Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

De ark

Door William Marrion Branham

1 Goede morgen, vrienden. Het is min of meer een vergissing dat ik vandaag hier ben. Ik zou gaan... Ik had de belofte gedaan dat ik op de keren dat ik zou komen, zou bidden voor de zieken, dat het aangekondigd zou worden via de radiouitzending door broeder Neville. Maar om de een of andere reden faalden de secretarissen om het hem gisteren mee te delen, en dat is de reden dat het niet gepubliceerd werd en niet aangekondigd werd via de radio-omroep. En sommige mensen hadden gebeld en wilden dat er vanochtend voor hen gebeden zou worden.

2 Ik was wat opgewonden, zoals men zei, over de komst van de nieuwe jongen, zoals altijd ben ik daar erg dankbaar voor. Toen de verpleegster hem uit de kamer naar beneden bracht, zei ik: "Jozef, ik heb vier jaar lang naar je uitgekeken. Dus ben ik zeker blij dat je hier bent." Dus is het... Het was dus ongeveer vier jaar geleden, net voordat de kleine meid werd geboren, voordat we wisten dat zij eraan zou komen. Ik was op een dag aan het bidden was nadat ik over het leven van Jozef in de Bijbel gelezen had, en ik dacht: "Wat een volmaakt mens." Abraham was uitverkiezing, Izaäk was rechtvaardiging. En Jakob was genade.

3 Maar Jozef was volmaaktheid. Daar hield het op (ziet u?), er werd niets meer over gezegd. Dus dacht ik aan Jozef, hoe hij geboren was, geliefd door zijn vader.

4 Zeg, dit even terloops, ik kreeg een telegram of een bericht uit Afrika waarin stond dat ze voor hem een jas met vele kleuren aan het maken zijn. Zij hadden naar hem uitgezien. Jazeker. Dus was er een...

5 Ik kwam terug en ging de kleine studeerkamer binnen en begon te bidden: "God..." Ik brak in tranen uit toen ik eraan dacht wat voor een geweldig persoon deze Jozef was. En hoe hij voor dertig zilverstukken verkocht werd, voor praktisch dertig zilverstukken, net zoals men Jezus, Judas, excuseer mij, Jezus verkocht. En hij werd uit het graf opgenomen, weet u, en aan de rechterhand van Farao geplaatst en geen mens kon de koning zien dan via Jozef. En de bazuin klonk, en elke knie boog zich als hij naar voren trad. En hetzelfde met Jezus, weet u: "En elke tong zal belijden." En ik trok me gewoon terug en ging bidden.

6 Welnu, er zijn drie elementen waar de mens in leeft. Het eerste is het menselijke, het tweede is Goddelijke openbaring, en het derde is visioen.

7 Dit nu, zoals het in het gebed gebeurd, wanneer u voor iemand op menselijke wijze bidt, dan zeggen we: "Nu, ik hoop dat u gezond wordt. Ziet u, ik hoop. Ik geloof met je mee, en probeer al het geloof te gebruiken dat ik kan." Dat is het menselijke element.

8 Ten tweede is er Goddelijke openbaring, wanneer iets aan u geopenbaard wordt. U weet in uw hart dat het gaat gebeuren. Toch is daar niet meer dan enkel de openbaring.

9 En ten derde is er een visioen. Natuurlijk, dat is ZO SPREEKT DE HERE. Dat is volmaakt en staat vast.

10 Nu, het kwam tot deze atmosfeer hier. En Iets zei tegen me: "Je zult een jongen gaan krijgen, en je zult zijn naam Jozef noemen."

11 Welnu, ik had al een dochtertje. Dus dacht ik: "Wel..." Ik prees de Here er voor. En ongeveer een maand later kwamen we erachter dat we opnieuw ouders zouden worden, en toen dacht ik dat het misschien mijn Jozef zou zijn. Maar het bleek een Josefien te zijn; het was een meisje...

12 Zovelen dachten dat ik had gezegd dat dat Jozef zou zijn. Ik zei: "Nee, nee. Ik heb niet gezegd dat dat Jozef zou zijn."

13 En sommigen van hen zeiden: "Nu, hebt u niet gezegd dat u hiervan een visioen gezien hebt?" U weet hoe mensen dingen door de war halen.

14 Ik zei: "Ik heb de banden ervan. Kom luisteren. Ik heb nooit gezegd dat het Jozef zou zijn." Ik zei: "De Here heeft in mijn hart gelegd dat ik een zoon zal gaan krijgen met de naam Jozef." Ziet u? Ik zei: "Ik weet niet hoe, wanneer, of wat, maar het zal gaan gebeuren." Dus ik wist het niet. "Ik zou zes meisjes kunnen krijgen voordat we hèm hebben, maar hij zal hier gaan zijn." Welnu, dat heeft nooit m'n hart verlaten. En we gingen verder.

15 Vervolgens is hij gisteren gekomen. En hij is hier, dus ik ben erg dankbaar voor hem, wetend dat als de Here iets belooft, dat de Here zal doen wat Hij beloofd heeft. Ziet u? Hij moet het gewoon doen. Om God te zijn moet Hij Zijn Woord houden.

16 Ik ben soms niet bij machte om het mijne te houden. U bent niet in staat uw woord te houden. Want wij doen beloften met goede bedoelingen, maar we zijn niet in staat om ze uit te voeren door omstandigheden, moeilijkheden, enzovoort, die ons tot een plaats brengen dat we soms niet kunnen doen wat we willen.

17 Maar God is bij machte om Zijn Woord te houden, en Hij zal het doen. Het is gewoon onmogelijk voor Hem om het niet te doen. Dat is de reden waarom wij Hem vanochtend zo liefhebben. Rust op die volmaakte zekerheid, dat "God bij machte is om dat, wat we aan Hem toevertrouwd hebben, te bewaren tot die dag."

18 Welnu, het is buiten een slechte dag, maar koel genoeg in de tabernakel om het niet benauwd te hebben. Er zijn niet zoveel mensen hier dat men tegen elkaar gedrukt zit en dat men om de rijen heen moet staan. Maar het is gewoon een goede tijd, denk ik, om te beginnen en het Woord te onderwijzen.

19 Ik heb de afgelopen paar uur flink geprobeerd om te zien of de Heilige Geest... Ik heb zelfs Billy, daarachter, kaarten gegeven, enzovoorts, die voor een gebedsrij bedoeld zijn. Maar toch kan ik niet, u... Ik bestuur dat niet. Het bestuurt mij. Ziet u? Ik heb daar niets mee te maken. Het ligt eraan wat Hij erover zegt.

20 Welnu, broeder Neville hier kondigde de opwekking aan, bij deze broeder Crank hier ginds. Ik ken de man niet. Ik kwam afgelopen nacht pas binnen van mijn rit vanuit het ziekenhuis om te kijken naar de... Broeder Roberts liet zijn film daar gisteravond zien. En helemaal achterin het gebouw zijn broeder Crank en zijn vader. Broeder Crank zelf is nog een jongen, zag eruit als misschien twintig, eenentwintig, zoiets in die orde. En... maar zijn vader is bij hem. En dan Broeder Matheny van New Albany, de... een Pinksterman. Welnu, ik geloof dat deze broeder Crank ook van Pinksteren is.

21 En ze waren erg aardige mensen, ze wilden dat ik de dienst van de komende week zou doen. Natuurlijk kon ik dat niet doen, weet u. Ze vroegen toen of ik er zaterdagavond zou zijn. Ik weet het nog niet. Ik vertelde hem dat ik het nog moest bekijken. Broeder Cobbles was gekomen en wilde de volgende vrijdag, zaterdag en zondag. En broeder Hall zou deze week een avond in Milltown moeten zijn, omdat wij volgende week weggaan voor de zomervakantie... Dus dan gaan zij... Ik heb een paar kleine samenkomsten hier en daar. Ik weet niet waar het zal wezen. Ik vertelde hem dat ik het hem wat later zou laten weten.

22 Het gaat goed met mijn vrouw. En zeker waardeer ik al de gebeden van u, mensen. Het kwam door gebed alleen. Omdat het een gemengde menigte is, zou ik niet kunnen zeggen wat er gebeurd is. Maar ze worden niet verondersteld om op de normale tijd te komen, en ze deed er uren, en uren, en uren over. Ziet u? En gewoonlijk vliegt de hartslag omhoog en sterven ze direct. Maar door de genade van God is ze er beter aan toe dan ze ooit is geweest bij een van de andere geboorten. Dus weet ik dat het uw gebeden waren die hielpen. Ik waardeer dat zeker met mijn ganse hart. En bid nu, we hebben...

23 De komst van deze kleine jongen heeft een keerpunt in mijn leven gemarkeerd. En ik heb... Een paar dagen geleden toen het ernaar uitzag dat hij misschien niet gewoon normaal geboren zou worden, en het leek alsof alles tegen ons was, de tegenstand... Gewoonlijk is het het donkerst voor het aanbreken van de dag, weet u. Dat is de gebruikelijke gang van zaken bij de mens. En dus gingen we... Ik ging naar Green's Mill toe, het padvinderskamp, naar mijn oude plek daarginds. Ik kon het gewoon niet langer meer verdragen, dus trok ik me terug met de Here Jezus voor een tijdje. En Hij verzekerde me dat alles in orde zou komen. En ik zei toen: "Here, ik heb U daarnet beloofd dat vanaf nu..." Ik heb zoveel moeilijke tijden en dergelijke meegemaakt.

24 Ziet u, waarschijnlijk zijn er één of twee vreemdelingen bij ons deze morgen. Ik weet het niet. Ik heb een aantal namen van mensen die wilden dat voor hen gebeden zou worden. Dus ik veronderstel dat dit gewoon de kleine tabernakelgroep hier is.

25 Maar ik ga door dingen heen waar de wereld niets vanaf weet, noch de mensen; erg zware dingen. De vijand werkt ook van binnenuit. Aan de buitenkant merkt u het niet. Het is die binnenkant die snijdt. En dus ontmoet ik het aan alle kanten. Maar ik verwacht het min of meer... Als het niet gebeurde dan zou ik me afvragen wat er misschien... Ik wil geen vriendschap met de duivel hebben. Ik weet dat hij mijn vijand is, en ik moet hem op het slagveld ontmoeten. Dus ben ik zo dankbaar voor materiaal om mee te vechten: het Woord van de levende God. Het zal voor altijd stand houden.

26 En nu, ik hoop dat God me helpt om mijn samenkomsten te herschikken, op zulke plaatsen, zodat ik langer kan blijven enzovoort. Wees in gebed.

