Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Het merkteken van het beest en het zegel van God #1

Door William Marrion Branham

1 Laten we nu een ogenblik blijven staan voor gebed. Onze hemelse Vader, we zijn zeker dankbaar voor het voorrecht om ons te vergaderen in de Naam van de Here Jezus. Nu, vóór ons ligt Uw Woord, en o, wij behandelen dat op een rustige manier, Here, en eerbiedig omdat het het Woord van God is. En het moet zo zijn dat het Uw wil is dat ik vanavond probeer een geweldig onderwerp uit te leggen. En ik bid, Vader, dat de Heilige Geest mij woorden zal geven om iets te zeggen wat bevorderlijk zou zijn voor de gemeente en ten goede voor het Koninkrijk Gods. Sta het toe, Here. U bent onze Vader, en wij hebben U lief met geheel ons hart.

     En wij bidden nu dat U ons zult zegenen. En als ik eraan denk wat ik zou doen als ik vanavond een glas in mijn handen hield met daarin slechts één druppel van het bloed van de Here Jezus, hoe zou ik dat tegen mijn hart aan drukken. En hoe... o, ik zou bijna bang zijn om te ademen. Maar dan, Vader, in Uw ogen, heeft U in mijn handen iets groters gegeven, het gekochte door Uw bloed, Uw gemeente, waarvoor U Uw bloed gaf om haar te redden. Nu, help ons, Here, zodat wij voedsel mogen geven aan de kudde van God, over wie de Heilige Geest ons als opzichters heeft aangesteld. Want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. U mag gaan zitten.

2 Wij vertrouwen erop dat de Here Jezus Zijn zegeningen op ons zal uitstorten. Ik was slechts enkele minuten geleden in de kamer, en iets heeft mij gewoon geschud. Hoe velen kennen Raymond Richey? Hij zit daar achterin in de kamer; ik heb net voor hem gebeden. En hij heeft zichzelf overwerkt, met als gevolg dat hij een inzinking en een beroerte heeft gehad, een verschrikkelijke toestand, lieflijke broeder. Eens... broeder Raymond stond precies daar op het podium toen die avond de Engel van de Here neerkwam voor duizenden mensen, toen ik zei dat als... toen dr. Best erover debatteerde met dr. Bosworth over mijn bediening, en ik zei: "Ik beweer niet een genezer te zijn." Ik zei... Hij zei: "Niets dan een stel heilige-rollers zou dat geloven."

     Ik zei: "Hoeveel Baptisten hier die leden zijn van deze Baptistenkerken kunnen zeggen en bewijzen dat ze door de Here genezen werden, steek uw hand op." En ongeveer, o, ik schat driehonderd of meer stonden op. En ik zei: "Wat met die?" Zie? En dus toen, hij... Ik zei: "Mensen geloven in Goddelijke genezing." Ik zei: "Ik ben geen, ik ben geen Goddelijke genezer; ik beweer dat helemaal niet." Ik zei: "Mijn literatuur wordt gepubliceerd in vele verschillende talen." Ik zei: "Ik beweerde nooit een genezer te zijn." Ik zei: "Ik beweer slechts Gods dienstknecht te zijn." En ik zei: "Nu, als de gave van God, die Hij mij gaf met betrekking tot de onderscheiding..." Ik zei: "Nu, als dat ter discussie wordt gesteld, dan zal God voor Zichzelf spreken." En rond die tijd kwam Hij hier neer, daalde zo neer. En dat is toen zij de foto ervan namen.

3 En hij zei tegen mij... hij knielde neer daar achterin; nadat ik voor hem gebeden had, legde hij zijn arm om mij heen en zei: "Ik heb een boodschap voor u."

     "Wat?"

     Zei: "Stop met te hard en te lang te prediken." Hij zei: "U gaat precies dezelfde kant op als die ik opging." Het is mij ook inderdaad een keer bijna overkomen. Zei: "Broeder Branham," zei: "in die visioenen en dingen zie ik hoe het op u werkt." Zei: "Ik bleef maar doorgaan," zei: "ik kreeg een inzinking." Toen ging hij overzee, kreeg er nog een. En daar is hij... Als God hem niet aanraakt, is het voor zijn leven met hem gedaan. Dus hij zei: "Meer dan dat kunt u niet doen." Zei: "Er zullen enigen zijn die zeggen: 'Dit, dat, of dit of dat', enzovoort." Maar zei: "Dat zal het geenszins beter maken." Zei: "Zolang u het toelaat dat de... u uw bediening uitvoert en aan de mensen toont dat God u zond, dan maakt dat het vast, laat het daar dan bij." Zei: "Als ze niet willen..." zei hij, "als ze niet..." Zei... Hij liet mij daar in die kamer beloven met mijn handen in de zijne, zei: "Doe het niet meer, broeder Branham. Bedenk, ik ben gewaarschuwd door de Here om u te vertellen dat u dezelfde weg opgaat als ik (zie?), als u daar nog mee doorgaat, dat begint te doen."

     En ik zei: "In orde, broeder." Zeg dat niet tegen mijn vrouw. Zij heeft Billy en de anderen overal opgesteld, en Leo en Gene en iedereen; als ze me maar een klein beetje moe zien worden, wel, dan wordt van hen verwacht dat ze mij van het podium weghalen, of ik wil gaan of niet. En als zij wist dat ik zo over het podium zou strompelen, wel, dan zou ze huilen en ontdaan zijn. Dus wij... Je kunt slechts zoveel doen, weet u, en meer kun je niet doen; dat is alles.

4 Ik herinner me een keer dat Paul Rader... Hoe velen hebben hem ooit gekend? Zeker, Paul Rader was een groot man van God. Vertelde een keer een verhaal en zei dat hij met een trein ging, en vertelde dat hij met een andere man was, en zei dat deze man probeerde hem te bekritiseren omdat hij die nacht in een pullman [een wagon met ligbedden – Vert] had geslapen. Hij vertelde over de volgende ochtend dat hij bij het ontbijt met een groep predikers zat die ergens heengingen voor een conventie. Dus deze man zat naast Paul en zei: "Wel, prijs God", zei hij, "ik zat de afgelopen nacht in een wagon met zitplaatsen." En zei: "Ik spaarde wat geld uit voor de Here."

     Paul zei: "Prijs God, ik nam een slaapwagon en spaarde de man van de Here." [Broeder Branham en de samenkomst lachen – Vert] Welnu, waar is Hij meer in geïnteresseerd, Zijn geld of Zijn man? Zijn man, altijd. Daar zijn we zo blij om.

5 En nu, ik had een heerlijke tijd gisteravond, vond ik zelf. En net toen ik wegging, door het trekken van de mensen door de Heilige Geest, daalde Hij regelrecht onder de mensen neer en begon precies in de samenkomst onderscheiding te geven. Wat was dat heerlijk. Kijk, en voor mij betekent dat, dat er voor iedereen in de samenkomst gebeden werd. Zie, zie? Nu, ik zei: "Hoeveel hier...?" Nu, God beloofde dat Hij dat zou doen. Nu, dat is Zijn Woord, is het niet? Nu, God houdt Zijn Woord, nietwaar? Toen zei ik: "Nu, hoeveel hier zijn gelovigen, steek uw handen op." Iedereen stak zijn handen op. Ik zei: "Nu, leg uw handen op elkaar. Nu, de Bijbel zegt: 'Deze tekenen zullen hen volgen die geloven.'" Toen baden wij voor iedereen als een verenigde hand gezamenlijk voor het Koninkrijk Gods. O my, voor mij is dat gewoon volmaakt. Zie?

6 Ik was vandaag bij een tankstation om wat benzine te tanken, hier ergens in de buurt, en een jongeman kwam naar buiten, keek naar mij en zei: "U bent broeder Branham."

     Ik zei: "Ja." Het was ongeveer anderhalve kilometer hiervandaan, of zoiets.

     En hij zei: "Ik ben broeder Roberts", en hij zei: "mijn moeder werd absoluut genezen van een hartkwaal sinds u daar bij de Assemblies of God gemeente was." Zei: "Zij heeft een zware verkoudheid gekregen", en zei: "zij heeft geen enkel teken van een hartkwaal gehad sinds zij eruit werd geroepen, of wat het ook was (zie?), geen enkel teken." En zei: "Zij heeft een zware verkoudheid," en zei: "als zij weet dat ik u hier heb ontmoet en weet dat u voor haar bidt, dan zal zij vanavond daar in de samenkomst zijn."

     Zei: "Ze wil proberen daarheen te gaan op zondagavond als zij maar enigszins kan." Zij behoort waarschijnlijk tot een andere gemeente, maar zij werd hier genezen. Wij zijn daar dus blij om.

7 En we zien voortdurend getuigenissen binnenkomen van verschillende mensen. En ik ontmoet mensen die destijds genezen werden in 1946 en '47 toen we hier waren, lang geleden, die nog steeds voorwaarts gaan, die sindsdien geen enkele moeite meer hebben gehad. Er was een dame ergens; ik ontving net haar brief, ik geloof vandaag. Zij zit hier vanavond in de kerk, veronderstel ik. Zij kwam... Zij werd hier genezen toen ik hier in 6 of '47 was, zoiets, van kanker. En later kreeg zij een grote tumor. En de tumor was zo groot dat ze haar overal heen moesten dragen, op die manier. En hij was te groot voor een operatie. Dus brachten zij haar naar Jeffersonville. En ik was daar in de kleine Tabernakel voor één avond, en een man liet haar daar zitten in een hoek, en zei dat... dat ik... Zij kwam enkele weken geleden langs ons huis en toonde mij wat er was gebeurd. En zij was zo groot dat enigen van de diakenen en beheerders van de gemeente... Zij wilde dat er voor haar gebeden zou worden, en in de Tabernakel bid ik soms alleen maar voor de mensen door ze even te laten opstaan, op zondagochtend misschien, als ik daar ben. Ben daar niet vaak. En ze tilden haar op en zetten haar op de grond buiten, achterin bij de plaats waar ik naar buiten ga. En toen ik passeerde, keek de Heilige Geest toevallig zijwaarts, maakte dat ik opzij keek en haar zag. Vertelde haar erover, legde handen op haar, en zij is even normaal als wie dan ook.

8 En ik kreeg haar brief. Ik vraag me af, als de dame hier vanavond is, of zij haar hand zou willen opsteken. Ze was gisteravond in de samenkomst. Zij en haar man zijn hier. Ik geloof dat hij onlangs langskwam in een trailer en voor mijn huis stopte en met mij sprak. En ik geloof dat zij zei dat zij het te weten was gekomen door... dat ze een vriendin was van broeder Merciers moeder of zoiets; zij vertelde het mij in de brief. En ik dacht dat zij misschien hier zou zijn. De brief werd vorige week geschreven. Maar ik... Wat? [Iemand spreekt – Vert] Ginds in de rechtervleugel zijn de mensen van wie broeder Mercier of broeder Goad sprak. De dame zit in de rechtervleugel, die de grote tumor had, en toen ze thuis was werd ze genezen. Als zij daar in de rechtervleugel ergens is, waarom komt u niet hier naar voren om de mensen te laten zien wat God kan doen voor iemand die echt, echt genezen werd, terwijl zij zo dik was dat zij gedragen moest worden? Is dat... Is ze daar niet? Wel, misschien zijn ze even naar buiten gegaan. Broeder Goad zei dat ze een poosje geleden daar zaten. Als u hen ziet, zou ik het fijn vinden als zij een getuigenis zou geven. Net zo plat als ik. En zij was ongeveer zo opgezwollen door een tumor. En hoe de Here... Als wij maar...

     Nu, kijk, nu wat zei ik over God? Hij zal moeten... Als iemand anders met zo'n grote tumor zal handelen op dezelfde wijze als zij, moet God handelen op dezelfde... op dezelfde manier voor u handelen als voor haar. Als Hij dat niet zou doen, maakte Hij... handelde Hij verkeerd toen Hij haar genas. Zie? God kan geen fout maken. Dus wat Hij voor de een doet, moet Hij voor de ander doen. Nu, er is maar één vereiste. Als u slechts hetzelfde eenvoudige geloof zult toepassen, dat is alles.

9 Een kleine vrouw die hier ergens woont in een plaats die Eureka heet; ik geloof dat het Eureka is, Californië. Ik kwam daar jaren geleden en ik had nog nooit zo iemand gezien; ze konden haar zelfs niet uit het bed krijgen. Wel, haar kleine hoofd, zij was zo opgezwollen... Excuseer mij hiervoor, mijn zusters, als u wilt. De borst van de vrouw stak helemaal zo naar boven (ziet u?), zo opgezwollen was zij door deze tumor. En haar man was taxichauffeur. En ik zei: "Broeder, ik zie niet hoe..." Zelfs mijn geloof zakte toen ik daarnaar keek. En ik zei: "Bent u bij een dokter geweest?"

     Hij zei: "Wij geloven er niet in om dokters te raadplegen." Wel, in orde. Zei: "Als zij sterft, sterft zij. Maar wij vertrouwen op God."

     Ik zei: "In orde, dat is echt geloof."

     Hij zei: "Het enige wat ik wil dat u doet, is dat u daar naar binnen gaat en uw handen op mijn vrouw legt en voor haar bidt, broeder Branham, en zij zal genezen worden." O my. Ik moet toegeven dat hij een klein beetje meer geloof had dan ik. [Iedereen lacht – Vert] Dat is juist. Ik was net begonnen; ongeveer een jaar. Ik had zoiets dergelijks nog niet zien gebeuren. Ik ging en legde handen op die vrouw, en weet u wat? Welnu, dit is haar verhaal in een brief. Misschien is zij hier nu. Haar zijde barstte open en liters water stroomden uit haar. Het genas weer heel snel, en zij is afgevallen tot ongeveer honderd en nog wat pond, honderd en vijf of tien pond. Zij doet niet alleen haar eigen werk, maar zij doet het werk van al de buren. [Iedereen lacht en prijst God.] Dus... Zij gaat de hele straat door, gaat erheen, zorgt voor de kinderen, wast voor hen en dergelijke dingen. Gaat gewoon...

