Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig

Door William Marrion Branham

1 Hoe gaat het met u? U mag gaan zitten. Dit is zeker een voorrecht om vanavond weer opnieuw in Beaumont, Texas, te zijn. Sinds ik hier voor de eerste keer was, heb ik er altijd naar verlangd om weer terug te komen om opnieuw te bedienen en gemeenschap te hebben rondom het Woord van God met u, dierbare mensen. U bent nooit uit mijn hart gegaan. Ik kan mij vele grote dingen herinneren die gebeurden toen ik de laatste keer hier in Beaumont was. Dus ik geloof dat het ongeveer twaalf jaar geleden was.

     Ik herinner me dat er was... de mensen... Wij hadden juist een grote samenkomst gehad in Houston, en toen ik... Of ging ik van hieruit naar Houston? Hier... vanuit Houston naar hier, en dat is waar de Engel van de Here neerkwam en zij er een foto van namen. En dan is het net... Ik denk dat zij er sindsdien ongeveer zes of acht foto's van hebben genomen, weet u, in verschillende plaatsen: pas geleden drie in Duitsland. Zij hebben er één in kleur, Kodachrome kleur, daarginds bij de... ergens op een kermisterrein in Californië, Lakeport, Californië, waar de Christen Zakenlieden hadden... Het is werkelijk een prachtige foto van Zijn tegenwoordigheid, dat vurige amberkleurige licht eromheen.

2 Deze is natuurlijk genomen in zwart-wit en toont het alleen als wit. Maar het is in het echt een amberkleurig licht. En zoals ik altijd sindsdien heb gezegd, net zoals een van deze kleine knapen hier, was het een... Ik zei dat het groengeel was. Ik wist niet wat amber was, dus ik zei dat het groengeel was.

3 Toen ik laatst hoorde dat de jongens aan het bidden waren over welke kant we op zouden moeten gaan als wij begin van het jaar op reis zouden gaan, toen was de eerste plaats die op mijn hart kwam Beaumont, Texas. Ik zei: "Hebben jullie enig contact?"

     Hij zei: "Met verschillenden."

     Ik zei: "Begin hen dan maar te bellen. Wij zullen van daaruit beginnen en gewoon zien waar de Here ons naartoe zal leiden." Dit is onze eerste samenkomst na de... de eerste van het jaar.

4 Kort hiervoor vertelde mijn zoon mij dat... En we kwamen met de dochter van broeder Jack Moore van het hotel, of motel liever gezegd, vandaan. Ze waren aan het praten, en ik geloof dat Billy mij vertelde dat de broeder, de herder van deze gemeente (ik had hem nooit ontmoet, tenzij hij het is waar ik precies hier mee handen schudde), jarenlang gebeden had dat ik weer naar Beaumont zou terugkomen. [De broeder zegt: "Dat is juist." – Vert] O, ik zal nooit weten hoe ik zulke trouwe vrienden zou moeten waarderen, totdat wij eenmaal de rivier zullen oversteken: een man die zoveel in een bediening gelooft die de Here Jezus mij heeft gegeven. Geen wonder dat ik deze keer aan niets anders dan Beaumont kon denken. Gebed verandert zaken. [De samenkomst beaamt het.] Ja.

     En ik hoorde dat er een andere broeder was die met hem in gebed samen stemde en die naar de heerlijkheid is gegaan. Billy vertelde mij dat een paar ogenblikken geleden toen Jack en ik van het hotel af kwamen. Wel, ongetwijfeld is hij vanavond in een beter land dan dit, hij moet ervan geweten hebben. Ik geloof dat als een man sterft, hij gewoon...

5 Dood betekent afscheiding. Hij scheidt ons alleen af van ons zien, maar hij leeft voor eeuwig. "Hij die Mijn woorden hoort en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven, en zal niet in het oordeel komen, maar is overgegaan van dood in leven." O, ik geloof dat.

      Wij kunnen niet sterven: hebben eeuwig leven. Alles wat eeuwig is, had geen begin of einde. Dus dat is Gods eigen leven. Eeuwig leven komt van het Griekse woord 'Zoë', wat 'Gods eigen leven' in ons betekent. En als wij zonen en dochters van God worden, dan leven wij net zoals God leeft: kunnen net zomin sterven als dat Hij zou kunnen sterven, omdat wij een deel van Hem zijn. Bent u niet blij om zonen en dochters van God te zijn? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Wat een wonderbare zaak.

6 Weet u, ik denk dat enige van de beste samenkomsten die wij ooit hebben in kerken is. Nu, ik houd van... Weet u, soms komen de samenkomsten tot een plaats waar wij... Menigten zijn groot; we kunnen niet naar de kleine kerken gaan, of naar de grote kerken, enzovoort. Maar er is iets met een kerkgebouw... Ik hoop dat u niet denkt dat ik sinds de laatste keer dat ik u zag boos ben weggebleven. Maar, weet u, ik geloof dat een plaats, een kerk, is waar God verblijft. Engelen verblijven te midden van de kerken. Het is een plaats die is opgedragen aan de dienst van God.

     Daarbuiten in deze gehoorzalen en dingen ontdekken we dat zij feesten hebben, dansen, drinken en van alles. En je voelt de geest ervan die niet juist schijnt. Het lijkt precies alsof het een... En andersom schijnt het dat de Heilige Geest zo anders werkt als je ergens in een kerk bent, weet u, speciaal in een goede Geestvervulde kerk, waar de mensen gevuld zijn met de Heilige Geest en grote tekenen en wonderen plaatsvinden. Met mensen die geloven dat deze dingen waar zijn.

     De mensen zijn de kerk. De kerk als woord betekent 'de uitgeroepenen'. Het is een lichaam van mensen die uit de wereld geroepen zijn om met God te wandelen. Dat is de kerk. Ik ben zo blij om vanavond een van hen te zijn. Als ik honderd levens had om te leven, en er nadat ik dood was geen hiernamaals was, zou ik nog steeds in elk ervan voor Jezus Christus willen leven. Ik... Dat betekent het voor mij.

7 Broeder Jack toonde mij de advertentie... Ik stopte gisteravond bij zijn gemeente onderweg hier naartoe, een erg fijne geestelijke gemeente in Shreveport, Louisiana. En hij toonde mij een foto die hij in de krant had gezet toen ik daar een paar jaar geleden was; nogal een verschil. Iemand zou niet weten dat het dezelfde persoon was. Maar op de een of andere manier, in dit menselijk lichaam... Wij worden oud en vergaan. Dat is alles. Maar onze geesten blijven hetzelfde en kunnen niet sterven.

     Ik zei gisteravond in broeder Jacks gemeente, ik zei: "Zoals wij kunnen begrijpen: dit is mijn hand, dit is mijn vinger is, dit is mijn oor, dit is mijn neus en dit zijn mijn ogen. Maar wie ben ik? Wie ben ik, aan wie dit toebehoort? Dit ben ik niet. Dit is iets wat mij toebehoort." Kijk, u bent een geest. U hebt mij nog nooit gezien. U ziet wat van mij is, hetgeen mij verklaart, maar u hebt mij nog nooit gezien.

     Zoals de Bijbel zeigt: "Geen mens heeft ooit God gezien, maar de eniggeborene van de Vader heeft Hem verklaard." God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Zij zagen wat God was omdat Hij Zichzelf door Christus uitdrukte, want Hij was de volheid van de Godheid lichamelijk. Hij kon Zichzelf uitdrukken. Maar nu...

8 En als wij dan zonen en dochters van God zijn, en erfgenamen met Hem in het Koninkrijk, dan drukken wíj Hem uit in ons leven. Soms... Als velen van ons alleen maar onze predikingen zouden leven in plaats van het te prediken, dan denk ik dat het beter zou zijn als wij gewoon maar zouden doorgaan met de prediking te leven. U weet dat het heel wat beter is om er een voor mij te leven dan het is om er een voor mij te prediken, geloof ik, omdat ik uw leven kan zien. God kijkt naar ons leven, en de wereld kijkt naar ons leven. Hij wil weten hoe ons leven is.

     En mensen kennen ons. Ongeacht... Onze actie is zo luid dat het ons getuigenis overstemt. Het hang er vanaf wat wij zeggen. Als wij Christenen zijn en het niet leven, dan weten de mensen wel beter. Maar als wij Christenen zijn, en zeggen dat we Christenen zijn, en leven als Christenen, zullen onze levens het doen, al zouden wij nooit iets anders zeggen. Onze levens... Wij zijn geschreven brieven, gelezen door alle mensen. Dus zij letten erop u hoe u wandelt.

     En ik dacht er laatst over van het verzegeld zijn met de Heilige Geest. Een zegel wordt gekenmerkt aan beiden zijden. Zij zien uw komen en zien uw gaan. Als u eruit ziet als een Christen die komt, dan ziet u er ook uit als een Christen die weggaat, als u verzegeld bent met de Heilige Geest.

9 Dus vanavond heb ik een spreker bij mij, broeder Jack Moore. Ik ben er zeker van dat u hem allen kent. En ik kwam min of meer hierheen om te bidden voor enigen van de zieke mensen, en broeder Jack zou de prediking voor mij doen. Dus ben ik er zeker van dat u zich in zijn boodschap heeft verblijd. Hij is een goede spreker. En ik ben geen prediker, dus ben ik gewoon een soort van... Zoals ik altijd zei dat ik een reserveband ben. En de reserveband gebruik je wanneer je een platte band hebt. Nu, wij hebben geen enkele platte band zoals u vanavond kunt zien. Maar op een of andere manier zullen wij misschien een beetje op de reserveband rijden, als de Here het ons wil toestaan.

     Nu geloof ik dat zij morgenavond naar een andere plaats gaan (ik zeg dat voor de mensen van buitenaf), waarvan ik geloof dat daar meer zitplaatsen zijn. Is dat juist, broeder voorganger? [De broeder zegt: "Ja." – Vert] Maar ik ben dankbaar voor de gelegenheid om te komen als antwoord op gebed van deze broeder. Dat ben ik.

10 God zegene deze gemeente. Zegene deze broeder, allen van zijn samenkomst, de fijne groep van samenwerkende voorgangers. Iemand vertelde mij... Ik vergeet hoeveel kerken zouden komen om in samenwerking een samenkomst te houden. Ik waardeer dat zeker, broeders. Wij zijn niet verdeeld; gezamenlijk zijn wij één lichaam.

     Dat werd zo bewezen in Houston, toen de Engel van de Here Zijn foto daar voor de eerste keer had laten nemen. Als er iets gemeenschappelijks is... Goddelijke genezing stond op het spel, hetgeen wij allen geloven. Toen waren onze kleine verschillen vergeten. Iedereen stemde samen en kwam bijeen.

11 Ik denk dat toen Salomo de eerste tempel bouwde, het van over de hele wereld uit steengroeven werd uitgehakt en overzee gebracht; en de ceders van de Libanon werden omgehakt en naar Joppe over het water vervoerd; en door ossenwagens werd het binnengehaald, enzovoort. En het werd zo meesterlijk gebouwd dat toen bij de tempel alles tezamen kwam, het allerlei soorten kleine vreemd uitziende stenen bevatte. Maar toen zij de blauwdruk begonnen na te kijken, stond het allemaal in de blauwdruk. En er werd zelfs geen geluid van een zaag gehoord of het geluid van een hamer gedurende de veertig jaar van het bouwen van de tempel.

     Ik denk dat dat de wijze is waarop God al Zijn mensen uitgehakt krijgt. Iemand heeft een bepaalde soort natuur en de ander een andere. Maar zij zijn allen Christenen, stenen die erin passen, tezamen gevoegd op de Hoofdhoeksteen, Christus Jezus. O, dat is het belangrijkste. Zo velen verwerpen die dierbare Hoeksteen waarop wij allen tezamen gebouwd zijn, tezamen gevoegd zijn met Gods liefde. Dat is juist. Gods liefde.

     En als wij dat hebben, dan zal niets ons kunnen scheiden. Er is niets dat ons kan verdelen zolang wij elkaar liefhebben. Ik ben eenendertig jaar een prediker geweest. Ik heb allerlei soorten gaven gezien. Ik heb God grote dingen zien doen. Maar het grootste wat ik ooit in mijn leven gezien heb, was liefde. Het is de grootste kracht die alles stopt: het is liefde, liefde die een machtige God in beweging bracht. "God had de wereld zo lief dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft." Liefde is een belangrijke sleutel, een zaak die we vaak achterwege laten. Het is iets wat eeuwig is.

12 Ik sprak vandaag met broeder Moore terwijl we hierheen kwamen. Ik zei: "Neem bijvoorbeeld de liefde van... of de natuurlijke liefde, tedere liefde, genaamd 'phileo' liefde. Gods liefde is 'agapao'. Maar in een phileo liefde, als je naar... Je ontmoet Maria en Martha. Zeg dat je met Martha uitgaat en je komt Maria tegen. Er is iets met Maria dat verschilt met Martha, ofschoon Martha de knapste is; maar toch houdt u het meest van Maria." (Nu, als er hier een Maria of Martha is, ik bedoel niet... Ik zeg dit gewoon als een... weet u.) Dus... "Maar u ontdekt dat dat het meisje is dat u liefhebt... er is iets met haar, zodra u haar hebt gezien, weet u dat u haar liefheeft."

     U denkt: "O my, al kon ik maar één afspraakje met dat meisje maken." Wel, uiteindelijk doet u het. U denkt dat dat het gevoel zou kunnen bevredigen. Dat is niet zo. Dan denkt u: "Als ik regelmatig met haar kan omgaan, dan komt het goed." Uiteindelijk gaat u geregeld met haar om. Het helpt niet. "Als zij mij haar alleen maar eens goedenacht zou laten kussen, zal dat het doen." Maar uiteindelijk gebeurt het en het werkt niet. "Wel, als zij met mij zou trouwen, dan weet ik dat dat het zal gebeuren." En het gebeurt niet.

     Zelfs met gemeenschap hebben; u houdt zoveel van haar, u voelt zich alsof u haar helemaal door u heen zou kunnen trekken, en u reikt weer naar haar en trekt haar opnieuw naar u toe, proberend... proberend om... [De samenkomst lacht – Vert] Dat is nogal ruw uitgedrukt. Ik bedoelde dat niet zo. Zie? Maar ik bedoel... Wat ik probeer te zeggen, u houdt van haar, houdt van haar, houdt van haar; er is geen plek waar u kunt ontdekken... Wat is het? Zij is een deel van uw ziel. Zij is een deel van u. Dat is juist.

13 Dat... dat is... En als... Dat is de wijze hoe God is. Als u komt en Christus in uw hart bemerkt, dan is er geen plaats waar u kunt stoppen. U blijft gewoon doorbewegen, hebt dat nodig, dit en dat nodig. Het is "De liefde van God, hoe rijk en rein, hoe peilloos diep en sterk. Het zal voor eeuwig duren, het lied van de heiligen en engelen." O, ik... Mensen proberen Gods liefde te meten.

     Een van hen schreef:

Als wij met inkt de oceaan vulden,
En als de lucht van perkament was;
Iedere stengel op aarde een pen was,
En ieder mens een schrijver van beroep;
Om de liefde van God daarboven te beschrijven
Zou het de oceaan doen opdrogen (my);
Noch kon de rol het geheel bevatten,
Hoewel uitgestrekt van hemel tot hemel.

     Wat de liefde van God is... Dus dat is waarin wij geloven: in elkaar liefhebben.

