Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Jezus Christus Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid

Door William Marrion Branham

1 Dank u zeer, broeder. Ik werd zo ontroerd toen ik dat lied hoorde: "Neergekomen uit Zijn heerlijkheid". Wie ook die broeder was die dat zong, ik hoorde dat hij het aan mij had opgedragen. Ik waardeer dat zeer zeker. Dat is mijn lievelingslied. Het werd geschreven door een persoonlijke vriend van mij, broeder William Booth-Clibborn. Het drukt daarin uit de Godheid van onze Here Jezus Christus. Terwijl zij vandaag proberen Hem slechts een gewone man te maken, of een profeet of iets dergelijks, denk ik dat dát uitdrukt wat Hij was. Hij kwam neer vanuit de heerlijkheid. God werd gemanifesteerd in het vlees in Christus Jezus, Zijn Zoon. Hij... Hij drukte in Zijn vlees uit wat God was. En God kan door ons uitdrukken wat Hij is als wij Hem dat slechts toestaan. Door de gerechtigheid van Christus wordt onze ongerechtigheid ons niet toegerekend. Het wordt beschouwd... Ons geloof wordt toegerekend... Het zal ons worden toegerekend als geloof en gerechtigheid in Zijn ogen, terwijl wij niets van onszelf hebben dat wij zouden kunnen offeren.

2 Ik vertrouw er gewoon op dat het weer een geweldige tijd zal zijn, zodat ik weer naar deze stad kan terugkomen. Vanmorgen sprak ik tot zo'n lieflijk klein gehoor hier, of zo'n reagerend gehoor. Ik voel dat als wij een poosje bij u konden blijven zodat wij elkaar zouden leren kennen...

     Mijn bediening is een beetje vreemd; en daarom... omdat ik niet in staat ben het in één kleine dienst allemaal uit te drukken, zult u zich over dit en dat afvragen hoe het zit. Maar als wij u voor een langere tijd zouden bezoeken, zou u avond na avond kunnen kijken en erop letten wat er gesproken wordt, en zien of het gebeurt. En dan begint u te beseffen wat de bediening is, en daardoor zullen wij elkaar veel beter kunnen begrijpen.

3 Ik waardeer zeker de uitnodiging die de herder hier mij gaf om hier naar de kerk te komen, voor al u mensen en voor al de kerken van de hele stad. Ik hoop dat ik op een dag, als het de wil van God is, weer terug kan komen en meerdere diensten in de stad kan houden, waarin we al de mensen bij elkaar kunnen krijgen, de kerken, de predikers.

     En vanavond is het voor de predikers nogal moeilijk, en misschien hadden velen van hun zieke mensen de goedkeuring nodig om te komen om voor gebeden te worden. En ik wenste dat ik mijn gevoel voor de predikers kon uitdrukken die hun samenkomsten vanavond hebben afgezegd zodat zij hierheen konden komen om de dienst te horen en om voor gebeden te worden. Moge de Here altijd zulke mannen zegenen, mannen van... van grote integriteit; iemand die een echt hart voor zieke en behoeftige mensen heeft. Ik ben er zeker van dat het goed zal gaan met hen als zij dergelijke dingen doen.

     Nu denk ik dat er hier verschillende kerken zijn. Ik opende zojuist een brief van de voorganger van de First Assembly of God hier in de stad, en hij had iemand daar in het ziekenhuis die erg ziek was. En als... Ik weet het niet... Hij is op dit ogenblik in de kerk, veronderstel ik, en ik zal zeker voor die persoon in gebed zijn, als de... hier een paar van hun mensen zijn.

4 Christus is Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Hij kan nooit falen. En ik vertrouw erop dat Hij vanavond elk van ons zal zegenen en wij hier met de glorie van God in ons hart weggaan.

     Nu wil ik dit graag zeggen, omdat wij slechts op doorreis zijn en voor de zieken bidden en zeggen dat het een "genezingsdienst" is. Nu, we... Dat is niet alles van mijn bediening. Wij geloven dat het eerste redding is, omdat als u genezen wordt, en hoe lang u ook leeft, u misschien weer ziek zult worden. Maar wanneer u Christus ontvangt, ontvangt u eeuwig leven. En hoeveel meer is eeuwig leven dan alleen maar de genezing van het lichaam. Maar Goddelijke genezing – Christus gebruikte het – Goddelijke genezing is om de aandacht van de mensen te trekken. En ongeveer zesentachtig procent van Zijn bediening bestond uit Goddelijke genezing. Want het is iets dat het bovennatuurlijke toont.

5 En nu, alles wat ooit voor een persoon gedaan zou kunnen worden – voor u, mij, of voor wie dan ook – werd voltooid en voleindigd op Golgotha. Nu, als ik... velen... Ik heb velen horen zeggen dat zij genezing in hun handen hadden. En dat mag allemaal waar zijn. Ik weet het niet. Maar de wijze waarop ik het geloof, is, dat onze genezing voltooid werd inclusief onze redding. "Hij werd verwond voor onze overtredingen en door Zijn striemen is ons genezing geworden." Dat is verleden tijd.

     Nu, de enige manier waarop wij iets van God kunnen ontvangen (nu, vat dit), is niet om naar iets uit te kijken... Bijvoorbeeld: "Mijn hand is verlamd; er werd voor mij gebeden. Mijn hand kan zich niet direct uitstrekken." Dat betekent niet dat ik niet genezen ben. Nee. Dat heeft er totaal niets mee te maken. Zie? Omdat ik in de eenendertig jaren in de bediening (vijftien jaar rondom de wereld) heb opgemerkt, dat je soms voor een persoon bidt en het daarna een week of twee duurde voordat het ooit gebeurde.

6 En ik dacht nu net aan een geval. Ik heb er dikwijls naar verwezen. Er kwam een dame in de samenkomst en ze stond in de gebedsrij. En de Heilige Geest begon haar te vertellen wie zij was en wat er verkeerd was. Zij had een enorme maagzweer. En toen vertelde Het haar dat... Dat is wat de Heilige Geest zei. Zij wist dat het Iets moest zijn om dat te openbaren. Zij herkende Het en zij wilde er naar handelen.

     En wat verder in de rij stond haar buurvrouw, en haar buurvrouw had een gezwel op haar nek. En er werd voor haar gebeden en de Heilige Geest had haar genezen verklaard.

     Wel, toen zij thuiskwam, zei ze: "Wel, misschien zal ik nu gewoon wat gaan eten. Ik ben in orde." Dus begon zij te eten, en het maakte haar echt ziek. En drie of vier weken gingen voorbij en nog steeds probeerde zij geloof vast te houden en door te gaan.

     En haar man zei tegen haar, sprak: "Lieverd, het maakt mij niet uit dat je zo'n geloof hebt, maar," zei hij, "je brengt wel smaad op de goede zaak van Christus." Hoe weinig wist die man daarvan. Zij kan dat niet doen zolang zij Zijn Woord belijdt, want Hij is de Hogepriester op onze belijdenis. Hij kan niets voor ons doen tenzij wij eerst belijden dat het gedaan is.

7 U mensen die gered zijn, weten dat. U kunt naar het altaar komen en huilen en op het altaar liggen en belijden en alles wat u maar wilt... en jaar na jaar huilen en bidden en op het altaar slaan, en u zult nooit gered worden totdat u Zijn vergeving aanvaardt. Zie? Het is iets dat u aanvaardt. Het is het uwe. Het behoort aan u. Genezing is van u. U moet het accepteren. En totdat u het accepteert...

     Het boek Hebreeën zegt dat Hij een Hogepriester is van onze belijdenis of bekentenis (beide vertalingen zijn hetzelfde). Als wij het belijden, is Hij de Hogepriester om voorspraak te doen op wat wij belijden. En wij belijden Zijn volbrachte werk op Golgotha.

8 Deze vrouw deed dat. Op een morgen was zij de vaat aan het wassen en plotseling, zei ze, dacht zij aan de samenkomst. En haar man had haar de avond tevoren gezegd: "Lieverd, ik geloof dat je je beter strikt aan je dieet kunt houden enzovoort, en stoppen met te zeggen dat je genezen bent." Zei: "Hij zal je misschien eens genezen."

     Ze zei: "Schat, als die man mij kon vertellen over de dingen die ik in mijn leven heb gedaan, en hij had gelijk; en hij vertelde me, ZO SPREEKT DE HERE, ik ben genezen, dan geloof ik dat totdat ik sterf." Dat is de manier. Zei: "Als hij voorzag wat ik was... had gedaan, dan kan hij mij zeker vertellen wat ik zal doen."

     "En haar man ging naar zijn werk en zij was de borden aan het afwassen," zei ze, "toen ze een kleine verkoelende aanraking van binnen voelde." Ze vroeg zich af: "Wat is dat?"

     Ze kreeg erge honger, en nadat ze hongerig was geworden, dacht zij: "Ik moet gewoon een stukje toast eten." Zij nam wat toast en at het op. En gebruikelijk begon het met overgeven (het was een zweer in de twaalfvingerige darm), en het zou haar laten overgeven, maar het gebeurde niet.

     Vervolgens had een van de kinderen wat op zijn bord achtergelaten (u weet hoe een moeder zou doen van haar kinderen), wat havermoutpap. En dat zou haar echt een branden geven als zij die havermoutpap at, en dan zou het klonteren... En toen zij er een paar lepels van genomen had, gebeurde er niets. Dus toen at zij de rest van de havermout op. Het hinderde haar niet. Dus ging zij wat bacon en eieren bakken en dronk een grote kop koffie en had een gastronomisch feest, en had gewoon een geweldige tijd.

9 En na een poosje, want zij wachtte een paar uur, was alles in orde. En zij voelde zich zo fijn dat zij al schreeuwend rond rende. Zij rende de straat af om het aan haar buurvrouw te vertellen, en toen zij daar kwam (het was ongeveer half tien of tien uur), stond haar buurvrouw daar binnen te schreeuwen. En ze dacht dat daar binnen iemand gestorven was. Dus rende zij naar binnen en zij sloegen beiden hun armen om elkaar heen. En haar buurvrouw had een laken in haar hand.

     Zei: "Wat doe je met dat laken?"

     Zei: "Ik probeer dat ding te vinden dat net een paar minuten geleden, voordat ik opstond, van mijn keel afging." Ze zei: "Dat ding ging van mijn keel af."

     En zij reden, ik veronderstel dat het ongeveer vijfhonderd kilometer of meer was, om naar de samenkomst te komen om de ervaring te vertellen. Dat is een van de duizenden.

10 Wat was het? De echte engel van de Here die weet wat geweest is en voorzegt wat er zal zijn, kan niet altijd in een seconde voor uw bevrijding komen. De geestelijken weten dat. Daniël bad en het duurde eenentwintig dagen voordat de engel bij hem kon komen. Maar hij ging door de buurt om het Woord te bevestigen, en zij werden gezond.

     Nu, dat is de wijze waarop het gaat. Wij moeten ons herinneren dat genezing een voleindigd werk op Golgotha is, en het enige wat iemand kan doen... Nu, een prediker die in het Woord onderwezen is, kan opstaan en het Woord tot u prediken. Nu, als hij het Woord predikt: "Geloof komt door horen, het Woord van God horen." Dat is het oorspronkelijke.

11 Maar God is een goede God, zoals uw goede vriend broeder Oral Roberts het uitdrukt. Hij is een goede God. En dan, als wij Zijn Woord er toch niet voor nemen, dan heeft Hij daarnaast, als wij Zijn Woord niet nemen, een andere weg. Hij zal sturen... Hij heeft gaven in de gemeente. Er zijn negen geestelijke gaven geplaatst in de plaatselijke... in elk plaatselijk lichaam, en die zouden volledig in elk lichaam moeten werken, in elke gemeente.

     En daarbij horen gaven van tongen en uitleg van tongen. En nu betekent dat geen herhaling of het uitspreken van een ijdele herhaling. Het zegt iets om direct te worden uitgelegd voor een bepaalde persoon in die samenkomst of zoiets, om te helpen. Uitlegging van tongen is profetie, en het zijn profetische uitingen die aan de mensen gegeven worden om hun te vertellen wat ze zouden moeten doen of iets om hen te corrigeren. O, als de geweldige gemeente van de levende God slechts op orde gezet kon worden... Ik vind dat het...

12 Dan heeft Hij daarnaast vijf predikambten. Ten eerste apostelen of zendelingen. Het woord apostel betekent 'gezondene'. Een zendeling betekent 'een gezondene'. Ten tweede profeten, evangelisten, herders, enzovoort.... Dezen zijn door God gegeven gaven die in de gemeente worden geplaatst. Zij zijn voorbestemd door God en in de gemeente geplaatst. U kunt van uzelf geen prediker maken. U... God moet u roepen om een prediker te zijn.

     Profeten zijn voorbestemd. Zij zijn profeten. Nu is er een gave van profetie in de gemeente die op iemand kan vallen, dan op de volgende, de volgende, de volgende, enzovoort, van profetie. Paulus zei dat u allen één voor één kunt profeteren.

     Maar er is een heel groot verschil tussen een profeet en een profetie. Een profetie moet beoordeeld worden door drie getuigen (twee of drie), voordat het aan de gemeente gegeven of aangenomen kan worden, overeenkomstig de Schrift. Maar een profeet – zoals de profeet uit het Oude Testament – die hadden het Woord van de Here. De uitleg kwam rechtstreeks tot hen. En zij stonden bekend, want de Bijbel zegt: "Als er iemand onder u is die geestelijk is of een profeet, dan zal Ik, de Here, Mijzelf aan hem bekendmaken, in visioenen tot hem spreken en Mijzelf in dromen openbaren. En als wat deze man zegt komt te geschieden, hoor hem dan, want Ik ben met hem. Als het niet gebeurt, luister dan niet naar hem. Ik ben niet met hem. Vrees hem niet."

13 Nu, u ziet daarom dat Goddelijke genezing iets is wat Christus voor ons deed. Welnu, wij moeten geloof hebben.

     Nu vind ik op mijn reizen twee klassen mensen: de ene is fundamenteel; de andere is van Pinksteren. Nu, de fundamentalisten weten positioneel wat zij zijn, maar zij gaan niet diep genoeg. Zij weten positioneel dat zij zonen van God zijn, maar zij gaan niet diep genoeg.

14 Zoals ik over onze dierbare broeder Billy Graham dacht toen hij in onze stad was. Ik ontmoette hem verschillende keren en was bij zijn predikersontbijt. En hij zei: "Paulus ging een stad in en predikte het Evangelie en er werd één man bekeerd. Hij ging een jaar later terug en," zei hij, "hij had dertig bekeerlingen van die ene." Zei: "Ik zal een stad binnengaan en daar zes weken blijven en daar twintigduizend hebben, kom ik na een half jaar terug, dan kan ik er geen twintig meer vinden." Hij zei: "Wat is er aan de hand? Het zijn jullie, luie predikers," zei hij, "die met jullie voeten op het bureau zitten in plaats van uit te gaan om ze te bezoeken."

     Nu, de evangelist had daar iets, maar hij had niet alles ervan. Wie was degene die de andere won voor Paulus? Paulus nam hem diep genoeg mee in Christus zodat hij vervuld werd met de Heilige Geest, toen stond hij in brand om de hele stad in vuur te zetten. Maar als u hun alleen maar vraagt om op te staan en Christus als Redder te aanvaarden, om dan weer te gaan zitten, dan zijn zij niet diep genoeg gegaan om te weten wat ze moeten doen. U moet hen meenemen in de doop met de Geest.

15 Daarom vind ik fundamentele mensen die positioneel weten wat zij zijn, maar geen geloof hebben. Dan vind ik de Pinkstermensen die een heleboel geloof hebben, maar niet weten wie zij zijn.

