Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

En uw zaad zal de poort van zijn vijanden bezitten

Door William Marrion Branham

1 Laten we blijven staan en onze hoofden buigen voor een woord van gebed. Onze genadige hemelse Vader, opnieuw benaderen wij U, vergeving vragend voor onze zonden en overtredingen, en bidden, Vader, dat U barmhartig over ons wilt zijn. Wij zouden willen bidden, Here, dat U al onze overtredingen zou willen vergeven en ons zou willen leiden in de paden van licht en leven. En maak ons zo zoutend, Here, dat anderen met wie wij in contact komen zullen verlangen om Christenen te zijn. Wij weten dat zout een smaakgever is als het contact maakt. En Vader, wij bidden dat U ons de kracht van het zout wilt maken en mogen wij zo verlangend zijn om contact te maken met de stervende buitenwereld, dat het een smaakmaker voor hen mag zijn.

2 Ons wordt verteld dat wij geschreven brieven zijn, gelezen van alle mensen. En Vader, wij bidden dat ons leven zo zal zijn, zoals wij belijden deze grote ervaring van Pinksteren te hebben, dat het zo zoutend voor de wereld zal zijn dat zij zullen verlangen om ook zo te zijn.

     Geef ons van Uw Heilige Geest, Here, zodat wij de wereld zouden mogen tonen dat ons geloof in onze Redder wordt bevestigd, dat Hij niet dood is, maar dat Hij dag aan dag levend bij ons is, ons leidt en bestuurt, ons voedt, wandelend langs de stille wateren en schaduwrijke groene weiden.

     Wij bidden dat U ons vanavond in het Woord wilt zegenen. Genees de zieken en aangevochtenen; red de verlorenen. Verkrijg glorie voor Uw grote Naam, want wij vragen het in Uw Naam, Jezus Christus. Amen. U kunt gaan zitten.

3 Wij achten dit zeker een groot voorrecht om hier vanavond weer terug te zijn in de gemeente om het Woord weer tot de mensen te bedienen. En dit is een geweldige dag geweest. Ik ben zo blij om Christenen te ontmoeten, om werkelijk wedergeboren mensen te ontmoeten.

     Ik hoop niet dat u denkt, door hoe ik mij uitdruk en de dingen die ik zeg, dat ik denk dat u in Californië alle zondaren hebt. Zij zijn over de hele wereld. En ik heb... Gisteravond toen ik aankwam... Ik was 's middags in de stad geweest en ik merkte enige mensen op en hoe zij zich gedroegen, net als in andere delen van de wereld.

4 En ik kwam gisteravond binnen. En een allerliefst klein meisje hier van het podium, uit het koor geloof ik, liep daar. Zij was een Canadese, een echt aardige kleine dame, er rein uitziend, en een werkelijke, gewoon een echte dame. Ik hoop dat mijn Rebekah zo is wanneer zij haar leeftijd krijgt. Een Canadees meisje.

5 En toen ik vanavond binnenkwam, stond daar langs de muur, toen mijn zoon en schoondochter en ik aankwamen, een kleine dame uit Arkansas te wachten in de kou, alleen maar om mij een hand te geven. Ze zei dat ze zich herinnerde dat ik vele, vele jaren geleden in Hot Springs was; de familie Humbard. En alleen al om zulke mensen te zien, maakt het leven gewoon het leven waard.

6 Weet u, wij leven om te dienen, en te doen wat wij kunnen voor die mensen, en proberen anderen te helpen die misschien niet de vreugde kennen om dat leven te leven. Sommige mensen denken dat wanneer je een Christen wordt, het gewoon alle blijdschap uit het leven wegneemt. Het is juist andersom. Ik heb op beide manieren geleefd.

7 Dit is eenendertig jaar dat ik heb gepredikt en ik heb... Ik zou dit leven niet willen verhandelen, al was er aan het eind daarvan geen hemel om naartoe te gaan; al was daar geen Jezus te zien. Ik heb meer vreugde om op deze wijze te leven dan ik... één dag... dan als ik tien jaar op enige andere manier zou leven en als er niets daarna was. Maar... dat komt werkelijk uit mijn hart als uw broeder en Gods dienstknecht.

     Daar is zo'n vrede en voldoening, wetend dat wanneer u zich neerlegt, en als u dan nooit meer zou ontwaken, wat maakt het uit? Zie? U bent gered, dat anker houdt, daar ergens binnen de voorhang, iets dat ons vertelt dat het beste net aan de andere kant ligt.

     Billy zei gisteravond toen ik wegging tegen mij: "Papa, denkt u dat u het ooit een keer voor elkaar krijgt om om negen uur uit te gaan?"

     Ik zei: "Ik hoop het, eens." Maar ik... U bent zulke fijne mensen om tegen te spreken. En u... Er is geen plaats om te stoppen.

     En hij zei: "Nou, ten eerste sprak u ongeveer dertig minuten voordat u ook maar aan uw prediking begon."

     Ik zei: "Nu Billy, ik zal... vanavond zal ik dat niet doen. Ik zal heel snel met de prediking beginnen zodat ik de mensen uit kan laten gaan."

8 Wij hebben nog een volle week en dan moeten we van hier vertrekken en dan naar Visalia en vandaaruit rechtstreeks naar Ohio, terug de sneeuw in, en ginds naar Virginia, waar ze geloof ik nu ruim veertig centimeter sneeuw hebben. Dan terug naar Illinois, Bloomington, op naar Chicago. En dan vandaar helemaal omhoog naar Noordelijk Brits-Columbia waar het echt sneeuwt. En dan hoop ik, zo de Here wil, ergens deze zomer weer overzee te gaan, omdat daar mijn hart ligt. Dat is waar. Dat zou u ook.

     U denkt: "Wel, hebt u ons niet lief." Ja, ik heb u lief. Maar u bent reeds in Christus geankerd, en die mensen daar zijn zo hongerig en dorstig.

9 En als ik voor u werkte en ik was bessen aan het plukken... Aan één kant van de weg zou ik hier tweehonderd liter per dag kunnen plukken en aan deze andere kant van de weg zou ik twee liter per dag kunnen plukken. Nu, in welk veld zou ik gaan werken? Zeker. U weet wat ik bedoel.

10 Maar één ding omtrent het hebben van samenkomsten hier. De Amerikaanse mensen hebben het geld en zij zijn degenen die het moeten sponsoren. Die mensen daar kunnen niet eens eten, maar... en het is gewoon zo verschrikkelijk. U kunt zich niet voorstellen wat het is.

11 Het zal uw hart niet raken tenzij u een keer in de straat staat te prediken en een kleine moeder met haar kleine baby ziet, waarvan het buikje zo dik opgezwollen is, stervend van de honger, en die probeert u de baby te overhandigen. Zij weet dat zij ook van de honger gaat sterven. Wel, wat als u die ene neemt? Hier is er nog een, en daar een en weer een en gewoon overal een. Zie? En het is een jammerlijke zaak.

12 Dan kom je terug en bedenk je dat wij hier in de vuilnisbak genoeg bijeen kunnen schrapen om die mensen te eten te geven. En er is gewoon iets... De wereldeconomie is ergens niet goed in balans. Het is gewoon niet goed. En wij kunnen er niets aan doen. U kunt het zien, maar... zie, ik ben gewoon een Amerikaan. En dat is... en slechts één Christen. En wij konden terugkomen en de verhalen vertellen.

13 En het is de waarheid dat veel zendelingen vanavond een of twee maaltijden per week eten, zonder schoenen aan hun voeten, met slechts een oude haveloze broek aan of iets om zich heen gewikkeld, het oerwoud intrekken om het Evangelie te prediken; dit Evangelie dat wij precies hier prediken. Het is gewoon niet juist, het schijnt gewoon niet juist, hoewel zij niet klagen. Zij gaan gewoon door en doen het hoe dan ook. Het breekt zowat je hart om dat te zien. Ik zeg: "Die kerel daar..."

     "Hij is een zendeling."

14 Toen wij in Durban, Zuid-Afrika waren, had ik daar denk ik de grootste altaaroproep die de Here mij ooit heeft gegeven. Wij registreerden dertigduizend bekeerlingen in één altaaroproep. Bedenk dat eens. Dertigduizend pure inboorlingen ontvingen Christus als persoonlijke Redder toen zij zagen wat er plaatsvond; hetzelfde als wat u hier gisteravond hebt gezien. Zij zijn hongerig en dorstig. En wanneer zij iets zien dat werkelijkheid in zich heeft...

15 Maar kijk, wij hier in Amerika, wij hebben allerlei soorten evangelisten. Als een ons niet bevalt, dan laten wij hem gewoon vallen en nemen een ander. En weet u, wij hebben gewoon zo'n variatie. En voor u het weet, wel, wordt het allemaal zo gewoon voor ons dat wij er niet meer aan denken. Die mensen hunkeren echt naar God. Ik heb daar kleine zwarte jongetjes zien staan, kleine kinderen, die nooit hebben geweten wat een stel kleren was. Nooit wisten...

16 Wel, wij hadden wat zelfgemaakt ijs, en een van hen kwam eraan lopen en ik legde het in zijn hand en hij liet het vallen en schreeuwde het uit. Ik vroeg meneer... de man die bij mij stond: "Wat zei hij?"

     Hij zei: "Baas, het verbrandde mij." Het was koud, ziet u. Hij had nooit iets kouds gevoeld, zie. Hij zei: "Het brandde mij." Je ziet hen daar, wanneer ze hun drinken daar gaan halen, en de krokodillen verpletteren hen.

17 En je zag hen al ruim twee maanden voor die tijd komen, toen zij hadden gehoord dat ik daar zou komen om voor hun zieken te bidden. Zij trokken erheen met hun geliefden op zelfgemaakte stretchers, planken, of wat ze ook maar konden hebben.

18 En wanneer zij kwamen, en als er een leeuw kwam, dan klauterden ze ergens met hen in een boom totdat de leeuwen vertrokken waren, en dan brachten ze hen weer naar beneden. Zulk een offer, dwars door de oerwouden. En om ze dan minstens vier of vijf stadsblokken ver te zien liggen, totdat je zelfs het eind van hen niet kon zien, daar gewoon liggend...

19 En toen ze één man op het podium genezen hadden zien worden... Ik draaide mij om en door vijftien verschillende vertalers... Je moet gewoon opschrijven wat je het laatst gezegd hebt. Maar toen ik hun vroeg of de zendeling hun had verteld wat deze grote Jezus was? "Ja", maar hij had hun ook verteld dat de dagen van wonderen voorbij waren.

     Ik zei: "Maar wat was Hij toen? Wat Hij toen ook was, Hij blijft Dezelfde als Hij leeft." Zie?

20 En toen zij bewezen zagen dat Hij het was, deed ik gewoon een gebed, een gemeenschappelijk gebed. En dr. F.F. Bosworth (heeft iemand wel eens van hem gehoord? Bijna iedereen; een van de grootste oude heiligen die ik ooit in mijn leven heb ontmoet), hij schatte dat er in één keer tussen de vijfentwintig- en dertigduizend spontane mirakelen plaatsvonden.

21 De volgende morgen belde dhr. Sidney Smith, de burgemeester van Durban, mij op en zei: "Kijk in uw hotelkamer door het raam dat uitkijkt op de zeekust."

     Ik zei: "Wat is het?"

     Hij zei: "Ik zal zien of ik daar op tijd kan zijn. Het is onderweg."

     Wel, ik zat daar en vroeg mij af: wat bedoelde de burgemeester?

22 Juist die avond was er... er was daar die dag een vrouw overleden, een vriendin van hem; ik had voor haar gebeden en zij was tot leven gekomen. Het stond met grote koppen in de kranten. En ik ging naar...

23 Ziet u, waar mensen zich werkelijk vernederen en al het andere vergeten en slechts in de Here geloven, daar vindt gewoon alles plaats. En dan... Maar u moet het geloven. Dat is alles. Niet er alleen maar naar streven, maar het gewoon eenvoudig geloven, zie, precies zo...