14 Toen Johannes terugkeerde van het eiland Patmos daar in de Egeïsche zee, was het enige wat hij kon zeggen: "Kleine kinderen, heb elkander lief." Hij had iets echts gevonden. En dat was de discipel die vuur wilde laten neerkomen op de stad om hen te verbranden omdat zij hun niets te eten wilden geven. Maar kijk hoe Christus een houvast op hem kreeg en hem liet weten: "Je weet niet wat voor geest je bent," zei Hij, "om te proberen leven te vernietigen. Wij komen om leven te redden." Dat is wat wij moeten hebben, liefde voor elkaar.

15 In mijn bediening, sinds ik u heb gezien, ben ik praktisch de hele wereld over geweest, verschillende reizen overzee, zeven of acht reizen onder heidenen en overal. En ik ontdekte dit, dat het krachtigste wat ik kan bedenken, liefde is. Als ik voor een persoon bid, en ik niet dat gevoel in mijn hart voor die persoon kan hebben, zal het nooit werken.

     Als ik eraan denk: wat als ik in hun plaats stond, wat als dat mijn baby was, wat als dat mijn moeder was, mijn vrouw, mijn zuster, mijn broeder? Als u zich op die wijze voor hen kunt voelen, dan begint iets uit te gaan. Medegevoel gaat uit en grijpt de patiënt, brengt hen terug. Nu, vrienden, ik weet dat God van u houdt.

16 En nu willen wij niet teveel van de tijd nemen omdat ik twee Schriftgedeelten wil lezen, en voor een moment of zo, voor een paar momenten liever gezegd, wil spreken, slechts om te ontdekken welke kant de Geest op wil.

     Nu, ieder van u is een geest. U weet dat. U bent vlees. U hebt een lichaam dat alleen van u is. Wie bent u daarbinnen? Zie? Dat is uw geest. Dat is de binnenkant die wij moeten opvangen. Wij bidden en vragen God om ons te helpen.

     Laten we nu onze hoofden voor een ogenblik buigen als wij Hem in gebed naderen. U, daarbuiten, de Here zegene u. En door de ramen kijkend, zie ik mensen daarbuiten hun hoofden buigen, echte trouwe Christenen.

17 Genadige Here, wij zijn nu tezamen gekomen, en zijn zo blij dat wij dat kunnen om gemeenschap met elkaar te kunnen hebben, terwijl het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, ons reinigt van alle ongerechtigheid. Ik denk gewoon aan de vele gevaren, moeiten, en valstrikken waar wij doorheen zijn gegaan sinds onze ontmoeting hiervoor in Beaumont, Texas. Hoe velen... wij zouden vanavond op kunnen staan en getuigen, ieder van ons, waar wij sinds die tijd doorheen zijn gegaan; en om aan de genade van God te denken die ons er tot zover veilig doorheen heeft gebracht. Wij geloven dat Hij zal... Zijn genade is toereikend om ons er doorheen te brengen.

     Ik dank U voor deze gemeente, voor deze mensen, voor de met ons verbonden kerken, voor al Uw kinderen in dit land. God, ik geloof dat Texas grotelijks in de heerlijkheid vertegenwoordigd zal zijn, vanwege de dappere predikers, Uw dienstknechten, die deze staat hebben doorkruist en een Evangelie hebben voortgebracht en een volk voor Uw Koninkrijk. Ik dank U voor elk van hen. God, bind onze harten nauw tezamen met de banden der liefde, dat er niets zal zijn, toekomst, of wat kan komen, dat ons zou kunnen scheiden van de liefde van God die in Christus is. Sta het toe, Here.

18 Wij naderen U nu vanavond om genade te vragen. Ik veronderstel dat het merendeel van deze mensen hier in deze kerk vanavond leden zijn. Ik bid, Vader, dat U in geweldige kracht wilt komen en elke zieke of aangevochten persoon wilt genezen die in de Goddelijke tegenwoordigheid is. Wij beseffen dat deze zegening een zegen is die U gegeven hebt aan de gelovige. U beloofde het, en wij geloven dat elk woord ervan de waarheid is. En ik bid dat de grote Heilige Geest vanavond deze zegeningen wil toestaan, en wij bidden U ervoor in de Naam van de Here Jezus.

     En, Vader, wij vertrouwen erop dat in deze komende afsluiting van deze week – en zolang U wilt dat wij hier zijn – ten eerste zielen zijn gered. Mogen degenen die de doop van de Heilige Geest niet hebben, binnenkomen en gemeenschap met God vinden, en wandelen in de Shekina glorie van Zijn tegenwoordigheid door de doop van de Geest. Wij bidden dat U Uw dienstknechten wilt helpen, Here, de predikers, mijn broeders, Uw kinderen. Mogen zij zo geïnspireerd zijn dat zij er een nieuwe greep op krijgen, de samenkomst zullen verlaten met een beslistheid, Here God, om het Evangelie verder te brengen dan zij het tot nu toe hebben gedaan. Geef hun zielen als beloning; dat grote wonderen en tekenen hun bediening mogen volgen om de Here Jezus te verhogen.

     Zegen elke gemeente. Vul elke gemeente naar hun mogelijkheden, Here, en mogen wij onze tentstokken nu ver buiten onze grenzen inslaan. Mogen wij het zelfs buiten onze denominatinonele grenzen inslaan, Here, dat wij door heel het land onze liefhebbende armen naar alle schepselen van God zullen uitbreiden, hen trekken in de gemeenschap met onze Here Jezus. Sta het toe, Here, en wij zullen U prijzen, want wij vragen deze zegeningen in Jezus Christus' Naam. Amen.

19 In het lezen van het Evangelie vanavond... Even voor een korte tijd voordat we beginnen met de gebedsrij, met het bidden voor de zieken... Nu, mijn zoon, of meneer Goad daar, of meneer Mercier, drie van mijn medewerkers in de bediening... of misschien broeder Moore; enigen van hen zullen elke avond bij de kerk staan om gebedskaarten uit te geven, waar de dienst die avond ook gehouden zal worden.

     Velen van u herinneren zich de manier waarop wij het de laatste keer deden: gaven de gebedskaarten uit. Dan, als we dan binnen waren, wel, dan begonnen wij ergens bij een bepaald getal en riepen een groep mensen naar het podium. En soms delen we zelfs geen gebedskaarten uit en brengen hen willekeurig naar boven. Of soms gaat de Heilige Geest uit door het gehoor en krijgt ze hoe dan ook te pakken. Dus het is niet...

     Gebedskaarten hebben niets te maken met de... met uw genezing. Een gebedskaart heeft er niets mee te maken. Het is uw geloof in God. Als God onafgebroken doorgaat zoals Hij gedaan heeft, zult u het in de volgende avond of zo ontdekken; dat soms hier één op het podium genezen wordt, en het daar bij vijftig gebeurt.

     En niet iedereen die op het podium komt, wordt genezen. God geneest overeenkomstig uw geloof (zie?), niet overeenkomstig uw lidmaatschap, niet overeenkomstig uw rechtvaardigheid. Ik heb een heilige voorbij zien gaan en hun genezing zien missen, en een prostituee loopt langs en wordt genezen. Zie? Het is overeenkomstig uw geloof. Het is gebaseerd op uw geloof. "Als gij kunt geloven, zijn alle dingen mogelijk."

20 Nu, sla op Johannes, het twaalfde hoofdstuk. En we gaan het eerste lezen... Ik lees twee verzen van het twaalfde hoofdstuk van Johannes: het twintigste en eenentwintigste vers. Niet om te prediken, maar slechts om een kleine aanhaling te nemen om de zalving in het gebouw te krijgen, en buiten het gebouw, waar het ook mag zijn, opdat God vanavond de mensen moge genezen.

21 Welnu, ik wil dat uw gedachten precies op één ding zijn gericht: op de Here Jezus. Nu, bedenk dat geen mens een genezer is. Dat is verkeerd. Alles wat God voor ons kon doen, werd voor ons op Golgotha gedaan. En daar is het waar elk plan – het plan voor redding – waar de verzoening voor genezing en voor redding, waar ieder attribuut van Zijn leven naar ons kon worden gereflecteerd; daar op Golgotha werd er aan voldaan en werd het beëindigd.

     U zegt: "Redding? Broeder Branham, ik werd niet gered op Golgotha." Wel, als u dat niet werd, werd u nooit gered. Dat is juist. U werd negentienhonderd jaar geleden gered. U zegt: "Nee, nee, broeder, ik werd vorige week gered." Nee, u aanvaardde het de vorige week; maar de prijs was betaald; u werd in werkelijkheid negentienhonderd jaar geleden gered. U werd negentienhonderd jaar geleden genezen. Nu, wanneer wilt u het aanvaarden? Nu? Goed. Dat is de tijd om het te doen: nú. Het werk is nu beëindigd. Alles is beëindigd. De hele vol... Alles wat wij tijdens de reis nodig hebben, van de aarde tot de heerlijkheid, is voleindigd in Christus en Christus is in u.

22 Als een boom... U mensen hier in Texas zijn heel goed in vruchtbomen. Als een boompje wordt aangeplant van ongeveer die grootte, zeg dat het een perzikboompje is... Nu, mijn moeder komt uit Paris, Texas, dus ben ik gewoon een beetje Texicaan, weet u, dus voldoende om er echt van te houden, en van zijn mensen. Wel, als een kleine boom... Zij komt uit het perzikenland.

     Wist u dat een boompje van niet meer dan anderhalve centimeter hoog, dat elke perzik die ooit aan die boom komt er al in is? Als het niet zo is, waar komt het dan vandaan? Het wordt in de grond geplant en het moet groeien en het moet drinken. En het drinkt van het water van de aarde en daarmee brengt het vitaminen mee naar binnen, enzovoort, neemt het uit de aarde op als het drinkt. En het drinkt meer dan zijn toebedeelde portie. Dus hoe meer het drinkt, des te meer bot het uit. Het brengt zijtakjes voort, dan brengt het bladeren voort, dan brengt het bloesem voort en dan brengt het perziken voort.

     Wel, dat is de wijze waarop een Christen is. Als wij in Christus Jezus zijn geplant, de onuitputtelijke Levensbron, dan is alles wat wij nodig hebben in ons. Wij blijven gewoon drinken en uitbotten, drinken en uitbotten. Als we meer van God nodig hebben, blijf dan gewoon drinken en uitbotten. Als wij genezing nodig hebben, blijf drinken en uitbotten. Dat is alles. Eenvoudig...

23 God vertelde Jozua: "Elke voetzool van grond waarop... Elk stuk grond waarop uw voetzool treden zal, geef Ik u als een bezitting." Dus voetstappen betekenden bezitting. En God heeft ons elke zegening gegeven die we nodig hebben en waarom wij vragen, en het enige wat wij te doen hebben, is het te nemen. Nu, God komt het niet brengen om het aan u te geven. U moet erheen gaan om het halen. Het is het uwe. Begrijpt iedereen het nu? Wij moeten het gaan innemen. Het is het uwe.

     God vertelde Mozes daar in Egypte: "Ik geef u het land", maar het was bezet met Amorieten, Hethieten, en allerlei soorten 'ieten' en 'mieten'. God had er naartoe kunnen gaan en kunnen zorgen dat er een storm was gekomen die alles had weggeveegd, en had kunnen zeggen: "Kom binnen, kinderen." Maar Hij doet het niet op die manier. Hij zei: "Ik heb het u gegeven; ga het nu innemen."

24 Welnu, het hangt er vanaf waar u naar kijkt. Er was... Velen van de spionnen die uitgingen om te spioneren, kwamen terug (tien van hen) en brachten een slecht rapport uit: "Wij kunnen het niet. Het zou ons verderven. Zij zijn groter dan wij", en dat alles. Maar twee hadden het bewijs. Twee kwamen terug, omdat het ervan afhangt waar wij naar kijken. De anderen keken naar de Amorieten en de Hethieten, enzovoort. Maar Jozua en Kaleb keken naar Gods belofte. Daarom zeiden ze: "Wij zijn méér dan in staat om het in te nemen."

     Nu, waar kijkt u vanavond naar? Kijk naar Gods belofte en blijf drinken en uitbotten. En als u dat doet, dan zal er iets gaan plaats vinden.

     Als ik niet zou geloven dat ik een zegen voor u zou zijn, zou ik hier zeker niet komen. Ik zou dat niet willen doen. Ik zou niet willen komen om iets te vertellen wat u zou misleiden, want als ik niet wist of het de waarheid was, zou ik thuisblijven. Dan zou ik hierheen komen, u de hand schudden, u bezoeken, naar een huis gaan en zien wie de beste kok had om daarna weer naar huis gaan. Zou met u gaan vissen of zoiets, iets dergelijks. Maar ik weet dat de dingen waarover ik spreek: Goddelijke genezing, redding, dat deze dingen echt zijn, meer werkelijk dan dat wij hier zitten. [Broeder Branham klopt op de preekstoel – Vert] Welnu, laten we het met heel ons hart geloven als we lezen.

25 Johannes, het twaalfde hoofdstuk en het twintigste en eenentwintigste vers.

     En er waren sommige Grieken uit hen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden;
     Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaïda in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien.

      En nu, als ik een kleine tekst zou willen noemen, een klein praatje, dan zou ik Hebreeën 13:8 willen nemen. Dat is geweest de... mijn thema gedurende al deze jaren: "Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig."

26 Welnu, laten we onszelf eens deze vraag stellen. Deze mensen kwamen; en ik geloof dat ieder van ons vanavond precies is zoals zij waren. Zij hadden over Jezus gehoord, daarom wilden zij Hem zien. En ik geloof niet dat als iemand ooit over die lieflijke Persoon van de Here Jezus heeft gehoord, dat dan zijn hele hart er niet naar verlangt om Hem te zien. Toen ik voor het eerst die Naam hoorde, was daar iets mee, zo'n lieflijkheid, waardoor ik Hem wilde zien.

     Wel dan, als zij verlangend waren... Zij waren menselijke wezens zoals u en ik. En zij hadden over Hem gehoord en ze kwamen erheen om Hem te zien. En hun verlangen was om Hem te zien, en zij hadden het voorrecht om Hem te zien.

     Nu, als Jezus Christus is... En God vergeef mij voor het zeggen van 'als'. Ik bedoel het niet om heiligschennend te zijn, maar om een punt te maken. Als Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor eeuwig, en wij hetzelfde verlangen hebben, waarom kunnen wij Hem dan niet zien, als Hij nog steeds Dezelfde is? Welnu, Hij moet Dezelfde zijn als de Bijbel zegt dat Hij Dezelfde is.

     Hij is dezelfde Redder, dezelfde Genezer, en precies Dezelfde Die Hij was. Het enige wat met Hem verschilt is dat Hij nu in een onzichtbaar lichaam is; daar was Hij in een zichtbaar lichaam. Maar Hij beloofde: "Een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, toch zult u Mij zien, want Ik (en 'ik' is een persoonlijk voornaamwoord), Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de bedeling, of van de tijdrekening."

27 Wel, als Hij Dezelfde is en beloofde dat: "U... Nu, een kleine tijd en de wereld (dat is de kosmos, wat de wereldorde betekent), zal Mij niet meer zien, toch zult gij Mij zien (dat is de gemeente, de gelovige), want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de wereld", dan maakt Hem dat Dezelfde, gisteren, vandaag en voor eeuwig. In Johannes 14:12 zegt Hij: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zult gij ook doen." Wij zien dus de Schrift. Wij kunnen deze Schriftgedeelten niet ontkennen. Zij zijn daar.