10 Nu, als dezelfde persoon, of iemand anders, nadert op diezelfde basis, moet Hij hetzelfde doen. Of, als het niet gebeurde, dan deed Hij verkeerd. Dan deed Hij verkeerd toen Hij die ene vrouw genas, en haar genas op die manier, dan deed Hij verkeerd toen Hij... toen Hij haar genas, als Hij... als Hij het deed... als Hij het niet deed... Als Hij haar genas, en u dan niet geneest, dan handelde Hij verkeerd toen Hij de eerste persoon genas, als u aan dezelfde vereisten van geloof voldoet als waaraan zij voldeed. Het is enkel gebaseerd op één ding: "Ik kan het, indien gij kunt geloven." Dat is alles. Dus, zie, daar komt het allemaal op neer, ongeacht hoeveel druk of wat anders wij erop leggen, dat is het niet; het is zich ontspannen en geloven. Kijk, ik ben... Daar ga ik weer, broeder Roy. Zie?

11 Heb je het Schriftgedeelte voor mij gelezen? Mij werd gevraagd om over het onderwerp te spreken, of ik zei zelf dat ik het zou doen, bedoel ik, over het onderwerp van het Merkteken van het beest en het Zegel van God. Nu, het is een geweldig onderwerp. En ik denk dat we er vanavond misschien niet doorheen zullen komen en het misschien morgenavond moeten voortzetten.

     En degenen die nu interviews hebben, ik geloof dat meneer Mercier zei dat we zouden beginnen om acht uur 's ochtends. Nu, ik heb privé-interviews waar de mensen willen uitzien naar de visioenen en dergelijke. Omdat hier niet alles kan worden begrepen, ziet u? Het is ook overdag. Zie? En dan, betreffende deze priv é-interviews... Dus onthoud nu, ik... wie er ook de eerste is in de ochtend, het begint om acht uur. Nu, dat vertelde hij mij net enkele minuten geleden.

12 Nu, over dit grote onderwerp van het merkteken van het beest en het zegel van God. Wij hebben er zoveel over gehoord. Het is... Ik heb schema's gezien die dit hele podium hier zouden overspannen, over het merkteken van het beest en het zegel van God. Maar voor mij is het zo eenvoudig, het is gewoon zo'n eenvoudige zaak om in het Woord te kijken en het te zien, dat ik niet denk... Wel, ik heb hier ongeveer drie of vier pagina's met verschillende Schriftgedeelten die ik hier heb opgeschreven die ik vanavond voor u wil aanhalen. Toen ik er vanmiddag over nadacht, heb ik hier Schriftgedeelten genoteerd en verschillende pagina's, zodat ik het zou kunnen vinden en u het zou kunnen opschrijven als u wilt.

     Nu, het is een belangrijk onderwerp, en ik denk dat het een... en een van... een essentieel onderwerp is dat onderwezen behoort te worden. Nu, we hebben Evangelie-predikingen gehad; we hebben Goddelijke genezing gehad. En nu, dit behoort gebaseerd te zijn, als het ware, op de tweede komst van Christus, op Zijn tweede komst.

13 Broeder Smith, is dat uw vrouw? Wel, ik... hoe maakt u het, zuster Smith? Ik... Geen wonder dat hij zo'n fijne man is. U bent zo'n fijn en godvruchtig uitziende kleine dame als vrouw. Ik heb u misschien al eerder ontmoet. Ze zeggen dat er achter iedere goede man een goede vrouw steekt. Dat is erg fijn. Ik weet dat mijn vrouw is... Als er aan iemand eer toekomt in de familie Branham, geef het aan haar, want zij is degene die... Maar zij is tien jaar jonger dan ik en heeft sneeuwwit haar, en zij is enkel zo omdat zij tussen mij en het publiek heeft gestaan, en ik weet niet wat ik zonder haar zou moeten doen. God gaf mij zeker een wonderbare vrouw. Ze zijn iets wonderbaars, broeder Smith. Gewoonweg... Wel, als Hij aan een man iets beters had kunnen geven, had Hij het gedaan. [Broeder Branham en de samenkomst lachen – Vert] Dat is juist. Juist. Dat is juist. Dat is de waarheid. "Hij die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden", zegt de wijste man die we ooit hebben gehad. Ik geloof dat een vrouw het beste is wat een man kan hebben, uitgezonderd redding. Dat is juist. Dat is juist; zij is lieflijk.

14 Nu, ik ga de Schrift baseren... Eerst ga ik u vertellen wat ik denk dat het merkteken van het beest is, en wat ik denk dat de Schrift ondersteunt dat het merkteken van het beest is. Dan ga ik u vertellen wat ik denk hoe de Schrift het zegel van God ondersteunt. Nu, wij weten dat deze twee grote zaken binnenkort zullen eindigen in twee hele grote grepen; de wereld is precies nu in de greep van deze twee dingen: het merkteken van het beest of het zegel van God. Sommigen plaatsen het ver in de toekomst; sommigen zeggen dat het reeds in het verleden is geweest. Maar ik geloof dat er daarvoor maar twee antwoorden zijn. En dat is dat het zegel van God de doop van de Heilige Geest is; het merkteken van het beest is het te verwerpen. Nu, dat zijn de enige twee dingen. Ik ga u de Schrift geven over waarom nu, terwijl we het doornemen.

     Nu, een ervan is, onthoud dit, dat alle volken op aarde in de laatste dagen ofwel verzegeld zullen worden door het zegel van God, of getekend door het merkteken van het beest. En hij maakte dat allen, zowel armen, groten, dienstknechten, vrijen, en allen op de aarde, dit merkteken zouden ontvangen die het zegel niet hadden, en wier namen niet geschreven staan in het boek des levens van het Lam vanaf de grondlegging der wereld, van voor de grondlegging der wereld toen het Lam werd geslacht, en toen hun namen in het boek des levens van het Lam werden geplaatst.

15 Nu, die twee grote dingen. Nu, we zullen eerst beginnen met "Het zegel van God". Nu, wat is een zegel? In de eerste plaats, een zegel in de Bijbel, terug in de dagen voordat de mensen zo onderwezen waren als nu, ze, gewoonlijk... Hun zegel was hun handtekening zoals wij vandaag onze naam gebruiken. Soms hadden de Romeinen, en verder terug de Joden, en helemaal terug in de vroege oostelijke landen, een ring met hun zegel daarop, en zouden die ergens op stempelen. Als ze hun naam niet konden ondertekenen, gebruikten ze dat zegel. Een zegel was een bonafide verklaring; het werd door dit zegel verzegeld. En om te proberen dit te kopiëren, betekende een zware boete, net zoals het nu zou zijn om te proberen een cheque te vervalsen, iemands naam op een cheque. Het betekende een grote boete als je zou proberen dit zegel te kopiëren. En gewoonlijk droeg de man het, had hij zijn zegel... droeg hij het aan de achterkant van zijn pols, of anders op zijn ring. En hij zou het verzegelen in plaats van met zijn naam te ondertekenen. Dat was om te tonen dat het was... dat hij het verzegeld had.

16 Nu. Nu, Jezus zei dat in de laatste dagen, overeenkomstig Mattheüs 24:24, deze twee geesten, deze... degenen die met God waren verzegeld, en degenen die gemerkt zouden zijn door het beest, de antichrist, zo dichtbij elkaar zouden zijn dat het zelfs de uitverkorenen zou misleiden indien het mogelijk was. Zie? Nu, ze zullen zozeer op elkaar gaan lijken. Nu, sommige mensen zeggen: "Wel, communisme is het merkteken van het beest." U hebt het mis. Communisme is niet het merkteken van het beest, toch is het dat, maar het neemt niet de leiding. Het merkteken van het beest is religieus van aard, zeer religieus, zo sluw en geslepen dat het de uitverkorenen zou misleiden indien het mogelijk ware, gewoon zo dichtbij dat het de uitverkorenen zou misleiden indien het mogelijk zou zijn. Natuurlijk, ze...

     Billy Graham zei onlangs... ik luisterde enkele zondagen geleden naar hem op mijn radio op weg hier naartoe. En hij predikte; hij zei: "U hoort zoveel over sigaretten en Viceroy," of wat het ook was, "en filters aan deze kant en vuur aan deze kant, en al dergelijke dingen." Zei: "Iemand die ze zou willen roken, is al een dwaas." En ik denk dat hij ongeveer gelijk heeft. Zei dat ze zelfs zoveel reclame hadden voor zulke dingen dat de duivel de uitverkorenen had misleid. Nu, ik geloof niet dat broeder Graham het precies zo bedoelde, want de uitverkorenen zullen niet misleid worden. Nee, meneer, ze zullen niet misleid worden. Zij waren verordineerd door God, en ze zullen niet misleid worden.

     Dus, maar Jezus zei dat het zeer dichtbij elkaar zou zijn. Zo op elkaar lijkend. Nu, bedenk, dat het zo dicht bij elkaar zou zijn dat de uitverkorenen misleid zouden kunnen worden indien het mogelijk ware.

17 Nu, wij willen erachter komen waar ze vandaan komen. Waar is dit allemaal begonnen? Zoals ik u heb verteld, is iedere sekte en iedere religie in Genesis begonnen, alles wat wij hebben. De Assemblies of God begonnen in Genesis. De Baptisten begonnen in Genesis. Ik kan het bewijzen. Ja, meneer. Iedere sekte, zelfs die wij hebben, ik kan het bewijzen, begint in Genesis. Dat is juist. Onderzoek gewoon Genesis, en let vervolgens op welk soort zaad het is, dan ziet u waar het naartoe gaat. Zie? En let er op, en het zal gewoon als een slingerplant door heel de Bijbel heen lopen. Helemaal precies.

     Beide begonnen in Genesis. En wij komen erachter dat Genesis het zaad-hoofdstuk is.

18 Nu, wij komen erachter dat het eerste merken van een menselijk wezen in Genesis begon, Genesis 4:15. God merkte Kaïn. Dat is degene op wie het eerste merkteken van het beest ooit werd geplaatst, het werd op Ka ïn geplaatst; hij is het begin ervan. Nu, u zegt: "Had Ka ïn het merkteken van het beest?" In orde, laten we dat eens bekijken.

     Nu, Hij zei: "Uw zaad zal de kop van de slang vermorzelen, en zijn kop zal uw verzenen vermorzelen." Kijk naar de bloedlijn van Kaïn. Terwijl Ka ïn verder ging, werden zij wetenschapsmensen, knappe mannen, grote mannen, en verder door de tijd heen. Maar toen het zaad van Seth verder ging, werden zij plattelanders, schaapherders, boeren. Dus u ziet, daar is... Nu, let op, in de Bijbel staat: "Ik zal vijandschap zetten (God deed het) tussen uw zaad en het zaad van de slang." Nu, dus... Nu, bedienende broeders, wees even een ogenblik stil. Ik weet dat men mij hier altijd over op mijn nek zit. Maar de Bijbel zegt dat de slang een zaad had. Dat maakt het vast. Het zaad van de slang, laat het maar zijn op de wijze waarop u het wilt nemen, wij zullen ons daar vanaf houden; ik heb mijn idee ook. Maar zij... Wat het ook mag zijn, de Bijbel zegt in Genesis 1, het eerste van Genesis, dat de slang een zaad had.

     En bedenk nu, dat het serpent geen slang was om mee te beginnen, een reptiel. Hij stond het dichtst bij een menselijk wezen. De wetenschap heeft gedurende duizenden jaren geprobeerd de ontbrekende schakel tussen mens en dier te vinden. Het dichtst dat ze erbij kunnen komen, is bij een chimpansee. Maar ze kunnen niet van de chimpansee tot het menselijk wezen komen. Waarom? Het was een serpent. Nu, als u opmerkt in Genesis 3:1: "Het beest, het serpent, was listiger dan al het gedierte des velds." Een beest, niet een reptiel. Hij zag er meer uit als een man. Hij zag eruit als een man. Hij was die ontbrekende schakel daartussen, want dat is de enige wijze. Het zaad van een mens zal niet overeenstemmen met het zaad van een dier. Maar deze makker was de enige die de duivel kon gebruiken, omdat hij net tussen man en beest in stond. En de genealogieën...

19 Ik geloof in evolutie. Het eerste was misschien dat er niets was dan alleen maar pure chaos, vulkanische eruptie. Weet u, God is een grote Ondernemer. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Een groot ondernemer legt altijd alle spullen gereed voordat hij aan een deel van zijn bouwwerk begint. Toen God de aarde in beweging bracht, en calcium, kalium en petroleum schiep, enzovoort, toen legde Hij reeds onze lichamen op de aarde, het materiaal waarvan wij zijn gemaakt. En de grote Heilige Geest ging uit van God om over de aarde te broeden, of koeren, liefde te betonen zoals een hen over haar broedsel. En Zijn... Laten we ons voorstellen dat Hij vleugels had. Hij had ze niet, maar laten we ons voorstellen dat Hij vleugels had als... zoals een hen over haar broedsel. Hij begon over de aarde te broeden. En ik kan wat calcium zien opkomen, naar een kleine plaats rennen om zich daar te mengen met wat vochtigheid en kalium. En een kleine narcis komt tevoorschijn. En ik kan Hem horen zeggen: "Kom hier, Vader, en kijk hiernaar."

     "Zeer goed, blijf broeden."

     Na een poosje wordt er wat meer uitgebroed. Wat als volgende tevoorschijn kwam, waren waarschijnlijk de bloemen en het plantenleven, en de vogels vlogen tevoorschijn uit het stof der aarde. En toen kwam het dierenleven, en het bleef opklimmen tot hoger leven, hoger leven, hoger leven, hoger leven, totdat uiteindelijk een mens opkwam in het beeld van God Zelf. Vreemd dat er niets hogers opkwam dan dat, nietwaar? Het kan niet hoger komen; het was het beeld van God. Dus omdat het... Evolutie brengt het omhoog op die wijze. Maar ze kunnen het niet kruisen en zichzelf hoger maken; God zei dat elk zaad voortbrengt naar zijn aard. Nu, daardoor kwam dus de mens op.