24 En dus riepen zij. En ik hoorde iets een geluid maken, en ik liep de straat door. Nu, zij hebben onderling stammenoorlogen, maar toen ik naar het podium liep... Er waren daar, weet ik, vijftien verschillende stammen, allen bijeen met hun toverdokters en opperhoofden, enzovoort. En zij allen, ongeveer bijna tweehonderd duizend, stonden daar eensgezind en zongen elk in hun eigen inheemse taal, allemaal samenvloeiend: "Alle dingen zijn mogelijk, geloven alleen."

25 Broeder Bosworth zei dat hij symfonieën had getraind en naar de Madison Square Garden was gegaan met een orkest van honderd en nog wat leden. En hij zei dat hij nog nooit... sommigen waren een octaaf hoger en een octaaf lager, met getrainde stemmen. Maar daar, zei hij, was... gewoon iedereen. En zij wisten wat de rechter- en wat de linkerhand was, gewoon perfecte muziek.

26 Ik kan hem nog zien hoe hij zijn bril afzette en zijn ogen begon af te vegen. Hij zei: "Broeder Branham, dit is mijn kroning, om dat te horen."

     Ik zei: "Dat is de Heilige Geest. Het is het enige wat hen kon laten zingen."

27 De volgende dag toen ik naar het venster liep en uit het raam keek, dacht ik dat mijn hart uit mij zou springen. Ik keek. Daar kwamen zeven van die grote Afrikaanse transportwagens door de straat. Die zijn ongeveer zo lang als van hier tot... o, bijna de andere kant van dit gebouw, hebben ongeveer vier tot zes wielen.

28 En ze waren zo hoog opgeladen als ze maar gestapeld konden worden, met oude planken, stokken, krukken en dingen waarmee die mensen de dag daarvoor hadden gelopen. En degenen die daarmee gelopen hadden liepen er stadsblokken lang achteraan. Zes van die... zeven van zulke volgeladen transportwagens kwamen door die straat en, met hun handen in de lucht, degenen die de vorige dag kreupel waren geweest, zingend: "Alle dingen zijn mogelijk, geloven alleen."

     Ik vertel u! Ziet u wat ik bedoel? Het is gewoon... het is... je hart bloedt gewoon om weer bij hen terug te komen, ziet u, het popelt om te zien wat je voor hen zou kunnen doen.

29 En ik heb een krant, een van de kranten van Durban, waarin stond dat één stam, de Shanganen, ik ben vergeten hoeveel zij weken later terugbrachten. En zij waren... en toen zij terug waren gekomen, hadden zij afgedaan met zonde en brachten zij vuurwapens, horloges en wat zij hadden gestolen terug vanuit de kampen waarin zij woonden, weet u, als zij in de stad kwamen en stalen.

30 Nu, neem me niet kwalijk mijn zusters, voor deze ruwe uitdrukking, en denk niet dat ik probeer om ergens grote druk op te zetten. Maar ik wil u gewoon één ding vragen. Wij worden verondersteld in een beschaafd land te wonen. En deze doop van de Heilige Geest waarover wij spreken... Ik heb mensen de Heilige Geest zien ontvangen die niet wisten wat hun rechter- of linkerhand was.

31 En weet u wat ze doen wanneer zij het ontvangen? Zij gedragen zich net als u wanneer u het ontvangt; doen hetzelfde. En zij weten niet welke de rechter- en de linkerhand is. En staan op dat terrein waar vrouwen staan zonder kleding, niet meer dan waarin zij geboren waren. En daar stonden zij, jong en oud, en allemaal eender.

32 En ik vroeg hun; ik zei: "Nu wil ik dat u... Zou u deze Jezus willen ontvangen Die deze man, die geheel kreupel was, rechtop liet staan en deed lopen, toen hem werd verteld...?" En ik zei: "Terwijl uw medicijnmannen dachten dat ik zijn gedachten las." Ik zei: "Nu, het laat zien dat de God van de hemel hem gezond heeft gemaakt." Ik zei: "Hoeveel willen Hem ontvangen als hun persoonlijke Redder?" En zij stonden op; duizenden.

     Broeder Baxter en de anderen zeiden: "Ik geloof dat ze lichamelijke genezing bedoeld moeten hebben."

33 Ik zei: "Begin opnieuw door de vertalers." Ik zei: "Ik bedoelde geen lichamelijke genezing. Ik bedoelde om Christus te ontvangen, Iemand Die u liefheeft. En ik besef dat u er hier een rauwe kant van hebt gekregen, net als onze Amerikaanse Indiaan ginds, waar God hem in het land plaatste."

34 Maar ik zei: "Voor u heeft het slecht uitgepakt, maar er is Eén die u gerechtigheid zal verschaffen. Dat is de Here Jezus, en als u Hem wilt ontvangen als uw persoonlijke Redder, dan kunt u naar het hemelse huis gaan." En ik zei: "Steek uw handen omhoog. Degenen die afgodsbeeldjes hebben gedragen, verbreek ze op de grond." En zij braken hun afgoden en staken hun handen omhoog. Dertigduizend volkomen heidenen.

35 Ik zei: "Terwijl u uw handen omhoog hebt, ontvang Jezus voor de doop van de Heilige Geest." En toen zij dat deden, die mensen... enige vrouwen die daar stonden, naakt, alleen een lap... Weet u wat zij deden toen zij daar wegliepen? Zij vouwden hun armen om weg te lopen.

36 Wat nu de vreemde zaak voor mij is, is dat een vrouw die niet weet welke de linker- en de rechterhand is... en zodra Christus tot haar hart komt, beseft zij dat ze naakt is en probeert zij zich te verbergen; en wij, die verondersteld worden een Christelijke natie te zijn, trekken dat voortdurend uit. Kunt u het mij verklaren? Ik wil gewoon die vraag stellen. En allen...

37 Ik bedoel dit niet als een grap. Dit is geen plaats voor het maken van grappen. Dit is de lessenaar, de kansel van God. Zie? Maar is dat niet waar? Kunt u er iets van begrijpen? Een inboorling die niets over God weet, maar zodra Christus tot hun hart komt beseffen zij dat zij naakt zijn. En wij, die worden verondersteld Christenen te zijn, trekken het voortdurend, zoveel als dat de wet zich zal weerhouden u van de straat te halen, ieder jaar meer uit. Ergens is er iets verkeerd. Misschien is het... Misschien ben ik het. Misschien ben ik degene die fout is. Ik weet het niet. Als ik verkeerd ben, dan is het Woord verkeerd. Ik houd ervan om bij het Woord te blijven.

     Nu, vergeef mij Billy. Ik heb het weer gedaan. Ik geloof dat ik broeder Borders iets voor zou laten lezen. Ik heb hier enige aankondigingen, maar ik zal ze wat later nemen, omdat het te laat wordt. En ik ga proberen om negen uur uit te gaan, als het mij lukt.

38 Nu, ik wil hoofdstuk 22 nemen van die Schriftlezing uit Genesis, en de laatste tien verzen [Broeder Branham bedoelt 'woorden' – Vert] van het zeventiende vers:

     En uw zaad zal de poort van zijn vijanden bezitten.

39 Nu, wij hebben een studie gemaakt over Abraham, en hoe God met Abraham was en wat Hij voor hem deed. En afgelopen zaterdagavond lieten wij Abraham achter, weet u, waar God hem en Sara terug had veranderd in een jongeman en jonge vrouw. Hield u daarvan? Gelooft u het? Teruggegaan, en zij kreeg de baby. En wij hebben dat met de Schrift bewezen, dat Sara een jonge vrouw was, omdat er daar een jonge koning was, Abimelech, die verliefd op haar werd.

40 En ik kreeg er een briefje over waarop stond: "Broeder Branham, in die dagen leefde men gewoon langer." Iemand die het er niet helemaal mee eens was, dat is natuurlijk gewoon in orde. Maar ik zou dat graag voor u willen verduidelijken, mijn broeder. Hebt u opgemerkt dat de Schrift zegt: "En zij waren beiden hoogbejaard", zie? Zij waren oud. En dus veranderde Hij hen in een jongeman en jonge vrouw, tonend wat Hij gaat doen aan heel het zaad van Abraham. Nu, wij zien die grote beloften die Hij deed.

41 Dan ontdekken wij dat Abraham steriel was. Sara was misschien onvruchtbaar. Misschien was Sara degene die onvruchtbaar was. Maar later... Abraham was misschien in zijn eigen lichaam, zoals de Bijbel zei in Romeinen 4, zo goed als dood en wij vinden uit dat... maar toch kreeg hij veertig jaar later, toen zijn vrouw gestorven was en hij opnieuw was getrouwd, nog zeven andere zonen en daarnaast dochters. Dus ziet u, het is gewoon... U... Tussen de regels door ziet u dat God gewoon iets voor hen heeft gedaan. Zo is het. Hij veranderde hen gewoon en bracht hen opnieuw terug tot een jong echtpaar.

42 Ik ben zo blij dat ik de gelegenheid heb en een van de voornaamste schatten die er in de wereld zijn tot de mensen kan brengen met hun te vertellen dat wij Abrahams erfgenamen van deze belofte zijn. Wij zijn Abrahams kinderen. Hoe worden wij dat? Door lid van de kerk te worden? Nee. Door dood in Christus te zijn en de Heilige Geest te ontvangen. Dan zijn wij Abrahams zaad en erfgenaam met hem overeenkomstig de belofte. Mis het niet, christenvrienden. Blijf daarbij.

43 Als ik bij het spreken een soort fluitend geluidje maak... U weet allen dat ik een bokser ben geweest. Ik was gewend te boksen. Ik behaalde drie staatskampioenschappen. Verloor nooit maar één gevecht in mijn leven. En ik glimlachte een keer tegen een kerel toen hij mij sloeg en mij miste, en hij sloeg me precies op mijn mond, en het sloeg daar twee tanden los, en van één brak het de hoek af. En net onlangs verloor ik de vulling eruit. Dus ik... ik fluit af en toe een beetje.

44 Eens dacht ik eraan hoe erg dat was. En ik herinner mij mevrouw Graham, want de vermaarde evangelist Billy zei, dat in een van de grote tijden in zijn leven dat... Hij mist een voortand, weet u, en hij droeg een kunsttand, en hij verloor deze tand en het was net ongeveer de tijd voor hem om voor de radio-uitzending te spreken. En hij zei dat het gefluit verschrikkelijk was en hij moest bij de microfoon staan.

45 Ze zei: "O, Billy was werkelijk aan het bidden", en een portier en de piccolo's en iedereen was aan het zoeken en ze probeerden die tand te vinden, waar hij was. Tenslotte kwamen zij erachter dat hij uit zijn broekzak was gevallen en in zijn schoen zat. Iemand vond hem in een van zijn schoenen. Zij vertelde het over hem toen ze in Louisville was. En wat hij dus deed; hij was na het nemen van een bad gewend een handdoek te nemen en die zo over de deur te gooien, wat een grote vuile streep maakte. En zij was te klein om omhoog te reiken en het weg te vegen, weet u. Dus wij hebben allemaal onze fouten, ziet u, wij allemaal, zelfs de besten.

46 Wij zien dus dat Abraham en Sara deze kleine nu hadden ontvangen. Op de leeftijd van ongeveer twaalf jaar werd hij genomen, of, door God gevraagd zijn eigen kind de berg mee op te nemen om hem te offeren, zijn leven te nemen. En Abraham was God niet ongelovig, omdat hij wist dat als hij God gehoorzaamde zoals hij had gedaan... en vijfentwintig jaar had gewacht, zodat hij hem ontving als een uit de dood (Wat daar nu mee? Waren zij oud of niet?), hem ontving als een uit de dood, was hij volledig overtuigd en wist hij dat Hij in staat was om hem opnieuw uit de dood te laten opstaan, zie. Omdat hij zo goed als dood was, zijn leven binnenin hem als man was dood en Sara's baarmoeder was verstorven en zij was gewoon... Hij had hem ontvangen als een uit de dood. Dus wist hij dat God hem kon opwekken als Hij Zijn belofte hield.

47 Dan zien, toen volledige gehoorzaamheid kwam, toen hij op het punt stond het leven van zijn eigen zoon te nemen, toen riep de Engel des Heren uit de hemel en hield zijn hand tegen. En er was een ram achter hem. En hij nam de ram die gevangen zat in het struikgewas of met zijn horens verward zat in de ranken, en hij offerde de ram in plaats van zijn eigen zoon. En wij bespraken dat. Waar kwam deze ram vandaan?