     Nu, als wij geen geloof hebben om ze te laten antwoorden, wel, laten we dan gewoon zeggen: "Ik geloof het, maar ik heb niet genoeg geloof om het te doen." Dat is hetzelfde als... Ik wenste dat ik geloof had zoals Henoch. Op een dag wandelde hij met God... Na vijfhonderd jaar had hij een getuigenis dat hij Hem behaagde. En gewoon vermoeid geworden zijnde om zijn voeten op de grond te houden, nam hij een kleine middagwandeling en ging omhoog met Hem naar huis. Ik wenste dat ik dat kon. Maar als ik niet het geloof heb om dat te doen, zal ik niemand in de weg staan die geloof heeft om dat te doen. Ik dank God voor dat geloof dat het wel kan.

     Dat is de wijze waarop wij moeten denken. Wij zien iemand genezen worden; anderen missen het. Wat is het? Het is gewoon een gebrek aan geloof; dat is alles. God behandelt Zijn kinderen niet op de ene manier en dan weer op een andere. Het is gebaseerd op geloof en wij moeten het geloven.

28 Welnu, als Jezus Christus Dezelfde is, vandaag en voor eeuwig, en wij Hem dezelfde vraag zouden kunnen stellen... Nu, hier zijn wij, velen van u mensen die God gediend hebben... Toen ik een kleine jongen was, een zondaar, diende u God. En ik denk dat wij een recht hebben om te komen en God diezelfde vraag te stellen die deze Grieken stelden: "Meneer, wij zouden Jezus willen zien. Wij willen Hem zien." En ik vraag me vanavond af: zou dat zijn de... zou dat zijn wat deze groep kinderen van God hier in Beaumont, Texas, zou willen? Zouden jullie Hem willen zien? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ik zou Hem zeker heel graag willen zien. Ik wil...

     Is het mogelijk dat wij Hem kunnen zien? Wat denkt u ervan? Zeker. Wij hebben vele manieren om Hem te zien, als de persoon niet geestelijk blind is. Ik zag Hem deze avond toen de zon onderging. Ik zie Hem daarbuiten op de schuimende golven van de diepte. Ik zie Hem in de morgenster, in de avondster. Ik hoor Hem schreeuwen in de adelaar als hij langs de berg naar beneden komt. Ik hoor Hem huilen in de wolf. Ik hoor Hem balken in de eland, grommen in het hert. Welzeker. Ik hoor Hem huilen in een baby.

29 U weet dat Hij Zelf eens een baby was. Sprekend over een teken, Jesaja 9... Toen zij om een teken vroegen, gaf God hun een superteken: "Een maagd zal zwanger worden en een Kind baren. Zijn Naam zal genoemd worden Raadsman, Vredevorst, Sterke God, de eeuwige Vader." Het had indruk moeten maken: Jehova, een baby; Jehova God, een baby huilend in een stal op een mesthoop, in de stal. Het behoorde ons geraakt te hebben: Jehova, een tiener Die speelt; Jehova, Die spijkers inslaat als een timmerman. O my. En boven alles: Jehova genageld aan een kruis om zondaren te redden; het had indruk moeten maken.

30 Wij konden Hem zien. Hij is niet dood. Niet lang geleden sprak ik in Mexico. Broeder Jack was daar die avond. Er waren ongeveer dertigduizend mensen bijeengekomen, en we waren aan het bidden. En God deed tekenen en wonderen. En er was daar een kleine vrouw. Ze had een baby, en het kleine ding stierf die morgen om negen uur; en het was die avond ongeveer negen uur, en het regende.

     En toen kwam Billy naar mij toe en hij zei: "Papa, er is geen manier om die vrouw uit de rij te houden." Zei: "Je kunt haar gewoon niet in toom houden, zij is buiten zichzelf."

     En ik zei: "Wel, hebben jullie alle gebedskaarten uitgegeven?" En de naam van de broeder was... ik... Wij noemden hem gewoon 'Mañana', omdat hij zo langzaam was. Hij was dus degene die de gebedskaarten uitdeelde.

     Zei: "Maar zij heeft geen gebedskaart gekregen. Hij heeft geen enkele meer." En zei: "Zij staat daar, maar ze kreeg geen gebedskaart." Zei: "We hebben een heel stel ordebewaarders maar zij kunnen haar zelfs niet uit de rij houden."

31 Ik zei tegen broeder Moore: "Ga jij erheen en bid voor de baby." Zie? Zond broeder Moore erheen... En dus, toen broeder Moore erheen begon te lopen, keek ik voor mij en ik zag een kleine baby... kleine Mexicaanse baby die voor mij zat, gewoon geluidjes makend en lachend. Ik zei: "Wacht, misschien kan ik er maar liever naartoe gaan."

     En het kleine dekentje was nat. Zij brachten haar; en zo gauw zij eraan kwam, begon zij het uit te roepen: "Padre, padre [vader, vader]."

     Ik zei: "Even een ogenblik, dame." Zij kon geen Engels spreken. En zij hield de baby onder een dekentje. Ik legde mijn handen op de kleine baby en ik zei: "Here Jezus, net een paar ogenblikken geleden toonde U mij een visioen. Is dit die kleine baby die U mij toonde? Dat sedert deze morgen dood was en daar zat te lachen?" En toen ik begon te bidden, begon het kereltje te schoppen en te schreeuwen onder dat dekentje. En ik zei: "Nu, schrijf het niet op totdat je erheen bent gegaan om de dokter een verklaring te laten ondertekenen dat de baby vanmorgen om negen uur stierf." En hij deed het.

     Wel, wat is het? God is leven. Hij is leven, eeuwig leven voor degenen... Riep de geest van die dode baby terug in dat kleine kereltje zijn lichaampje...

32 Nu als God zo groot is... Hier enige tijd geleden, ginds waar ik aan de Ohio rivier woon, was daar een kleine jongen die gewoon was om naar de rivier te gaan. En hij zou... was een metgezel van een oude visser. Hij kwam gewoonlijk naar mijn gemeente. Hij had een lange, witte baard. Er was daar een plaats, genaamd het Zesde mijl eiland, net boven ons. Wij gingen daar gewoonlijk vissen en de oude visser had zijn netten en zaken daarbuiten. Dus de kleine jongen zou met hem mee de rivier op varen om deze netten na te lopen.

     En het was zo, dat de kleine jongen daar naar de zondagsschool in de stad ging. En hij ging er op een morgen heen en vroeg aan zijn moeder: "Moeder, afgelopen zondag vertelde mijn zondagsschoolonderwijzeres erover hoe groot God is. Ze zei dat Hij alle ruimte omspant; Hij had nooit een begin, enzovoort." Zei: "Als Hij zo groot is... Als Hij zó groot is, dan is Hij groter dan ik." En zei: "Als Hij groot is... zó groot, dan is Hij groter dan de berg. Als Hij zo groot is, is Hij groter dan de rivier." En hij zei: "Ik kan al deze dingen zien, dus waarom kan ik God niet zien, als Hij zo groot is?" Dat is een aardig goede vraag.

     Toen zei ze: "Nu, kijk, liefje. Ik ben geen zondagsschoolonderwijzeres. Je moet het aan je zondagsschooljuffrouw vragen."

     Wel, hij ging naar zijn zondagsschooljuf.

     Ze zei: "Ik kan dat niet beantwoorden. Ga naar de voorganger."

     En de voorganger zei: "Welnee, zoon, geen mens kan God zien."

     Zei: "Wel, hoe... Hij Die zo groot is, kunnen wij niet zien?"

     Hij zei: "Nee. Niemand kan Hem zien."

     "Wel", zei hij... Hij vond dat antwoord niet zo goed, maar hij ging door, omdat dat de hoogste orde was, dacht hij, waar hij naartoe kon gaan, de voorganger.

33 Dus op een dag toen hij de rivier afging met de oude visser kwam er een storm opzetten en de oude visser zocht de oever op. En nadat de storm voorbij was, begonnen de twee samen de rivier af te gaan. En o, hoe de lucht... zo fris na de regen.

     En de zon ging onder in het westen, en in het oosten kwam er een regenboog. En de kleine jongen die in de achtersteven van de boot zat, bemerkte bij de oude visser die aan de riemen trok, dat over zijn grijze baard grote, dikke, witte kristallen tranen liepen. En de kleine jongen keek rond om te zien waarnaar hij keek, en het was een regenboog.

     Maar hij had nog nooit... Ze hadden het al enige tijd niet over godsdienst gehad, dus hij ging naar de voorkant... naar het midden van de boot en hij zei tegen hem: "Meneer, ik ga u een vraag stellen waarop mijn moeder, mijn zondagsschooljuf of mijn herder, mij geen bevredigend antwoord kunnen geven." Hij zei: "God maakte die regenboog, is het niet?"

     Hij zei: "Ja zeker. Hij deed dat, zoon. Hij deed daardoor een belofte dat Hij de aarde niet meer door water zou vernietigen."

     Hij zei: "Als God zo groot is, meneer, als Hij zo groot is, waarom kan ik Hem dan niet zien?"

34 De oude visser, overmand door de vraag van de kleine jongen, trok de riemen in de boot en sloeg zijn armen om de kleine jongen heen en trok hem omhoog tegen zijn borst aan, keek in zijn gezicht, en hij zei: "God zegene jouw kleine hart, liefje. Alles wat ik in de laatste veertig jaar heb gezien, was God." Hij had zoveel van God aan de binnenkant, dat hij Hem aan de buitenkant kon zien. Nu, dat is de wijze hoe u God moet zien, door Hem aan de binnenkant te krijgen en Hem door uw ogen te laten kijken.

     Maar u weet dat de kerk min of meer in een verlamde toestand is terecht gekomen. Het wordt te gewoon, deze dingen.

35 Hier enige tijd geleden was er een dame in Louisville, Kentucky – geloof ik dat het was – en zij had een kleine jongen. Rondlopend in de snuisterijenwinkel [In het Engels: een 10 cent winkel – Vert] rinkelde zij met kleine dingen en zij probeerde het hem te laten zien, maar het jongetje zat alleen maar te staren.

     Dus zij... Iedereen... Mensen begonnen op haar te letten. Zij werd hysterisch en ze zei: "Kijk, liefje, kijk." En het jongetje bleef gewoon staren. Daarna ging zij naar een andere toonbank en pakte iets dat de aandacht van een ventje van zijn leeftijd zou trekken, en ze zei: "Kijk, lieverd", en hij bleef gewoon staren. En uiteindelijk was zij zo overstuur en uitgeput, dat zij gewoon over de toonbank viel en begon te schreeuwen: "Nee, nee, nee!"

     En de mensen die in de winkel waren, gingen naar haar toe en vroegen: "Wat is er aan de hand, dame?"

     Ze zei: "Mijn zoontje," zei ze, "er gebeurde iets met hem." Ze zei: "Niet lang geleden was hij een vrolijk kereltje, maar er gebeurde iets met hem, en hij zit alleen maar in de ruimte te staren." Zei: "Niets trekt hem aan wat de aandacht van een kleine jongen van zijn leeftijd behoorde trekken, hij staart alleen maar." Zei: "Ik nam hem mee naar de dokter, en de dokter zei dat hij in orde was, maar hij is het niet, want hij wil niet kijken naar iets waarnaar hij behoorde te kijken voor een kind van zijn leeftijd." En ze zei: "Hij staart alleen nog maar in de ruimte."

36 Wel, dat is gewoon ongeveer de toestand waar de kerken in gekomen zijn. De dingen... God heeft alle soorten wonderen en tekenen voor de kerk geschud en toch zit zij in de verte te staren, net alsof zij niet weten...

     God in Zijn grote kracht heeft in deze laatste paar jaren deze natie geschud als nooit tevoren. "Schudde de natie?", zegt u. "De natie van de Verenigde Staten?" De natie... Zijn natie, Zijn Koninkrijk. God heeft niet beloofd om een natie zo te schudden; Hij belooft om Zijn gemeente te schudden. Het is niet een natie-schuddende boodschap; het is een gemeente-schuddende boodschap. Hij komt tot Zijn gemeente om hen wakker te schudden. Dat natie daarbuiten zou het hoe dan ook niet geloven.

     Jezus ging nooit naar een natie; Hij ging naar de Zijnen. De Zijnen ontvingen Hem niet. Hij kwam nooit tot een wereld. Duizenden en duizenden wisten zelfs niet dat Hij in Palestina was tijdens Zijn bezoek. Maar het is gezonden tot de kerk.

37 Als ik nu tot u, Methodistenbroeders, zou zeggen: "Is Jezus Christus Dezelfde, gisteren, vandaag en voor eeuwig?" Dan zou u zeggen: "Ja. Wij hebben Hem in de Methodistenkerk. Dat weten wij." De Baptisten zouden hetzelfde zeggen. Elke kerk zou hetzelfde zeggen. We hebben ongeveer... dichtbij de zes- of achthonderd verschillende denominaties, dus iemand daarvan zou goed moeten zijn of iemand fout. Zij kunnen gewoon niet allemaal goed of allemaal fout zijn. Er moet daar ergens iets goed en fout zijn.

     Als ik het nu met een Baptistenstandpunt zou benaderen, of met een Methodistenstandpunt, of een Pinksterstandpunt, of met welk standpunt ik het ook zou benaderen, dan zou het de andere broeders in diskrediet brengen. Dat is juist.

     Maar laten we het nu benaderen vanuit een feit. Laten we het benaderen vanuit een Bijbels standpunt. Laten we ontdekken wat Hij gisteren was. En als we kunnen ontdekken wat Hij gisteren was, dan zal Hij vandaag Dezelfde zijn. Ongeacht onze theologie, er wordt gezegd dat Hij Dezelfde was. Welnu, als we kunnen ontdekken wat Hij gisteren was, dan ontdekken we wat Hij vandaag is.

38 Wel, als ik zou weggaan en een man vinden, en ik maak nagelwonden in zijn handen en afdrukken van dorens op zijn voorhoofd, dat zou zijn... dat kon misleiding zijn, omdat die man een nabootser kon zijn. Hij kon Jezus Christus nabootsen. De enige manier waarop wij ooit zullen weten wat Hij was, is om Zijn leven te vinden als Hij beweegt in Zijn gemeente. Maar laat Zijn leven...

     Als een pompoenenrank pompoenen draagt, dan is er pompoenenleven in de pompoenenrank. U kunt er geen kalebassen van krijgen, omdat het een pompoen is. Als het een watermeloen is, komt er van een watermeloenrank watermeloen af. Als het een Christelijke rank is, dan zal hij van Christus getuigen. Laten we dus kijken wat Hij gisteren was, daarna zullen we zien wat Hij vandaag is en wat Hij voor eeuwig zal zijn. Ik denk dat dat ons allen een eerlijk beeld geeft.

39 Laten we nu teruggaan naar Johannes, het eerste hoofdstuk, en ontdekken wat Hij was. We lazen in Johannes, en we kunnen hier naar het eerste hoofdstuk van Johannes teruggaan en dit lezen. Nu, laten we beginnen bij het begin van Zijn leven en hier een paar verzen nemen. En het eerste wat u weet... Morgenavond zullen we er wat meer van oppakken en dan ontdekken we steeds meer wat Hij is als we verdergaan.