     Het is net zoals een man... De ene man heeft geld op de bank maar kan geen cheque uitschrijven; en de andere kan een cheque uitschrijven en heeft geen geld op de bank. Als u ooit deze twee tezamen kunt krijgen, zal het Evangelie groots uitbetalen. Dat is juist. Krijg wat fundamentele onderwijzingen in een Pinkstergemeente, of een Pinkstergeloof in fundamentele samenkomsten...

16 Kijk, u moet in de eerste plaats positioneel Christus kennen, weten waar u staat. U bent hier erfgenamen van. Het is uw persoonlijk eigendom; het behoort aan u. Het is Gods gave aan u. Niemand kan het van u wegnemen; het is het uwe. "Wat u de Vader vraagt in Mijn Naam, dat zal Ik doen." Wie kan daar iets van ontkennen? "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, als u tot deze berg zegt 'Word bewogen', en niet twijfelt in uw hart, maar gelooft dat wat u zegt zal komen te geschieden, dan kunt u alles krijgen wat u gezegd hebt." Wat een beloften, niet beperkt tot alleen maar genezing, maar voor alles.

     Nu, u moet uw doel vinden en uw motief, en dan de wil van God. En als het de wil van God is, en uw motief juist is, en uw doel juist is, dan zal de berg vallen. Maar buiten dat kunt u schreeuwen totdat u schor bent en sterft, maar zal hij nooit bewegen. Zie? Uw... Het moet ten eerste de wil van God zijn; vervolgens is het uw doel om het te gaan doen; en dan het motief dat u hebt. Als u een of ander groot persoon wilt zijn...

17 Er was één ding dat Jezus Christus ontbrak toen Hij op aarde was, en dat was opschepperij. Hij was geen showman. Je kon niet van Hem zeggen dat Hij een 'gesteven overhemd' was. Hij hield Zich afzijdig, nederig. Hij hield Zijn samenkomsten zodanig dat Hij kon gaan waar de Vader Hem naartoe leidde. En een van Zijn broers zei: "Als je deze dingen kunt doen, waarom ga je dan niet naar Kajafas toe? Kom onder de hoge klasse en de rabbi's en doe het daar, zodat iedereen je kan zien. Waarom hang je daar rond bij dat stelletje heilige rollers, of...?" Nu, ik bedoelde dat niet zo. Ik bedoelde vissers enzovoort. Ik... [De samenkomst lacht – Vert] Goed. Ik dacht er net aan wat een van de broeders zei van de kerk waar ik zojuist vandaan kom.

     Wel, dat is het. Ziet u? Maar Christus was geen opschepper. Hij zei: "Uw tijd is altijd bereid." Dat is waar. "Hij kwam tot de Zijnen, en de Zijnen ontvingen Hem niet." Dat is het meest bedroevende wat ik weet uit de Schrift. Hij kwam tot de Zijnen en de Zijnen ontvingen Hem niet.

18 Als wij nu vanavond het Woord benaderen, wil ik dat u dat in gedachten houdt, dat wij... een persoon die... Onthoud dat God geen opgeblazen personen heeft. Als u tot een plaats komt dat u gewillig bent om niets te zijn, dan kan God iets uit u maken. Maar zolang u probeert groot te zijn, met een hoop bloemrijke publiciteit en al die rommel en wat ermee samenhangt, dan is er naar mijn mening iets gebeurd. Zie? Jezus ging rond al goeddoende, ging naar de armen en behoeftigen.

     Hij bezorgde Zichzelf nooit enige reputatie. Hebt u daar ooit aan gedacht? Hij bezorgde Zichzelf geen reputatie. De man die een kunstgebit maakte, bezorgde zichzelf een reputatie, maar Degene Die het gebit maakte, bezorgde Zichzelf geen reputatie. De man die een kunstarm maakte, bezorgde zich een reputatie, maar de Man Die de echte arm maakte, bezorgde Zichzelf geen reputatie. De weg omhoog is naar beneden. Onthoud dat altijd. Wees nederig; wees zacht en vriendelijk; wees creatief. Laat Christus in u zijn.

19 Hebt u ooit mensen gezien waarbij u het fijn vindt om bij ze in de buurt te zijn, waar u gewoon van houdt om bij hen te zijn? Het komt omdat zij een hemelse sfeer scheppen, en u houdt ervan om bij hen te zijn. Anderen schijnen goede mensen te zijn, maar ik moet er gewoon een poosje bij vandaan gaan, omdat... [Broeder Branham lacht – Vert] U weet wat ik bedoel. En toch schijnen zij goede mensen te zijn. Het schept geen atmosfeer.

     En de mens werd gemaakt om een god te zijn; dat weten we. Genesis 1:26 zegt dat hij heerschappij had over de hele aarde, en hij was gemaakt om een amateur god te zijn. En nu, als hij God ontvangt, dan wordt hij weer een zoon van God. Hij was gemaakt naar het beeld van God. God had handen; God had voeten; en daarom werd een mens gemaakt zoals Hij is. Dus is hij een amateur god. Maar zonde had elke vezel in zijn lichaam, in zijn verstand, in zijn hart verblind. Maar probeer dat nu nooit uit te vorsen. U kunt het niet uitdenken.

     In de hof van Eden koos Satan zijn deel van de mens: zijn hoofd, zijn intellect. God nam zijn hart. De intellectuelen zullen redeneren. "Wel, wel, ik ben zus, ik ben zo." U zult daarmee nooit kunnen aankomen bij God. Maar uw hart, uw geloof, zal maken dat u dingen gelooft waar uw verstand niets over weet. U werpt redenering terneer. Kijk, u moet zeker zijn, en u blijft daar totdat u zeker bent. Als u dan zeker bent, is er niets dat u kan doen omkeren.

20 Laten we nu onze hoofden voor een ogenblik buigen voordat we... de Auteur van dit Woord benaderen, als we het lezen. En ik vraag me vanavond af, met onze hoofden gebogen en onze ogen gesloten, of er iemand is die gedacht zou willen worden in gebed, wilt u het dan bekend maken door uw opgestoken hand? Misschien zegt u: "Here, ik heb U nodig. Ik heb U nodig voor mijn genezing. Ik heb U nodig voor mijn ziel." God zegene u. God zegene u. Dat is goed. "Vader, leid mij. Ik heb de leiding van Uw Geest nodig."

     Onze hemelse Vader, wij naderen opnieuw in de Naam van de Here Jezus, en U zei dat wij overvloedig zouden moeten vragen zodat onze blijdschap volkomen zou zijn. Nu komen wij eerst om genade vragen voor onze eigen zonden, de dingen die wij gedacht en gedaan hebben die tegenstrijdig waren aan Uw leiding. Wij bidden dat U ons wilt vergeven. En terwijl wij hier staan in dit heiligdom, waar de Heilige Geest aanwezig is...

     En o, hoe dikwijls heb ik me afgevraagd hoe ik me zou voelen als ik in een glas slechts twee druppels van Zijn letterlijke bloed zou kunnen vasthouden. Hoe zou ik het tegen mijn borst houden en huilen, omdat ik wist dat dat het bloed was dat mij gered had. Maar vanavond hebt Gij mij iets groters gegeven dan dat, namelijk om te spreken tot het gekochte van Zijn bloed. "Want Hij had de wereld zo lief dat Hij Zijn enig geboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder die in Hem gelooft niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou hebben." Nu gaf Hij meer om Zijn mensen dan dat Hij gaf om Zijn eigen bloed, daarom gaf Hij Zijn bloed om deze gemeente te verwerven. En hier sta ik vanavond om de weg des levens te onderwijzen aan deze gemeente.

21 O, genadige Vader, er is niemand waardig om dat te doen. Wij bidden, Here, dat U ons vergeeft. En als U naar iemand zou zoeken die waardig is, waar zou U ze kunnen vinden? Wij hebben niets. Wij zijn allen onrein, Vader. Maar wees ons genadig vanwege Uw belofte dat U zei dat U het zou doen. U zei: "Ik ben de Wijnstok; gij zijt de ranken", en als wij in U blijven, dan kunnen wij vragen wat wij willen en het zal ons worden gegeven. U zei: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen; zelfs grotere dan deze, want Ik ga naar Mijn Vader." Nu, dat Uw Woord vanavond vervuld mag worden, Here, en ik bid dat U Uw tegenwoordigheid onder ons zult manifesteren op een buitengewone wijze.

     Ik bid voor degenen die hun handen hebben opgestoken, Vader. God wees genadig. En ik bied ook opnieuw een gebed aan voor het kleine blinde meisje dat vanavond in de hal stond, dat naar haar volk wil terugkeren om een zendelinge te zijn. O God, mag dat kind haar gezicht terugkrijgen. Ik bid voor die dierbare broeder daar in het ziekenhuis die behoort tot de First Assembly of God hier in de stad. Hij is stervende. O God, stop de hand des doods, want deze gemeente, dit lichaam, roept uit om genade. Hoor, grote God en Vader Die gebed beantwoordt.

22 Wij willen vragen voor elk van ons hier, vragen voor onze kleine herder broeder, en voor deze andere predikers, evangelisten, en Uw dienstknechten hier op het podium; inspireer hen, Here, en geef hun bediening een krachtige impuls van Uw Heilige Geest.

     Moge dit kleine huis hier waar wij vanavond in zijn, open zijn totdat Jezus komt. Als Hij uitblijft, mogen dan zendelingen en predikers worden uitgezonden van hier vandaan over de hele wereld. Moge het waarlijk het huis zijn aan de kant van de weg waar de vermoeiden kunnen binnenkomen en rust vinden.

     Red de verlorenen; genees de zieken; heilig de gelovigen; en geef ons vanavond geloof, Vader. O God, dat is wat wij nodig hebben: geloof in Uw Woord. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

     In Johannes 12:20.

     En er waren sommige Grieken uit hen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden;
     Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaïda in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien.

     En mijn tekst wordt in Hebreeën 13:8 gevonden: Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid.

23 Nu niet om u vast te houden, maar slechts om uw aandacht voor een paar ogenblikken te krijgen om geloof op te bouwen voor ieder van u om genezen te worden.

     En terwijl ik vanavond hier in de gemeente rondkijk, zie ik hier een man die hoest; een lieveling die daar ligt, een dierbare baby van een moeder, met een groot waterhoofd, stervend; een dierbare oude vrouw die in een rolstoel zit, en zo verder...

     O, als er een manier was, iets wat ik zou kunnen doen. Zie? En misschien zou deze in de rolstoel, enzovoort, een normaal leven kunnen leven; en misschien zit daar een gezond uitziende man of vrouw, een jong persoon, die morgen dood zal zijn door een hartaanval. Zie? Deze mensen zouden hen een lange tijd kunnen overleven. Wij weten het niet. Ik zie de witte stokken van mensen die blind rondlopen, o, als er ook maar iets was waarmee ik u zou kunnen helpen. Als ik niet dacht dat ik u zou kunnen helpen, zou ik hier nooit naartoe komen. Als ik niet dacht dat ik de mensen zou kunnen helpen...

24 Het is niet voor geld. Dat neem ik niet aan. En ik ben eenenvijftig jaar oud. Ik heb eenendertig jaar gepredikt en nam nooit een offer in mijn leven aan. Dus ik... Ik doe niet... Wij houden het geld erbuiten. Wij houden onze samenkomsten klein, want wij hoeven geen grote programma's en dingen te onderhouden, daarom kunnen we naar de kleinste gemeenten gaan, of waar de Here heenleidt, daar gaan we naartoe.

     Nu veroordeel ik niet de broeders die deze grote programma's hebben en televisie-uitzendingen, enzovoort. Dat is fijn. Ik dank God dat er mannen in de wereld zijn die Hij op die manier het geld kan toevertrouwen, die dat kunnen. Maar wat mij betreft, ik kan het gewoon niet. Ik zou geld moeten ophalen en dat heb ik nog nooit gedaan, en ik bid God dat Hij mij wil helpen dat ik het nooit zal hoeven te doen.

     Ik ben hier dus om u te helpen. En als ik niet dacht dat ik u zou kunnen helpen, zou ik hier zeker niet zijn. Ik zou vanavond thuis zijn bij mijn vrouw en kleine jongen en twee kleine meisjes. Ik zou daar vanavond in het oosten ergens bij het vuur zitten, mij met hen verheugend. Maar ik ben bijna een vreemde voor hen. Doordat ik de wereld rondreis, zie ik ze af en toe, maar...

25 Er werd hier in de Schrift een vraag gesteld, en vanmorgen ben ik bij het woord "verwachting" blijven steken, om te verwachten... Nu, ik vertrouw dat u het mee naar huis hebt genomen en door de Schriften heen hebt onderzocht om te ontdekken wat u kunt verwachten. Gods Woord vertelt ons wat wij kunnen verwachten. En als wij dit Woord ontvangen zonder er enige twijfel in te vermengen, dan zullen wij ontvangen waarvoor wij gekomen zijn. Maar als u weggaat met te zeggen: "Welnu, net zoals ik verwachtte, ik..." Wel, dan zult u niets zien. Maar als u komt met verwachting om de Here Jezus Zelf gemanifesteerd te zien onder de mensen, dan zult u bevredigd weggaan. Dat zult u zeker. U zult weten dat er iets gebeurd is.

     Maar als u zegt: "Wel, ik... net zoals ik verwachtte, o, er was gewoon een andere evangelist die opstond om te spreken", en dat... dan is dat alles wat u kunt krijgen. Gewoonlijk krijgt u waar u naar uitziet.

     Dus open uw hart vanavond en laat de paraplu zakken, en eenvoudig, o, ontvang God eenvoudig in uw hart. En ga weg... ga terug naar uw kerken waar u ook vandaan komt en vertel uw herder dat de Here Jezus waarlijk de grote Genezer is; dat Hij Degene is Die redt en de gelovige met Zijn Geest vult en van hem een nieuw schepsel maakt in Christus. Zegt de herder: "Hoe weet u dat?"

     Zeg: "Ik heb het ervaren. Ik weet het."

26 Een broeder die het er niet mee eens is dat Christus de Geneesheer is (hij maakt Hem een of andere historische God), zei niet lang geleden: "O, ik geloof niet dat er iets zal gebeuren." Zei: "Ik geloof toch niet in Goddelijke genezing."

     Ik zei: "Zeker niet. Het was niet voor u. Het was niet voor ongelovigen; het was voor degenen die geloven. Het wordt alleen bedoeld voor gelovigen." Hij... Hij verwierf onze genezing niet voor ongelovigen; Hij verwierf het voor hen die geloven. De belofte is niet voor ongelovigen maar voor hen die geloven.

27 Dus deze Grieken kwamen naar het feest. Nu, de Grieken waren geleerde mensen en zij kwamen naar dit feest van Pinksteren om te aanbidden. En terwijl zij daar bij de tempel waren, hadden zij over de Here Jezus gehoord. En op de een of andere manier geloof ik niet dat er iemand is die ooit die lieflijke Naam kan horen uitspreken zonder het verlangen te hebben om Hem te zien. Als u over Jezus hoort, is daar iets met die Naam van de Here Jezus dat inspireert, en u kunt zich nooit meer dezelfde voelen.

     Het is een Naam boven alle namen. Hij kwam neer van de hemel en de wereld gaf Hem de laagste naam die er op aarde was: Beëlzebul, een waarzegger, een duivel. En Hij ging naar de laagste stad die er op aarde is: Jericho, en werd zo laag dat de kleinste man in de stad op Hem moest neerkijken om Hem te zien: Zacheüs.

     Maar toen Hij de prijs van verlossing had betaald, gaf God Hem een Naam boven elke naam. Zelfs heel de familie in de hemel en op aarde is genaamd Jezus. En Hij verhoogde Zijn troon zo hoog dat Hij naar beneden moet kijken om de hemel te zien. Dat is het verschil: de wijze waarop de wereld Hem behandelde en de wijze waarop de Vader Hem behandelde toen Hij boven kwam.