48 Nu, Abraham was drie dagen onderweg en toen hief hij zijn ogen op en zag de berg in de verte. Hij was op z'n minst honderdtwintig tot honderdzestig kilometer van de beschaving verwijderd, en boven op de top van een berg waar geen gras of water te vinden was. En hij had de rotsblokken rond gerold en het altaar gemaakt; en er was daar geen ram. En als daar een ram geweest zou zijn, zouden de dieren het allang gedood hebben; zo afgedwaald. En daarom noemde hij het Jehova-Jireh, "de Here zal voor Zichzelf in een offer voorzien".

49 Ik geloof dat God de ram in bestaan sprak. En wij hebben ontdekt dat het geen visioen was. Een visioen bloedt niet. Hij slachtte de ram en het bloed vloeide uit de ram. Hij offerde die in plaats van zijn eigen zoon. Weet u wie de ram was? De Here Jezus Christus. Dat is het precies. Dat was... figuurlijk gesproken was Hij dat.

50 Toen was God zo blij met zijn complete gehoorzaamheid. God had Zijn patriarch beproefd. En wat moet iedere zoon worden die tot God komt? Beproefd! Gekastijd! Daar is het waar velen wegvallen, omdat we die beproeving niet kunnen doorstaan. Iemand komt in de tijd van een opwekking naar het altaar. En na een poosje zult u zien dat hevige beproevingen beginnen te komen.

51 Jezus onderwees het duidelijk en zei: "De zaaier ging uit om zaad te zaaien. Een deel viel langs de weg, een deel viel op steenachtige plaatsen en tussen doornen en distels en een ander deel viel in de goede aarde." En Hij zei dat het zo gaat wanneer het Woord van God uitgaat. Sommigen horen het Woord uitgaan, vogels komen langs en pikken het weg. Zie, het doet hun totaal geen goed. Anderen komen in één nacht omhoog. O, ze zullen grote dingen gaan doen. Maar wanneer de beproevingen beginnen te komen, verstikt het hen. Maar sommigen gaan helemaal naar goede aarde, en dat brengt honderdvoudig voort.

52 Laat ons de honderdvoudigen zijn. Laat ons de hele weg gaan, alles wat van de wereld is verzaken en kijken naar Christus en Hem geloven met heel ons hart. Dat is hoe deze dingen gebeuren. Dat is hoe visioenen komen. Dat is hoe Gods kracht onder ons komt, wanneer wij... geen wortels van bitterheid en als alles opgeruimd is en de Heilige Geest door ons heen kan werken, dan worden wij een kanaal.

53 Wat als er vanavond een kortsluiting in deze luidspreker zat? U zou mij nooit kunnen horen. Het zou vol met statische elektriciteit zijn. U zou niet weten wat ik aan het zeggen was. Wel, dat is hoe wij zijn. Dat is een stom ding, totdat iets er een geluid in maakt. Het kan zelf niet spreken.

54 En zo is het met ons. Wij weten niets omtrent de hemelse dingen. Maar de Heilige Geest moet neerkomen en onze ogen gebruiken voor visioenen, onze lippen voor woorden en profetieën, en de woorden spreken en letten op de dingen die gebeuren. "Vraag wat gij wilt in Mijn Naam en het zal u geschieden", zie. "Indien gij in Mij blijft, en Mijn Woorden in u, vraag wat gij wilt en het zal u geschieden."

55 "Voorwaar, Ik zeg u, als u tot deze berg zegt: 'Word opgeheven', en niet twijfelt in uw hart, maar zult geloven dat wat u gezegd hebt zal geschieden, dan kunt u hebben wat u gezegd hebt." Markus 11:22 en 23. Nu, wij weten dat deze dingen waar zijn. Welnu, we zien dat Abraham eerst werd beproefd. En nadat hij de beproevingen had doorstaan...

56 En wat zegt de Bijbel dat wij zijn als wij de kastijding van God niet kunnen verdragen? Dan worden wij bastaard kinderen, zogenaamde kinderen, maar geen echte kinderen van God. De kinderen van God weten precies waar zij staan. Zij weten waar zij hun hoop op gevestigd hebben, hun geloof, hun vertrouwen. Niets zal hen daarvan afschudden. "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal komen." Zo is het. En nu... "Wie tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen." "Die Mijn Woorden hoort en gelooft Hem Die Mij gezonden heeft, heeft het eeuwige leven en zal nooit in de verdoemenis komen, maar is uit de dood overgegaan in het leven." Daar is de Schrift, zie. Johannes 5:24.

57 Zij geloven het. Zij hebben het aanvaard. Er is iets met hen gebeurd. Zij zijn een nieuw schepsel geworden. Zij hebben een nieuwe natuur. Ze zijn een nieuw wezen, een nieuw schepsel. Het Griekse woord zegt daar "nieuwe schepping". Het is een nieuwe schepping. U bent weer herschapen van wat u was, in het beeld van een zoon van God en een dochter van God. Het is zulk een ontzaglijk... Het is het gewoon zo'n... het is het grootste wonder dat er ooit is gebeurd, wanneer van een zondaar een Christen kan worden gemaakt.

58 Bijvoorbeeld, hier groeit een doornboom. Het is leven, deze doornboom. En hij heeft overal doornen en heeft een eigenaardig uitziend blad. Nu, ziet u, er is iets nodig buiten enig menselijk werk, om die doornboom te veranderen en die doornen eraf te krijgen en zich te laten ontvouwen en echte mooie zachte bladeren te laten zijn, en sinaasappelen te laten dragen. Nu, ziet u wat er zou moeten gebeuren? U zou het leven van een sinaasappelboom moeten overbrengen in die doornboom en dan zou het echt sinaasappels dragen, omdat het leven daarin sinaasappel is. Natuurlijk zou u dat niet op een natuurlijke manier kunnen doen. Op die manier zal het niet kruisen.

59 Maar dat is wat wij zijn. Waar wij voorheen een dolik waren, zijn wij nu tarwezaad, een tarwekorrel in Gods graanschuur. God veranderde ons van een dolik in een tarwekorrel. Het maakt de vruchten anders, verandert uw eigen gedachten, uw eigen ideeën. Het is het grootste wonder dat er ooit plaatsvond, wanneer een man of een vrouw wedergeboren wordt uit de Geest van God en een nieuwe schepping in Jezus Christus wordt.

60 Nu, wij vinden dan dat God tegen Abraham zei: "Omdat u dit hebt gedaan..." en de patriarch deze geweldige beproeving had gegeven, "zal uw zaad de poorten van de vijand, van zijn vijanden, bezitten." Vijanden, het is in het meervoud. "Zij zullen de poorten van de vijanden bezitten." Nu, zijn zaad...

61 Over wie spreekt Hij nu, het zaad? Het zaad is de gemeente. Hoe komen wij in de gemeente? Niet door er lid van te worden, maar door erin geboren te worden. Ziet u, ik geloof dat wij onze organisatie hebben, onze denominaties, en die dingen zijn in orde, maar dat plaatst ons niet in de gemeente. Wij zouden ons kunnen aansluiten bij elk daarvan en nog steeds niet in de gemeente zijn. U bent niet... U wordt geen lid in de gemeente, u wordt geboren in de gemeente. U komt in de familie van God.

62 Ik ben eenenvijftig jaar in de Branham familie geweest en ze hebben mij nooit gevraagd om lid te worden van de familie, omdat ik een Branham van geboorte was. Ik werd in het gezin geboren. Ik ben een Branham door geboorte. Zo wordt u een Christen, door geboorte. Wanneer u wedergeboren wordt, wordt u een nieuw schepsel, een nieuwe schepping in Christus Jezus. En alle oude dingen zijn voorbij gegaan en alle dingen zijn nieuw geworden. Wat een wonderbare...

     Ik zou de gemeente graag één ding willen vragen. Welke grotere schat zou u vanavond op aarde kunnen vinden? Wat zou u kunnen vinden om het voor deze verwachting te willen inruilen? Wel, niets zou het ook maar enigszins kunnen benaderen, deze grote hoop.

63 Nu, bedenk: "Uw zaad zal de poorten van zijn vijand bezitten." Het zaad zal het bezitten. Wel, Hij spreekt nu over Abrahams zaad.

64 En hoe worden wij Abrahams zaad? Door dood te zijn in Christus, Galaten 3. Wij... wanneer wij dood zijn in Christus, worden wij Abrahams zaad. Zie, we zijn dood voor de dingen van de wereld en beginnen als een nieuw schepsel in Christus. Dan is de Heilige Geest Die in Christus was in ons. En dat maakt ons Abrahams zaad en geeft ons Abrahams geloof. Zie? Dat is de reden... Mensen zeggen: "O, ik zou niet in Goddelijke genezing willen geloven."

     Ik sprak met een zekere voorganger. Niets tegen de man, hij heeft recht op zijn ideeën. Hij is een Amerikaan, net als wij. En hij zei: "Broeder Branham, het maakt mij niet uit, al zou u tienduizend wonderen produceren. Het is nog steeds... Ik geloof niet in genezing."

65 Ik zei: "Zeker niet. Het was niet voor ongelovigen, het was alleen voor degenen die geloven", zie. Zo is het. Het is niet voor ongelovigen. Het was alleen bedoeld voor gelovigen. Dat is alles. Deze Heilige Geest is voor hen die geloven. Goddelijke genezing is voor degenen die geloven. Niet ongelovigen; het zijn de gelovigen.

66 Welnu, u weet dat Jezus precies in de tijd kwam dat zij er tegenin predikten, en van alles, maar Hij ging evengoed regelrecht door met genezen. En ongeacht hoeveel zij spreken over dat er niet zoiets is als de Heilige Geest, de mensen gaan toch regelrecht door met het te ontvangen. Zie? Zij kunnen het misschien niet verklaren, zij kunnen niet verklaren hoeveel moleculen er in een centimeter zitten, of hoeveel kilometer het is naar de maan; maar zij weten dat ze iets hebben ontvangen en zij verheugen zich erover.

67 En dit is geen grap, maar het werd onlangs in een van de samenkomsten van de Christelijke Zakenlieden verteld. Er was een bejaarde kleurlingzuster die wilde getuigen. Ze zei het op een wat zuiderlijke manier. "Ik is wil graag mijn getuigenis geven." Ze zei: "Ik is niet wat ik wil zijn. En ik is niet wat ik moet zijn. Maar toch is ik niet wat ik vroeger was."

68 Dus denk ik dat dat de manier is waarop de gemeente het vanavond wel zou kunnen zeggen. Wij mogen misschien niet zijn wat wij willen zijn. En... wij mogen misschien niet zijn wat wij willen zijn, maar... en wat wij moeten zijn, maar wij weten dat er iets is gebeurd en dat wij niet meer zijn wat wij vroeger waren. Ik weet dat, omdat u bent overgegaan van dood in leven. Er is iets gebeurd en wij weten dat. Iets heeft diep in ons leven plaats gevonden. Dat maakt ons Abrahams zaad, omdat wij in Christus zijn.

69 Nu, zijn zaad... Nu, Jezus zei over het zaad, Hij zei dit: "Het zou verreweg beter zijn dat een molensteen aan uw nek werd gehangen en u in de diepte van de zee verdronk dan zelfs dit zaad van Abraham te ergeren. De minste van dezen die in Mij geloven, al was het een..." En God vertelde Abraham: "Wie u zegent zal Ik zegenen en wie u vervloekt zal Ik vervloeken."

     Nu, wat later in deze week, ga ik Het zegel van God en het merkteken van het beest nemen en ik verdeel het over twee avonden. Ik wil dat u er zeker van bent om het te krijgen, als u kunt. Je hoort zoveel uiteenzettingen en dingen. Maar let op hoe eenvoudig het is wanneer de Bijbel het uitbrengt, hoe simpel het is om het te zien, en nu... het voor en tegen ervan.

70 Nu, als u wilt opmerken: Hij zei dat Hij zou zegenen wie Abraham... wie Abraham en zijn zaad zou zegenen zou gezegend worden en Hij zou vervloeken al wie Abraham zou vervloeken. Let daar nu gewoon op in het Joodse volk en zie wat er is gebeurd. Let daarop onder Christenen en kijk wat er gebeurd is. Altijd op die manier. Dus u ziet dat hij de poort van de vijand zal bezitten.