     Maar daar wij nog maar twaalf of veertien minuten over hebben voordat we de gebedsrij beginnen, laten we er dan aan denken wat Hij gisteren was. Nu, wij zien Hem hier in Johannes.

     Net zoals alle andere Evangeliën beginnen, zien we Hem bij Zijn geboorte, en we weten hoe mysterieus dat was... dat Hij de Zoon van God was, het ware Zaad van de vrouw dat in de hof van Eden werd beloofd. En dan ontdekken we dat Hij op dertigjarige leeftijd gedoopt werd in de rivier de Jordaan door Johannes de Doper.

     En toen Hij gedoopt was en rechtstreeks het water uitging, daar zien wij dat de Heilige Geest, God, als in de vorm van een duif uit de hemel kwam in een stem, zeggende: "Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik een welbehagen heb." En de juiste vertaling daarvan is: "In Wien het Mij behaagt te wonen", omdat God in Christus was.

40 En toen Hij dan op Hem neerkwam, toen werd Hij de Gezalfde, de Messias. Wij vinden Hem daarna in verzoeking in de woestijn. En onmiddellijk na Zijn verzoeking teruggekeerd zijnde, ging Hij rond om de zieken te genezen, duivelen uit te werpen, de mensen vrij te zetten. Laten we ernaar kijken. Het eerste wat Hij deed, was beginnen het Evangelie te prediken en de zieken te genezen, al degenen die door de duivel geknecht werden.

     Welnu, laten we enige van Zijn tekenen nemen. Nu, is Hij een Messias? Wij beseffen dat zij Goddelijke genezing hadden zelfs voordat Hij op aarde kwam. Hoe velen weten dat? Het badwater van Bethesda was een genezingsteken. En door al de tijdperken heen hadden zij allerlei soorten genezing gehad. Maar er werd verondersteld dat bij deze Messias een teken zou volgen. Hij had een Messiaans teken. En als Hij de Messias was, welke de Gezalfde is, de Christus, dan moest daar een teken zijn van de Messias dat de Messias zou volgen.

     Er is een teken dat de gelovige volgt. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] God is een God van tekenen, wonderen en mirakelen. En als Hij dat de eerste keer was, is Hij dat de tweede keer, is Hij dat de derde keer, is Hij dat altijd.

41 Onthoud, dat, als u het Woord van God leest, dat als wij Protestanten geloven dat dit het onfeilbare Woord van God is... Als God dan ooit op het toneel wordt geroepen om te handelen en een beslissing te nemen, dan is de wijze waarop God die zaak behandelt dezelfde voor de volgende zaak daarna. Want... Ik kan vandaag een beslissing nemen en het zou juist kunnen zijn; morgen zou ik dezelfde beslissing kunnen nemen en het zou verkeerd kunnen zijn, omdat het misschien om mee te beginnen al verkeerd was. Maar als God ooit een beslissing neemt, is het perfect. Want wij zijn eindig, wij maken fouten. God is onfeilbaar, en oneindig, en kan geen fout maken.

     Daarom is wat God heeft gezegd perfect juist. En als Hij ooit op het toneel werd geroepen om een zondaar te redden, dan is de houding die Hij daar aannam betreffende die zondaar dezelfde houding die Hij zal aannemen betreffende iedere berouwvolle zondaar daarna. Als Hij op het toneel werd geroepen om een zieke persoon te genezen, dan zal de houding die Hij aannam betreffende die zieke persoon bij elke zieke persoon die tot Hem komt op dezelfde manier moeten zijn, of Hij handelde de eerste keer verkeerd. Zo is God. Is dat juist?

     Dus wat Jezus gisteren was, moet Hij vandaag evenzo zijn, anders was Hij gisteren fout. Zijn Messiaanse teken dat Hij toen aan de mensen toonde, als dat fout was, dan moet Hij vandaag hetzelfde zeggen. En als het dat niet is... Het moet juist zijn, omdat Hij God was. En nu... Als Hij toen juist was en dat een teken was, is het vandaag hetzelfde teken en zal het dat voor immer zijn.

42 Nu zullen wij een paar van Zijn acties nemen. Onmiddellijk nadat Hij begon te prediken, was daar Andreas, weet u, en deze begon Hem te volgen: vroeg Hem waar Hij woonde nadat hij Hem die dag bij de Jordaan zag en Hij door Johannes gedoopt werd. En toen ging Andreas heen en vond zijn broeder Simon en bracht Simon tot Hem. "Kom nu kijken. Wij hebben de Messias gevonden."

     Simon was een visser. En toen hij in de tegenwoordigheid van de Here Jezus kwam, Die daar stond, wat was toen het eerste wat Jezus deed? Ongetwijfeld keek Hij hem recht in het gelaat en zei: "Uw naam is Simon. U bent de zoon van Jonas."

     Petrus was onderwezen, Simon liever gezegd... Hij werd daarna Cephas genoemd, wat 'een steen' betekent. Wat was hij? Hij geloofde dat, omdat hij een vader had die hem had onderwezen dat als de Messias zou komen... De echte ware Jood geloofde dat als de Messias kwam, Hij een profeet zou zijn.

43 De Joden geloofden altijd in hun profeten. Wij weten dat, omdat Mozes zei: "De Here, uw God, zal een profeet verwekken zoals ik." Hij was de God-profeet, de Meester-profeet, de God van de profeten. Maar Zijn teken was om een profeet te zijn, en zij zagen uit naar die profeet. Herinnert u zich niet dat hij zei: "Zijt gij die profeet? Zijt gij die profeet?" Zij vroegen Johannes: "Zijt gij die profeet die zou komen?"

     Hij zei: "Wat zeggen dat mensen dat Ik ben?"

     "Sommigen zeggen dat u Elia bent, of Mozes, en sommigen dat het de profeet is die zou komen."

     Zij wisten dat Hij een profeet zou zijn. En toen Simon Petrus... Toen Hij tegen hem zei: "Uw naam is Simon, en uw vaders naam is Jonas", wist hij onmiddellijk dat dit de profeet was waarvan geprofeteerd was dat Hij zou komen. Dat was een teken van de Messias voor hem, ofschoon hij niet genoeg opleiding had gehad om met zijn eigen naam te ondertekenen. Maar hij viel aan de voeten van Jezus, en hem werden later de sleutels van het Koninkrijk gegeven, omdat Hij God ontving. Hij wist wat Hem zou volgen. Hij wist dat dat God was: teken van een profeet.

44 Ondertussen stond daar iemand dichtbij, genaamd Filippus (komt in het eerste hoofdstuk van Johannes naar voren), en Filippus dacht dat het wonderbaar was. En toen hij dit zag, was hij bevredigd dat dit de profeet was waarover gesproken was, de Messias. Dus als dat de Messias van gisteren was, en gisteren het teken van de Messias, dan zal dit het teken zijn van de Messias vandaag, als Hij dezelfde Messias is. Juist. Hij zal hetzelfde zijn. Dat is hoe Hij aan hen verklaarde dat Hij de Messias was.

     Nu, Filippus had een goede vriend, genaamd Nathanaël. Was u ooit in Palestina om te zien waar de plaats was? Ongeveer vijfentwintig kilometer rondom de berg. Hij haastte zich daarheen. En de naam van deze vriend was Nathanaël. Dus toen hij daarheen ging om Nathanaël op te zoeken en hem dit goede nieuws te vertellen...

45 Er is iets mee... Als u ooit overtuigd bent dat Jezus de Christus is, kunt u het niet voor uzelf houden. U moet er gewoon iedereen over vertellen. Dat is waar. Ik kan niet inzien hoe mensen deze wonderbare liefde van God kunnen vinden en zich erover stilhouden. O my. Ik vroeg iemand niet lang geleden (zij zeiden dat ze voor vele jaren Christenen waren); ik zei: "Weten uw buren het?"

     Zeiden: "Nee, wij houden het zo'n beetje voor onszelf."

     O my. Dat kunt u niet doen. O. Een zuster in onze kerk zong gewoonlijk een lied: "Ik ben aan het rennen, rennen, rennen. Ik wil het vertellen." Wel, dat is ongeveer juist. U moet het gewoon iemand vertellen. U kunt niet stil blijven staan. Er is iets gebeurd en u weet dat het gebeurd is.

46 Hij was er dus van overtuigd dat dat de Messias was. Laten we er voor een ogenblik een klein toneel van maken. Ik kan Nathanaël zien die daar rondom gaat (ongeveer een dagreis), rondom de berg en over de keistenen, en uiteindelijk bij het huis komt waar Nathanaël woont. Hij klopt op de deur. En toen kwam mevrouw Nathanaël aan de deur. Ze zei: "Hé, Filippus, wel, ik ben blij om je te zien."

     Zei: "Waar is Nathanaël?"

     "Wel, Filippus, hij is net naar buiten gegaan om een wandelingetje te maken in zijn boomgaard. Hij is daarginds ergens. Je zult hem vinden. Hij bekijkt daar zijn olijvenboomgaard, of vijgenbomen, enzovoort. Hij is daar ergens achter tussen de bomen. Je zult hem vinden."

47 En ik kan Nathanaël daar doorheen zien lopen, Filippus beter gezegd, om te proberen hem te vinden. Na een poosje... Hij was op zijn knieën aan het bidden. (Dat is een goede plaats om te zijn. Dus... En gewoonlijk is het daar waar u Christus vindt, als u op uw knieën bent. Dat is een goede manier. Zie? Blijf vaak op uw knieën. Het is goed.) En toen hij onder deze boom aan het bidden was, kan ik me voorstellen... Wel, natuurlijk, Filippus, een Christen heer, stond daar gewoon en wachtte totdat hij klaar was met bidden.

     Nu kan ik Nathanaël zien opstaan en het stof zo van zijn knieën afvegen terwijl hij zegt: "O, gezegend zij de Here, dat... Ik dank U, Here." Hij keerde zich om en zei: "Filippus!"

     Nu zei hij niet: "Hoe gaat het met al de boomgaarden?" (zie?), of "Hoe gaat het met iedereen? En hoe gaat het met John, Joe, en al de anderen?" weet u. Dat zei hij niet. Hij zei: "Kom, zie Wie wij gevonden hebben!" O, hij liep gewoon over. Hij had er iets over te zeggen. Ik houd daarvan.

     O, ik geloof dat de Heilige Geest zo vervult dat het overloopt. David zei dat zijn beker overstroomde. Bij sommigen, als de Heilige Geest een houvast op hen krijgt, stromen ze gewoon over. Hij had geen tijd om het over de boerderij te hebben. Hij zei: "Kom, zie Wie wij gevonden hebben, de Messias. Wij hebben de Messias gevonden, Jezus van Nazareth, de Zoon van Jozef. Kom, zie Wie wij gevonden hebben. Deze is de Profeet waarvan gesproken werd."

48 Ik kan me indenken dat deze deftige orthodoxe gelovige zei: "Nu, wacht een ogenblik, Filippus. Ik weet dat je een goede man bent, een goede man. In welke bevlieging ben je nu terecht gekomen? Waar ben je in verdwaald? Nu, er is ergens iets fout met je. Ik heb altijd geweten dat je een goede verstandige persoon bent, dus waarom kom je hierheen met zoiets dergelijks, dat je iemand vond, Jezus van Nazareth, zei je, uit een stad Nazareth?"

     "Welnu, wij weten dat de Messias komt. En weet je wat er zou gebeuren als de Messias zou komen? De galerijen van de hemel zullen opengaan, en Hij zal regelrecht naar het hoofd van onze denominatie toe komen. Jazeker. Hij zal rechtstreeks op de baldakijnen van de tempel neerkomen. En als Hij niet naar onze denominatie zou komen, dan is Hij het niet. Nu, dat is Hij dan niet. Hij moet naar de onze komen."

     Je weet dat al deze Nathanaëls nog niet zijn weggegaan. Dus... "Hij moet gewoon naar onze groep komen of Hij komt helemaal niet." Maar u weet dat God dingen doet op de wijze waarop Hij het wil doen, en het is niet...?... [De samenkomst beaamt het – Vert] Het is op Zijn wijze.

     Dus wij horen hem zeggen: "Nu, zou er iets goeds uit Nazareth kunnen komen?"

     En ik denk dat Filippus hem het beste antwoord gaf dat wie dan ook zou kunnen geven, hij zei: "Kom, zie. Kom en zie. Blijf het niet thuis bekritiseren. Kom, zie het voor jezelf." Dat is het beste.

     "O, onze..." Hij nooit... "Onze denominatie ondersteunt het niet. Wij werken er niet mee samen, dus blijf ik gewoon thuis en..."

     Wel, u zult het dan nooit weten. Dat is alles. Zie? "Kom, zie."

     "Onderzoek de Schriften," zei Jezus, "deze getuigen van Mij." Zie? Ontdek of het juist is of niet.

     Daarom zei hij: "Kom en zie."

49 Nu kan ik me voorstellen... Laten we inbreken in hun gesprek terwijl zij langs de weg gaan. Ik kan Filippus tegen Nathanaël horen zeggen: "Nathanaël, kun je dat niet geloven?"

     "Nee."

     "Wel, zegt de Schrift niet dat de Here onze God een profeet zal doen opstaan zoals Mozes?"

     "Dat is... Ja."

     "Wel, zal de Messias een profeet zijn?"

     "Ja, Hij zal een profeet zijn."

     "Zal Hij een profetisch teken tonen?"

     "Ja, Hij zal een profetisch teken tonen."

     "En zal dat het Messiaanse teken zijn?"

     "Ja, dat zal het zijn."

     "Goed. Nu, herinner je je die oude ongeleerde visser daar, waar wij die dag vis van kochten en dat hij niet genoeg onderwijs had gehad om jouw rekening te ondertekenen?"

     "Ja, ja, ik herinner mij dat. O ja. Andreas' broer, Simon."

     "Ja, dat was hem; 'n grote, oude, sterk uiziende kerel, kaalhoofdig en met een vettig schort om."

     "Ja, dat was hem. Kon de rekening niet ondertekenen. Ja, dat is waar."

     "Wel, weet je, hij kwam voor Degene te staan waarvan wij weten dat hij de Messias is. Herinner jij je wat zijn vaders naam was?"

     "O, zeker. Ik had omgang met hem: Jonas. Ja, ik ken hem, Jonas."

     Wel, zodra hij dichtbij deze Man was aangekomen, keek Hij naar hem en zei: "Uw naam is Simon, de zoon van Jonas." Nu, hoe zit het daarmee?

     Filippus zei: "Ach..." Ik bedoel Nathanaël. "Ach..."

     Filippus zei: "Het zou mij niets verbazen als Hij jou niet zou vertellen wie jij bent als je daar aankomt."

     "Ach, wacht even. Ik weet daar niets over. Huh-hu, nee."

50 Na een poosje arriveerden ze. En misschien stond Jezus in de gebedsrij; of misschien kwamen zij in de gebedsrij. Ik weet het niet. Maar misschien zij... Hij stond ergens in het gehoor. Waar het ook was, toen hij voor de Here Jezus kwam te staan, keerde Jezus Zich om en keek naar hem, en zei: "Zie, een Israëliet in wie geen bedrog is." Dat nam hem de wind uit de zeilen.

     Wel, u zegt: "O, zeker, de manier waarop hij gekleed was..." Nee, nee. Al de oosterse mensen kleden zich eender. Het donkere ras mensen droegen deze klederen en tulbanden, enzovoort. Zei: "Ach, zie een Israëliet in wie geen bedrog is." (Zoals ik het zou zeggen: een goede, eerlijke man, goed, religieus, een eerlijke man; een Israëliet.)