27 Broeder en zuster Schoeman uit Zuid-Afrika zijn onderweg hiernaar toe. En hij is het hoofd van de vereniging van predikers van Zuid-Afrika. Ik heb begrepen dat hij deze herfst over komt en naar India gaat, enzovoorts.

28 Broeder Thoms uit Zuid-Afrika is hier. Ik ontmoette hem gisteren. Hij doet een geweldig werk daarginds onder de inboorlingen. De reden dat ik min of meer broeder Thoms' programma waardeer is omdat het programma waar hij over spreekt en dat hij ten uitvoer brengt, hij en broeder Tommy Osborn, volgens mij het juiste is, waardig om te ondersteunen. Omdat hij inboorling-zendelingen uitzendt. Ziet u, per slot van rekening weet de inboorling meer af van de inboorling.

29 We zouden wel een kerel uit Australië hier naartoe kunnen sturen. Hij zou een broeder zijn; we zouden hem liefhebben, hem aannemen en alles. Maar hij kent niet de Amerikaanse gebruiken, de Amerikaanse manieren. Je hebt een Amerikaan nodig om deze taak goed uit te voeren. En wat als wij iemand uit China hiernaar toe zouden sturen? Nou, hij zou een prediker kunnen zijn, maar waarschijnlijk zou hij maar een beetje Engels kunnen spreken. Het zou allemaal hortend en stotend zijn en het zou gewoonweg geen effect hebben in vergelijking met een man die weet hoe de Amerikanen zijn, hoe hij met de Amerikanen moet werken, hoe hij moet inspelen op hun gewoonten enzovoorts. En dat is de wijze waarop het gaat. En we zijn min of meer afgesloten groepen mensen hier, noord, en zuid, en oost, en west, met dialecten enzovoorts.

30 Hier niet lang geleden, ik was in Cali... in Florida. En op een avond was daar een dierbare, beminnelijke broeder die een campagne had en hij heet broeder Jackson, en wel Gayle Jackson, een van mijn bekeerlingen door genezing. Ik was daar lang daarvoor. En gewoonlijk, weet u, wat mijn offeranden betreft enzovoort, laat ik het de mensen niet weten. Als de Here voorziet, in orde. Als Hij het niet doet, nou, dan krijgen we het ergens anders. Dus... En Gayle kwam naar voren en hij zei tegen de manager; hij zei: "Hoe gaat het met de financiën?"

31 Hij zei: "Oh, maar ongeveer duizend dollar, een beetje meer, misschien vijftienhonderd, die we tekort komen."

32 Hij zei: "Het vervelende ervan is dat u niet weet hoe u met deze Zuiderlingen om moet gaan." Dus gaat hij daar naar toe... hij zei: "Zou ik uw offerande vanavond mogen ophalen?"

33 Hij zei: "Ja, maar geen gebedel, omdat broeder Branham niet wil dat we dat doen." Hij zei: "Wij bedelen nooit."

34 Dus ging hij het podium op en hij zei slechts een paar woorden, en er zat tweeduizend dollar in de offerande. Hij zei: "Ziet u, broeder Baxter, u weet gewoon niet hoe deze Zuiderlingen aan te pakken. Dat is alles."

35 Dus zo zit dat in elkaar. U moet gewend geraakt zijn aan de Zuiderlingen. U moet gewend zijn aan de Noorderlingen. U moet eraan gewend zijn. En ik denk dat een inboorling die zijn eigen gewoonten kent en zijn eigen stam, een veel betere aanpak is... een veel geschikter persoon is om bij zijn eigen volk te plaatsen, dan al het zelfgemaakte dat wij zouden kunnen zenden. Dat is juist. Dus ben ik erg dankbaar voor de broeders.

36 Welnu, vanmorgen wil ik slechts eventjes met u spreken. Ik ben niet... Ik weet dat dit misschien mijn laatste samenkomst zal zijn voor ik weer bij u terug zal zijn. Wij gaan nu naar Macon, Georgia. En dat wordt gesponsord door tweeënveertig zuidelijke Baptistenkerken, naar ik begrepen heb. En dan, van daaruit gaan we naar de internationale Christelijke Volle Evangelie Zakenlieden in Denver. En dan moet ik voor een tijdje naar Canada gaan.

37 En we zullen voorts zien wat broeder Schoeman dan, of waarom... waarheen we overzee gaan of verder door de staten... En broeder Moore maakt natuurlijk elk programma, het gehele reisplan, en voor hier. En hij zal bij ons zijn daarginds waar we broeder Schoeman ontmoeten. Ik hoop dat broeder Schoeman langskomt zodat u hem zult leren kennen en dat hij eraan toekomt om hier eens tot u te spreken in de tabernakel. Erg fijne man, hij en z'n vrouw. Hij behandelde me als een broeder toen ik in Afrika was, dus behandel hem op dezelfde wijze als hij hiernaar toe komt, in de liefde van de Here.

38 Welnu, nadat ik was thuisgekomen en wist dat... zij vertelden me dat broeder Neville het niet had doorgekregen voor de radio-uitzending. Ik was aan het luisteren. Hoevelen luisteren naar de uitzending? Ik vertel u, dat zingen is subliem, en het prediken gaat er nog wat boven uit. Dat was echt een goede boodschap gisteren. Waardeert u dat allemaal? Niet om hem te laten blozen, maar het is de waarheid. Ik... Als ik zou denken dat broeder Neville iets verkeerds zou doen, dan zou ik hem naar de kamer roepen en dan zouden we het helemaal uitpraten, en erover bidden. Als hij iets goeds doet, dan houd ik ervan hem erover te vertellen, ziet u. Dat maakt dat we ons beter voelen.

39 De leuke kaartjes en cadeaus waar jullie allemaal vanaf weten, die verstuurd zijn naar de kleine jongen daarginds bij... Ik wil u vertellen dat ik ze ook waardeer. Mijn vrouw zendt haar liefde en groeten aan u allemaal.

40 En laten we nu overschakelen op het gezegende oude Woord hier. Maar laten we eerst tot Hem spreken, de Auteur, voordat we dat doen.

41 Onze geliefde Redder, we komen om Uw Naam te gebruiken, voor een paar ogenblikken terwijl we de Almachtige benaderen, de Schepper, Degene die U verwekte in de schoot van de maagd. En zij bracht deze Wonderbaarlijke voort, die als bemiddelaar staat tussen de levenden en de doden, de enige weg, de enige bemiddelaar. En we zijn zo blij te weten dat Hij ons door Zijn Goddelijke belofte, deze woorden gaf: "Wat u ook de Vader in Mijn Naam vraagt, dat zal Ik doen."

42 Dus vragen we vandaag in de Naam van de Here Jezus, lieve Vader, dat U de dankzegging in onze harten zult ontvangen, aangezien U altijd in Uw heiligdom vergaderd bent om de lofprijzingen van Uw kinderen te horen. En wij zijn vandaag dankbaar voor alle zegeningen, voor gezondheid, en het doorgaan van de gemeente en het werk, over de hele wereld. Wij zijn er zo dankbaar voor. En Vader, wij bidden dat U doorgaat, en niet alleen doorgaat, maar dat U een dubbel deel zult uitgieten op het werk overal, omdat we geloven dat we geen tijd meer zullen over hebben. Alle dingen wijzen naar het einde. Wanneer precies, dat weten we niet, maar we wensen gereed te zijn, zoals de Here Jezus ons verordineerde om zo te handelen.

43 En nu, Vader, danken wij U. Ik wil U vandaag zelf persoonlijk danken voor de kleine jongen. Uw belofte bleef vier jaar lang uit. "Maar Ik, de Here, heb het geplant; Ik zal het bewateren, dag en nacht." U maakt Uw beloften altijd waar, Vader. Ondanks dat het visioen uitblijft, toch zal het spreken. Het moet wel, omdat het het Woord en de belofte van God is. We zijn niet bevreesd en we gaan voorwaarts, wetend dat alle dingen meewerken ten goede.

44 Dank U dat U de moeder er veilig doorheen hebt gehaald. Nu, ik bid dat U haar ellende en pijn vandaag zult verlichten. We weten dat het iets natuurlijks is, maar geef haar troost, Vader. Zegen haar daarginds vandaag, en moge ze spoedig thuiskomen.

45 En sta Uw dienaar bij, terwijl we samen voorwaarts gaan, daarginds de slagvelden in, om het graan te oogsten en het naar de graanschuur te brengen voor de Meester.

46 Zegen de gemeente hier. Zegen onze geliefde herder, Uw dienstknecht, getrouw op zijn post. En we bidden dat U alle diakenen zult zegenen, de beheerders, wie dan ook. Laat Uw zegeningen rusten op hen allemaal.

47 Zegen, zegen, bidden wij vanochtend, de bezoekende geestelijken, de vreemdelingen in onze poorten. En wanneer de dienst voorbij is, mogen we zeggen zoals die van Emmaüs kwamen: "Stonden onze harten in ons niet in brand vanwege Zijn tegenwoordigheid?" Ga het Woord in, Vader. Moge de Heilige Geest komen, en het Woord nemen. Niets van te voren overdacht, ik weet niet wat te zeggen, maar ik draag het allemaal aan U op. Uw wil geschiede, in Jezus' Naam. Amen.

48 Laten we opslaan om iets van de Schrift te lezen, het boek van Genesis als u wilt, te beginnen bij het zesde hoofdstuk, om een kleine tekst te lezen hier in het Woord, te beginnen met het achtste vers van het zesde hoofdstuk. En het thema deze morgen, zo God wil, is om enkele ogenblikken uit het Woord te onderwijzen voordat we voor de zieken bidden, en daarna komt de herder aan de beurt om de dienst te beëindigen.

49 We bidden dat God zal vermenigvuldigen en zegenen. Ik zie hier een klein meisje op de voorste stoel zitten. Ik geloof dat de moeder die hier zit, dat... Ik denk dat we enige tijd geleden voor het kind hebben gebeden. En naar het beste dat ik me herinner, kon zij niet kon lopen of zoiets. Zij ziet eruit alsof ze er vandaag een heel stuk beter aan toe is en ik ben daar zo dankbaar voor.

50 Ik bid voortdurend dat God meer Geest en kracht zal uitstorten op Zijn gemeente en op Zijn volk overal, zodat ons geloof ver boven alle kwalen van het leven uitgetild mag worden, zodat we in staat mogen zijn om meer dan overwinnaars en veroveraars te zijn door Hem die ons heeft liefgehad en Zijn leven voor ons heeft gegeven.

51 Welnu, tot u die uw Bijbel bij u heeft:

     Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN.

     Dit zijn de geboorten van Noach. Noach was een rechtvaardig, oprecht man in zijn geslachten. Noach wandelde met God.

     En Noach gewon drie zonen: Sem, Cham en Jafeth.

     Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel.

     Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op aarde.

     Daarom zeide God tot Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; want de aarde is door hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven.

     Maak u een ark van goferhout; met kamers zult gij deze ark maken; en gij zult die bepekken van binnen en van buiten met pek.

52 En moge de Here nu Zijn zegeningen toevoegen aan het lezen van Zijn Woord. Ik wil vanochtend enige ogenblikken over het Woord spreken, als God het wil, of beter gezegd, het Woord onderwijzen over 'De ark', wat de ark inhield, en wat de ark voorafschaduwde, en over het beeld van de ark. Want de ark typeerde op perfecte wijze Christus, zoals alles in het Oude Testament Christus typeerde. En Christus is de vervulling van het gehele Oude Testament, dat werd vervuld in Christus Jezus.

53 Welnu, het was een tijd van vernietiging, de periode net voor de vernietiging. De hele aarde was vol van geweld.

54 Als u opmerkt, overal waar u ziet dat de mens zich begint te vermenigvuldigen, daar beginnen mensen samen te komen; een grote toestroom van mensen komt en blijft, en die stad wordt dichtbevolkt, meer bevolkt. Het eerste wat gebeurt, weet u, is dat ze recreatieplannen beginnen te ontwikkelen, van daaruit gaat het naar gokken toe, van gokken naar drinken, van drank naar prostitutie, het uiteen vallen van gezinnen, huwelijk, echtscheidingen, en vervolgens moord. Het blijft gewoon groeien, groeien en groeien, als een keten zonder einde.

55 Toen God enkel met de mens wandelde toen hij alleen was, stond hij in de gunst bij God. Maar toen de mens zich begon te vermenigvuldigen en er steeds weer anderen begon bij te krijgen, toen begonnen zij... Satan kreeg een groter gebied om in te werken. Deze man zou misschien een klein beetje geloven, helde over naar deze zijde en een ander een klein beetje naar die zijde; als dan Satan binnenkomt, vuurt hij het gewoon aan. Dan wordt het dit en dat, en de inbeelding begint groot te worden en dan steekt corruptie de kop op. En toen Noach...

56 Als u het wilt opmerken, na het vermoorden van Abel, verving God hem in de geslachten door Seth. Natuurlijk werd ons door historici onderwezen dat Adam en Eva zeventig zonen en dochters hadden. Maar de Bijbel maakt alleen melding van de drie zonen Cham, Sem en Jafeth; dat waren Noachs zonen. Excuseer me. Kaïn, Abel en Seth waren Noachs zonen... of Adams zonen.

57 Ik ben gewoon een beetje opgewonden. Zo ben ik de afgelopen paar dagen al geweest sinds mijn Jozef gekomen is, dus haal ik min of meer de dingen een beetje door elkaar.

58 Merk op, dan door dit geslacht van Cham, nadat hij over de antediluviaanse vernietiging heen gedragen was, ging zijn hele geslacht geleidelijk over tot goddeloosheid.

59 En als we het geslacht van Kaïn volgen, gebeurde daarmee hetzelfde. Kaïn ging weg naar het land van Nod en huwde daar, nam zijn vrouw mee en ging daarnaar toe, en later werden de mensen als reuzen.

60 Toen de kinderen van Israël daar doorheen trokken, kwamen ze mannen tegen, waarvan sommigen zelfs vingers van vijfendertig centimeter lang hadden. Denk daaraan, grote reuzen. David versloeg Goliath, die een grote knaap was, en hij zei dat zijn speer eruit zag als een weversboom. En hoevelen... Twee meter vijfenzeventig lang, wat een reusachtige knaap was hij.

61 Maar als u oplet, er kwam een geweldige beschaving uit dat geslacht van Kaïn daarginds op. Toen de mensen zich begonnen te vermenigvuldigen begonnen ze achter verschillende opleidingen aan te lopen enzovoorts en men deed ontdekkingen, uitvindingen. Er was een geweldige houtbewerker, oh, wat bouwden zij en begonnen zij te bouwen en te bouwen en te bouwen, het was een teken dat de eindtijd dichtbij was.

62 Hebt u ooit zien bouwen zoals we nu hebben? Het is opnieuw het teken van de eindtijd.

63 Zij waren geweldige metaalbewerkers. En zij ontdekten wat zij met metaal konden doen. En kijk wat zij vandaag met metaal doen, en ze maken zelfs... Ik hoorde op de radio onlangs dat ze nu stalen of metalen huizen bouwen. Zij doen bijna al het timmerwerk weg dus maken ze het van aluminium, en van staal enzovoorts; en doen grote uitvindingen bij de opleidingen, zodat er een geweldige versnelling in de wetenschap, in de vooruitgang van de wetenschap is; een teken van de eindtijd. Kijk wat de wetenschap de afgelopen paar jaar heeft gedaan (Oh!) gewoon de dingen die gedaan zijn. Wat betekent het?

64 Het naderen van de eindtijd. Een teken dat alle gelovigen...

65 Predikers achter de preekstoel zouden het moeten prediken met al de kracht die ze hebben, om het aan de mensen te tonen.

66 Wij vliegen de mijlpalen voorbij. En alle dingen wijzen op het einde. Het Schriftuurlijke vers, Gods Bijbel die we vandaag lezen en geloven, wijst op het einde, dat het niet veel verder kan gaan. De grote wetenschappelijke wereld zegt dat het einde in zicht is, een andere grote mijlpaal. De dierenriem op de kalender enzovoorts, de astronomie, alles zegt dat het einde in zicht is. De piramide zegt dat het einde in zicht is. Elk belangrijk hoogtepunt geeft aan dat het einde in zicht is. Wij zijn in de eindtijd aangekomen.

67 Merk op. Maar God in Zijn soevereine genade, vóór de eindtijd... Hij verwees ernaar in Jezus. Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Noach, vóór de vloed, wat de mensen aan het doen waren, dat is wat nu opnieuw herhaald zal worden." En we zien het. Dus moeten we wel geestelijk blind zijn òf we kunnen het zien. Open je ogen, kijk om je heen.

68 Er is zo'n groot verschil tussen lichamelijk blind en geestelijk blind. Ik geloof als ik mijn keuze moest maken, dat ik voor lichamelijk zou kiezen, altijd. Ja, er bestaat zoiets als blind zijn.

69 Hier niet lang geleden zei een prediker: "Als u een dienstknecht van de Here bent, sla me dan met blindheid."

70 Ik zei: "U bent al blind."

     Hij zei: "Ik blind?"

71 Ik zei: "Jazeker." Want hij spotte met Goddelijke genezing, spotte met de doop van de Heilige Geest, zeggend dat zoiets er niet was. Ik zei: "U bent blind."

     Hij zei: "Nee, dat is een bedenksel van uzelf."

72 Ik zei: "Dat is de Schrift. De Bijbel zei het."

     Hij zei: "Wanneer was het verstand ooit blind?"

73 Ik zei: "Nou, vele keren. Jezus zei tegen uw vaderen: 'Jullie blinde Farizeeërs. Jullie hebben ogen en kunnen niet zien.' Dat klopt. 'Maar als jullie de tijd zouden hebben herkend...'" Ik zei... Elia, die grote profeet, was daar in Dothan op een keer. En daar had het hele Syrische leger Elia omsingeld om hem te pakken te nemen. En Gehazi zei...?...: "Vader, zij zitten op onze nek. De hele stad hier is rondom omsingeld door het leger van de Syriërs."

74 Hij zei: "Nou, er zijn er meer met ons dan dat er met hen zijn." Hij zei: "Welnu, hier zijn zij, maar ik kan niemand anders dan u alleen zien."

75 Hij zei: "God, open zijn ogen." En toen zijn ogen geopend werden, keek hij, en rond die oude profeet waren wagens van vuur, de heuvels stonden in brand, de engelen...?... Hij wandelde regelrecht naar buiten naar waar zij waren, en hij zei dat hij hen met blindheid sloeg. Hij liep naar buiten... En hoe? Niet lichamelijk. Op een bepaalde wijze waren zij lichamelijk blind. Hij ging hen tegemoet en zei: "Bent u op zoek naar Elia?" Hij was zelf Elia.

76 Zij zeiden: "Ja, we zoeken hem."

77 Hij zei: "Kom, volg mij, ik zal jullie precies naar hem toe brengen." Zij wisten het niet. Zij waren blind.

78 En vandaag worden mensen met blindheid geslagen omdat ze God verwerpen, oh genade. Dat laat alleen oordeel over. Maar God in Zijn liefde en genade heeft zo een weg beschikt, dat voordat Goddelijk oordeel ooit toeslaat er een weg is. God maakt een weg ter ontkoming voor al degenen die een verlangen hebben die weg te volgen. Dat zijn de barmhartigheden van Hem, die een weg ter ontkoming maakt. "Niet willende dat iemand zou omkomen, maar dat allen tot bekering mogen komen."

79 Hij is vandaag in de wereld en toont tekenen en wonderen, Hij wekt mensen op, grote dingen vinden plaats, Hij toont tekenen in de hemel boven, en op aarde, tekenen. Tekenen van vliegende schotels door de lucht, terwijl zelfs het Pentagon en allen daar niet weten wat ze ervan moeten denken. Tekenen in de hemel boven, en op aarde de genezing van de zieken, het laten opstaan van de doden, het openen van blinde ogen, het uitwerpen van boze geesten, het prediken van het Evangelie, tekenen voor Zijn komst. "Niet willend dat iemand zou omkomen, maar dat allen nederig, lieflijk zouden buigen tot bekering." Maar diegenen die Christus verwerpen moeten in blindheid wandelen.

80 Wat als ik vandaag besloot om mijn gezichtsvermogen dat ik heb te verwerpen en het zou laten uitschakelen? Als ik zou weigeren om mijn ogen te houden, ik iets zou nemen en ze zou uitsteken. Dan wíl ik niet zien.

81 Dat is de wijze waarop het geestelijk is. Als een mens weigert om in Gods Woord te kijken en het plan te zien, en God te zien, dan steekt hij automatisch zijn ogen uit. Hij sluit zelf zijn ogen toe voor de dingen van God. Wat een dag. Wat een tijd. Wat een les behoorden we vandaag te leren door om ons heen te zien in de eindtijd.

82 Maar God zei in Zijn soevereine genade in de dagen van Noach: "Welnu, Ik wil dat je heengaat en een voorziening treft voor al degenen die verlangen om te ontsnappen aan dit oordeel." Is dat niet fantastisch? God, niet willend dat iemand zou sterven, maakt een weg ter ontkoming voor degenen die wilden komen op Gods weg ter ontkoming. Dus zei Hij: "Noach, Ik wil dat jij een ark maakt."