20 Nu, zonde is niet op aarde begonnen. Het begon in de hemel, en hij werd uit de hemel geschopt en kwam naar de aarde. Er was niets anders waarin hij kon komen. Het dier zou te ver bij hem vandaan staan, het zaad zou niet kruisen, hij moest dus in het serpent komen wat een wezen was dat meer op een mens leek. En toen God hem vervloekte en hem op zijn buik liet gaan, veranderde Hij elk bot in hem. De wetenschap probeert botten op te graven, en dat... Wel, het is verborgen in de geheimen van God, en Hij zal het aan iedereen openbaren die erover wil weten, zeker. Er is...

     Nu, let op, hij was het listigste, slimste, sluwste... wijsheid, knapper dan het dier. Hij was het dichtstbijzijnde van de mens (zie?), listiger dan al het gedierte van het veld.

     En nu, bedenk dat er aan Kaïn een merkteken werd gegeven. En nu zegt u: "Satan kon dat serpent niet zijn geweest." Als u nu met mij naar II Korinthe 11:14 zou willen gaan, de Bijbel zegt dat hij zichzelf in een engel des lichts veranderde. U onderschat Satan gewoon; dat is alles. Zie? Beslist. Hij maakte zichzelf tot een engel des lichts. Als hij in dat soort wezen kon komen, waarom zou hij dan niet in een beest kunnen komen, het dichtstbijzijnde van een mens?

21 Nu, wij komen erachter dat Kaïn naar de vijand luisterde, en wat gebeurde er toen? Hij werd de eerste moordenaar. Hij werd de eerste die jaloersheid had op aarde. Vertel mij waar die pure lijn van God naar Adam... Dat was de enige connectie. Adam was de zoon van God. De Bijbel zegt het. Waar kwam dan die jaloersheid vandaan? Waar kwam die moordenaar vandaan? Waar kwam deze soort geest vandaan? Uit Adam? Dat had niet gekund. Kwam van Satan. Dat is precies waar het vandaan kwam.

     Nu, wij komen erachter dat hij de eerste moordenaar was. En hij was de eerste om jaloersheid te hebben. En Lucifer werd jaloers op Michaël, bracht het regelrecht naar de aarde en bracht het over in een mens. En Satan... Ka ïn kreeg, door dit kwaad aan te nemen, het eerste merkteken. God tekende hem. Niemand mocht hem doden. Laat hem met rust. Maar bedenk, hij... zodra Hij hem tekende, ging hij uit de tegenwoordigheid van God vandaan. Houd dat nu vast.

     O, wij hebben geen tijd om het grondig te onderzoeken, want, o, broeder, wij zouden dit hier gedurende zes maanden kunnen uitgraven (zie?) en nooit de buitenkanten ervan raken. Zie?

22 Merk op, hij ging uit de tegenwoordigheid van God vandaan nadat hij getekend werd, ging naar het land Nod en nam een vrouw. Precies het type van de kerk: gaat weg van God, neemt een vrouw van de wereld. Zie? Let erop. Glorieus. Nu, we moeten nu snel veranderen, zodat we niet teveel tijd nemen.

     Nu, we komen er dus achter dat Abel, de broeder van Kaïn, dat Ka ïn Abel doodsloeg. En God gaf Adam een andere zoon in plaats van Abel, wiens naam was Seth. En het was een teken, en een teken van God van dood en opstanding. Dus Seth ging nooit naar het land Nod om zijn vrouw te halen; God gaf hem een vrouw. Maar Ka ïn, met het merkteken van het beest op zich, ging weg en nam voor zichzelf een vrouw uit het land Nod, en Seth nam Gods keuze. Perfect type van de denominationele kerk vandaag: weggaan, van alles binnenbrengen. Maar de ware gemeente van de levende God, het lichaam van Christus, neemt alleen datgene wat de Heilige Geest verzegelt: perfect. God heeft in de gemeente gezet.

23 Waar kwam het teken door? Waar werden de kerken door gemerkt? Wat was het teken? Wij weten dat Kaïn het merkteken had. Wat was dan het teken van de opstanding? Daar wordt de gemeente vandaag door getekend, het teken van de Heilige Geest, dat Christus niet dood is, maar dat Hij is opgestaan uit de dood en opgenomen in de gemeente. Kijk, Zijn gemeente wordt verzegeld; daar begint het precies bij die twee jongens daar in de hof van Eden, net buiten de hof.

     Het merkteken van het beest... Een zwerver, een vluchteling, weet niet waar hij naartoe gaat, weet niet waar hij is... waar hij... wat hij weet, weet niet wat hij wil. Hij is een vluchteling.

24 Maar Seth bleef thuis. En hij was bij zijn vader. En God gaf hem een vrouw. Daar begint de afstammingslijn. En als u dat eens zou willen nagaan... Ik kan het beter met rust laten. Ik houd er gewoon van om het u steeds maar weer opnieuw te bewijzen. Ja, meneer. Dat is juist, dat is waar het begon. Sommige mensen denken dat ze appels namen in de hof van Eden, dat ze wat appels aten. En het eerste wat u dan weet, is dat dat de eerste zonde was. O, broeder. Laat mij u vertellen; ik zeg dit niet als grap; het is geen plaats om grappen te maken. Maar als het eten van appels zou veroorzaken dat vrouwen beseffen dat ze naakt zijn, kunnen we maar beter de appels opnieuw uitdelen. [De samenkomst lacht – Vert] Dat vind ik. Ik vind dat wij dat zouden moeten doen.

     Het waren geen appels; dat weten we allemaal. Nee, wij beseffen, in een gemengd gehoor, wat het was. En wij zien wat het veroorzaakte. Nu, we komen er dan achter dat dit was...

25 Een teken is een onderscheid. Het maakt een verschil; het scheidt iets af. Maar zoals... Men zegt dat men "één teken tegen zich heeft", een merkteken. Maar men zegt nooit dat men " één zegel tegen zich heeft"; u hebt één teken tegen u. [Het Engelse mark betekent onder andere: 'Bij een wedstrijd een punt achter staan' – Vert] En een zegel is een teken van eigendom. Een teken is een onderscheid. En de gemeente wordt verzegeld door de Heilige Geest, zich tonend als eigendom; God is Eigenaar van de gemeente. Maar het merkteken van het beest is de eigenzinnige, de uitgestotene die weigerde het aan te nemen en op Gods voorziene wijze te komen.

     Kaïn werd weggestuurd zodra hij getekend was. Wij begrijpen dat. Abel stierf, en Seth stond op om zijn plaats in te nemen, wat een teken van de opstanding was. In orde.

26 Wij komen erachter dat deze twee merktekens, merkteken en zegel, in Genesis beginnen, en het gaat door de hele Bijbel heen en eindigt in Openbaring. Wij hebben er hier ook een Schriftgedeelte over, dat het begon in Genesis en eindigt in Openbaring; het is altijd in de een of andere vorm opgekomen.

     Zoals ik onlangs op een avond predikte over de bloedofferande, het bloedoffer. Er wordt over Babylon gesproken in Genesis, het begin van de Bijbel. Er wordt over Babylon gesproken in het midden van de Bijbel; over Babylon gesproken aan het einde van de Bijbel. Het begint in Genesis, gaat door naar Openbaring. Alles begint, die twee geesten...

27 Kijk hier, wij... laten we het een ogenblik doornemen. Zelfs in de ark, de duif en de kraai waren in de ark. Eén... beide vogels, allebei konden ze vliegen, allebei... U weet dat de kraai een huichelaar is. Dat is hij, hij is gewoon een vuile huichelaar. Nu, een kraai kan daar op een oud dood paard gaan zitten en gewoon eten, en kraaien, en flapperen met zijn vleugels, en een geweldige tijd hebben. Die arme kleine duif kan er niet in de buurt komen. Waarom? Hij heeft helemaal geen gal. Zie? Hij zou het niet kunnen verteren. Als hij dat zou eten, zou hij sterven. Maar de kraai kan daar zitten en een halve dag dood paard eten, het veld in gaan en naar huis komen om het avondmaal te eten met koren, met de kraai... samen met de duif. Hij is een oude huichelaar, dat is alles. Hebt u ooit opgemerkt dat een duif geen gal van bitterheid heeft? Noch heeft iemand dat die gedoopt is met de Heilige Geest. Al de bitterheid is weg. Ze waren beide in dezelfde ark, zoals de huichelaar en de echte gelovige in dezelfde kerk, in dezelfde denominatie bij elkaar zitten, op dezelfde stoel... dezelfde kerkbank bij elkaar zitten.

28 Ik wil dat u nog op iets anders let. O, ik houd ervan om over de natuur te praten. De duif; wist u dat u geen duif zult vinden die een bad neemt? Waarom? Hij hoeft het niet te doen. Hij heeft vanbinnen een olie die langs zijn veren naar buiten komt en hem steeds schoonhoudt. Dat is hoe een echte gemeente is; zij hoeft zich niet te baden en terug te gaan over dit, dat en nog wat. Maar ze hebben een olie, heilige olie aan de binnenkant, elke gelovige, die hem rein houdt van de dingen van de wereld. O, zouden we maar eens kunnen prediken over het Lam en de Duif. De Heilige Geest binnenin de gelovige houdt hem rein. Niet vanaf de buitenkant wat hij er afwast, maar het komt vanaf de binnenkant naar buiten. Amen.

     Veel mensen zeggen: "Ik moet vandaag naar voren gaan en belijdenis doen, ik moet zus-en-zo zeggen, en ik moet een belijdenis doen. Ik moet dit doen." Maar weet u, de Heilige Geest vanbinnen brengt de olie voortdurend naar buiten; de verzoening die de gelovige rein houdt. "Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest."

29 Hoe komen wij erin? Door één handdruk? Nee. Door één papier? Door één denominatie? Nee. Maar door één Geest worden wij allen binnen gedoopt in één lichaam, vrij van oordelen. God heeft dat lichaam reeds geoordeeld. God oordeelde het op Golgotha; het zal niet meer geoordeeld hoeven te worden. "Die Mijn Woord hoort, en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven." Er zijn geen twee vormen van eeuwig leven, slechts één. "Heeft eeuwig leven, en zal niet in het oordeel komen, maar is uit de dood overgegaan in het leven." "Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan." O my, dat maakt dat ik me godsdienstig voel.

     Waarom? Vrij van zonde. Dat is juist. Die uit God geboren is, doet geen zonde, kan niet zondigen. Het zaad van God blijft in hem; hij kan niet zondigen. Het kan niet zo zijn dat ik voortdurend onder een zondoffer ben en dan een zondaar ben, dat kan niet. U heeft nooit een zondaar-heilige gezien. U heeft nooit een zwarte-witte vogel gezien, of een dronken-nuchtere man. Beslist niet. U bent of een zondaar of een heilige; dat is alles. En als u in Christus bent, dan is er de hele dag een bloedverzoeningsoffer, dat roept: "Vader, vergeef het hun; want zij weten niet wat ze doen." [Broeder Branham klopt op de kansel – Vert] O, dan kunt u gerust zijn. Amen, daar houd ik van. Zo prachtig daar, de Heilige Geest, hoe Hij ons verzegelt.

30 Merk op, de kraai, de duif. Laten we het opmerken bij Kaïn en Abel. Dat was niets anders ter wereld dan Judas en Jezus. Zeker. Laten we op de rook letten. Zoals Ka ïn Abel doodde bij het altaar... nu, Ka ïn... Als rechtvaardigheid het enige is wat God vereist, of fundamenteel zijn... Dat is wat ik altijd heb gezegd over de twee klassen mensen. Ik ontmoet de Fundamentele en de Pinkstergelovige. De Fundamentalisten bezien het fundamenteel vanuit hun onderwijs; ze weten waar ze staan, maar ze hebben geen geloof. De Pinkstergelovigen hebben het geloof, maar weten niet wie ze zijn. Zie? Zoals ik zei, iemand heeft geld op de bank maar kan geen cheque uitschrijven. Een ander kan een cheque uitschrijven maar heeft geen geld op de bank. Krijg ze bij elkaar!

     Nu, we zien dat de Pinkstermensen degenen zijn die het geloof hebben. Zij geloven, maar... Ze zijn vol vuur. Ze zijn vol van de Heilige Geest, maar ze weten niet hoe zij op dat Woord moeten rusten en zeggen: "Het is ZO SPREEKT DE HERE." Zij blazen alles weg door de fluit met geschreeuw en geroep en geren. Als zij het ooit zouden kunnen bundelen, zou je een gemeente op haar voeten zien staan in kracht en heerlijkheid. Er zou nadien een boek van handelingen over geschreven kunnen worden.

     Nu, let op... Ja, ik bedoelde niet dat zij... Zij drukken het uit in vreugde in plaats van in kracht, geloof. Houd dat daar, en geloof het. Het is Gods Woord, blijf er precies bij.

31 Kijk naar Kaïn, hij kwam en offerde een offer, bouwde een altaar, behoorde tot een kerk, behoorde tot een denominatie, knielde bij het altaar en bad, aanbad God, bracht zijn tienden binnen. Als dat alles is wat God vereist, dan was Ka ïn net zo gerechtvaardigd als Abel. Maar ziet u, het gehele geheim was... was de openbaring. Daar ligt het probleem; mensen begrijpen niet dat de gehele gemeente van de levende God gebouwd is op een geestelijke openbaring van Christus. Jezus zei het in Mattheüs 16. "Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jonas: vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemelen is. En op... gij zijt Simon, en op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen." Want de geestelijke openbaring van Jezus Christus... En Hij is het Woord. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond." En wanneer dat Woord in u komt, is het scherper dan een tweesnijdend zwaard, en onderscheidt zelfs de gedachten en de verlangens van het hart. Daar is het Woord dat binnenkomt. De openbaring van elke woord van God is waar. Hang uw ziel op aan elk facet ervan: openbaring.

     O, ik houd van deze dingen. My! Ik denk dat het de gemeente plaatst tot waar je een genezingsdienst zou kunnen houden. Zie? God zei het; dat maakt het vast; dat is... dat is de hele zaak. God zei het; blijf er gewoon precies bij.

32 Nu... Maar hoe... er was geen Bijbel in die dag, daarom moet het aan Abel geopenbaard zijn geworden. Hebreeën 11 zegt: "Door geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Ka ïn", van hem getuigend dat hij rechtvaardig was.

     Nu, Kaïn zei: "Ik veronderstel dat mijn moeder enige appels heeft gegeten en dat zij kleding aan moest trekken." Maar Abel wist dat het bloed was, leven. Er was iets gebeurd wat verkeerd was. En hij offerde het bloed van een lam.