71 Laten we teruggaan en enige mannen van Abrahams zaad vinden onder het Joodse verbond en het dan naar de heidenen brengen, toen wij geënt werden van het Joodse tijdperk naar het heidense tijdperk, om een volk voor Zijn Naam te nemen. Nu, laten wij enige mannen nemen die het zaad van Abraham waren en zien of zij de poort van de vijand in bezit namen.

     Laten wij bijvoorbeeld... Laten wij nu een ogenblik spreken over de... toen de kinderen van Israël in gevangenschap werden weggevoerd naar Babylon.

72 Er kwam eerst een tijd dat er een beproeving moest komen. Er zijn altijd beproevingen. Het is altijd het donkerst voordat het dag wordt in de natuur. En u zult altijd beproevingen hebben voordat u overwinning hebt. Als er geen oorlog is, dan is er geen overwinning.

73 En nu werden de kinderen der Hebreeën daarginds tot een plaats gebracht waar de koning een verklaring had uitgegeven, dat ieder die niet zou buigen voor dit beeld, in een ovenvuur, of liever, een vurige oven zou worden geworpen. En toen zij... Zij hadden zich in hun hart voorgenomen dat zij zich niet zouden verontreinigen. Zij zouden dicht bij God leven. Nu, de drie Hebreeënkinderen, Sadrach, Mesach en Abednego, zij waren het zaad van Abraham. Zij hadden de belofte van God dat zijn zaad de poort van de vijanden zou bezitten.

74 Nu, ik stel me voor dat wanneer er een beproeving opdaagt... Wat heeft een kind van God allereerst als toevlucht wanneer er een beproeving komt? Het grootste wapen dat ooit in de handen van de mensheid werd gelegd is gebed. Het verandert zelfs alles. Het veranderde zelfs eens de gedachten van God. God vertelde Zijn profeet om te gaan en de koning te vertellen dat hij zou gaan sterven. En de koning keerde zijn gezicht naar de muur en zei: "Here, ik smeek U mij te gedenken. Ik heb met een volkomen hart voor U gewandeld. Ik heb nog vijftien jaar langer nodig." En God spaarde zijn leven nog vijftien jaar. Gebed verandert zaken.

75 Dan merken we op, toen deze Hebreeënkinderen die avond naar een gebedssamenkomst kwamen: "Wat gaan we doen?" Er moest een bijeenkomst zijn en er moest een beslissing worden genomen. Ongetwijfeld hebben zij de hele nacht gebeden. En de beslissing was unaniem, omdat zij besloten hadden dat zij zich niet zouden kunnen veroorloven af te vallen van God in de tijd van beproeving.

76 Zou dat nu niet goed zijn voor de hele gemeente? Wanneer het besluit is genomen: "Zal ik terugkeren naar de dingen van de wereld? Zal ik gaan zoals de rest van hen gaat?" Die beslissing komt tot elke Christen. Het komt dagelijks tot u. "Hoe zullen wij het doen?" U moet uw beslissing nemen.

77 En zij namen hun beslissing, dat ongeacht wat er zou gebeuren, zij zich niet van God af zouden keren (zo is het), want zij hadden de belofte van God dat zij Abrahams zaad waren, en zij kenden hun positie en wisten waar zij stonden. En men vertelde het de koning. Ze zeiden... "Nu," zeiden ze, "wij gaan jullie in deze vurige oven gooien, als jullie niet buigen voor deze god."

78 En hij zei: "Koning, leef in eeuwigheid. Onze God is in staat ons uit die vurige oven te verlossen. Hij is in staat, maar als Hij het niet doet, zullen wij ons nog steeds niet buigen voor dat beeld. Wij hebben onze beslissing genomen. Wij hebben de weg genomen met de weinige verachten des Heren. En wij zullen er trouw aan blijven." O my! Dat is wat de gemeente nodig heeft.

79 Nu, u moet datzelfde initiatief nemen wanneer het komt tot Goddelijke genezing. Wanneer het komt tot alles wat God heeft beloofd; neem het initiatief en sta daar. God deed de belofte. Hij is verplicht aan Zijn belofte. Zolang u Abrahams zaad bent zal Hij moeten antwoorden.

80 Nu, krijg geen enkele twijfel in uw gedachten; houd die twijfels weg. Blijf nu enkel rechtstreeks bij het kruis. Kijk regelrecht naar Degene Die de belofte heeft gedaan. Ik heb Hem nog nooit zien falen en ik heb nooit van Hem gelezen dat Hij faalde. En dat zult u nooit lezen, omdat Hij niet kan falen, Hij is God. Hij deed de belofte. Hij deed die hier ver terug in Genesis. Dat is het zaadhoofdstuk. "En uw zaad zal de poort van de vijanden bezitten." Niet "een vijand", "de vijanden." Elk van hen; allemaal.

81 Welnu, deze vijand was de vurige oven. Dus ik kon mij die ochtend indenken... Laten we dit gewoon even een klein beetje dramatiseren. Het schijnt me werkelijk goed aan mijn hart te doen wanneer ik zie... Weet u, nadat zij hun besluit hadden genomen... Ik geloof dat God het hoort, maar dan God hoeft niet altijd direct het gebed te beantwoorden, zie. God antwoordt op Zijn eigen tijd. Als u Hem vraagt en Hem gelooft, zal Hij antwoorden op Zijn eigen tijd. Daarom kan ik mij voorstellen dat er in de heerlijkheid... Toen zij in gebed waren kan ik de engelen zien staan rondom de troon waar God gezeten was, en zeggen: "Zij zijn in gebed, zij staan onder spanning."

     "Ja zeker, maar zij zullen standhouden. Ik heb vertrouwen in hen. Zij zijn het zaad van Mijn dienstknecht Abraham, dus zullen zij trouw blijven."

     Wel, de volgende morgen zei de koning misschien: "Hebt u nu besloten dat u zich voor mijn god gaat neerbuigen?"

     Ze zeiden: "Nee, wij gaan ons niet neerbuigen."

82 "Wel, wij gewoon..." Het stookte zijn verontwaardiging in hem op en hij stookte de oven zeven keer heter op dan hij ooit werd gestookt. En hij nam een paar grote sterke mannen. Zij begonnen erheen te lopen om ze in de oven te werpen. En toen zij er dichtbij kwamen leek het dat het donkere uur was aangebroken.

     Zo ziet het er soms voor Christenen uit wanneer iemand... De jongedame wanneer zij door een jongen, die zij werkelijk liefheeft, wordt overgehaald om haar eerste sigaret te nemen; als zij misschien wordt gedwongen om voor het eerst een drankje te nemen, haar eerste cocktail op een party van de baas waarvoor zij werkt; of de man die thuis een vrouw en gezin heeft, wanneer een immorele vrouw probeert hem het hof te maken... U hebt die hinderpalen bij de poort. Maar als u gewoon zult... Het lijkt erop of God u in de steek heeft gelaten. Blijf gewoon standvastig doorgaan. Let op Hem. Ga gewoon verder.

83 En zij liepen rechtop. En weet u, wij zijn degenen die nerveus worden. Wat met u in het accepteren van uw genezing avond na avond? Wel, u denkt: "O, morgen... Ik hoest nog steeds. Mijn hand is nog steeds kreupel." Dat heeft er niets mee te maken. Wanneer u echt, eerlijk, uit de bodem van uw hart dat als een beëindigd werk hebt aangenomen dat Christus voor u deed, is het klaar. Dat is alles. Ja zeker. U blijft erop staan.

     Nu, zij bleven doorlopen. Ik kan mij voorstellen dat Sadrach naar Mesach keek en zei: "Weet je zeker dat wij doorgebeden hebben?"

     "O, ja."

84 Liepen regelrecht verder, de oven werd heter en heter totdat de huid bijna van hun gezicht kwam. De Bijbel zei zelfs dat de mannen die hen daarin wierpen... de intense hitte van die oven doodde de mannen die hen erin wierpen. Het leek dat het het donkerste uur was. Zij liepen gewoon helemaal tot aan de rand van de oven.

85 Maar weet u, soms laat God het zo gaan om u te testen. U kunt nooit... Abraham zou nooit de poort van de vijand hebben bezeten voordat hij eerst was beproefd. En u zult nooit de poort van de vijand bezitten totdat u door de beproevingen heengaat. "Sommigen door de wateren, sommigen door de vloed, sommigen door zware beproevingen, maar allen door het bloed."

86 God leidt Zijn kinderen. Zie, u moet eerst beproefd worden. O, dan valt de bastaard in de beproeving; maar het waarachtige kind van God blijft staande. Hij weet waar zijn bezitting ligt. Hij weet waar hij staat. Hij weet wat er met hem is gebeurd. Hij weet dat hij is overgegaan van dood in leven. En hij weet dat God gebed beantwoordt.

     Nu, we zien hen naderen. Slechts één stap om in de vurige oven te gaan. Het leek of zij volledig waren verslagen.

87 Het kan zijn... Ik heb gevallen van kanker gezien die bijna hun laatste adem hadden bereikt. Een broeder die kort geleden met artritis lag had zijn handen op die manier liggen. De Heilige Geest vertelde hem: "ZO SPREEKT DE HERE, u bent genezen."

88 Hij ging naar huis en het werd slechter. Hij zei: "Ik kan het niet helpen. Die man kende mij niet. Hij had mij nooit in zijn leven gezien." Woonde in Phoenix. Hij zei: "Hij had mij nooit in zijn leven gezien. Hoe kon hij mij vertellen wie ik was? Ik weet door de manier van zijn spreken dat hij geen opvoedkundige is. Ik weet dat daar iets bovennatuurlijks was. En ik... er gebeurde iets toen ik het accepteerde."

     En het werd slechter en slechter met hem. Zij konden zelfs het kussen niet verschuiven. Wanneer zij het kussen verschoven voor zijn handen, zou hij zeggen: "O, vrouw, vrouw, wees voorzichtig." O, schreeuwde gewoon.

     En ze zei: "Lieveling, ben je niet bang dat je een schande brengt op juist de religie die wij geloven?"

     Hij zei: "Dat kan ik niet. Ik geloof in mijn hart dat het zal gebeuren."

89 En het werd zo erg. Hij lag achterover en zijn dochtertje probeerde een natte lap op zijn gezicht te leggen. Hij voelde zich zwak worden. En hij keek op, en hij zei dat hij Christus aan het kruis voor zich zag komen. En zei... toen Hij Zijn hoofd boog om te sterven... Hij dacht dat zijn adem ophield, hij kon niet meer ademen. De artritis was in zijn hele lichaam. En toen hij zijn hoofd boog om te sterven, zag hij Christus daar Zijn hoofd buigen. Plotseling nam hij een grote sprong, en uit de stoel, en rond en rond en rond ging hij om die plek. En dat, waarom? Hij nam de poort in bezit toen hij door de beproeving ging. Maar eerst moet u het in bezit nemen, moet u de beproeving nemen.

90 De Hebreeënkinderen waren tot dat punt gekomen. Soms denken wij dat het echt donker is. Maar onthoud, dat het in het donkerste uur is wanneer Jezus langskomt. Het waren Maria en Martha, de kleine zusters van Lazarus, een Christelijke familie, die hun synagoge hadden verlaten door te geloven in de Here Jezus, en het was hun donkerste uur. Zij waren uit hun kerk gekomen en zij konden niet meer teruggaan. Iedereen die beleed een volgeling van Jezus te zijn werd geëxcommuniceerd van de kerk, omdat Hij een radicaal was die rondging en hun kerken verscheurde. En dat wilden ze niet, dus zeiden ze: "Als iemand Hem probeert te volgen, wel, dan zullen wij u uit de gemeenschap gooien." Dus zij waren buiten de gemeenschap. En zij konden niet meer terug naar de kerk. Zij waren ketters geworden.

