Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

De basis van gemeenschap

Door William Marrion Branham

1 Blijf nog even staan en laten wij bidden terwijl wij staan.

2 Heeft iemand een speciaal verzoek? Steek slechts uw hand op en zeg: "Here, gedenk vanavond mijn verzoek." Kijkend naar deze jongen die hier in een rolstoel zit met zijn hand omhoog, bid ik dat God hem vanavond zal genezen. En laten we nu in gebed zijn, terwijl wij ons hoofd buigen, ieder op zijn eigen manier.

3 Onze hemelse Vader, wij komen tot U in de dierbare Naam van de Here Jezus, om U te danken voor alles wat Gij voor ons hebt gedaan. Dit is nog een dag waarop wij gespaard zijn, Here, één dag nog aan deze kant van de eeuwigheid. Wij danken U daarvoor. En als wij iets hebben gedaan wat U mishaagde, dan vragen wij om vergeving.

4 En nu vragen wij dat U de dienst in Uw handen wilt nemen en met ons wilt doorgaan, Vader, terwijl wij het Woord lezen en over het Woord beginnen te spreken. O God, moge de Heilige Geest komen. Mogen wij gemeenschap hebben rondom het Woord, Here, gewoon een enorme glorieuze gemeenschap. Sta het toe.

5 Zegen ons gezamenlijk en beantwoord elk verzoek; Gij kent hun hart en weet wat zij nodig hebben. Ook mijn hand is omhoog, Here, en ik bid dat U mijn verzoek zult gedenken. Gedenk degenen die ziek zijn en gekweld worden en nooddruftig zijn, en de mensen die roepen, huilen en smeken om hun geliefden die stervende zijn. O, het is een zieke wereld, Here. Kom, Here Jezus, neem ons eruit weg, Here, naar dat glorieuze land waar geen ziekte en verdriet is.

6 Spreek vanavond tot ons en door ons; besnijd de lippen die spreken en de oren die horen. En zegen Uw Woord en moge het een zaad in ons hart zijn om geloof op te bouwen. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. De Here zegene u terwijl u nu gaat zitten.

7 Wij zijn werkelijk bevoorrecht en waarderen het om vanavond weer hier te zijn. En nu, morgen, zo de Here wil, morgenmiddag zullen wij om half drie in het Old Pisgah Home zijn bij broeder Smith, morgenmiddag om half drie. Nu, zij moeten u de instructies nog geven. Ik vermoed dat iedereen weet waar het Old Pisgah Home is, vermoed ik. Is het Pisgah kerk of Pisgah huis? Ja, huis en kerk wordt het genoemd. Ik was...

8 Broeder Smith is een zeer dierbare vriend van mij. Wij hebben samen zending bedreven op de eilanden en hij is een heel fijne christelijke heer. En u die daar dicht in de buurt woont, ik weet niet hoever het is, maar het is hier ergens in Californië. Ik zou niet weten wat. Ik zou eenvoudig mijn weg hier in de omtrek niet weten. En ik maak trouwens hier in de omgeving zoveel vergissingen.

9 Ik had vandaag iets; ik had wat gemeenschap met broeder Arganbright. Ze zeiden dat hij gewoon aan het spreken was. Ik was buiten geweest; er stond een kleine dame buiten bij de deur te huilen, omdat ze haar vader moest zien sterven aan kanker. En u weet niet hoeveel van deze mensen er zijn; gewoon overal. En dus was ik daar vanmorgen heengegaan om met broeder Arganbright gemeenschap te hebben.

10 En ik maakte net bijna een van de verschrikkelijkste vergissingen. Oh! Ik stond in Cliftons Cafetaria, waar ik aanstaande zaterdagmorgen zal spreken voor de Christelijke Zakenlieden. En ik stond daar en sloeg de binnenkomende mensen gade, en ik zag een jongedame binnenkomen en ik was van plan om naar haar toe te gaan om te vragen of zij wilde dat ik voor haar bad. Ik dacht dat er iets fout was met haar ogen. Ik heb lepra gezien, glaucoom en oogontsteking, ik heb... maar nooit had ik zulke ogen gezien zoals die. En kwam erachter dat het... dat was het niet, want hier kwamen er nog wat meer binnen. Het was een of ander spul dat zij op haar ogen had. Het was... ik zou net... het was maar goed dat iets mij stopte of zij zou... En zij had een soort lichtgroen uitziend spul hier zo onder en dan wat donkerblauw daarachter en het... Wel, ik dacht dat het arme ding bijna zou gaan sterven; ik wist niet wie zij was en zij kwam daar binnen en ik dacht... ik dacht: "Dat is de eerste keer dat ik ooit zoiets gezien heb."

     Is dat een nieuwe rage of zoiets wat zij doen?

11 Ik keek rond en zag dat en ik begon erheen te gaan om te zeggen... O my, dat arme meisje. Ik had haar willen vragen wat er verkeerd was met haar ogen en ik dacht dat zij misschien... Ik zou haar vertellen dat ik voor de zieken bid, misschien dat... dat als... Ik wilde uitvinden wat het was. Ik ben in Afrika in de oerwouden geweest en ik... ik heb zoiets in heel mijn leven nog nooit gezien. En ik dacht er niet aan dat het make-up was. Weet u waar make-up vandaan komt? Het komt uit het oerwoud. Zo is het. Het is een heidense trek. Het hoort niet bij de beschaafde wereld. Het zijn de heidenen; ja, zij beschilderen zich en maken... nemen modder, en ik... Dat is precies de waarheid; zeker is het dat. Het komt daar oorspronkelijk vandaan; daar behoort het. Het hoort niet bij de beschaving en is ver weg van christendom. Dus dan, zij... Ik had nooit zoiets dergelijks gezien in Afrika, in de Verenigde Staten, Zwitserland, Frankrijk en Duitsland, waar ik ongeveer zeven keer rond ben gegaan; dus ik had nooit zoiets dergelijks gezien. En ik kwam het tegen in Californië. Het was maar goed dat ik er niet heenliep; waarschijnlijk zou ze mij een klap hebben gegeven, nietwaar? Als ik haar vertelde dat ik voor haar zou kunnen bidden, voor haar ogen, weet u, en...

12 Ik had hier eens een bevriende prediker, die uit Holland was gekomen, en hij maakte een dergelijke vergissing, en het meisje sloeg hem niet, maar het was een wonder dat ze het niet deed. Hij was een kleine Hollander en hij was bij mij thuis. Hij ging de stad in en hij was een man van ongeveer middelbare leeftijd. Er liep een meisje buiten met die kleine, alleen korte... bijna helemaal geen kleren aan. Hij schreeuwde: "O, zuster, zuster."

     Ze keek rond en zei: "Wat is er met u aan de hand?"

13 Hij zei: "U bent uw rok vergeten." En dus... en dus... En ze draaide haar hoofd om en liep verder de straat af, wel een beetje... Het was een wonder dat ze hem niet sloeg, maar de arme kerel, hij dacht alleen: "O my."

     Ik kan niet geloven dat wij van de apen afstammen, maar het lijkt het er stellig op dat we weer terug die kant op gaan.

14 Broeder Arganbright besprak met mij of wij later in de week enkele samenkomsten zouden houden over het bidden voor de zieken. Ik houd ervan om voor de zieken te bidden; dat is mijn bediening. Ik ben geen prediker. Ik heb niet genoeg scholing gehad om mijzelf een prediker te noemen. Ben nooit uit enige school of zoiets gekomen, dus ik houd ervan om wat ik van het Woord weet te vertellen en dat is alles wat ik kan zeggen. Alleen door ervaring en wat ik lees.

15 Maar hij zei dat de mensen verlangden om een gebedsrij te vormen om voor de zieken te bidden. Nu, de reden waarom ik het niet gedaan heb, is... toen ik kwam, vertelden zij mij in deze samenkomst, dat het de bedoeling was om alles samen te voegen. Ik heb genezingsdiensten gehouden. Niemand... Het heeft geen zin dat ik zou proberen het te verklaren, dat kan ik niet, wat visioenen bij je doen. Maar iedere Bijbellezer weet wat het bij je doet. Iedereen...

16 Als onze Here door één vrouw werd aangeraakt, Hij Die de maagdelijk geboren Zoon van God was, en Hij na één visioen van die vrouw die Hem aanraakte zei: "Ik bemerk dat Ik zwak ben geworden", wat denkt u dat het mij zou doen, een zondaar, gered door genade? Eén visioen van de profeet Daniël ontzette hem, beroerde hem, hij wist niet waar hij was en dwaalde gedurende verscheidene dagen rond.

17 Niemand beseft wat dat met je doet. En het is... U ontmoet... U blijft daar een poosje in en u ontmoet iemand en u weet niet of u werkelijk... "Is het een visioen of ben ik... waar ben ik?" Zie? Zie, het is God Die een houvast op u neemt en...

18 Nu, laat mij daar even een woord over spreken. Het deed... Geestelijke mensen die de Bijbel lezen, zouden het begrijpen. Laten we het zo stellen: dichters en profeten. Laten we er even over spreken; dat is inspiratie. Ik zal eerst beginnen met dichters. Dichters, een echte dichter werkt door inspiratie.

19 Laten we een dichter nemen waar ik aan denk; laten we Stephen Foster nemen. Ik denk dat hij één van de grootste dichters was die wij in Amerika hebben gehad, die ons onze volksliederen en dergelijke gaf. Hebt u weleens over zijn leven gelezen? Nu, het oude Kentucky home is vanaf mij slechts aan de overkant van de rivier. Vanaf mijn huis kan ik daar binnen vijftien minuten zijn. Daar is de schrijftafel; hij werd op de wereldtentoonstelling getaxeerd op... voor ongeveer vijfentwintig duizend dollar, vele, vele jaren geleden, waar hij My Old Kentucky Home schreef, de plaatsen waar hij daar rondzwierf op de plantage, enzovoort.

20 Welnu, telkens wanneer Stephen Foster genoeg onder inspiratie kwam, pakte hij zijn pen en schreef een lied, en als dan de inspiratie hem verliet, ging hij aan de drank. Wist u dat? Zeker deed hij dat. En tenslotte, toen hij er een keer uit kwam, wist hij niet waar hij was en hij riep een bediende, nam een scheermes en sneed zijn keel door en pleegde zelfmoord. Hebt u dat ooit geweten? Het leven van Stephen Foster.

21 Laten we nemen... U zegt: "Wel, die man was een wereldse man." Wel, laten we William Cowper nemen. Ik stond niet lang geleden bij zijn graf in Londen, Engeland, en moest gewoon huilen. Hij werd beschouwd als een neuroticus. Ieder die leeft in de Geest, voor de wereld is het slechts een schaduw verwijderd van krankzinnigheid. De wetenschap zegt dat.

22 Toen William Cowper daar dat beroemde lied schreef... wij gebruikten het bij het avondmaal in onze... in mijn Baptisten tabernakel thuis, jaren en jaren: "Er is een bron, gevuld met bloed, vloeiend uit Immanuëls aderen, waar zondaars, ondergedompeld in die vloed, al hun schuldige smetten kwijtraken." U hebt het gehoord, is het niet? Hebt u de geschiedenis ervan weleens gehoord? Zodra de inspiratie hem verliet... toen hij daarin was, schreef hij het lied, en toen hij in zo'n hoge sfeer kwam waar mensen niets vanaf weten... Gewoon om te zingen, te juichen en te dansen, dat is niet in... dat is wel in de geest, maar in de geest van blijdschap. Zie? Maar wanneer u oprijst in die sferen waar u niets van afweet, zie, u kunt het niet verklaren, u... u moet slechts weten dat het daar is en dat is alles. Toen hij daar weer uitkwam, probeerde hij de rivier te vinden om zelfmoord te plegen. Hoeveel hebben ooit het verhaal gehoord? Zeker. Zie? Zeker. Hij probeerde de rivier te vinden om zelfmoord te plegen. Het was te mistig; de koetsier kon de rivier niet vinden. Hij was van plan in de rivier te springen, hij dacht dat hij nog steeds in het lied was; nu zou hij in de rivier gaan springen om al zijn schuldige smetten kwijt te raken. Zie?