     Ik kan hem zien komen met dit kleine lam... O, Satans altaar was veel mooier dan dat van Abel. Hij had vruchten en bloemen, en alles was mooi.

     Maar dat is... dat is wat ik de gemeente probeer te vertellen. Zuster, u hoeft geen make-up te dragen en helemaal mooi opgemaakt te zijn, en net zo'n jurk aan te hebben als de dame naast u, om in orde te zijn met God. U hoeft geen kerk te hebben met kerkbanken van duizend dollar erin, en een pijporgel dat verschillende miljoenen dollars heeft gekost, en al dit opzichtige gedoe. Dat komt uit de hel. Dat is juist. Ik kan het bewijzen door de Bijbel. Dat is juist.

33 Kaïn dacht aan deze dingen: "Ik zal deze dingen offeren." Maar ik stel me voor dat Abels offer niet zo goed was. Ze hadden waarschijnlijk geen strop in die tijd, dus moet hij een wijnrank om de nek van dat kleine lammetje gewikkeld hebben, het daarheen geleid hebben en op de rots gelegd. Hij had toen geen spies of mes, daarom moet hij een stuk steen genomen hebben, zijn kopje naar achteren getrokken, waarna hij op zijn nekje begon te hakken. En terwijl het begon te blaten en te schoppen, en het bloed helemaal over hem heen ging, bloedend, blatend, stervend op de rots...

     Wat vertegenwoordigde dat? Vierduizend jaar later werd het Lam van God dood gehakt op de rots der eeuwen, bloedend, blatend, in tongen sprekend, toen Hij stierf op Golgotha. "O, dierbaar stervend Lam, Uw dierbaar bloed zal nooit zijn kracht verliezen totdat geheel de verloste gemeente van God gered zal zijn om niet meer te zondigen." Onze onderwijsprogramma's, denominatieprogramma's, zullen zelfs niet dát betekenen [Broeder Branham knipt met zijn vingers – Vert]; het bloed van Christus zal er voor nodig zijn en niets anders om het te doen. Ja.

34 Let op de rook die daarvan omhoog gaat. En bedenk, hier is het, gelovige: Abel stierf op dezelfde rots met zijn lam. Elke gelovige moet hetzelfde doen: sterven op de rots met uw lam. Een lam heeft maar één ding, en dat is wol. En hij moet alles opgeven wat hij heeft. Hij springt niet op en ruziet erover. U neemt de kleine makker en gooit hem daarop, zoals ik zei, maar het lam is stil voor zijn scheerders. Hij wordt afgeschoren. Hij maakt er geen ruzie over. Het enige wat hij heeft, geeft hij gewillig op.

     En wij zeggen dat we Christenen zijn. Iemand schreef me onlangs een briefje en... een kleine notitie, en is het niet grappig, ik heb het daar, waarin stond: "Ik heb een recht; ik ben een Amerikaans staatsburger; ik draag elke soort kleding die ik wil." Ga uw gang, dat is in orde. Dat toont dat u een geit bent. Dat is juist. Ga uw gang en draag ze als u dat wilt. Maar bedenk, als u een lam bent – u hebt er een recht toe – maar u verzaakt uw rechten voor Christus. Ik heb ook een recht om dronken te worden vanavond; ik ben een Amerikaans staatsburger. Ik heb een recht om sigaretten te roken; ik ben een Amerikaans staatsburger. Dat heeft u ook, maar wij verzaken onze rechten. Word van die dingen afgeschoren. Handel als heren, als dames, kleedt u zich ernaar, en handel ernaar en leef ernaar. Verzaak uw rechten.

35 Kijk naar de rook die opstijgt van het altaar, die rechtstreeks opsteeg en neerdaalde op Golgotha. Zoals Kaïn Abel doodde bij het altaar, heeft Judas bij het altaar Jezus gedood. Juist.

     Let verder op, u ziet slechts drie kruisen, is het niet? Er waren er vier, vier kruisen. Daar hing Jezus in het midden, een dief aan de ene kant en een dief aan de andere kant, en Judas hing zichzelf op aan een esdoornboom. En Jezus hing ook aan een boom. "Vervloekt is een iegelijk die aan een hout hangt." En Hij werd een vloek gemaakt voor ons. Judas was net zozeer aan een kruis als Hij, want hij hing aan een boom. Jezus was net zozeer aan een boom als Judas. "Vervloekt is een iegelijk die aan een hout hangt."

     Let hier op. Daar was de Zoon van God: God gemanifesteerd, neergekomen uit de hemel, keerde terug naar de hemel, nam de bekeerde zondaar met Zich mee. En hier was Judas, de zoon van het verderf, gekomen van de hel, terugkerend naar de hel, de onbekeerde zondaar met zich meenemend, weer teruggaand. O, het is prachtig.

     Zoals God de zijde van Adam opende in de hof en er een deel uit nam om een bruid te maken, zo opende God de zijde van Jezus op Golgotha en nam de bruid eruit, uit Zijn zijde. O, het is prachtig. Aan het kruis, hoe het is, en hoe die twee geesten, hoe zij opkwamen door Kaïn, Abel: de kraai, de duif.

     En kijk, wij denken opnieuw na; toen Kaïn ginds naar het land Nod ging, nam hij voor zichzelf een vrouw. En we ontdekken dat die vrouw... Ik heb het Schriftgedeelte daar opgeschreven; ik zal er deze keer niet op ingaan.

36 Kijk naar Israël. Toen Israël vandaar vertrok, zien we het op twee wijnstokken gelijkend opkomen. Het is altijd zo geweest. Kijk, hier kwam Israël op weg naar het beloofde land zoals de gemeente vandaag. Wat trof hij aan? Hij trof Moab aan. En hij stuurde een boodschap naar zijn broeder en zei: "Mogen wij door uw land heen trekken? Als ons vee wat gras eet, zullen wij ervoor betalen. Als ze wat water drinken, zullen wij ervoor betalen." En hij weigerde het om dat te doen.

     Nu, kijk hier. Daar was Israël, een kleine groep die interkerkelijk was, die het land doorkruiste, geen plek om zich te vestigen, maar op weg naar huis. Moab had zich gevestigd met de hoogwaardigheidsbekleders, werd geteld onder de naties van de wereld.

37 Merk op wat er gebeurde. Israël had de ware bloedstroom. Herinnert u zich hoe Bileam probeerde hen er op die wijze in te huwen, en hij moest zich van die vrouwen en alles ontdoen. De leer van Bileam, leerstelling van Bileam...

     Merk op, daar was Moab die in dezelfde God geloofde als waarin Israël geloofde. Want het was wat? Nog een onwettige verkeerde vrouw, Lots kind door zijn dochter. Precies zoals de niet wedergeboren kerken van vandaag, de natuurlijke kerk is een kerk van de wereld die geestelijk overspel pleegt met de wereld en niet trouw leeft aan God. Een heel mooi type...

38 Merk op, fundamenteel gesproken... Nu, fundamentele broeder, ik ben niet... ik wil u niet te hard knijpen, maar ik wil dat u het voelt. Merk op, hier kwam de bisschop langs, Bileam. En hij kwam daar naartoe, en de koning zei: "Kom hierheen en vervloek dit volk." Zei: "Ik wil hen hier niet in de buurt; ze kunnen hier niet een van die genezingsdiensten houden. Want ze blijven maar vertellen over genezing." En zei: "Ze hebben een koperen slang daarginds waar ze allemaal naar kijken en gezond worden. En zeggen dat ze manna eten uit de hemel; ik heb er niets van gezien. En o, het is een hoop onzin." En zei: "Ik wil dat u hierheen komt en hen vervloekt. We willen niet dat ook maar iets van dat spul zich vermengt met onze denominaties hier. Dus, houd ze hier buiten."

     Merk op, hij was net zo fundamenteel als Israël. Hij bouwde zeven altaren, zeven offers, zeven rammen, precies zoals zij het deden beneden in het kamp van Israël (zie?), precies dezelfde offers. Maar wat Bileam niet zag, was die geslagen rots, die koperen slang, de roep in het kamp van de Koning. Hij faalde om die Vuurkolom te zien die voor hen uitging.

39 Dat is wat het is vandaag. U zegt: "U behoort tot die Pinkstermensen. Het zijn een stel heilige-rollers." Ze waren het vroeger, maar ze zijn het niet meer. Dus zij... zij behoorden tot hen, maar zij faalden die Vuurkolom te zien. Nu, zodat zij er zeker van kunnen zijn om het te zien, hebben wij er een foto van die wetenschappelijk bewezen is. Amen. Ja. Zij faalden om de Vuurkolom te zien, de roep van het kamp, dat er een Koning in ons midden is (amen), Koning Jezus. Zij falen om dat te zien. Hij faalde om die bloedverzoening te zien. Ze zeggen: "Ik ken een Pinksterman die wegliep met de vrouw van een andere man." Ik ken Baptisten en Presbyterianen die hetzelfde deden, Katholieken en nog meer. Dat is juist. Ze zijn met hetzelfde sop overgoten. De pot kan de ketel niet verwijten dat hij zwart ziet. We zijn allemaal menselijke wezens, en we zijn allemaal aan die dingen onderworpen onder onze mensen. Maar God handelt met ons als individuen, wie wij ook zijn. Dus de Pinksterzegen is juist.

40 Merk op, Israël en Moab; nu is het hetzelfde. Wij komen erachter dat de kerk aanneemt... ze gaan op pad en nemen een denominatie-man aan, brengen alles binnen wat ze willen. Ze zeggen slechts: "Welnu, als u zult komen en gedoopt wordt in onze kerk, en zult opstaan en zeggen dat u gelooft dat Jezus de Zoon van God is, dan zullen wij u in de kerk dopen en uw naam in het boek zetten."

     Nu, weet u dat de duivel ook gelooft? Zeker gelooft hij. Ik legde het gisteravond aan u uit, u... zoals het onderdompelen van deze oude schildpad. Het betekende helemaal niets voor hem; het hielp hem helemaal niets. Er was vuur voor nodig om hem in beweging te krijgen. En dat is dus wat er nodig is voor de gemeente vandaag: een beetje Heilige Geest en vuur om haar in beweging te krijgen.

     Maar bedenk, de Heilige Geest zal die onreine persoon niet in Zijn... in het lichaam van Christus nemen. Dat toont aan dat het lichaam van Christus geen denominatie is. Want het is een mystiek lichaam van Christus. En door één Geest worden wij er allen in gedoopt. Ik denk dat wij vrouwen, mannen, nemen en hen naar de wateren brengen om hen te dopen. En wij komen erachter, als ze niet werkelijk Christenen zijn in hun hart, dat we hen nooit hadden moeten dopen.

     Enige tijd geleden ging ik met een vrouw naar de rivier, een groep dames. Eén vrouw kwam erheen; zij stapte uit haar auto en kwam naar ons toe, en terwijl zij haar haar aan het opmaken was, zei ze: "Gaat u mij daar naartoe brengen om mij erin te plonzen, broeder Branham?"

     Ik zei: "U niet, u bent niet geschikt om erin te gaan." Dat is juist. Ze zouden wat gaan zingen in de gemeente, en een jong meisje had niet genoeg geld voor een bepaald kapsel dat ze graag wilde hebben om op het podium te komen zingen. En haar arme oude moeder had over een wasbord gewassen om dat kapsel voor haar te betalen. Toen ik dat ontdekte, wilde ik haar niet laten zingen. Ik zei: "Je bent niet geschikt om daarboven te zingen." Dat behoort rein gehouden te worden. Dat is wat er tegenwoordig aan de hand is met de kerken, het verderf en de rommel, helemaal vanaf de kansel tot aan het fundament. Dat is juist. Reinig het helemaal. Dat is juist. Wij hebben het ouderwetse schuursponsje weer nodig in de kerk.

41 Zoals de kleine neger die op een dag verordineerd werd, en de oudsten stonden om hem heen en zeiden: "Here, wikkel hem in jutezakken en giet kerosine over hem heen en zet hem in brand voor het Evangelie." Dat is wat wij vandaag nodig hebben: in brand staan. Laat hem dan los en laat hem rennen.

     Vroeger brandmerkte ik kalveren. We namen een kalf; ik weet dat u heel wat van ze hebt gestrikt en de poten hebt samengebonden, vermoed ik. Wij brandmerkten ze gewoonlijk. Iemand zei tegen mij: "Schaamt u zich niet om dat hete ijzer te pakken en dat tegen zijn zij aan te drukken?"

     "Nee." Ik drukt het tegen zijn zij aan. Hij begon flink te schoppen, zeker. Hij jammerde en loeide; als hij hem losliet, kreeg hij een krampaanval en begon echt hard weg te lopen. Maar vanaf dat moment wisten wij aan wie hij toebehoorde (dat is juist), zolang hij leefde. En ik vertel u, broeder, er is heel wat genade voor nodig om naar het altaar te komen en daar te blijven totdat de Heilige Geest een zegel binnenin u brandt. U mag schreeuwen en huilen en zich vreemd gedragen, maar vanaf die tijd weet u waartoe u behoort. Dat is juist. Want u bent verzegeld in het Koninkrijk van God door de Heilige Geest. Het is het zegel.

42 Bedenk, de Heilige Geest komt om degenen te verzegelen die God tevoren kende. Dat is juist. Goed. Hij, Jezus, kwam niet gewoon naar beneden en zei: "Ik zal sterven; misschien zal iemand medelijden hebben en naar Mij kijken en zeggen: 'Wel, ik veronderstel...' Misschien, als ze zullen denken dat Ik zoveel heb geleden, zal het hun harten breken en zullen ze komen." Nee, nee. U zou hoe dan ook niet komen. U kunt een varken niet vertellen dat hij verkeerd is als hij eet op een mesthoop. Hij zal u gewoon heel snel vertellen, als hij zou kunnen praten: "Ik bemoei met mijn eigen zaken, bemoeit u zich met de uwe." Zie?

     Er is een bekering voor nodig. God moet het doen. Geen mens komt tot Jezus, tenzij God hem eerst trekt. Het werk van de Heilige Geest is er zelfs voor nodig om uw hart om te keren. Daar is God voor nodig. Iemand zei: "Ik zocht God en zocht God." Nee, nee, nee. God zocht u, u bent het niet die God zoekt. God zoekt u.