83 Welnu, het woord "ark" betekent "een kleine kist, of een plaats ter ontkoming, een schuilplaats." In het Oude Testament wordt over drie arken gesproken. En we willen nu enige ogenblikken naar die drie kijken. Alle drie typeerden de ene grote Ark, Christus, voor de gemeente vandaag. Drie is een bevestiging, al de oude dingen waren enkel een voorafschaduwing.

84 Onlangs was ik aan het lezen terwijl ik buiten op de rivieroever zat, en las over hoe die Hebreeuwse moeders lang geleden geboorte gaven aan de aartsvaders en ieder schreeuwde uit in haar barensweeën wat zijn naam zou zijn, wat hij zou zijn en wat hij in de laatste dag zou zijn, al kreunend, niet wetend wat ze deed. Neem Genesis 49, en zie het type ervan, waar hun eindtijd, waar zij aan toe zijn gekomen, en let op wat er is gebeurd. Het is precies hier. Tjonge.

85 Hoe zouden we beseffen wat het betekent, als we alleen soms onze ogen zouden kunnen opendoen en ons geestelijk gehoor, dat wanneer het Woord naar voren komt, en de Geest aan ons zou openbaren... En nu bid ik dat de Heilige Geest deze dingen van God neemt en ze in het hart van elke man en vrouw, jongen en meisje hier plaatst.

86 De ark. Er was een ark die Noach had gebouwd, een weg ter ontkoming. De tweede waarover gesproken werd was degene waar Mozes in gelegd werd. De derde was de ark der getuigenis voor Israël. En de vierde, alles vervuld in de vierde, is Christus Jezus.

87 Laten we nu teruggaan en beginnen bij het begin, in Genesis, en zien hoe de voorbereiding van de ark werd gemaakt, en zien of het Christus niet perfect typeert. En al degenen die zich vergaderden in elke ark of door de ark tot verzoening kwamen, al diegenen werden door het oordeel heen behouden. En even zeker als zij behouden werden in het type, des te meer worden wij behouden in Christus, het ware Tegenbeeld van al de arken. Oh, Hij is fantastisch.

88 Dan merken we op dat God daarginds tegen Noach zei: "Ik wil dat je dit van een speciaal soort hout maakt." Welnu, gewoon een willekeurig soort hout zou niet werken. We moeten een bepaald soort hebben, en het moet goferhout zijn. Goferhout was... Een paar weken geleden was ik hier aan het studeren over wat goferhout was. Het was een zachte soepele houtsoort. Daar bestaat de ark uit. Het was een houtsoort die gemakkelijk bewerkt kan worden, een buigzame houtsoort.

89 Dat is de gelovige. Eenmaal in Gods handen, afgehakt van de boom van zijn eigen gerechtigheid wordt hij buigzaam in de handen van de Maker; niet heen en weer geslingerd door elke wind van leer, maar buigzaam, die precies in het Woord van God past om gemakkelijk gebruikt te kunnen worden.

90 En we merken op dat het een houtsoort was die gemakkelijk vocht opzuigt, vocht opneemt. En nu, van één kant kan de man die buigzaam is in de handen van God een groot iets zijn voor God, of anders zou u een groot iets voor de duivel kunnen zijn.

91 Welnu, indien de ark gebouwd was van hout dat soepel was en dat zich vol met water zou zuigen, dan zou het maar even duren of het zou vol zijn gelopen met water. En het zou onmiddellijk zinken, zwaar worden, omdat goferhout heel licht is. En het water zou het meteen doorweken.

92 Daar denk ik vandaag aan. Dit is het. Ik geloof dat het probleem bij vele oprechte mannen en vrouwen tegenwoordig is dat ze niet bereid zijn zichzelf compleet te geven, maar achter dwaling aan zijn gegaan. En dat is de reden dat de ark vol water is gelopen en zo geen steek verder kan komen. Op en neergaand zet zij koers, en staat ongeveer op het punt om te zinken.

93 Dus wat voor soort Heilige Geest maakte daar de weg gereed? Maar het... Zij konden het niet volhouden om op die manier verder te gaan. Dus zei God tegen Noach: "Smeer hem in met pek, van binnen en van buiten, aan beide kanten."

94 Toen bestudeerde ik waar pek van gemaakt is. Ik onderzocht en vond het, en dook in een oud woordenboek, ik begon uit te zoeken wat 'pek' betekent. In het Grieks ontdekte ik dat 'pek' een substantie was. Maar hoe men 'pek' krijgt: men slaat het uit de een of andere boom. Het was zoiets als hars, en ze sloegen het eruit, en kookten het, en goten het dan uit en dan werd het pek.

95 Wat mooi, het hout voordat het afgehakt werd, een speciaal soort hout. Christus, die een mens is in Zijn nederigheid, een mens zijnde. En de gemeente, Zijn ark vandaag, terwijl Hij in Zijn gemeente komt, wat niet meer is dan Zijn eigen geestelijk lichaam hier op aarde... Die Christus werd neergehouwen en het leven werd uit Hem geslagen, zodat het aangebracht zou mogen worden aan de gemeente.

96 Welnu, toen zij deze pek over dit zachte goferhout uitgoten, werd het meteen opgezogen van binnen en van buiten, en daardoor werd het afgesloten [verzegeld – Vert]. Amen. Oh, ziet u het? Een verzegeling: zacht, het Woord van God indrinkend. Christus die de Heilige Geest uitgiet, opgewarmd. Amen. Het zal niet gaan stromen als het koud is. Het moet heet worden. Wat we tegenwoordig nodig hebben is een ouderwetse Heilige Geest samenkomst, opgewarmd, en naar beneden stromend.

97 Zij namen dat zachte goferhout en goten het erop met een grote pollepel, en die pek trok in het zeer zachte, toebereide goferhout, gereed, van binnen en van buiten en maakte het zo hard als staal, zodat er helemaal geen water naar binnen kon sijpelen. Het was een bescherming.

98 En iedereen die komt en Christus ontvangt, zodat Hij hem bekleed met de Heilige Geest, die wordt zo gericht op één zaak dat hij niets anders ziet dan Christus. De wereld maakt hem niets meer uit. U kunt hem een duw of een stoot geven, hem er uittrappen, alles doen wat u wilt, maar hij is uitgehard. Met andere woorden, hij is verzegeld. Alle scheurtjes verzegeld; dat deden zij met de pek. En de Bijbel zei wat...

99 Weet u wat de verzegeling voor deze ark is vandaag? Efeze 4:30 zegt: "Bedroef niet de Heilige Geest van God, waarmee u verzegeld bent (of bepekt, door en door uitgehard) tot de dag der verlossing." Amen. Helemaal verzegeld, elk klein stukje hout, elke kleine uitgang, elk gaatje, elk scheurtje, elke porie in het hout wordt gewoon verzegeld en uitgehard met de Geest van God. Oh, wat wonderbaar.

100 Ziet u, als u het er koud op giet, dan zou u er luchtbellen in krijgen. Als u dan ooit eens tegen een blok hout of iets aan botst, dan zou het stuk kunnen gaan, omdat er een luchtbel in zit. Maar als het heet wordt gemaakt en er dan op gegoten wordt, dan trekt het er helemaal in en dicht het af aan beide kanten, van binnen en van buiten. Amen.

101 Het volmaakte beeld van Christus en Zijn gemeente. Hoe er één boom omgehouwen, geslagen en verbrijzeld moest worden en alle sap eruit moest worden genomen; en dan moest dat aan de andere boom aangebracht worden om de boom te bewaren door het oordeel heen. Christus werd afgehouwen, opdat door Zijn leven, en door Zijn Heilige Geest de gemeente door het oordeel heen zou mogen worden gedragen. Ziet u het? Wat een prachtig beeld. Tjonge jonge. Dat brengt u in ontroering, nietwaar? Het zorgt er voor dat uw hart op en neer springt. Ziet u? Het spreekt allemaal over Christus, alles in het Oude Testament ging over Christus, voorafschaduwde Hem.

102 Iemand zei onlangs: "Broeder Branham, hoe kan het toch dat dit gebeurt en dat gebeurde?" Nou, hij zit nu hier. Ik zat aan tafel te eten.

103 Ik zei: "Zuster, ga weg van al die dingen, en kom terug naar het begin." Ik zei: "Het eerste wat een mens was, voor iemand anders er was, voordat er één cel bestond, was dat ze geest waren. Dat is het wezenlijke deel. Houd die geest in orde. Alles buiten die geest, deze kant op, zal verdwijnen, of het nu huizen, landerijen, tehuizen, gezondheid of wat ook moge zijn: het is vergankelijk, en het zal precies regelrecht terugkeren tot die geest." Halleluja. En regelrecht weer tot de geest terug, dus houd dat in orde.

104 Ongeacht wat u hier in deze wereld hebt, wat u niet heeft, houd uw hart precies zuiver afgestemd op God. Want het is allemaal, alles, al uw huizen, landerijen, al uw geld, al uw ziekte, heel uw gezondheid, al uw kinderen, alles, alles wat u hier op deze aarde hebt, het zal u allemaal verlaten, en u zult precies regelrecht weer terugkeren naar den beginne. Als dat in orde is met God, dan zult u weer tevoorschijn komen net zo zeker als dat er een God in de hemel is. Als het niet in orde is met God, dan moet u de andere weg nemen. U bent hier om een keuze te maken. Maak hem vandaag voor Christus!

105 Merk op. Oh! Een andere betekenis die het woord heeft, wanneer er staat: "Pek, pek het", teer het, of drenk het met hars, het betekent "verzoenen". Welnu, het woord "pekken" betekent "verzoenen". In Leviticus; hetzelfde woord dat voor pekken werd gebruikt in Genesis, wordt in Leviticus gebruikt als een verzoening, om een verzoening te maken. Welnu, verzoenen betekent dat je er tussenin staat. En het pek dat in het goferhout in de ark was, was er om de toorn weg te houden, of om de gelovige te verzoenen tegen de toorn. Ziet u het?

106 Noach kon niet onder de toorn van de wateren van het oordeel komen. Oh, ik zie het nu. Ziet u het? Kijk. Hij kon niet in het oordeel komen omdat er een verzoening was tussen hem en het oordeel. En het oordeel was het water van de wereld.

107 En de gelovige in Christus is veilig geborgen. Amen. Niet op grond van zijn eigen verdiensten, maar op grond van zijn gehoorzaamheid, gehoorzaam om de ark in te wandelen. Het enige wat Noach moest doen was de ark binnengaan. Hij hoefde zelfs niet eens de deur dicht te doen; God deed dat zelf. Wandel naar binnen; dat is alles wat de gelovige doet: te wandelen door geloof in Christus. God neemt de rest onder zijn hoede. "Wie Mijn woorden hoort, en gelooft in Hem die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven, en zal niet in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in leven", in de ark, veilig voor altijd. Amen. Laat het oordeel haar heen en weer schudden als het dat wil.