28 Dus waren deze Grieken nieuwsgierig, en zij hadden over Hem gehoord, gehoord van Zijn grote werken. Dus misschien kwamen ze uit nieuwsgierigheid of misschien wel oprecht om er hun voordeel mee te doen, zij kwamen en zeiden: "Heren, wij zouden Jezus willen zien." En ik geloof dat als ik de gedachten van deze gemeente, deze mensen, vanavond kon uitleggen, dat dit het verlangen van ons hart is. Hoe velen hier zouden graag Jezus willen zien? Zeker.

     Wel, dan zal ik u een vraag stellen. Kregen zij Hem te zien? Jazeker. Filippus nam hen mee om Hem te zien, nam hen mee naar een van de broeders, en zij namen hen mee om Jezus te zien. Dus toen zij navraag deden en verlangden om Jezus te zien, werd hun het voorrecht gegeven om Hem te zien door een van Zijn dienstknechten. Welnu, als Hebreeën 13:8 een correct geïnspireerd Schriftvers is, waar staat: "Jezus Christus is Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid", en als dat ons verlangen is, waarom kunnen wij Hem dan niet zien?

29 Nu, u moet onthouden... onthouden dat dit Woord óf de waarheid is, óf niet de waarheid is. Er staat geen tegenstrijdigheid in. Ik heb iedereen aangeboden... O, ik krijg honderd dollar per week, en ik bied elkeen een jaarsalaris aan die mij een tegenstrijdigheid in het Woord kan tonen die ergens anders niet wordt weerlegd. Het is daar niet.

     Het is verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen en geopenbaard aan kinderen die willen leren. Jezus dankte de Vader ervoor dat Hij dat deed. Het Woord is niet verward; het zijn die mensen die verward zijn. Het is niet het Woord. Dus de Heilige Geest schreef het Woord en de Heilige Geest is nodig om het Woord uit te leggen, en dan werkt allemaal precies juist.

30 Nu, als Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid... En God moge mij vergeven om "als" te zeggen, omdat het heiligschennend klinkt. Hij is Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Goed dan, als u verlangt om Hem te zien, waarom kunt u Hem dan niet zien? Wij zijn Zijn dienstknechten, dus waarom kunt u Hem niet zien? Zou u het graag willen? Er van houden om Hem te zien? Goed. Ik geloof dat Hij u de belofte deed: "Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar zal Ik in hun midden zijn." Nu, is dat waar?

     Als dat niet waar is, dan is de Bijbel niet waar, en uw redding is niet waar, en zijn wij verloren en miserabel. Van alle mensen zijn wij het miserabelst, omdat wij een vals iets hebben gekregen als we denken aan een komende Christus en een hemel om naartoe te gaan, terwijl daar niet zoiets is.

     Wel, als dit Woord verkeerd is, en Hij dat Woord is, dan is alles verkeerd. Maar als het juist is, dan is ieder woord ervan juist. Het is niet iets voor een bepaalde tijd en vervolgens voor een andere tijd. Het is heel de tijd hetzelfde waar Hij gelovigen kan vinden.

31 Nu, als Jezus vanavond zichtbaar in dit gehoor zal komen... Nu, Hij kan niet in een lichamelijk lichaam komen omdat dat op de troon van God zit. Maar Hij kan hier binnenkomen door de Heilige Geest en Zichzelf aan u tonen dat Hij hier is, werkend in Zijn gemeente. Gelooft u dat? Hij moet zijn de... alles naar hetzelfde principe. Hij moet dezelfde liefde hebben, hetzelfde meegevoel, dezelfde werken, dezelfde manifestatie, als Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

     Nu, onthoud, dat toen Jezus de werken deed, Jezus niemand genas. Hij zei: "Ik kan niemand genezen." Hij zei: "Ik ben het niet Die de werken doe; het is Mijn Vader en Hij woont in Mij." Is dat juist? "Hij woont in Mij. En een korte tijd..." toen Hij wegging, zei Hij, "en de wereld zal Mij niet meer zien, toch zult gij Mij zien, want Ik (Ik, is een persoonlijk voornaamwoord), Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de voleinding", totdat de wereld aan het einde komt. "Ik... en de werken die Ik doe, zult gij ook doen. Als u in Mij blijft en Mijn werken in u, vraag wat u wilt en het zal gegeven worden." O, hoe deze grote beloften mijn ziel doortrillen!

32 In de dagen dat de atoombommen... Rusland heeft spoetniks in de lucht en al deze... Wel, er is nergens rust, alleen in Christus. Er is geen ding... Wij kunnen onze hoop niet op onze natie bouwen, omdat elke kleine natie hier een bom kan gooien en ons van de aarde kan wegblazen. Oorlogsvoering is ongeveer voorbij. U heeft slechts één man nodig om de hendel over te halen. Alles zal in stukken geblazen worden.

     En we zien dat wij onze hoop op niets anders kunnen bouwen dan op één ding, en ik haal hier Eddie Perronet aan toen hij zei:

Alle heil de kracht van Jezus' Naam!
Laten engelen zich neerwerpen;
Breng voort het koninklijke diadeem,
En kroon Hem Here van allen.

Want op Christus de vaste rots sta ik,
Alle andere grond is zinkend zand.
Alle andere grond is zinkend zand.

     Onze enige hoop... Ze proberen diep in de grond een gat te graven om erin te kruipen. Ze hebben een bom die een gat in de grond kan blazen van vijfhonderd voet diep [165 meter] en bijna honderd mijl [150 km] in het vierkant. Wel, al was je tienduizend voet onder de aarde, dan zou de schudding ervan elk bot in je lichaam breken.

33 Maar er is een schuilplaats. O, hij is niet gemaakt van staal, maar hij is gemaakt van veren: onder Zijn vleugels. O, ik houd van die schuilplaats, een aangename vredevolle verblijfplaats, dit wetend: dat zo gauw als... voordat die bom zelfs een signaal krijgt om te starten, dat Hij ons op Zijn vleugels mee omhoog zal nemen. O, dat is waar ik naar uitkijk, die geweldige opname en toenadering van onze Here Jezus. En als we het zo dichtbij zien komen, springen onze harten van vreugde op. Om dat te weten is een vreugde.

     Iemand zei: "Broeder Branham, u maakt de mensen bang door te vertellen dat de Here Jezus komt, het einde van de wereld."

     Ik zei: "O my, niet de Christenen. O, zeker niet."

     Paulus zei: "Ik heb een goede strijd gestreden; ik heb de wedloop gelopen, ik heb het geloof behouden; en nu is daar een kroon van gerechtigheid voor mij weggelegd die de Here, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag zal geven; en niet alleen mij, maar allen die Zijn verschijning liefhebben." O, welke grotere zaak zou er kunnen gebeuren dan dat Jezus nu gelijk zou komen? Zeker. Onze moeiten zullen voorbij zijn. Wij blijven gewoon vasthouden totdat Hij hier is, werkend, de tijd uitkopend, en maken dat iedere minuut voor Hem telt. Waar wij ook zijn, spreek een woordje voor Hem.

34 Nu, als Hij zo werkelijk voor ons is, en wij Zijn genade hebben gezien en gezien wat Hij was, nu... en wij hebben verwachtingen vanavond om Hem te zien, waarom kunnen wij Hem dan niet zien? Ik vertel u dat Hij overal is als u alleen maar om u heen kijkt. Het probleem is dat mensen niet genoeg om zich heen kijken om Hem te vinden.

     Wij wonen bij de Ohio rivier, en o, het is een geweldige plaats om te vissen. Er was een kleine jongen in onze stad die gewend was daar bij de rivier te spelen met een oude visser. En hij vroeg zijn moeder op een dag (Zij behoorden bij een grote kerk in de stad.); hij zei: "Mammie, God is zo'n groot Persoon. Zou iemand Hem kunnen zien?"

     Ze zei: "Ik kan dat niet voor je beantwoorden, zoon." Zei: "Vraag het aan je zondagsschoolonderwijzeres."

     En hij vroeg het aan de zondagsschoolonderwijzeres. En ze zei: "Ik weet het niet, vraag het aan de herder."

     Dus vroeg hij het aan de herder. En de herder zei: "Nee, jongen, geen mens kan God zien en leven." Zei: "Je kunt Hem gewoon niet zien."

35 Het bevredigde de kleine vent niet. Hij ging naar de rivier en deze oude visser (hij was een diaken in mijn gemeente)... Hij was daar op een dag op de rivier aan het vissen bij het Six Mile Eiland. En op de weg terug, de rivier afkomend, kwam er een storm opzetten en zij moesten een paar minuten naar de kant met hun kleine scheepje. De storm ging voorbij.

     In Indiana en de buurlanden in het oosten waar de loofbomen... Die regen valt en spoelt al de bladeren er vanaf; en als die kleine bries blaast, net zoals... Alleen een roeier kan je vertellen welke muziek het maakt op het water als de roeiriemen deze golven aanraken. O, geen wonder dat de Geest van God eerst over het water bewoog!

     Om te zien hoe het... Terwijl hij onderweg was, deze oude visser – sterke, oude met de Geest vervulde broeder – die zo aan de riemen trok en luisterde naar zijn riemen die het water aanraakten... En hij keek om, op weg naar... Hij ging westwaarts en keek naar het oosten. En daar kwam een regenboog tevoorschijn en de oude man... Zijn vrouw was jaren geleden heengegaan. En hij sloeg die regenboog gade. En over zijn zilveren baard rolden kleine druppels tranen van zijn baard af.

36 De kleine jongen zat in de achtersteven van de boot en werd zo enthousiast dat hij naar het midden van de boot liep en hij zei... viel neer bij zijn benen en zei: "Meneer, ik ga u een vraag stellen die mijn moeder en mijn zondagsschoolonderwijzeres, of zelfs mijn herder niet kan beantwoorden." Hij zei: "Kan iemand God zien?"

     En het overmande de oude visser. Hij trok de riemen in de boot, trok de kleine vent in zijn armen en hij streek over zijn haar, en zei: "God zegene je kleine hart, jongen. Alles wat ik de afgelopen vijftig jaar gezien heb, was God." Hij had zoveel van Hem aan de binnenkant dat hij Hem daarbuiten kon zien in de regenboog, waar het ook was. Dat is hoe het is.

     Als u vanuit het intellectuele standpunt naar Hem kijkt, zult u Hem nooit kennen. U moet naar Hem kijken, Hem in u laten komen om Zichzelf te tonen, Zijn... wat Hij is. Wij kunnen God zien als wij slechts rondkijken. En ik ben bang dat sommigen van ons misschien te laat kijken.

37 Er was een paar maanden geleden een dame in een tiencent-winkel in Louisville, aan de overkant van de rivier bij ons. Zij had een kleine jongen; het was nog een ukkepuk van ongeveer drie jaar oud. En de mensen bemerkten dat zij rondging, dingen oppakte die ze hem probeerde te laten zien uit de toonbanken van de tiencent-winkel. En hij staarde alleen maar, het kereltje.

     Toen kwam ze bij een andere toonbank en ze begon hysterisch te worden. Zij pakte iets anders op wat de aandacht van een kleine jongen van zijn leeftijd moest trekken, en zij rinkelde met het belletje op een klein sieraad en zei: "Kijk, liefje. Kijk, liefje", en de kleine jongen zat alleen maar te staren. Zij was uitgeput, en zij viel gewoon over de toonbank en schreeuwde: "O, nee, nee, het is niet zo."

     En de omstanders haastten zich naar de dame om te zien wat er gebeurd was. Ze zei: "Mijn zoontje begon een paar maanden geleden in de ruimte te staren; niets van wat hem behoorde aan te trekken, trok zijn aandacht." En zei: "Ik nam hem mee naar de dokter en de dokter zei dat hij beter was, maar", zei ze, "hij is het niet." Zei: "Hij zit alleen maar en staart. Hij kijkt niet naar dingen waar een kleine jongen van zijn leeftijd naar zou moeten kijken."

38 En hoe waar is dat met de gemeente vandaag. Wij hadden grote mannen die dit land doorkruisten zoals Oral Roberts, en grote gaven zijn in de kerk gekomen; en de kerk zit daar gewoon en staart. De doop met de Heilige Geest trof de natie, en vele kerken werden gevuld met de Geest, en grote opwekkingen vonden plaats; en de wereld zit daar maar en staart in de ruimte. Als God iets doet, verwacht Hij dat de mensen ernaar kijken en Hem geloven. Wonderwerken en tekenen en wonderen die God doet, zijn een klein iets wat zij voor de kerk schudden om de kerk wakker te maken voor Zijn spoedige komst.

39 Mijn zoon en ik... Pas geleden bezochten wij India, en ik las een stuk in de krant toen we in het vliegtuig zaten, en er stond: "Ik veronderstel dat de aardbeving voorbij is." Een paar dagen voordat de aardbeving kwam...

     In India rapen ze gewoon de stenen op en maken er omheiningen en muren van, enzovoort. Zij hebben niet het metaaldraad en het materiaal dat wij hier hebben. Het zijn erg arme mensen. Er zijn er vierhonderdzeventig miljoen daar, en het scheen mij toe dat er ongeveer vierhonderd miljoen van hen bedelaars zijn, het is een erg meelijwekkend gezicht.

     Als enigen van u prediker broeders dat ooit zouden zien, kunt u hier nooit meer tevreden zijn. Er is iets mee als deze duizenden schreeuwen en huilen om het verhaal van Jezus te horen; en hier moet je bijna mensen overhalen om naar de kerk te komen. Maar zij zijn... zij zijn daar hongerend naar God.

40 En het krantenartikel ging door met te schrijven dat alle kleine vogels die hun nesten maken in de spleten van de rotsen en dergelijke, wegvlogen naar de velden en in de bomen zaten. En al de schapen en het vee die bij de dikke muren stonden, gingen het veld in en leunden gedurende ongeveer een dag tegen elkaar aan. En plotseling kwam er een aardbeving en schudde de muren neer. En daarna bleven de kleine vogels en het vee gedurende een dag in het veld. Uiteindelijk begonnen ze weer terug in de schaduw te komen, bij het deel van de muren dat was overgebleven.

     Wat was het? Dezelfde God die ze naar de ark toe kon roepen, kon ze wegroepen bij deze muren vandaan. Zij zouden hun leven verloren hebben als zij daar in de buurt waren gebleven.

     En zeker, als de Heilige Geest nog steeds inspiratie heeft, en een dier en een vogel door instinct voor het gevaar kan wegleiden, hoeveel temeer behoorde Hij het voor Zijn kinderen te doen, geboren uit de Geest van God, om hen weg te krijgen van de dingen die niet godzalig zijn. Blijf erbij vandaan; kom eruit en leun op elkaar. O, ik houd van dat oude verhaal, het lied: "Wij leunen op de eeuwige armen." Ik houd daarvan. Gewoon Hem vertrouwen, de eenvoud van het vertrouwen. Leun gewoon met uw schouders tegen de Zijne aan en aanbid Hem met al de aanbidding die u kunt uitgieten, en wandel dagelijks met Hem. Nu, u zult Hem zien.

41 Nu, de enige manier waarop onze... Misschien hebben we vanavond Methodisten, Baptisten, en dit is zo dicht bij Mexico dat we waarschijnlijk vele Mexicaanse Katholieken hebben en zo meer, die allemaal door elkaar zitten. Nu, dat is de wijze waarop het verondersteld wordt te zijn. God houdt van al Zijn kinderen. Ze zitten in allerlei organisaties, hebben God lief, Christus vertrouwend voor hun redding.

     Als ik dan tot de Katholieken zou zeggen: "Wilt u Jezus zien?" Wel, dan zou hij zeggen: "Onze kerk vertegenwoordigt Hem."

     Ik zou tegen de Baptisten zeggen: "Zou u Jezus willen zien?"

     "Onze kerk is het die Hem toont."

     De Methodisten en de Pinkstermensen, en de verschillende anderen zouden er allemaal een ander idee over hebben.