23 Nu, u zegt: "U spreekt over liedschrijvers." In orde, laten wij het nu regelrecht terugvoeren naar de Bijbel. Laten we de profeten nemen. Laten we de profeet Jona nemen. Toen hij op weg was naar Ninevé, nam hij de weg naar Tarsis en de Here nam hem naar Ninevé en hield hem drie dagen en nachten in leven in de buik van een walvis. Gelooft u dat het verhaal waar is? Hij had hem gezalfd, en toen hij daar uitkwam, zo in gebed in de buik van deze walvis gedurende drie dagen en nachten... toen hij er op de oever van Ninevé uit kwam, predikte hij met zo'n kracht dat zij zelfs hun vee bedekten met zakken, zozeer bekeerden zij zich. Is dat juist? Bracht de stad tot bekering...

24 En toen de inspiratie hem verliet, klom hij de heuvel op, ging onder een boom zitten en bad God om zijn leven te nemen (is dat juist?), toen de inspiratie hem verliet. Zie? Het gebeurt niet terwijl u hier bent, u voelt zich dan als een reus, maar u weet niet waarmee zij te maken krijgen zodra je hier uit bent. Zie?

25 Kijk naar... Laten we de profeet Elia nemen. God gaf hem inspiratie; gaf hem een visioen, vertelde hem de berg op te gaan en wat hij moest doen. Hij deed die zaak in gehoorzaamheid precies op de manier dat God het hem had verteld. Het had gedurende drie-en-een-half jaar niet geregend. En hij riep vuur uit de hemelen en riep onmiddellijk regen uit de hemelen, en nam en doodde eigenhandig vierhonderd priesters, executeerde vierhonderd priesters.

26 En toen de inspiratie hem verliet, vluchtte hij voor de dreiging van een vrouw, en rende de woestijn in, ging onder een jeneverbesstruik zitten en zei: "God, neem mijn leven." En Hij... God voedde hem met enige koeken daar op de haard, en gaf hem daarna nogmaals te eten. En toen zwierf hij veertig dagen door de woestijn, en God vond hem ergens teruggetrokken in een grot. Is dat juist?

27 En de machtig ruisende wind ging voorbij en God was niet in de wind. De donder ging voorbij en Hij was niet in de donder. Na een poosje sprak er een stille zachte stem tot hem die wilde weten waarom hij achterin die grot zat. Zie, buiten zichzelf, rondzwervend in die woestijn, en werd teruggetrokken in een grot gevonden. Nu, hebt u enig idee wat de Zoon van God is?

28 Dat is de reden, vrienden, dat het bijna... U beseft niet... Ik stond hier onlangs 's avonds en probeerde zolang mogelijk voor u mensen te staan, want met het Evangelie had ik het door denominaties en alles heen gewoon erg hard gehakt en geslagen. Niet op uw denominaties, maar op de manier waarop zij zo losjes worden, ziet u. Ze zijn... En daardoor dacht ik: "God, ik heb hen lief en ik heb hen bezeerd; laat mij staande blijven zolang ik kan." En toen ik dit podium wilde verlaten, bevond ik mij in de armen van een voorganger. Toen ik verderop binnen kwam, botste ik tegen een vrouw, buiten in de kamer daar, waar nog meer mensen stonden. Zie? Ik wist niet meer waar ik was. Toen nam Billy mij bij de arm en leidde mij naar buiten, en het volgende wat ik wist was dat ze mij de trap opnamen naar de plaats waar ik verbleef. Zie, zie? En toen heb ik de hele nacht niet geslapen; ik heb u er niet over verteld. Zie?

29 De volgende dag, ik... het leek wel of alles waar ik naar keek... Het dienstmeisje kwam binnen om de kamers schoon te maken en ik stond daar en zodra zij binnenkwam, wist ik toen direct wat haar mankeerde. Ik ging naar buiten de straat op, liep door de straat en hier komt een man aan door de straat, precies daar, en voor u het weet, toen ik daar stond, schudde ik mijzelf bij het zien van iets wat hij gedaan had, en probeerde het hem daar op straat te vertellen. Zie?

30 Je beseft gewoon niet waar je doorheen gaat. Zie? U... u kent wel de buitenkant; u weet niet wat de binnenkant is. Het is alsof je heel hoog bent, een miljoen kilometer hoog, waar je je voelt alsof alles binnen je bereik is, en dan ineens val je ergens vanaf en je... daar ben je, zie. En dat is de reden dat wij het heel goed in de gaten moeten houden.

31 En op een keer was ik zo lang in de samenkomst, en de broeders lieten mij zo lang op het podium blijven, dat het bijna een jaar duurde voordat ik weer op het veld terug was.

32 En dat maakt het dus zwaar. Totdat ik de grens aan de andere kant oversteek en u mensen weer van aangezicht tot aangezicht ontmoet, u... het heeft geen zin om te proberen het te verklaren. Geloof mij gewoon als uw broeder. Ik probeer alles te doen wat ik kan in liefde voor u. Zou ik vanavond niet graag elke zieke willen nemen en zeggen: "Ik kan u genezen"? O, ik... als ik een kwart dollar zou kunnen nemen en die op straat neerleggen en door heel Hollywood heen duwen, van hier naar Hollywood, om u genezen te krijgen, dan zou ik het doen. Ik zou het zeker doen.

33 Maar als ik de Bijbel kon pakken en genoeg geloof kon opbouwen met slechts een paar dingen die u zou kunnen zien en herkennen. Zie, wij zijn zo aards gebonden, ieder van ons (ik ook, zie), en zodanig aards gebonden dat we niet beseffen dat het Jezus Christus is Die daar staat. Zie?

34 Nu, wanneer die zalving komt, kunt u hier van elke persoon gewoon precies opvangen waar de angsten en waar de frustraties zijn; het is daar, zoals een hartslag die tot u komt. Zie? Wanneer... Ik ben het niet; het is alleen gezalfd worden; dat is alles, zie. En het is slechts een gave die ik heb om mij aan de Geest over te geven.

35 Gewoonlijk eet ik niet, of iets, maar blijf ik mij enkel toewijden aan de Geest. En wanneer ze mij 's avonds hier brengen, spreekt niemand tegen mij. Zie, ik kom direct binnen en ga op dezelfde manier naar buiten. Ik blijf in de kamer en bid tot ik het kan horen of weten, en dat Licht zie bewegen in de kamer waar ik ben. Dan blijf ik gewoon zeggen: "Dank U, Here. Ik ga daarheen met één doel, om Uw mensen te helpen. Help mij nu, Here, wat het ook is, geef de mensen geloof." En dat is de manier waarop ik het doe. Dat is waar.

36 En wanneer het dan tot het bidden voor de zieken komt, door handen op hen te leggen, dat doe ik natuurlijk steeds. Dat is goed. En nu, dat is één manier; dat is de oude traditionele manier van de Joden om dat te doen. En het is goed; het loont voor Oral Roberts. En Tommy Osborn...

37 Ik geloof niet dat Tommy Osborn handen op de mensen legt; hij verklaart alleen het Woord aan hen en grijpt de duivel. Hij is zo'n geleerde dat hij de duivel gewoon op zijn plaats kan zetten met het Woord en hen dan voor elkaar laat bidden, doet één opdragend gebed en gaat daar dan weer zitten en laat hen naar voren komen om de rest van de avond te getuigen, zei hij. Het hindert hem totaal niet; hij doet niet... En ik heb hem niet lang geleden ontmoet. Tommy is een van de fijnste kerels. Tommy Osborn is werkelijk een christelijke heer, broeder Tommy Osborn: een zeer lieflijke man. En hij kreeg een houvast op het Woord door oude broeder Bosworth.

38 Hij kwam naar mijn huis; hij was hier. Wat zijn bediening liet starten, was toen hij daar was waar die bezetene kwam aanrennen om mij te doden (u hebt het menigmaal gelezen) op het podium. En toen stond hij daar, met zijn schouders naar achteren, spoog in mijn gezicht en van alles en zei: "Jij bedrieger," voor ruim zesduizend mensen, en hij zei: "hierboven jezelf voordoen als een dienstknecht van God." Hij zei: "Ik zal elk bot breken in dat kleine lichaam van je", een geweldige kerel van zo'n honderdtwintig kilo.

     Wel, u kunt maar beter weten waarover u spreekt. Spreek maar liever helemaal niet; maar laat God het spreken doen. Ik wist dat Hij mij daarheen geleid had.

39 Twee kleine politieagenten, die ik daarachter in een kleedkamer van de gehoorzaal tot Christus had geleid, kwamen aanrennen om hem te grijpen. Ik zei: "Dit is geen zaak van vlees en bloed; laat hem begaan." Dus rende hij daar naar boven.

40 Nu, ik vertel u, dat als u ooit een klein beetje boos wordt, u maar beter van het podium kunt gaan. Er is slechts één ding dat welke duivel ook of iets anders kan overwinnen en dat is liefde. De enige manier waarop ik ooit iemand kan helpen, is wanneer ik hen liefheb, en ik de liefde van hen voor mij kan voelen.

41 Nu, de man daar, ik dacht: "Die arme kerel, hij zou mij niet doden; dat is de duivel die hem dat laat doen. Hij is misschien een getrouwde man en heeft kinderen. Wat heeft hij tegen mij? Hij heeft mij nog nooit in zijn leven gezien." Ik kwam erachter dat hij uit een krankzinnigengesticht kwam, en een prediker op straat geslagen had en zijn kaak en sleutelbeen had gebroken. Hij had gewoon een manie om predikers te doden.

42 En daar kwam hij aanlopen; en een groep van ongeveer honderd predikers verspreidde zich heel snel van het podium af toen zij hem zagen. En daar stond hij dus, stond daar rechtop en zei: "Vanavond ga ik je helemaal midden dat gehoor in slaan en elk bot in je lichaam breken." Nu, hij was er lichamelijk ruimschoots toe in staat om dat te doen. Hij woog ongeveer honderdtwintig kilo en ik woog ongeveer vijfenvijftig.

43 Dus daar stond hij en ik keek om me heen; ik dacht: "Wel, arme kerel, kijk nu, daar heeft de duivel die grote, brede fijn geschapen man zo volledig gebonden. Is dat niet jammerlijk?"

44 En ik draaide me om. Ik zei helemaal niets; hield me gewoon stil. En ik hoorde mezelf hem vertellen... Zie, dat was de Geest, zie, de Geest vertelde het hem. U zou het in de oerwouden van Afrika en dergelijke moeten zien, hoe het werkt. U ziet het hier onder Amerikanen, maar zie het daarginds waar u voor toverdokters komt te staan. En Het zei: "Omdat u de Geest van God hebt uitgedaagd, zult u vanavond over mijn voeten vallen."

45 Hij zei: "Ik zal je tonen over wiens voeten ik zal vallen, jij bedrieger, jij slang in het gras, jij huichelaar." Hij liep naar voren en begon [Broeder Branham maakt spuuggeluiden – Vert] in mijn gezicht te spugen.

46 Ik zei geen woord; stond daar gewoon en keek naar hem. Hij kwam vlak bij mij; hij hief zijn lange stevige arm omhoog zoals dat, beet zijn tanden op elkaar en zijn ogen glinsterden; richtte zich op om mij te raken, en ik zei: "Satan, kom uit de man."

