, opengespleten, aan stukken gescheurd. Zijn ziel ging naar God. God zegende Hem. En toen keerde Zijn ziel terug in de vorm van de doop met de Heilige Geest, die in elke gelovige komt om te heiligen, om het verstand schoon te maken, het hart schoon te maken en een deel van de Heilige Geest daarin achter te laten, hier en daar. En wanneer de Heilige Geest wordt gegeven, dan zal diezelfde Heilige Geest die het lichaam van Jezus uit het graf bracht, u opnemen. En dat verbond moet in elkaar passen, zoals Hij daar scheurde en het lichaam gaf; Hij ging terug naar God en de Geest kwam terug naar de aarde. Dan zal uw geest dezelfde soort Geest moeten zijn of het zal die plaats om samen heen te gaan, missen. Amen. Jazeker. Niet omdat u het zelf maakt, maar omdat iets, de liefde van God, in uw hart uitgestort is en elke aardse afgod eruit gescheurd heeft. Daar is het.

95 En er is iets dat schreeuwt en roept tot God, het is uw ziel hier binnen, die het uitroept naar de Hemelse Vader. Zo is het. Dat geeft u geloof en u wordt het Zaad van Abraham. U gelooft Gods belofte zoals Abraham. Ofschoon het vertoeft, toch gelooft u het. Getrouw! Abraham twijfelde niet aan de belofte van God door ongeloof, maar was sterk, God prijzende.

96 En u kunt niet gered blijven van de ene opwekking tot een andere. En dan uzelf het zaad van Abraham noemen? U kunt maar beter eerst iets onder ogen zien. Oordeel niets verkeerd. Blijf regelrecht bij het Woord.

97 Abraham twijfelde niet aan de belofte van God door ongeloof. Toen Hij hem vertelde dat Hij hem een zoon zou geven, wachtte hij vijfentwintig jaar en werd steeds sterker. Hij groeide in genade en de kennis van de Here. Amen.

98 Het was niet mijn bedoeling om tot prediken te komen, maar het begint gewoon in mij te prediken. Goed.

99 God die roept en uitverkiest. Nu, u kunt het maar beter onder ogen zien dat er mensen zijn die nooit gered zullen worden. Er zijn mensen die nooit gered zullen worden, het maakt niet uit wat zij doen. En u weet dat. Er zijn mensen die voorbestemd zijn om verloren te zijn. Er zijn mensen die voorbestemd zijn om gered te worden. Allen die voorbestemd zijn om gered te worden, zullen hoe dan ook gered worden.

100 Dat gaat er niet zo goed in. Het scheen alsof u het niet begreep. Laten we het opslaan; laten we het dan gewoon opzoeken en zien wat God zei. Laten we eerst het Nieuwe Testament nemen. Geef mij Romeinen 9, slechts een ogenblik, en we zullen zien of dit juist is of niet, zien of God zei dat sommigen verloren zouden gaan en dat sommigen zouden worden... Houdt u van het Woord van God? Wel, laten we zien wat het nu zegt. Luister nu aandachtig. Neem uw tijd, wees niet gehaast. Nu, let op Romeinen 9, waar Paulus spreekt in het Nieuwe Testament. Het staat in vele plaatsen in het Oude...

101 En u die het opschrijft, noteer ook Judas vers 4, terwijl u daar bent. "Mensen van ouds, voorbeschikt tot deze veroordeling, mensen die de genade van God veranderd hebben in wellust en achter wereldse lusten aan gegaan zijn." Ook in Timotheüs waar staat: "Zoals Jannes en Jambres Mozes en Aäron tegenstonden, zo zullen deze de Waarheid tegenstaan; mensen van verdorven verstand." God zei dat zij er zouden zijn en ze zijn hier.

102 Kijk naar de valse dingen. Gaat u hier vandaan en ga naar de Pinkstergemeente, de Methodisten-, de Baptisten-, en de Heiligheidsgemeente, overal waar u wilt, en u zult mensen vinden die het nabootsen, mensen die voorgeven alsof zij het zijn. "Wel, glorie voor God, Halleluja!"

103 Een vrouw zij onlangs: "Ik heb tien kinderen, maar, glorie voor God, de Here riep mij om het Evangelie te prediken. Halleluja, ik ga uit en doe het." Hij deed zo iets niet. Hij deed het nooit en Hij zal het ook nooit doen, omdat Hij zei dat Hij het niet zou doen. Maar, oh, zij dacht het. Jazeker. God gaf haar tien kinderen om op te voeden, dat is wat zij verondersteld werd te doen. Goed. Maar de kwestie is, dat zij zichzelf helemaal hebben bezoedeld met enthousiasme.

104 "Wel," zeggen zij, "ik heb niemand nodig om mij te leren. Glorie voor God, ik heb de Heilige Geest." Wel, dan had de Heilige Geest ongelijk toen Hij zei dat Hij sommigen in de gemeente plaatste als leraars. God plaatste hen in de gemeente als leraars. Dat stelt het vast. Waarom zou Hij er leraars in plaatsen als de Heilige Geest al het leren zal doen? Zie? Goed. Zie?

105 Wat de mensen nodig hebben is, behalve hun waterdoop, dat hun hersens gedoopt worden. Dat is juist. In orde. Vergeef mij die scherpe uitdrukking, maar ik wil dat deze er werkelijk goed inzinkt. We willen een opwekking en, broeder, je moet de zaak opporren. Voordat je het kunt doen, moet je Satan weggeschopt hebben. Ga niet met hem redetwisten, neem uw grondgebied in en sta daar. Ik moest hem rondom de wereld bestrijden en elke andere Christen die ooit voor God stond, moet hem overwinnen. Maar als u weet waar u staat, en weet dat het de Waarheid is, dat het ZO SPREEKT DE HERE is, dan kunt u daar staan.

106 U zegt: "Wel glorie voor God, ik werd gered omdat ik ophield met drinken. Glorie voor God, ik had een rilling die over mijn rug liep. Er was een machtige, ruisende wind die mij in het gezicht trof. Gelooft u dat, broeder Branham?" Zeker. Maar ik wil eerst zien waar die ruisende, machtige wind vandaan komt. Zie? Dat is juist. Waarlijk. De rillingen, in orde, maar ik ben niet gered omdat ik een rilling had en niet omdat ik een ruisende, machtige wind had. "Gelooft u daar niet in, broeder?" Jawel. Maar wacht even, laten wij hier een beetje ondergrond aan geven. De duivel heeft daar een paar vervalsingen.

107 Ik ben gered omdat ik aan Gods voorwaarden voldeed. Hij riep mij en ik wist dat Hij mij riep. Ik nam Hem aan op Zijn Woord; daarom kan ik Satan vertellen: "ZO SPREEKT DE HERE!"

108 Toen Jezus hier op aarde was, was Hij God. Hij was Immanuël. God was in Christus om de wereld met Zichzelf te verzoenen. Hij gebruikte nooit één van Zijn grote gaven toen Hij Satan ontmoette. Hij zei: "Er staat geschreven: 'De mens zal van brood alleen niet leven.' Er staat geschreven: 'Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken.'" Hij versloeg hem. Dat is het, de Schrift kennen. Satan kent hem ook, maar je moet het Woord van God recht weten te snijden. Zie?

109 Let op, luister naar wat Paulus zegt. Hoevelen zouden de leer van Paulus willen aannemen? Hij zei: "Als een engel iets anders zou leren, hij zij vervloekt."

     Ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet (mijn geweten getuigt mede in de Heilige Geest),

110 Luister naar Paulus, zichzelf overtuigend, het zo plaatsend dat u het absoluut zult weten.

     Dat het mij een grote droefheid, en mijn hart een gedurige smart is.
     Want ik zou zelf wel wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broeders, die mijn verwanten zijn naar het vlees;

111 U hebt horen zeggen: "O, alle Joden zijn Gods uitverkoren volk." Dat is niet juist. Dat is niet juist. De Joden zijn niet Gods uitverkoren volk. Zie, zij zijn het niet. Nu, luistert u en ziet of Paulus niet hetzelfde zegt en hij was een Jood. Abraham had elf zonen, u weet dat (is het niet?) en zij waren allen het zaad van Abraham. Zij waren allen het zaad van Abraham, maar "In Izaäk zal uw zaad genoemd worden." Niet in de anderen, niet in Ismaël en niet in de andere negen zonen van de andere, derde vrouw die hij had. Nee. Het was: "In Izaäk werd het zaad genoemd." Wacht, ik geloof dat dit in hetzelfde hoofdstuk is.

     Welke Israëlieten zijn, van wie is de aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst van God, en de beloftenissen;

112 Nu, hij spreekt over Israël. Let op hem wat hij zegt.

     Van wie zijn de vaders, en uit wie Christus is, zoveel het vlees aangaat, Welke is God boven allen te prijzen in eeuwigheid. Amen.
     Doch dit zeg ik niet, alsof het woord Gods ware uitgevallen; want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn.

113 Klopt dat? Dan zijn zij niet allen Israël, de Joden die daar zijn; zij zijn het niet allen. Let op.

     Noch omdat zij Abrahams zaad zijn...

114 Dat maakt hen geen Israëlieten. Nu, let op. "Wat typeert u, broeder Branham?" Ik typeer de gemeente. Niet allen die Christus belijden zijn Christenen. Niet allen die naar de kerk gaan zijn Christenen. Niet heel Abrahams zaad had de belofte. Het was een uitverkorene; het was de belofte. En de belofte werd voorzegd aan Abraham. En de uitverkorenen van God werden verordineerd vóór de grondlegging der wereld. Zie? Let op!

     Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaäk zal u het zaad genoemd worden.

115 Niet in de rest van de Joden, maar in Izaäk. Door Izaäk kwam Christus. Dat was Abrahams Zaad; het is Christus. En dan was het zaad van Abraham ten eerste niet door sexueel zaad, het was zijn geloof dat God hem toerekende. En het is door geloof, in ons, door in de dood, begrafenis en de opstanding van Christus te geloven, wat ons Abrahams Zaad brengt.

116 En Abraham werd besneden als een zegel der belofte op zijn geloof. Nu, hij ontving deze niet terwijl hij besneden werd, hij ontving de belofte voordat hij besneden werd.

117 Is dat juist, oudste? [Een broeder zegt: "Amen." – Vert] Waar is broeder... de andere prediker, ik zag hem zitten, ik denk dat hij daar achter de band opneemt, broeder. Ja. In orde.

118 Hij ontving de belofte voordat hij besneden werd. Romeinen 4 zal het u vertellen. Hij ontving de belofte voordat hij besneden werd. Toen werd hem de besnijdenis gegeven als een zegel van zijn gehoorzaamheid des geloofs. Nu, als wij zeggen... Dat is waarom Billy Graham, Charles Fuller en Billings en zij allen... Wel, zij spreken erover, die Baptisten broeders. Ik vertelde het aan velen van hen, Rufus Mosley en de hele groep. Ik zei...

119 Hij zei: "Wel, we hadden twintigduizend bekeerlingen in twee weken. Ze konden geen twintig mensen vinden."

     Ik zei: "Zij waren niet bekeerd."

     "O," zei hij, "zij namen Christus aan als persoonlijke Redder."

120 Ik zij: "Toch zijn zij niet bekeerd." Zo is het. U bent niet bekeerd totdat... Bekeren betekent "veranderd worden". En kijk, Paulus...

121 Petrus had in de Here geloofd, hij was gedoopt, had kracht gekregen om de zieken te genezen, duivelen uit te werpen, de doden op te wekken. En Jezus vertelde hem in de nacht vóór de kruisiging: "Nadat gij bekeerd zult zijn, versterk dan uw broeders." Is dat juist? Hij was zowel gered als geheiligd en was niet bekeerd. Dat is de Schrift.

     "O, was hij geheiligd?" Jazeker!

122 Johannes 17:17: "Heilig hen, Vader, door de Waarheid." Denkt u dat Hij die Geest zou plaatsen in een vat dat niet toebereid was? En zij gingen uit, wierpen duivelen uit en kwamen juichend terug. Goed, Methodisten. Zij keerden terug, juichend en God prijzend, en zeiden: "O, de duivelen zijn ons onderworpen!"

123 O, even een ogenblik! Mattheüs 10. Hij zei: "Verheugt u niet omdat de duivelen u onderworpen zijn, maar verheugt u omdat uw namen in de hemel geschreven zijn." Is dat juist?

124 Nu, ik wil dat u even rustig bent. En Judas was bij hen. Klopt dat? Judas was net zo'n grote eend in de poel als de rest. Hij juichte en verheugde zich ook. En hij volgde de gemeente helemaal, totdat het tot Pinksteren kwam. Maar toen het tot Pinksteren kwam, om de doop van de Heilige Geest te ontvangen, weigerde hij Hem en verried Jezus. En dat was de antichrist. En die geest zal vandaag neerkomen en rechtvaardiging door het geloof leren en dat alles en door bewegen tot de doop van de Heilige Geest en dan zijn ware aard laten zien. Zo is het precies.

125 En let op de tien maagden die uitgingen. Vijf... Allen waren zij maagden. Vijf van hen waren dwaas; vijf hadden olie in hun lampen. Wat is de olie? De Heilige Geest. Zie? Dat is juist. Zij waren allen maagden, leefden goede, reine levens.

126 U zegt: "Wel, broeder, ik ga niet uit dansen, ik ga niet naar shows." Dat is slechts de morele zaak. Tenzij er een bovennatuurlijk iets is geweest! Niet omdat u juichte, niet omdat u met tongen sprak, niet omdat u op en neer sprong, niet omdat u dit deed, maar iets bovennatuurlijks is hier binnen gebeurd dat u veranderd heeft en geplaatst... U bent verzegeld in de liefde van God. U bent verankerd. Dat is juist.

127 "Wel, gelooft u niet?" Ik geloof in juichen. Ik geloof in al deze dingen, maar dat is niet het antwoord.

128 De Methodisten dachten dat zij het hadden als zij juichten, maar zij ontdekten dat zij ongelijk hadden. Velen van hen juichten en hadden het niet. Pinksteren kwam, zij spraken in tongen, zij zeiden: "Wij hebben het", maar zij ontdekten dat zij ongelijk hadden. Velen van hen spraken in tongen en hadden niets. "Al spreek ik met tongen van mensen en engelen, als ik geen liefde heb, baat het mij niets." Zij hadden het niet. Dat is juist. En dat is de reden dat de hele wereld er door verleid werd en het andere deed. Dat is niet het antwoord. Niet enige vleselijke demonstratie of emotie, maar iets dat hier van binnen gebeurd is, wat uw hele mening veranderde, uw hele natuur veranderde. U bent bekeerd; niet u, maar Christus is in u gekomen en bekeerde u. Uw natuur van de oude mens is dood en u bent wederomgeboren en u bent een nieuw mens. Let op. Amen.

129 Zeg, ik maak het te laat hier, is het niet? Schreeuw gewoon een klein beetje naar mij daar achterin, broeders, als ik het een beetje te lang maak. Ik moet binnen enkele minuten aan de kinderen van Israël hier toekomen, maar ik wil u laten zien hoe dit Gods zaak is om deze dingen te doen. Hebt u mij nog lief? Goed. Nu, blijf gewoon voor mij bidden. In orde. Maar laat u mij dan een beetje afkoelen; nu, even een ogenblik.

     Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaäk zal u het zaad genoemd worden.
     Dat is, niet de kinderen van het vlees, die zijn kinderen Gods, maar de kinderen der beloftenis... (O, kijk daarnaar.) worden voor het zaad gerekend.