     En het verbaasde... verbijsterde hem een beetje. Hij zei: "Rabbi (wat leraar betekent), wel, vanwaar kende U mij? Wel, u weet niets over mij. Ik heb U nooit in mijn leven gezien en U heeft mij nooit in Uw leven gezien. Hoe weet U dat ik een Israëliet ben en een eerlijke man?"

     Luister. Hij zei: "Eer Filippus u riep, toen u onder de boom zat, zag Ik u." Wat een ogen, wat een ogen. [De samenkomst verheugt zich – Vert] De dood kan ze niet uitdoven. Ze leven voor eeuwig. "Ik zag u (vijfentwintig kilometer de dag ervoor om de berg heen). Ik zag u."

     Wat was zijn reactie? "Rabbi, Gij zijt de Koning van Israël! Gij zijt de Zoon van God, de Koning van Israël." Hij had nooit meer een vraag. Zijn naam is vanavond onsterfelijk onder de mensen. Viel neer aan Zijn voeten: "Rabbi, Leraar, U bent geen gewone man. U bent de Koning van Israël! U bent de Zoon van God! Wij weten dat de Messias dat zou doen."

51 Er stonden sommigen bij die dat niet geloofden, weet u. Ze keken alleen maar toe. Ze moesten een antwoord geven aan hun gehoor, omdat het gehoor de vraag daarover aan hen zou stellen. Ze zeiden: "Uhum [Broeder Branham schraapt zijn keel – Vert], natuurlijk deed deze man dit alleen maar door Beëlzebul. Hij is een waarzegger. Zie? Hij doet dit door Beëlzebul."

     Jezus zei: "Ik vergeef u dat. Maar het uur is aanstaande dat de Heilige Geest komt en Hij hetzelfde zal doen, dan zal één woord daar tegen te spreken nooit vergeven worden, noch in deze wereld, noch in de wereld die komt." Dan ziet u waar wij staan. Zei: "Ik zal u vergeven. Spreekt u dat tegen Mij, dan zal Ik u ervoor vergeven", omdat zij het noemden, zeiden dat de Geest van God een onreine geest was, de Geest van God klasseerden als... het onderscheiden van geesten. En een profeet, de God van de eeuwigheid, stond daar en maakte Zichzelf bekend in een teken dat daarvoor beloofd was, de Schriften werden vervuld voor hun ogen [Broeder Branham klopt op de preekstoel – Vert]; en zo denominationeel gebonden dat zij... "Wel, Hij kwam niet naar onze plaats, dus is het een duivel." Ja. Zie? We zouden wat dat betreft best een beetje dichtbij huis kunnen blijven, maar dit is de plaats van deze mannen.

     Maar bemerk dat dat het was. Ze zeiden dat de Heilige Geest op een dag zou komen en hetzelfde zou doen. Nu, dat is de wijze...

52 Herinner u dat er slechts drie volksstammen op de aarde zijn als we de Bijbel geloven: de volkeren van Cham, Sem en Jafeth. Dat zijn Joden, heidenen en Samaritanen. Herinnert u zich Petrus met de sleutels op de Pinksterdag? Daarna ging het regelrecht naar de Samaritanen, en verder door naar de heidenen, en dat beëindigde het: Joden, heidenen, Samaritanen.

     Nu, wij heidenen, Angelsaksen, keken niet uit naar een Messias. Hij komt alleen tot degenen die naar Hem uitzien. O, ik verlang ernaar dat dit thuiskomt. Ik hoop dat dit zo hoog staat als de bomen die hier vlak voor u staan. Dat... Je kunt er niet naar kijken zonder het te zien. Hij komt alleen voor degenen die naar Hem uitzien. Wij heidenen zagen naar niemand uit; wij zagen niet uit naar een Messias. Maar de Joden en de Samaritanen wel. Wel, wij zien hoe Hij Zichzelf bekendmaakte.

53 O, we zouden u naar nog vele andere plaatsen kunnen meenemen, maar laten we een andere bladzijde opslaan. Wij zien Hem dan langs het badwater van Bethesda lopen. En een paar dagen daarvoor had een kleine vrouw... Zij probeerde in de gebedsrij te komen. Zij had geen gebedskaart, veronderstel ik. En zij geloofde dus dat zij, als zij Hem kon aanraken, genezen kon worden. En wel, zij kon niet dichtbij Hem komen en al de mensen stonden om Hem heen. En, weet u, wel, meteen slipte zij ertussendoor en raakte de zoom van Zijn kleed aan. En Hij stopte en zei: "Wie raakte Mij aan?" Iemand had Hem aangeraakt.

     Petrus bestrafte Hem. En Hij zei: "Maar Ik bemerkte dat Ik zwak werd. Kracht ging van Mij uit." Hij keek over het gehoor heen totdat Hij haar vond, en vertelde haar van haar bloedvloeiing die gestopt was, omdat haar geloof haar gered had. Nu, Híj deed dat nooit; háár geloof in Hem deed het. O, ziet u het? Haar geloof: "Uw geloof heeft u gered."

     En ik wil hier mannen die hierover meer welsprekend zijn, broeder Moore, en veel van deze andere predikers... Datzelfde woord daar is Sozo, wat 'gered' betekent, zowel voor lichaam als voor ziel, lichamelijk gered of geestelijk gered, dezelfde manier waarop het wordt gedaan. Zij raakte Hem aan.

54 Nu zegt u: "Broeder Branham, ik weet dat Hij... Zij raakte Hem aan. Ik vraag me af of ik het zou kunnen?"

     De Bijbel zegt dat Hij precies nu een Hogepriester is Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. Is dat juist? Wel, als Hij dezelfde Hogepriester is – als u Hem aanraakte – dan zal Hij op dezelfde wijze handelen. Dus strek u uit en raak Hem vanavond aan met uw geloof.

     Het was niet... zij... Wel, u zegt: "Ik ben niet dichtbij genoeg om met mijn handen Zijn kleed aan te raken." Het... Dat was het niet wat het deed. Hij kon dat niet hebben gevoeld. Het Palestijnse kleed heeft een onderkleed, en een royaal overkleed dat uitwaaiert. En stof komt onder dat kleed terecht, dat is de reden dat zij voetwassing hadden, enzovoort, om het stof van hun voeten af te krijgen. Dus zij... het Palestijnse kleed hing wijd, zij raakte nooit het... raakte die zoom aan.

     Waarom voelde Hij niet al degenen die hun armen om Hem heen hadden? "Hallo, Rabbi. Fijn om U te ontmoeten, eerwaarde", enzovoort. Waarom voelde Hij hen niet? Zij raakten Hem meer aan dan zij; maar Hij raakte de... zij raakte de binnenkant aan.

     Zei: "Ik voelde kracht van Mij uitgaan."

55 Een paar dagen daarna liep Hij langs het badwater van Bethesda, en daar lag een man die een zwakte had. Er waren daar allerlei soorten mensen: lammen, blinden, manken, verdorden, alle soorten aandoeningen. Jezus liep regelrecht tussen hen allen door, keek om Zich heen totdat Hij een man zag die op een stromatras lag. (Ik veronderstel dat zij het zo noemden. Allen van ons zuiderlingen weten wat een stromatras is, nietwaar? Ik groeide daarmee op.) Dus hij lag op een stromatras, lag daar, en hij was niet kreupel of blind. Hij had... Laten we zeggen dat hij een prostaatkwaal had, of misschien had hij TB. Het was een slepende ziekte, maar het zou hem niet doden. Hij had het al achtendertig jaar.

     Jezus keek om Zich heen en Hij vond hem. En Hij zei: "Wilt u gezond worden?"

     Hij zei: "Meneer, ik heb niemand om mij in het water te brengen. Als ik eraan kom, is iemand sneller dan ik en komt als eerste in het water (zie?), vóór mij; stapt er voor mij in."

     Hij zei: "Neem uw bed op, ga naar uw huis." Zie? Wat? De Bijbel zei: "Want Jezus wist..." Zie?

     Nu, Hem werden daar vragen over gesteld: Johannes 5, Johannes 5:19. Toen Hij daarover werd gevraagd, zei Hij: "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon (het lichaam), de Zoon kan niets doen in Zichzelf, maar wat Hij de Vader ziet doen. Want de Vader werkt en Ik werk eveneens. Ik doe niets tenzij Ik het zie." Als Hij het dan zag, zag Hij de Vader door een visioen het werk doen. God toonde Hem door een visioen wat Hij moest doen, en Hij ging heen en deed het.

56 Kijk naar de opstanding van Lazarus toen Hij bij het graf kwam. U bemerkt dat Hij bij het graf zei: "Ik dank U, Vader, dat Gij Mij reeds verhoord hebt (Hij wist wat er zou gaan gebeuren), maar Ik zeg dit voor degenen die hierbij staan. Lazarus, kom eruit!" Lazarus stond op. O my, zeker, omdat Hij het gedaan had zien worden. Hij zei dat Hij nooit iets deed tenzij de Vader het Hem toonde. Hij zei er nooit iets over dat er toen kracht van Hem was uitgegaan, hetgeen een groter wonder was dat dan bij de vrouw. Maar u ziet, dat was God Die Zijn gave gebruikte. Dat was een vrouw die God gebruikte.

57 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... maar zij moest komen toen zij dat kon. Dus zij kwam daarheen met haar waterkruik, er misschien aan denkend wat zij had... over de voorbije nacht. En zij liet de kruik neer voor het water. Toen zij hem zo omhoog trok met de lier en hem neerzette, keek zij... Ze hoorde iemand zeggen: "Vrouw, breng Mij wat te drinken." En zij keek opzij en daar zat een Jood.

     Nu, zij was een Samaritaanse. Ze zei: "Het is niet gebruikelijk voor u Joden... U hier, een Jood zijnde, vraagt iets aan mij, een Samaritaanse vrouw."

     Hij was een jonge Man. Wel, Hij was in werkelijkheid pas dertig jaar, maar de Bijbel stelt dat Hij vijftig leek. Wist u dat? Ik veronderstel dat Zijn werk Hem een beetje grijs had gemaakt. Hij zei: "U bent..." Daar in Johannes 6 zei hij: "U bent een man van niet meer dan vijftig jaar oud, en dan zegt U dat U Abraham hebt gezien?"

     Hij zei: "Eer Abraham was, BEN IK." Dat is juist. Dat is waar. Zie? Nu... Maar ik veronderstel dat Hij vijftig leek. Zei: "U bent een man van niet meer dan vijftig jaar oud."

     Welnu, maar toen zij daar deze Jood zag zitten, zei ze: "Het is niet gebruikelijk voor U, een Jood zijnde, aan een vrouw van Samaria, zoiets te vragen. Wij hebben geen omgang met elkaar."

     Hij zei: "Maar als u wist met Wie u sprak, zou u Mij om iets te drinken hebben gevraagd."

     Ze zei: "De put is diep."

58 Nu, wat was Hij aan het doen? U moet mijn woord hiervoor nemen. Hij nam contact op met haar geest. Hij probeerde haar geest te vinden. Kijk, de Vader had Hem daarheen gezonden. Hij moest langs Samaria gaan. Maar toen Hij daar kwam, wist Hij niets anders te doen dan te wachten. En toen zij hier... Ik zeg hier vanavond hetzelfde. De Vader zond mij naar Beaumont. Ik moet wachten om te zien wat Hij zal gaan zeggen. Ik weet het niet. Zie? Eenvoudig wachten. Nu zien we na een poosje of Hij het wel of niet deed. Zie?

     En toen ging Hij zitten en sprak met haar. Wat deed Hij? Contact opnemen met haar geest, en Hij ontdekte wat haar moeite was. Weet iemand wat het was? Zeker. Zij had vijf mannen. Eigenlijk zes. Zij had vijf mannen... "Degene waar u nu mee leeft, is uw man niet." Goed.

     En Hij zei: "Vrouw, ga uw man halen en kom hier" (nadat Hij haar probleem gevonden had).

     Ze zei: "Ik heb geen man."

     "O," zei Hij, "u hebt de waarheid gezegd." Zei: "U hebt de waarheid gezegd, omdat u er vijf hebt gehad, en degene waar u nu mee leeft, is de uwe niet. Dus daarom heeft u de waarheid gezegd."

59 Wat deed zij toen? Zij was niet zoals enigen van deze zogeheten priesters met hun omgekeerde boorden, met al de theologie van het land. Zij wist meer over God dan de helft van de predikers in de Verenigde Staten, zij in die toestand. Zij keerde zich om en zei: "Meneer, ik bemerk dat Gij een profeet zijt." Amen. Zei: "Wij Samaritanen, wij weten dat dit het teken van Messias zal zijn." Is dat waar? "Wij weten dat, als de Messias komt welke de Christus genaamd wordt, Hij ons deze dingen zal vertellen. Maar Wie bent U?" O my.

     Hij zei: "Ik ben het Die met u spreek."

     Broeder, zij dronk toen van een nieuwe fontein. Zij liet haar waterkruik daar achter en rende naar de stad zo hard als zij maar kon. Luister naar wat zij zei. "Kom, zie een Man Die mij de dingen vertelde die ik heb gedaan. Is dit niet de ware Messias?"

     En de Bijbel zegt dat de mensen van die stad Christus geloofden vanwege wat de vrouw gezegd had. Als dat het teken van de Messias gisteren was, is dat het teken van de Messias vandaag. Is dat juist?

60 Nu, nog één aanhaling. Het is een beetje lang, maar vergeeft u mij voor nog een minuut langer. Dit is een kerk; ik veronderstel dat zij niet op een zekere tijd hoeven te sluiten. [De voorganger zegt: "Dat is juist." – Vert] Ik wil dat u nog deze ene aanhaling krijgt, dan zullen we sluiten.

     Nu, merkte u op dat dat teken nooit aan de heidenen getoond werd? Zij zagen niet naar Hem uit. Het was gegaan... Het was een teken voor de Joden en voor de Samaritanen. Maar het Evangelie kwam zelfs nooit bij de heidenen totdat Petrus er heenging en daar tot hen predikte, Handelingen 10:49. Zie? Zij waren heidenen.

     Hij kwam dus niet naar ongelovigen. Hij kwam en toonde Zijn Messiaanse teken aan de gelovigen. Nu, luister goed. En u, het gehoor buiten, zet uw geestelijk denken nu aan, omdat u hier tussen de regels door moet lezen, dan zal ik sluiten.

61 Welnu, toen Hij hier op aarde was, vroegen zij Hem wat het teken zou zijn van het komen van het einde der wereld. En Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom..." Eerst zei Hij: "Van Noach", de regen. En toen Hij dat over Noach gezegd had, ging Hij door en noemde wat er gebeurd was in de dagen van Noach: over de moraal van de mensen, hoe immoreel zij zouden zijn, dat zij aten en dronken en trouwden en ten huwelijk gaven. Toen kwam Hij toe aan Sodom. Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Nu, luister goed.

     Merk nu op, dat Abraham de uitverkoren en uitgeroepen mensen vertegenwoordigde. Er zijn altijd drie klassen mensen. Houd deze in gedachten. Lot vertegenwoordigde de lauwwarme, formele kerk. De Sodomieten waren de wereld. En Abraham had zich afgescheiden van al dat ongeloof en was eruit gekomen.