47 Hij deed "Whoo, whoo, whoo." Begon almaar rond te draaien, viel neer en drukte mijn voeten tegen de vloer zoals dat. Beide geesten hadden elkaar daar uitgedaagd. Ziet u? Hij had uitgedaagd en de Geest van God ging er op in. Zie? En daar viel hij op mijn voeten.

     En deze kleine politieagent kwam aangerend en zei: "Is hij dood?"

     Ik zei: "Nee meneer, hij is niet dood."

     "Wel, is hij genezen?"

48 Ik zei: "Nee meneer, hij aanbidt die geest; hij is niet genezen." Ik zei: 'Maar ik zou willen dat u hem van mijn voeten af zou rollen', omdat hij mij daar als het ware had vastgenageld.

49 Dus Tommy Osborn had dat gezien, of, zijn vrouw had het gezien en nam hem de volgende dag mee. En hij sloot zichzelf op in een kamer gedurende drie dagen. Toen ik thuiskwam van die trip stond hij daar helemaal vooraan. Kleine Tommy, met zijn gezin... zijn kleine baby en ook de kleine jongen. Hij ging twee of drie keer om de wagen heen; zo nerveus, weet u, en hij zei: "Broeder Branham, broeder Branham, denkt u dat ik een gave van genezing heb?"

50 Ik zei: "Kijk, Tommy, nadat deze opwekking zo begonnen is, zullen er zoveel Goddelijke genezers in het land zijn." Ik zei: "Het zal deerniswekkend zijn; het zal zo zijn dat de mensen zelfs geen samenkomst willen hebben, tenzij ze een Goddelijke genezing hebben." Zie, Goddelijke genezing is een bijzaak. U kunt nooit een hoofdzaak maken van een bijzaak, zie. Redding is de hoofdzaak voor de ziel. Goddelijke genezing is minder belangrijk. Maar ik zei: "Het zal komen te geschieden, omdat wanneer het fenomeen is gedaan, er altijd een gemengde menigte is zoals in de dagen van Mozes, zoals het altijd was."

51 Luther, ik nam hier niet lang geleden de geschiedenis van Luther weer ter hand en zei: "Het fenomeen van Maarten Luther was niet dat hij kon protesteren tegen de Katholieke kerk en ermee weg kon komen, maar dat hij zijn hoofd boven al het fanatisme hield dat na zijn opwekking volgde." Dus dat is waar. Daarom zei ik: "Het zal hier eender op volgen, zie je."

     Dus zei ik: "Jij werd voor de bediening geroepen; dat weet je, Tommy."

     Hij zei: "Ja, dat weet ik." Hij zag eruit als een veelbelovende jongeman voor de Here.

52 En ik zei: "Wel, als ik in jouw plaats stond, als je voor de bediening werd geroepen, dan werd je geroepen om voor de zieken te bidden. Ga niet... Vergeet over gaven van genezing en dergelijke; bid gewoon voor de zieken." Ik zei: "Ik zou daar onder die oude eikenboom gaan zitten om iets over het Woord van Goddelijke genezing te leren."

     Hij zei: "Welke oude eikenboom?"

53 Ik zei: "Die kaalhoofdige, die voor op mijn veranda zit, dr. F.F. Bosworth." Ik zei: "Er is geen man in het land die meer weet van het Woord van God over Goddelijke genezing dan hij."

54 Ik zou naar Afrika gaan hier ongeveer een paar jaar geleden, en ik was in Madison Square... Nee, hoe heet die plaats die je daar bezoekt, is het in New York? De St. Nicholas Arena. En hij was helemaal teruggevlogen, en hij vloog helemaal daarnaartoe. En op een avond toen ik het podium opging, zag hij mij en begon zo te huilen. En ik rende achter het scherm en omhelsde hem en ik zei: "Tommy, ben je net van de eilanden teruggekomen?"

     Hij zei: "Ja, broeder Branham."

     Ik zei: "Ik vermoed dat je erg vermoeid bent, geliefde, waarom ben je helemaal hierheen gevlogen?"

     Hij zei: "Ik ben helemaal niet vermoeid. Ik ben op een huwelijksreis."

     Ik zei: "Een huwelijksreis?"

55 Hij zei: "Ja, ik en mijn vrouw, wij hebben gewoon een geweldige tijd." Hij zei: "Ziet u, broeder Branham, ik ben blij dat de Here mij geen onderscheiding of iets heeft gegeven." Hij zei: "Weet u nog dat u mij vertelde onder die oude eikenboom te gaan zitten?"

     Ik zei: "Ja."

     Zei: "Die kaalhoofdige?"

     Ik zei: "Jazeker."

56 Hij zei: "Ik heb daar iets geleerd." Hij zei: "Ik ga en neem gewoon het Woord, gebruik ongeveer dertig minuten, en bindt Satan vast in zo'n knoop dat hij er niet meer uit kan komen en ga dan voor in gebed en zeg: 'U allen die genezen bent, kom naar voren.' Laat de eerste opstaan en het geeft de ander moed en de volgende." Hij zei: "Ik en mijn vrouw zitten daar achteraan en klappen in onze handen en hebben een geweldige tijd, juichen tot ongeveer elf uur, en dan laten wij de rest van hen het overnemen en gaan wij naar huis, wandelen in het maanlicht en hebben een heerlijke tijd", zei hij.

     Ik zei: "Ja, en diezelfde oude eikenboom zit hier nu precies vanavond te wachten om met mij naar Afrika te gaan."

57 Gezegend is zijn hart; vanavond is hij in de heerlijkheid, geniet hij aan de andere zijde van de genoegens van het eeuwige leven. Dat is het. O God, ik zal zo blij zijn, wanneer wij allen aan die andere zijde komen (u niet?) en het allemaal voorbij is.

     Nu, als u vanavond niet het zaad van Abraham bent, kom en wees het zaad van Abraham door Jezus Christus.

58 Nu wil ik even een vers uit de Schrift lezen. Ik geloof dat... Elke avond leest iemand de Bijbel voor mij. Of broeder Roy. Ik wil wat lezen... gewoon nog één, want als mijn woorden falen, zullen de Zijne het niet. En ik wil dit lezen uit 1 Johannes, het eerste hoofdstuk en het zevende vers.

     ... indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden.

59 Ik zou graag een tekst willen nemen, als het een tekst genoemd kan worden, voor een poosje over dit onderwerp hier, De basis van gemeenschap.

     ... indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden.

60 Nu wil ik spreken over de voorwaarden van gemeenschap. Waarom zijn wij hier bijeen? Wij zijn hier wellicht met verschillende organisaties; verscheidene denominaties zijn hier vertegenwoordigd, waarschijnlijk Methodist, Baptist, Pinksteren, Eenheid, Tweeheid, Drie-eenheid, Vier-eenheid, wat allemaal samenkomt, wij zitten hier. Nu, op een dag zal God ons allemaal bijeen drijven. Hij zal het moeten doen, zie, om te maken...

61 Hier in Houston, Texas, niet lang geleden, toen de Engel des Heren Zijn foto liet nemen, toen doctor Best van de Baptistenkerk daar die avond een debat hield. En toen zij het in de krant hadden gezet dat het debat zou worden gehouden tussen broeder Bosworth en hem, in mijn samenkomst daar, waar de Here mij heen had gezonden; wel, daar kwamen... Zij schonken er geen enkele aandacht aan of... er was één ding gemeenschappelijk: Goddelijke genezing stond op het spel, en daarom kwam ieder van hen, en toen hadden zij gezamenlijk gemeenschap. En zo zal het dan eens op die manier zijn. Communisme zal zich tenslotte hier rondom wortelen en wij zullen blij zijn met elkaar gemeenschap te hebben, nietwaar? Fijne broeders van hetzelfde dierbare geloof: of zij nu rijden op een kameel met één bult of met twee bulten of wat er ook is; wij zullen blij zijn om hoe dan ook met hen te rijden en te genieten van hun gemeenschap. Ik hoop dat ik leef om het te zien.

62 Welnu, gemeenschap is wanneer wij bijeen kunnen komen. Nu, u kunt het niet doen... zoals kraaien en duiven; zij kunnen geen gemeenschap met elkaar hebben. Hun dieet is verschillend en hun gewoonten zijn verschillend. U moet gemeenschap hebben zolang u met elkaar in overeenstemming bent. Nu, wat laat een mens verlangen naar gemeenschap? Wat laat ons samenkomen en verlangen naar gemeenschap met elkaar? Het is omdat er een zekere spanning vanuit moet gaan.

63 Een tijdje geleden was ik in een groot museum waar een Griekse kunstenaar een schilderij van Adam en Eva had geschilderd. Ik heb in mijn leven nog nooit zo'n afschuwelijk uitziende vertoning gezien als hoe Eva eruitzag, en Adam. Welnu, als Eva er zo uitzag – haar dat uitstak zoals dat en haar kaak zijwaarts gezet, en de ene arm deze kant op en de andere die kant op, en één been ongeveer zo dik en het andere zoals dat – o, het was een vreselijk, onmenselijk uitziend ding. Wel, als Eva er zo uitzag toen Adam wakker werd en haar zag, zou dat vandaag het verlangen van een man zijn, dat zijn vrouw er zo uit zou zien. Het was een verdraaiing. Dat is waar. Wij weten nu beter dan dat. Welnu, God maakt niets tenzij het perfect is; het is in orde en goed, dierbaar en volmaakt.

64 Nu, ik geloof, zoals de mens vandaag... Waarom komt de mens, wanneer hij ontdekt dat hij een zondaar is, waarom komt hij niet tevoorschijn en zegt: "Vader, ik ben een zondaar, ik wil dat U mij vergeeft." Nee, nee. Dat doet hij niet. Hij doet hetzelfde als Adam: zich ergens verbergen in de struiken. Ziet u? Hij wil ervan wegblijven. Waarom? Dat is wat hij in het begin deed.

65 En dat is wat ik geloof, dat Eva de mooiste vrouw was die ooit op de aardbodem is geweest. Ik verlang haar en Adam te zien aankomen en samen door de paradijzen van God te zien wandelen, en om gewoon te zien hoe de moeder van de aarde eruitzag. Ongetwijfeld was zij een prachtig persoon. En Adam was in alle opzichten een man, in elk opzicht mannelijk; Eva, in elk opzicht vrouwelijk.

66 Maar nu ontdekken we dat wat een mens naar gemeenschap doet verlangen is, dat hij eens gemeenschap had. En zijn gemeenschap was met God. Een mens vandaag probeert zijn best te doen, het maakt niet uit wat hij is, of hij een Indiaan is; toen wij hier kwamen vonden wij een Indiaan die de zon aanbidt, die een totempaal aanbidt. Gaan we naar Afrika dan vinden wij ze onder kleine afgoden, enzovoort. Ergens probeert hij zijn weg terug te vinden, omdat zijn oorsprong was om gemeenschap te hebben met God. Daar komt het door. Hij weet dat hij ergens van achter het gordijn komt en hij probeert alleen om daar achter te kijken om te zien waar hij vandaan komt en waarheen hij terug op weg is. Dat is de reden waarom het bovennatuurlijke zo geweldig de aandacht van de mensen trekt, omdat de mensen uitkijken naar waar zij vandaan komen en waar zij naartoe gaan.

67 Er is slechts één Boek in de wereld dat u dit kan vertellen en dat is de Bijbel: wie u bent, waar u vandaan komt en waar u heengaat. Dat is nauwkeurig; het vertelt u uw bestemming, regelrecht hier in de Bijbel en waar u vandaan komt en wie u bent.