130 "De kinderen der belofte." Belofte wat? Wat voor soort belofte? Die God beloofde vóór de grondlegging der wereld. Hij vertelde hun: "Dat is het zaad." Niet omdat u ophield met dit te doen en ophield met dat te doen, en ophield met liegen, ophield met stelen. Dat zijn slechts morele handelingen, een goede burger zal dit doen. U kunt uzelf nog geen Christen noemen tenzij er hier binnen iets gebeurd is, totdat u wederomgeboren wordt, iets wat hier gebeurd is. Let op.

     Want dit is het woord der beloftenis: Omtrent deze tijd zal Ik komen, en Sara zal een zoon hebben.
     En niet alleen deze, maar ook Rebekka is daarvan een bewijs, toen zij uit een bevrucht was... (Luister hier nu naar.) namelijk Izaäk, onze vader.

131 Trek uw jas aan en houd uw helm gereed. Dit zal u om doen draaien.

     Want toen de kinderen nog niet geboren waren... (Dit zijn Ezau en Jakob.) noch iets goeds of kwaads gedaan hadden, opdat het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is...

132 Ik laat dat een lange tijd inzinken. Word nu gewoon een beetje wakker. "Ezau en Jakob, voordat er een kind was geboren, voordat ze zelfs wisten wat goed en verkeerd was."

     ... dat naar de verkiezing is, vast bleef, niet uit de werken, maar uit de Roepende;

133 Oei! Ik dacht dat je moest ophouden met vlees te eten om gered te worden? U hebt er niets mee te maken! Als u gered wordt, riep God u vóór de grondlegging der wereld en redde u. Is dat juist? Let nu op.

     Zo werd tot haar gezegd: De meerdere zal de mindere dienen.
     Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.

134 Voordat er enig kind geboren was, zei God: "Ik heb de ene lief en haat de andere." Is dat Gods Woord? Ik ben er niet verantwoordelijk voor, niet dan alleen om het te prediken.

135 Nu is verkiezing niet iets wat u moest doen; het is wat God heeft gedaan. God deed het in Christus voor u, vóór de grondlegging der wereld. "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen." Halleluja! O, my! Excuseer mij. Ik ben niet opgewonden, maar ik ben gelukkig. "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Die Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, waardig, nadat hij de Geest ontvangen heeft, heeft eeuwig leven. Ik zal hem opwekken ten uitersten dage." [Blanco gedeelte op de band – Vert]

136 Wat vreest u? God heeft beloofd, zonder voorwaarden. Die liefde van God klinkt in uw hart en u weet dat u bent overgegaan uit de dood in leven; u hebt iedereen lief en de hele wereld is anders voor u geworden; en zij is daar verankerd en niets beweegt u. U bent alleen gelukkig en beweegt u voorwaarts. Glorie voor God! Laat niets u ervan af brengen. O, u zou misschien eruit kunnen raken en koud worden en een klein beetje door elkaar geschud worden, maar dat zaad van God zal trouw blijven. De Bijbel zegt: "Hoewel wij ongeloof kunnen hebben, toch kan Hij het niet. Hij is getrouw. Hij blijft getrouw." Nu, let op. Laten wij lezen.

     Wat zullen wij dan zeggen? (Luister naar Paulus.) Is er onrechtvaardigheid in God? Dat zij verre. (Is er onrechtvaardigheid?)
     Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, over wie Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, die Ik barmhartig ben.
     Zo is het dan niet desgenen, die wil...

137 O, u zegt: "Glorie voor God, halleluja, ik zal gered zijn voordat ik sterf." Zult u dat? God heeft u daarover iets te zeggen.

     ... niet desgenen, die wil... (nee) noch desgenen, die loopt... (wat?) maar des ontfermenden Gods.

138 Het is niet hij die loopt of hij die wil, het is God die Zich ontfermt. Het is Gods verkiezing. God doet wat Hij wil.

139 Nu, let op; nog een beetje verder. Ik heb het hier aangetekend met rode letters, zoveel, helemaal vol, dat ik het bijna niet meer kan zien. Het is... Ik heb hier zoveel in gelezen.

     Want de... (Ik weet niet wat dat daar is. Het is... Ja, het is uitgevlakt. Ik zie dat het hier is, ik heb dat helemaal onzichtbaar gemaakt met rode inkt.) ... de Schrift... (Ik zal mijn andere Bijbel morgenavond meebrengen.) zegt tot Farao: Hiertoe heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde.

140 God verwekte Farao en verhardde zijn hart voor dat doel. God verwekte Judas Iskariot; hij werd hier geboren als de zoon des verderfs. Is dat juist? God vertelde Ezau en Jakob, voordat zij ooit geboren waren... vertelde zijn moeder alles wat er zou gaan plaats vinden, dat Hij de ene had gehaat en de andere had liefgehad. Is dat waar? Dus is het God die alles in alle dingen doet en u hebt er niets mee te maken. En als God u geroepen heeft, klinkt de liefde van God in uw hart. En allen die Hij geroepen heeft, zullen tot Hem komen en geen van hen zal verloren gaan. God heeft het beloofd. Hij zei: "Geen van hen zal verloren gaan. Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen. En geen van hen is verloren behalve Judas Iskariot, opdat de Schrift vervuld zou worden. En Ik zal hen opwekken ten uitersten dage."

141 Nu, u bent... U zei een poosje geleden dat u een Christen was. Wat maakte u een Christen? Omdat God u riep vóór de grondlegging der wereld om een Christen te zijn, en u werd een Christen. Toen werd u gered, vervuld met de Heilige Geest, u had eeuwig leven. Waarom gaf Hij u de Heilige Geest? Als een zegel van uw geloof. U had eerst geloof.

142 Nu, als u zegt: "Wel, u had het daarnet over Billy Graham en anderen die riepen: 'Wel, hoevelen willen Christus aannemen als hun persoonlijke Redder, laat die hun hand opsteken.' Is dat in orde?" Zeker, dat is in orde. Dat is goed, maar dat is slechts het begin. Dan als u het werkelijk gelooft en het werkelijk aangenomen hebt in uw hart en juist bent onderwezen, dan zal de Heilige Geest komen als een besnijdenis, die Hij Abraham na zijn geloof gaf als een bevestiging.

143 Nu, u zegt... wel, mensen zeggen: "Laten wij een wachtsamenkomst hebben. Glorie voor God, laten wij teruggaan." En zij zeggen: "Glorie voor God, laten wij wachten op de Heilige Geest." Er is niet zoiets.

144 Wachten betekent niet "bidden". Wachten betekent "wachten". Hoevelen weten dat het woord wachten betekent "wachten"? Jezus zei: "Wacht daar in de stad Jeruzalem totdat Ik... totdat de belofte u gegeven wordt." Ik weet niet wat zij deden. Ze waren waarschijnlijk biddende. Ik weet het niet.

145 Maar daarna hoefden zij nooit te wachten. "Terwijl Petrus deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op hen." Allen daar... En toen Paulus de handen op hen legde, kwam de Heilige Geest op hen. Klopt dat? Zie, geen wachten. De Heilige Geest was daar en gaf hun de doop van de Heilige Geest als een bevestiging van hun geloof.

146 En God gaf Abraham de besnijdenis als een bevestiging van zijn geloof. En wat was het? Wat is de Heilige Geest? Laat iemand mij vertellen waar de Heilige Geest voor is. Het is een teken. Is dat juist? Wat was de besnijdenis? Een teken. Is dat juist? Een teken. God gaf de besnijdenis, als een teken dat hij Abraham aangenomen had.

147 En als u zegt: "Ik geloof God; ik geloof Jezus Christus", dan geeft God u de doop van de Heilige Geest als een teken dat Hij uw geloof aangenomen heeft. Halleluja! En dan bent u verzegeld in het Koninkrijk van God; niet tot de volgende opwekking, maar tot de dag van uw verlossing. Efeze 4:30: "Bedroef niet de Heilige Geest van God, waardoor u verzegeld bent tot de dag van uw verlossing." Daar bent u er.