     [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... de uitverkoren gemeente. Wel, onthoud dat, in de drie engelen die kwamen om Abraham te ontmoeten... Zij waren drie mannen en zij waren drie engelen van God. Eén van hen was God Zelf.

62 Niet lang geleden zeiden enige predikers tegen mij: "U bedoelt toch niet om te zeggen dat dat God was?"

     Ik zei: "De Bijbel zei dat het God was. Abraham noemde Hem Here; hoofdletter H-e-r-e, Elohim. Hij behoorde het te weten. Hij was degene die tot Hem sprak."

     Hij zei: "Wel, dat was alleen een theofanie."

     Ik zei: "Een theofanie eet geen kalfsvlees en drinkt geen karnemelk." Dat is juist. Hij was God! De Bijbel zegt dat Hij dat was. Hij was God, broeders. Deze drie engelen... Hij zei: "Wel, bedoelt u dat het engelen waren?"

     Ik zei: "Zeker."

     "In stoffige kleding en eten?"

     Ik zei: "Zeker. U weet gewoon niet hoe groot onze God is. Hij wilde neerkomen om de situatie daar in Sodom te onderzoeken. Dus ik kan mij voorstellen..."

63 Waaruit zijn onze lichamen gemaakt? Uit zestien elementen: kalium en calcium, petroleum, kosmisch licht. Hij reikte er naar en nam zestien elementen en deed "Whew" [Broeder Branham maakt een blazend geluid – Vert], blies het tezamen en zei: "Kom hier, Gabriël, stap hierin." Zeker. Blies er nog een voor Michaël, blies nog een andere voor Zichzelf. Hij stapte er gewoon in en kwam neer.

     O, ik ben zo blij dat ik Hem ken. Een dezer dagen, als mijn lichaam nog slechts als stof over de aarde wordt geblazen, zal Hij "Whew" zeggen [Broeder Branham maakt een blazend geluid – Vert] en het komt terug. [De samenkomst verheugt zich – Vert]

     Ik ben zo blij om zo'n soort God te kennen: blaast het gewoon tezamen, dat is alles. "Kom aan, nu. Ik beloofde het je. Je was getrouw over enkele dingen en Ik zal je een heerser maken over vele." Zie, erfgenaam van alle dingen door Christus... Hij beseft gewoon niet Wie Hij is, hoe groot Hij is.

64 En Hij kwam neer. En ik wil dat u opmerkt dat twee van deze engelen (een moderne Billy Graham, enzovoort), uitgingen en predikten tot de Sodomieten. Is dat juist? En daar deden zij slechts één wonder: sloegen hen blind. En de prediking van het Evangelie slaat degenen blind die niet geloven. Maar Hij toonde daar dat teken aan hen, het Evangelie dat gepredikt werd om "eruit te komen".

     Hij riep Abraham er niet uit. Hij was er reeds uit. O, ik ben zo blij. Abraham vertegenwoordigde de uitverkoren gemeente, de uitgeroepen gemeente. Maar Eén bleef achter bij Abraham en Hij deed een teken. Ik wil dat u ziet welk soort teken Hij deed voor de uitverkoren gemeente.

     Nu ziet u dat het Evangelie tot hen werd gepredikt om uit die plaats daar vandaan te komen.

65 Maar Deze bleef achter bij Abraham. Zei... [Broeder Branham schraapt zijn keel – Vert] Nu, onthoud dat Hij een vreemdeling was en stof op Zijn kleding had. Hij kwam uit een ander land, ja, van ver weg. En Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw, Sara?" Hoe wist Hij dat hij getrouwd was, en hoe wist Hij dat hij een vrouw had die Sara heette? "Abraham, waar is uw vrouw Sara?"

     Welnu, de Bijbel zegt duidelijk dat hij zei: "Zij is in de tent achter U", achter de Engel. De Engel was God in menselijk vlees. Let op. Zei: "Zij is in de tent achter U."

     Let hierop. "Ik zal u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens." En Sara lachte in zichzelf; niet hardop, deed... [Broeder Branham demonstreert het – Vert] binnenin de tent. En met Zijn rug naar de tent gekeerd, zei Hij: "Waarom lachte Sara?"

66 Wat voor soort gedachtenlezen is dat? Wat was het? Het was een teken dat zij klaar was om verbrand te worden. Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom", en de wereld is nu in een Sodom-conditie. Net voordat het vuur valt, komt de Engel des Heren terug en woont in menselijk vlees, en doet hetzelfde teken om aan de heidenen hetzelfde Messiaanse teken te geven zoals het aan de Joden en Samaritanen gegeven werd. Ziet u het? Hij moet het doen.

     Als Hij deze kerk op zijn beloop laat met louter theologie, dan heeft Hij hun een gunst en een teken gegeven die Hij niet aan ons heeft toegestaan. En als God Dezelfde is (en Hij is Dezelfde), dan zal Hij hetzelfde doen en eender handelen bij elk van Zijn kinderen; want Hij moet voor iedere generatie Dezelfde zijn. Als dat Zijn teken was in die dagen voor de Joden en Samaritanen bij het eindigen van hun dag... dit is het beëindigen van onze dag. Het Evangelie keert heel spoedig naar de Joden terug. Zij is er nu reeds op aan het wachten, gewoon wachtend op het teken om aan haar te verschijnen, en dan zal Hij terugkeren met... Elia en Mozes zullen dat doen, Openbaring 11, zoals u weet.

67 Welnu, maar dan is de heidengemeente in de eindtijd. Is dat waar? Wij geloven dat, dat dit de eindtijd is en het verbranden van Sodom op handen is.

     Want de atoombom is daarginds reeds in de hangar met de naam van de wereld erop geschreven. Dat is juist. Zij zal verbrand gaan worden. Wees daar niet bezorgd om. Ze zal verbrand gaan worden. Het staat er klaar voor om te eniger tijd losgelaten te worden. Laat slechts een fanaticus trekken aan een...

     Een van deze raketten zal een dezer dagen op iemands scherm verschijnen, en dan zal iedereen in elke natie starten met ze los te laten. Dan is het hier. Maar voordat dat gebeurt, zal de gemeente naar huis gaan. De gemeente zal naar huis gaan. Zij zal zich daar nooit in bevinden. Nu, begrijpt u het? Maar net in die eindtijd zal dit teken opnieuw verschijnen.

68 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... het was in Sodom. De uitverkoren gemeente, niet de lauwwarme (zij hebben de hunne), maar de uitverkorenen, de uitgeroepen gemeente.... Kunt u tussen de regels door lezen? Zie? De uitgeroepen gemeente zal dat teken ontvangen, en dat was het teken van de Messias. Het is het teken van de Messias onder ons.

     Wij zijn niet de Messias, maar de Messias leeft in ons, want Messias betekent 'de Gezalfde', en het moet ons allen zalven. Als het de een zalft met een teken, en de ander gelooft het niet, wat voor goeds zou het doen? Het moet ons allen tezamen betreffen. En tezamen, als Jezus Christus hier vanavond zal verschijnen en dezelfde Messiaanse tekenen zou doen die Hij daar terug voor de Joden en de Samaritanen deed, zou u Hem dan als uw Redder en als uw Genezer aanvaarden? Zou u dat doen? Dat is een sterke bewering. Ontvang Hem als uw Redder. Nu, onthoud dat Hij niet kan genezen. Hij wil in de eerste plaats dat u het gelooft.

69 Hij heeft hier verordineerde mannen om dat te doen, maar daarnaast heeft God vier door God geroepen bedieningen in de gemeente: apostelen, welke eigenlijk zendelingen zijn. Zendeling betekent 'een gezondene'; apostel betekent 'een gezondene'. Goed. Een zendeling is een apostel. Juist. Apostelen, profeten, leraars, evangelisten en herders, ik bedoel vijf in plaats van vier. Het zijn vijf bedieningen die God verordineerde en in de gemeente plaatste. Gelooft u dat? Goed. Als wij dan geloven dat er apostelen, profeten, leraars, herders en evangelisten zijn, zijn er vier bedieningen.

     In elke lokale gemeente zijn er twaalf, of negen geestelijke gaven. In 1 Korinthe 12 staat dat er negen geestelijke gaven door het lichaam in werking zijn. Kijk, God heeft elke toebereiding geplaatst om die gemeente zo schoon mogelijk te houden, zonder vlek of rimpel. Wij zijn in de eindtijd, heidenvolk. Wij zijn in de eindtijd.

     Nu geloof ik dat Jezus Christus nog steeds de Messias is. Ik geloof dat als Hij daar vóór Sodom neerkwam en bij de uitverkoren gemeente stond... Onthoud dat Hij nooit Sodom inging. Hij kwam naar de uitverkorenen, naar de gemeente. Deze gaven worden niet gezonden...

70 U zegt: "Waarom treft U niet de grote zenuwcentra?" De zenuwcentra zijn Gods volk. Zie? Komt naar de kerken, de kleine plaatsen. Het hoeft niet bloemachtig te zijn en... Dat is wat het is. Jezus was geen showman.

     Ze zeiden tegen Hem: "Waarom gaat U niet naar Kajafas toe? Waarom komt U niet hier naar Jeruzalem, toont U Uzelf niet?"

     Hij zei: "Uw tijd is er altijd; de Mijne is nog niet gekomen." Jezus was geen showman. Hij was geen opschepper.

     Zeiden: "U verblijft onder dat stelletje heilige rollers daar, een stelletje vissers, enzovoort. Kom hierheen naar de mensen van de hogere klasse."

     Hij kwam naar degenen waar God Hem naar toezond: de uitverkorenen. Wij doen deze dingen omdat we geleid worden om deze dingen te doen. God leidt Zijn kinderen. Ik hoop dat u dat opving.

71 Welnu, als Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en voor eeuwig, dan wat genezing betreft... Als iemand komt en zegt dat zij u kunnen genezen, dan is dat fout. Dat is onschriftuurlijk. Hij heeft het reeds gedaan. Als men zegt dat Hij uw zonden kan vergeven, dan is hij fout. Ze zijn reeds vergeven. Zie? Ze zijn reeds vergeven. U moet het alleen aanvaarden.

     Maar er zijn herders die u kunnen leiden. Er zijn leraars die kunnen onderwijzen. Er zijn evangelisten; er zijn andere dingen. En er zijn profeten en al deze verschillende dingen. En in de laatste dagen zou dit teken van de Messias in de gemeente moeten verschijnen.

     Nu, herinner u, hoe velen hebben ooit die foto gezien die hier in Houston genomen is? Jazeker, het is overal... Hij is hier nu ergens, veronderstel ik. Zie? Nu, het is over het hele land gefotografeerd, elke keer hetzelfde. Zie? Nu, het is een Vuurkolom.

72 Welnu, hoe velen geloven dat toen Jezus op aarde was, dat Hij die Engel was Die met hen in de woestijn was? Hij zei dat Hij dat was. Hij is de Engel van het verbond. En hier zegt Hij: "Ik kwam van God en Ik ga naar God." Is dat juist? Toen Hij dan stierf, opstond en herrees...

     En op een dag was Paulus, of Saulus, op weg naar Damascus, en een Licht sloeg hem neer, nog een Licht. Petrus... kwam in het gebouw, de gevangenis, en liet hem naar buiten gaan. En dit Licht kwam in... sloeg Saulus neer op zijn knieën. En Hij zei: "Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij."

     Hij zei: "Wie zijt Gij, Here?"

     Hij zei: "Ik ben Jezus. Ik kom van de Vuurkolom. Ik keer terug naar hetzelfde dat Ik was." Is dat juist? Nu, de Bijbel zegt dat dit zo is.

     Wel, als dan dit de juiste zaak is, als het dezelfde Vuurkolom is, dan zal Hij dezelfde dingen doen die Hij deed. Als die Vuurkolom die vanavond bij ons is, als dat de Geest van Jezus Christus is, dan zal Hij op dezelfde wijze in u handelen als het in Hem handelde. Ziet u wat ik bedoel? Dan maakt dat het waar. Nu, als wij Hem op het toneel kunnen zien komen en net eender handelen zoals Hij deed, zou iedereen dan geloven dat het de Here Jezus was? Laten we bidden.

73 Hemelse Vader, het lijkt wel of ik de hele avond zou kunnen spreken, zo'n wonderbare groep mensen, hun harten zijn zo... gewoon zo ontvankelijk, Here, ze trekken zo aan je. Wat houd ik daarvan, Vader. En te weten dat ik geloof dat dit de Abraham-groep is, de gemeente, de uitgeroepenen, de uitverkoren gemeente met de Evangeliewaarheid, om tegen te prediken.

     Velen, Here, zouden niet in staat kunnen zijn om met de verschillende tekenen te werken, zoals ik gezegd heb. Maar zij staan anderen niet in de weg die het doen. Here God, zij geloven U. Zij geloven het Woord. Velen van hen predikten toen ik nog een kleine jongen was. En hier sta ik vanavond voor zulke mannen, mannen die de Evangeliewaarheid in hun boezem houden. Vrouwen... Zij hebben hun vrouwen hier, hun geliefden, kinderen. Zij zijn ziek en behoeftig. Zij hebben hiervoor standgehouden.

     Zij... Jaren geleden waren zij verschoppelingen, verdreven uit de andere kerken, stonden op een hoek met een tamboerijn in hun hand; sommige vrouwen hadden zelfs niet genoeg geld om kousen te kopen. Zij stonden daar met een oude gitaar in hun handen en tokkelden erop, en verkondigden de boodschap.

74 God, het uur is nu gekomen. Het uur is hier. Zij plaveiden de weg, maakten de paden in de woestijn recht. Wij bidden dat de Messias van God vanavond langs dat pad zal aan komen rijden, recht in hun midden. Toon ons, Here, Uw tegenwoordigheid. "Heren, wij zouden Jezus willen zien", deze Jezus waar zij over gesproken hebben en voor Wie zij stonden onder de vervolging voor Zijn Naam. Here, verschijn vanavond in hun midden en toon dat U nog steeds dezelfde Messias bent, dat U niet dood bent.

     U stond op uit de dood en U leeft in Uw gemeente. U bent Degene Die altijd bij hen bent. Sta het toe, Vader. Laat ons slechts U zien, en een ieder van hen zal geloven, Vader. Wij dragen onszelf aan U op. Wij bidden dat U deze zegeningen wilt toestaan door Jezus Christus' Naam. Amen.

75 Ik ga u nu vragen of iedereen op zijn stoel wil blijven zitten voor nog een paar minuten. Nu kan ik hier staan en over deze dingen spreken, maar zijn ze waar? Dat is het volgende. Zijn ze waar? Velen van u hebben het nooit gezien, maar u geloof het toch. Zie? U gelooft het hoe dan ook toch. Maar nu, ik weet niet of Hij het wil, maar ik vertrouw erop dat Hij het wil. En als Hij handelt en het op dezelfde wijze doet als toen Hij hier op aarde was...

     Welnu, de enige wijze waarop Hij het kan doen, is dat ik mijzelf aan Hem onderwerp, gewoon mijzelf overgeven en mijzelf uit de weg krijgen, en u moet uzelf uit de weg krijgen. Nu, dat is de enige manier. Dan zullen we tezamen de Messias zien. Slechts mijzelf overgeven zal het niet doen. Alleen... U moet uzelf overgeven en ik moet mijzelf overgeven, en gezamenlijk werkt de Messias onder ons, omdat wij Zijn volk zijn, gekozen, geheiligd door Zijn bloed. De Heilige Geest woont in ons, en Hij zal...