42 En ik denk dat de beste manier om het vanavond tot een eenvoudige zaak terug te brengen, is – om te ontdekken wat Hij is – door terug te gaan en te ontdekken wat Hij was, wat Hij gisteren was. En als Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, dan moet wat Hij was vandaag hetzelfde zijn. Zou dat voor alle kerken bevredigend zijn? Dan kunt u... dan kunt u het voor uzelf toepassen, of uw kerk het op deze manier onderwijst of niet. Ontdek wat Hij was. En als Hij gisteren, vandaag en in eeuwigheid Dezelfde is, dan moet wat Hij was, vandaag precies zo zijn.

     Nu, laten we teruggaan. Ik lees uit Johannes, het eerste hoofdstuk van Johannes, en we zullen teruggaan en zien wat Hij was. Nu, je kunt het nemen en het van alle kanten in de Schrift benaderen. We kunnen over wat Hij was een samenkomst van twee weken houden. O, twee weken, twee eeuwen, en er nooit uitkomen wat Hij was. Maar we zullen een paar hoogtepunten nemen van wat Hij was, als Hij dan vandaag precies hier Dezelfde zal zijn als Degene Die Hij toen was, dan maakt Hem dat Dezelfde. Dat behoort de vraag te beëindigen. Gelooft u dat? Dat is goed.

43 Nu, wij zien dat Hij een maagdelijke geboorte had. Wij behandelden dat vanmorgen. En dan zien we dat, onmiddellijk nadat de Heilige Geest op Hem kwam, Hij naar de woestijn werd geleid en veertig dagen door de duivel werd verzocht, en toen Hij eruit kwam, predikte Hij het Evangelie. Nu zien we dat Hij in het begin van Zijn bediening begon met voor de zieken te bidden, de zieken werden genezen.

     En we merken op dat Zijn samenkomst uit arme mensen bestond, de verworpenen, degenen die waarschijnlijk verstoten waren, degenen die niet zoveel onderwijs hadden gehad, zoals de man aan wie de sleutels van het Koninkrijk werden gegeven, Petrus, die zelfs niet met zijn eigen naam kon ondertekenen. De Bijbel zei dat hij onwetend en ongeleerd was. Maar door zijn geloof behaagde het Jezus hem de sleutels van het Koninkrijk te geven, omdat hij de openbaring over Hem had.

     "Wat zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben?"

     "De een zei: 'Gij zijt Elia' en de ander zei: 'Gij zijt de profeet', en 'U bent Zo en zo.'"

     Hij zei: "Maar wat zegt u?"

     Hij zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."

44 Nu zeggen de Katholieken dat Hij Zijn kerk op Petrus bouwde. Als Hij dat deed, hij viel meteen terug... Dan, als... De Protestanten zeggen dat Hij het op Zichzelf bouwde. Ik verschil daarmee van mening. Het was niet op Hemzelf, noch op Petrus, maar op de openbaring. "Ik zeg u, dat gij zijt Simon... gij zijt Petrus. Vlees en bloed hebben dit niet aan u geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemel is, heeft het geopenbaard. En op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel kunnen haar niet overweldigen." Zie, het is de openbaring van Christus. Als Hij Zich vanavond aan u kan openbaren dat Hij tegenwoordig is, dan bent u door de openbaring vanavond in die gemeente.

45 Merk op, we nemen hoe Zijn bediening begon. De eerste waarmee we willen beginnen is Andreas, een visser. Hij vond hem, en misschien ging hij terug en vertelde het aan zijn broer Simon: "Kom en zie Wie wij gevonden hebben. Wij hebben de Messias gevonden."

     Nu, zij zagen uit naar een Messias. Zij dachten dat Johannes de Messias was. Veel mensen geloofden dat hij dat was. Maar let nu op, we gaan ontdekken wat Hij was.

     En toen... Ik kan me voorstellen dat Petrus zei: "Nu, een ogenblikje." (Natuurlijk was zijn naam toen Simon.) Hij zei: "Nu, Andreas, je bent waarschijnlijk de weg kwijt geraakt door een hoop emotie. Ik weet dat als de Messias komt... Mijn oude vader vertelde mij; hij zei: 'Zoon' (op een dag toen wij na het vissen bij het meer zaten; ik kon zijn grijze haar zien), en hij zei: 'Simon, mijn zoon, je vader heeft altijd verlangd om de dag te zien dat de Messias zou opstaan, maar ik ben nu oud aan het worden en waarschijnlijk zal ik het niet zien.'"

     "Maar Simon, vergeet dit niet, dat als Hij komt er veel dingen zullen plaatsvinden. Je moet onthouden, Simon, dat je Schriftuurlijk moet zijn. De Bijbel zegt, als we het lezen, dat Mozes de profeet zei, dat als de Messias komt, Hij een profeet zal zijn; want het staat in het wetboek geschreven: 'De Here, uw God, zal een profeet doen opstaan zoals ik.'" Is dat de Schrift?

     "En onthoud, dat Hij geen modieus persoon zal zijn, maar als Hij komt, zal Hij een man zijn die recht-door-zee is, een profeet, een belangrijke profeet, een God-profeet. En jij bent daar goed in onderricht."

46 Dus toen Andreas kwam en hem vertelde: "Kom, zie Jezus van Nazareth, Hij is die Profeet", kan ik me voorstellen dat Simon zei: "Nu, wacht even. Ik weet niet wat er met je gebeurd is, maar je bent zeker niet de onderwijzing van de Schrift vergeten. Maar alleen vanwege vroeger zal ik met je meegaan."

     Toen hij in de tegenwoordigheid van de Here Jezus wandelde, keek Jezus hem recht aan en zei: "Uw naam is Simon, en u bent de zoon van Jonas."

     Petrus herkende direct dat Hij dat moest zijn. Niet alleen wist Hij wie hij was, maar Hij wist wie zijn vader was.

     Daar stond er een, genaamd Filippus, degene waarover wij vanavond gelezen hebben. Het ontroerde zijn hart op zo'n wijze dat hij naar zijn vriend moest gaan om het te vertellen. Er is iets mee om Jezus Christus te kennen. Als u ooit de waarachtige Christus zult vinden, dan kunt u niet stilzitten. U moet het ergens gaan vertellen.

47 Dus zien wij Filippus vertrekken om de berg heen. Als u ooit in Palestina bent geweest en gezien hebt waar Jezus predikte, daar om de berg heen waar zijn vriend Nathanaël woonde, is het ongeveer vijftien mijl [ruim 20 km]. Ongetwijfeld rende hij om die berg heen. Laten we er gewoon voor een ogenblik een toneelstukje van maken. Ik kan hem op de deur zien kloppen. (Er zitten hier kleine zieke kinderen. Ik wil dat zij het begrijpen met hun eenvoudige kleine geloof.) Klopte op de deur en misschien kwam mevrouw Nathanaël aan de deur. Hij zei... Hij had niet zoveel tijd voor een begroeting. Hij zei: "Waar is Nathanaël?"

     Zei: "O, hij is daar achterin de boomgaard aan het bidden, achterin de boomgaard."

     En daar ging hij de boomgaard in. En weet u waar hij hem vond? Onder een boom aan het bidden.

     Ik geloof dat Filippus, die een Christelijke man was, hem niet onderbrak toen hij aan het bidden was. Nadat hij klaar was met zijn gebed en "amen" zei, stond hij op en klopte het stof van zijn kleding af, en op dat moment keek hij om zich heen en zag zijn vriend Filippus. Hij zei: "Filippus, ik ben blij om je weer te zien! Ben je gekomen om mij te bezoeken, mijn broeder?"

48 Wel, daar is iets mee. Als een man een houvast op God krijgt en God een houvast op een man, komt hij direct ter zake; en hij zei: "Kom, zie Wie wij hebben gevonden. Kom en zie Jezus van Nazareth, de zoon van Jozef!"

     En nu, weet u, Nathanaël was een trouwe orthodoxe gelovige, hij zei: "Nu, wacht eventjes, Filippus. Ik ken je als een goede, standvastige man. Maar daar... Kan er iets goeds uit Nazareth komen?"

     Nu denk ik dat hij hem het beste antwoord gaf dat enige man zou kunnen geven. Blijf niet thuiszitten om het te bekritiseren; "Kom, zie." Kom het zelf onderzoeken. Onderzoek het met de Schriften en zie of het juist is. Dat is een goed idee. Kom, zie het voor jezelf. Bekritiseer het niet; kom en ontdek het.

     O, ik stel me voor dat Nathanaël misschien zei: "Nu, wacht. Uit welke organisatie komt Hij?" Dat zou de 1961 versie ervan kunnen zijn. Maar hij probeerde niet te zeggen: "Nu, wacht eens even. Wij weten dat als de Messias komt, Hij naar Kajafas zal komen... Kajafas, de hogepriester. Hij is de hoogste godsdienaar in het land." Of: "Wij weten dat Hij naar de bisschop zou gaan, of naar de algemene opziener, zo iemand."

     Maar God gaat waar Hij wil gaan, en het zijn onze zaken niet wat Hij doet. Hij doet wat Hijzelf passend vindt. Zeker. Hij komt nooit tot iemand... Maar Hij komt tot de armen, en vissers, in een kribbe, en bij de herders, enzovoort.

49 Merk op, toen zij onderweg waren kan ik mij voorstellen dat zij, al sprekend met elkaar, een kleine... Zei: "Herinner jij je...? Nu, Nathanaël, jij bent een zeer ervaren geleerde. Vertel me, Nathanaël, hoe zal deze Messias moeten zijn die ons beloofd is? Hoe zullen wij Hem kennen overeenkomstig de wetten?"

     Zei: "Wel, Hij zal een profeet zijn, omdat Mozes zei: 'De Here, uw God, zal een profeet doen opstaan zoals ik.' Hij zal een God-profeet zijn."

     U weet dat de Joden altijd hun profeten geloven, want de Bijbel zei: "Als er onder u iemand is die geestelijk is of een profeet, zal Ik, de Here, Mijzelf aan hem bekend maken. En als wat hij zegt komt te geschieden, luister dan naar hem, want Ik ben met hem."

     Dat is de manier om vanavond deze samenkomst te beoordelen. Als het Woord het zo zegt, en de Heilige Geest waar is, zal het zich betuigen. Als het dat niet doet, dan is het de Heilige Geest niet. Dat is... Oordeelt u het zelf en door het Woord.

50 Toen zei hij: "Herinner jij je die oude visser waarvan jij vis kocht daar aan de rivier en dat hij jouw rekening niet met zijn naam kon ondertekenen?"

     "Ja."

     "Je weet dat zijn naam Simon was."

     "Ja."

     "Zijn broer bracht hem naar de samenkomst voordat ik eergister wegging, en zodra hij in de tegenwoordigheid van Jezus wandelde, keek Hij naar hem en zei: 'Uw naam is Simon.' En herinner jij je zijn vader?"

     "Zeker."

     "En Hij zei: 'Uw vaders naam is Jonas.'"

     Dat was Jezus gisteren. Dat is de wijze waarop Jezus Zichzelf bekendmaakte als de Messias. Als dat gisteren de wijze was waarop Hij het deed, zal Hij het vandaag op dezelfde wijze moeten doen, als Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Hij zal de God-profeet zijn.

     Zie wat Hij deed. Hij zei: "Het zou mij niet verbazen als Hij jou niet zou vertellen wie je was als je in de samenkomst komt."

     "Ach, ik zal het moeten zien."

51 Uiteindelijk kwamen zij aan... Misschien liep hij de gebedsrij in waar Jezus voor de zieken bad. Misschien zat hij in het gehoor. Ik weet het niet. Maar hoe dan ook, toen Jezus Zijn ogen op hem sloeg, zei Hij: "Zie, een Israëliet in wie geen bedrog is."

     Hoe kende Hij hem? "O", zegt u, "de wijze waarop hij gekleed was." O nee. Zij allen kleedden zich hetzelfde, de mensen uit het oosten: droegen tulbanden. Hij kon een Griek zijn geweest; Hij kon een Arabier zijn geweest. Zij droegen tulbanden en loshangende gewaden. [Leeg gedeelte op de band – Vert]

     Het verbaasde hem zodanig dat hij stopte en zei: "Rabbi (Rabbi betekent 'meester'), Rabbi, hoe hebt U mij ooit gekend? Wel, U hebt mij nog nooit in Uw leven gezien. Hoe wist U dat ik een Israëliet ben en een eerlijk en oprecht man?"

     Ik kan zien dat die ogen weer naar hem kijken, en Hij zegt: "Voordat Filippus u riep, toen u onder de boom zat, zag Ik u." De dag daarvoor, en vijftien mijl om de bergen heen, wat een ogen!

     Wat zei deze knaap? Hij zei: "Rabbi, Gij zijt de Zoon van God. U bent de Koning van Israël." Zeker was hij onderwezen. Hij wist wat hij kon geloven. Hij wist dat dat de Profeet was waarvan Mozes had gesproken. "Gij zijt de Zoon van God. Gij zijt de Koning van Israël."

     En Jezus zei: "Omdat Ik u dit verteld heb, gelooft u nu?"

     Hij zei: "Ja."

     Hij zei: "Dan zult u grotere dingen dan dit zien, want u zult engelen zien afdalen en opstijgen."

52 Maar daar stonden enigen die dat niet geloofden... de grote geleerden van die dag. Zij moesten hun samenkomst een antwoord geven, omdat de samenkomst hun de vraag zou stellen. Dus weet u wat ze zeiden? Ze konden het niet uitleggen hoe Hij deze dingen wist: hun gedachten kon waarnemen enzovoort, en dat het een profeet was die hun kon vertellen wat was en wat komen zou, om het zo perfect te zien, want de Schrift had gezegd dat dit de Messias zou zijn.

     En als dat gisteren het teken van de Messias was, dan is ditzelfde teken het teken van de Messias vandaag. Niet omdat een bepaalde man op straat wandelde met een mantel aan en met littekenen in zijn hand en bloed en olie die van hem afvloeiden (of wat het ook mag zijn). Dat zou een huichelaar kunnen zijn. Maar broeder, het leven aan de binnenkant van de wijnstok vertelt wat het is.

     Jezus zei: "Ik ben de Wijnstok, gij zijt de ranken." Toen de eerste rank die uit die Wijnstok kwam een Pinksterkerk voortbracht – en zij schreven er een boek Handelingen achteraan – dan zal, als diezelfde Wijnstok een andere rank doet uitspruiten, zij hetzelfde er achteraan doen. Een wijnstok brengt druiven voort.

53 Maar weet u, als westerse mensen hier, zag ik hier in Arizona een citrus-boom en ik geloof dat hij ongeveer acht of negen verschillende soorten citrusfruit droeg, maar het was ingeënt. En vandaag hebben wij er in de gemeente teveel die ingeënt zijn. Zij... ze kunnen de vruchten niet dragen. U doet in een sinaasappelboom een citroentak en deze zal citroenen dragen. Hij leeft van het leven van de boom, maar hij zal zijn eigen vruchten dragen: citroenen.

     En zo is het vandaag. We hebben kerken die zichzelf Christelijke kerken noemen, maar zij dragen de kenmerken van theologie en van organisatie. Maar als die Pinksterwijnstok die een Pinkstergemeente maakte ooit een andere Pinkstertak voortbrengt, dan zal het zijn zoals het in het begin was. Dat is helemaal juist. Als Jezus Christus verschijnt in de gemeente, zal Hij Dezelfde zijn als Die Hij daar terug was. Hij zal geen citroenen of grapefruits dragen; hij zal sinaasappelen dragen als het een sinaasappelboom is en zijn tak doet uitspruiten. Het zullen geen organisaties zijn; het zullen geen denominaties zijn; het zal Christus zijn. Correct.

54 Nu, bemerk. Zij stonden daar met hun handen op hun rug. Zij wisten dat zij geen antwoord hadden omdat Hij niet goed over hen sprak, want zij zeiden dat Hij dit door de kracht van Beëlzebul deed.