148 Nu vlug, nog ongeveer vijf minuten, laten wij gaan naar Genesis 45. En ik wil hier een wonderbaar stukje nemen, om deze kinderen van Israël regelrecht in de plaats te brengen waar u hen morgenavond oppikt en eruit neemt. Het spijt mij dat ik vanavond een beetje laat ben, maar ik moest deze inleiding eerst nemen.

149 Nu, Abraham ontving de belofte. Izaäk kwam. U kent de offers. Ik heb geprobeerd u duidelijk te maken dat die gemeente daar uitgeroepen en verkozen was door God, net zoals vandaag. Hij riep Abraham door uitverkiezing; Hij roept de gemeente door uitverkiezing. Hij gaf Abraham de belofte, Abraham geloofde het; en Hij roept de gemeente vandaag. Gelooft u Jezus Christus? Dan gelooft u het eerste ook. En toen had God Abraham en zijn kinderen, zijn zaad, besneden als een teken; en Hij geeft u de Heilige Geest vandaag als een teken.

150 Wat is de Heilige Geest vandaag voor een menselijk wezen als Hij komt? Het is om te besnijden. Zei Stefanus het niet in Handelingen, het zevende hoofdstuk, toen hij zei: "O, gij onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd de Heilige Geest. Zoals uw vaderen deden, zo doet gij." Is dat juist? En de Heilige Geest is een besnijdenis. En wat doet besnijdenis? Het snijdt overtollig vlees af, alle dingen van de wereld. Het snijdt u af van de dingen van de wereld, de liefde van de wereld, de liefde van het vlees, de trots van het leven. Hij besnijdt u gewoon daarvan. U hebt er niets mee te maken; Hij doet het Zelf en brengt u in liefde met Jezus Christus, met een onsterfelijke liefde. "Er is niets wat u kan scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus." Paulus zei: "Gevaren en beproevingen, gevangenissen en al het andere, noch heden noch toekomst, kunnen ons scheiden van de liefde van God, die in Christus Jezus is."

151 En Hij heeft u geroepen, u besneden, u in Hem geplaatst en heeft uw eeuwige bestemming voorbestemd. Als dat Christenen niet zou doen juichen, weet ik niet wat het wel zou doen. Als dat de mens niet zou opwekken die in Christus is, weet ik niet wat er nodig is om hem op te wekken. Ik geloof dat hij twee maal dood is, afgerukt bij de wortels. Is het niet? In orde.

152 Nu, toen riep Hij, toen bracht Hij Zijn Zaad neer. Vervolgens... Hij kwam neer door Abraham, toen door Izaäk, toen door Jakob en toen van Jakob tot Jozef. Nu, let op, als we ooit tijd zouden hebben om hierop in te gaan, zullen wij het doen, maar niet nu. Zie, verkiezing is in Abraham. Hebt u het opgemerkt, alleen die vier patriarchen en toen hield het op, eindigde het. Het eindigde in de twaalf aartsvaders en de stammen die ervan afstamden. Klopt dat? En zullen... Het keerde niet meer terug totdat het terugkeerde in Eén, het Zaad van Abraham; toen kwam het in het menselijk wezen, hetwelk was Christus, ofschoon het hier op aarde verheerlijkt werd en tot God opgeheven. En de Heilige Geest kwam terug om zich over alle naties te verspreiden, om de aarde te vullen met de kennis van de Here, zo diep als de hemelen en, o, dat is de Heilige Geest vandaag.

153 Nu, let op: uitverkiezing in Abraham, rechtvaardiging in Izaäk, genade in Jakob en volmaaktheid in Jozef. Er wordt niet één ding tegen Jozef vermeld. Dat is de volmaaktheid. De drie aardse stadia van de pelgrimsreis van de kinderen van Israël en het vierde was toen zij het beloofde land ingingen, hetwelk het duizendjarig vrederijk was. En de drie stadia van de heidengemeente... Deze week kan ik het, zo de Here wil, door de Bijbel heen aan u laten zien dat wij ons nu in ons derde stadium bevinden, gereed om het duizendjarig vrederijk in te gaan in de tijd van Jozef.

154 Nu, let op, toen alles zich opstapelde in Jozef. Wat? Een volmaakte man; degene die werd geboren uit zijn vader, geliefd door zijn vader, gehaat door zijn broeder. Nu, kijk nu snel, omdat ik mij moet haasten; geef mij uw onverdeelde aandacht. Geliefd door Zijn Vader, gehaat door Zijn broeder: de Here Jezus. Let op hoe Jezus in elk karakter daarin wordt uitgebeeld. Kijk naar Jozef, de volmaakte. O, wij zouden weken aan hem kunnen besteden. Kijk, gehaat door zijn broeder, geliefd door zijn vader. Waarom? Hij was een geestelijk man. Hij zag visioenen, kon dromen uitleggen. Hij was geestelijk. Zijn kleine oude... zijn broeders zeiden: "Onzin! Maak dat je weg komt!"

155 Nu, kijk naar de kerken vandaag. Let op de geestelijke kant. De Here Jezus in Zijn gemeente vandaag, Hij wordt gehaat door al de nakomelingen. Zie, helemaal precies. Ze maakten er gekheid over, noemden hen overal fanatiekelingen. Wel, het moet zo zijn. Hier is het tegenbeeld, hier is de schaduw ervan.

     U zegt: "Wel, broeder Branham, als ik de Heilige Geest ontvang, zullen zij mij allemaal uitlachen."

156 Wel, als u dat niet had, ontving u Hem niet. U moet gehaat worden door de wereld. Jezus zei: "Zij noemen de Meester van het huis Beëlzebub, hoeveel temeer zullen zij Zijn discipelen zo noemen." Zie, degenen die van het huisgezin zijn. Nu, Hij werd zo genoemd. En let op.

157 Toen werd hij bemind. En zijn vader... Wij kunnen dit niet wegnemen, wij kunnen hier niet omheen. Zijn vader gaf hem een veelkleurige rok. Is dat juist? Nu, als u zult opletten op die rok zonder naad, die de Heilige Geest vertegenwoordigde, die zijn wezen bedekte... En vandaag is het de Heilige Geest die de gemeente bedekt, de Rok van vele kleuren. En er zijn zeven kleuren in de regenboog. Zie? En er zijn zeven volmaakte kleuren; dat zijn alle kleuren die wij hebben. En zij gaan in elkaar over en vormen de regenboog. En een regenboog in de Bijbel betekent een verbond. En God maakte Zijn verbond met Noach dat het niet meer door water zal zijn (maar door vuur de volgende keer). Hij gaf hem het teken van de regenboog en die hebben wij nog steeds. Is dat juist?

158 Nu, als u wilt opslaan (als ik tijd had, zou ik deze andere Schriftplaatsen nemen), Openbaring, het eerste hoofdstuk, toen Johannes Hem zag staan: "Eén, de Zoon des mensen gelijk, staande temidden van de zeven gouden kandelaren", hetwelk de zeven gemeente-tijdperken waren...

159 En we begonnen met Efeze en eindigden in Laodicéa, het lauwe gemeente-tijdperk waar we nu in zijn: "Hebbende een vorm van godzaligheid, maar die de kracht ervan verloochenen." Ze gaan naar de kerk, en mensen komen binnen en zeggen: "Neem Christus aan." Zij plaatsen hun naam in het boek, maar verloochenen de doop van de Heilige Geest en kracht en mirakelen, en tekenen en wonderen, maken er gekheid mee, in het Laodicéa gemeente-tijdperk, dat uit Gods mond gespuwd wordt; en de uitverkorenen worden opgenomen. O, halleluja! O, er komt iets in mijn ziel als ik eraan denk, vrienden. O, de wereld in zijn toestand vandaag!