91 En toen, juist die Man voor wie zij eruit waren gekomen, de Here Jezus, juist de man waarvoor zij eruit waren gekomen... toen zonden zij iemand om Hem te laten komen om voor hun broeder te bidden, toen hij lag te sterven met bloedingen. En zij... Hij weigerde te komen. Zij zonden de tweede keer en Hij weigerde te komen. O, wat was het uur toen donker. Tenslotte was het middernachtelijke uur gekomen, aangebroken, en de jongen stierf. Zij legden hem in het graf. Hij was daar vier dagen. Bederf was reeds in zijn lichaam ingetreden. Huidwormen waren in hem. Kevers uit de grond kropen in zijn vlees. Het donkerste uur dat zij ooit hadden gezien. Het was op die tijd dat Jezus langskwam, precies in dat donkere uur.

92 O, een vrouw zei niet lang geleden: "Broeder Branham..." Ik sprak over de opwekking van Lazarus. Ze zei: "U bedoelt toch niet... U pocht teveel over Jezus dat Hij Goddelijk is."

     Ik zei: "Hij was Goddelijk. Ja."

     Zij zei: "Goed, ik zal u bewijzen met uw Bijbel dat Hij het niet was."

     Ik zei: "Laat me zien."

     En zij zei: "Wel, in het elfde hoofdstuk van Johannes staat dat Hij naar het graf van Lazarus ging en weende."

93 Ik zei: "Dat heeft er niets mee te maken. Hij was zowel mens als God." Ik zei: "Hij was waarlijk een man toen Hij weende, maar toen Hij naast het graf van een man stond die al vier dagen dood was, zijn neus reeds ingevallen, de kevers aten zijn lichaam, en zei: 'Lazarus, kom uit!' was daar meer voor nodig dan een man." Jazeker.

94 Hij was een man toen Hij die avond van de berg af kwam, rondkijkend in die vijgenboom om iets te eten, en ze vonden er niets. Hij was een man toen Hij honger had. Maar toen Hij vijf broodjes en twee stukken vis nam en er daarmee vijfduizend voedde, was dat meer dan een man. Jazeker. Dat was God in die man. Jazeker.

95 Hij was een man toen Hij die avond achterin dat scheepje lag. Veertigduizend duivels op het meer zwoeren dat zij Hem zouden verdrinken; en dat oude scheepje hotste daar als een kurk op en neer. De duivel zei: "Nu hebben wij hem. Hij slaapt. We zullen Hem verdrinken." Hij was een man, vermoeid en uitgeput, lag daar ergens achterin die boot op een kussen en sliep.

96 Maar broeder, toen Hij eenmaal opstond, o my, Zijn voet op de reling van de boot zette, omhoog keek en zei: "Zwijg, wees stil"; en de winden en de golven gehoorzaamden Hem. Dat was meer dan een man. Dat was God in de man.

97 Het was een man die aan het kruis riep om genade. Dat is waar. "Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Hij stierf, roepend om genade. Dat is juist. Maar op die derde ochtend, toen Hij het doodszegel verbrak en op de derde dag weer opstond en opsteeg naar omhoog, was Hij meer dan een man. Iedereen die ooit iets heeft bereikt gelooft dat. Dat is waar. Dichters, schrijvers, profeten, wat ook meer, geloven dat.

     Nu, de Hebreeënkinderen die door hun beproeving gingen, zij waren tot aan het laatste moment gekomen en zij waren gereed om in de oven te stappen.

98 Weet u wat? Soms slaan wij hier dingen op aarde gade, maar op dezelfde tijd is er iets gaande in de hemel. We zijn misschien niet in staat om het te zien, maar het is toch gaande. [Broeder Branham schraapt zijn keel – Vert] Pardon. Laten wij onze camera nu naar de hemel richten. Ik kan Jezus op de troon zien zitten, het daglicht breekt aan. De rook uit de oven stijgt hoog de lucht in. Ik zie Hem daar zitten en naar beneden kijken, om te zien wat zij zullen gaan doen. Dat is wat Hij voor u en mij doet wanneer wij beproefd worden. Hij beloofde dat het zaad van Abraham de poort van de vijand zou bezitten. Ik geloof dat.

99 Ik zie het Hem opletten. Opeens verschijnt er een belangrijke engel aan Zijn rechterzijde, hij staat in de houding, zet zijn hand aan zijn zwaard, Gabriël, hij zei: "Vader, hebt U daar naar beneden gekeken? Zij zijn het zaad van Abraham. Zeker, zij geloven in U. Zij hebben de hele nacht gebeden. En zij gaan regelrecht hun dood tegemoet. Laat mij daar naar beneden gaan. Ik zal het toneel veranderen." Ik geloof dat hij het had kunnen doen. Dat is waar.

     Hij zei: "Dat is juist, Gabriël. U bent een goede engel. Blijf daar gewoon staan."

100 Hier verschijnt er nog een. Zijn naam is Alsem. [In het Engels: Wormwood – Vert] Hij is de engel over al de wateren. Ik kan hem in de houding zien staan en hij zei: "Vader, hebt U neergekeken naar Babylon?"

     "Jazeker, Ik heb de hele nacht op ze gelet." O, Zijn oog is op het musje, en ik weet dat Hij op mij let. "Ik heb de hele nacht op ze gelet."

     "Ze staan op het punt om daar vanmorgen drie mannen te verbranden, zaden van Abraham die U op Uw Woord hebben genomen en er dapper mee staan. U weet dat U mij eens vertelde om alle wateren los te laten. Ik heb het beheer erover. Laat mij naar beneden gaan. Ik zal Babylon van de kaart spoelen." Hij had het gekund.

     Ik kan Hem horen zeggen: "Dat is waar, Alsem. U bent een wonderbare engel. U hebt precies alles gedaan wat Ik u vertelde te doen sinds Ik u schiep. U ook, Gabriël. Maar weet u, Ik ga Zelf naar beneden. Dit is Mijn taak." O my!

     Net toen zij gereed waren hun laatste stap te nemen, kan ik Hem zien opstaan. Zijn priesterlijke klederen vallen om Hem heen waar Hij vanavond zit, ze zijn bloedig en doen voorspraak op onze belijdenis, want Hij stierf om alles wat wij vragen te laten geschieden. Waar is ons geloof op gericht in Hem?

101 Daar staat Hij op, gebaart die kant op, en hier komt een grote witte wolk voorbij. Stapt erop, roept de oostenwind, noordenwind, zuidenwind en westenwind, om ze als paarden voort te drijven. Reikt omhoog en krijgt de zigzag bliksemstralen te pakken en laat die knetteren langs de hemelen.

102 Voordat zij daar ooit in konden stappen was Hij bij hen in de vurige oven. Hij stond daar met een grote palm-waaier, genomen van daar ergens bij de boom des levens, de vurige vlammen zo van hen weg te waaien. Hij zei: "Ik wil het gewoon met u kinderen bespreken. Ik weet dat jullie het zaad van Abraham zijn. Ik deed de belofte en hier ben Ik om het te beantwoorden", terwijl Hij de vurige vlammen afhield. O ja.

     Zij openden de oven. Zei: "Hoeveel hebben jullie daar in gedaan?"

     Ze zeiden: "Drie."

     Hij zei: "Er is daar nog een in en Hij ziet eruit als de Zoon van God." Dat was Hij. Waarom? Zij... nadat zij waren beproefd, bezaten zij de poort van de vijand. Amen.

103 Daniël werd voor de dezelfde zaak gesteld, nadat hij door een beproeving was gegaan of hij wel of niet zou bidden. Hij schoof de gordijnen opzij, gooide de luiken open en knielde neer en bad zoals hij altijd gedaan had. Jazeker. Bad zoals hij altijd bad. En wat gebeurde er? Zij gingen door de beproeving.

     Ze zeiden: "Wij zullen u voeden aan de leeuwen", en die waren al weken uitgehongerd.

     Hij zei: "Mijn God is in staat mij van die leeuwen te bevrijden."

     Maar nadat hij de beproeving had doorstaan, wat gebeurde er? Hij nam de poort van de vijand in bezit. Waarom? Hij was trouw aan God.

104 Mozes, nadat hij trouw aan God was gebleven, kwam door de beproevingen heen en bracht de kinderen van Israël precies in het pad van plicht. Heel de natuur schreeuwde het ertegen uit. Hier waren de bergen aan de ene kant en de woestijnen, en Farao's leger dat hen achtervolgde en de Rode Zee die hen blokkeerde. Wel, zij zaten in de val. Het leek erop dat God een slechte militair was om hen precies in die hoek daar te duwen en ze te laten omkomen.

105 God houdt ervan dat te doen. God houdt ervan om Zijn hand machtig te tonen. Ja zeker. Hij wil graag Zijn kracht tonen. Hij wacht er vanavond op het in u te tonen; die zondaar te nemen en hem te laten omkeren, die vrouw van slechte zeden te nemen en haar te veranderen in een godvruchtige heilige vrouw; dat meisje te nemen dat de verkeerde weg is ingeslagen, die jongen die de verkeerde weg nam, en hen terug te brengen en zonen en dochters van God uit hen te maken.

     Hij staat gereed om de man die stervende is aan kanker, diegene met de hartkwaal, diegene die blind is, die gekweld wordt, te nemen, als hij slechts zijn geloof daarin zal willen plaatsen, om hem om te keren van dood in leven, en hem op weg helpt met een getuigenis. Hij wacht erop om het te doen.

     Hij brengt u regelrecht in de val om te zien wat u gaat doen. Hij bracht hen daar regelrecht in de val. Het leek of de natuur zelf haar gezicht verborg. Ja.

106 Eén schrijver zei eens, dat toen zij op die plek kwamen, Hij Zich afvroeg wat Mozes zou doen. Hij had één opdracht: "Ga voorwaarts." Als u in de lijn van uw plicht bent, maakt het niet uit wat er in de weg staat...

107 De grootste ervaringen die ik ooit heb gehad is om ergens tegenaan te lopen waar ik niet overheen of onderdoor kon komen, en daar gewoon te staan en God er een weg doorheen te zien maken. Dat is de wijze om het te doen. Beweeg gewoon. Blijf doorgaan. Druk je neus ertegenaan. Blijf gewoon door bewegen. Blijf gewoon doorgaan. God zal een weg banen.

108 Ze zeiden tegen de oude kleurling daar in het zuiden, die altijd een Bijbel droeg: "Waarom draag je die Bijbel met je mee, Mose? Je kunt niet lezen."

     Hij zei: "Ik geloof het."

     Ze zeiden: "Wel, hoe weet je dat het waar is?"

     Hij zei: "Wel, het is... Ik geloof het van kift tot kift en ook de kift. Er staat 'Heilige Bijbel' op geschreven."

     Zei: "Ik vermoed dat je alles wat daarin staat gelooft?"

     Hij zei: "Ja meneer."

     "Ik veronderstel dat jij alles gelooft wat God je ook maar zou vertellen om te doen, dat je het zou doen."

     Hij zei: "Ik zou het doen."

109 Hij zei: "Wat als Hij je zou vertellen om door die muur te springen, die stenen muur? Hoe ga je daar doorheen komen?"

     Hij zei: "Als Hij me zou vertellen om te springen dan zou ik springen. Hij zou een gat maken wanneer ik daar kom."

110 Dus dat is juist. Dus dat is wat u moet doen, God nemen en het geloven en hoe dan ook springen. Als u weet dat u het kunt verklaren en begrijpen, dan zou het geen geloof meer zijn. Uw geloof is wat u gelooft dat Hij voor u heeft gedaan. "Het geloof is de vaste grond van dingen die men hoopt en een bewijs van zaken die men niet ziet." U ziet het niet. U kunt het niet uitpuzzelen. Er is geen manier om God uit te puzzelen. U moet Hem enkel geloven en blijven doorwandelen. Hij zei het.

111 Op die manier sta ik in de preekstoel voor de visioenen. Het is wat... Hij vertelt mij bepaalde dingen te gaan doen die menselijk onmogelijk schijnen en u allen weet dat. Het is menselijk onmogelijk, maar Hij zei om het te doen. Ga gewoon verder. Hij is Degene Die er zorg voor draagt en Hij zal het doen. Ja. Hoe groot zijt Gij.

112 Toen Mozes hier op deze plaats gevangen zat, nu, hij was precies in lijn met zijn taak, precies in de lijn van plicht. God leidde hem goed daarheen. Wat gaat Hij doen? De Rode Zee; precies een valstrik. Maar Mozes marcheerde gewoon door.