     Beëlzebul is de duivel, en iedereen weet dat waarzeggerij van de duivel is. Al deze dingen zijn van de duivel. En alles wat de duivel heeft, is iets dat verdraaid is van het echte. De duivel kan niet scheppen. Hij is geen schepper. Er is slechts één Schepper; dat is God.

     Hij kan bederven wat geschapen is. Een goede vrouw kan in de wereld zijn en moraal hebben en juist zijn. De duivel kan haar bederven en van haar een slechte vrouw maken. Wat is een leugen? Het is de waarheid verkeerd voorgesteld. Wat is boosheid? Het is rechtvaardigheid verdraaid. Dat is wat... Wat is ongeloof? Het is verdraaid geloof. De duivel verdraait, maar kan niet scheppen. Hij is geen schepper. Er is één Schepper; dat is God. Hij zou alles kunnen scheppen wat hij maar wilde als hij een schepper was; maar er is slechts één Schepper, en dat is God.

     Nu, wij ontdekken dat deze kerels daar zeiden dat deze Man dit door de kracht van de duivel deed. Luister. Luister nu goed. Mis dit niet. Jezus keerde Zich naar hen om en zei: "Ik vergeef u dat." (Hem een duivel noemen, de Geest van God Die het was Die deze werken deed een duivel noemen.) Zei: "Ik vergeef u. Maar op een dag zal de Heilige Geest komen en hetzelfde doen; en één woord daartegen spreken, zal nooit vergeven worden in deze wereld, noch in de wereld die komt." Ziet u dus waar wij staan? Goed.

55 Wij bemerken dat dat Jezus gisteren was. O, hoe zouden we kunnen gaan... Hoe het daar in de stad Jericho was. Ik stel me voor dat kleine Zacheüs in een boom klom en zei: "Nu zal ik op Hem letten als Hij voorbijgaat. Want natuurlijk heb ik mijn vrouw horen zeggen dat Hij de gedachten van het verstand en deze dingen kan onderscheiden; maar ik wil niet dat Hij zoiets bij mij doet, dus zal ik hier in de boom gaan zitten en het gadeslaan."

     Maar toen Jezus langs de Halleluja-laan kwam en door de Glorie-straat ging, en Hij daar de hoek omging, stond Zacheüs hier hoog in een boom, helemaal gecamoufleerd, misschien met een blad dat hij omhoog deed om erlangs te kijken. "O, ik zou Hem graag willen zien," zei hij, "als Hij voorbijgaat. Ik hoorde mijn vrouw zeggen dat Hij de gedachten van het verstand kon vertellen, en dat Hij deze dingen kon doen. Ze zeggen tegen mij dat Hij een profeet is. Maar ik vertel je, dat Hij beslist een profeet moet zijn om te kunnen vertellen waar ik zit. Maar ik zal Hem nu foppen. Ik zit hier achter het gebladerte op een vertakking."

     Dat is waar een hoop mensen zitten: waar uw weg en Gods weg elkaar ontmoeten. U moet één ervan nemen.

     O, zie hem daar zitten, neerkijkend over dit blad. Jezus liep rechtstreeks en rustig tot precies onder de boom en keek omhoog, zei: "Zacheüs, kom naar beneden! Ik ga vandaag met u naar huis." O my.

     Dat was Jezus gisteren. Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Het zal Jezus vandaag zijn.

56 Herinner u dat Hij ging naar... Hij deed dat niet uit Zichzelf. We kunnen daarvoor naar Johannes 19 gaan, we kunnen daarnaartoe gaan voor... Wel, we zullen nu naar Johannes 5:19 gaan. Jezus zei, toen Hij door de Schone Poort ging, en, of het badwater liever gezegd van Bethesda. (Ik zal daar in een paar minuten op komen, de Schone Poort.) Maar Hij passeerde door de poort van Bethesda waar het badwater was. En daar lagen grote menigten van mensen die lam, blind, mank en verdord waren, waarschijnlijk allerlei soorten van aangevochten mensen. De Bijbel spreekt van "grote menigten". En Hij passeerde hen, raakte nooit een van hen aan, toch vol mededogen, vol liefde, liep er tussendoor totdat Hij een man vond die op een stromatras lag.

     Hoeveel van u allen weten wat een stromatras is? Wel, uit welk deel van Kentucky komt u vandaan? Ik werd er op een daarvan grootgebracht, als het erg warm was, sliep ik bij de deur.

57 En deze man lag op een stromatras. Misschien had hij een prostaatkwaal, of had hij tuberculose. Het was slepend; hij had het achtendertig jaar. Maar onthoud dat Jezus er alles over wist, wist waar hij lag. En Hij kwam bij hem en zei: "Wilt u gezond worden?" terwijl Hij de anderen passeerde. "Wilt u gezond worden?"

     Hij zei: "Ik heb niemand om mij in het water te werpen." Hij kon lopen. Zei: "Als ik eraan kom..." iemand anders was hem voor en kwam er als eerste in.

     En Hij zei: "Neem uw bed op en ga naar uw huis." En toen werd Jezus daarover ondervraagd. Als Hij naar deze stad komt en vanavond hetzelfde doet, zou Hij nog steeds worden ondervraagd.

     Maar wat zei Hij? Luister. Johannes 5:19: "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon kan niets doen uit Zichzelf, maar wat Hij de Vader ziet doen, dat doet de Zoon evenzo." Jezus deed nooit één wonder zonder dat de Vader het Hem eerst getoond had, anders vertelde Hij daar iets dat fout was. "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon kan niets doen uit Zichzelf."

58 Ongetwijfeld zeiden ze: "Waarom genas u daar meneer Jones niet? Hij verkocht al zolang potloden op straat."

     "Hier is de oude zuster Cashorn. Wel, zij heeft al jaren artritis. Waarom genas U haar niet? Zij is een goede vrouw. Zij is lid van mijn synagoge."

     Hij zei: "Ik doe alleen wat de Vader Mij toont. De Vader werkt en Ik werk tot hiertoe." O, dat is Jezus gisteren; dat is Jezus vandaag. Dezelfde Jezus werkt zoals de Vader het Hem toont. Wij merken dat op.

59 We zien een vrouw erdoorheen komen, en ze zei: "Als ik alleen maar de zoom van Zijn kleed kan aanraken... (in Johannes). Als ik alleen maar de zoom van Zijn kleed kan aanraken, dan zal ik gezond worden", en zij drong zich erdoorheen.

     Nu, Hij kon haar aanraking niet voelen door het slechts lichamelijk te voelen, omdat het Palestijnse kleed loshangt en er een onderkleed onder zit om het stof van hun benen af te houden. Want ze hadden... Dat is de reden dat zij voeten wasten. En de zoom van Zijn kleed... Ik zou het al niet voelen als u mijn jas aanraakt, en hoe dan met dat loshangende kleed? Maar Hij voelde haar geest. Alle mensen stonden om Hem heen, maar die kleine vrouw raakte Hem aan. En zij stond op, want zij zei bij zichzelf: "Als ik slechts de zoom van Zijn kleed kan aanraken, zal ik gezond worden."

     En Jezus stopte en zei: "Wie raakte Mij aan?"

     En Simon Petrus zei, bestrafte Hem, en zei: "Waarom zegt U zoiets?" Zei: "Hoezo, ze raken U allemaal aan!"

     Hij zei: "Maar Ik bemerk dat Ik zwak geworden ben. Er ging kracht van Mij uit." En Hij keek over het gehoor totdat Hij de kleine vrouw vond. En Hij vertelde haar van haar bloedvloeiing en zei: "Uw geloof heeft u behouden."

     Dat was Jezus gisteren. En vanavond – vraag het de geestelijken – vandaag, zegt de Bijbel, is Jezus Christus vanavond een Hogepriester Die gezeten is in heerlijkheid, Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. Als u vanavond Jezus aanraakt zoals de vrouw deed, hoe zou Hij dan handelen? Hij zou hetzelfde doen zoals Hij toen deed. Als Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid, dan zou Hij Zich omkeren en zeggen: "U had dit en dat, maar nu heeft uw geloof u genezen", als Hij Dezelfde is.

60 Nu, onthoud (bij het sluiten), dat er slechts drie klassen mensen zijn, of, in feite zijn er drie nationaliteiten in de wereld. Dat zijn de volkeren van Cham, Sem en Jafeth. Dat zijn de drie zonen van Noach. Wij geloven de Bijbel, dat het gehele menselijke ras uit deze drie zonen voortkomt – als wij het Woord geloven – en dat waren Joden, heidenen, en Samaritanen. Nu, bedenk dat de Samaritanen en de Joden... Samaritanen waren half Joods en heidens. Zij keken dus uit naar een Messias. En Hij openbaarde Zichzelf aan degenen die echt oprecht van hart waren, en dat was Zijn besluit. Onthoud, dat het Zijn beslissing was om Zichzelf bekend te maken als Messias door hun dat teken te tonen.

     Degenen die Hem geloofden, hadden eeuwig leven. Degenen die Hem verwierpen, gingen in eeuwigdurende vernietiging. Nu, wij vinden Hem... Dat is hoe Hij Zichzelf bekend maakte aan de Joden. We konden gaan... Kijk naar blinde Bartimeüs, en hoe... O, wij kunnen naar de Schriften verwijzen.

61 Nu onthoud, dat Hij ook zei dat Hij naar Samaria moest gaan (Johannes 4). Hij was onderweg naar Jericho. Hij moest rondom de berg omhoog gaan naar Samaria. En toen Hij te Samaria kwam, zond Hij Zijn discipelen de stad in om wat voedsel te kopen. Het was ongeveer rond middagtijd.

     Hij zat bij de put, het was een soort panorama zoiets als dit. En daar was een... ik zou zeggen, een prachtige jonge vrouw kwam eraan. Wij hier in Amerika kennen haar als een prostituee. Zij had een stelletje mannen waar zij mee leefde. En zij kwam daarheen om haar water te halen. Misschien kwam het omdat zij de hele nacht uit was geweest en tot het middaguur had geslapen. Gewoonlijk gaan de maagden vroeg in de morgen naar de bron.

     U moet op hen letten hoe zij dat water eruit ophalen en een twintig liter-kruik bovenop hun hoofd, en één op elke heup zetten, en lopen en praten zoals dames dat kunnen terwijl zij geen druppel verspillen. Maar... Pardon. [Broeder Branham hoest – Vert] Wel, misschien kon zij niet gelijk met de fijne mensen komen; zij moest komen als al de anderen hun water hadden gekregen.

62 Dus wij zien haar naar de put gaan. En zij begon haar kleine... deed de haakjes in de oren aan de zijkant van de kruik en liet hem zakken om wat water omhoog te halen, en zij hoorde een stem zeggen: "Vrouw, breng Mij wat te drinken." En zij keek om en ze zag daar een Jood zitten, een jonge Man.

     Hij zag eruit... Wel, Hij was pas dertig jaar oud, maar de Bijbel zei dat Hij eruit zag als vijftig. U weet dat. Ik veronderstel dat Zijn werk dat bij Hem had veroorzaakt. Wel, ze zeiden in Johannes, het zesde hoofdstuk: "U zegt dat U Abraham hebt gezien, en U bent een Man niet ouder dan vijftig?"

     Hij zei: "Voor Abraham was, BEN IK." IK BEN was in het brandende braambos, zoals u weet.

     Want ze zeiden: "U bent nog geen vijftig jaar oud."

63 Dus zat Hij daar aan de overkant tegen de muur en vroeg aan deze vrouw om wat drinken. Nu, zij hadden daar afscheiding zoals zij het vroeger in het zuiden hadden. Ze zei: "Het is niet de gewoonte voor u, Joden, om aan een Samaritaan te vragen... aan mij, een Samaritaanse vrouw. Dat is in deze dagen niet de gewoonte." (Luister naar hun conversatie! Mis dit niet!)

     Hij zei: "Als u wist met Wie u sprak (Ik vraag mij vanavond af, als de gemeente werkelijk wist dat de tegenwoordigheid van de Here hier was...), als u alleen maar wist tegen Wie u sprak, dan zou u Mij om drinken hebben gevraagd, en Ik zou u water hebben gegeven zodat u hier niet meer hoeft te komen putten."

     Ze zei: "De put is diep en U heeft niets om mee te putten."

     En de conversatie... Wat probeerde Hij te doen? Contact te maken met haar geest. De Vader had Hem daarheen gezonden. Hij wist niet waarom, maar deze vrouw kwam eraan. Hij probeerde met haar geest contact te krijgen. Hij zei... Hij zei...

64 Ze zei: "U zegt dat we in Jeruzalem moeten aanbidden. Onze vaderen aanbaden op deze berg. U zegt dat het Jeruzalem is."

     Jezus zei: "God is een Geest; zij die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in Geest en waarheid." De conversatie ging een paar minuten door totdat Hij ontdekte wat haar moeite was. Nu, luister. Het zal u goeddoen over een paar minuten. Zie?

     Hij sprak tot haar totdat Hij haar probleem ontdekte. En Hij zei: "Ga uw man halen en kom hier."

     Ze zei: "Ik heb geen man."

     Let op. Hij doet het nu voor deze Samaritanen. Hij had het gedaan voor de Joden. Zei: "Ga uw man halen en kom hier."

     Ze zei: "Ik heb geen man."

     Hij zei: "U hebt het terecht gezegd. U had er vijf. Daarom is degene waarmee u nu leeft uw man niet. U sprak de waarheid."

65 Wat deed zij? Zij wist meer over God dan de helft van de predikers, en zij in die toestand. In elk geval meer dan wat zij er toen van wisten.

     Ze zei: "Meneer..." Zij noemde Hem geen Beëlzebul, een waarzegger. Zei: "Meneer, ik bemerk dat U een profeet bent." Nu, luister. "Wij weten dat wanneer de Messias komt, Die Christus genaamd wordt, dat Hij ons deze dingen zal vertellen": het teken van de Messias. "Wij Samaritanen weten dat de Messias dit teken zal doen. U moet dus Zijn profeet zijn."

     Jezus zei: "Ik ben het, Die met u spreek." O my.

     Kijk, zij was onderwezen in de kennis van wat de Messias zou doen. Niet hoe Hij gekleed zou zijn, maar wat Hij zou doen; niet wat voor soort lering Hij zou hebben, maar...

     Hij zei: "Als Ik niet de werken doe van Mijn Vader, geloof Mij dan niet." Zij wisten dat Hij een God-profeet zou zijn.

     Ze zei: "U moet een profeet zijn. Nu weten wij dat als de Messias komt, Die Christus genaamd wordt, Hij ons deze dingen zal vertellen (zie, dat is het teken dat Hij zou doen). Maar wie bent... wie bent U?"

     Hij zei: "Ik ben Hem."

     Wat deed zij? Zij liet haar waterkruik achter en rende de stad in en zei: "Kom, zie een Man Die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb. Is dit niet de ware Messias?" En de Bijbel zei dat de mannen van de stad in Hem geloofden vanwege het getuigenis van de vrouw, over wat Hij haar verteld had wat haar problemen waren.

     Als dat Zijn teken gisteren was, is het vandaag Zijn teken.

66 Nu, kijk. Ga door de Schrift heen en u zult nooit zien dat Hij dat teken één keer voor een heiden deed. Waarom niet? Heidenen, wij Angelsaksen, hadden knotsen op onze schouders en waren grotbewoners. Wij keken niet uit naar een Messias. De Messias komt alleen voor hen die naar Hem uitzien.

     Nu, bij het sluiten mag ik dit zeggen bij mijn laatste opmerking. (Ik doe niet... als ik naar die klok daar achterin kijk, maakt het mij nerveus.) Bemerk dat er zoveel te zeggen is, er is zoveel waarmee je het kunt verbinden. Maar denk nu aan de volkeren van Cham, Sem en Jafeth: de Joden, de Samaritanen en de heidenen.