160 En daar stond Hij. Wat? Hij was in het aanzien de steen Jaspis en Sardonyx gelijk. Wat was Jaspis? Het was de steen van Ruben. Wat was Sardonyx? Benjamin. De eerste en de laatste. Hij was in het aanzien als de Eerste en de Laatste. En een regenboog was rondom Zijn hoofd, over de zeven gouden kandelaren. Een regenboog, een verbond dat God gemaakt had met Abraham, door Izaäk, door Christus, door de gemeente, door de doop van de Heilige Geest. De zeven-kleurige mantel die op Jozef was, die op Jezus was, die is op de gemeente vandaag en beschermt haar. Het lichaam werd overdekt door de mantel. En de gemeente is niet u, het is de Heilige Geest, die u heeft laten overdekken met het Bloed, Gods verbond, voorbestemd vóór de grondlegging der wereld.

161 Halleluja! Ik moest mij dat even laten ontvallen. Goed. Het deed mij bijna barsten. Let op, laat mij u vertellen, u zou kunnen denken dat ik gek ben. Als ik het ben, ben ik gelukkig; laat mij met rust. Goed. Laat mij u iets vertellen. O, hoe kan ik anders zijn dan gelukkig als ik weet wat ik weet? Hoe kan ik het inhouden en weten wat ik weet? Ik probeer het tot de mensen te brengen. Het zou iedereen gelukkig maken. Oei! Oh! In orde.

162 Daar was Hij, en Jakob was... en Jozef was Zijn type. De bedekking, de vader gaf hem de mantel. Halleluja! Herinnert u zich niet dat toen Jezus gedoopt werd, "Hij regelrecht uit het water kwam en zie, de hemelen werden voor Hem geopend en de Heilige Geest daalde neer als een Duif en kwam op Hem en zei: 'Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik een welbehagen heb.'" Tot dan toe had Hij nooit een wonder verricht. Toen ging Hij direct de woestijn in om verzocht te worden en kwam er weer uit om de zieken te genezen en in de kracht van God.

163 Dat is de gemeente. Als zij gedoopt is, wordt zij bekleed met de Heilige Geest, met kracht. O, my!

164 Het was een zeer buitengewoon verschijnsel dat de schoot van Sara verstorven was, voordat Izaäk kwam. God liet het gewoon doorgaan. Zij was zestig jaar oud toen zij de belofte kreeg. Zij was negentig jaar oud voordat het zaad ooit in haar ontvangen werd. Volmaakt, absoluut zeer buitengewoon!

165 En de mens die wederom geboren wordt, is een buitengewoon verschijnsel. Halleluja! Het is niet een 'aannemen' of je hand zo opsteken. Het is een gave van God: Buitengewoon! Wederomgeboren, uit deze wereld genomen in het gebied van de zintuigen. Ja. Waarom? Omdat u het verdient? Omdat God het beloofde, opdat de belofte zeker zou zijn, overeenkomstig de verkiezing.

166 Toen werd Jozef verkocht voor bijna dertig zilverstukken door zijn broeders. De Joodse gemeente verraadde Jozef.

167 Wat gebeurt er vandaag in deze gemeente? Een verraad. Ze nemen documenten. Ze zullen proberen een... te hebben. Welnu, houd dit gewoon in uw gedachten. Ze zullen een verbond van kerken hebben. De 'Kerken van Christus' van Amerika hebben zich al verbonden met al hun kerken en zij zullen hier op zekere dag een vereniging hebben, die het Communisme zal buitensluiten om het te bestrijden, en die zich zullen aansluiten bij het Katholicisme; de Protestantse kerk en de Katholieke kerk tezamen. En de interkerkelijke groepen die voor de waarheid staan en weggaan van dat leerstuk dat zij hebben, zullen vervolgd worden. Het merkteken van het beest en het Zegel van God; de ontknoping zal spoedig komen. En, broeder, als dat niet daarbinnen is, zult u verleid worden, zo zeker als de wereld, omdat het er zo mooi zal uitzien. Zij zullen zeggen: "Nu, als het Communisme een... maakte voor de wereld, wel, laten wij een andere overeenkomst maken en alle Christenen bijeenbrengen en de wereld herkerstenen." En het ziet er zo goed uit dat de mensen erin zullen trappen. Zie? Zij zullen de kerken verenigen en brengen, en proberen het Christendom tot een eenheid te maken. En de Bijbel zegt in Openbaring dat hij zijn macht en alles gaf, dat hij een beeld maakte voor het beest en al de macht van het beest voor hem uitoefende. Zeker is het zo. Ik wenste dat wij tijd hadden om Openbaring hierbij te betrekken (maar die hebben wij niet, zie), om te zien waar het aan toe is. U bent precies hier aan het einde van de tijd, broeder. We zijn aan het einde van het tijdperk.

168 Toen verkochten zij Jozef voor dertig zilverlingen. Zij wierpen hem in een put om hem te doden. Hij werd eruitgehaald en toen weggezonden. En terwijl hij daar in gevangenschap was... Er waren twee mannen, een schenker en een bakker. En een van hen was verloren en de ander werd gered, door Jozef die de droom gaf en uitlegde.

169 En het was hetzelfde als toen Jezus aan het kruis hing; er was een dief aan de ene kant en een dief aan de andere kant en de ene ging verloren en de andere werd gered. Helemaal precies.

170 Toen werd hij ingebracht voor Farao en legde de droom uit en werd de rechterhand-man van Farao gemaakt; niemand kon Farao ontmoeten zonder tot Jozef te komen.

171 Een volmaakt type van Jezus, zittend aan de rechterhand van God. En niemand komt tot God dan door Christus. Helemaal precies hetzelfde type daar.

172 En let op, hier is nog iets, u heidenen nu, met betrekking tot het zaad en de uitverkorenen: aan Jozef werd een heidense bruid gegeven. Hij werd verworpen door zijn broers, had zich afgewend en nam een heidenbruid. Is dat juist? Hij gaf hem; Farao gaf hem de dochter van de priester van On tot bruid. En hij trouwde een heidense vrouw die Efraïm en Manasse voortbracht, die mede-erfgenamen waren in het koninkrijk, in de aartsvaderlijke belofte.

173 Let op hoe volmaakt Jezus, verworpen door de Joden, de Heilige Geest terugzond, en zij lachten hen uit en maakten gekheid over hen en zeiden: "Ze zijn dronken van nieuwe wijn." Klopt dat?

174 En Jezus zei: "U kunt Mij lasteren en ervoor vergeven worden, maar als u één woord spreekt tegen de Heilige Geest, zal het u nooit vergeven worden."

175 En die Joden kwamen daar aanlopen en zeiden: "Wel, die mannen zijn vol nieuwe wijn, ha, ha, ha" en maakten gekheid over hen. En niet meer dan dertig jaar of minder daarna belegerde Titus de muren en zij aten elkanders kinderen en zij slachtten hen en verbrandden de tempel overeenkomstig Gods Woord. En hij is nooit opgericht tot de dagen der heidenen voorbij zijn. En daar maak ik mij gereed voor in de komende paar weken, om Jeruzalem te bezoeken en die oude ruïnes daar en de klaagmuur die daar is. Waar zij verspreid zijn over de hele wereld, omdat God hun vertelde dat zij het zouden doen, en zij kwamen en deden het. Dat is juist. O, my! Te denken aan de vloek van het verwerpen van de Heilige Geest!

176 Nu, de Heilige Geest werd uitgestort en zij verwierpen het. En toen de Joden het verwierpen, ontvingen de heidenen het, hetwelk een type van de bruid was. Hij zei dat Hij een volk uit de heidenen zou roepen voor Zijn Naam.

177 Dat kleine meisje dat daar achterin zit was vroeger een Broy, maar nu is zij een Branham; zij is mijn vrouw.

178 En de bruid van Jezus Christus zal mevrouw Jezus Christus zijn (Halleluja!), gedoopt in Zijn Geest, in Zijn Naam, gevuld met Zijn kracht, gekleed in Zijn gerechtigheid. Halleluja! Daar is zij. En let nu op, dat was de heidenbruid.