68 Nu, zodra een mens heeft ontdekt dat hij een zondaar was, heeft hij altijd geprobeerd zijn eigen weg terug te gaan. Hij heeft geprobeerd zijn eigen weg terug te vinden en is totaal verdwaald. Nu, dat is de reden, denk ik, dat Christus naar ons verwees als schapen, schapen van Zijn weide.

69 Iedereen die wel eens schapen heeft geweid, weet dat wanneer een schaap verdwaald is, hij totaal verloren is. Ik heb ze vaak gehoed en ik heb die schapen daar zien staan. Wanneer het afgedwaald is van de rest zal hij daar gewoon staan te blaten tot de wolf hem pakt of dat er iets gebeurt. Het kan zijn weg niet terugvinden. Hij is totaal verloren; hij moet zijn herder hebben.

70 En zo is het met het menselijk ras. Wij kunnen onszelf net zomin redden als dat een luipaard zijn vlekken van zich af zou kunnen likken; hij laat ze alleen meer glanzen terwijl hij likt. Zie, maar het toont zijn sterk verlangen. Hij probeerde zijn weg terug te vinden. Hij heeft nog steeds diezelfde instelling om te proberen zijn weg terug te vinden.

71 We vinden dat het eerste wat hij probeerde te doen was dat hij zich probeerde te bedekken met vijgenbladeren om zich... Nu religie is een bedekking; wij weten dat het een bedekking is. Het eerste wat hij probeerde te doen, was zich te bedekken door zich uit vijgenbladeren een paar schorten te maken. Hij ontdekte dat die niet werkten. In de tegenwoordigheid van God veroordeelde God de werken van zijn hand. Het werkte gewoon niet.

72 Hij probeerde een toren te bouwen, zodat hij uit alle overstromingen en verwoestingen weg kon blijven en zocht zich een uitweg op deze toren in Babel, terug naar God. God veroordeelde het en verwarde hun taal en de toren viel. En telkens wanneer de mens probeert zijn eigen weg te banen, faalt hij.

73 Nadat hij zijn gemeenschap met God was kwijtgeraakt, werd hij een zwerver, moest hij zichzelf zien te redden. Vóór die tijd zorgde God voor hem, maar nu ontdekt hij dat hij zichzelf moet redden en dat is behoorlijk moeilijk. Hij heeft dus geen liefhebbende Vader Die over hem waakt, hem beschermt en leidt en hem de weg wijst, en hem voedt en kleedt en voor hem zorgt zoals hij gewend was. Dus in plaats van terug te komen, probeert hij zijn eigen weg te vinden. Hij wil zijn eigen weg terug banen. De mens verlangt zijn eigen weg te gaan; dat heeft hij altijd gedaan. Ik denk dat hij altijd zal proberen zijn eigen weg te vinden. En telkens wanneer hij zijn eigen weg gaat, gaat hij altijd verkeerd.

74 Nu, we zien in dit tijdperk... laten we enkele wegen nemen waarop hij nog steeds probeert terug te gaan. Hij probeert zich in dit tijdperk terug te brengen door zijn intellectuele opvattingen. Hij probeert zichzelf terug te brengen door opvoeding. Niet lang geleden hadden wij hier een programma: "Als wij de wereld konden opvoeden." Hier ongeveer vijfenzeventig jaar geleden nam de wereld het op zich om zichzelf te onderwijzen om terug te keren naar gemeenschap, alle naties te laten... wanneer wij de wereld beschaving zouden brengen, de vrijheidsmonarch zouden brengen, en de heidenen en alles zouden brengen. Wij begonnen in onze kerken programma's te maken om te leren lezen, schrijven en rekenen. Wat deden wij? Maakten hem een tweevoudig meer kind voor de hel dan hij ooit was om mee te beginnen.

75 Ik kwam onlangs uit Afrika. En het slechtste wat ze ooit in Afrika deden, was het onderwijzen van de heidenen. De moeilijkste heiden om mee om te gaan is de ontwikkelde heiden. Nu, een heiden is een ongelovige. En wanneer u een ongeschoolde heiden krijgt kunt u soms met hem praten, maar als u hem onderwijst dan weet hij er meer over dan u of God of enig ander.

76 Dus, en wat doen wij? Nu, opdat mijn gekleurde vrienden hier het zullen begrijpen. Wanneer u de Afrikaanse neger neemt, wanneer hij daarbuiten in zijn hutje is, is hij in orde. Er is slechts één ding dat hij nodig heeft, dat is Christus. Brengt u hem in de stad, en als...

77 En ik vertel u dat zij, zoals zij daar zelf leven, deze christelijke wereld hier moraal zouden kunnen onderwijzen waar men hier niets over weet. Wel, er is daar een stam, en als een meisje wacht tot na een bepaalde leeftijd voordat ze getrouwd is, en als zij niemand heeft of tegen die tijd niet met iemand trouwt, wel, dan moet zij de stamverf verwijderen en naar de stad gaan, en gewoon een arbeidster zijn, zoals degenen die in de stad zijn, in de afgebakende wooncomplexen. Zij is niet meer geschikt om in de samenleving van die stam te blijven.

78 Nu, en als zij getrouwd is... voordat zij kan trouwen, moet zij onderzocht worden op haar maagdelijkheid. Als zij schuldig wordt bevonden, moet zij vertellen wie de man is die het gedaan heeft en worden zij beiden gedood. Wat als men dat vanavond in Hollywood of Los Angeles of in de Verenigde Staten zou doen? Er zouden heel wat worden gedood. In Afrika is geen nachtleven zoals dat. Nee, zij leven hoger, reiner, zedelijker dan wij die ons Christenen noemen. Jazeker. Als dat meisje schuldig wordt bevonden of een vrouw ooit schuldig wordt bevonden aan onrein leven of aan oneer tegenover haar echtgenoot, wordt zij ter plekke gedood met de man die met haar geleefd heeft. Jazeker, er is geen zedeloosheid onder hen.

79 In al de onderscheidingsgevallen heb ik nooit één geval van geslachtsziekte onder hen gevonden. Dat is waar, in niet één van hen. Ik vond TB en andere dingen, zelfs lepra, maar geen zedeloosheid of enige geslachtsziekte.

80 Nu, zie, daar zijn zij zwervers. En onze opvoeding, wat doen wij met ze? Wij brengen ze daar in zo'n wooncomplex, en je schopt tegen een stuk blik, terwijl zij proberen... die stamverf moeten verwijderen. En je ontdekt dat geiten, varkens en van alles daar wegrennen, en vier of vijf kinderen, vier of vijf mannen, vier of vijf vrouwen. Dat is wat de beschaving met hen doet.

81 Toen dit land nog prachtig was, leefde de Indiaan hier alleen; hij had heel weinig zonde, weinig stammenoorlog. Maar toen de blanke kwam, wat bracht hij? Vrouwen, whisky, doodslag, moord. Kijk waar het nu aan toe is. Zie? Beschaving brengt zonde, altijd. Toen de mens zich op de aarde begon te vermenigvuldigen, zette gewelddadigheid in en God vernietigde de wereld.

82 Zonde kwam door beschaving, dus uw intellectuelen zullen u nooit terugbrengen in de gemeenschap met God. Dat is een harde bewering, maar laat me dit zeggen met alle verdraagzaamheid en niet om mijn onwetendheid te ondersteunen, maar ik denk dat de ergste vijand die Jezus Christus ooit heeft gehad, onderwijs is geweest. Onderwijs de wereld en u krijgt een stel goed opgeleide heidenen en u kunt niets met ze beginnen.

83 Niet lang geleden had ik een FBI man die in mijn samenkomst was bekeerd. Hij nam mij in de kamer en liet mij zien hoe de... waar de misdaad begint. En ik deed eens een dergelijke uitspraak in een samenkomst, en hij toonde mij op een kaart, zoals u een klein ding neemt en het op zekere plaatsen op een kaart zichtbaar maakt, en het liet zien dat waar de hoogst opgeleide mensen waren de meeste misdaad gebeurde. Dat is juist. Ze denken dat ze de wet te slim af kunnen zijn en dat soort dingen.

84 Onderwijs is een schuldenaar geweest aan de redding van de menselijke ziel. Nu, onderwijs is fijn zover als het gaat, maar het zal nooit de plaats van redding innemen. Dus de mens die door onderwijs terug probeert te komen tot Christus vecht tegen de lucht. Het zal hem nooit lukken. Hij kan het niet.

85 Wel, wanneer dat heeft gefaald... willen ze nu proberen om de mensen in een gemeenschap te brengen. Daarna dachten zij dat zij zouden... om denominaties te maken in de wereld. De Methodisten zouden hun denominatie hebben, de Baptisten zouden de hunne hebben en de Katholieken de hunne en de Pinkstermensen de hunne; en dat was een andere fatale fout. U kunt het nooit doen; u zult het nooit doen. U bevecht evenveel lucht als zij die het onderwijsprogramma maakten. U zult nooit ertoe in staat zijn. Het is van den beginne niet Gods plan. U zegt: "Wel, we hebben een geweldig programma. Wij hebben..."

86 Dat mag zo zijn, maar de kerk is geprogrammeerd tot de dood. Zo is het. Wij hebben geen programma's nodig; wij hebben gebedssamenkomsten nodig. Dat is juist. Wij hebben geen onderwijs nodig. Wij hebben redding nodig, dat is wat wij nodig hebben. Redding ligt niet in onderwijs. Redding ligt niet in denominaties.

87 Onderwijs speelt zijn deel. Denominatie speelt haar deel. Maar dat is niet de fundamentele reden voor... dat is niet de manier waarop wij ooit weer tot gemeenschap terug zullen keren.

88 Nu, hier zitten... en hier is een man die een Baptist is en hier is er een van Pinksteren. Zij hebben een hekel aan elkaar. Dan de Pinkster Eenheid en de Pinkster Drie-eenheid en de Pinkster hoe veel, weet u, al deze. En de Church of God, Foursquare, elk, zie, op gespannen voet met elkaar.

89 Als de Assemblies mij in een stad zouden willen brengen, dan wil de rest van hen daar niets mee te maken hebben. Als de anderen mij erin brengen, geen van de rest wil er iets mee te maken hebben. Zie? Dat is de wijze waarop het schijnt te zijn.

90 U zult nooit in staat zijn om mensen door denominaties tot gemeenschap te brengen. U kunt het niet, het gaat eenvoudig niet. Het zal gewoon niet werken; het is niet Gods programma.

91 Nu, ziet u de grote zaak die zij nu doen? God heeft nooit iets vernietigd, maar de mens vernietigt zichzelf door zijn eigen wijsheid. In de hof van Eden waren twee bomen. Een was de Boom des levens; de ander was de boom van kennis. De eerste keer dat een mens een beet van de boom van kennis nam, scheidde hij zich af van zijn gemeenschap met God.

92 Elke keer wanneer hij een beet neemt, vernietigt hij zichzelf. Hij nam een beet van buskruit en doodt zijn kameraad. Het volgende dat hij afbeet waren auto's, het doodt meer dan buskruit. Hij verkreeg zich nu een atoombom, wat zal hij daarmee gaan doen? Zie, hij vernietigt zichzelf steeds door zijn kennis, wat hij heeft bereikt. Waarom komt hij niet terug naar deze eenvoudige boom van geloof hier en gelooft het? Zie? Dat is al wat hij moet doen.

93 Let nu op wat er heeft plaatsgevonden. Wij zien dat de mens een programma heeft genomen; zij kregen het in Rusland; zij namen het over in de Verenigde Staten, opdat zij door wetenschap hun weg terug zullen vinden. Welnu, de wetenschap bracht kort geleden een fles naar Rusland, zodat zij spieren terug konden brengen bij een mens die kinderverlamming had gehad. Het kon de spieren laten groeien. Ze namen een flesje en schudden het: "Wij hebben genezing in deze fles. Wij hebben hier genezing in. Wij hebben... hier is redding in deze fles."