     Zoals die kleine knop de Heilige Geest is wanneer Hij in de vorm van de doop komt, daarna begint hij zich uit te spreiden. Als wij al de wortels van bitterheid en boosheid uit ons krijgen, dan neemt God het gewoon over en begint te bewegen.

76 Kijk naar deze microfoon. Die microfoon is stom als niemand erdoorheen spreekt. Dat is niet de microfoon die spreekt; dat ben ik. Dus ik kan het niet zijn die spreekt; Hij moet het zijn, omdat... Zie? Het kan u niet zijn die spreekt; Hij is het. Zie? Wij weten niets over de toekomst.

     Wij weten niet... Ik weet niet... Er is geen persoon die ik ken in dit gebouw sinds ik hier heb staan rondkijken, tenzij het broeder Moore is, en broeder Brown hier, en broeder Mercier die achter mij zit, en mijn zoon die daar zit.

     Ik zou enige mannen van u mogen kennen als ik zou... Als u mij zou vertellen wat uw naam was, of mij vertellen waar wij elkaar ontmoetten... Ik weet het niet, het zou waarschijnlijker zijn als ik de predikers zou kennen. Hoe velen daar in dit gehoor weten dat ik een vreemde voor u ben? Steek uw hand op, weet niets over u, weet niets over uw letsel, uw kwalen of moeiten, of zoiets? Zie, overal.

77 Wel, wacht een ogenblik. Ik geloof dat je kaarten hebt uitgegeven. Goed. We zullen de gebedskaarten eerst proberen. Nu, wij kunnen niet in één keer zoveel hierheen brengen. Wat was het, Billy? Was het A? Gebedskaart A. Nu, dat is A 1 tot en met 100. Wij zullen ergens van daaraf aan moeten beginnen. Als we misschien vanavond vanaf een bepaalde plaats beginnen, dan morgenavond op een andere plaats; de volgende avond ergens anders. Gewoon omdat... We begonnen gewoonlijk...

     Ik gaf mijn kaarten – velen van u herinneren het zich hier – ik gaf gewoonlijk... Ik gaf ze eens op een keer aan iemand en zij betrapten hem op het verkopen van gebedskaarten om iemand in de gebedsrij te krijgen. Ik stopte dat gelijk. Ik liet het mijn broer doen. Nu, toen kwam mijn zoon. Ik plaatste hem om ze uit te geven, en aan vertrouwde mannen. Toen begon ik ermee...

     Een tijdje liet ik kleine kinderen zoals deze opstaan, zoals ik hier deze kleine Junior zou hebben, en ik zou zeggen: "Sta op en begin te tellen, Junior, en waar je stopt met tellen, dat is vanwaar ik zal gaan oproepen." Huh. Geloof het of niet, wij zijn nog steeds menselijk. Mama liet Junior precies bij haar nummer stoppen (zie?), precies waar het was. Dus kon ik het niet op die manier doen. Er kwamen klachten over. Dus op een avond in gebed zei de Heilige Geest...

78 En wat ik toen vervolgens deed... Bij de eerste dienst ging ik erheen en gaf aan iedereen een gebedskaart. Ik gaf elke herder honderd gebedskaarten om uit te geven aan zijn... Ik geloof dat dat de wijze was waarop wij het hier de laatste tijd deden, geloof ik, in de Beaumont samenkomst. Maar de eerste man bracht zijn groep erin en dan was het voor de anderen afgelopen. Zie? Dus op die manier kun je het niet doen. We ontdekten dat de enige juiste manier om het te doen, is, om ze elke dag uit te geven. Iedere... En als iemand... Als je wilde dat er voor je gebeden werd, dan moest je de eerste avond komen anders kwam je voor niets. Als de persoon de tweede avond kwam, kon hij geen gebedskaart meer krijgen. De derde dag, wat er ook aan de hand was... Hij werd verplicht dat er allereerst voor hen gebeden werd. Zie? Op die manier kwamen zij niet in de gebedsrij.

     Dus wat wij nu doen, is om ze uit te geven (is voor jaren zo gegaan), geven ze elke dag allemaal uit. En op die avond beginnen we gewoon vanwaar de Heilige Geest ook met mij begint te handelen. Soms tel ik hoeveel er aan deze en hoeveel er aan die kant zitten, en delen dat door het aantal dat aan die kant zit, beginnen zo; waar vandaan het ook is, we weten het niet. Net zoals de Heilige Geest het in mijn gedachten brengt, dan weet ik het.

79 De man komt en geeft u een gebedskaart. De jongens zullen eerst voor u komen staan en nemen deze gebedskaarten en mixen ze staande voor u allemaal door elkaar. Dan komen zij hem aan u geven. U zou nummer 7 mogen hebben, u krijgt 45, en u krijgt 100, bijvoorbeeld. De volgende persoon naast u... Zij zijn allemaal door elkaar gemixt. Dus als ik dan kom, dan is het dubbel gecontroleerd zodat niemand kan zeggen: "Wel, ze verkopen gebedskaarten om iemand in de gebedsrij te krijgen." Wij kunnen dat niet doen.

     Zie, zij zijn allemaal door elkaar gemengd. En dan gaat de Heilige Geest uit en neemt degenen eruit die zelfs geen gebedskaart hebben gekregen (zie?), en voorzegt dingen. Nee, kijk, het idee erachter is om iemand hier te krijgen zodat ik de zalving op mij kan krijgen, en om de zalving op u te krijgen, de Heilige Geest te laten...

80 Dus laten we vanavond beginnen bij nummer 1, om te beginnen, en zien hoeveel we er naar voren kunnen brengen. Nummer 1, wie heeft gebedskaart nummer 1? Als u nu niet kunt lopen wanneer uw gebedskaart wordt opgeroepen, dan zullen hier enige broeders u helpen. Gebedskaart A nummer 1. Waar is deze? Kijk nu op uw gebedskaart. Gebedskaart A nummer 1. Ben je er zeker van dat je gebedskaarten hebt uitgegeven? O, neem me niet kwalijk. Goed. Krijg de dame hier als zij kan lopen, als zij in staat is om op te staan.

     Nummer 2, wie heeft nummer 2? Steek uw hand snel op zodat wij het kunnen zien. Precies hier. Kom gelijk hierheen, zuster. Nu, als u niet kunt opstaan, steek dan even uw handen op, en wij zullen u komen halen. Zie? Nummer 2, nummer 3, wilt u uw handen opsteken? Deze dame? Nummer 4. Nummer 4... Wij doen dit om de orde te bewaren.

     Laat mij u iets tonen. Hoeveel hier willen dat er voor hen gebeden wordt, steek uw handen op, door heel het gebouw. Goed. Wie wil eerst zijn? Daar bent u er. Zie? Je moet het doen. Je moet het doen om de orde te bewaren. Nummer 1, 2, 3, 4. Wie heeft gebedskaart nummer 4? Goed, kom hier, dame. Nummer 5, wie heeft gebedskaart nummer 5? Kom gelijk hierheen, dame. Ga nu allemaal in de rij staan. Nummer 6. Nummer 6, hierachter. Goed. Nummer 7. Gebedskaart nummer 7, wilt u uw hand opsteken? Gebedskaart 7.

81 Let op... Laat iemand naar deze mensen kijken. Er zit hier een kleine kreupele jongen, en twee vrouwen, en daar drie in rolstoelen. Kijk nu naar hun gebedskaarten. Zie? Nummer 7. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7. Nummer 8. Nummer 8, wilt u uw hand opsteken als u kunt. Daar achteraan. Nummer 9. Goed. 10, nummer 10. 11, dat is juist. Dat is de manier. 11, 12, 13, 14. Goed. 14, is het daarginds? 15, 15, 16. Goed. 17, 18. Ik miste het. 18, 18. Gebedskaart 18. Wel, dat is genoeg. Laat hen hier voor een ogenblik stoppen, wij kunnen dan beginnen voor dezen te bidden. Nu, onthoud, als uw gebedskaart wordt opgeroepen, ga dan direct in de rij staan. Goed.

     Nu, nu... Hier zuster, nee, u krijgt... Is het... Wat voor nummer heeft u daar? 18. Ga daar regelrecht in de rij staan. Daar achteraan, de jongens zullen u in de rij plaatsen. Kom precies hierdoorheen. Kom hier tussendoor, dame, hierlangs. Kom langs deze kant.

82 Welnu, hoe velen hier hebben geen gebedskaart gehad en toch bent u ziek en wilt u dat God u geneest? Goed, steek uw hand op. Juist. Ik probeer een idee te krijgen waar u zit: gewoon bijna overal. Goed. Nu, als u geen gebedskaart hebt, zal ik u vertellen wat ik wil dat u doet. Doet u dit: als de Here de mensen op het podium begint te genezen, dan kijkt u hierheen en zegt: "Here, hij vertelde mij..."

     En laten we hier deze predikers vragen. Staat er in de Bijbel dat Jezus nu een Hogepriester is (in het boek Hebreeën), Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden? Is dat waar? Wel, dan, als Hij dezelfde Hogepriester is, en u Hem aanraakte, hoe zou Hij dan handelen? Op dezelfde manier als waarop Hij gisteren handelde, als Hij Dezelfde gisteren was, vandaag... Dan zal Hij...

     Welnu, dat maakt ons geen Jezus. Zie? Dat maakt ons alleen Zijn dienstknechten. Kijk, wij zijn Zijn vaten waar Hij doorheen werkt. Hij gebruikt mensen voor Zijn... Zijn vaten om door te werken. Is dat niet waar?

     Goed. Ik wil dat iedere persoon op zijn plaats blijft, echt rustig blijft en blijft bidden. Nu, ik zeg niet dat het zal gebeuren. Nu, onthoud dit. Als ik... Laat eens zien waar het is? Broeder Jack, help hem, help hem met iets. Wel, hier komt hij. Goed, kom.

83 Nu, nu deze mensen hier... Ik wil naar elk van u in de gebedsrij kijken. Nu, zij zijn allen vreemden voor mij. Ik ken hen niet. Als ik een vreemde voor u allen ben, houd uw handen omhoog, dat is om te tonen dat ik u niet ken en niets over u weet, of wat dan ook. Wel, breng deze dame hier, alstublieft. Kunt u mij allen goed horen? Als die zalving mij soms aanraakt, weet ik niet hoe luid ik spreek. Kunt u mij daar achterin goed horen? De akoestiek... Als ik zou spreken zoals dit, kunt u mij dan toch horen? Zie?

     Nu, is dit geen wonderbare zaak? Deze Bijbel hier moet worden bevonden als zijnde de waarheid of fout. De beloften van God moeten bevonden worden als zijnde de waarheid of fout. Nu, hier hebben deze mensen hun handen opgestoken dat zij mij niet kennen en ik hen niet ken. U hebt allemaal uw handen omhoog.

     Welnu, ik vertel u, als u nog een klein beetje in twijfel bent, zeg dan: "Here Jezus, die man kent mij niet en ik weet dat hij slechts een man is, maar ik ga Uw kleed aanraken, want ik heb geen gebedskaart gekregen. Ik ga Uw kleed aanraken. Keert U hem dan om en spreek tot mij, zoals bij de vrouw die Uw kleed aanraakte. Spreek tot mij, en dan zal dat mij mijn hele leven overtuigen. Zie? Ik vraag U alleen om dat te doen als hij gezalfd wordt." Nu, wilt u Jezus zien? Hoe zou u Hem zien? Als Hij door ons beweegt. Nu, wees in gebed.

84 Nu, ik weet niet... Toen ik zei dat u eerbiedig en rustig moest blijven, bedoelde ik niet... Als wij hier staan (zie?), let ik op. Laat niemand een foto nemen, omdat het een licht is. De vorige zondag, een week geleden, stond deze zelfde Vuurkolom in mijn kerk gedurende vijftien minuten. Honderden mensen stonden daar te huilen, vielen op hun knieën en van alles. Stond daar precies vijftien minuten, recht voor het gehele gehoor. Zij keken ernaar.

     Broeder Gene, je was daar, is het niet? Broeder Leo? Nee, laat eens kijken, je was hier. Dat is juist. Je was hier in het zuiden. Broeder Gene, enige van de... Broeder Sothmann, hij wordt verondersteld hier ergens te zijn, broeder Fred Sothmann. Waar bent u allen, broeders? Hier ergens. Zij waren daar. Ja, helemaal achteraan. Stonden daar en keken ernaar gedurende vijftien minuten, stond daar precies voor ons allen op die manier, we keken ernaar.

     Ik vertrouw erop dat Hij Zichzelf opnieuw zal tonen hier in Beaumont voor u mensen hier. Onthoud, dat het hetzelfde Licht is dat de kinderen van Israël volgde. Het is Dezelfde Die Saulus neersloeg en Die in de gevangenis kwam. Het is Jezus Christus, Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig. "Heren, wij zouden Jezus willen zien."

85 Nu, hemelse Vader, dit is zover als menselijke wezens kunnen gaan. Wij belijden nu onze zonden, al ons ongeloof, en wij vragen of U vanavond bij ons wilt komen, dat deze woorden en beloften... Nu, U beloofde: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen"; en ik heb vanavond geprobeerd het voor hen te verduidelijken, Vader, dat wij heidenen zijn. Dit was bedoeld voor wanneer U voor de heidenbruid zou komen, het einde van het heidentijdperk.

     Ik vertelde hun vanavond en toonde het uit de Bijbel, hoe U Zichzelf bewezen hebt als de Messias voor het volk van de Joden, en de Messias voor de Samaritanen. Nu, Here, toon vanavond hetzelfde Messiaanse teken dat U niet dood bent maar leeft, en dat U bij Uw volk bent voor de heidenen. Door dood te zijn in Christus zijn wij Abrahams zaad, Here, en zijn erfgenamen met hen in de belofte.

     Laat vanavond de Heilige Geest komen en onze wezens, deze hele gemeente, in bezit nemen. Verdrijf al het ongeloof onder ons en laat de Schrift die vanavond werd aangehaald: "Heren, wij zouden Jezus willen zien", vervuld worden, dan zullen zij hun hartsverlangen krijgen. Mogen wij vanavond dezelfde zaak vinden, omdat er geschreven is: "Vraag, en u zult ontvangen." Wij dragen het aan U op in Jezus Christus' Naam. Amen.

86 Nu, wij kennen deze mensen niet. Ik ken deze dame niet. U ziet er misschien, veronderstel ik, heel wat ouder uit dan ik. En ik ben hier beslist niet gekomen om deze arme grijsharige vrouw te misleiden. Ik heb een moeder thuis die vanavond bidt, waarvoor ik dankbaar ben. Ongetwijfeld is dit iemands moeder.

     Wel, wij ontmoeten elkaar net eender als in Johannes 4 staat. Hier is een vrouw. U kent mij niet; ik ken u niet. Nu, wij hebben onze handen omhoog gestoken. Ik ken u niet en u kent mij niet. Nu staan wij hier.

     Toen Jezus een vrouw ontmoette die Hij nooit tevoren gezien had, bij de bron van Samaria, publieke bron (het is als een kleine panorama, zoiets als hier), toen ontmoetten zij elkaar voor het eerst. En Hij sprak een paar ogenblikken met haar totdat Hij ontdekte wat haar moeite was, en toen vertelde Hij haar wat haar probleem was. En toen Hij haar haar probleem verteld had, zei ze: "Here, ik bemerk dat Gij een profeet zijt." Ze zei: "Wij weten dat wanneer de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen. Maar Wie bent U?"