113 Ik geloof dat één schrijver zei dat God met boze ogen door die Vuurkolom naar beneden keek, neerkeek op die Rode Zee die Zijn kinderen op het pad van plicht probeerde af te snijden. En hij zei dat de zee bang werd en terugrolde en een pad voor hen maakte.

114 Wel, als Hij door een Vuurkolom kon kijken en dat kon doen, wat zou het doen als Hij door het bloed van Zijn eigen Zoon keek? Had een belijder daar staan met een belofte die God had gezworen, dat Hij ervoor zou zorgen; en had gezworen dat Hij zou... dat zijn zaad van Abraham de poorten van de vijand zou bezitten. Zeker. Hij is verplicht het te doen door het bloed van Zijn eigen Zoon dat vanavond op de genadetroon ligt. O, als wij maar weg konden komen van deze aardgebonden ideeën en op konden kijken om te zien Wie de belofte deed, de God van de schepping Zelf. Ja.

115 Ook Jozua, nadat hij een beproeving bij Kades had gekregen... keerde terug. Negentig procent van de voorgangers zei: "Wij kunnen het niet innemen."

     Jozua zei: "Wij zijn meer dan in staat het in te nemen", hij en Kaleb. En hij was... de enige twee uit de tweeëneenhalf miljoen mensen die overtrokken. Wat deed hij? Hij kwam bij de Jordaan, die hem uit het beloofde land hield, maar hij bezat de poort van de vijand. Waarom? Omdat hij God op Zijn Woord nam. Hij had een beproeving gehad en hij geloofde het. Hij wist dat God Zijn Woord hield. Dus daarom nam hij de poort van de vijand in bezit.

116 Ik zou zo door en door kunnen gaan, maar ik ben over tijd. Al deze grote krijgslieden, allemaal deden zij geweldige dingen, zij... grote mirakelen, liepen rond in schapenvachten en woestijnen, en waren berooid, en sommigen in stukken gezaagd, allerlei verschillende dingen. Zoals Hebreeën 11 zegt, al deze grote krijgslieden kwamen allen te sterven. Elk van hen kwam te sterven.

117 Maar op een dag, een glorieuze dag, kwam dat koninklijke Zaad van Abraham, geboren uit een maagd. Ja. Toen Hij op aarde wandelde, was Hij het ware Zaad van Abraham. Toen Hij op aarde wandelde bezat Hij de poort van ziekte voor de mensen. Hij bezat de poort van droefenis. Alles... Die ochtend in de hof van Gethsemane, in het gerechtshof, bezat Hij de poorten van verzoeking. Op de Berg der Verheerlijking, daar bewees Hij Zich.

118 Toen de duivel Hem naar een andere berg had genomen bezat Hij de macht over de vijand om te tonen dat Hij het kon doen. "Indien Gij de Zoon van God zijt, verander deze stenen in brood."

119 Hij hoefde het niet te doen. Hij zei: "Er staat geschreven dat de mens niet zal leven van brood alleen." Hij nam het Woord van God, omdat Hij een waar Zaad van Abraham was en elke zegening bezat die God had beloofd. Jazeker.

120 Hij stond daar onder verzoeking en zei: "Ik zou rechtstreeks tot Mijn Vader kunnen spreken en Hij zou Mij twintig legioenen engelen zenden." Wat kon één doen? Twintig legioenen engelen. Zij konden het veranderen als zij het wilden. Zo is het. Maar Hij moest op alle manieren verzocht worden zoals wij.

121 Hij stond daar met handenvol uitgerukt baardhaar van Zijn gezicht. En het bloed en de spotternij, het spuug van dronken soldaten hing over Zijn gelaat. Zij deden een doek over Zijn hoofd zoals dat en sloegen Hem met een rietstok bovenop Zijn hoofd en zeiden: "Nu, u hebt gezegd dat U een profeet was, en U kunt de gedachten van de mensen lezen. Vertel ons wie U heeft geslagen. Vertel ons wie U sloeg?" Hij had het kunnen doen, maar dan had Hij naar de duivel geluisterd. Hij bezat de poort van de vijand. Hij weerstond de verzoeking. O God, voor zo Een. Ja zeker.

122 Toen Hij daar stierf aan het kruis, nam de hel Zijn kostbare ziel. De Bijbel zei dat Zijn ziel naar de hel afdaalde. Dat is precies waar. De hel nam Zijn ziel gevangen en bracht Hem naar beneden. Maar broeder, op die derde dag nam Hij de poorten van dood, hel en graf in bezit en verrees op de derde dag en overwon het allemaal. Hij nam ziekte, dood, hel, het graf, en alles. Ik geloof dat Hij de poort volslagen uit de hengsels heeft gerukt en ze eruit nam, opstond en omhoog steeg. En vanavond bent u meer dan overwinnaars. Zijn zaad zal de poorten van de vijand bezitten. Jazeker.

123 Hij bezat elke poort. Hij overwon elke ziekte. Hij overwon elke zonde, Hij overwon elke verzoeking. Hij overwon dood, Hij overwon hel, Hij overwon het graf. Hij bezat de poort van die alle. En wij in Hem zijn meer dan overwinnaars, halleluja, omdat Hij voor ons overwon. O, zouden we ooit maar weten wat dat ware zaad van Abraham was, wat het werkelijk voor ons betekende.

124 De duivel betwijfelde Hem. De duivel... Dat was één keer dat, zoals wij het noemen, hem de wol over zijn ogen was getrokken. Toen hij Hem de berg opnam, zoals ik er enkele ogenblikken geleden over sprak, zei hij: "Zou het dat kunnen zijn? Die Man is gewoon een profeet. Zou Hij de Zoon van God kunnen zijn?" Hij zei: "Indien Gij de Zoon van God zijt", wat toonde dat hij het betwijfelde, "Indien Gij de Zoon van God zijt, beveel dan deze stenen brood te worden, omdat U hongerig bent. U hebt al veertig dagen gevast. Eet."

125 Jezus zei: "Er staat geschreven dat de mens niet zal leven bij brood alleen."

126 Voerde Hem toen omhoog bovenop de tinne van de tempel en zei: "Werp Uzelf naar beneden, want er staat geschreven dat hij aangaande U de engelen zou gebieden dat zij U op handen zullen dragen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen stoot, zij zullen U dragen."

     Hij zei: "Ja. En er staat ook geschreven..." Bij alles trad Hij hem tegemoet met het Woord van God, omdat Hij het ware Zaad van Abraham was. Hij bezat elke poort van verzoeking. O, hoe deed Hij dat!

127 Hij was een man. Hij was een mens zoals u, zoals ik. Hij had het recht om getrouwd te zijn. Hij had het recht om een huis te hebben. Hij had recht op de dingen die wij hebben. Hij had het recht om kleding te hebben. Hij had het kunnen hebben. Een Man Die water in wijn kon veranderen, Die kon weten waar een vis was met een muntstuk in zijn bek, wel, Hij bezat de hemelen en de aarde. Maar toch onthield Hij Zich van die dingen.

128 De lieflijkste woorden in de Bijbel... toen Hij zei: "Vader, Ik heilig Mijzelf, opdat Ik hen moge heiligen." Wat probeerde Hij te doen? Een voorbeeld te zijn. Hij zond twaalf mannen uit met een Evangelie dat de wereld zou overwinnen, en Hij is afhankelijk van u en mij om het te doen. Als Hij Zich op die manier kon heiligen, wat behoorden wij dan niet elk gebrek en elke twijfel en al het andere opzij te zetten en ons te heiligen? Want wij zijn het zaad van Abraham door Hem, die meer dan overwinnaars zijn door Hem. Ja.

129 Hij had het recht om getrouwd te zijn. Hij had recht op een huis. Hij had het recht om Zijn hoofd op een kussen te leggen. Maar "De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, en de Zoon des mensen heeft geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen." Waarom? "Ik heilig Mij, Vader. Ter wille van hen doe Ik het." Ter wille van hen... niet omdat Hij het moest, maar ter wille van hen.

130 Hij overwon elke vijand. Die dag daar staande in de gerechtszaal, of de gerechtshoven, toen Hij voor het gerecht stond en valselijk werd beschuldigd... Het enige wat zij tegen Hem vonden was het breken van de sabbatdag. Hij zei: "Ik ben Heer van de sabbat", en dat was Hij. "Hij maakt Zichzelf God", en Hij was God. En daar hadden zij al die valse beschuldigingen, enzovoort, en valse getuigen tegen Hem.

131 Tenslotte, gegeseld met een flinke zweep tot Zijn ribben zichtbaar werden, en het kleine kleed dat Hij over Zijn rug had namen zij weg. Sloegen Hem aan een paal. Wat was het? Dat was het ware Koninklijke Zaad van Abraham.

     Daar staan wij vanavond.

Mijn geloof is op niets anders gebouwd
Dan op Jezus' bloed en gerechtigheid;
Wanneer alles rondom mijn ziel het begeeft,
Dan is Hij al mijn hoop en steun.

Want op Christus, die vaste Rots sta ik,
Alle andere grond is zinkend zand,
Alle andere grond is zinkend zand.

     Daar vestig ik mijn hoop op, precies daar op die vaste rots.

132 Abrahams Zaad. Hij bezat elke poort, zelfs naar de dood en de hel. Kijk Hem daar. Werd een bespotting... Die vrouw die weer probeerde Zijn voeten te wassen. Deden een doek over Zijn gelaat en zeiden: "Als U een profeet bent, vertel ons wie U slaat, dan zullen wij U geloven." Aan het kruis zeiden ze: "Als U Gods Zoon bent, kom er dan af en wij zullen U geloven." Zij zouden Hem hoe dan ook niet geloven, ongeacht wat Hij deed. Hij schonk geen aandacht aan hen.

133 Laten we even een moment naar Hem kijken vanochtend, of vanavond. Die morgen was het een verschrikkelijke ochtend. Wij zijn achterin in een zaal. Laten we... Ik ga deze samenkomst nemen... Ik wil u naar iets laten kijken. Laten we naar het raam gaan. Ik hoor een brullende meute. Wat is er aan de hand? Trek het gordijn open en kijk naar buiten. Ik hoor iets bonzen en de straat afkomen. Wat is het? Het is een kruis dat over de straat wordt gesleept, bonk-bonk-bonk, over die oude straatkeien, op weg naar Golgotha. Dat is het Zaad van Abraham. Daar gaat de tweede Adam.

134 In de hof van Eden toen God had... overeenkomstig Zijn heiligheid en trouw aan Zijn Woord, toen Eva en Adam kwaad hadden gedaan... Toen God Zelf heen en weer door de hof snelde, en riep: "Adam, Adam, waar zijt gij? Waar zijt gij, Adam?" Als iemand wil weten wie deze Man was, Jezus, Wie was Hij Die Zijn eerste verloren zoon kwam zoeken? Zond God een engel? Hij kwam Zelf. Hij kwam Zelf. Op die manier is Hij gekomen.

135 U wilt nemen... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... gerechtigheid. En als er geen gerechtigheid is, is er geen wet. Als u geen gerechtigheid hebt waar oordeel mee gepaard gaat, heeft het geen zin om een wet te hebben. Wat voor nut heeft een wet die zegt: "Tien dollar boete voor het rijden door een rood stoplicht", en dan niet... te zeggen: "Rijd niet door een rood stoplicht", als er geen boete volgt, geen straf om te betalen, geen oordeel. Zonder oordeel is er geen gerechtigheid. Dus de gerechtigheid was om te sterven. Daarom was dit het enige wat Hij kon doen.

136 En toen Hij daar Eva zag staan, die prachtige kleine vrouw en die echte mannelijke man daar met die dikke, krachtige spieren, met het bloed van die oude bloedige schaapsvacht dat langs zijn armen stroomde... kleine Eva die daar stond, de mooiste vrouw die ooit in de wereld is geweest, omdat zij was geschapen door Gods eigen hand... Haar ogen waren als de sterren aan de hemel. Zij had het spul van Max Factor niet nodig om haar mooi te maken. En toen zij dit ook over zich heen had en daar stond, met het bloed druipend langs haar mooie kleine lichaam, kijkend in het aangezicht van God, in dat grote Licht dat in die palmbomen hing. "Vertrek uit Mijn tegenwoordigheid."