43 In orde, de Heilige Geest brengt niet zomaar elk soort vrouw binnen, brengt niet een persoon binnen die rookt, iemand die drinkt, en iemand die immoreel leeft, en iemand die zich bezighoudt met allerlei wereldse dingen, want Hij zei: "Indien u de wereld liefheeft, de dingen van de wereld, dan is de liefde van God zelfs niet in u." Maar de Heilige Geest komt om de vrouw van Jezus Christus in het lichaam te verzegelen die Hij tevoren kende voor de grondlegging der wereld. Toen Hij... Omdat Hij God was in voorkennis, kon Hij zien wie Hem zou ontvangen en wie niet. De Heilige Geest komt dus om die bruid te halen. Zij is degene die Hij binnen brengt. Maar de kerk zegt: "O..."

44 We zongen vroeger een liedje, ik hoop dat het niet heiligschennend klinkt. We hadden een liedje dat we vroeger zongen: "'Komt en eet,' roept de Meester." We hadden een liedje en maakten het een klein beetje anders, vergeef mij als ik u toch aanstoot geef. Het ging zo:

"Komt en treedt toe", roept de voorganger,
"Komt en treedt toe."
U kunt uw ijs-dinertjes hebben heel de tijd;
De vuile moppen vertellen,
Pruimen en wat rook wegpuffen,
O, de voorganger roept tegen de samenkomst:
"Komt en treedt toe." (In plaats van "Komt en eet.")

     Wat een verschil! Men neemt een man, en zolang hij een beetje geld heeft en kan meebetalen, zet u hem in de raad van diakenen al heeft hij twee of drie vrouwen, plaatst hem daar hoe dan ook omdat ze invloedrijke mannen in de stad zijn. Het maakt mij niet uit of de stad hen haat; ik wil dat ze invloedrijk zijn in de hemel door de Heilige Geest, waardoor ze enige invloed kunnen hebben onder de mensen. Maar het is slechts komen en toetreden. Alles...

     Ik vroeg enige tijd geleden aan een jongedame: "Bent u een Christin?"

     En ze zei: "Ik geef u te verstaan dat ik een Amerikaanse ben." Alsof dat er iets mee te maken had. Ze was in Zwitserland. Alsof dat er iets mee te maken had.

     Broeder Bosworth zei dat hij het eens aan een vrouw vroeg, en ze zei: "Ik geef u te verstaan dat ik elke avond een kaars brand." Welnu, alsof dat iets met Christendom te maken heeft: elke avond een kaars branden! U moet hierin geboren worden, in het Koninkrijk van God.

45 Nu, we ontdekken die geesten. Let op. Rond de tijd dat Jezus op het toneel kwam, kwam Judas op het toneel. Rond de tijd dat Jezus het toneel verliet, dezelfde dag, gingen Jezus en Judas beiden van het toneel af. Rond de tijd dat de Heilige Geest op het toneel kwam, wat gebeurde er? De antichrist kwam op het toneel. Johannes zegt het, er staat: "Kinderkens, word er niet door misleid," zei, "de antichrist is reeds aan het werk in de wereld." Zie? Hij komt niet in deze laatste dagen; hij was toen reeds daar. Hij is er altijd geweest.

46 En nu, let erop: juist nu omstreeks de tijd dat de antichrist zich verheft en al de kerken, zelfs ons Pinksteren, meeneemt naar het grote lijkenhuis hier, weet u, de vereniging van kerken... U begrijpt wat ik bedoel. Ik heb begrepen dat enige van onze Pinksterorganisaties zich erbij voegen. Uhum. Wat kunt u ver weg raken van de Geest van God wanneer u begint te dwalen. Slechts even van de smalle weg afglijden, en u zult blijven glijden. Dat is juist. U moet terugkomen naar de plaats waar u wegging. Dat is juist.

     Confederatie van kerken die het beeld van het beest zullen vormen... En wij allen weten dat. Ziet u het daar? Het werkt zich daar nu helemaal naartoe om al de kerken samen te brengen, om ons te verenigen om het communisme te bevechten. Maakt u zich geen zorgen over communisme; het zal niet de zaak worden die wij moeten bevechten.

     Er zijn drie gordijnen. Ik zeg dit in de Naam van de Here; vergeet het niet. Er is een ijzeren gordijn, een bamboegordijn, en een purperen gordijn. Houd dat purperen gordijn in de gaten. Richt uw oog daarop.

47 O my, hoezeer zien wij nu hoe de antichrist zich begint te ontvouwen en een greep op de natie krijgt. Hij kiest zelfs hun eigen man, de andere kerken voegen zich erbij en dat vormt een groot kerkelijk hoofd. Al de Anglicaanse bisschoppen die... ze gaan nu naar Rome om met de Paus te overleggen, voor de eerste keer in honderden jaren. O, het komt allemaal tot een climax. En wij Protestanten zitten achterover, weet u, en... Wel, daar hebt u het (zie?); het gaat gewoon door, want het is afgekoeld. Wij zullen het niet kunnen stoppen; het zal niet stoppen; het zal erger worden. Het is... De Bijbel zegt het, dat... We weten dat de Pinkstergemeente in de laatste dagen dit Laodicea-tijdperk is dat lauw wordt, en dat God het uit Zijn mond spuwt, dat het Hem misselijk maakt. Hij kan het gewoon niet verdragen, de wijze waarop het is.

48 Nu, laten we nu verdergaan en enige van deze zegels nemen en ze gedurende de volgende paar minuten uitwerken. We gaan nu – als u uw Schriftgedeelten opschrijft – laten we gaan naar Ezechiël, het negende hoofdstuk. En we ontdekken dat de profeet de eerste komst van de gemeente voorzag. Nu, wij komen erachter dat hij zag... de profeet werd geroepen, en hij keek omhoog naar de hoger gelegen poorten en zei: "Hebt u ooit zoiets gezien?" En er kwamen van de hoge poorten [Hoge poort] vier [zes] mannen met verdervende wapens in hun hand. [Leeg gedeelte op de band – Vert]... u leest het in Ezechiël het negende hoofdstuk.

     Nu, bedenk, die slachting had alleen betrekking op Jeruzalem. "Ga door de stad."

     Maar voordat ze door de stad gingen, ontdekten ze dat er iets anders gebeurde. Er kwam een Man met een... in het wit, met een inktkoker aan Zijn zijde, een schrijvers-inktkoker. En Hij zei: "Stop deze andere mannen, zodat ze niet de stad zullen ingaan totdat eerst de Man gekleed in het wit met de schrijvers-inkthoorn door de stad Jeruzalem is gegaan en een zegel, of een teken, geplaatst heeft op degenen die zuchten en uitroepen over de gruwelen die in de stad worden gedaan." Nu, Degene met de inktkoker aan Zijn zijde was de Heilige Geest. Nu, merk op, nadat Hij er doorheen was gegaan, liet Hij deze mannen los met verdervende wapens. Hij zei: "Doodt allen tot verdervens toe, zowel jongelingen als ouden, jonge maagden, kinderkens; ontzie niets; maar nadert tot niemand op wie dat teken is." Let er op.

49 Nu, wanneer heeft dat plaatsgevonden? Dat was de vroege Pinkstergemeente, toen de Heilige Geest er doorheen ging en de gemeente merkte. Nu, let op hoe in de geschiedenis... als u ooit de geschriften van Josephus hebt genomen toen hij schreef over de grote slag rond het jaar 96. Toen alle mensen... Want de Heilige Geest had, toen Jezus kwam, de tekenen van de Messias uitgevoerd en daardoor bewezen dat Hij de Messias was. Nadat Hij was weggegaan, bracht Hij Zichzelf in de heerlijkheid, stuurde de Heilige Geest terug en zalfde de apostelen. Ze gingen voort en deden dezelfde tekenen als die Hij had gedaan. Ze hadden de kracht van de Here. Zij spraken in tongen; ze jubelden. Er was een machtig ruisende wind die hen vulde. En zij gingen voort met zulk een ijver dat zij de steden met de Heilige Geest in brand zetten. En wat deed men? Men bespotte hen. Men lachte hen uit. Dat is juist. Jezus zei: "Als u tegen Mij spreekt, zal Ik u vergeven. Maar wanneer de Heilige Geest is gekomen, zal één woord daartegen nooit vergeven worden." En zij verzegelden hun eeuwige bestemming toen ze de mensen bespotten die gevuld waren met de Heilige Geest.

50 Jezus vertelde hun, zei: "Nu, de tijd zal komen..." Nu moet u opletten, er zijn zoveel leraars die... Ze stelden aan Jezus drie verschillende vragen in Mattheüs 24. Hij beantwoordde elk ervan. Om die reden komt u uit bij de Zevende dag Adventisten, met dat: "Bid dat uw vlucht niet op de sabbat valt." Op de sabbatdag of in de wintertijd. Hij vroeg hun: "Wanneer zullen deze dingen geschieden? Wat zal het teken zijn van de komst, het einde van de wereld?" En ze stelden Hem drie verschillende vragen. En Hij legde het precies uit zoals ze het Hem daar vroegen. En het gebeurde; de geschiedenis bewijst dat het juist is.

     Wat zou... Wat voor verschil zou het nu maken als u de stad zou ontvluchten op een sabbatdag? Toen werden de poorten van de stad gesloten op de sabbatdag. Wat voor verschil zou het maken? Het toonde dat het niet universeel was, want het is zomertijd op één plaats en wintertijd op een andere. "Bid dat uw vlucht niet in de winter is, noch op de sabbat." Want, in die dag... Hij... Ze werden gewaarschuwd; Hij zei: "Laten zij die te Jeruzalem zijn, vluchten naar Judea." Judea was ingesneeuwd in de wintertijd. "Bid dat uw vlucht niet in de winter is, noch op de sabbat."

51 Maar toen Titus kwam, en ze zagen... Jezus vertelde hun: "Wanneer gij ziet dat Jeruzalem door legers omsingeld wordt, laat hem die op het veld is niet terugkeren om zijn jas te halen. Maar vlucht naar de bergen van Judea zo snel als u kunt. Ga weg van daar." Want ze zullen de Heilige Geest gaan lasteren. En als zij de Heilige Geest lasteren, nemen ze het merkteken van het beest aan, en er blijft niets dan vernietiging over. Toen deze Joden moeite zagen opkomen, zeiden ze: "Nu, we zullen ons in de stad vergaderen in het huis des Heren, en bidden." Klinkt dat niet zeer godsdienstig, zeer lieflijk! O, Satan kan het er gewoon zo echt doen uitzien. Zeker.

     Maar bedenk, Josephus zei dat die mensen die kannibalen waren... Hij zei: "Er is een groep die Jezus van Nazareth volgt Die rondging om de zieken te genezen." Zei: "Pilatus doodde Hem, en ze hebben Zijn lichaam gestolen en het ergens naartoe gebracht, en sneden het in stukken en aten het op." Ze waren kannibalen. Wat ze deden, was, dat ze het avondmaal namen, het lichaam van de Heer. Zie? En hij zei: "Geen van hen is verloren gegaan, want ze vertrokken snel naar Judea zoals de Schrift hun vertelde te doen, zoals Jezus hun had verteld om te doen."

52 Maar deze Joden gingen allemaal Jeruzalem binnen, en ze zeiden: "Welnu, we zullen ons verzamelen in het huis des Heren, en grote Jehova, Die altijd met ons is geweest, zal neerdalen en Hij zal de legers van Titus verdrijven; dat is wat Hij zal doen." Maar wat hadden ze gedaan? Ze hadden gezondigd tegen de Heilige Geest. Ze hadden de spot gedreven met de kracht van de Heilige Geest in werking. Ze noemden Jezus Christus, Die uitvoerde en hun toonde dat Hij hun Messias was, ze noemden Hem Beëlzebul, noemden Hem een duivel, vertelden Hem dat het een soort telepathie was, zeiden dat Hij een duivel was, dat de werken die Hij deed de werken van de duivel waren. Ze riepen het over zichzelf af.

     Nu, broeder, wacht slechts; we hebben er vanavond de tijd niet voor, maar morgenavond wil ik u meenemen en u tonen dat de Verenigde Staten precies hetzelfde hebben gedaan. Morgenavond zal ik het u bewijzen door de Schriften, zo de Here wil, dat de Verenigde Staten precies hetzelfde hebben gedaan gedurende deze laatste veertig jaren. Ze hebben er de spot mee gedreven en hen heilige-rollers genoemd, Pinkster-fanatiekelingen, en van alles in de wereld. Terwijl God met hen werkte in tekenen en wonderen, en de grote kerken zich er gewoon van distantieerden en er de spot mee dreven. En wat is er nu in de laatste dagen gebeurd? Laat mij u de Schriften brengen. Bent u klaar?

53 Ik verschil van mening met mijn dierbare broeder David duPlessis, die daar optrekt met dr. McKee en al deze grote kerken. En wat gaan ze nu...

     [Leeg gedeelte op band – Vert] ...nu. O, de Presbyterianen zeggen: "Wij hebben sprekers in tongen nodig. Wij hebben ze nodig om de doop van de Heilige Geest te ontvangen. We hebben Goddelijke genezers nodig" en al dat soort dingen. Waarom hebben ze het veertig jaar geleden niet aanvaard toen het verscheen, in plaats van er de spot mee te drijven? Ze zullen het nooit doen. Ze zijn dood. Ze zijn denominaties, en iedere denominatie is dood. Precies juist. Ze zal nooit meer opstaan. Geen denominatie zal ooit opstaan. "Assemblies", u hebt uw dag gehad. "Oneness", u hebt uw dag gehad. "Foursquare", u hebt uw dag gehad, de tijd van mevrouw McPherson. De "oude school assemblies" hadden hun dag. Wel, wat hebt u gedaan? U hebt van uzelf een denominatie gemaakt en uzelf afgescheiden. U zult nooit een denominatie naar binnen kunnen brengen omdat het in de eerste plaats een katholieke orde was die God in het begin veroordeelde; ze zal nooit binnengaan, geen Baptist, Presbyteriaan, of iets anders. Maar God zal uit iedere denominatie een hongerig hart trekken, wat Hij maar kan, want dat is Zijn lichaam dat Hij naar binnen zal brengen, en degenen die verzegeld zijn door de Heilige Geest. [De samenkomst applaudisseert – Vert]

     Ze hebben het merkteken van het beest aangenomen. Kijk er nu naar, de Pinksterkerk heeft haar kleur bekend. Nu is zij uitgespuwd. Jezus aan de buitenkant, kloppend [Broeder Branham klopt op de kansel – Vert], proberend om binnen te komen. Waarmee klopt Hij? Precies met de Messiaanse klop, en al het andere, en ze zetten Hem nog steeds buiten. Zeker doen ze dat.