108 Nou, ik stel me voor dat de ark soms op zijn kant lag, en onderste boven, en op elke wijze. Maar Noach was veilig. Het pek stond tussen hem en het oordeel.

109 En tegenwoordig staat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, tussen ons en alle oordelen. Amen. "... zal niet veroordeeld worden, of in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in leven." Amen. Waarom? Omdat hij in de ark is. Wat een volmaakt beeld.

110 Omgehakte bomen, de wijze waarop ze in de wereld begonnen, eerst omgehakt, zo komt elk mens in de wereld, "geboren in zonde, geschapen in ongerechtigheid, leugensprekend in de wereld gekomen", onbewerkelijk, onbeminnelijk, goddeloos, weg van God, vervreemd, zonder hoop, zonder Christus, stervend, op weg naar een zondaarsgraf, klaar voor het oordeel.

111 Dan komt het Woord langs, scherper dan enig tweesnijdend zwaard, hakt de boom om, hakt 'm uit, snijdt alle uitsteeksels en alle doornen er vanaf, snijdt er het beste deel uit, en dan is het buigzaam (Amen) in de hand van de Bouwmeester, Christus.

112 Daarna werd Zijn leven uitgegoten op Calvarie, opdat door het vergieten van het bloed, Hij een verzoening mocht maken om de mens te beschermen die in de ark der veiligheid is. Oh, wat een beeld. Daarna om de pek aan te brengen...

113 Omdat het anders zou vol lopen met water. Ik wil dat u dit opmerkt. Een mens zegt gewoon: "Nou, ik geloof het Woord. Ik zal dit ervan nemen, dat..." Zonder het bloed bent u overgelaten aan de wereld. Ongeacht hoezeer u in de ark bent, hoe groot de ark is, of op welke verdieping u bent, u moet bepekt worden, volgezogen, helemaal doordrenkt met de Heilige Geest, om de wereld buiten te houden.

114 Dan wil ik dat u opmerkt hoe prachtig... Daar moest nog een andere boom neergehouwen worden, een mede bloedverwant omgehouwen worden, en geslagen worden totdat alle hars eruit gestroomd was. En deze hars werd daarna uitgegoten op de andere die omgehouwen werd om hem te behouden. Amen. En vandaag... Hoe lang behouden? Welnu, die zonde, zesduizend jaar geleden...

115 En zij zien de oude ark nog steeds op de top van een berg staan. Geen ander hout heeft dat ooit overleefd en zal het ooit overleven. Waarom? Het werd bepekt door de dood van een ander. De ark staat er nog steeds, van binnen en van buiten bepekt, als een gedachtenis aan wat pek kan doen.

116 Oh, wat een perfect beeld van hoe Christus is. De positie van een gelovige in Christus, na eenmaal in Christus te zijn, aan de buitenkant bepekt met... Alles wat u hoeft te doen... De ark is toebereid. Het enige wat u hoeft te doen is om binnen te komen en te geloven.

117 Merk op, toen Noach binnen kwam... Het enige wat hij hoefde te doen, was naar binnen te wandelen. God sloot de deur dicht, en hij was veilig totdat de oordelen voorbij waren. God deed het sluiten. God deed het openen. Dat is de gelovige vandaag in Christus.

118 Merk op. Vlug nu... De volgende ark waarover gesproken werd, waar we een ogenblik op in zullen gaan, was die van Mozes. De Bijbel verklaarde dat dit kleine mandje een ark was. En merk op dat het door de moeder toebereid werd, degene die hem de geboorte gaf. Amen.

119 Niet door enig seminarie, niet een theologische ervaring, maar Degene die de gelovige de geboorte geeft, bereidde de ark voor hem, en droeg hem door het oordeel heen.

120 Dus vlechtte ze het met die kleine stengels die ze toen hadden, zoals een kleine maïsstengel, vlasstengel. Ze hebben ze nog steeds in Egypte. U kunt nog steeds zien dat die moeders hun kleine baby's over de rivier de Nijl heen brengen, er overheen duwen; terwijl zij er doorheen waadt, met een klein mandje, op dezelfde wijze, duwt hem in een mandje over de rivier de Nijl.

121 En ze ging voor hem een kleine ark maken. En de wijze waarop het gemaakt is, ze vlechten het naar binnen en naar buiten wanneer ze het maken. Dat is de manier waarop de vlechters het doen, ze vlechten het voor- en achterwaarts.

122 Voorts ging ze het dichtsmeren. Leem is eveneens een soort pek. Hetzelfde woord, leem, kijk het na, zie of het niet inhoudt "pekken" of "verzoenen". Dan ziet u dat wanneer de vlechters de stengels zo naar binnen en naar buiten vlechtten, dat er kleine openingen daarin gemaakt werden zodat het de pek zou vasthouden.

123 O wonderbaar. Hoe de gelovige... Wat een schande vandaag de dag dat we allemaal afgescheiden zijn, de één Methodist, en de ander een Baptist, en één een Lutheraan en een ander een unitariër en weer een ander een trinitariër. Wat jammer. Ze zouden allen dicht aaneengesloten moeten zijn, vervolgens met pek overgoten, zodat alles aan elkaar plakt en tezamen verbonden is, om een veilige plaats te vormen. Fantastisch, met pek overgoten...

124 Toen werd de kleine baby Mozes in het mandje gelegd en aan het oordeel van het water prijsgegeven. "Water" betekent altijd "massa's en menigten van mensen". Het kleine kereltje daar buiten, misschien had hij een klein deksel boven zijn gezicht, daarginds in de ark, drijvend op de rivier de Nijl. Hij stroomt snel. En daar drijft hij tussen het riet en de biezen door, langs de krokodillen en van alles en nog wat, de Nijl afdrijvend. En door de regens en de stormen en de onweders, en door de stormwinden die er doorheen bliezen hield de kleine ark het uit. Waarom? Er was daar een priester in de ark. Amen. Hij was een priester. Hij was een wetgever. Hij was een koning.

125 Zo was Noach ook. Noach was ook een vader. En de vader zelf die de ark gemaakt had was in de ark met zijn gevolg.

126 Christus, onze Vader, die de ark met Zijn eigen bloed heeft gemaakt, is binnen in de ark, samen met de gelovige, in gemeenschap. Wonderbaar.

127 Terwijl alle kinderen en alle dieren naar Noachs prediking luisterden, terwijl de oordelen gaande waren, erop uitgestort werden, en de ark de golven uiteen kliefde, terwijl ze getest werd bij het gaan van plaats naar plaats, zei Noach: "Houdt jullie stil, kinderen. God heeft deze ark gemaakt. Hij werd volgens Zijn instructies gebouwd. Hij zal alles overwinnen wat de duivel er tegenin kan brengen." Noach predikte in de ark en werd van het oordeel weggenomen.

128 Kleine Mozes daar buiten, keek naar boven naar de heldere sterrenhemel bij nacht, terwijl de wind over de verschillende plaatsen woei en gierde en de oude Nijl op en neer sprong, en de krokodillen onder het mandje door zwommen (halleluja), veilig, beschermd omdat er een verzoening tussen stond, tussen hem en al de stormen en de hevige winden die de duivel kon zenden. Niets zou deze kleine ark verontrust kunnen maken. Hij dreef er precies tussendoor.

129 Ik kan de grote Heilige Geest erboven zien staan. Ik kan de engelen van God met hun getrokken zwaarden erbij geplaatst zien. Beslist niets, niets zal het gaan aanraken.

130 Ik kan zien dat de duivel probeert de ark te laten zinken terwijl Noach zingt: "Jezus, houd mij dichtbij het kruis", of wat het ook maar was. Alle duivels in de hel konden het niet innemen, omdat het gebouwd werd volgens Gods instructies. Er stond daar een verzoening tussen oordeel en genade.

131 Dat geldt voor iedere gelovige vandaag, ongeacht hoe moeilijk het mag lijken...?... hoe moeilijk het leven mag schijnen te zijn. Zolang u in Christus Jezus bent, is er niets in heden, niets in de toekomst, dat uw ziel kan bereiken, niets dat ons van de liefde van God in Christus Jezus kan scheiden. Amen. De duivel zal elke storm vanuit de hel op u loslaten, maar God heeft een verzoening tussen u in staan. Hij zal op elke golf blijven drijven. Het zal langs elk krokodillenbed heen gaan.

132 Waar belandde hij? Precies exact in het spoor om koning over heel Egypte te worden. Halleluja.

133 En één dezer dagen, wanneer deze oude ark aan de andere zijde van de stormachtige Jordaan aanlandt, dan zullen we verder wandelen als priesters en koningen voor God, onder de verzoening van het bloed van de Here Jezus Christus staand, die vrijelijk geeft aan een ieder die wil, de verzoening, de genade.

134 Daarginds in het Oude Testament zei Hij: "Welnu, u zult een ark gaan maken." En Hij specificeerde het hout, 'acacia-hout'. Of u kunt het van dit hout gaan maken. Het wordt in de Bijbel 'sittim-hout' genoemd, maar in werkelijkheid wordt het 'acacia-hout' genoemd. En u kunt er hetzelfde mee maken, de ark. En Hij zei: "U zult hem maken en met goud bedekken."

135 Bezie deze ark en zie of hij Christus typeerde. Merk op, telkens was het een type. Noach was een type van Christus, een weg makend, en Mozes ook.

136 Welnu, let op die ark des verbonds. Hij zei: "U zult hem van acacia-hout maken en hem met goud overdekken." Iedereen die de Schrift kent, weet dat goud spreekt van de Godheid en dat hout van menselijkheid spreekt. Ziet u, Hij zei: "U zult hem bedekken, overdekken met goud, over het hout heen." Dat betekent Godheid over het hout heen: Christus over de gemeente, van binnen en van buiten, met Godheid bedekt!

137 U zult er een deksel boven op hebben. Het zal een genade troon zijn, en alle wetten zullen erin rusten. Maar voordat u...?... u zult het geheel met bloed besprenkelen. De wet spreekt van oordeel. Maar tussen de wet en de samenkomst, was daar iets wat voor de Godheid in de plaats stond: type van Christus.

138 Tussen de toorn van God, het oordeel in de hel, tussen dat en de gelovige, staat de Godheid zelve, Christus, die ertussen staat met een verzoening die gemaakt is om ons van onze zonde te verlossen en om ons van onze ziekten te genezen. De Godheid staat ertussen, tussen oordeel in.