179 Nu, laten we de rest lezen voordat wij sluiten. Hier is het droevigste verhaal dat u ooit zag in de eindtijd, waar wij nu eindigen. De heidenbruid is reeds gekozen, eruit genomen. De zaak is ongeveer geëindigd. Nu, luister hier in het eenenveertigste hoofdstuk. "En het geschiedde..." Dit is aan het einde van het tijdperk van de Joden, dan sluiten wij. "Aan het einde, na twee volle jaren, Farao..." Nu, wacht even, ik heb het verkeerde hoofdstuk hier, ik ben er vrij zeker van. 45 bedoelde ik te zeggen in plaats van 41.

     Toen kon Jozef zich niet bedwingen voor allen, die bij hem stonden, en hij riep: Doet alle man van mij uitgaan! En er stond niemand bij hem, toen Jozef zich aan zijn broeders bekend maakte. (Degenen die hem verworpen hadden.)

180 Nu, even een ogenblik voordat wij vertrekken. Nadat Jozef al deze jaren daar geweest was, ontstond er een hongersnood in het thuisland: God die Zich bewoog. De arme kleine Jozef was de onderkoning geworden. En hier waren zijn broers die hem verkocht hadden; hij had een visioen gezien dat zij kwamen en zich voor hem bogen, en zij noemden hem een dromer en een visioen-ziener en probeerden hem te doden. Net zoals zij...

181 Jezus voorspelde aan deze Joden wat zij waren en wat zij hadden gedaan en wat er zou zijn. Over de Meester van het huis, die Zijn eigen Zoon zond, en Zijn dienstknechten en hoe zij Hem doodden en al dergelijke. Maar wat zou Hij, de Here van de oogst, doen als Hij kwam en die slechte dienstknechten vond? Nu, even een ogenblik.

182 Hier is Jozef, een volmaakt type, daar staande, zoals de Joden die terugkeren in de laatste dagen, aan het einde, komend tot het duizendjarig vrederijk, als de Joden weer gered zullen worden.

183 En zij keken. En Jozef, u weet hoe hij daarheen werd gezonden, hoe Israël zijn kinderen erheen zond. Zij hadden een beetje koren; zij verhongerden, en Jozef had de droom van de koning uitgelegd, hoe hij het koren zou opslaan; de enige plaats in de wereld die voedsel had.

184 Een volmaakt beeld van de gemeente vandaag. De enige plaats waar geestelijk Voedsel wordt uitgegeven is in het Koninkrijk van Jezus Christus. U kunt de een of andere oude geloofsbelijdenis gaan nemen en een paar apostolische geloofsbelijdenissen opzeggen en wat u ook maar wilt, maar, broeder, de Geest ligt in de wederomgeboren gemeente van de levende God, de enige waar Voedsel is. En de Joden zullen dat een dezer dagen herkennen en zij zullen komen.

185 Nu, merk op dat hij zei, toen hij kwam, dat hij de kleine Benjamin wilde zien. En u weet hoe hij daar handelde en hen begreep. Hoe zijn vader... zijn moeder dit kind gebaard had en toen gestorven was, de kleine Benjamin. En hij zag zijn broers en zij wisten niet wie hij was. Zij dachten dat hij een grote prins was en zij waren bevreesd. En toen hij hen terugzond zei hij: "Wie zijn jullie?"

186 En zij zeiden: "Wij zijn de zonen van één man, namelijk Jakob, die oud is, weet u; Israël, die de gezegende des Heren was, enzovoort." En toen hoorde hij dat zijn geliefde oude vader nog leefde. Luister wat hij hier zei. En hij maakte zichzelf aan hen bekend toen hij de deuren sloot. Zijn hart, kijk naar de liefde van God daar, die nog steeds roept. En daar stonden die Joden, arme jongens, zij verhongerden.

187 Hun vader verhongerde en zei: "Gaat heen en verkrijgt wat meer koren of wij zullen sterven van de honger."

188 En hij hield Benjamin daar vast als een teken. En u weet hoe het was, hoe hij voor hem stond. En toen hij keek en Benjamin zag kon hij zich niet langer bedwingen. Hij liet iedereen van hem weg gaan. En de arme Jozef stond daar en hij zei: "Ik ben Jozef, jullie broer."

189 En zijn broers hadden hem juist verteld en gezegd: "Wij hebben één broer die niet is, die gedood werd door beesten" en hij sprak regelrecht tot zijn broer. Dat was zijn broer, Jozef, die daar stond.

190 En hij deed hen allen weggaan, toen openbaarde hij zichzelf en zei: "Ik ben Jozef, jullie broer." En zij waren bevreesd, de patriarchen. Zij waren bang. Hij zei: "Weest niet bevreesd." En hij begon zo luid te schreeuwen dat zij hem zelfs ginds in Farao's paleis hoorden schreeuwen, en zijn schreeuwen en wenen hoorden. Hij snelde toe en wierp zijn armen om de kleine Benjamin en drukte hem tegen zich aan en kuste hem en viel om zijn nek en begon te wenen en zei: "Menen jullie het als jullie zeggen dat mijn arme oude vader nog in leven is daar in Kanaän?" Wat een gevoel! Wat wordt de liefde van God hier uitgegoten! "Mijn vader leeft nog en ik geef hem wat koren." Hij zei: "O!" En hij schreeuwde zo hard hij kon.

191 Ik vraag mij af wat dat zal zijn, de dag wanneer onze Here Jezus door de oostelijke horizon heen breekt en weer naar de aarde terugkeert. Halleluja!

192 Daar schreeuwde en weende hij, die grote prins die daar stond en de aartsvaders. Hij zei: "Voel je niet slecht." Hij zei: "God zond mij." Ziet u de Heilige Geest, hoe Goddelijke liefde zal doen? Hij zei: "God zond mij hierheen. Maak jezelf geen verwijten. God zond mij hierheen, om in het leven te behouden voor deze tijden."

193 En waarvoor zond God Hem hier anders heen dan om in het leven te behouden? Waar is de Heilige Geest hier vanavond anders voor dan om in het leven te behouden? Hij werd verworpen door de Joden en hier naar de heidenen gezonden om in het leven te behouden. Hebt u het vanavond begrepen, mijn vriend?

194 Dan zegt hij: "Leeft mijn vader nog?" En hij zond hem daarheen met wagens en ossen enzovoort.

195 En de arme oude blinde Israël kwam, de oude profeet; hij kwam op die wijze en hij hoorde dat Jozef leefde. Hij weende en hij zei: "O, God zij geprezen! Ik zal mijn jongen nog eens zien, hem voelen."

196 Toen hij hem daar bracht, ontmoette hij hem. Zijn oude blinde... zwakke vingers die zich zo bewogen en Jozefs gezicht aanraakten; en zij knielden daar ergens neer en begonnen te wenen en te huilen. Vader en zoon, die elkander omarmden. O, my!

197 Als ik denk over de verloren zoon van vanavond, die weg van God is, daar ginds in de zonde, broeder, etend in varkenshokken, zwervend over de wereld! Wel, waarom zou u niet, gedurende de tijd van deze opwekking, als u uw leven en uw vermogen verspild hebt in deze jaren in een losbandig leven, waarom wendt u zich nu niet in uw hart tot de Vader? Als u gedaan hebt wat verkeerd is, waarom ontmoet u Hem vanavond niet halverwege het pad en slaat uw armen om Hem heen?

198 "Zeg, bedoelt u mij te vertellen, broeder Branham, dat God nog van mij houdt?"

199 Hij zoekt u vanavond. Hij ziet naar u uit. De Heilige Geest is hier om in het leven te behouden, om u te bewaren, om u de zegen te geven en om u uit te kiezen. En als u in God uitverkoren bent, bent u hier vanavond gekomen voor een bepaald doel.

     U zegt: "Broeder Branham, heb ik mijzelf daartoe gerekend?"