94 Zie, wetenschap, zij kunnen... proberen naar de maan te gaan en dat is een andere toren van Babel. Dus zij... al die verschillende dingen, de spoetniks in een race om daar op de maan te komen.

95 Wel broeder, ik ben niet in een race, maar ik vertel u één ding, ik heb hier een programma; niet dat ik het heb, maar God heeft het, en ik ben Zijn verkoper daarvan. En ik vertel u nu: het is een programma dat u honderd miljard, miljard, miljoen lichtjaren voorbij de maan zal brengen. Dat is juist.

96 En als u naar de maan gaat, kunt u daar niet gaan zitten, want u zou zogezegd gelijk weer omhoog springen, tenzij u een soort magneet had die u daar vasthield. U zou daar niet kunnen overnachten, u zou doodvriezen. Overdag zou u verbranden. Wat gaat u doen wanneer u daar komt?

97 Daar wil ik niet heengaan. Ik wil daarheen gaan waar ik mij thuis voel; dat is aan de andere kant. Jazeker. Een vlucht in een moment, in een oogwenk, weggerukt te worden in de opname en te gaan om met de Here Jezus te zijn waar wij voor eeuwig zullen leven. Niet iets proberen om u aan iets vast te hechten, maar iets dat u daar reeds bent om voor eeuwig te blijven. Wat een glorieuze zaak is dat.

98 Nu, u ziet al deze denominaties, scheidingen, wetenschappers en al hun... al de opleiding, al de denominaties, al de scheidingen en rassenscheidingen, enzovoort. We hebben het belangrijkste grondbeginsel verlaten, en de enige manier waarop God de mens in gemeenschap kan brengen. Wij kunnen het niet door racisme, door de rassen te scheiden; op die manier kunnen wij het niet doen. Wij kunnen het niet door nationalisme. Men wil één vlag, één natie, één taal. Wel, op een keer zal dat zo zijn. Nu, de enige reden dat de mens het wil... Duitsland wilde het; hij wilde dat zij allen Duits zouden spreken, dat alle naties Duits zouden spreken. Als je geen Duits spreekt ben je er niet in.

99 Ik was in Afrika en de Boeren denken... Zij hebben hoe dan ook een onwettige taal, een beetje Frans, een beetje Engels en een beetje Duits en dat allemaal bij elkaar gemengd en ze zeggen: "O, in het millennium moeten ze die taal gebruiken, wanneer het duizendjarig rijk aanbreekt", dat denken de christenen.

     Wel, de Engelsen, de mensen van Brittannië weet u, willen denken: "O my, zeker, wij... het zal Engels zijn in het millennium."

     Wel, wij zeggen: "Zij zullen zeker met Amerikaans accent spreken in het millennium."

100 Maar ik zal u vertellen, u zult verbaasd staan. Er zal een hemelse taal zijn die u nooit eerder hebt gehoord en die taal zullen wij gaan spreken.

101 En het zal niet de Star Spangled Banner zijn [De met sterren bezaaide banier – de vlag van de Verenigde Staten – Vert], noch het hakenkruis of de heksenkring of de halve cirkel van sikkel en hamer. Het zal geen van die vlaggen gaan worden, maar het zal het ruwe oude kruis zijn, bevlekt met zulk goddelijk bloed, een embleem van lijden en schande. Dat is de vlag. Eén vlag, één Koning, Christus Jezus, één natie, één volk, één taal, alle Christenen wedergeboren, dat zal de tijd gaan zijn.

102 Nu, God stelde het programma direct vast in de hof van Eden en veroordeelde vanaf het begin het werk van de hand van de mens. Zodra de mens zijn eerste fout maakte om zijn weg terug te vinden met zijn vijgenblad-religie om weer terug te komen, veroordeelde God het. En wat deed Hij? Hij slachtte een paar dieren en kreeg een paar schapenvachten, geloof ik dat het was, en wierp het daar in. Dus het toonde daardoor dat er bloed is vereist, dat het altijd Gods programma is geweest en altijd Gods programma zal zijn; dat er door het bloed vergeving van zonde is. En zonder bloedstorting is er geen vergeving van zonde. Of u het nu neemt op elke manier die u wenst; elk ander programma zal falen maar dit niet. Zonder de bloedstorting is er geen vergeving van zonde.

103 God stelde daar in den beginne het programma vast en de enige manier die er is om weer gemeenschap met God en met elkaar te hebben, is door het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon. En Hij, Die het lam of het schaap slachtte, bracht de schapenvacht. Iets stierf om hen te bedekken.

104 En zo is het precies. U kunt het niet organiseren. U kunt het niet onderwijzen. U kunt het niet wetenschappelijk... u moet het aannemen op basis van het geloof dat er iets voor u stierf. Dat brengt de gemeenschap.

105 Nu, Job geloofde dat, het oudste boek in de Bijbel; Job nam het bloedoffer aan, hij nam het brandoffer aan, wat de slachting van het schaap was. En herinner u dat hij er vast op stond. Toen alles bij hem kwam, zelfs zijn kerkleden, en zeiden: "Job, jij hebt gezondigd; je hebt tegen God gezondigd"... Eens...

106 Laten we Job een ogenblik nemen. Wij zien dat hij dat offer had gebracht; hij had voor zijn kinderen een zondoffer gebracht en gezegd: "Misschien hebben zij gezondigd; misschien hebben zij tegen God gezondigd, daarom zal ik een brandoffer voor hen offeren." Is dat niet lieflijk?

107 Als wij vandaag mensen hadden en als onze moeders en vaders zo bezorgd over onze kinderen waren, in plaats van ze hier op straat uit te laten gaan met een of ander sigarettenrokertje, en naar deze rock-and-roll feestjes en dergelijke dingen die ze doen. Als wij ze thuis zouden hebben en voor ze zouden bidden in gebedssamenkomsten en... het zou een heel andere wereld zijn. Jazeker.

108 Job zei: "Misschien zou ik mijn zonen en dochters niet van zondigen kunnen redden, maar als zij gezondigd hebben, zal ik standvastig staan met een brandoffer. Ik zal een brandoffer offeren."

109 En toen de beproevingen en verzoekingen kwamen, nam Job Gods voorziene weg, de offerande, het bloed, het brandoffer, en hield eraan vast. En toen de beproevingen en testen kwamen, wel, als dat alleen op basis van de denominatie was geweest, zou hij allang gevallen zijn. Op grond van wetenschap zou hij allang gevallen zijn. Want hij was... Alles wat hij had was van hem afgenomen. Zijn kinderen waren gedood. Zijn rijkdommen waren afgenomen, zijn gezondheid was verdwenen, en hij zat buiten op de ashoop met een potscherf of zoiets zijn zweren te krabben, tot zelfs zijn vrouw zei: "Job, waarom vervloekt gij God niet en sterft de dood?"

110 Hij zei: "Gij spreekt als een dwaze vrouw." Hij zei niet dat zij dwaas was, maar zij sprak als een. Zei: "Gij spreekt als een dwaze. De Here heeft gegeven en de Here heeft genomen, gezegend zij de Naam des Heren." Toen zijn troosters, de kerkleden, bij hem kwamen en hem beschuldigden... Hij wist dat hij rechtvaardig was, omdat hij niet vertrouwde op zijn eigen verdiensten, maar omdat hij aan Gods vereisten had voldaan, want hij had gestaan op het bloedoffer. Jazeker. Hij wist dat hij rechtvaardig was, omdat hij aan Gods voorwaarden voldeed.

111 En dan, merk op dat als u slechts zult blijven vasthouden... Sta op het bloed, neem niets anders. Bij uw denominatie horen, dat is goed. Onderwijzing hebben, dat is fijn; wetenschap, dat is in orde. Maar allereerst, plaats uzelf op het bloed. De enige plaats van gemeenschap is het bloed.

112 Nu, let op Job, ongeacht wat er kwam of wat er ging, wat zijn kerk zei, wat iemand anders zei, hij wist dat hij aan Gods voorwaarden had voldaan. Hij bleef staan op het bloed, het brandoffer. En merk op, toen het laatste uur van zijn verzoeking kwam en hem verteld werd God te vervloeken en te sterven enzovoort, toen zei hij: "Gij spreekt als een dwaze vrouw."

113 Toen kwam Elihu. Eli, El betekent 'Gods Sterke'. Ontleed zijn naam en u krijgt God in Christus, vertegenwoordiger. Hij kwam en hij beschuldigde Job er niet van een zondaar te zijn. Maar Job wilde weten waar een God was, waar hij naartoe kon gaan om aan Zijn deur te kloppen en met Hem te spreken, en waar er Een zou zijn, een Rechtvaardige, vertelde Elihu hem, Die in de bres kon staan en Zijn hand kon leggen op een zondig mens en een heilig God, en Die de weg tussen een zondig mens en een heilige God zou overbruggen, waar op een dag het echte waarachtige Bloedoffer zou komen.

114 Job, die een profeet was, kwam in de Geest toen de Geest op hem kwam; de donders begonnen te rollen, de weerlichten begonnen te flitsen en hij stond op en zei: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft en in de laatste dagen zal Hij op deze aarde staan, en hoewel de huidwormen dit lichaam zullen vernietigen, toch zal ik in mijn vlees God zien." Hier nam hij dit bloedoffer totdat die Echte kwam. Hij keek naar deze en zag dat het een schaduw was van Een Die moest komen, want God had dit, ver terug in Eden, vereist, en Job hield vast aan dat offer. Jazeker. Het was de enige plaats waar God beloofde de mens te ontmoeten; onder het bloed.

115 Israël in het Oude Testament; de enige plaats waar God ooit Israël ontmoette, was onder het vergoten bloed. Zij kwamen vanuit alle naties, waar het lam werd geslacht, maar God ontmoette slechts onder het vergoten bloed.

116 Gods ontmoetingsplaats is onder het bloed van het Lam. Daar ontmoet Hij Zijn volk. Daar ontmoet Hij Zijn gemeente. Daar komt Hij uw noden tegemoet, onder het bloed. En buiten het bloed is er geen vergeving of verhoring; alleen door het bloed.

117 Nu, en wij nemen Numeri, het negentiende hoofdstuk van Numeri, toen zij op hun reis waren, waar God hun vertelde een rode vaars te nemen. Let nu even op dit symbool hier. Nu: "Ga en neem een rode vaars waarop nooit een juk is gekomen." Ze is nooit onder een juk geweest, nooit in haar juk geweest. En ze is rood, moet geheel rood zijn. Nu is rood voor sommigen een slechte kleur. Rood betekent stop bij het stoplicht, enzovoort; maar rood is ook het teken van een verzoening.

118 Hebt u ooit wetenschappelijk rood genomen en door rood gekeken? Als u rood neemt en er door rood naar kijkt, is het rode wit; bekijk rood door rood en het ziet eruit als wit. En daarom, wanneer God door onze zonden kijkt die zo rood zijn als karmozijn, toch zullen ze wit zijn als sneeuw. Wanneer Hij kijkt door het bloed van Zijn eigen Zoon en ons ziet, kan Hij ons niet zien als karmozijnrode zondaars; Hij ziet ons zo wit als sneeuw, gewassen in het bloed van Zijn eigen Zoon, wanneer wij onder het bloed zijn. O, wat prachtig, de Bijbel en Zijn illustraties. Rood door rood ziet eruit als wit. Ik weet dat dit een groot teken voor ons is, het teken van een verzoening, de rode vaars. Nu, zij moest in de avondtijd geslacht worden: een type van Christus.