54 Maar wat is er gebeurd? In welke dag leven wij? O, mijn broeder, in welke dag leven wij? Denk niet dat ik krankzinnig ben. Ik hoop van niet. Als ik krankzinnig ben, laat mij gewoon met rust; ik voel me zo beter dan op de andere manier. Maar luister. Luister. Ik vertel u, mijn broeder en zuster, waar is dit het teken van? Het is het teken dat we in de eindtijd zijn. Wat zei Jezus over de slapende maagden? O, noemt u die kerken maagden? Net zoveel als Kaïn, precies dezelfde zaak. Ze aanbidden. Maar de slapende maagd had geen olie in haar lamp. Is dat juist? Toen zij dus ontdekte dat zij later was dan wat zij dacht – het communisme kroop stilaan naar haar toe – zei ze: "O, geef aan ons wat van de olie. Hoe ontvang je deze Heilige Geest?"

     "Ga het kopen van iemand die het verkoopt."

55 En bedenk, precies ten tijde dat de slapende maagd de olie ging kopen, op dat moment kwam de Bruidegom. Glorie! Ziet u het niet? Als de Presbyterianen en de Episcopalen en die anderen komen om de Heilige Geest te zoeken, kunt u maar beter uw lamp bereiden. In orde gebracht, op orde, ja, hij moet in orde worden gebracht. Pinksteren, u kunt beter wat lampen in orde brengen. Amen. Snijd een heleboel van deze wereld van u af. U bent bedekt met een roet-laag. De lont is in een slechte toestand gekomen. U weet dat die lont iets belangrijks is. Ik keek er vroeger naar. Wat een echte lont van God is, is een gelovige, is een lont. Kijk, hij heeft vuur aan het ene eind, hierboven, en het andere eind is in olie gedompeld; hij trekt olie en produceert vuur. Wat een gemeente, wat een kracht! Wat een plaats om in te zijn. Halleluja!

     Datzelfde Evangelielicht dat schijnt in het oosten, schijnt in het westen. Het zal licht zijn in de avondtijd. Sta op, maak uw lamp gereed, Pinksteren! Snijd de wereld af; snijd de modes van de wereld af; snijd de dingen van de wereld af. Maak u gereed; het uur is nabij.

56 En precies toen ze heengingen om dit te halen, wat gebeurde er? Wat geschiedde er? Toen ging de Bruidegom naar binnen. Kijk, Amerika heeft de Heilige Geest gelasterd. Ze heeft er de spot mee gedreven sinds zij veertig of vijftig jaar geleden op het toneel verscheen. Zij heeft er voortdurend de spot mee gedreven. De andere kerken hebben er de spot mee gedreven. Ze hebben zichzelf getoond. Nu beginnen ze hun hoofd op te heffen en te zeggen: "Wij zouden hier graag wat van willen hebben." Maar precies wanneer ze dat beginnen te doen, is dat een teken dat wij onze lampen gereed behoren te maken. Mag God enige predikers doen opstaan die zullen beginnen met het gereedmaken van lampen. Ik vertel u, dat wij vandaag iets van node hebben om onze lamp gereed te maken om het echte Pinkstervuur te tonen.

57 Als je een oud lampje hebt dat helemaal... waar het roet op de pit van de lamp komt, daar zal uw lamp helemaal zwart worden van de rook. Dat is wat er met ons aan de hand is; wij hebben teveel roet op de lamp, teveel roet. Het vuur kan niet goed trekken. Het krijgt niet voldoende lucht van onderen af. Wat wij nodig hebben, is een frisse ademtocht, een goede adem, frisse adem van de hemel van de hernieuwde doop van de Heilige Geest, en de Heilige Geest Die aan het werk is in de gemeente met tekenen en wonderen die volgen, het ware zegel van God!

     "Ik zal u wat vertellen. Ik zal naar de Assemblies gaan; als zij mij niet juist behandelen, zal ik naar de Foursquare gaan." O, u bent zwart van het roet, u verstikt uw licht. Maak uw lamp schoon. Maak u gereed; we zijn in de eindtijd. Maar zij zullen... iemand zal het prediken. Iemand zal het vertellen. Ergens zullen er enigen zijn die het zullen begrijpen. Dat is juist. Ik weet niet hoeveel, want er staat geschreven: "Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen", waarin acht zielen werden gered. Maar ik weet niet hoeveel mensen het zullen begrijpen, maar er zullen er enigen zijn die hun lampen gereed zullen maken, dat is alles wat ermee is, want het is nu de tijd om de lampen gereed te maken.

58 En toen de slapende maagden weggingen, die reeds het merkteken van het beest ontvangen hadden... U zegt: "Merkteken van het beest, dat?" Ja, inderdaad. Zo ontving ook Kaïn het merkteken en ging weg. Wat was het? Toen de Baptistenkerk, toen de Pinkstergemeente, toen de Presbyteriaanse kerk, het merkteken van het beest aannamen in plaats van de Heilige Geest te ontvangen, gingen ze bij God vandaan en maakten een organisatie voor zichzelf. Wat deden ze? Namen voor zichzelf een valse vrouw, een valse vrouw van de wereld, brachten geschilderde Izebels en al het andere naar binnen, met kort haar, die korte broeken en rokken dragen naar de mode van Hollywood. En predikers gingen erop uit om ze naar binnen te halen, diakenen met twee of drie vrouwen en... En een man...

59 U zegt: "U praat voortdurend tegen onze vrouwen, over onze vrouwen." In orde, mannen, dan zal ik u eens uitkammen. Laat mij u iets vertellen. Elke man die zijn vrouw sigaretten zal laten roken en shorts dragen, voor hem heb ik amper respect als zijnde een man. Hij is zo verwijfd dat hij zelfs niet weet waartoe hij behoort. Hij is geen man. Dat is juist. O, halleluja. Dat is juist. Hij lijkt in niets op een man. O, hij mag twee meter lang zijn, honderd kilo wegen, maar voor mij ziet dat er niet uit als een man. Dat toont wie de baas is in uw huis. Zij zal met haar voet stampen: "Ik zal het je nu vertellen", en u buigt zich neer alsof u een ziek katje bent. Wat is er aan de hand? Wat wij nodig hebben...

     Wat wij vandaag nodig hebben zijn mannen! Wij hebben Evangeliepredikers nodig! En voor welke prediker ook die in de kansel zal staan en zich zal inhouden over die dingen, heb ik weinig respect dat hij door God geroepen is. Juist. Een man die beschaamd is om in de kansel te staan en Gods Waarheid te vertellen, terwijl hij weet dat het een immoreel iets is voor een vrouw om haar haar te knippen... De Bijbel... Een man heeft het recht om zijn vrouw te verlaten en van haar te scheiden als zij haar haar afknipt. De Bijbel zegt het. Wie is het hoofd van de vrouw? Haar man. En de Bijbel zegt: "Als een vrouw haar haar afsnijdt, onteert zij haar hoofd." Er zou met geen oneerbare vrouw geleefd moeten worden. Amen. Zij snijdt haar heerlijkheid af. En dat doet de kerk ook. Wanneer zij hetzelfde doet, snijdt zij haar stroom van heerlijkheid af.

     Hum. O God, waarom zeg ik deze dingen? [De samenkomst applaudisseert – Vert] Maar het is de waarheid. Nee, wij hebben geen compromissensluiters nodig. Wij hebben mannen en vrouwen nodig die een standpunt zullen innemen voor gerechtigheid en recht, en de waarheid vertellen ongeacht wat het is. Amen. Het zegel van God...

     Maak uw lampen gereed, mijn broeder. Laat het licht van de Heilige Geest weer opvlammen, fris. Het wordt donker. O, het is zo'n vreselijke tijd. Het wordt donker.

60 Hier enige tijd geleden kwam ik langs... Ik kwam van Dallas en vloog in de richting van Indiana, en een storm kwam opzetten en het vliegtuig moest landen in Memphis. En ik... Ze lieten mij logeren in dat zeer grote fijne hotel daarginds en vertelden mij... Ze belden mij na een poosje op en zeiden: "Wij zullen u in de ochtend bellen om zeven uur. Wij zullen de... zullen een paar taxi's u laten ophalen." Want ze hadden... ik had mijn reis reeds betaald, en zij moesten mijn verblijf in het hotel die nacht betalen. Dus ik zat daar en schreef enige brieven naar mijn vrienden. De volgende ochtend stond ik op en ging ik naar beneden om de brieven te posten, en ik liep door de straat. Ik dacht: "Ik zal me nu haasten want die limousine komt ons halen op een bepaald tijdstip." En ik begon de straat uit te lopen, liep heel snel, weet u. De Heilige Geest zei: "Sta stil." Ik keek om me heen, en daar stond een grote Ierse politieman die deze kant op keek, en ik dacht: "Dat was zeker niet hij die dat zei." En ik begon weer te lopen, iets zei: "Ga opzij." En er waren daar enige vismolens en dergelijke. Ik liep er zo naartoe, en ik dacht dat ik zou doen alsof ik naar die dingen keek, zodat hij er niet wantrouwig over zou gaan denken. Dus ik liep daar naartoe en begon naar die vismolens te kijken, en ik zei: "Hemelse Vader, was U dat, Die sprak?"

     Hij zei: "Keer je om, en ga in de richting van het noorden en blijf lopen."

     Ik zei: "Ja, Vader." Ik begon gewoon... Gelooft u dat kinderen van God door de Geest van God geleid behoren te worden? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Dat is wat er met ons aan de hand is, onze lamp is zo beroet dat wij niets meer kunnen waarnemen. Hier waren wij...

61 Ik begon te lopen. Ik liep, en ik liep, en ik liep, en ik dacht: "Wel, my." Ik keek, tijd dat het vliegtuig zou komen. En Hij bleef gewoon zeggen: "Loop." En ik bleef gewoon doorlopen. Ik stak over en kwam aan de overkant, en ik kwam in dat... in de kleurlingenbuurt daar. En ik ging erdoor, wel, de... ze stond heel hoog; de zon stond al heel hoog. En ik dacht: "O, ik heb mijn vliegtuig gemist. Wel, als Hij zei om te lopen, denk ik dat Hij misschien bedoelt om naar huis lopen. Ik zal dus blijven lopen, mijn koffer daar achterlaten." Dus toen ging ik... ik ging... mijn koffer stond nog steeds in het hotel, en ik had deze brieven. Ik bleef doorlopen. Dacht: "Wel, Here..."

     Iets bleef gewoon zeggen: "Blijf lopen, blijf doorlopen." Ik bleef gewoon doorlopen; dat is het enige om te doen. Ongeacht hoe het eruit ziet, blijf gewoon volhouden hoe dan ook. Als God zegt om het te doen, blijf gewoon volhouden. Dat is hoe u het doet. Dat is hoe u gezond zult worden, zie, blijf gewoon doorlopen. Zeg: "Vandaag... gisteren kon ik mijn vinger nog maar zoveel bewegen; vandaag kan ik hem zoveel bewegen. Prijs God. Morgen zal ik hem zoveel kunnen bewegen en de volgende dag zoveel. En dan, voor je het weet ben ik...?..." Blijf gewoon doorlopen. Dat is alles, blijf gewoon lopen.

62 Toen kwam ik daar terecht aan de andere kant van Memphis. En toen ik daar kwam, wel, ik liep door enige... door een grote kleurlingenbuurt daarginds, met die kleine oude armoedige huisjes daar. En ik dacht: "Wat doe ik hier?" Ik dacht: "Wel, Hij zei dat ik moest blijven lopen. Als Hij wilde dat ik een andere kant op zou gaan, dan zou Hij het mij vertellen." Dus ik bleef lopen. En ik liep en zong dat liedje waarover u Pinkstermensen zingt... even kijken of ik op de melodie kan komen.

Zij waren vergaderd in de opperkamer,
Allemaal biddend in Zijn Naam,
Gedoopt met de Heilige Geest,
En kracht voor dienst kwam;
Nu wat Hij deed voor u... hen op die dag
Hij zal hetzelfde doen voor u,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen dat ik één van hen ben. (U hebt het gehoord, nietwaar? Jazeker.)

Deze mensen mogen niet geleerd zijn,
Of pronken met wereldse faam,
Zij hebben allemaal hun Pinksteren ontvangen,
Door geloof in Jezus' Naam;
En zij vertellen nu, zowel ver als de wereld rond,
Dat Zijn kracht nog steeds hetzelfde is,
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen dat ik één van hen ben.

63 Ik liep verder en neuriede dat in mijzelf. Ik keek; ik zag een oude kleurlingvrouw die daar zo voorover leunde over een hek. En de zon stond heel hoog, en o, het is prachtig, de lentetijd en de kamperfoelie. En als u denkt dat oranjebloesems lekker ruiken, wacht totdat u de kamperfoelie ruikt daar in Indiana. Dus, en daar was... en zij leunde daar overheen, en zij had een mannenoverhemd om haar hoofd gebonden, een heel dik, bol gezicht, weet u. En ik kwam langs, ik dacht... Wel, ik zag haar daar staan. Ik bleef lopen op die manier. En toen ik dichtbij kwam, begon zij te lachen, grote dikke tranen begonnen langs haar ogen te lopen. Ik zei: "Goedemorgen, tante." Dat is gewoonlijk hoe wij de kleurlingen zouden begroeten in het zuiden.

     Ze zei: "Goedemorgen, dominee."

     Ik zei: "Dominee?" Dat is een prediker, weet u. Ik zei: "Hoe wist u dat ik een dominee was?"

     Ze zei: "Ik wist dat u zou komen."