139 De wet was een rechter. De wet oordeelde, maar het zoenoffer stond tussen de belijdende gelovige en het oordeel in. Daar lag het oordeel in de ark, gereed om voorwaarts te komen. Maar als het naar voren kwam, kon het niet verder, omdat er een verzoening tussen dat en de gelovige in stond. En de gelovige kwam en accepteerde Christus in schaduw en type, stortte bloed dat op de genadetroon werd gesprenkeld, en dan kreeg hij genade, en kon hij verheugd wegwandelen omdat hij vrij van oordeel was.

140 "Er is daarom geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest." En wanneer een mens weet dat hij gestorven is voor wat betreft de dingen van de wereld, en diegenen die in Christus Jezus komen wandelen overeenkomstig de Heilige Geest en niet overeenkomstig de wegen van deze zondige wereld, dan is daar geen veroordeling voor hem. Hij kan in het aangezicht van de hel en oordeel kijken en zich verheugen, omdat daar het bloed van Christus is dat verzoening maakt, dat tussen hem en het oordeel in staat. Amen. Zo is het.

141 De gelovige, eenmaal binnen, met het deksel gesloten, dat maakt het voor altijd vast. Amen. Goud, Godheid erover en eronder gelegen, en overal rondom, gewikkeld in de Godheid. Elke mens die in Christus is gekomen wordt gehuld in de Heilige Geest en wordt een zoon of dochter van God.

142 ...?... en gewoon geslagen goud. Zij maakten het heet en sloegen het. En de goudslager sloeg het goud. Hij moest het slaan met een hamer. En men sloeg het goud totdat hij zijn spiegelbeeld erin kon zien. Daarna werd het heet gemaakt en goten ze het uit over de ark, en doordrenkten het hout. Oh.

143 Toen de Heilige Geest, die de kracht is, toen de Heilige Geest en vuur uitgestort werd op de gelovige, door het bloed van Christus, maakte Hij een verzoening voor hem. Hij is veilig voor alle Goddelijk oordeel. "Is dat inclusief ziekte?" Ja zeker. Dat is absoluut zeker.

144 Er staat niet dat het je ongemoeid laat, dat het je niet bespot, dat het je niet met rust laat, dat het zus of zo niet doet. "Maar vele zijn de rampen van de rechtvaardige", vele malen zal de ark deze kant en weer die kant opgeslagen worden, "maar de Here bevrijdt hem uit al deze dingen."

145 Vele botsingen moest de oude ark doorstaan. Vele 'ups en downs', en door vele stormen ging hij heen, maar hij arriveerde op de berg Ararat hoe dan ook.

146 Ik zei dat vele krokodillen onder de kleine ark door zwommen, vele stormwinden hadden die nacht geblazen, door vele zware stormen voer hij heen, maar hij landde veilig tussen het riet, waar de toebedachte dingen naar de troon van de natie gebracht konden worden: van het laagste naar het hoogste. Amen.

147 Wij miserabele, armzalige, tot de laagste van alle insectensoorten behorenden, de laagste van alle schepsels, die als moreel verdorven geestelijke doden omhoog getild kunnen worden van die plaats door de ark van het bloed van de Here Jezus Christus om zonen en dochters te zijn, en koningen en priesters voor God. Wat een beeld. Wat hebben we nog te overdenken? Hoe kan een mens zo'n voorstel afwijzen, dat God de mens gedaan heeft?

148 Daar is nog iets anders waar ik u op wil wijzen. Toen de ark gebouwd was, zei Hij: "Een gouden kroon zult u er bovenop leggen." Met andere woorden, toen de ark geheel rondom bepekt was, met al deze dingen en de wet aan de binnenzijde was... En merk dan nog iets anders op, het brood, de kosher, of het manna dat vanaf het begin viel, dat manna zat in de pot en werd in de ark bewaard.

149 En broeder, als u nog nooit God geproefd hebt om te zien dat Hij goed is, ga dan eens een keer die ark binnen, want daar ligt het manna; niet buiten in een oude formele leerstelling of iets anders, maar in Christus, aan de binnenkant. Kom binnen door de deur en God zal de deur achter u toesluiten, en houdt de oordelen buiten.

150 Merk op, toen hij naar binnen wandelde. Hij nam deze ark... Ook Aärons staf werd daarbinnen gelegd en hij botte uit, een oude stok die dood was, een staf, een stok, niets meer dan dat stuk hout waaruit alle leven is weggegaan. Hij is zo droog als wat, maar eenmaal in die heilige plaats gelegd, leefde hij opnieuw.

151 Elke zondaar, het maakt me niet uit hoe dor, hoe zwart, wat uw leven ook geweest is; in de tegenwoordigheid van Christus zult u opnieuw gaan leven en bloesemen en bloemen voortbrengen, gevoed door de Geest. Hoe ziek u ook bent, dat maakt niet uit, u zult dan in de tegenwoordigheid van het zoenoffer leven. Wat een wonder. Echt iets wat we in overweging moeten nemen! Wat een Schriftgedeelte! Wat een God! Hoe perfect... Wat een zeker fundament. Elke andere grond is zinkend zand. Elke andere grond is zinkend zand.

152 Merk op, plaatst er een kroon bovenop. Waarom? Het was de koning. Wat stelde die gouden kroon voor die bovenop een kist lag? Het betekende hier, met dat goud erover heen gelegd, dat de mensheid met goud bedekt werd. Bloed werd er bovenop gesprengd en een kroon lag daarop.

153 Wat een perfect type van Christus en Zijn Godheid, Zijn liefde. Hij kwam in de wereld en legde Zichzelf over de mensheid heen, over Zijn gemeente, Zijn gelovigen. Daar bovenop sprenkelde Hij Zijn eigen bloed, en zal redden "elk die wil". En twee uit goud geslagen engelen, met hun vleugels naar elkaar wijzend bij de genade troon, waar elke gelovige komt, zijn zonden belijdt en verzoening voor zijn zonde ontvangt.

154 Daar is Hij. Welnu, kijk naar Hem. De gouden kroon, stelt dat Christus voor? Ja, toen Christus hier op aarde was, werd Hij gekroond met een doornen kroon om het bloed te storten. Dat is juist. Maar elke gelovige die door dat vergoten bloed komt, trekt die doornen kroon opzij en kroont Hem met de glorie van aanbidding en eer. Elke gelovige die in Zijn tegenwoordigheid treedt accepteert dat Bloed van Zijn hier met doornen ingedrukte voorhoofd, en kroont Hem met glorie en aanbidding en majesteit, als Koning der koningen, als Genezer, als Alpha, Omega, als het Begin en Einde, als de Raadsman, de Vredevorst, de machtige God, de eeuwige Vader.

155 Noach was de vader in zijn ark. Mozes was de vader in zijn ark. Christus is de Vader in Zijn ark met Zijn onderdanen, u mensen, de gemeente, de gelovige, veilig in zekerheid.

156 Ik wil dat u eveneens opmerkt dat de toenadering tot die ark komt door een weg die... Let u op, elke man in die ark moest allereerst komen door de voorhof; vervolgens moest hij door de binnenste voorhang heenkomen; vervolgens in het Heilige der heiligen.

157 Dat was Christus als Profeet, als Priester en als Koning gekroond. Het allereerste dat kwam, u ziet dat hier over Hem gesproken wordt, toen Hij allereerst ten tonele verscheen, was dat Hij een profeet was.

158 Een mens die tot Christus komt moet eerst naar het kruis komen. Het kruis was Zijn priesterschap. Het kruis was daar waar Hij in de dood werd voorgesteld. Daar is dat kruis, waar "God de wereld zo liefhad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf."

159 Er is niemand bij zijn gezonde verstand, die ooit binnen kan komen voor het kruis, en voor Hem gebracht kan worden, of hij hoort Christus tot hem prediken. Christus is de Profeet, de Prediker.

160 Het volgende wat Hij daarna doet, is dat Hij verder gaat voor de verzoening. Hij gaat door de sluier heen als Priester om tussenbeide te komen, te bemiddelen, "doet voorbede, zittend aan de rechterhand van God, bemiddelend voor de gelovige." En de gelovige komt in Zijn tegenwoordigheid, en dan bemiddelt Christus voor hem op grond van de belijdenis van wat hij gelooft.

161 Wanneer hij naar het kruis komt, komt hij nu naar voren tot Christus. Hij zegt: "Oh Christus, ik weet dat U tot me predikte door het kruis, Uw Woord. Ik geloof U. Wilt U genade met mij hebben?"

162 En Christus, de Bemiddelaar, bemiddelt. Daarna gaat Hij verder, de ark binnen naar het oordeel aldaar, en draagt zijn gehele oordeel. [Blanco gedeelte op de band – Vert] ... neemt alle zonde en schande weg, en brengt verzoening met God teweeg; door de voorziening van het bloed wordt hij teruggebracht in gemeenschap met God, en wordt hij veilig voor altijd in de ark geplaatst.

163 Niets meer om u zorgen over te maken. Geen kwaad kan aangericht worden. U bent dan net zo veilig als u maar kunt zijn. Laat de stormen komen. Laat, oh, van alles plaatsvinden, laat ziekte toeslaan. Laat alles plaatsvinden dat Satan wenst te sturen. God zal u precies door elk dingetje heen loodsen. Spring er niet uit. Blijf precies in Christus. Zeg: "Here God, 'op deze Rots', zei U, 'zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel kunnen haar niet overwinnen.' Ik geloof U, Here Jezus. Ik veranker nu mijn ziel in een haven van rust." Oh.

164 Christus, de Hoofdkapitein van onze verlossing, daar staat Hij, de grote Overwinnaar. Hij scheurde de voorhang in tweeën, en haalde heel de middenmuur der scheiding naar beneden, en nodigde "elk die wil" uit, om te komen om deel te nemen aan Zijn leven, en om met Zijn Goddelijke zegeningen bekleed te worden, zodat u geen oordeel meer in het oordeel kan treffen. [Blanco gedeelte op de band – Vert] Ik zei: "God, ik ben voor altijd veilig. Ik heb mijn ziel verankerd in de haven der rust, om de wilde zeeën niet meer te bevaren. De orkaan moge woeden over de wilde, stormachtige diepten, maar in Jezus ben ik voor altijd veilig."

165 Laat ziekte komen, laat problemen komen, laat ontmoediging, of smart, en van alles komen, dat heeft er niets mee te maken. Wij ontvangen een Koninkrijk dat niet van zijn plaats bewogen kan worden. Er staat niet dat u niet heen en weer dobbert enzovoort, maar God zal u, zo veilig als u maar kunt zijn, één dezer dagen in Zijn Koninkrijk doen aanlanden. U blijft precies in Zijn ark.