119 Nu, toen Christus kwam, was Hij nooit onder één juk met de Farizeeën of met de Sadduceeën. Hij was slechts onder een juk met Eén, en dat was de Vader. Hij en de Vader waren onder één juk. Zij waren Eén. En zo moet de Christen zijn. Of u een Methodist bent, Baptist, Pinksteren, wat het ook is, u moet allereerst onder één juk zijn met Jezus Christus. "Neem uw juk op Mij en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig." Daarom brengt het u terug in relatie en gemeenschap met God, zolang u onder één juk samen bent met Christus.

120 Wij zien nu dat wanneer... de vaars moest geslacht worden in de avondtijd voor de gehele samenkomst; zo werd Christus gedood in de avondtijd. Nu, toen zij moest worden geslacht, moest haar lichaam worden verbrand met hoeven en al. En het was om een water der afscheiding te maken. Wij zien dit nu in het boek Efeze waar wij gewassen worden door het water van het Woord. De wateren der afscheiding is het Woord van God.

121 En het moest worden bewaard op een reine plaats, opdat elke voetreiziger of enige zondaar die voorbij kwam om in de samenkomst van de Here binnen te gaan... dat dit hier in deze reine plaats werd bewaard. Dan moest hij zeven streken bloed nemen en die met zijn vinger strijken over de deur, de hogepriester Eleazar, om de samenkomst binnen te kunnen gaan.

122 Kijk nu hoe prachtig dat is. O, ik hoop dat u het niet mist. Let op. Wat is het eerste? Nu, mijn broeder Baptist, Methodist en Pinksteren, ik hoop dat u gewoon een paar minuten uw jas uitdoet. Ik wil dat u tenminste dit ziet.

123 Hier niet lang geleden sprak ik hierover in een gemeenschapssamenkomst, en een van de voorname rabbijnen van de Verenigde Staten kwam daarna naar mij toe, daar achterin, en zei: "Ik heb dat nooit zo in mijn leven gehoord. Ik ben een rabbijn geweest en kom uit een generatie van rabbijnen; rabbijn na rabbijn na rabbijn." En nu is hij een Pinkster rabbijn met de doop van de Heilige Geest.

     Ik predikte met hem in Shreveport. En de dame vertelde hem: "Meneer," zei ze, "rabbi, ik heb een televisie in uw kamer gezet."

     Hij zei: "Geen televisie, hellevisie; neem hem hier weg."

     En ze zei: "Wel, bent u geen rabbijn?"

     Hij zei: "Ik ben een Pinkster rabbi; gezegend zij God", zei hij. Wel, ja!

124 Let nu op dit symbool hier. De vaars moest verbrand worden en samen met haar moesten hysop, cederhout en scharlaken verbrand worden; dat moest samen met de vaars worden verbrand. Nu, merk op. Ceder is rood hout, gekleurd hout, wit en rood tezamen symboliseren het kruis. En scharlaken is ramswol, geverfd met bloed. En hysop was een onkruid waarmee het erin werd gedaan. Met hysop bracht je het bloed aan. En het was het bloed op scharlaken, op cederhout, alles tezamen verbrand, om wat te maken? Om de wateren der afscheiding te maken, het maakte het water en de afscheiding, bewaard op een reine plaats.

125 Nu, de zondaar kwam langs; hij was onrein. Merk op, het water der afscheiding, de as gemengd met water, wat de geest van leven betekent, enzovoort. Maar hij moest als gevolg van zijn zonden besprenkeld worden met het water der afscheiding.

126 Nu, mijn Baptistenbroeder, ik wil u iets vragen, indien rechtvaardiging alles is wat God vereist, zou ik u dit willen vragen: als de man door de wateren der afscheiding was afgescheiden, besprenkeld, dan kon hij nog niet in de aanbidding van de heerlijkheid van de Here binnengaan. Hij zou het niet kunnen doen, want hij was alleen van zijn zonden besprenkeld. Het scheidde hem af van zijn zonden, maar het bracht hem niet in gemeenschap. Dat is waar. Het scheidde hem slechts af van zijn zonden. Nu, Efeze zei: "Wij zijn gewassen door het water van het Woord."

127 Het Woord horen en gewoon zo religieus te zijn als u maar wilt, en uw voorganger een geleerde en uw doctor in de godgeleerdheid een geleerde; dat brengt ons nog steeds niet in gemeenschap. Zeker niet, dat doet het niet, omdat zij alleen van hun zonden werden afgescheiden. Nu, dat is... Rechtvaardiging was Maarten Luthers leerstelling. Dat weten wij. Gerechtvaardigd door geloof en het bracht nog steeds geen gemeenschap.

128 Nu, wij weten het volgende wat de gelovige moest doen. Na afgescheiden te zijn van zijn zonden, wat deed hij dan? Het volgende wat hij deed is dat hij zich keerde naar het gerechtshof. En terwijl hij ging... (Merk op. O my, ik voel mij religieus, wanneer ik hierover praat.) Kijk, het volgende waarnaar hij moest kijken; hij had zeven strepen bloed voor zich, wat toonde dat... De zeven strepen betekenden de zeven gemeentetijdperken of de zevenduizend jaren; en elk tijdperk moest vertegenwoordigd worden door het bloed, niets anders, geen andere manier. Van Genesis tot Openbaring, van Eden tot het millennium is het bloed en niets dan het bloed.

129 Nog iets, de gelovige moest dit erkennen, de gelovige die binnenkomt tot... Nu, hij is nog niet in gemeenschap, toch is hij afgescheiden van zijn zonden, maar hij heeft geen gemeenschap. Hij heeft moeten erkennen dat het bloed voor hem uitging, iets stierf om voor hem uit te gaan, en Hebreeën 13:12 en 13 zei: "Jezus leed buiten de legerplaats, opdat Hij het volk zou heiligen met Zijn eigen bloed." Dat brengt u Methodisten naar voren, in orde, voor uw heiliging, maar nog steeds niet in gemeenschap; dat deed het nog steeds niet. Maar toen zij gingen... Hij was binnen, binnen in het gebouw. Maar u kon gemeenschap hebben met elkaar, elkander groeten, maar nog geen gemeenschap hebben met God.

130 Nu, dan moest de hogepriester eenmaal per jaar (o my!) gekleed zijn op een bepaalde manier. Hij moest op een bepaalde wijze gezalfd worden. Hij moest gezalfd worden met het parfum van de roos van Saron. Zij goten die over Aärons baard en het liep helemaal naar beneden tot de zomen van zijn mantel. Hij moest een bepaald gemaakte kleding aan hebben. En nog iets, hij moest op een bepaalde manier lopen. Aan het eind van zijn mantel had hij een belletje en een granaatappel, een bel en een granaatappel. En hij moest op een bepaalde manier lopen om het te laten klinken: "Heilig, heilig, heilig voor de Here; heilig, heilig, heilig voor de Here." Wat doet hij? Hij nadert de Shekina heerlijkheid, de echte gemeenschap. Halleluja!

131 Nu, ziet u, hij moest... en hij moest een geluid maken. De enige manier waarop de samenkomst kon vertellen dat hij niet dood was, was doordat zij dat geluid konden horen. Ik vertel u: wanneer de gemeente flink geluid laat horen, dan is daar iets gebeurd, zo zeker als de wereld; want overal waar de Shekina heerlijkheid is, daar is geluid.

132 Let op de man die gezalfd is. En Aäron ging binnen, het bloed voor zich uitdragend bij het binnengaan. "Heilig, heilig, heilig voor de Here. Heilig, heilig, heilig voor de Here", weerklonken die bellen: gezalfd, terwijl hij het heilige der heiligen binnenging. Wat bewonderde de vergadering die man altijd. Hoe hij daar op een dag was binnengegaan en zijn oude staf die hij in zijn hand had, had achtergelaten. En toen hij daar weer binnenging, was die staf die dood was, niets dan een oude stok, tot leven gekomen, bloeide en had bloesems eraan (jazeker), liggend in de tegenwoordigheid van de Shekina heerlijkheid. Whew!

133 Ik vertel u, dat zal het doen zo zeker als de wereld. Het zal een oude dode kerk nemen die in die Shekina heerlijkheid komt, en die tot bloesem laten komen in een gemeente van geloof en tekenen en wonderen. Jazeker.

134 Merk op wat er plaatsvond. Hier was hij, gezalfd, ging die plaats binnen, en zij konden gewoon luisteren om die bellen te horen. Aäron stond in de Shekina heerlijkheid bij de genadetroon, waarover de cherubs hun vleugels hadden uitgeslagen, de bewakers van de genadetroon. En zij konden daarbinnen luisteren. O, wat verlangde hun hart om daar binnen te gaan: "Heilig, heilig, heilig voor de Here", en te weten wat het voor Aäron deed. O, hij leefde van jaar tot jaar om binnen te gaan. En hoe de gewone vergadering niet binnen kon gaan, hoewel zij leefden onder het bloed, maar toch niet in de Shekina heerlijkheid.

135 Maar toen het ware bloed kwam, het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, verbrak Hij de middelste scheidingsmuur. Hij scheurde het gordijn van boven naar beneden. En laat nu de gelovige, wie ook maar wil, komen in de Shekina heerlijkheid. En een man, die door rechtvaardiging het Woord gelooft en door heiliging zich reinigt van zijn zonden, hij is degene om de Pinkster Shekina binnen te gaan.

136 God deed hetzelfde op de Pinksterdag toen Hij de gemeente door rechtvaardiging had verlost: Romeinen 5:1. Heiliging, ik geloof dat het in Johannes 17:17 staat, dat Hij zei: "Heilig hen, Vader, door de waarheid; want Uw Woord is de waarheid." Maar op de dag van Pinksteren was de tussenmuur, de scheiding afgebroken; het gordijn werd op Golgotha van boven naar beneden gescheurd en de gelovige ging die Shekina heerlijkheid binnen en de kracht van God viel op hen. "Heilig, heilig, heilig voor de Here", klonken de lofprijzingen en de glories in onbekende talen. En zij kwamen juichend en verblijd naar buiten.

137 Dat is de enige plaats van gemeenschap. Broeder, dat is de enige plaats die de Jood, de Griek, de blanke, de zwarte, de gele en de bruine in hemelse gewesten in Christus Jezus tezamen zal doen zitten, wanneer zij die Shekina heerlijkheid zijn binnengegaan. In hen is geen schaamte achtergebleven. Ik geloof dat dit is wat er vandaag met de Pinkstergemeente aan de hand is, broeders. Hmm! Wij ontdekken dat de mensen zo beschaamd raken. Zij schamen zich om "Amen" te zeggen. Zij schamen zich zelfs om de Here te verheerlijken.

138 Sommige predikers staan op en zeggen: "a-amen" als een kalf dat krampen heeft. En zij komen op zoals dat, proberen te gaan... Ik haat dat. Ik houd van... Zij staan op en zingen met een geweldig bijzonder klassiek lied over iets groots, om te proberen als de rest van de kerken te zijn. Dat is geen gemeenschap. Als er iets is wat ik haat... Excuseer mij die uitdrukking van een paar minuten geleden, ik bedoelde het niet zo te zeggen, vergeef mij. Maar wanneer ik eraan denk hoe de gemeente is geworden, zo stijf en onverschillig, o my, wat is er aan de hand? U ziet hen daar opstaan en proberen te zingen.

139 Niet lang geleden stond ik in een heiligheidskerk waar achterin een koor stond. Hmm. Ik wilde zo graag iets zeggen. Zij wisten niet dat ik in de studeerkamer van de predikant zat. En hier komt dat koor naar buiten, en David du Plessis nam een collecte op voor buitenlandse zendingsposten. En zoals die jongens met geweldige lange gewaden en dergelijke daar met die meisjes aankwamen, zich aanstellend en grappen vertellend. En één begon te zeggen: "Nu, hier ben ik, blind; ik ben in een buitenlandse zendingspost. Laat me u vertellen, doet u er iets in voor mij", zo op en neer gaand. En ze liepen daar en probeerden met een overtrainde stem te piepen en te schreeuwen, alsof zij trachtten te zingen. Je kon wel vertellen dat zij niet in de Shekina heerlijkheid zongen.