     Ik zei... stopte en kwam terug; ik dacht: "Vader, is dit het? Heeft U mij hierheen gestuurd naar deze negervrouw?"

64 En zij stond daar, en ik zei: "Hoe wist u dat ik een dominee was?"

     Ze zei: "Hebt u ooit dat verhaal over de Sunamietische vrouw gelezen?"

     Ik zei: "O, ja."

     Ze zei: "Ik ben zo'n vrouw." En ze zei: "Ik had geen kinderen, en ik vertelde de Here, dat als Hij mij een baby zou geven, ik die zou... dat ik zou... ik die zou opvoeden om Hem te dienen." En zei: "Ik heb dat gedaan. De Here gaf mij een baby, en", zei ze, "ik heb over wasborden gewassen om geld voor hem te verdienen." En ze zei: "Hij was zo'n fijne jongen, maar", zei ze, "hij nam een verkeerde weg. Hij ging met verkeerd gezelschap om." En zei: "Hij..." En zij was een oude Pinksterheilige. En ze zei dus: "Hij nam de verkeerde weg." En zei: "Hij kreeg een vreselijke geslachtsziekte." En zei: "Ik wist het niet." En zei: "Ze kunnen nu niets voor hem doen." Zei: "Zijn hart is al helemaal weggeteerd." Zei: "Hij ligt daarbinnen te sterven."

65 En zei: "Deze nacht heb ik de hele nacht gebeden." Zei: "Hij is twee dagen buiten bewustzijn geweest, dominee." En zei: "Ik bad de hele nacht deze nacht. En ik zei: 'Here, U gaf mij deze baby.' Zei: 'Ik... ik ben uw dienares,' zei, 'waar is die Elisa?'" zei ze. En zei: "Ik bleef bidden." Zei: "Deze ochtend viel ik in slaap op mijn knieën," en zei, "rond twee uur." En zei: "Ik droomde dat de Here mij vertelde om hier te komen en bij dit hek te staan." En ze zei: "En zei: 'Hij zal door de straat komen met een lichtbruin pak aan en een kleine lichtbruine hoed op.'" En zei: "Ik sta hier al te wachten voordat het licht begon te worden, en ik zag u komen", zei ze. "Ik, ik wist het." O, dat is Pinksteren. Dat is echt Pinksteren!

     Ik zei tegen haar; ik zei: "Mijn naam is Branham, tante. Hebt u ooit van mij gehoord?"

     Ze zei: "Nee meneer, dominee Branham, ik heb nooit van u gehoord." En ze zei: "Het spijt me, maar ik heb nog nooit van u gehoord." Ze zei: "Wilt u niet binnen komen?"

     En ik zei: "Ja, mevrouw, dank u." Ik zei verder geen woord. Ik dacht: "Dit moet het zijn."

66 Dus toen ik naar binnen liep, hadden ze een oude punt van een ploeg die aan een ketting hing aan het hek om hem weer dicht te trekken. Ging naar binnen in een kleine oude tweekamer-... wat wij in het oosten een "shotgun house" ["jachtgeweerhuis" – Vert] noemen, smalle lange kamer. En ik ben in koningspaleizen geweest, ging bidden voor koning George van Engeland. Ik was bij Gustav daar in Zweden. En ik ben in vele koningspaleizen geweest, en bij koning Farouk, en vele andere plaatsen, en grote potentaten en monarchen. Bij enigen van de grootsten die de wereld heeft vandaag heb ik het voorrecht gehad om binnen te gaan en met hen te praten, een gesprek te hebben. Ik ben in prachtige huizen geweest. Maar ik was nooit meer welkom en voelde mij nergens meer thuis dan in dat kleine negerhutje die ochtend.

     Toen ik daar naar binnen ging, lag er geen tapijt op de vloer, een klein oud hemelbed stond een beetje aan die kant, en ze hadden een grote bord boven de deur daar, waarop stond: "God zegene ons huis." Ik ben in huizen geweest van mensen die zich Christenen noemen waar pin-ups en vieze vulgaire foto's aan de muur hingen. Ik voelde mij echt thuis.

67 Keek daar op het bed, en daar lag een grote stevig uitziende kleurlingjongen, ik schat dat hij zo'n vijfentachtig kilo woog. En hij had de deken in zijn hand en deed: "Uhm! Uhm!" [Broeder Branham maakt een kreunend geluid – Vert] Ik zei: "Wat is er aan de hand, broeder?"

     En ze zei: "Dominee, hij heeft al twee dagen niet gesproken." En hij bleef zeggen: "Het is donker hier. Het is donker. Ik weet niet waar ik naartoe ga. Uhm! Uhm! [Broeder Branham maakt een kreunend geluid – Vert]" En de oude tante kwam naar mij toe, ze zei: "Dominee, hij denkt dat hij ergens buiten op een rivier is, op zee. En het is donker, en hij roeit in een boot en hij kan niet zien waar hij naartoe gaat." En zei: "Hij zegt dat nu al twee dagen."

     En ik zei: "O, wat erg." En ik zei: "Wel, tante," ik zei, "mijn bediening, ik ben net uit Dallas Texas vertrokken; ik bid voor de zieken." Zij was daar niet in geïnteresseerd.

68 Ze zei: "Ik wil maar één ding zeggen, dominee. Ik wil dat u bidt, en als God van de hemel mij gewoon wil toestaan mijn zoon te horen zeggen: 'Mama, het is in orde, ik ben gered', dan zal ik bereid zijn om hem te laten gaan." Zei: "Maar ik heb zo hard gewerkt en zo hard gebeden voor mijn jongen," zei ze, "ik vind het gewoon vreselijk om hem zo te zien sterven en te weten dat hij verloren heengaat, teruggevallen op de wijze waarop hij is." Zei: "Als ik hem maar kan horen zeggen: 'Het is in orde, mama; ik ben klaar om te gaan.' Wilt u bidden?"

     Ik zei: "In orde, tante." En wij knielden neer op de vloer, en ik zag haar met dat... of ik veronderstel dat het een overhemd van haar zoon was, gebonden rondom haar hoofd, grote dikke bolle wangen op die manier, en zij... een grote flinke vrouw; zij knielde neer. Ik dacht... Ik zei: "Tante, leidt u ons in gebed." O, broeder, al zou ik toen nooit hebben geweten dat zij een Pinkstergelovige was, dan zou ik het toen hebben geweten. Over bidden gesproken, die oude vrouw bad een gebed dat gewoon zou... je kon gewoon de haren achterin je nek overeind voelen gaan staan. Zij bad als... ik vertel u; zij sprak met Hem zoals zij eerder met Hem gesproken had. Zij wist met Wie zij sprak. Wanneer... O, zo'n gebed, mijn hart kromp in elkaar. En toen zij klaar was, boog ze naar hem toe en kuste hem op het hoofd; ze zei: "God zegene mama's baby."

69 Ik dacht: "Daar heb je het, daar heb je het." Zie? "God zegene mama's baby", hoewel hij schande over het huis had gebracht. Zo'n flinke grote potig uitziende kerel is, ongeacht wat hij heeft gedaan, nog steeds mama's baby; want die moederliefde beweegt zich nog steeds naar hem toe. Ik dacht: "Ja, dat is juist." Maar de Bijbel zegt: "Kan een moeder haar zuigeling vergeten?" Er staat: "Zij zou het misschien kunnen. Maar Ik kan u niet vergeten. Uw namen zijn gegraveerd in de palmen van Mijn hand." Wat een versch... zo'n grote liefde, hoe God ons nooit zou vergeten. Al zijn onze lampen beroet, toch heeft Hij ons lief. Laten we eenvoudig onze zwakke lamp gereed maken, mijn broeder. Laten we naar voren treden. Laten we ons gereed maken om de Here Jezus te ontmoeten. Laten we onszelf reinigen; laten we onszelf in orde brengen; laten wij hogerop komen in gebed; laten we in orde zijn.

70 Daar kuste zij hem op die manier. Hij zei: "O, het is donker, mama. O, het is donker", terwijl hij die deken heen en weer trok. En ik pakte zijn voeten vast. Zijn voeten waren koud en plakkerig, en ik zei... net alsof hij stervende was. En ik zei: "Kun je mij horen, broeder?"

     Hij zei: "O, mama, het is donker", zei hij. En ik probeerde met hem te praten; hij begreep het niet, schudde met zijn hoofd op die manier, en spul liep uit zijn mond. En hij zei: "O, mama, het is donker, het is donker; ik weet het niet waar mijn boot naartoe gaat", op die manier.

     En zij begon te huilen, veegde die grote oude wangen zo af. En ze zei: "Ziet u wat ik bedoel, dominee?"

     Ik zei: "Ja, mevrouw."

     Ze zei: "Wilt u nu bidden, dominee?"

     Ik zei: "Ja, mevrouw." En ik knielde neer; ik zei: "Knielt u met mij." En ik legde mijn handen op zijn voeten; ik zei: "Hemelse Vader, het is nu over negenen; mijn vliegtuig is allang vertrokken." Ik zei: "Ik bid dat U genadig zult zijn. Ik weet niet waarom U mij hier naartoe hebt geleid; dit is zeker de plaats. Dit is waar... want ik zou hier niet zijn langs gekomen als U mij niet hierheen had geleid, bij deze vrouw die hier stond. U leidt ons nooit tevergeefs; U toont ons altijd wat U... wat U doet. Ik bid dus, Vader, als dit Uw wil is, dat U de jongen laat... de vrouw haar verzoek zult toestaan, en moge zij... moge hij gered worden. En ik bid dat U zijn lichaam zult genezen." En terwijl ik nog aan het bidden was, zei hij: "Mama, o, mama, het wordt licht in de kamer." O God. "Het wordt licht in de kamer." Weet u, binnen enkele minuten zat hij op de rand van het bed en sprak met ons. Legde die grote zwarte arm om mij heen, op die manier...

     Ik zei: "Ik moet gaan." Ik begon de straat af te lopen en ik nam een taxi, rende heel snel om mijn koffer op te halen; ik zei: "Wel, ik zal gaan en proberen het vliegtuig vanavond op een ander tijdstip te nemen." Het was toen vlak na de oorlog en het was toen verschrikkelijk moeilijk om een vertrekkend vliegtuig te krijgen. En precies toen ik binnen reed, zeiden ze: "Laatste oproep voor vluchtnummer 172." O, dat vliegtuig was al die tijd op de grond gebleven. Ik nam hetzelfde vliegtuig. Kijk, God doet alles medewerken ten goede, is het niet? Ongeveer een jaar later was ik op weg naar...

71 [Spreken in tongen en uitlegging: "Roepend, roepend, roepend. Ja, de Geest van God roept! Zelfs op dit uur spreekt Hij tot de mensen. Hoort de stem des Heren; Hij spreekt tot u op dit uur. Wilt gij uw hart toewijden? Wilt gij uzelf aan Hem geven? Waarlijk, Ik zeg u: de tijd is kort. Jezus zal spoedig terugkeren. Wijd uw hart aan Hem toe. Geef uw alles aan Hem. Waarlijk, Ik zeg u: Hij roept u, Hij roept u. Als gij uzelf zult toewijden, zal het licht worden. Ja; het zal licht zijn. Maar indien gij de Geest weerstaat, zal het donker zijn, en hoe groot is die duisternis." – Vert]

     God, o Vader, wat danken wij U voor deze waarschuwing aan ons. Here, ik weet dat het niet tevergeefs is. O God, laat de mensen zien dat we slechts proberen hen ertoe te krijgen hun lampen schoon te maken om gereed te zijn. Het uur nadert, Here, met al deze tekenen, de slapende maagd is nu op zoek naar olie, al deze dingen... Om Uw Geest te horen neerdalen en betuigen dat de boodschap waar is; God, ik bid dat U de mensen zult zegenen. Laat hen gewaarschuwd worden door God vanavond, en geen rust hebben totdat zij hun lampen hebben schoongemaakt en zich gereed hebben gemaakt om de Bruidegom te ontmoeten. Sta het toe, Vader. Amen.

     Wat prachtig. Hebt u die man bemerkt? Hebt u bemerkt hoe die... U Pinkstermensen, laat u zich door onderscheiding in de war brengen? Kijk hoeveel groter dit is dan dat. Zie? Hoe dat, dat... Kijk, het was hetzelfde geluid wat de stem van die man uitbracht. Zag u hoe de uitleg op dezelfde wijze kwam (zie?), op dezelfde wijze, ongeveer dezelfde lengte, hetzelfde aantal paragrafen en alles. Het is de Heilige Geest. Ik vertel u de waarheid. Het is waar. O, zondaar-vriend, zoek de Here nu. Roep Hem aan terwijl Hij... terwijl Hij gehoord kan worden. Hoor Hem, hoor Hem is mijn gebed.

72 Ik wil u vertellen wat er gebeurde. Een jaar later kwam ik er doorheen met de trein, op weg naar Phoenix. Als u ooit in Memphis was, als je uit het oosten komt, stop je hier. Ik stapte uit de trein en begon daar wat rond te lopen. In de trein geven ze je ongeveer... ze vragen je vijftig dollarcent voor een piepkleine boterham die heel dun is. En ik wachtte totdat ik bij een plaats kwam waar ik kon uitstappen om een paar hamburgers te kopen, en ik zou een zak ervan halen en weer in de trein stappen (zie?), en daar kon ik dan verder op teren. Dus toen haalde ik... Ik zou niet kunnen... Ik geloof er niet in om het geld van de gelovigen te nemen om het voor zoiets te gebruiken.

     Dus toen haalde ik... kocht ik wat hamburgers, en ik liep daar snel in de richting van waar de kraam was. Ik hoorde iemand zeggen: "Hallo daar, dominee Branham." Ik keek om mij heen, een kleine witkiel.

     En ik zei: "Hallo daar."

     Hij zei: "Wacht even." Hij kwam op me af en zei: "Hoe is het met u?"

     En ik zei: "Het gaat goed met mij." Ik zei: "Ik geloof niet dat ik je ken."

     Hij zei: "O, jawel."

     En ik zei: "Ik... Misschien ben ik je gewoon even vergeten."

     Zei: "Herinnert u zich dat u op een ochtend door de straat kwam en kwam bij een huis waar een jongen lag te sterven aan een geslachtsziekte?"