     De Joden en Samaritanen keken uit naar een Messias en Hij maakte Zichzelf aan hen bekend als de Messias door in staat te zijn aan hen te bewijzen dat Hij de profeet was waarvan Mozes gesproken had dat die komen zou. Allen die het begrijpen, zeg: "Amen." [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Goed.

     Nu, de heidenen hebben tweeduizend jaar gehad, en nu komen de heidenen aan het einde. Wat hebben wij vanmorgen gezegd? Als God ooit een beslissing neemt en alles op één bepaalde manier doet, dan moet Hij het de volgende keer op dezelfde wijze doen of Hij deed het de eerste keer fout. Begrijpt u het nu?

67 Nu, nog één kleine Schriftlezing. Wilt u mij vergeven voor nog even? Ik moet dit er nog aan toevoegen. Jezus zei in Lukas 16, geloof ik dat het was: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Heeft u dat ooit gelezen? Nu, let op wat er in Sodom gebeurde. Nu, aandachtig nu... wij zullen de gebedsrij beginnen.

     Er zijn altijd drie klassen mensen. Abraham vertegenwoordigde de uitgeroepen gemeente. Hij was er uitgeroepen. Hij scheidde zich van Sodom af. En daar waren de Sodomieten, de bozen. En hier was ook Lot en de... de kerkelijke Christen daar, de lauwwarme gelovige. Maar hij had zich van Abraham afgescheiden omdat Abraham te arm was daar op die onvruchtbare grond, en had de rijke plaatsen ingenomen. Dat is wat de grote klassieke kerken vandaag gedaan hebben, de rijken. Maar de ware groep, de uitgeroepen gemeente... Nu, onthoud dat er drie klassen mensen zijn. Twee van hen waren daar in Sodom, de Sodomieten en ook de grensgelovige Lot. En dan was daar Abraham, de eruit geroepen groep.

68 Op een dag, terwijl hij onder zijn eikenboom zat, kwamen daar drie mannen aan. Ze hadden kleding aan zoals mannen, helemaal onder het stof, en er staat dat zij vreemdelingen waren. Maar zij waren meer dan vreemdelingen. Abraham, een man zijnde vol van God, die God geloofde, wist, zodra hij hen had gezien, dat er iets vreemds met hen was. "Mijn schapen kennen Mijn stem."

     En dus haastte hij zich naar buiten om hen te begroeten, en zei: "Kom hierheen en zet u neer onder de eik, en ik zal u wat water brengen om uw voeten te wassen. En neem een stuk brood, en gaat u dan verder met uw zaken."

     Hij haastte zich de tent binnen en zei tegen Sara: "Kneed wat bloem, wat meel, en bak een paar broodjes op de haard." En hij ging haastig naar buiten om een kalf te halen en doodde het, gaf het aan zijn dienstknecht en zei: "Maak het klaar."

     En toen ze het hadden klaargemaakt, bracht hij het naar buiten, en zij zaten daar en aten: mensen die aten als mensen. En Eén bleef de richting van Sodom uitkijken. Uiteindelijk gingen twee van hen naar Sodom. En de Ene die achterbleef, vertelde Abraham, zei: "Ik zal voor u niet verbergen wat Ik ga doen." Hij zei: "Ik heb gehoord dat Sodom in die toestand is. Ik ben neergekomen om te onderzoeken." Abraham wist dat dat God was.

69 Nu, een prediker zei niet lang geleden tegen mij toen ik die opmerking maakte: "Bedoelt u dat die Man God was?"

     Ik zei: "Abraham zei dat Hij het was. Hij werd Elohim genoemd. Zie of dat niet juist is: El-o-him."

     Hij zei: "In een vleselijk lichaam?"

     Ik zei: "Absoluut. U weet niet hoe groot onze God is." Ik zei: "Ik kan Hem de hemel uit zien lopen en Zich uitstrekken..." Wij zijn gemaakt van zestien elementen: petroleum, kalium, en kosmisch licht, en petroleum. Hij nam er gewoon een handvol van... [Broeder Branham maakt een blazend geluid – Vert] "Whew", en zei: "Stap hierin, Gabriël." Strekte Zich uit en nam er nog een, en stapte in... een andere engel... En stapte Zelf in één, en stapte er gewoon weer uit.

     Ik ben zo blij dat ik Hem ken. Als ik op een dag niets anders dan stof zal zijn, zal Hij mij roepen en ik zal Hem antwoorden. Hij kan u roepen en u zult antwoorden. Hij is Elohim, de in Zichzelf bestaande. Zeker.

70 Nu, let op. Let op het teken dat Hij voor de gelovige gedaan heeft, de eruit geroepen gemeente. Nu, er was een moderne Billy Graham, en anderen die erheen gingen en tot hen predikten in Sodom. Zij deden geen wonderen, verblindden hen alleen. Wel, het Evangelie verblindt de ongelovige hoe dan ook. Zij deden dus geen enkel wonder, maar riepen Lot daaruit, uit Sodom, hij en zijn vrouw en kinderen.

     Maar let op Degene Die tot de uitverkoren gemeente komt, degene in de minderheid... dichtbij... Hij had Zijn rug naar de tent gekeerd. Vrouwen waren in die dagen niet zoals die van nu, die eropuit willen gaan, en de plaats van hun echtgenoot innemen en al het praten doen. Zij bleven achter in de tent waar zij behoorden. Dus toen was Hij... Waren niet zo brutaal als zij zijn. O my. Wel, ik... Dat zijn uw zaken, broeders, om dat recht te trekken.

     Maar hoe dan ook, merk op. Deze Man zat met Zijn rug naar de tent gekeerd, en Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw, Sara?" Hoe wist Hij dat hij getrouwd was? Hoe wist Hij dat de naam van zijn vrouw Sara was?

71 Nu, let op. De Bijbel zei, Abraham zei: "Zij is in de tent achter U."

     En Hij zei: "Abraham, Ik (weer dat persoonlijke voornaamwoord), Ik ga u bezoeken overeenkomstig de belofte die Ik u gegeven heb. (Sara was toen negentig jaar oud.) Ik ga u bezoeken overeenkomstig de belofte die Ik u gegeven heb. U zult die baby gaan krijgen."

     En Sara in de tent lachte in zichzelf, deed... En de Engel, met Zijn rug toegekeerd, zei: "Waarom lachte Sara?" Wat was dat? Wist dat haar naam Sara was, gaf hem de belofte, en wist dat zij in de tent in zichzelf lachte.

     Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." De heidenen hebben tweeduizend jaar van theologie gehad zoals de Samaritanen en zij hadden. Nu, wat was het? Een Engel, God, werkend in menselijk vlees. Dat is wat het was. Het was God in een menselijke vorm.

72 Welnu, toen Christus stierf, heiligde Hij een gemeente, zodat Hijzelf terug kon komen om in Zijn gemeente te leven, en doen... De dingen die Hij deed, zult gij ook doen. Is dat juist? [Broeder Branham schraapt zijn keel – Vert] Pardon. Nu, als Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, dan zal Hij hetzelfde doen als gisteren, en zal dat vandaag doen, en zal het in eeuwigheid doen. Is dat waar?

     Nu: "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Waar is Hij vandaag? Hij is in Zijn gemeente. Wie is Zijn gemeente? De uitgeroepenen. Welk soort teken zal Hij doen? Zoals Hij beloofde. Hoe zal Hij het uitwerken? Op dezelfde manier als toen Hij naar Abraham kwam, op dezelfde manier als toen Hij tot de Joden kwam, op dezelfde manier als toen Hij tot de Samaritanen kwam, en het beloofde bij het einde van het heidentijdperk.

     Nu, als wij Hem nu op het toneel zien komen... Ongeacht hoe Hij mij zou zalven, Hij moet u ook zalven. Toen Hij naar Zijn eigen stad kwam, kon Hij vele machtige werken niet doen vanwege hun ongeloof. Daarom moet Hij u zalven en moet Hij mij zalven. En dat zal de wereld laten zien dat Jezus Christus Dezelfde is, omdat Hij in Zijn gemeente werkt door menselijk vlees, die Hij geheiligd heeft met Zijn eigen bloed, met als doel om Zichzelf te manifesteren, Zichzelf Dezelfde makend, gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

     "Een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien." Nu, de wereld zoals het daar wordt gespeld, is een Grieks woord kosmos, wat 'de wereldorde' betekent. Zie? "De wereld zal Mij niet meer zien, maar gij zult Mij zien (gij, dat is de gelovige, de gemeente), want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot aan het einde der wereld", Jezus Christus Dezelfde, vandaag en in eeuwigheid.

73 Gelooft u het? Met deze paar beloften die ik vanavond tot u heb gebracht... Niet omdat Hij Zich anders kleedde, niet omdat Hij bij enige kliek behoorde, niet omdat Hij tot een organisatie behoorde; er was niet zoiets in die dagen. Dat maakte Hem niet Jezus. Dat maakte Hem niet God. Maar de werken die Hij deed, bewezen dat Zijn opdracht waarvoor Hij zei gezonden te zijn de waarheid was. Is dat juist? Wel, als Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, en beloofde dat de gemeente dezelfde werken zou doen die Hij deed, gelooft u dat niet? Als het dat doet, dan zijn Zijn woorden waar.

     Als Hij dat dan voor de Samaritanen heeft gedaan, en voor de Joden, en het aan de heidenen beloofde in de laatste dagen vóór het komen van de Zoon des mensen... O, in wat voor dag leven wij dan, broeders! Wij zijn hier. Wij zijn in de eindtijd, broeder, zuster. Het kan te eniger tijd gebeuren. Onthoud, toen zij het hadden afgewezen, weet u wat er gebeurde? Sodom verbrandde. De Joden werden verstrooid. En nu zijn wij bij het tweeduizend jaar durende heidentijdperk.

74 Nu, luister. De profeet zei: "Er zal een dag zijn die somber zal zijn. Het kan dag noch nacht genoemd worden. Maar in de avondtijd zal het licht zijn." Is dat waar? Nu, dezelfde zon die opkomt in het oosten, gaat onder in het westen. De Z-o-o-n Die opkwam in het oosten voor de oosterse mensen en de Geest uitstortte op hen in het oosten...

     Wij hebben tweeduizend jaar van kerkorganisatie gehad, gewoon een sombere dag, net genoeg om te zien hoe je je bij een kerk moet aansluiten en een goed leven leiden. Maar het is zonsondergangstijd. Dezelfde Zoon, met dezelfde zaak die Hij in het oosten had, schijnt er opnieuw mee op de aarde in het westen. En wij zijn aan de westkust. Als wij nog iets verder gaan (beschaving reisde met de zon mee), dan zijn wij weer terug in het oosten. Wij bevinden ons dus in de avondtijd met avondlicht, met dezelfde Heilige Geest Die op Hem was, en dezelfde dingen worden in de gemeente gedaan: Jezus Christus Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

75 Laten we onze hoofden buigen. Genadige God, één woord van U zal meer betekenen dan enig mens in zijn leven zou kunnen zeggen. Wij lezen dat het waar is, o God, maar de mensen zeggen nu: "Laat ons zien of het werkt." Zeker, Here. Het moet werken. Het moet op het doel gericht zijn. Het moet zo zijn. U hebt het beloofd. Ik bid dat U Zichzelf vanavond zult manifesteren, Here. Deze mensen houden van U en zij zijn ziek. Deze man die hier zit, houdt deze kleine waterhoofdbaby vast; deze arme oude vader zit daar te hoesten; deze moeder die in een rolstoel zit; één daarginds met een witte stok in zijn hand. O God, zij roepen het uit:

Ga mij niet voorbij, o vriendelijke Redder,
Hoor mijn nederige roep;
Terwijl Gij anderen roept,
Ga míj niet voorbij.

Want Gij zijt de Stroom van al mijn troost,
Meer dan het leven voor mij,
Wie heb ik op aarde nevens U?
Of wie in de hemel dan U?

76 Laat het deze avond bekend worden, Here, dat ik over U heb gesproken. Nu, spreek, dat ik de waarheid verteld heb, Vader; dat de woorden bevestigd zullen worden waardoor deze mensen zullen geloven, en zij genezen zullen zijn en gelukkig naar huis gaan. En sta het toe dat er hier in deze stad een opwekking zal uitbreken en er letterlijk duizenden zielen gewonnen worden voor Christus, en elke kerk afgeladen zal zijn, nieuwe kerken worden gebouwd. En moge het een voorbeeld zijn voor mensen die van oost en west komen om de glorie van God te zien. Sta het toe, Here.

     Wij vertrouwen het nu toe in Uw handen. Ik ben klaar; er is niets meer dat ik zeggen kan. Het is nu aan U om te spreken, Vader, omdat de mensen zien dat het een belofte is. Ik ben hier slechts een paar minuten om het een beetje uit te leggen, maar ik vertrouw erop dat de Heilige Geest het Woord heel diep in hun hart zal doen zinken, zodat zij het niet zullen mislopen om het te ontvangen. Ik bid het in Jezus' Naam. Amen.

77 [Broeder Branham hoest – Vert] Sorry voor mijn gehoest. Ik predik heel de tijd, en ik heb gewoon een predikerskeel gekregen. En pas geleden werd ik erg nat, en kreeg zoiets als een droge kuchhoest toen ik hier in Beaumont, Texas, was.

     Dus nu, ik wil dat u onthoudt... Als wij Hem nu vanavond zouden zien komen en hetzelfde zien doen als toen, zouden wij dan zijn zoals deze Emmaüsgangers die naar huis gingen? Zij wandelden heel de dag met Hem en wisten het niet. Die avond handelde Hij alsof Hij verder zou gaan. Hij zou vanavond voor u op dezelfde wijze kunnen handelen, net alsof Hij u voorbij zou gaan. U zou geen gebedskaart mogen hebben; u zou zelfs niet in de rij mogen zijn; maar Hij zal u niet voorbijgaan. Nodig Hem gewoon uit, zeg: "Laat mij U aanraken, Here." Kijk wat Hij doet.

     O, is dat geen uitdaging? Denk daaraan. Dat is meer dan een uitdaging dan om naar deze vrouw in een rolstoel toe te gaan en te zeggen: "Sta op en loop." Zeker. Zij zou dat feitelijk kunnen doen door geestelijke kracht. Dat is juist: mentaal. Zij zou het door Christian Science geloof kunnen doen. Dat werd gedaan. Maar als u Christus in de mensen ziet komen en dezelfde manifestatie ziet doen van het hemelse teken, opnieuw gegeven in de vervulling van het Woord, wat een wonder, wat een kracht!

78 En te bedenken dat ik hier vanavond in dit gebouw ben, en er hier geen ziel is die ik ken naar wie ik kan kijken, behalve mijn tapejongen die hier zit, broeder Goad. Hij is de enige persoon die ik ken. God kent elkeen van u. Nu, ik ben Hem niet. Hij is hier evenwel.

     En nu kunnen we al de gebedskaarten niet in één keer oproepen. En ik zou willen dat er per keer slechts een paar tegelijk komen als zij oproepen, of wacht een ogenblik. Ik ben er zeker van dat hij zei dat hij kaarten had uitgegeven. Waar is Billy? Waar? O, neem me niet kwalijk. Ja. A-1 tot en met 100? Goed. Laten we bij 1 beginnen, nummer 1 dan. Wie heeft gebedskaart A-nummer-1. Ik zal ze oproepen, zodat wij degenen die in de rolstoelen zitten, kunnen helpen hierheen te komen...