140 Ik haat een overtrainde stem. Daar te staan, hun adem in te houden tot ze blauw worden in hun gezicht. Dat is geen zingen. Maar als er iets is waar ik van houd, is het een goede, ouderwetse, vrije Pinksterchristen, wedergeboren, met een waarachtig hart, die zingt in de Geest. Hmm. Het laat zien dat zij het niet hebben. Zij verlaten die Shekina heerlijkheid. Dat is de enige plaats waar u ooit... dat zal Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Lutheranen, Katholieken, Eenheid, Tweeheid, Drie-eenheid en allen samen doen komen in de Shekina heerlijkheid. Dat is de enige plaats van echte gemeenschap. Een man en een vrouw die ooit daarachter zijn binnengetreden, dan is daar geen verschil in enig persoon. Daarin zijn zij allen broeders, omdat zij niet... Zij weten maar één ding en dat is het bloed, en zij weten dat zij broeders zijn. Amen. Whew! Ik wou dat ik nu twee keer zo groot was, dan zou ik mij misschien tweemaal zo goed kunnen verheugen.

141 Ja, gemeenschap, gemeenschap onder het bloed, Gods enige geneesmiddel. Denominaties zullen ons scheiden; onderwijs zal ons scheiden, wetenschap zal ons scheiden, maar het bloed van Jezus Christus zal ons reinigen van zonde. Wij hebben gemeenschap met elkaar zolang wij wandelen in het Licht zoals Hij het Licht is, het Licht van de Shekina heerlijkheid. Amen.

     Zoals een man die gaat trouwen, wanneer hij trouwt... U woont in een driekamerwoning. Weet u dat?

     O, zegt u: "Excuseer mij, ik heb er tien."

142 Nee, die hebt u niet. U woont slechts in een driekamerwoning. Dat is uw... U mag drie of vier slaapkamers hebben en drie of vier provisiekamers en dergelijke, maar eigenlijk woont u in een driekamerwoning. Dat is de keuken, de woonkamer en de slaapkamer. Dat is juist. U woont in een driekamerwoning. God woont in een driekamerwoning: Vader, Zoon en Heilige Geest. U woont in een driekamerwoning: ziel, lichaam en geest.

143 Welnu, u woont in een huis met een keuken, een woonkamer en een slaapkamer. Wat is het eerste als u tot uw kleine vrouw spreekt? Dat is de keukenafdeling, gemeenschap. Zoals de man die de kerk binnenkomt, hij neemt plaats; hij heeft gewoon wat gemeenschap met de anderen, wanneer hij binnenkomt om naar het Woord te luisteren. "Geloof komt door het horen." Dan het volgende, in de andere kamer, is de afsprakenkamer. Wel, heel wat mensen denken dat zolang zij in de keuken zijn, dat dat alles is wat zij hoeven te doen. Nee, u voedt zich dan alleen, zie, u wordt gewoon gevoed.

     Dan de volgende kamer is de woonkamer, waar u liefde schenkt aan uw vrouw in de salon. Maar wacht nu, dat is zover als sommige mensen gaan.

     Maar bedenk, in de volgende kamer is het waar niet alleen gemeenschap, maar waar relatie komt.

144 En dat is wat er vandaag met de gemeente aan de hand is; zij hebben een beschaamd gezicht, als u mijn gelijkenis kunt vatten, zij verlangen die relatie met God niet. Zij willen liever een of andere binnengeslopen, koude, formele en starre organisatie en zeggen: "Ik ben Presbyteriaan", "Ik ben Methodist", "Ik ben Baptist", "Ik ben van Pinksteren", dan werkelijk te komen tot die relatie met God, om uit te gaan en kinderen voort te brengen, die uitroepen: "Abba, Vader." Zij schamen zich voor het Evangelie van Jezus Christus. Paulus zei: "Ik schaam mij het Evangelie van Jezus Christus niet, want het is de kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft."

145 We zullen hen nooit binnenbrengen door onderwijzing. We zullen hen nooit binnenbrengen door denominatie. Wij zullen hen nooit wetenschappelijk binnenbrengen. Zij moeten erin geboren worden. Dat is juist.

146 Wanneer een baby wordt geboren, zijn er drie elementen die komen van... voor het leven van de baby. Wat is het eerste? Excuseer mij, zusters. Wat komt er als eerste? Water, zo niet dan is het een droge geboorte; de baby is niet normaal. Als tweede? Bloed, is dat juist? Wat is het derde? Leven.

     Wat kwam er uit Jezus? Water, bloed en leven; doorboorden Zijn zij. Wat de natuurlijke geboorte vormde, vormde de geestelijke geboorte.

147 Als een baby wordt geboren en hij wordt stil geboren, hij huilt niet, er is geen emotie bij hem, wat is er met hem aan de hand? Het is een doodgeboren baby. Dat is er vandaag met de kerken aan de hand. Wat is er verkeerd met onze Pinkstermensen? We brengen teveel doodgeboren baby's voort. Dat is precies juist. Jazeker, dat doen wij. Zo is het precies. Wat doe je met een baby als hij zo stil geboren is? U pakt hem bij de hielen, tilt hem op en geeft hem gewoon een kleine protoplasmastimulatie op zijn achterste, zo hard als u kunt, en dat brengt hem in orde. En als de gemeente vanavond iets nodig heeft, is dat een goed ouderwets Evangelie pak slaag met de kracht van de Heilige Geest.

148 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... er ook maar iets mee te maken hebben. We scheiden ons af om die reden. Nonsens! Het laat zien dat we nog niet in de Shekina heerlijkheid zijn geweest. Zo is het precies.

149 Toen ik een kleine jongen was, mijn broer en ik, gingen wij ver het veld in achter ons. We kwamen een oude, oude moerasschildpad tegen. Ik weet niet of u hier aan deze Westkust weet wat dat is. Hoeveel weten wat een waterschildpad of een moerasschildpad is? Goed. Voor ons, kleine kinderen, was hij het grappigste wezen: hij zag er zo afschuwelijk uit. Hier zijn die grote oude poten, weet u, die zo uitsteken, weet u. En ik zei: "Ziet hij er niet grappig uit, broer?"

     Hij zei: "Ja, zeker."

     Ik zei: "Laten we hem gaan bekijken."

150 Toen we dat deden, deed hij zoals heel wat van die Christenen, weet u, de zogenaamde: ssjjjj, hij trok zich direct terug in zijn schild. "O, u bent broeder Branham, die heilige roller." Hmm. "Ah, u bent die kerel die gelooft in Goddelijke genezing; u bent die Goddelijke genezer." O, jij oude schildpad. Zie?

151 Dus toen, voor ik het wist, zei ik: "Wel, wacht even, broer." Ik zei: "Ik zal hem helpen." Wij wilden hem zien lopen en hij wilde voor ons niet lopen. Hij zat daar gewoon alsof hij dood was.

152 Dat is wat de kerk heeft gedaan; u trok zich helemaal terug in uw Presbyteriaanse schild, uw Methodisten-, Baptisten- en Pinksterschild, helemaal erin teruggetrokken: "Wij willen niets met de rest van hen te maken hebben. Uh-huh."

153 Weet u wat ik zei? Ik zei: "Ik zal een takje gaan halen; ik zal hem ermee bestoken." Ik ging en nam een stevige grote wilgentak en ik zweepte hem met alle macht en hij verroerde zich niet. U kunt het er niet bij hen inslaan. Nee.

154 Ik zei: "Ik vertel je, ik zal hem zover krijgen." Ik nam hem mee naar de beek en pakte hem bij het schild en ik zei: "Ik verdrink hem of hij zal lopen." En ik hield hem onder water en er kwamen alleen een paar belletjes omhoog; dat was alles, hij deed niets. Broeder, u kunt hen drie keer voorwaarts dopen, drie keer achterwaarts, hen begieten op elke manier die u wenst, en hij gaat gewoon onder als een droge zondaar en komt als een natte weer boven.

155 Maar weet u hoe ik hem liet bewegen? Ik maakte een vuurtje en zette die ouwe jongen er bovenop. Toen bewoog hij. Wat de gemeente vanavond nodig heeft, is geen pak slaag, maar een... geen theologie, maar de doop van de Heilige Geest en vuur. Amen. Dat zal de gemeente in beweging zetten: de gemeente met het Evangelie in vuur zetten. Zet het vuur van God op hen neer door de doop van de Heilige Geest, dat zal hen laten bewegen. Prijs God voor eeuwig. Dat zal de gemeente in beweging zetten.

156 Onder het bloed, en het bloed brengt het vuur. De offerande werd geofferd door vuur; het bloed op het vuur gaf rook, de welriekende geur die opging naar de Redder Zelf. De welriekende geur waren de gebeden van de mensen op de geur van het bloed dat opsteeg, terwijl hij bad onder het vergoten bloed.

157 En vandaag als de offerande door de Heilige Geest is verbrand, wanneer u uw eigen offerande neemt door het bloed van Jezus Christus en uzelf op het altaar werpt, bedekt door het bloed, krijgt de Heilige Geest er vat op en zendt een welriekende geur op tot God, die u in de Shekina heerlijkheid brengt. Dat is de enige plaats van gemeenschap. Amen.

158 Gemeenschap, dat hebben wij nodig, Gods weg van gemeenschap. Er is maar één weg. God zorgde voor de weg van gemeenschap. Wij kunnen ons er niet in opvoeden. Wij kunnen ons er niet door kleding in brengen. U kunt zich er niet door denominatie in brengen. U moet erin geboren worden door het bloed van Jezus Christus, dat brengt u in de Goddelijke gemeenschap. Dan: "Indien wij in het Licht wandelen, gelijk Hij in het Licht is, hebben wij gemeenschap met elkander en het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonde." Amen.

159 Hoe kunnen wij aan vooroordelen vasthouden of racistische vooroordelen. Hoe kunnen wij vasthouden aan denominationele vooroordelen en zeggen dat wij in het licht wandelen? Hoe kunnen wij aan vooroordelen vasthouden tegen Gods Woord en zeggen dat de dagen van wonderen voorbij zijn? Gods eigen Woord. Omdat wij met de zaak geconfronteerd worden en zeggen: "Wel, ik kan het niet laten geschieden, ik geloof het gewoon niet." Waarom getuigt u niet dat u een ongelovige bent?

     Jezus zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven." En dat maakt het vast. Het is voor gelovigen.

160 Daarom ben ik van Pinksteren. Dat is de reden dat ik het geloof, omdat ik hen gevonden heb. Ik ben plaatsen binnengestapt, in grote plaatsen. Ik ben met deze Pinkstermensen binnengegaan waar zij daar precies in Washington DC waren, toen vicepresident Nixon en zij allen daar waren; het stopte hen totaal niet. Toen de kracht van God viel, juichten en prezen zij God net zo goed als ergens anders. Zij zijn niet beschaamd over het Evangelie, omdat zij in gemeenschap zijn. Halleluja! Wanneer iemand is geboren van de Geest van God is er iets met hem gebeurd en is hij in de Shekina heerlijkheid gebracht; hij is een kind van God. Geloof woont in hem. Hij is dan Abrahams zaad, want hij is dood in Christus en neemt Abrahams zaad aan. O wereld, als zij slechts wisten wat het was.