200 Waarom kwam u vanavond naar de gemeente? Wat deed u komen? Denkt u dat de duivel u ooit naar de gemeente zou hebben getrokken? Nee, de duivel zou u er bij vandaan hebben getrokken. God heeft geroepen. Het is de Vader die u vanavond roept. Nu, u hebt een plaats in God en God heeft geroepen en geroepen en geroepen. Als u die plaats niet ontvangt... Er zijn hier precies genoeg plaatsen uitgeteld voor iedereen, en God heeft in het verleden voorbestemd dat deze plaats er zou zijn. Nu, als u faalt om die plaats in te nemen, zal iemand deze in uw plaats nemen. Dus nu, als u uw plaats vanavond nog niet hebt ingenomen, moge God vanavond toestaan dat u uw plaats in zult nemen.

201 Morgenavond zullen wij gaan... Zij bleven daar in Egypte gedurende jaren. En nu, morgenavond zullen wij hen eruit brengen onder het offerlam en hen opbrengen tot de Jordaan; en dan brengen wij hen over de rivier in het andere land in de woestijn.

202 Moge de Here ieder van u zegenen. Dit is vanavond moeilijk geweest, het kostte veel tijd. Het is ongeveer anderhalf uur of meer schuren en trekken geweest en scherp ermee door de Schriften gaan. Maar, broeder, zuster, kunt u vanavond beseffen dat het verkiezing in God is? Hoevelen geloven in de "verkiezing in God"? Hoevelen geloven dat God u verkiest en roept; dat Hij Degene is die het doet? Nu, bent u gelukkig? Gelooft u?

203 Gelooft u vanavond dat u nu en morgen kunt staan en zeggen: "Satan, je hebt mij op m'n kop gezeten en je hebt dit en dat gedaan. En er is steeds iets in mijn hart geweest dat klopte en naar God trok. Nu besef ik wat mijn roeping is. Ik zal daar buiten nooit bevredigd zijn. Ik kan daarbuiten niet bevredigd worden, omdat God mij geroepen heeft. Dus maak ik mij nu op om deze dingen aan de kant te gooien en naar mijn Hemelse Vader te komen. Ik zal met Hem leven."

204 Hoevelen hierbinnen zouden willen zeggen: "Broeder Bill, vanaf deze avond beloof ik plechtig aan God dat ik Hem zal dienen. Ik weet dat wij aan het einde van de weg zijn en ik weet dat wij niet erg veel tijd meer over hebben. Maar door Gods genade ben ik vanavond vast van plan schoon schip te maken en zal ik God dienen." Zou u uw hand op willen steken? God zegene uw hart. Goed.

205 Hoevelen voelen zich alsof zij zouden willen zeggen: "Broeder Bill, ik heb het nog niet helemaal op een rij in mijn gedachten, maar wilt u voor mij bidden dat God mij daar op die dag zal hebben, dat God mij nog één keer meer in mijn hart zal roepen? En ik zal komen als Hij mij slechts nog één keer zal roepen; dan zal ik komen." Wilt u uw hand opsteken? Bent u daar zo bezorgd over, vanavond? God zegene u, dame. Iemand anders nu die wil zeggen... God zegene u, dame. God zegene u, meneer. God zegene u. En God zegene u, jongedame.

206 Iemand anders die zegt: "Broeder Branham, ik ben vanavond niet wat ik behoorde te zijn. Ik weet dat ik het niet ben. Ik heb mijn Here bedroefd, maar iets in mijn hart heeft mij altijd verteld dat ik een Christen moet zijn. En ik wil God dienen." Is die persoon hier vanavond, die nooit dat begin heeft gemaakt? Nu, ik wil dat u nu eerlijk met mij bent bij het sluiten, u die dit weet, dat iets u uw hele leven verteld heeft dat u God zou moeten dienen; u hebt u zo gevoeld gedurende lange tijd. U hebt nog nooit het begin gemaakt, maar iets heeft het u verteld.

207 Ik ben niet zo iemand die naar achteren zal lopen om u hier naar voren te trekken. Nee, nee. Als de Heilige Geest het niet doet door de prediking van het Woord, dan zal het mij geen enkel goed doen. Zie, zo is het, ú moet uw keuze maken.

208 Maar wilt u eerlijk genoeg met mij zijn en zeggen: "Broeder Bill, er is gedurende jaren of tijden of wat het ook is in mij iets geweest dat mij geroepen heeft, dat mij verteld heeft... Het scheen of ik mij naar God moest wenden en ik heb het nog niet gedaan. Bid voor mij, broeder Bill, dat ik man of vrouw genoeg zal zijn om het te doen." Wilt u uw hand opheffen? Overal in het gebouw nu, u die voelt dat God u heeft geroepen. God zegene u.

209 Iemand anders die zegt: "Iets heeft aan mijn hart geroepen en ik heb mij nog nooit overgegeven." Steek gewoon uw hand op en zeg: "Ik, ik ben het. Ik ben nog nooit een Christen geworden, maar ik wil het. Ik wil het en ik wil bidden dat God mij niet zal afwijzen totdat ik mijn beslissing neem." Wilt u het doen? Steek uw hand op. God zegene u, meneer. Dat is heel fijn. Laat nog iemand zijn hand opsteken en zeggen: "Ik wil dat u bidt, broeder Bill, dat ik God niet zal afwijzen." God zegene u, meneer. Dat is fijn. Nu, iemand anders. Is er nog iemand hier binnen? Nu, wees eerlijk.

210 Nu, kijk, wat als de dokter naar uw huis komt vóór daglicht, hij neemt uw pols, keert zich om en zegt: "Nee, hij zal daar nooit meer uitkomen, het is met hem afgelopen." O, wat zou u gewenst hebben dat u die hand had opgestoken!

211 Het zou iets betekend kunnen hebben als u had gezegd: "Bid voor mij, broeder." Ik weet niet wie u bent tenzij u het mij zou laten weten. De gemeente weet niet wie u bent. Maar als u uw hand opsteekt, zal God dat herkennen. Dat zal u niet redden, nee, maar het zal u zoveel als een begin geven. Het zal u zoveel als een start geven. Dan zult u misschien, voordat de opwekking voorbij is, uw hart aan Christus geven.

212 Nu, dit is vanavond ruw geweest. We zullen proberen meer in te gaan in het vaste... in het Woord in het begin, bedoel ik, als wij doorgaan.

213 Is er nog iemand? Er zijn er vijf geweest die hun hand opstaken. Iemand anders? Zou ik er zes of zeven kunnen hebben? Nu, ik wil dat u eerlijk bent. God zegene u, jongedame. Nu, ik weet dat er hier nog iemand is die uw hand op zou moeten steken. Nu, steek gewoon uw hand op en zeg: "Broeder Bill, bid voor mij." Ik kom niet naar achteren naar u toe, ik ga hier voor u bidden. En zeg dan gewoon: "Gedenk mij nu, dat ik geen Christen ben, maar ik heb altijd gevoeld dat ik het zou moeten zijn. En nu, ik weet dat ik geen Christen ben." Is er nog één nu, steek uw hand omhoog. Ja, ik ga bijna sluiten. Kom naar de piano, Teddy, als je wilt.

214 Laat iemand dan zeggen: "Broeder Bill, gedenk mij, dat mijn leven dichter bij God zal zijn. Ik wil dit halfslachtige leven niet leiden en in deze lauwe toestand zijn. Ik wil dat mijn hart werkelijk in vuur en vlam is. Bid voor mij." God zegene u. God zegene u, u, u. Dat is fijn. Dat is goed. God zegene u. Ik zie uw handen omhoog gaan.