     [Leeg gedeelte op de band – Vert]

79 Niet de Bijbel én die andere. Ik zei: "Ze kunnen niet allebei juist zijn. De een is goed en de ander is fout. Laat de God van de Bijbel spreken." In Zuid-Afrika ging het op dezelfde manier, voor ongeveer tweehonderdvijftig duizend... O, Hij is nog steeds God. Toen de toverdokters die daar stonden tot schande werden gebracht, nam de vijand de vlucht. De volgende morgen reden er door de straat zeven of acht grote diepladers vol met krukken en rolstoelen en planken waar ze op meegedragen waren, toen Sidney Smith, de burgemeester van Durban, mij riep en zei: "Broeder Branham, kijk uit uw raam richting de kust."

     Er kwamen honderden mensen aan die de dag tevoren op krukken liepen en in rolstoelen zaten, met zeven van deze enorm grote Afrikaanse trucks, zo lang als deze pilaren uit elkaar staan, heel hoog opgestapeld, er vol mee, komend met hun handen omhoog. Die daarvoor met elkaar in een stammenoorlog waren, liepen de volgende dag al zingend: "Alle dingen zijn mogelijk; geloven alleen." Vijfentwintigduizend werden in één keer genezen. Waarom? Zij waren niet met van alles geïndoctrineerd. Zij waren maagdelijk. Zij hoorden uit de Bijbel; zij geloofden het, aanvaardden het, en het gebeurde.

80 Wees nu heel eerbiedig. Blijft u zitten; wees rustig. Ik bedoel niet te zeggen dat u God niet kunt prijzen, maar blijf gewoon rustig en luister. Nu... nu, in de Naam van Jezus Christus, de Zoon van God, neem ik elke geest hier onder mijn controle voor de glorie van God. Nu, wees daarna erg voorzichtig.

     Nu, ik veronderstel dat hier in deze gebedsrij ieder van u vreemden voor mij zijn. Is dat juist? Steek uw hand op. Als u vreemden bent, steek uw hand op. Ik ken u niet.

     Nu, als ik u kon genezen en het niet wilde doen, zou ik een huichelaar zijn. Maar ik kan niet doen wat God reeds gedaan heeft. Ik kan alleen... Wat als Hij hier vanavond stond met dit pak aan, dat Hij mij gaf? U zou zeggen: "Here, wilt U mij genezen?"

     Weet u wat Hij zou zeggen? "Mijn kind, Ik heb dat reeds gedaan. Ik kan het geen twee keer doen. Ik heb het precies één keer gedaan. Je moet het geloven."

     Maar dan zou Hij u kunnen tonen... u iets kunnen tonen om te bewijzen dat Hij de Messias was. Nu niet door spijkerlittekens, omdat iedereen spijkerlittekens in zijn handen kan hebben. Maar Hij zou hetzelfde teken doen dat Hij de eerste keer deed zoals Hij beloofd had te zullen doen. Hij zal nooit aan Zijn beloften voorbijgaan. Wat Hij beloofde, zal Hij doen.

81 Nu, hier is een vrouw. Wij zijn vreemden voor elkaar. Goed, u heeft mijn boeken gelezen. Ze zei dat zij mijn boeken had gelezen en zij dacht dat zij mij bijna kende door het lezen van mijn boeken. Goed. Dan, mijn zuster, heb ik vanavond thuis een moeder. Zij bidt voor mij. Ik ben hier niet naartoe gekomen om een misleider te zijn; ik kwam hier om een broeder te zijn. Ik kwam niet om de plaats van de dokter in te nemen; ik kom om zijn patiënten te helpen gezond te worden. Ik kwam nooit om enige kerk te vertegenwoordigen, alleen de Here Jezus Christus.

     Nu, dit is de eerste keer, zover als ik weet, dat wij elkaar ooit hebben ontmoet. Als ik dan zou komen, zou u... Nu, misschien, als u in de gebedsrij bent, zou u ziek kunnen zijn, en als ik mijn handen op u wilde leggen en zou zeggen: "Ontvang uw genezing in de Naam van de Here Jezus. Ga, geloof", zou u het recht hebben om dat te doen. Dat is waar. Dat is juist.

     Maar nu, wat als Hij hier zou komen en u iets zou vertellen wat u gedaan hebt, of zoals Hij deed bij de vrouw bij de bron: tot haar spreken en haar openbaren wat haar moeite was? Dan zou u weten dat ik dat niet was, is het niet? Omdat ik u niet ken. Ik heb nooit... Hier zijn mijn handen. Ik houd mijn handen voor God boven Zijn Bijbel: ik heb haar nooit in mijn leven gezien. Ik weet niets over haar. En dat is waar. Ik ken geen enkel persoon in deze gebedsrij, of niemand daarbuiten voor zover ik dat kan zien, behalve degenen van wie ik de naam noemde.

82 Maar nu, Christus blijft Dezelfde, nietwaar? Wat, als Hij wil... Als deze vrouw... Laat haar de rechter zijn, als u allen haar kent van deze gemeente of waar zij vandaan komt... Als zij... Als Hij haar kan vertellen wat zij geweest is, of wat... iets wat er verkeerd met haar is, of waarvoor zij hier is... Het mogen huiselijke problemen zijn, financiële; ik weet het niet. Maar als Hij dat kan openbaren, zal Hem dat Dezelfde maken, gisteren, vandaag en in eeuwigheid? Hoe velen zullen dat geloven? Nu, steek uw hand op en zeg: "Ik houd van Hem en geloof Hem." Dank u. Bijna honderd procent... Zie?

     Nu, als u het niet gelooft, kunt u zich beter rustig houden, omdat u weet wat er gebeurt. Vaak gaan de aandoeningen van de een naar de ander. Ze zoeken een plaats. Herinnert u zich dat uit de Bijbel? Kijk, het zal van de een naar de ander gaan. O, ik heb dat zo vaak zien gebeuren. Dus daarom zeg ik u, gewoon als een broeder, dat als u het niet gelooft, u beter eerbiedig kunt blijven zitten met uw hoofd gebogen totdat het voorbij is.

83 Nu, de woorden die ik nu over Jezus Christus gesproken heb, moeten gemanifesteerd worden, anders heb ik een leugen verteld, of Zijn Bijbel heeft iets verteld dat fout is. Nu, als iemand het niet gelooft, neem dan mijn plaats in, u bent welkom om hier te komen en deze in te nemen.

     Maar God houdt Zijn belofte net zo lang als dat Hij het beloofde. En toen de Engel van de Here mij daar veertien jaar geleden ontmoette en mij deze dingen vertelde waarvoor ik geboren ben om te doen, terwijl ik het heel mijn leven wist... En de Baptistenbroeders probeerden mij te vertellen dat het van de duivel was en van alles. Toen kwam ik tot de ontdekking dat het de ware God des hemels was Die probeerde tot mij te komen. Ik heb het sindsdien geloofd.

     Het heeft de wereld gealarmeerd. Ik heb letterlijk miljoenen over de wereld tot Christus zien komen. Nu is het hier in Tucson voor de eerste keer. Hier staat het in de Bijbel. Hier is de belofte; maar zal het werken? Het zal werken als Hij het uitwerkt, en dat is alles.

84 Nu, als de Here aan mij openbaart wat er verkeerd is met de vrouw, hoe velen hier binnen zullen Hem dan als hun Geneesheer aannemen? En hier staan wij beiden met onze handen omhoog, dat wij elkaar nooit tevoren in het leven ontmoet hebben. Ze zei dat zij mijn boeken had gelezen, dus heeft zij enig idee van wat er zou kunnen plaats vinden als Hij het zou doen. Nu, ongeacht of Hij het wil of niet, bedenk dat ik het niet weet. Als Hij het niet doet, dan zal ik eenvoudig door de gebedsrij gaan om voor de zieken te bidden en laat het dan zo gaan. Dat is alles wat ik kan doen. Maar Hij heeft mij nog nooit in de steek gelaten. Ik geloof niet dat Hij dat vanavond zal doen.

     Ik wil gewoon even met u spreken omdat u de eerste persoon bent, zoals onze Here deed bij de vrouw bij de bron. Hij probeerde contact met haar geest te krijgen. Erg fijn om als eerste een vrouw in de gebedsrij te krijgen, zoals wij net in Johannes 4 hebben doorgenomen. Nu, ik kan Hem gewoon daar zien zitten en de vrouw zien die daarheen komt om water te halen, en dan begint Hij haar vragen te stellen.

     Ik geloof... Nu, u zult daar bijna mijn woord voor moeten nemen. Ik geloof dat Hij probeerde om contact met haar geest te krijgen. De Vader had Hem daarheen gezonden; Hij moest daar langsgaan. En Hij zei dat Hij niets deed tenzij de Vader het Hem toonde, dus de Vader moest het Hem eerst laten zien. Na een poosje vond Hij uit wat haar moeite was, en Hij vertelde haar wat haar moeite was.

     En ze zei: "Wel, dat is het teken van de Messias. Ik weet dat wanneer Hij komt, Hij ons al deze dingen zal vertellen. Dus U moet een profeet zijn."

     Hij zei: "Ik ben Hem." En zij ging heen en vertelde het in de stad.

85 Zou dat uw houding daarover zijn, wetend dat ik uw broeder ben en u niet ken, u nog nooit in mijn leven heb gezien? En misschien zijn wij mijlen en jaren uit elkaar geboren en hier is het onze eerste ontmoeting. En als Hij mij wil openbaren wat uw moeite is, wilt u Hem dan aanvaarden als Messias? U... u wilt het? U doet het.

     De vrouw is overschaduwd door de dood. Er hangt een donkere schaduw over haar en zij lijdt aan kanker. Dat is juist. Als dat juist is, steek dan uw hand op. Nu, gelooft u het?

     Nu voel ik dat weer naar mij toekomen: "Hij raadde dat." Denk dat niet. U kunt uzelf nu niet verbergen. Hij is hier. Zie? Het is nu reeds gezalfd. Ik raadde dat nooit. Wel, wacht een ogenblik, laten we dat nu laten rusten.

86 U bent een fijn persoon. Ik weet niet wat Hij u vertelde. Het enige wat Hij u vertelde, moet ik op deze band hier terugvinden om te zien wat Hij zei. Het is net zoiets als ergens door de levensloop teruggaan om het te ontdekken. Nu zie ik het opnieuw komen. Ja, het is een schaduw; het is donkerheid. Het is een kanker. Nu, als ik u zal vertellen waar die kanker zit, zult u mij dan geloven als Zijn profeet? Het is op beide borsten. Als dat juist is, steek dan uw hand op.

     Nog iets anders erover, uw dokter vertelde u dat het ook de ruggengraat ingaat. Dat is waar... werkt zich in de ruggengraat...?... Als de Here Jezus mij wil vertellen wie u bent, zal dat Hem dezelfde God maken Die kon zitten...? Is dat juist? Mejuffrouw Hall, dat is juist. U komt hier niet vandaan. U komt van een koud land, echt koud en vol bergen. Het is Colorado. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Gelooft u Hem met heel uw hart? Keer terug en wees dan genezen in de Naam van Jezus Christus. Moge Zijn zegeningen en genade op u rusten en u geven de...?... God zegene u. [De samenkomst prijst God – Vert]

87 Gelooft u? Heb geloof. Heb nu geloof. Bent u nu overtuigd dat Hij dezelfde Messias is? Nee, niet ik; Hij is het.

     Loop nu niet heen en weer, mensen. Zie, u bent elk een geest, en elke keer als u beweegt, hindert het mij verschrikkelijk. Zie? Zit stil. Zit erg stil. Wees rustig. Kijk hierheen. Beweeg gewoon niet. Zie? Ieder van u is een geest en als die zalving komt, is het net... net als een stroom. Zie? En ik ben met u in contact en u bent in contact met God. Als u met God in contact bent, dan spreekt Hij Zijn Woord.

     Deze microfoon is stom. Hij moet iets hebben dat erdoorheen spreekt. Zo ben ik gewoon stom wat deze dingen betreft. Het moet iets hebben dat erin spreekt. Dus elkeen, als u beweegt, of rondloopt, of iets doet... Zie? Jezus nam op een keer een man buiten de stad, om te maken dat... Zie, wees gewoon erg eerbiedig. Let op. Nu, als u God wilt prijzen, dat is goed; maar sta niet op en loop rond, weet u, en dergelijke dingen. Het onderbreekt. De Heilige Geest is erg timide, werkelijk bedeesd. Natuurlijk zou u het misschien niet weten, tot nu, maar wees erg eerbiedig.

88 Nu, waar is de volgende persoon? Hoe gaat het met u? Ik ben niet buiten mijzelf, maar het is de zalving. U bent een erg jong persoon. Gelooft u dat ik Gods dienstknecht ben? Dat is wat de Engel zei: "Als u de mensen ertoe kunt krijgen om u te geloven, en dan oprecht zult zijn als u bidt..."

     Nu, u bent nog een jonge vrouw en ik heb u nog nooit in mijn leven gezien, ik veronderstel dat wij vreemden voor elkaar zijn. Ik veronderstel dat u Spaans bent. U... maar ik ken u niet en u kent mij niet. En wij staan er vanavond weer zoals het toen was in Johannes 4: met een vrouw. Ik weet niets over u. Wij zijn twee verschillende nationaliteiten. En u bent een meisje en ik een man van middelbare leeftijd. Maar wij ontmoeten elkaar voor de eerste keer. Maar als de God des hemels Die Zijn Zoon gezonden heeft, Christus Jezus, en Hem heeft opgewekt uit de dood, en de Heilige Geest terugzond in Zijn Naam, en beloofde: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen..." Gelooft u nu dat u in Zijn tegenwoordigheid staat, niet in de mijne?

     U kreeg een vreemd gevoel, omdat dat Licht precies boven het meisje neerdaalt. Zie? Ik wil dat u dit tegen het gehoor zegt als dit juist is. Een echt lieflijk nederig gevoel is om u heen. Als dat waar is, steek uw hand op zodat het gehoor het kan zien. Ik kijk rechtstreeks naar dat Licht rondom het meisje.

     U bent hier niet voor uzelf. Het is niet uw toestand. U bent hier voor iemand anders. Die persoon is stervende. Die persoon heeft kanker en de kanker zit in de klieren, en ik geloof dat de dokter pas heeft vastgesteld dat het leukemie is, zoals hij het noemde, in de bloedstroom. Dat is juist. De man is niet hier... in New Mexico, uw zwager. Dat is juist, is het niet? Geloof nu. Heb geloof dat hij zal genezen. Het zal overeenkomstig uw geloof zijn. Ga en Gods vrede rust op u, mijn kind. Vader God, sta haar verzoek toe, bid ik, in Jezus' Naam. Amen.

89 Geloof nu met heel uw hart. Heb gewoon geloof. Twijfelt u aan iets? Twijfel niet. Geloof met heel uw hart. Neem nu geen foto, niet nu. Het is een Licht. Ik moet dat Licht volgen. Zie? Goed, hier staat een jongedame. Ik ken haar niet. Ik heb haar nog nooit in mijn leven gezien. Wij zijn vreemden voor... Zij spreekt geen Engels. Dat is waar. Ik... Kunt u... is er iemand die hier kan vertalen, kunt u hier komen? Dank u. Sta gewoon hier. [Leeg gedeelte op de band – Vert] Alleen wat ik nu zeg, omdat het onder de zalving moet gaan. Ziet u? Nu, de dame spreekt geen Engels, dus deze jonge vrouw zal het voor mij vertalen.

     Nu, hier is een vrouw die ik niet ken. Ik spreek zelfs haar taal niet. [De vrouw begint te vertalen wat broeder Branham zegt – Vert] Ik ben een vreemde voor u. Als God aan mij wil openbaren waarvoor u hier bent, zult u Hem dan geloven? Wilt u mij geloven als Zijn dienstknecht? Als ik dan Zijn dienstknecht ben, en Hij aan mij zal openbaren waarvoor u hier bent, dan weet u dat Hij het moet zijn en niet ik. U bent hier niet voor uzelf. U bent hier voor uw baby. Is dat waar? Steek uw hand op.