166 Moge de Here u zegenen terwijl we onze hoofden buigen voor een moment.

167 Onze Hemelse Vader, als we vandaag naar Zijn majesteit kijken, zien we Hem daarginds bij Noach. Wie voer over die golven heen? Wie was er in die kleine oude van goferhout gemaakte ark? Terwijl nu de grootste slagschepen die we hebben het niet hadden overleefd. De gehele aarde botste en schudde heen en weer, daarginds duizenden en duizenden mijlen buiten zijn baan, daarginds ronddraaiend als een draaikolk, terwijl de golven mijlen hoog de lucht in sprongen. De hele wereld was bedekt, deze grote oude bergen werden van hun voetstuk weggewassen, ronddraaiend in middernachtelijke duisternis. Oordeel, terwijl dode lichamen dobberden en op het water dreven. En er was een kleine oude boot van goferhout, van binnen en van buiten bepekt; en degenen, Uw geliefde gelovigen, zaten in de ark zo veilig als ze maar konden zijn. Het maakte hun niet uit. Zij hadden alleen maar gedaan wat U zei om te doen. Zij volgden Uw instructies op. En wie Uw instructies opvolgt zal niet veroordeeld worden of beschaamd staan. Tenslotte deed U de storm ophouden. Als de levensstormen voorbij zijn dan zullen we in een nieuwe wereld belanden.

168 Dierbare hemelse Vader, terwijl wij ons vandaag op de door storm gedreven levensoceaan bevinden, begrijpen wij niet hoe het gedaan zal worden, in de dagen dat de medische wetenschap geweldig is, wanneer de kerken zulke geweldig grote dingen maken. Maar wij zijn verankerd in Jezus. De stormen komen aanzetten, vervolgingen nemen toe, maar wij hebben de instructies opgevolgd. U zult ons er doorheen halen. Hemelse Vader, geef deze zegeningen aan een ieder van ons. Zegen de vreemdeling in onze poort vanochtend. Zegen de ongeredden en mogen zij Uw kinderen worden.

169 Terwijl we onze hoofden gebogen hebben, vraag ik me af of er iemand hier is, die buiten Christus is, die zijn hand zou willen opsteken en zeggen: "Broeder Branham, ik steek mijn hand omhoog, naar God, zodat u en Hij het kunnen zien. Ik wil dat er aan me gedacht wordt en dat ik in de ark gebracht wordt voordat het te laat is. Wilt u voor mij bidden?" Wilt u dan uw hand omhoog steken en zeggen: "Houd mij in gedachten"? God zegene u, meneer; God zegene u, meneer. God zegene u. God zegene u, zuster. God zegene u, broeder. "Wanneer de levensstormen woeden, sta mij bij."

170 Ik kan uw beslissing niet nemen, vriend. Ik kan alleen voor u bidden. U zult uw eigen beslissing moeten nemen. Ik geloof niet dat er een persoon met een eerlijk hart in de tegenwoordigheid van Zijn majesteit zou kunnen komen, en die de liefde ziet die Hij beloofd heeft... Welnu, waarom stak u uw hand omhoog? Iets klopt aan uw hart. Dat is God die u in de ark probeert te trekken. "Geen mens kan tot Mij komen, tenzij Mijn Vader hem trekt. En allen die tot Mij komen, zal Ik op geen enkele wijze uitwerpen. Ik zal hem eeuwig leven geven en hem opwekken in de laatste dagen."

171 Wees niet bevreesd. God stuurt de winden aan. God bestuurt de ark. Hij heeft in alle dingen voorzien. Nou, Noach zou helemaal geen overwinningen hebben gehad als er geen stormen en beproevingen waren geweest. Als we gewoon door een kleine veilige tunnel zouden zijn gepropt om doorheen te rennen, dan zou er geen vreugde zijn. De levensstormen maken dat we vreugde hebben. We zouden nooit weten wat daglicht was tenzij we iets van duisternis hadden. We zouden nooit weten wat een bergtop was als we geen berg hadden. We zouden nooit weten wat een goede gezondheid was tenzij u wel eens ziek was. U zou nooit weten hoe u zich in verlossing zou kunnen verheugen tenzij u ooit een zondaar was. God heeft alle dingen gemaakt, de wet van de tegenstellingen. Hij houdt van u. Nu, terwijl u uw hoofden gebogen houdt en uw handen in de lucht.

172 Vader God, ik bid dat vandaag, terwijl de Deur nog steeds open staat, de mensen van het oosten en westen, noorden en zuiden zullen komen en zich binnen zullen verzamelen. Grote tekenen gebeuren, angstwekkende beelden in de lucht; de atomen van de lucht zijn gesplitst, de waterstof wordt weggebrand. Vliegende schotels die rondvliegen, projectielen die niet begrepen kunnen worden. Ze denken dat het een of andere intelligentie is van ergens anders vandaan, zij weten het niet en de wetenschap weet het ook niet op te helderen, terwijl ze op mysterieuze wijze naar beneden komen en ten tonele verschijnen met de snelheid van het licht. Oh God, we zijn dichtbij het einde.

173 En de grote piramide die Henoch bouwde... Men is door de laatste kamer heen gekomen, gereed nu voor de kamer van de koning, de komst van de Here precies in de top, bedoeld voor de hoeksteen. [Letterlijk: sleutelsteen – Vert] De gehele astronomische kalender wijst er precies naar; de sterren verklaren het, net zoals zij deden bij de eerste keer. Toen de wijzen omhoog keken en de sterren zagen, zeiden zij: "Daar, de grote Koning komt eraan." Welnu, de sterren wijzen er opnieuw naar.

174 De gehele natuur zucht. De harten van de mensen zijn vervuld met angst. Woelige tijden; wrijving tussen naties; de zee buldert; grote vloedgolven breken overal door, met honderden slachtoffers op de oevers; wagens zonder paarden razen over de snelwegen en autowegen, het lijkt of fakkels als de bliksem voortsnellen. En we zijn deze mijlpalen voorbij gegaan alsof het niets voorstelde.

175 Oh God, stop ons vlug. Houd deze zondige wereld tegen door de prediking van het Evangelie. Red degenen die vandaag hun handen omhoog hieven, Here Jezus. Sta het toe vandaag. Moge Uw voorziene genade op elk van hen rusten. Mogen zij precies nu... Er is niets dat ik zou kunnen doen, niets anders kan gedaan worden. Aan hen is het de volgende stap te nemen.

176 U zond de Heilige Geest. Hij plaatste het Woord in hun hart. Zij hieven hun hand omhoog, aantonend dat zij het geloven. U zei: "Wie dit gelooft zal nooit vergaan maar zal eeuwig leven hebben." Kom, Here, maak het met hen voor altijd vast. Zij geloven U. En zij geloven Uw Woord nu. Zoals U zei: "Wie Mijn woorden hoort (die gepredikt worden), en in Hem gelooft die Mij gezonden heeft (dat doen we), heeft (omdat hij het geloofde) eeuwig leven, en zal nooit meer oordeel hebben; maar is overgegaan van oordeel naar leven", veilig in de ark.

177 Here, laat hen opstaan met nieuwe... als nieuwe mannen en nieuwe vrouwen, jongens en meisjes; ga uit van deze kleine, oude tabernakel vandaag, waar dit groepje mensen verzameld is, opdat zij nieuwe levens leven en het Evangelie prediken, en dat zij leren om Christus overal te verhogen. Sta het toe, Here. Zegen ons nu, bidden we, door Jezus' Naam. Amen.

Ga mij niet voorbij, oh Heiland,
Oh, hoor mijn nederig geroep;
Terwijl U anderen aan het roepen bent,
Ga mij niet voorbij.

Heiland, Heiland,
Hoor mijn nederig geroep;
Terwijl U anderen aan het roepen bent,
Ga mij niet voorbij.

Laat mij aan Uw troon (de genadetroon, ziet u?) ... genade
Bevrijding (van mijn zonden) ... vinden (laat gewoon uw ziel tot God spreken);
Genees mijn gewonde, gebroken geest,
Kom mijn ongeloof te hulp

     Laten we onze hoofden buigen.

Heiland, Heiland,
Hoor mijn nederig geroep;
Terwijl U anderen aan het roepen bent,
Ga mij niet voorbij.

178 Met onze hoofden gebogen. Oh, ik denk aan die geweldige tijden, iedere keer als ik hier in dit oude omhulsel ben gekomen. Ik geloof dat het bepekt is, vele stormen heeft doorstaan, mij gewiegd heeft door de dagen van moeiten en beproevingen heen.

179 Ik zie Billy daarachter zitten. Hij is... Ik voel me evenwel door de Geest geleid om nu iets anders te doen. Ik voel gewoon dat God wil dat ik het iets anders doe. Ik heb enige mensen hier, een meneer D. Cook, een meneer Long, Erwin, verscheidene anderen die hun namen hier op een papier hebben staan, die gekomen zijn voor een klein gebed, en om over dingen te praten. Luister nu naar me, terwijl we dan in gebed zullen zijn. Ik stond net op het punt om tegen Billy te zeggen: "Kom door het gangpad hier naartoe en geef een paar gebedskaarten uit."

180 Maar de Heilige Geest zei: "Doe dat niet." Dat is de reden dat ik zong: "Ga mij niet voorbij, oh dierbare Heiland." Ik dacht: "Wat is er, Here?"

181 Ik wil u dit vertellen. Welnu, als u me wilt geloven en wilt luisteren. Ongeacht wat het is, het is in uw hart, wat het ook is dat u te weten wilt komen, wat ook maar uw ziekte is, geloof Hem nu. Hij zal nu tot u spreken. Hij zal het gaan doen. Hij zal individueel tot u spreken. Ik geloof het met geheel mijn hart. De Heilige Geest zal het gaan doen, zal tot u spreken, zal u vertellen wat u nodig hebt. Wat het ook moge zijn dat Hij tegen u zegt, doe het. Als u kreupel bent en Hij zegt: "Sta op en wandel", dan staat u op en wandelt. Als u kanker hebt en Hij zegt: "Vergeet het maar vanaf vandaag", dan doet u dat. Zie of het niet gebeurt.

182 Als u in gevaar bent en niet weet welke kant op te gaan dan zal Hij u vertellen wat u moet doen. Hij zal het precies nu in uw hart plaatsen. Betwijfel Hem niet. Doe gewoon wat Hij u vertelt te doen. Hij zal het doen.

183 Welnu, terwijl we onze hoofden gebogen hebben wil ik dat dezen, van wie ik hun namen genoemd heb, hier naar boven, naar het altaar, komen voor een ogenblik, als u even uw plek zou willen verlaten. En als er ook enige aanwezigen van de plaats hier zijn die voor gebed willen komen, zou u dan uw weg willen vinden terwijl wij allemaal onze hoofden gebogen houden.