     Let nu op Adam terwijl hij begint weg te gaan met die oude bloedige schaapsvachten over zijn benen, die zo tegen zijn benen sloegen. Hij kon het niet aanzien, Hij is een Vader, en zei: "Wacht even. Ik zal vijandschap zetten tussen uw zaad en het zaad van de slang."

137 Waar was het? Hier was het op Golgotha. Hier gaat Hij omhoog, deze tweede Adam; God Zelf Die neer was gekomen en mens gemaakt, ging de heuvel op. De duivel heeft altijd dat Woord gehaat, maar dat is waar. Ja zeker. Hij was meer dan een profeet.

138 De mensen vandaag met deze gesocialiseerde godsdienst, die zeggen dat Jezus alleen een goede man was, een filosoof; dat het goed is om Zijn onderwijzingen te horen... Als Hij niet God was, als dat niet Immanuëls bloed was, dan was Hij een man zoals ik, zo is het, en dan zijn wij verloren. Hij was God.

139 God, de Heilige Geest, overschaduwde Maria en schiep een bloedcel, wat geen Joods bloed voortbracht; geen heidens bloed, maar Gods eigen bloed. Bloed komt van het mannelijke geslacht. Dit is een geschapen bloed, zonder enige seks. En dat was God Zelf, Die daar de heuvel opliep.

140 Laten we naar Hem kijken. Hij had een kleine mantel die over Zijn schouders was geworpen. Hij was zonder naad geweven. Terwijl Hij loopt merk ik... Ik kijk naar Hem door geloof en toon Hem u geheel door geloof. Er zitten daar rode vlekjes over de hele rugkant van die mantel. Waar komt dat van? Terwijl Hij verder door de straat omhoog gaat, en het kruis over Zijn schouder schuurt, bemerk ik dat die kleine vlekjes groter en groter worden. Wat zijn ze? Wat is er aan de hand? Opeens vormen zij één brede grote bloedige plek. Dan hoor ik iets tegen Zijn been slaan; de tweede Adam, Die de heuvel opkomt met een bloedig gewaad dat tegen Zijn been slaat.

141 Weet u, Satan zei, keek om zich heen en zei: "Weet u wat? Nu geloof ik zelfs niet dat Hij een profeet is. Ik weet dat dit God niet kan zijn. God zou nooit zo handelen om dat spottende stel dronkaards hun gang te laten gaan, hen Hem heilige roller te laten noemen," (ik spreek tot u), "hen Hem 'oud model' of zoiets dergelijks te laten noemen. 'U bent een oude fanaticus.' Dat zou Hij nooit doen."

142 Maar Hij was God. Zijn Koninkrijk was van boven. Zijn afgevaardigden eender. Hun Koninkrijk is boven. Zij handelen zoals daarboven. Zij spreken over daarboven. "Waar hun schat is, daar is ook hun hart." Daar spreken zij over.

     Terwijl Hij verder de heuvel oploopt, kan ik die dood zien. Satan zond die doodsangel daarheen en zei: "Ga daarheen en krijg Hem nu." Zei: "Ga erheen en krijg Hem. Nu is het de tijd om hem te pakken."

     Die bij, zoals een grote oude bij van de dood, begon om Hem heen te gonzen, rond en rond om Hem heen te zoemen, zeggend: "Ja, kijk Hem bloeden. Zie Hem, met speeksel over Zijn hele gezicht. Kijk hen allemaal lachen en grappen over Hem maken."

     Ik zie een kleine vrouw naar voren rennen en zeggen: "Wat heeft Hij gedaan? Wat voor kwaad heeft Hij gedaan? Wat heeft Hij anders gedaan dan ons het Evangelie te prediken? Wat heeft Hij anders gedaan dan uw zieken te genezen?" Iemand mept haar uit de weg en zei: "Zouden jullie naar die gekke vrouw luisteren in plaats van naar uw priester? Ga door, de heuvel op met Hem."

     Ze slaan Hem weer en Hij gaat verder de heuvel op. De bij zegt: "Ik zal Hem binnenkort wel pakken wanneer zij Hem aan het kruis hangen."

143 Weet u, alle insecten, bijen en dergelijke, hebben een angel. En de dood is een bij. Die heeft een angel. Maar weet u, wanneer een van die bijen zijn angel ooit heel diep ankert, dan trekt hij zijn angel eruit. Broeder, toen hij die angel in dat vlees sloeg, was dat geen man. Hij ankerde zijn vlees in Immanuël. En toen hij dat deed trok hij zijn angel eruit.

144 Ik vertel u (tot Abrahams zaad nu), hij kan gonzen en lawaai maken, maar hij kan geen angel meer hebben. Een van hen die tot zijn dood kwam, zei: "O dood, waar is uw prikkel? Graf waar is uw overwinning? Maar Gode zij dank Die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus."

145 Ja, hij kan gonzen en een hoop lawaai en ruzie maken, en in een ziekenhuis trekken, en het vertellen aan die dokters die daar staan en enigen die treuren en huilen; maar u kunt hem recht in het gezicht kijken en zeggen: "Dood, waar is uw angel? Ik kan verwijzen naar het koninklijke Zaad van Abraham, door Wiens bloed ik geboren werd. Hij trok die angel uit de dood. Daarom, dood, je hebt geen angel meer voor mij. Graf, ik zal je op een dag onder de aarde stoppen. Waar is je overwinning? Maar Gode zij dank Die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus, en Zijn Zaad zal de poorten van zijn vijanden bezitten, de poort van al zijn vijanden bezitten."

146 En toen Hij kwam nam Hij elke poort in bezit: de poort van ziekte, de poort van dood, de poort van de hel, de poort van verzoeking, de poort van het graf. Hij nam elke poort in bezit en geeft het vrijelijk aan ons en maakt ons meer dan overwinnaars door Hem Die ons liefhad en Zichzelf voor ons heeft gegeven.

     Laten we onze hoofden een ogenblik buigen terwijl wij daarover nadenken. Ik vraag mij af hoeveel er hier bij geval in dit gebouw zijn die Hem niet kennen als hun Verlosser, en u weet dat uw leven niet in orde is met God, zou u uw hand willen opsteken en zeggen: "Bid voor mij, broeder Branham. In dit slotgebed wil ik dat u voor mij bidt." God zegene u, daarachter in de hoek. God zegene u daar helemaal achteraan, dame. Maar zouden er nog meer zijn? Hoeveel meer boven op het balkon? Kan ik daar enige handen zien? Al die mensen, God zegene u daar. God zegene u hier, dame.

     Zou nog iemand anders zijn hand op willen steken? Het zal u geen kwaad doen. My, steek slechts uw hand op en zeg: "Ik..." U kent uzelf. Zeg: "Broeder Branham, ik ben niet Abrahams zaad. Ik behoor tot een kerk." God zegene u hier, meneer. "Ik ben geen Abrahams zaad." God zegene u dame hier. De Here zij rijk voor u vanavond. Aan mijn rechterkant, ja, de Here zegene u.

     Nog iemand? Zeg... steek uw hand op, en steek slechts uw hand op en zeg: "Gedenk mij, broeder Branham, in uw gebed. Ik verlang naar... ik wil Abrahams zaad zijn." Want bedenk, als u niet Abrahams zaad bent, dan bent u niet in de belofte.

     Nu kunt u wel tot een kerk behoren en dat is goed. Jazeker. Ik heb er niets tegen dat u bij een kerk behoort. Ik denk dat het een goede zaak is. Maar broeder en zuster, dat zal u totaal niet helpen bij het uur van uw dood of bij de komst van de Here Jezus. U zult Abrahams zaad moeten zijn.

147 En de enige manier waarop u Abrahams zaad kunt zijn is uzelf te verloochenen en te sterven aan uzelf en wedergeboren te worden door de Heilige Geest; omdat het leven dat in Christus was ons tot Abrahams zaad maakt. Wij nemen zijn zaad aan door de Heilige Geest, Die ons werd gegeven door de belofte van God. "En u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen die daar verre zijn, zovelen als er de Here onze God toe roepen zal."

     Acht of tien handen gingen omhoog. Zouden er nog enigen meer zijn met eerlijke oprechtheid? Wees gewoon eerlijk met uzelf. Als u een kerklid bent vragen wij u niet om zich aan te sluiten bij deze kerk. Nee. Wij willen gewoon dat u Abrahams zaad bent.

148 Broeder, zuster, ik mag u misschien in dit leven nooit meer zien, maar daar bij de oordeelsrechtbank zal ik u in het aangezicht moeten zien, zie. Nu, onthoud deze avond, de dertiende dag van februari 1961. Wanneer deze dag daar op het doek van de oordeelshemelen voortrolt, zal deze samenkomst in uw herinnering komen.

     God zegene u daar tegen de muur. "Ik wil in Jezus geloven. Ik wil vanavond Abrahams zaad worden." De Bijbel zegt dat wie aan de buitenkant besneden wordt geen Jood is, maar wie aan de binnenkant besneden wordt. Zijn zaad zal de poort van de vijanden bezitten.

149 Wij hebben de vijand nu op de vlucht. Tien of twaalf handen zijn al omhoog. Dat... Wij laten zien dat wij de vijand op de vlucht hebben gekregen. Zou er vanavond nog een ander zich willen voegen in onze gelederen en uw hand op willen steken en zeggen...? God zegene u, meneer. God zegene u. Zouden er daarginds nog zijn? God zegene u daar achteraan. Ja, mijn broeder, boven op het balkon, de Here zegene u. Ja. Voeg u bij onze gelederen. Wij hebben de vijand nu op de vlucht.

     Gisteravond kregen wij hem al op gang uit de zieken. Kijk slechts naar de kankergevallen, en allen die hier gisteravond werden bevrijd. De vijand is nu aan het verdwijnen. Vorige week streden en hakten wij gewoon en deden alles wat we konden, maar we kregen de vijand op de loop, zie.

     Nu, velen komen nu naar voren, komen uit in de gelederen. Nemen... komen in de rij. Er is... Wilt u zich vanavond niet bij ons voegen? Verenig vanavond uw handen met God, word dood voor de dingen van de wereld en aanvaard Christus als uw Redder. Wilt u uw hand opsteken voordat wij bidden? Zeg: "Gedenk mij", God zegene u daarginds achteraan. Ik kan uw hand daar achteraan zien. Nog een ander?

     Wat met iemand hier dichtbij die geen Christen is? Zeg: "Ik wil dat u mij gedenkt, broeder Branham. Bid nu voor mij terwijl u gaat bidden. Gedenk mij in uw gebed." Ik zal dat doen. Goed. Laten wij nu onze hoofden gebogen houden.

150 Nu, hemelse Vader, er is geen van ons die weet of wij morgen hier zullen zijn. Dit kan wel de laatste avond zijn die wij op aarde doorbrengen. Er komt een dag dat ik voor de laatste keer deze Bijbel dicht zal doen. Eens zal ik mijn ogen sluiten en mijn hoofd voor de laatste keer buigen. En elk persoon hier zal hetzelfde doen. Wij weten niet wanneer die tijd gaat komen, Here. Wij weten dat er voor ieder van ons een grote donkere kamer ligt, voor elk menselijk wezen. Het wordt de dood genoemd.

     En als wij denken aan de schrijver van de "Thanatopsis"; elke keer dat mijn hart klopt, komen wij een slag dichter bij die kamer. Elke keer dat mijn hart klopt en die klok tikt, zijn wij een slag dichterbij. En op een dag komt het tot die laatste slag.

151 God, wij verlangen niet... Ik pleit voor deze mensen. We verlangen niet om die kamer schreeuwend en huilend binnen te gaan, en meer leven wensend om nog een paar minuten te hebben voor bekering. God, wij willen daar binnengaan met vrijmoedigheid. Wij willen daar binnenkomen als Abrahams zaad, met de belofte in ons hart en dit wetend dat wij Hem kennen in de kracht van Zijn opstanding; dat op een dag, wanneer Hij roept, wij van tussen de doden uitkomen en opstaan om met Hem te zijn, om voor eeuwig bij Hem te zijn.