161 Ik vertel u wat. Waar wij onze fout hebben gemaakt... Nu, als u mij wilt excuseren dat ik dit bij het sluiten zeg. Waar wij de fout hebben gemaakt, is dat wij hebben geprobeerd om ons er via denominatie in te plaatsen. "Wij hebben het en de rest van hen heeft het niet. De Methodisten, de Baptisten en de Presbyterianen; zij zijn niets als zij oude, koude formele mensen zijn." Als u niet oppast, dan gaan wij de oude, koude formele mensen zijn en zullen zij het oppikken en verdergaan. Zo is het precies. Wij zullen opletten en onszelf in die toestand vinden, omdat zij gewoon van rechts en links en van overal komen.

162 U ziet waar de Episcopalen nu zeggen: "Wij moeten naar het Evangelie terugkeren. Wij moeten terugkeren naar Pinksteren. Wij moeten sprekers in tongen en vertalers van tongen, Goddelijke genezers en alles in onze kerken hebben." O broeder, wat een ding. (Verkoop deze band niet.)

163 [Een broeder geeft een boodschap in tongen en een ander geeft de vertaling: "... deze avond, ja, gij hebt voor een dienaar van de Here, uw God, gezeten, ja, die gij hebt...?... in het verleden. Laat de geest van twijfel niet in uw hart binnenkomen. Ja, dit is waarlijk dierbaar, maar waarlijk, een vat van klei, dat de Heilige Geest van de Here, uw God, heeft gegeven, zal in uw midden gemanifesteerd worden. Ja, kijk niet naar het vat van klei, ja, maar geloof in het Woord van de Here, uw God, ja, en u zult de Shekina-heerlijkheid van de Here, uw God, zien. Laat deze twijfel niet in uw hart komen, ja, maar laat uw geloof los en geloof in Hem, de Heilige, de Here uw God, Die zelfs deze avond in uw midden zal worden gemanifesteerd en Die het tot stand zal brengen, als u kunt...?... in de Naam van Jezus Christus van Nazareth, spreekt de Here." – Vert]. Amen. Geprezen zij God onze Vader. Amen. Amen. Dank U, Jezus. Geprezen zij God. O, de Shekina! Glorie voor God! Zend het op ons, o Here. Zend ons Uw zegeningen, Vader. Met hongerige en open harten wachten wij op U. Gezegend zij de Naam van de Heer. Hoe danken wij U, Here. O, amen.

164 Is dat niet wonderbaar? Wel broeder, over onderscheiding van geest en visioenen gesproken, is dat niet precies hetzelfde? Is vertolking van tongen geen profetie? Kijk wat de Heilige Geest heeft gezegd. Waarschijnlijk hebben die twee mannen elkaar nooit gekend of gezien; erg twijfelachtig of zij elkaar ooit kenden. En hier zijn ze, de een spreekt en de ander vertolkt het, en ze vallen precies samen met het Woord. Hebt u erop gelet hoe lang hij sprak? Hoe hij zijn bijvoeglijke naamwoorden bracht en zijn... hoe zijn zinnen verliepen? Hebt u opgemerkt hoe de vertolking kwam? Precies eender, direct terug, op de wijze waarop hij het sprak, net zo. Wel, het is de Heilige Geest in ons midden. Wij worden er gewoon gevoelloos voor. Wij beseffen gewoon niet, broeder, wat een grote zaak dit is. O, wat wil God Zijn zegeningen graag op Zijn gemeente uitgieten. Gelooft u dat niet? O my!

165 Ik vroeg me af, terwijl de Heilige Geest nu net sprak, waarom Hij mij stopte voor die laatste paar opmerkingen. Waarom deed Hij... waarom brak Hij het af, terwijl ik iets had om te gaan zeggen over het bloed? Waarom deed Hij dat? Omdat Hij deze interpretatie sprak, zodat u zou weten dat Hij het was Die sprak. Hij gaf getuigenis en zei: "Besteed geen aandacht aan de klei, maar de Boodschap is waar." Daar is het. O, halleluja! Prijs God. Schud al de boeien af en kom los, zodat u werkelijk de Shekina heerlijkheid binnentreedt waar de Shekina valt. Dat is de gemeenschap, het bloed van Jezus Christus, wat al u Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Lutheranen en u allen één maakt in Christus Jezus. Amen. God zij gedankt. O, broeder. Hmm!

166 Ik weet dat u denkt dat ik gek ben, maar ik ben het niet. Ik ben het niet. Ik weet waar ik ben. Maar dit is glorieus om de Geest van God te voelen hier in de... of aan de Westkust in deze laatste dagen onder het Woord. Het Woord, God eert het Woord. Dat is de manier...

167 Luister, zodat u Pinkstermensen het zult weten. Zie? God eert het Woord van die visioenen, omdat Hij het beloofd heeft. Wel, dezelfde God Die dat heeft beloofd, belooft Shekina heerlijkheid voor Zijn mensen. Zie, het is dezelfde God, alleen in een andere vorm, Die u een andere zegen brengt. Whew. Amen.

168 O, als ik maar zou kunnen... iedereen het eensgezind zou kunnen vatten, zou dit niet wonderbaar zijn? O, het zou wonderbaar zijn. O, de zieken zouden genezen worden, de lammen zouden lopen en u zou springen als een hert. En de zondaars zouden huilend op weg zijn naar Golgotha en de Shekina zou overal in het rond neervallen. En wij zouden vannacht zelfs niet naar huis gaan; wij zouden hier de hele nacht blijven, morgen de hele dag en heel de volgende dag. En de straten zouden overal gevuld zijn met de kracht van God Die als een licht op ons wil uitbreken.

169 O, halleluja! Hoe lief heb ik Hem daarvoor. Zijn goedheid en genade duurt voor eeuwig. Hij is waarlijk, ja waarlijk de Zoon van de levende God. Amen. Jezus Christus, er is geen ander. Hij is de ware Zoon van de levende God. Hij is onze Redder, onze Genezer, onze Koning, onze Prins, ons Leven, onze Vreugde, onze Gezondheid; Hij is de Al in allen voor ons. Hoe wonderbaar. Wat behoorden wij Hem aan de mensen te willen presenteren; Hem naar iemand uit te laten gaan. Hoe wonderbaar. Hoe glorieus. Hij... Het is... Ja.

170 [Een zuster geeft een profetie – Vert] God zij geprezen. O, wonderbaar. Kijk naar die arme dame die dat daar sprak, die lieflijk uitziende oudere dame, haar haar grijs voor de eeuwigheid, die weet dat ze niet zoveel langer op aarde heeft als wij tot zo'n leeftijd komen. Waarom zou die vrouw iets gaan zeggen, als het niet iets was; zij kon zich niet inhouden, het werd gewoonweg uit haar geduwd. Het is de Heilige Geest Die Zijn Woord uitbracht: "Op Mijn dienstmaagden en Mijn dienstknechten zal Ik Mijn Geest uitstorten." Ja. Daar is precies Gods belofte, vriend. O my, halleluja! Als u maar kon zien wat het is dan zou u ervan kunnen genieten. O my!

171 Ik geloof dat we eerst zondaren naar het altaar behoorden te roepen, denkt u ook niet? In orde. Laat iemand snel naar de piano gaan. Zondaar vriend, ik nodig u uit in de Naam van Jezus Christus, allereerst op basis van Zijn Woord en op basis van spreken in tongen en het geven van de vertolking, en op de profetie die viel op die lieflijke oude moeder die daar zit, ieder van hen sprak hetzelfde, roepend, roepend en roepend.

172 Er is iets wat wij behoren te doen. Laten wij gaan staan. Wat is uw lied, broeder? Wat zegt u? "Ik geef mij geheel over." Kom hier, broeder; wilt u mij helpen het te zingen?

... geef mij geheel over,
Ik geef mij geheel over,
Geheel aan U, mijn gezegende Redder,
Ik geef mij geheel over.

173 Terwijl ze dat een keer spelen; meent u dat werkelijk met uw hele hart? Bent u gereed om alles op te geven? Vrouwen, bent u gereed om uw modes op te geven voor Christus? Heren, mannen hier, bent u gewillig om uw roken, uw drinken, uw gokken en uw geloofsbelijdenis op te geven om Christus te vinden? Gemeentelid, bent u gereed om uw geloofsbelijdenis op te geven voor Christus? Uw geloofsbelijdenis zal op die dag veroordeeld worden. Uw Christus zal ontvangen worden. Want het is slechts dat u door een vertoornde God geoordeeld gaat worden, Die naar niets anders zal kijken dan naar het bloed van Zijn eigen Zoon. En dat is het enige dat zal passeren. Het maakt niet uit hoe goed u bent geweest, hoe trouw u bent geweest, als u niet bedekt bent door het bloed en leeft in de Shekina heerlijkheid zult u op die dag verloren zijn. Leef daarin.

174 Wilt u nu alles overgeven? Kom hier en laat mij uw hand schudden en precies hier rondom het altaar voor u bidden. Kom. Kerklid, wie u ook bent, kom.

Ik geef mij geheel over,
Geheel (God zegene u, mijn zuster) gezegende Redder,
Ik... (Kom, zondaarvriend. Kom, lauw gemeentelid. Kom, kom onder de Shekina heerlijkheid.)

Ik geef mij geheel over,
Geheel aan U, mijn gezegende Redder,
Ik geef mij geheel over.

Ik geef mij over... (Kom nu, dat is goed, kom regelrecht hier naartoe. Kom direct hier. Kom, kerklid, kom direct naar beneden.)
Ik geef mij geheel over.
... aan U, mijn gezegende Redder,
Ik... (Ik geef elke geloofsbelijdenis en elk ander ding over, Here; ik wil U. Wilt u komen? Dat is goed, kom verder, meisjes.)

Ik geef me over, ik geef alles over,
Ik geef alles over (Wilt u nu niet komen? Kom van het balkon naar beneden).
... aan U, mijn gezegende Redder,
Ik geef mij geheel over.

175 Hoeveel willen de Heilige Geest, kom nu ook naar voren bij deze mensen. Kom hier rondom, kom, die verloren zijn, geef alles over. Geef uw wil over, geef alles over om de Heilige Geest te ontvangen. Kom naar beneden van het balkon daar. Allen die buiten Christus zijn, kom! Deze Shekina heerlijkheid is waar. Ik getuigde het door het Woord en door God. Het is waar, vriend, kom terwijl u een kans kreeg om te komen. Goed. Terwijl wij het nog eens zingen.

Ik geef mij over, ik geef mij geheel over,
Ik geef mij over, ik geef me geheel over,
Geheel aan U, mijn gezegende Redder,
Ik geef alles over.

Ik geef mij over, ik geef mij geheel over,
Ik geef mij geheel, ...?...
Geheel aan U, mijn gezegende Redder,
Ik...

176 O, kunt u die Geest van God niet voelen Die over het gebouw beweegt? Kom hier rondom staan, terwijl de predikers en alles hier nu rondom komen voor gebed.

Ik geef mij over, ik geef mij geheel over,
Ik geef mij over, ik geef mij geheel over,
Geheel aan U, mijn gezegende Redder,
Ik... (Nu, iedereen, hef uw handen omhoog en begin gewoon God te loven. Glorie!)

... geef mij over, ik geef mij geheel over,
Ik geef mij over, ik geef mij geheel over,
Geheel aan U, mijn gezegende Redder,
Ik geef mij geheel over.

Ik geef mij geheel over,
Ik geef mij geheel over, (Prijs Hem gewoon. Geef Hem glorie. Geef Hem glorie, iedereen...?...)
... U, mijn gezegende...

177 O Jezus, Gij Zoon van God, ik bid dat U wilt...?... Vader God...?... Hier zijn zij, elk en iedereen, red gewoon iedereen, God...?... Ik bid in de Naam van onze God. Sta het toe, Jezus...?...