     Als God mij wil openbaren wat er verkeerd is met uw baby, zult u dan zijn genezing aanvaarden? De baby heeft last van een allergie, zoals de dokter zegt. Allergie... Als dat waar is, zwaai dan zo met uw hand, zodat zij het kunnen zien. Gelooft u? Hij had het. Hij heeft het nu niet meer. Het heeft hem verlaten. Zie, zij weet het niet...?... Laat haar dat ontdekken. Zie? Zij is een fijn persoon. (Vertaal dat niet.)

90 Hier komt het opnieuw. Hier komt zij opnieuw voor mij. Spreek nu, zie wat... U heeft nog iemand anders op uw hart. U bidt voor iemand. Gelooft u dat God nog steeds de geheimen van het hart kent? [De vrouw huilt en prijst God voortdurend – Vert] De Bijbel zei dat het Woord van God scherper is dan een tweesnijdend zwaard, onderscheidend de gedachten die in het hart zijn. Dat is juist.

     U bidt voor uw moeder. Als dat waar is, steek dan uw hand op. Uw moeder... Gelooft u dat God mij kan vertellen wat er verkeerd is met uw moeder? Zij heeft een dameskwaal, vrouwenkwaal genaamd. Als dat waar is, zwaai dan met uw hand. Wilt u dat ik u vertel waar zij is? Zij is niet hier. Zij is in Tijuana. Het is allemaal voorbij. Hij heeft haar genezen. Ga, geloof Hem nu in de Naam van de Here Jezus...?... [De samenkomst prijst God – Vert]

91 Laten we zeggen: "Prijs de Here", iedereen. Heb geloof. Twijfel niet. "Heren, wij zouden Jezus willen zien."

     Nog een ogenblik. Waar is dat meisje? Kom hier. Die man met zijn hand omhoog, die hier zit, precies hier aan het einde van deze bank, precies hier aan het eind. Hij spreekt geen Engels, maar hij is in gebed. Hij bidt voor een geliefde, een zuster. (Blijf daar. Laat hem komen. Nu, vertel hem daar precies te blijven staan.) [De dame vertaalt ook voor hem – Vert]

     Gelooft u dat ik Zijn dienstknecht ben? Als ik aan u zal openbaren waarvoor u bidt, wilt u dan geloven in de Here Jezus? Heeft u een gebedskaart? U hebt geen gebedskaart? U heeft er geen nodig. (Vertel hem dat hij het niet nodig heeft. Nee, niet noodzakelijk.) Kijk naar mij. Kijk hierheen. U heeft een goed geloof. U heeft geen gebedskaart nodig. U raakte Zijn kleed aan.

     U bad voor iemand die erg ziek is: uw zuster. Dat is juist. Gelooft u dat God mij kan vertellen wat haar moeite is? Zij heeft TB. Dat is waar. Als dat waar is, zwaai met uw hand. Daar in Nogales... Zwaai met uw hand, dat... Zend haar bericht dat Jezus Christus haar gezond maakt...?... [De samenkomst prijst God – Vert]

     Gelooft u nu met heel uw hart? God zegene u. Ik daag iedereen uit... Wat raakte hij aan? Wat raakte hij aan?

92 Die man die die andere man probeerde te helpen daar, meneer, u bewees God een gunst. U hielp. U probeerde te... Ja, probeerde om u te vertellen... U hoeft hier niet te komen; blijf daar precies staan. U spreekt Engels. Heeft u een gebedskaart? U heeft hem niet. Goed, als u met uw hele hart zult geloven, zal die hernia u verlaten. U kunt naar huis gaan en gezond zijn. [De samenkomst prijst God – Vert]

     "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Wel, weet u niet dat Hij hier is? Weet u niet dat Hij dat is? Heb geloof in God. "Indien gij kunt geloven, zijn alle dingen mogelijk."

93 Wij zijn vreemden voor elkaar. Ik ken u niet en u kent mij niet, maar God kent ons beiden. Nu, heb geloof. Twijfel niet. Geloof. Als u zult geloven, zijn alle dingen mogelijk. Ik heb u nog nooit in mijn leven gezien, maar God kent u. En als Hij mij iets kan openbaren wat u heeft gedaan, of iets dat u wilt, of iets dat u verlangt, enzovoort... Gelooft u dat ik Zijn profeet ben, of ik bedoel Zijn dienstknecht? Het woord profeet maakt heel wat keren de mensen in de war (ziet u?), daarom zeg ik het niet.

     Zegt de Bijbel...? Leest u veel in de Bijbel? De Bijbel zegt dat het Woord van God scherper is dan enig tweesnijdend zwaard, en vaneen scheidt, zelfs het merg van het been, en een onderscheider is van de gedachten van het hart. Is dat juist? Wat is het Woord? "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons." Dus daarom is het Jezus Christus in ons, onderscheidende de gedachten van het hart, het Woord dat vanavond onder ons wordt vleesgemaakt. Een zondaar gered door genade... [Leeg gedeelte op de band – Vert] Het is de God des hemels Die de ware gedachten van uw hart uitlegt, en de zieken geneest.

94 U bent ernstig ziek. U heeft een maagzweer. Dat is waar. Steek uw hand op. Dat is de waarheid. (Er zijn er zoveel van hen in het gehoor, het is overal verspreid.) Het wordt veroorzaakt door een nerveuze toestand. Laat mij u gewoon iets tonen. Laten we zien hoe u... Iedereen die daarginds lijdt aan een nerveuze toestand, steek uw handen op. Wees eerlijk. Hoe zal ik ze daar allemaal gaan oproepen? (Zie?) Het komt nu gewoon als een geweldige golf overal vandaan. O, onze Here Jezus...

     U hebt een maagzweer, en u hebt ook een hartprobleem. De dokter gaf u een bepaald medicijn om in te nemen, maar u kunt het niet innemen. Het veroorzaakt een vloeistof in u, en u kunt uw medicijn niet innemen. U komt hier niet vandaan. U komt ook uit een koud land. U komt uit de staat Ohio, van een stad genaamd Youngstown. Uw naam is mevrouw Mink. U heeft een man die suikerziekte heeft. Ga, geloof, en de Here Jezus zal u gezond maken. [De samenkomst prijst God – Vert]

     [Leeg gedeelte op de band – Vert]

95 Gelooft u met uw hele hart? Dat zou overtuigend moeten zijn. Als u het nu niet gelooft, zult u het nooit. Zie? Als u nu precies gelooft met heel uw hart, kunt u aanvaarden...

     Nu, doe dat niet. Zie? U loopt heen en weer. Dat verscheurt gewoon... Ik zal gewoon moeten stoppen. Zie? Dat is... Wel, wat er vervolgens gebeurt, is dat mijn zoon mij in mijn zij duwt, en dat betekent dat ik moet gaan. Zie? Wees eerbiedig. Wees rustig voor nog één meer, wilt u? Dan zullen we vragen om handen op elkaar te leggen. Als u zo opstaat (zie?), grieft het de Heilige Geest, en gaat het van mij weg, en ik verlies de controle. Zie? Omdat Hij gegriefd is en Hij mij verlaat. Zie?

     U moet... Als u mij gelooft, dan doet u wat ik u vertel om te doen. Niet mij gehoorzamen; u gehoorzaamt Hem door mijn stem als ik tot u spreek. Als u opstaat en rondloopt zoals dat, dan hindert u gewoon verschrikkelijk. Zie? En het is moeilijk om de tegenwoordigheid van de Heilige Geest vast te houden. Als u niet gelooft, dan staat u gewoon op en loopt rond en beweegt. Het schaadt. Zie?

96 Die dame daar wordt gehinderd door haar armen en schouders. Ik heb u nog nooit in mijn leven gezien, dame, die hier precies zit met een zakdoek tegen haar gezicht aan. Zie? Heb slechts geloof in God. U heeft een familielid of een geliefde die last heeft van zijn benen. Het is uw zwager. Heb geloof en twijfel niet.

     Ik ben een vreemde voor u, meneer. Dit... God kent ons beiden. Nu, als de... Zover ik mij kan herinneren, bent u de eerste man die hier vanavond op het podium komt, voor zover ik weet. Ik denk dat daar enigen meer zijn in het gehoor, maar u bent de eerste waarvan ik weet. Nu, als de Here Jezus dezelfde dingen zal verrichten als toen Simon tot Hem kwam, en mij uw moeite kan vertellen of waarvoor u hier bent, gelooft u mij dan als Zijn dienstknecht? Zal dat al de mannen overtuigen, hetzelfde als het dat bij de vrouwen deed?

     Nu, kijk, deze mensen daar hebben geen gebedskaarten. Zie, het maakt niet uit. Raak Hem slechts aan. Zeg eenvoudig: "Here, laat mij het zijn." Die dame die daar zit, zei toen precies hetzelfde, gekweld met een leverkwaal. Het heeft u verlaten. U, die zwaargebouwde vrouw met die gestreepte jurk aan, u wordt gekweld met leverproblemen, is het niet? U zei: "Here, laat mij het zijn." Steek uw hand omhoog als dat zo is. Goed. Het is voorbij. Wat raakte zij aan? Ziet u hoever zij van mij vandaan is? Tien of dertien meter. Maar zij geloofde. Ik zie die gevoelloze lever zo naar beneden gaan. Het is in orde. Geloof dat u nu gezond gaat worden.

97 Neem mij niet kwalijk, meneer, ik moet gewoon de weg volgen hoe de Geest leidt. Ziet u? Ik moet... U lijdt aan een maagkwaal. Dat is juist. Aambeien... U hebt bepaalde dingen die u probeert neer te leggen, ermee te stoppen: een gewoonte. Dat veroorzaakt uw maagkwaal. U bent voorheen van een kanker genezen. Stop met het roken van sigaretten. Wees een goede jongen, geloof in de Here Jezus. Zeg, ik zie een vrouw naast u staan. Het is uw vrouw. Zij staat voor een operatie, een vrouwenkwaal. U komt niet uit deze stad. U komt uit Phoenix. Gelooft u dat God mij kan vertellen wie u bent? Zult u het met heel uw hart geloven? Meneer Sparrow, keer terug naar Phoenix en word gezond in de Naam van Jezus Christus...?...

98 Gelooft iedereen met heel zijn hart? Wel, dat is dan goed. Dat is alles wat nodig is. Als u God gelooft, zult u nooit meer gewrichtsontsteking hebben. Ga, geloof met heel uw hart en wees gezond.

     Als u God gelooft, zal het hartprobleem u verlaten. Ga, geloof met heel uw hart en geloof het. Gelooft u het daarginds, elkeen van u? Heb gewoon geloof. Dat is alles wat u hebt te doen.

     Nu, dame, toen u een poosje geleden daar aankwam, was u helemaal in de war; die rugkwaal gaat van u weg als u het zult geloven. Ga door en word gezond en geloof. Heb gewoon geloof, en zeg: "God, ik geloof met heel mijn hart."

     U zult gaan sterven als die kanker niet genezen wordt, maar als God kanker bij de een kan genezen, kan Hij het ook bij een ander genezen. Gelooft u dat? Goed, gaat u dan, en geloof met heel uw hart, en God zal het zeker doen. Amen.

99 Hoe gaat het met je, lieverd? Geloof je? Kom hier. Ik denk dat je een van de mooiste kleine meisjes bent die ik ooit heb gezien, ongeveer zoals mijn... Ik heb een klein meisje thuis: Sara. Nu, kijk. Jezus houdt van alle kleine meisjes. Geloof je dat? Welnu, als Jezus hier was, zou Hij zeggen... Hij zei: "Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet." En Hij zou Zijn handen op je leggen en je zou gezond worden. Je gelooft dat, is het niet? Zeker zou Hij dat doen.

     Nu, Jezus zit aan de rechterhand van God in de hemel, maar Hij zendt Zijn dienstknechten terug om het te doen. Dus nu, de dienstknecht... Hij zei: "Als deze dienstknecht zegt dat Ik hem gezonden heb, en hij doet Mijn werken niet, dan is hij verkeerd. Maar als hij de werken doet, betekent dat dat Ik hem gezonden heb."

     Wel, Jezus komt om je te genezen. Als Hij mij wil vertellen wat jouw probleem is, zou je Hem dan geloven en naar huis gaan en gezond zijn? Dan zul je nooit meer hoesten, en je zult nooit meer Asthmador [geneesmiddel tegen astma – Vert] hoeven te gebruiken. De oude astma zal je verlaten in de Naam van de Here Jezus. Amen. Heb geloof.

100 Kom, dame. Gelooft u met heel uw hart? Gelooft u, dat als God mij wil vertellen wat er verkeerd met u is, dat u het zult aanvaarden voor uw genezing? Dan zal die dameskwaal, vrouwenkwaal die u heeft, u verlaten, ga, geloof en het zal u verlaten. Amen.

     Kom, dame. Het is een lange tijd geleden dat u in staat was om te eten, en goed te eten. Uw maagkwaal viel u lastig. Ga, en eet nu. Jezus Christus maakt u gezond. Heb geloof...?... God zegene u.

     U bent hier voor die astma, er aan denkend of het u zou verlaten. Maar God is een Genezer. Hij is overal, gaat u dus heen en geloof het. Dat is het.

101 Gelooft u met heel uw hart? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zwaai. Indien gij kunt geloven, zijn alle dingen mogelijk. Heb geloof in God. Er gebeurde iets, ik kan het niet vinden. Daar met dat witte colbertje aan, daar is het. Ik kon dat colbertje zien, maar ik kon niet vertellen waar het was. Goed, dat galblaasprobleem zal u nu verlaten. Goed. U kunt gezond naar huis gaan.

     Precies hier iemand met epilepsie. Gelooft u dat God epilepsie zal genezen? Er zit daar nog iemand anders: die jonge kerel met dat blauw uitziende pak aan, met zijn hand omhoog. Gelooft u dat God epilepsie wil genezen, broeder? Sta op en aanvaard uw genezing. Geloof dat Jezus... Wat raakte u aan, dertig meter bij mij vandaan?

102 Jezus Christus, de Zoon van God, is hier. Gelooft u dat? Hoe zou ik dat kunnen doen? Ik ben uw broeder. Hoe velen van u zijn gelovigen? Steek uw handen omhoog. Goed. Zei Jezus dit bij de laatste opdracht aan de gemeente: "Ga in heel de wereld, en deze tekenen zullen hen volgen die geloven"? Zei Hij dat? Bent u een gelovige? Wat zei Hij? "Zij zullen handen op de zieken leggen en zij zullen herstellen." Is dat waar?

     Leg dan nu gelijk uw handen op elkaar en zij zullen... het zal... u zult precies in orde zijn en een ieder van u zal genezen zijn. Leg uw handen op elkaar, waar u ook bent. Leg uw handen op elkaar. Doet u hetzelfde daar op het balkon. Leg uw handen op elkaar. Daar is het. Nu, bid niet voor uzelf, de andere persoon bidt voor u. U bidt voor hem of haar. Nu, de Bijbel zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Nu, overeenkomstig de wijze waarop u het in uw kerk doet, zeg: "God, genees deze persoon. Maak hen gezond."

103 Hemelse Vader, ik breng dit gehoor tot U in de kracht van de opstanding van Uw Zoon Jezus Christus. Ik veroordeel de duivel. Ik veroordeel ongeloof. Ik drijf de boze uit. Kom uit, Satan. Je hebt de strijd verloren. Je bent hier vanavond tentoongesteld voor deze mensen, om te bewijzen dat je geen stand kunt houden. Jouw koninkrijk is voorbij. Het stort in. Jezus Christus is komende en Zijn tegenwoordigheid is hier vanavond om Zijn kracht te openbaren. Ik daag je uit, in de Naam van Jezus, kom uit van deze mensen en laat hen gaan.

     Elke man en vrouw in het gebouw die nu kan geloven dat u genezen bent, sta op uw voeten en aanvaard uw genezing. Ik verklaar dat u genezen bent, in de Naam van Jezus Christus. Sta op en geef Hem de eer.