     Ik bid voor dezen die hun handen hebben opgestoken, Here. Velen staken hun handen op. Zij zijn oprecht, God. Zij deden dat niet in hun eigen kracht. Er moest een gegeven kracht voor hen zijn, en dat was Uw kracht. En zij hieven hun handen omhoog dat zij er oprecht mee waren.

152 God, er staat geschreven in het Woord dat het krachtige vurige gebed van een rechtvaardige... Nu, niemand van ons is rechtvaardig, maar wij nemen Zijn rechtvaardigheid aan. En wij brengen Zijn bloed tot U. Wij brengen Zijn Woord voor U, zoals Hij zei: "Vraag de Vader iets in Mijn Naam en Ik zal het doen."

     Nu, wij brengen deze mensen door geloof recht voor U, Here. Hier zijn ze. Zij hebben gezondigd. Zij hebben verkeerd gedaan. Zij willen vergeving van hun zonden. Zij hebben hun handen opgeheven tot U Die... en opdat ik voor hen bidt dat zij spijt hebben dat zij dat gedaan hebben. Here Jezus, vergeef hen. Mogen zij die echte, aangename vrede vinden die het verstand te boven gaat... begrip dat God de wereld zo liefhad dat Hij Zijn Zoon heeft gegeven, opdat zij de moed zouden mogen hebben om hun hand op te steken.

153 En laat hen ook begrijpen, Here, dat zij uitverkoren waren, anders zouden zij nooit hun hand hebben opgestoken. Want Jezus zei: "Niemand kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst trekt." Laat hun weten dat God, de Vader, aan hun zijde staat en tot hun hart spreekt en dat zij deze keuze hebben gemaakt. Hij heeft ook gezegd: "Wie Mijn Woord hoort en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, is overgegaan van dood in leven en zal nooit in het oordeel komen, maar is reeds overgegaan van dood in leven." Kregen eeuwig leven. Vader God, U zou niet één afwijzen.

     En ik bid dat U voor dezen barmhartig wilt zijn. En ik bid dat U hen wilt helpen en hun nu vrijmoedigheid wilt geven, nadat ik dit Schriftgedeelte heb aangehaald, dat U het was Die hen hun hand liet opsteken, want U zei het. "Geen mens kan komen tenzij Mijn Vader hem trekt; en al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal komen."

     En laat hun weten, op die belijdenis, dat dat precies bewijst dat U hun zonden vergeeft. Nu, mogen zij er niet beschaamd over zijn. Mogen zij daar vrijmoedig staan en zeggen: "Ja. Ik neem het nu aan op grond van Zijn Woord dat ik nooit in het oordeel van de verdoemden zal gaan, omdat God tot mijn hart heeft gesproken en ik mijn hand heb opgestoken dat ik Hem zou aannemen als mijn Redder. Ik wilde gedacht worden in gebed." Sta het toe, Vader.

154 Met uw hoofden nu gebogen, vraag ik ieder van degenen die hun hand opstaken, als u gelooft wat ik u vertel... Christenen, bid. God zei dit. Jezus zei: "Geen mens kan tot Mij komen, tenzij Mijn Vader hem eerst trekt." Nu, wat liet u uw hand opsteken? Het is de Heilige Geest Die het u vertelt, u overtuigt dat u verkeerd bent. "En al wat de Vader Mij heeft gegeven," of tot wie Hij sprak, "zal komen." (En u deed het... stak uw hand op: "Ik ben een zondaar. Ik wil vergeving. Ik deed verkeerd.") "Ik zal hem geenszins verstoten... hem eeuwig leven geven en hem opwekken ten uitersten dage."

155 Nu is er nog één ding dat ik wil dat u doet. "Wie Mij voor de mensen zal belijden, die zal Ik belijden voor Mijn Vader en de heilige engelen." Nu, ik vraag u één ding te doen door de goedheid van God. Bedenk gewoon hoe goed Hij was om u uw hand te laten opsteken.

156 Ik sprak tot een jong meisje toen ik nog een jonge Baptistenprediker was. Ik was in Nashville, Tennessee. En ik voelde me geleid om haar te vertellen dat ik geloofde dat God haar toen een laatste oproep deed. Zij kwam die avond buiten het kerkgebouw naar me toe, en ze zei: "Breng mij nooit meer opnieuw zó in verlegenheid."

     Ik zei: "Ik bracht je nooit in verlegenheid. Ik hoop van niet." Zij was de dochter van een diaken.

     Ze zei: "Ik ben jong en ik heb nog meer dan genoeg tijd om dat te doen."

     Ik zei: "Dame, ik zou nooit met mijn vinger naar u hebben gewezen als ik niet voelde dat het juist was. Zou nooit een altaaroproep hebben gedaan als ik niet..." En zij foeterde mij gewoon verschrikkelijk uit.

157 Ongeveer twee jaar later was ik daar met mijn oude vriend, broeder Morrison van de Baptistenkerk, om nog een samenkomst te hebben. En toen ik dat deed liep ik door de straat. En zij was een aardige jongedame. Zij liep op straat (het is vijfentwintig jaar geleden) en haar onderrokken kwamen er onderuit. O, wat zag zij er vuil uit. Ik dacht: "Dat kan niet de dochter van die diaken zijn." En zij kreeg mij in het oog. Zij glimlachte wat en draaide haar hoofd opzij. Ik liep naar haar toe.

     Ze zei: "Hallo, prediker."

     Ik zei: "Hoe gaat het met je?"

     Ze stond daar eventjes op de hoek en zei: "Komt u mee naar mijn kamer?"

     Ik zei: "Dank je, ik ben een beetje gehaast."

     Zij greep naar haar tasje en zei: "Wilt u een sigaret?"

     Ik zei: "Schaam je je niet om dat te zeggen?"

     Ze zei: "Misschien zou u iets met mij willen drinken? Ik zal het betalen als u het wilt aannemen."

     Ik zei: "Schaam je, dame. Schaam je je niet om een dienstknecht van Christus zoiets te vragen?" Ik begon weg te lopen. Ik zei: "Ik zal voor je bidden."

     Ze zei: "Wacht even, dat is niet nodig."

     Ik zei: "Waarom niet?"

     Ze zei: "Herinnert u zich die avond toen u daar bij die rozenstruik naast die Baptistenkerk stond?"

     En ik zei: "Ja."

158 Ze zei: "Mijn vader is daar nog steeds diaken." Ze zei: "U kunt dit vertellen waar u ook heengaat, als u wilt." Ze zei: "Dat was mijn laatste oproep." Ze zei: "Weet u, sinds die tijd..." Ze zei: "Ik voelde altijd een roep in mijn hart om tot God te komen." Ze zei: "Maar sinds die tijd", zei ze, "ben ik harder en harder geworden."

159 Nu, dit is de verklaring die het meisje gaf. Ze zei: "Mijn hart is zo hard tegen God en tegen de gemeente en alles geworden," zei ze, "dat ik de ziel van mijn eigen moeder in de hel zou kunnen zien bakken als een pannenkoek en erom lachen." Zie?

160 Nu, voor u is Hij barmhartig. Hij klopte aan uw hart en u hebt uw hand opgestoken. "Ja, Here, ik ben fout." Dat was de Vader. Wilt u Hem nu voldoende belijden... zou u even op willen staan? Ik wil u niets anders vragen dan alleen te gaan staan, zodat de mensen kunnen zien dat dit God was die aan uw hart heeft geklopt. Nu onthoud, echte ware kinderen, "God klopte aan mijn hart. Ik wil opstaan om het de mensen te laten weten." God zegene u, meneer. God zegene u, jongeman. Nog iemand staat op. Dat is goed.

161 In orde nu. "Nu geloof ik." Sta gewoon even op, slechts een ogenblik. Sta alstublieft even op, iedereen. Dat is fijn. Zou daar nog een ander zijn die op dit moment wil gaan staan en zeggen: "Hij heeft aan mijn hart geklopt. Heb nooit mijn hand opgestoken, maar ga nu voor Hem opstaan. Ik geloof dat ik nu voor Hem zal staan, omdat Hij aan mijn hart klopte. Ik wil nooit dat mijn hart in die slechte toestand zal komen, zoals die. Terwijl het zacht is, wil ik gaan staan."

162 Nu, ik zeg dit tot u door de autoriteit van Gods Woord. Als u hier staat voor Hem, zal Hij voor u staan bij het oordeel. "Die Mij belijdt voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader en de heilige engelen." Ik zou u mensen willen vragen, u dierbare Christenen die zojuist Christenen bent geworden in Christus en zojuist de uitnodiging hebt gekregen om Abrahams zaad te zijn, om een goede gemeente te vinden en gedoopt te worden. God zegene u, zuster, om op die manier te gaan staan. Dat is heel fijn.

163 Nu, blijf gewoon staan. Ik wil opnieuw voor u bidden. En vind een goede gemeente, word gedoopt in de Christelijke doop en zoek de doop van de Heilige Geest. Daar staan jonge mensen, jonge mannen, het zou voorgangers en zendelingen kunnen voortbrengen. God zegene uw koninklijke leven.

164 Nu, u die uw hoofd gebogen hebt, ik wil dat u uw ogen opent en rondkijkt om te zien wie het zijn. En ik wil nu wanneer wij gaan staan, dat u hun de rechterhand van gemeenschap aanbiedt, als Christelijke gelovigen. Zeg: "Welkom." Nodig hen uit naar uw gemeente of zoiets. Nu, laten wij allemaal gaan staan. Terwijl u hun een hand geeft, zeg: "Welkom vanavond in het Koninkrijk van God." Zeg: "Mijn gezegende pelgrim broeder." Keer u om, ieder van u, en geef deze mensen nu een hand, terwijl wij zingen.

Zoals ik ben, 'k pleit anders niet,
Dan dat Uw bloed... (Dat is het, Christenen, wees heel lieflijk.)
... gestort is voor... (Ik kijk op naar het balkon. Jongemannen huilen, mensen schudden elkaar de hand.)
... dat Gij mij uitnodigt tot U te komen;
O, Lam van God, ik kom.

165 Broeder Buntain zegt dat er beneden een gebedskamer is. Hoe kom je daar, broeder? Gewoon door de deuren, als u zo dadelijk naar beneden zou willen gaan. En ik zal de dienst aan hem overdragen.

166 Misschien hebben sommigen van u niet... Hoeveel hebben er niet de doop van de Heilige Geest, steek uw hand op, en zoeken ernaar? U wilt zijn... God zegene u. "Elk die wil, die kome." Is dat juist? Bent u nu niet gelukkig, u die bent gaan staan en Christus vanavond hebt beleden? Als u zich er echt goed over voelt in uw hart, steek uw hand op zodat de mensen het zien, u die uw hand opstak. U die... Kijk daar, ieder van hen, honderd procent. Ja zeker. Dat is het. Hoeveel van u allen zijn blij dat u Christenen bent vanavond, steek uw hand op.

167 Wat zegt de Bijbel? Zijn zaad zal de poort van de vijand bezitten. Amen. Wij hebben vanavond in Christus, onze grote Overwinnaar, overwonnen. Wij hebben de muren van zonde afgebroken, braken de muren van onverschilligheid af, en zielen marcheerden het Koninkrijk van God binnen om op te staan in de opstanding in de laatste dag. Zijn wij niet gelukkig?

     Goed zuster. "Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief, omdat Hij mij eerst liefhad." Iedereen nu, allen tezamen.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad,
En mijn redding verwierf
Op Golgotha's kruis.

     O, hebt u Hem niet lief? Ga nu niet weg. Ik wil dat u iets voor mij doet. Terwijl wij het nu opnieuw zingen, wil ik dat u iemand vóór u de hand schudt, iemand achter u, aan de rechter- en linkerkant, en zegt: "God zegene u, pelgrimbroeder of -zuster. Ik ben blij hier met u te zijn in het huis van God." Laten wij het nu doen terwijl wij het zingen.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst heeft liefgehad,
En mijn redding verwierf
Op Golgotha's kruis.

     Laten wij het nu zingen voor Hem, terwijl wij onze handen naar Hem opheffen.

Ik (steek uw handen op) houd van Hem...

     Ik geef u aan uw voorganger.