184 Een heel vreemd iets, ik werd nu op een erg vreemde wijze voor iets gewaarschuwd door de Heilige Geest. Ik vroeg me af hoe ik dit moest doen, maar Hij vertelde het me zojuist, en ik weet dat Hij gelijk heeft. Terwijl degenen die een verlangen hebben om een woord van gebed te krijgen, een klein iets in het aangezicht van God, of die een nood hebben, ziekte, financieel, iets lichamelijks, materieels, ongeacht wat uw probleem is, zou u gewoon een moment naar het altaar toe willen lopen terwijl wij dat couplet nog een keer zingen?

185 Houdt uw hoofden gebogen, iedereen, behalve diegenen die komen. En moeder hier met het kleine meisje, ik wil graag dat u haar hier naar toe brengt, precies hier bij het altaar. In orde.

Heiland, Heiland,
Hoor mij nederig geroep;
Terwijl U anderen aan het roepen bent,
Ga mij niet voorbij.

Laat mij bij de troon van genade,
Een lieflijke verlichting vinden;
Genees mijn gebroken, verwonde geest,
Kom mijn ongeloof te hulp.

Heiland...

186 Mijn geliefde vrienden, terwijl uw hoofden gebogen zijn, ik heb mijn gehele leven geprobeerd om alles behalve onecht te zijn. Ik heb geprobeerd om eerlijk te zijn in mijn omgang met God en met mijn medemens. En ik heb geprobeerd om het elke keer in beweging te zetten en om precies te doen zoals de Heilige Geest het mij zou vertellen. Dat is de reden dat ik van plaats naar plaats wordt gedreven, samenkomsten stop en naar andere plaatsen ga, omdat ik de leiding van de Geest volg.

187 En deze ochtend terwijl ik hier aan het prediken was... Ik was van plan om een gebedsrij te hebben, om de mensen naar boven te laten komen voor onderscheiding en met hen te praten. Maar Iets sprak tot me: "Vertel de mensen..." Dat is de reden dat ik plotseling stopte; het gebeurde. Hij zei: "Roep de mensen hier naar boven en vertel hun: 'Kom, vraag Mij.' Als hun iets ontbreekt, zal Ik het hun vertellen."

188 U vraagt zich af hoe het kleine meisje gezond kan worden, hoe u met kanker gezond kunt worden, hoe u daarginds met uw keel beter kunt worden, hoe u met deze stok gezond gemaakt kunt worden, hoe u op die kruk gezond gemaakt kunt worden, hoe de blinden ziende gemaakt kunnen worden, hoe u met die nood en problemen...

189 Er is iemand hier die gezinsproblemen, familieproblemen heeft. "Hoe kan ik er anders ooit overheen komen, broeder Branham?" Hij zal het u nu dadelijk vertellen.

190 Andere problemen, u vraagt zich dit, dat, of wat anders af. Gewoon wat in uw hart valt, volg dat nu en kijk of het niet juist is. Volg het op en zie of dat niet klopt. Verander niet van gedachte. Blijf er precies bij. Hij zei dat Hij tot u zou spreken. Welnu, terwijl iedereen in gebed is...

191 [Broeder Branham verlaat de preekstoelmicrofoon en begint voor de mensen bij het altaar te bidden – Vert]

     Vader in de hemel, zegen mijn broeder. Geef hem elk hartsverlangen, wat hij ook maar verlangt.

192 Mijn zuster, lieve God, zegen haar. Neem de gedruktheid vandaag uit haar hart weg.

193 Zegen mijn zuster, Vader. Moge de Geest op haar zijn.

194 God, zegen mijn zuster. Geef haar de diepe verlangens van haar hart.

195 Evenzo aan mijn zuster hier, door Jezus' Naam, Vader, sta het toe.

196 Zie dit lieve kleine meisje, wij zijn zo dankbaar dat U zoveel voor haar hebt gedaan, Vader. U hielp ons niet lang geleden. Ik bid dat U dit kind volledig gezond zult maken en dat U een openbaring aan anderen geeft, zodat zij U kunnen geloven. Ik zegen dit kind deze ochtend, in de Naam van Jezus Christus, en vervloek de ziekte in haar lichaam...?...

197 Zegen vandaag mijn geliefde broeder, Here. Moge zijn geloof nooit falen als hij daarginds naar Calvarie kijkt, U daar kennend, geloof, welk geloof er dan ook ligt, God zal het bevestigen en teweegbrengen. (U kunt nu teruggaan.)

198 Zegen mijn broeder Morgan. Geef hem het verlangen van zijn hart. Waar hij ook om vraagt, moge U het geven in de Naam van de Here.

199 Zegen mijn zuster...?... Here, en geef haar die dingen waarnaar zij verlangt door Jezus Christus.

200 Vader God, mijn broeder, ik...? ... de verlangens van zijn hart vervuld mogen worden...?... Onze broeder hier...?... God, zegen...?... Hemelse Vader, moge het verlangen van zijn hart en moge hij dat verlangen vinden in Jezus Christus. En dank U voor de genezing, Here.

201 Vader God, ik bid ervoor, terwijl handen op mijn broeder gelegd zijn, dat het verlangen van zijn hart toegestaan moge worden...?...

     Zegen mijn kleine broeder, Vader. Dit... ik...?...

202 Voor het kleine meisje, Vader, ik zegen haar. In de Naam van de Here Jezus, moge zij ontvangen waar zij om vraagt, Vader, in Jezus' Naam. Sta het toe.

203 Zegen mijn zuster, Here. In Jezus' Naam... [Broeder Branham gaat door met het bidden voor de mensen bij het altaar, maar zijn woorden kunnen niet duidelijk verstaan worden – Vert]

204 Almachtig God, aangezien U de heerser van de hemelen en aarde bent, zet U de harten van de mensen op orde. U plaatst de sterren in de hemel, en ze blijven staan. U hing de zon in zijn baan, en hij blijft daar. U plaatst de maan daarboven in de lucht en stelde haar daar om over de zee te waken; U plaatste haar grenzen zodat ze er niet overheen kan gaan. U sprak en zij gehoorzaamden. Here God, U spreekt tot het hart van mensen. Moge het altijd flexibel zijn en bereid om de Geest in te drinken en om de dingen te doen die God opgedragen heeft.

205 En Hemelse Vader, U hebt vanochtend tot mijn hart gesproken, Uw onwaardige dienstknecht. En ik heb tot de mensen gesproken die U wilt spreken; en het is gebeurd met ieder van hen. En nu, Vader, ben ik naar beneden gelopen in gedachtenis aan Uw openbaring aan mij, en heb ik mijn handen op hen gelegd. En, Vader, wat u ook maar op hun hart geplaatst had op dat moment, God, moge het precies daar hun eeuwigdurende beslissing zijn, wetend dat Uw Geest hier nu is, het precies op hun harten plaatsend. Als ze kreupel zijn, mogen ze wandelen. Als ze blind zijn, mogen ze zien. Als ze in nood zijn, mogen ze gelukkig gemaakt worden. Als ze problemen hebben, mogen ze weggenomen worden. Geef het, Here. Als ze proberen om een beslissing te nemen, moge de juiste beslissing dan nu komen. Moge de Heilige Geest al deze dingen openbaren die we nodig hebben. Sta het toe, Here. Wij zijn hier bij het altaar en wachten op U en aanbidden U.

206 Welnu, Vader, als er enigen hier zijn tot wie U tot nog toe niet gesproken hebt, moge Uw Geest nu onderzoek doen. Moge Hij rondom dit altaar bewegen en alles openbaren. Maak elk hart zeker, Here. Maak het positief, dat er geen twijfel zal zijn, helemaal nergens. Moge Uw Geest alle wrijving wegnemen.

207 En achter in het gehoor van deze geliefde mensen, de gezonden, degenen die niet in problemen zijn, degenen die U hebt gezegend, en die hier vanmorgen gezond en krachtig zitten, oh, zij zijn aan het bidden voor deze anderen, hun kameraden, Heer. Zij hebben dezelfde problemen gehad en zij weten dat U hen geholpen hebt.

208 En nu, Vader, bidden wij eendrachtig dat U Uw Geest zult zenden en alles zult bevestigen, Here, precies nu, aan elk hart, terwijl we nederig wachten, terwijl uw geweldige Heilige Geest aan het zalven is, aan het bewegen is, verrichtende datgene waarvan we voelen dat het juist is. Sta het toe, Here.

209 Welnu, met onze hoofden gebogen, terwijl iedereen in gebed is, zullen we enkele liederen gaan zingen. Wees nu niet moede.

210 Ik ben geen fanaticus. U weet dat. Als ik het ben dan weet ik het niet. Maar Iets heeft beslist tot me gesproken, zeggende: "Ik zal tot hen spreken. Roept u hen hier naar boven." Ik deed wat Hij zei.

211 Welnu, terwijl wij onze hoofden gebogen hebben, en liederen zingen, zie gewoon wat Hij u zal vertellen. Wat Hij u ook zegt, dat is Hij die spreekt. "We zullen wandelen in het licht, het is zo'n prachtig licht, het komt vanwaar de dauwdruppels van genade helder glinsteren; schijn helemaal om ons heen, zowel overdag als 's nachts; Jezus, het Licht van de wereld."

212 Terwijl we zachtjes zingen en iedereen in gebed is.

Wij zullen wandelen in het licht, het prachtige licht,
't Komt vanwaar de dauwdruppels van genade helder zijn.
Schijn geheel om ons heen zowel overdag als bij nacht;
Jezus, het Licht van de wereld.

Wij zullen in het licht wandelen, het prachtige licht,
't Komt vanwaar de dauwdruppels van genade helder zijn.
Schijn geheel om ons heen zowel overdag als bij nacht;
Jezus, het Licht van de wereld.

Wij zullen in het licht wandelen (Welk licht? Hij geeft het nu) ... licht;
't Komt vanwaar de dauwdruppels van genade helder zijn.
Schijn geheel om ons heen zowel overdag als bij nacht;
Jezus, het Licht van de wereld.

Komt, belijdt Hem als uw Koning,
Jezus, het Licht van de wereld;
Dan zullen de hemelse klokken luiden,
Jezus, het Licht van de wereld.

Wij zullen wandelen in het licht, het prachtige licht,
't Komt vanwaar de dauwdruppels van genade helder zijn.
Schijn geheel om ons heen zowel overdag als bij nacht;
Jezus, het Licht van de wereld.

Wij zullen wandelen in het licht, het prachtige licht,
't Komt vanwaar de dauwdruppels van genade helder zijn.
Schijn geheel om ons heen zowel overdag als bij nacht;
Jezus, het Licht van de wereld.