215 Kijk, als God mijn gebed wil horen om de ogen van de blinden te openen, de oren van de doven te ontstoppen, en degenen die kreupel zijn (congresmannen, koningen, potentaten, monarchen, kreupelen) recht te laten lopen... Kijk de wereld rond, miljoenen en miljoenen, zou ik durven zeggen, waarachtig vanuit mijn hart, zo rond de tien miljoen mensen, waarvan ik weet dat zij de boodschap hoorden, tien miljoen mensen van alle nationaliteiten. Ik heb gesproken voor tien en vijftien verschillende nationaliteiten tegelijk, moest door tien of vijftien tolken gaan, voordat je zelfs een volgend woord kon zeggen, door al die tolken. En ik zag wel honderdduizend, of, wel dertigduizend in één keer tot Christus komen; dertigduizend bekeerlingen in één keer. Durban, Zuid...

216 En ik ga nu naar een samenkomst waar driehonderdduizend mensen zullen zijn. En ik zeg dit vanuit mijn hart. Hebt u mij ooit iets horen voorspellen in de Naam van de Here, dat niet gewoon precies op die wijze was? Vraag waar u ook maar wilt, overal ter wereld. En kijk naar de honderden en honderden dingen die Hij zei. Zeker, ik weet waarover ik spreek. Niet voor mijzelf, Christus hier binnen.

217 En ik vertel u de waarheid, vrienden. Als u sterft zonder wederomgeboren te zijn, bent u verloren. Jezus zei: "Tenzij een mens geboren wordt uit het water en Geest, zal hij geenszins het Koninkrijk binnengaan." Het maakt niet uit hoe goed u was, hoeveel u hebt betaald, tot welke kerk u behoort, waar u bij aangesloten was, wat uw maatschappelijke positie was, wat uw moeder of vader waren, wat uw herder was. "Tenzij een mens wederomgeboren wordt, zal hij nooit het Koninkrijk van God zien."

218 Wij namen dat graan onlangs, u zag het hier in de landbouw... Het ene was een volmaakte graankorrel, elke hoeveelheid calcium, alles wat in deze korrel was, was ook in die korrel. De ene was gegroeid in het veld en de andere niet, een handvol van elk. Zij begroeven ze. Er was er niet één die werd gemaakt met elk ingrediënt dat in de andere was, gelijk gemaakt, gevormd en alles, niet één daarvan kwam op. Maar elk van deze kwam op. Waarom? Zij hadden een kiem van leven in zich.

219 Er zijn hier nu vanavond en rond de wereld mannen en vrouwen die naar hun kerken gaan, tot de kerk behoren, belijdend dat zij Christenen zijn en die niet de kiem van leven in zich hebben. Zij kunnen niet opkomen. Er is geen manier voor hen om op te staan. Wordt niet verleid, vrienden, weegt het voor uzelf af. Het is aan u. Het is in u. Het is uw beslissing. Moge de Here u zegenen, terwijl wij onze hoofden buigen.

220 Vader, wat ik vanavond heb ondernomen... Ik moest scherpe dingen zeggen, ruwe dingen die hard snijden, maar U zei dat het Evangelie scherper is dan een tweesnijdend scherp zwaard, dat doordringt zelfs tot het merg van het been en de gedachten van het hart onderscheidt. God, verhoed dat wij iets minder zouden hebben dan dat. En wij danken U voor de verkiezing; wij danken U dat U ons geroepen hebt. En nu, in onze harten heeft de Heilige Geest ons al deze jaren bewaard. Hoe danken wij U! Verbazingwekkende genade, te bedenken dat wij opgekomen zijn uit de goten der zonde, daar ver terug in de dagen, en hoe dat U goed voor ons bent geweest.

221 En U houdt van deze mannen en vrouwen die hier nu in de wereld zijn, wetend dat er nog maar een paar omwentelingen van de zon zullen zijn en dan zal het te laat zijn. Een dezer dagen zal het te laat zijn. Zij zullen worden afgesneden en dat snel, zonder hulp, zonder genade; en U zei dat U alleen maar zou lachen om hun rampspoed.

222 Te denken aan deze wereld, dat een dezer dagen de huilende winden over deze oude wereld zullen blazen, als zij opgeblazen wordt door een atoombom, en zij daar ginds in de sfeer van de zon ligt en huilende winden er overheen blazen, vijfhonderd jaren vanaf vanavond. En er zullen grafstenen verborgen zijn in dat zand met misschien onze namen daarop, ginds liggend in het wervelen en het huilen van de winden, de hete verschroeiende hitte van de zon. Maar waar zal onze arme ziel zijn?

223 God, moge deze avond de avond zijn waarop voor sommigen de eeuwige bestemming wordt beslist. Sta het toe, Here, dat elke zondaar hier binnen, die mannen en vrouwen en jonge vrouwen enzovoort die hun handen opstaken en zeiden dat zij zondaars waren en in gebed gedacht wilden worden, o, God, moge de Heilige Geest dat nu toestaan. En mogen zij Jezus Christus aannemen als hun Redder en vervuld worden met de Heilige Geest.

224 Sta toe, Here, dat deze teruggevallenen en dezen die koud zijn en van U zijn weggegaan, mogen zij vanavond komen aanlopen als een groep kinderen die uitgehongerd zijn, die naar de tafel van God rennen en zeggen: "Ik wil gevoed worden." En moge U het doen, Here.

225 En dank U voor deze dierbare heiligen van God die hun handen opstaken en door tranen en gebed, en doorgaande, getrouw zijn gebleven tot dit uur.

226 Zegen deze woorden vanavond, Here, hoewel zij gekomen zijn van de ene kant van de Bijbel naar de andere, en helemaal misvormd; misschien kunt U het in hun verstand tot een geheel maken, Here. Het is nieuw voor mij geweest, de eerste keer in zeven jaren, Here, om deze te beproeven. En ik bid nu, dat U ons morgenavond allen terug brengt, met zelfs meer, en moge de Heilige Geest hier zijn. En velen van u hier die vanavond een beslissing namen en gered werden, komt u morgenavond terug, u verheugend en gelukkig (Sta het toe, Here.), vallend om Vaders nek, zoals Jozef, Here, de Vader kussend en zeggend: "Dank u, Here, dat U mij redde." Sta het toe, Here. Moge iets nu plaats vinden. Wij bidden om deze zegen, dat U ons laat gaan uit deze samenkomst, maar nooit uit Uw tegenwoordigheid, en mogen wij morgenavond gelukkig terugkomen, ons verblijdend, kostbare schoven meebrengend. Want wij vragen het in Christus' Naam. Amen.

227 Christenvriend, het spijt mij dat ik u al deze tijd gehouden heb. Het spijt mij erg. Morgenavond streef ik er naar om u zo mogelijk om negen uur weg te laten gaan. Ik moest een beetje scherp spreken. Ik kon het niet helpen. U hebt mij toch lief, is het niet? Ik wel. Ik heb u lief. En het is alleen maar ten goede voor u. Nu zullen wij gaan staan. Goed. "Neem de Naam van Jezus mede", een accoord.

Neem de Naam van Jezus mede,
Kind van smart en ellende.
Het zal u blijdschap en troost geven...

228 Nu, ik wil dat u morgen de telefoon neemt. Neem de een of andere zondaar, breng hem mee. Kom terug. Vertel het aan de herders. Kom op nu, laten wij ons aaneensluiten en een ouderwetse opwekking hebben. We zullen in een avond of twee rechtgetrokken worden, dus zullen we voorwaarts gaan en een goede tijd hebben. Schudt elkaar nu de hand.

... hemel.
Dierbare Naam, o, zoet!
Hoop der aarde en vreugde des hemels.

229 Moge nu de genade van God en de gemeenschap van de Heilige Geest op u rusten en met u blijven van nu aan tot we elkaar weer ontmoeten, in Jezus' Naam. Amen

230 God zegene u nu. U kunt gaan in Gods liefde en zegeningen. Nu, allen, u leden van de Tabernakel, schudt de handen van deze mensen hier. Weest zeker dat ieder van u hun de handen schudt en hen terug uitnodigt. Moge de Heilige Geest hetzelfde doen. Nu, maakt u zich gewoon gereed, vergeet al uw verschillen en maakt u zich gereed. In orde.

Voor de Naam van Jezus buigend,
Vallend...