     Hij zei: "Ik ben Hem."

     Zij ging terug en getuigde en vertelde het aan iedereen. "Deze Man vertelde mij mijn probleem. Is dat niet het teken van de Messias?"

     Welnu, zou dit het teken van de Messias voor u zijn? Als Hij vanavond komt en... Hier ben ik, een man; u bent een vrouw; wij ontmoeten elkaar voor het eerst. Als Hij zou komen en mij uw moeite zou vertellen, of iets omtrent u waarvan u weet dat ik het niet weet, dan als... om het zeker te maken... als Hij u iets kan vertellen over wat u hebt gedaan, iets wat u in het verleden gedaan hebt of bent geweest... Als Hij weet wat u hebt gedaan of bent geweest, wel, dan kan Hij zeker ook weten wat u zult zijn. Is dat juist?

87 Bijvoorbeeld, zoals een gave van genezing, ongetwijfeld is die gave er vanavond door het hele gebouw, vele gaven van genezing. Welnu, als ik u hierheen liet komen en handen op u zou leggen en zeggen: "Halleluja. Prijs God." Enigen van u broeders hebben gaven van genezing. Zij zouden zeggen: "U zult gezond worden. Prijs God. Ga door." Dat is goed. Ik kan dat geloven. Zeker. Ik geloof dat elk van deze broeders gaven van genezing hebben. Ik denk dat God hen hier verantwoording voor zal laten afleggen voor de wijze waarop zij het dikwijls gebruikt hebben, maar ik... u weet, om er geld en dergelijke dingen uit te krijgen. Maar ik geloof dat het gaven van God zijn. Ik geloof dat als zij er eerbiediger mee zouden zijn, de gaven groter zouden zijn. Dat zal het.

     Maar ik geloof, dat als een man u zou komen vertellen dat hij een gave van genezing heeft en hij een broeder in Christus is, dat het mij niets zou uitmaken tot welke kerk hij behoorde, maar ik zou nog steeds zeggen dat hij een man van God was. Als hij handen op u zou leggen en zeggen: "Ik leg mijn handen op en u kunt gaan en gezond worden", geloof ik dat. Zeker. Maar u zou een klein beetje twijfel kunnen hebben of u gezond zou worden of niet, omdat u alleen zijn woord ervoor moet nemen.

88 Maar als nu Christus komt en zelfs alles overziet, teruggaat en er tot u over spreekt, u iets vertelt uit het verleden, hierheen komt en u vertelt wat er verkeerd met u is, en wat u heeft gedaan, dan weet u dat het een bepaald soort kracht moet zijn, nietwaar? Want wij hebben onze handen voor deze Bijbel, en God, en dit gehoor, omhoog gedaan dat wij elkaar niet kennen.

     Maar als Hij mij zou openbaren wat er verkeerd met u is, iets wat u gedaan hebt, iets wat u niet behoorde te doen, of iets wat u probeerde te doen, of van plan bent te doen... En u zou hier voor iemand anders kunnen staan, financiële problemen kunnen hebben, misschien huwelijksproblemen. Ik weet het niet. Ik kan alleen... U bent gewoon een vrouw die daar staat. Begrijpt het gehoor dat? Begrijpt u het buiten ook?

     Nu, als Jezus Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor eeuwig, als zij iets nodig heeft, dan heeft Hij er reeds in voorzien. Het enige dat Hij kan doen, is slechts Zichzelf bekendmaken. Als Hij hier stond met dit pak aan dat Hij mij gaf, kon Hij niets meer doen dan wat Hij nu precies doet. U moet geloven dat Hij het voor u deed, omdat het een beëindigd werk is. Gelooft u dat allemaal? Nu, als Hij dat voor deze vrouw zou doen, hoe velen daar zouden het dan aannemen en het geloven? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

     Nu, in de Naam van Jezus Christus, neem ik iedere ziel hier binnen onder mijn controle voor de zaak van het Koninkrijk van God.

89 U lijdt aan een hernia. Dat is juist. Als dat juist is, steek dan uw hand omhoog. Gelooft u nu? Ik ving dat op. Denk dat niet. Nu, u dacht dat ik dat raadde. Dat deed ik niet. Denk dat niet. Nu, u ruïneert gewoon de samenkomst. U moet het geloven. Het komt ergens vandaan. Zie? Denk dat niet. Zij is een fijn persoon. Zij is een Christen, heeft een goede geest, geen meeloper. U bent... u bent een Christen, dat is waar, omdat ik voel uw... U zou een zondaar kunnen zijn. "Zie een Israëliet in wie geen bedrog is", zie? Uw geest bewijst dat u een Christen bent.

     Ja, u heeft een hernia; u heeft een inwendig kropgezwel; u heeft galblaasproblemen en u heeft hartproblemen. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Als dat waar is, steek dan uw hand omhoog. Gelooft u nu? Gelooft u dat God weet wie u bent? Gelooft u dat Hij mij kan vertellen wie u bent? Zou het hetzelfde zijn als wat Hij Petrus vertelde? Mejuffrouw Roundtree, ga naar huis en geloof het met heel uw hart en u zult gezond worden. [De samenkomst prijst God – Vert]

90 Gelooft u nu? Geloof met heel uw hart. Nu begint het vanuit het gehoor, naar u mensen daar. Wees echt eerbiedig, blijf bidden. Nu, de dame die voor mij staat, is een vreemde. Zij is jonger dan ik. Een ander toneel; een vrouw of een man ontmoeten elkaar. Ik heb haar nooit in mijn leven gezien, maar God kent haar. En als wij vreemden voor elkaar zijn, dame... Zijn wij dat? Wij zijn vreemden. Wees nu echt heel eerbiedig.

     Nu, ik heb haar nooit gezien, ik ken haar niet. Als de Heilige Geest dan iets aan mij over haar wil openbaren, laat haar dan de rechter zijn of het juist is of niet. Zij is hier voor een geestelijk probleem: zij heeft geestelijke problemen. U bidt ook voor een kind, is het niet? Een klein meisje met slecht ogen... slechte ogen, dat niet hier is. Dat is juist. U hebt een schoonzuster in het ziekenhuis. Gelooft u dat God mij kan vertellen wat er verkeerd is met haar? Zij heeft longontsteking. Geloof met heel uw hart. Welnu, ga, en heb geloof in God en geloof dat zij...?... [De samenkomst verheugt zich – Vert]

91 Gelooft u met heel uw hart, heel uw hart, dat Jezus Christus de Zoon van God leeft en regeert? U moet het nu met heel uw hart geloven. Nu, doet... zou... bevredigt dat uw verlangen: "Heren, wij zouden Jezus willen zien?" Welnu, hoe kan ik...? Nu zult u moeten zeggen dat een of andere kracht het doet. Wel, als u het een duivelse kracht wilt noemen, goed, ga door en krijg die beloning. Zie? Maar als u gelooft dat het Jezus Christus is Die Zijn gemeente gebruikt overeenkomstig... Ik heb het helemaal met de Bijbel vastgesteld dat het Gods belofte is. Is dat waar, eerwaarde... [De broeder zegt: "Amen." – Vert] Gods belofte. Zie, luister.

     Het probleem met de Pinkstermensen van vandaag is (te veel van ons), dat wij God zoveel hebben zien bewegen dat het gewoon voor ons wordt.

92 Is dit de volgende persoon? Ik ben niet buiten mijzelf, maar soms trekt de Geest geheel door het gehoor. Dus ik ken u niet. U kent mij niet. Wij zijn vreemden voor elkaar. Als de Heilige Geest mij iets over u kan openbaren dat... waarvan u weet of het waar is of niet – u kunt dat getuigen – of het waar is of niet.

     U hebt een zwakheid, een zenuwkwaal. U bent in het ziekenhuis geweest en u lijdt aan een zwakheid door die operatie. En het was kanker en zij namen veel van uw organen eruit, een deel van de ingewanden. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Gelooft u met geheel uw hart? Nu, kijk. U weet dat Iets u hier kent, dat dat de zalving is die op mij en op u is; laat mij handen op u leggen. Here Jezus, ik vraag voor haar genezing in Jezus Christus' Naam. Amen. Ga nu. Twijfel niet. Ga gelovend met heel uw hart. Heb geloof in God. Gelooft u met uw gehele hart? Heb nu geloof. Begin te geloven.

93 Hoe gaat het met u, zuster? U en ik zijn ook vreemden voor elkaar. Ik heb u nooit gezien en u hebt mij nooit gezien, dus is dit onze eerste keer dat wij elkaar ontmoeten. Wij zijn kilometers van elkaar vandaan geboren, jaren verschil, en het is de eerste keer dat wij elkaar ontmoeten. Heb nu slechts geloof. Blijf slechts geloven. Twijfel niet.

     U raakte Hem aan. Uw nekprobleem zal u verlaten en u zult in orde gaan zijn. Geloof met heel uw hart, u, die daar zit en uw ogen afveegde. Geloof met heel uw hart; God zal u gezond maken. Wat raakte zij aan? Zij zit ongeveer 10 meter van mij vandaan. Zij raakte Iets aan. Zij raakte de Hogepriester aan.

     De dame die daar naast u zit, heeft problemen met haar ogen. Zij lijdt ook aan een oogkwaal. Als zij gelooft met heel haar hart kan zij ook genezen worden. Amen. Heb geloof en twijfel niet.

     U lijdt aan een hartprobleem. U heeft een lekkage in het hart. Gelooft u dat God u ervan wil genezen? Gelooft u mij als Gods profeet, of Zijn dienstknecht? Over die naam vallen mensen soms. Gelooft u het? U probeert ook van een gewoonte af te komen, is het niet? Tabak opsnuiven. Wilt u het nu opgeven? Ik daag je uit, duivel, in de Naam van Jezus Christus dat je weggaat bij deze vrouw. Ga gelovend. Twijfel niet. Geloof met heel uw hart.

94 Hoe maakt u het? Wij zijn vreemden voor elkaar. God kent ons beiden. Is dat juist? (Het blijft daar in het gehoor gewoon trekken.) Ik ken u niet. Wij zijn vreemden voor elkaar. U bent een stuk jonger dan ik. We zij jaren uit elkaar en mijlen uit elkaar geboren, en het is onze eerste ontmoeting.

     Nu kan dit gewoon de hele avond doorgaan, maar ik wil dat u uw geloof op God vestigt. Als dit met deze vrouw gebeurt, zult u dan allen met heel uw hart geloven? Laat haar de rechter zijn. Ik wilde gaan zeggen: "Als hier iemand haar kent...", maar zij komt niet uit deze stad. Zij komt ergens anders vandaan. Dat is juist. Maar u lijdt aan een nerveus... longprobleem, vrouwenprobleem. Dat is waar. Mejuffrouw Olds, wilt u naar huis gaan en gezond zijn? Ga op uw weg terug en wees gezond in de Naam van Jezus Christus.

     Geloof met heel uw hart. Gelooft u? Laten wij Hem even aanbidden en de glorie aan God geven...?... Vader God, wij...?... [De samenkomst aanbidt – Vert] Wij prijzen U voor Gods zegeningen op de mensen, in Jezus´ Naam.

     Wij bidden dat U de mensen wilt zalven, Here, dat zij mogen weten dat U de ware en levende God bent. Wij danken U in Jezus' Naam.

95 Goed. Wat als ik u zou vertellen dat u genezen bent, u, die daar in de stoel zit? Zou u mij geloven? Goed. Ga verder door en uw hart zal u geen last meer veroorzaken.

     U heeft hetzelfde. Gelooft u dat God uw hart zal genezen en u ook gezond zal maken? Indien gij... Als u met heel uw hart kunt geloven, ga dan op weg en zeg: "Dank U, Here Jezus", en geloof met geheel uw hart.

     Goed. Ga en eet nu uw middagmaal. Uw maagkwaal heeft u verlaten, dus blijf gewoon doorgaan.

     Gelooft u met heel uw hart, binnen of buiten? Het maakt niet uit wat er verkeerd met u is, heb slechts geloof in God.

     U heeft een nerveus hart, maar God wil u gezond maken als u het zult geloven. Zult u het met geheel uw hart geloven? Ga op uw weg en zeg: "Dank U, Here."

     U zult nooit kreupel worden door artritis als u aan God vraagt om u gezond te maken. Ga door en God zegene u.

96 Gelooft u met uw hele hart, iedereen? God blijft steeds... Wat met u mensen daar, zonder gebedskaarten? Gelooft u? God is God, is Hij dat niet? Wat zegt u daarvan, jongeman, daarginds? Wil je deze sigaretten opgeven en ophouden met roken? Steek je hand op en prijs God. Het zal je geen last meer veroorzaken.

     Daar zit precies naast hem een vrouw aan deze kant, die maar mij kijkt, met staar. Gelooft u dat God u daarvan zal genezen, dame? Gelooft u het met heel uw hart? Steek uw hand op en zeg: "Ik aanvaard het." Goed, dat is het. Wat raakte zij aan? Wat raakte zij aan? Zij raakte de Meester aan, niet mij.

     Willen enigen van de overige geloven? Deze dame die precies hier zit met een allergie, gelooft u dat God u gezond zal maken, zuster? Goed, doe uw hand omhoog. Word gezond.

     De dame die hier naar mij zit te kijken daar achterin, met deze grote lila hoed op, lijdt aan aambeien. Gelooft u dat God u gezond wil maken, dame? Ga op uw voeten staan als dat juist is. Uw man die vlak naast u zit, lijdt aan een geestelijke bedruktheid. Ga op uw voeten staan, broeder, en aanvaard uw genezing. God zal u gezond maken. Gelooft een ieder van u? [De samenkomst juicht – Vert]

97 "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Ziet u wat ik bedoel? Dit waren mensen zonder gebedskaarten. Hij is hier om te genezen, nietwaar? Nu, als u gelooft dat Gods Woord waar is, en Markus 16 zegt dit... Hoe velen van u zijn gelovigen, steek uw handen nu op. Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Is dat juist? Zei Hij dat? Wel, als u gelovigen bent, leg dan uw handen op elkaar. Leg uw handen op elkaar.

     Dit is de tijd voor de duivel om precies hier verslagen te worden. Iedere persoon kan genezen worden. Leg uw handen op elkaar. Bid voor degene waar u uw handen op hebt gelegd. U hier in de gebedsrij, leg uw handen op elkaar. Geloof met geheel uw hart. Welnu, iedereen, iedereen, terwijl de Heilige Geest nu in het gebouw beweegt, luister naar mij. Als ik u hier de waarheid verteld heb, en God heeft bevestigd dat ik u de waarheid vertel, dan is elk van u genezen. U werd genezen omdat Jezus voor uw genezing stierf.

     Nu, leg uw handen op elkaar. Bid niet voor uzelf, maar bid voor degene waar u uw handen op gelegd heb. Leg nu uw handen op elkaar. Zeg mij nu dit gebed na. "Here, ik geloof. Ik geloof dat deze persoon waar ik mijn handen op gelegd heb, genezen zal worden. O, Here God, Schepper van hemel en aarde, Auteur van eeuwig leven, Gever van elke goede gave..." [Niet goed te verstaan omdat de samenkomst luid bidt – Vert]

     Satan, ik bestraf je. Kom uit van hen, in de Naam van Jezus Christus...?... Halleluja!