     Ik zei: "Je bent toch niet..."

     Zei: "Ja, meneer, ik ben het." Hij zei: "Ik ben niet alleen genezen, maar ik ben ook gered, dominee Branham." [De samenkomst verheugt zich – Vert]

73 O, de helft is nog nooit verteld. Wat meer kan de lieflijke, genadige, dierbare hemelse Vader doen om ons te waarschuwen om ons recht te trekken? Wat meer kan Hij doen? Hebt u Hem lief? Hebt u Hem lief met geheel uw hart, geheel uw ziel, en met geheel uw verstand? Hoeveel zondaars zitten hier nu terwijl wij even een ogenblik onze hoofden buigen? Steek uw hand omhoog en zeg: "God, geef vuur in mijn lamp vanavond, Here. Steek mijn kleine kaars aan en laat mij branden voor Christus totdat ik sterf." Zeg: "Ik neem nu de weg met de weinige verachten des Heren." Laat mij uw hand zien. Zondaar-vriend, wilt u uw hand opsteken en Christus aanvaarden als uw Redder? Wilt u even uw hand opsteken, balkon of begane grond? Wij hebben het elke avond helemaal uitgekamd. Zijn er misschien nog één of twee hier vanavond, steek uw hand op, wilt u dat doen? Ergens, zondaar? Zeg: "Ik wil de Heilige Geest ontvangen." Nu, bedenk, u zult óf de Heilige Geest hebben óf het merkteken van het beest aannemen. Er zijn maar twee klassen. We zullen er morgenavond op ingaan. Ik heb het er zo'n beetje uitgegooid en een groot fundament gelegd om morgenavond de deksteen erop te zetten.

74 Steek uw hand op, en zeg: "Ik wil het, broeder Branham." God zegene u, jongeman; de Here zegene u; dat is erg goed. God geve u het verlangen van uw hart, zoon. Iemand anders, wilt u even opstaan en zeggen: "Ik wil Christus aanvaarden." God zegene u, dame. Dat is erg fijn, een erg dappere daad. Iemand anders die wil opstaan en zeggen: "Ik aanvaard Christus; ik zal het ontvangen." Op het balkon? Helemaal achterin in de hoek, ja. Ik, meneer, zie uw hand daar omhoog, mijn dierbare vriend. Nu, wil iemand anders zeggen: "Laat mij..." Laten we nu zien, iemand anders die zegt: "Ik zal Christus als mijn Redder aanvaarden. Ik zal mijn hand naar Hem opsteken en zeggen dat ik..."

     Nu, bedenk, wanneer u uw hand opsteekt en het meent, maakt dat het vast. Het is voor altijd klaar. God neemt u precies op uw woord. Meen het gewoon en steek uw hand op; kijk wat er gebeurt. In orde, nog iemand boven op het balkon, God zegene u. Ja, dat is goed. Steek even uw hand op; bemerk gewoon wat voor een gevoel er over u heen komt. Als u een zondaar bent, steek uw hand op. Ja, de dame, jongedame, die hier vooraan zit, God zegene u, dierbare zuster. Nog iemand? Ik zal wachten. Christus wacht. God zegene u, daarboven. Een ander? God zegene je daar achterin, jongeman. God zij met je, beste jongen. God zal dat zeker doen. "Ik wil Christus als mijn Redder aanvaarden." God zegene u, helemaal achterin. Een ander? "Ik zal Christus als mijn Redder aanvaarden. Ik ben er nu, hier ter plekke waar ik zit, van overtuigd dat ik Christus nodig heb. Ik weet dat ik altijd geloofd heb dat er een tijd van afscheiding zou komen, dat God de ware gemeente zou afscheiden." Hij zal het; Hij zal haar mee naar huis nemen. Hij maakt haar op dit moment gereed. Wilt u komen en u voegen bij Jezus Christus door uw hart aan Hem te geven? Blijf doorgaan in de gemeente waar u ook bent, blijf doorgaan, maar geef uw hart aan Hem. Steek...

75 Nu, de denominaties, ze zijn... de ene is ongeveer hetzelfde als de andere. Het is... waar het ook is, waar u uw gemeenschap ook hebt, een groep mensen die u liefhebt, dat is in orde. Als u tot Foursquare behoort, stap niet over naar de Assemblies. Als u behoort tot de Assemblies, stap niet over naar Foursquare, blijf gewoon waar u bent en heb de Here lief waar u ook bent. U bent gedoopt in het lichaam van Christus. Dus tot welke organisatie u ook behoort, die zal u niet redden en heeft er niets mee te maken, het is slechts een plaats waar mensen komen. En echte waarachtige broeders weten dat; wij allen weten dat. Wij weten dat. Zeker weten wij dat.

76 Wil een ander zijn hand opsteken voordat we gaan bidden? God zegene je, lieverd. Zou er een ander zijn, steek uw hand op en zeg: "Ik... op basis van het vergoten bloed, wat Jezus deed voor mij... En, broeder Branham, wat ik u hoorde zeggen vanavond, ik geloof niet dat u ons iets verkeerds zou vertellen. Ik geloof zeker dat u Gods dienstknecht bent. En op de boodschap dat mijn geloof komt door horen, door het horen van het Woord van God..." We zullen er morgenavond zo lieflijk op ingaan tijdens het eindigen over de doop van de Heilige Geest en het merkteken van het beest. Wilt u uw hand opsteken en zeggen: "Op grond van het vergoten bloed van Christus steek ik mijn hand naar Hem op en zeg: 'Ik wil dat U precies nu mijn Redder bent.'" Zijn er nog anderen voordat wij bidden? God zegene u, jongedame, daar achteraan. Dat is erg fijn. God zij met u, mijn zuster. Zou er een ander zijn? God zegene u, mijn zuster, die hier vlakbij zit. Dat is erg fijn. Zou er nog iemand zijn? Helemaal achterin, God zegene u, mijn broeder. Dat maakt precies het verschil tussen dood en leven.

77 Nu, wat... u die uw handen opstak, wat als het vanavond uw laatste avond op aarde zou zijn? En als u ergens tussen nu en daglicht toevallig uit uw slaap wakker zou worden en uw hart zou stoppen; uw slagaders zouden afkoelen, uw handen zouden koud worden. U drukt uw hoofd in een kussen terwijl u sterft. De dokter loopt de deur uit en zegt: "Nee, het is een hartaanval. Ze zijn overleden." Zie? Niets... U hoort hem dat zeggen. Zou het niet wonderbaar zijn te weten dat u uw hand opstak? O, wat fijn. Wat zou u blij zijn. Wat als u een auto-ongeluk zou krijgen op weg naar huis. En u ligt bloedend aan de zijkant van de weg en hoort de ambulance aankomen, maar u weet dat het te laat is. En u weet dat u uw hand opstak naar Christus. U zegt: "Laat het gebeuren, ik moet hoe dan ook een keer heengaan. Ik ben nu dus klaar, en nu is het tijd om te gaan." Steek even uw hand op. Neem die allerbelangrijkste beslissing precies nu, wilt u, mijn broeder, zuster? Steek uw hand op.

78 U zegt: "Broeder Branham, waarom dringt u zo aan bij de mensen? Dit is uw tabernakel niet; dit is uw gemeente niet." Dat weet ik. Broeder Buntane, mijn broeder, is de herder hier. De Assemblies of God is waar deze gemeente toe behoort; want dit gebouw hier... En de Assemblies of God zijn een van mijn grootste supporters in de Pinksterkringen rondom de wereld. Dat is niet... Maar nochtans... Dat allemaal, hoeveel ik hen ook liefheb, is dat niet de reden. Ik heb u lief. Ik heb u lief als een individu. Ik wil niet dat u verloren gaat.

     Ik had een visioen. Ik hoop dat ik tijd heb om het u te vertellen, wat er enkele avonden geleden gebeurde. Ik zag de heerlijkheid en zag mensen, en ik zag een vrouw die naar mij toe rende en haar arm om mij heen sloeg daarboven. Ik ben hoe dan ook tegenover vrouwen wat ruw geweest, en ik zag die vrouw, de mooiste die ik ooit zag. En zij noemde mij haar liefste broeder. En ik zei: "Waarom deed zij dat?"

     Zei: "Zij was over de negentig toen u haar tot Christus leidde."

     Ik zei: "O, God, als ik slechts kan teruggaan, zal ik overtuigen, zal ik smeken, zal ik pleiten, zal ik alles doen."

79 Wilt u uw hand niet opsteken en zeggen: "Ik aanvaard Christus als mijn Redder." Zeker, als God mij laat doen wat ik voor Hem doe, weet ik zeker... heb ik er enige voorstelling van hoe men Hem moet ontvangen. Is er hier misschien een lauw kerklid? Nu, iedereen met uw hoofd gebogen. Een lauw kerklid, u hebt alleen beleden dat u Christus kende, maar echt diep in uw hart is het niet zo, maar u wilt Hem kennen; steek uw hand omhoog, een kerklid. God zegene u, meneer. Een ander? God zegene u, broeder. God zegene u.

     Iemand anders, slechts een kerklid, zeg: "Ik wil Christus kennen. Ik behoor tot een kerk", en ik kan daar niets slechts tegen zeggen. Ik zou zeker liever hebben dat u bij... tot de kerk zou behoren dan dat u daarbuiten op straat was zonder iets. Blijf naar de kerk gaan; maar ik wil dat u alstublieft komt om het zegel van God te ontvangen. Want als u het niet heeft, wel, de Bijbel zegt dat er maar twee klassen zijn. Wacht tot morgenavond en u zult het zien. Twee klassen, de ene zal het merkteken van het beest hebben, de andere zal het zegel van God hebben. Net als Kaïn en Seth in de hof van Eden, daar komt het op neer. Wilt u... wilt u uw hand opsteken? Nog één nu, voordat we bidden. God zegene u, dame.

80 Onze hemelse Vader, ik zag vele handen omhoog gaan vanavond. De meesten zijn zondaars en zij willen vergeving van zonde. Twee hebben hun handen opgestoken omdat ze slechts kerkleden waren en U nog niet kenden, en niet in het Koninkrijk verzegeld waren. Vader, ik breng deze Schriftplaatsen en houd ze vóór U. U zegt in Uw Woord: "Die Mijn Woord hoort (en Here, voor zover ik weet, heb ik het gepredikt) en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven." Nu, U zei dat, Vader. Dat is precies wat U hebt gezegd. En ik breng het regelrecht terug in Uw herinnering. Deze mensen hebben dat Woord gehoord, en hebben geloofd in Hem Die U gezonden heeft. Nu, U zei: "Ze hebben nu (tegenwoordige tijd, hebben, tegenwoordige tijd) eeuwig leven, en zullen niet in het oordeel komen; maar zijn overgegaan van dood naar leven." Wanneer hebben ze dat gedaan? Toen ze hun handen opstaken en zeiden dat ze geloofden. Nu, Here, U zei het en ik eis deze zielen op.

     Satan, je kunt hen niet meer vasthouden. Ze zijn precies nu Gods kinderen. Ik breng dat vóór je. Je moet je hand van hun leven afnemen; ze behoren nu aan God toe. Ik eis hen op voor Hem. Ik eis hen op als trofeeën van de liefde van Christus op Golgotha. Ik daag je uit in een debat; je hebt geen enkele wettelijke macht. Je hebt geen macht over hen; je had het niet in de eerste plaats, je overblufte hen alleen. Je blufte alleen maar. Christus heeft je op Golgotha ontdaan van alles wat je had; Hij heeft je van elke macht ontdaan die je ooit hebt gehad; en je bent niets anders dan een bluffer; en wij hebben je gebluf uitgedaagd. Dezen zijn nu kinderen van God.

81 En Vader, U zei: "Die tot Mij zal komen, zal Ik geenszins uitwerpen." U beloofde het. En ik weet dat het waar is. U zei dat U hun eeuwig leven zou geven en hen zou doen opstaan in de laatste dag. Dan zijn ze even zeker om in de opstanding te komen als dat ze vanavond in dit gebouw zitten. Nu, Vader, ik vraag om nog maar één ding: Wilt U hen vullen met de Heilige Geest? Sta het toe, Here. O, vul hen met de Heilige Geest. Laat niet... laat hun ziel niet sluimeren, Here. Mogen hun hoofdkussens de hele nacht lang hard zijn. Mogen ze als stenen aanvoelen, hun bedden, totdat ze ernaast op hun knieën gaan, en zeggen: "God, vul mij met de Heilige Geest." Mogen zij de Bijbel nemen, hem lezen. En wilt U tot hen komen en hun het Woord uitleggen. En mogen ze geen rust hebben nu. Ze zijn Uw kinderen en het uur wordt laat. Ik bid dat ze die vrede zullen vinden die alle verstand te boven gaat door Jezus Christus.

82 Deze kerkleden die hun handen opstaken, Vader, ik dank U voor hen. Zij... ze hebben beleden dat ze naar een kerk gingen, maar ze beseffen dat ze door slechts een kerklid te zijn als de verkeerde soort vrouw gemerkt zouden worden. We zullen daar morgenavond over spreken, als U het wilt, Vader, en hun tonen hoe ze als een valse bruid gemerkt worden. De ware bruid heeft olie in haar lamp. Ik bid, Vader, dat U hun vanavond olie in hun lamp zult geven. Mogen deze kerkleden vanavond met de Heilige Geest gevuld worden. Sta het toe, Here. Ik bid dit, niet om lelijk te zijn, maar om hun broeder te zijn, wetend dat de hemel te missen betekent om alles te missen. Wat is deze kleine tijdspanne van het leven vergeleken met de eeuwigheid? Het vloeit gewoon uit in iets dat nooit eindigt, omdat het nooit begon. En Vader, ik bid dat U hen omhoog zult trekken in de laatste dagen tot in die eeuwige sferen van heerlijkheid bij U. Sta het toe; ze zijn de Uwen. Ik bid, en geef ze aan U in Christus' Naam.

83 Nu, met onze hoofden gebogen, ik ga iedereen die zijn hand opstak, vragen om even op te staan. Ik ga u niet vragen om hier naar voren te komen; wij hebben geen plaats. Maar iedereen die zijn hand opstak, als u oprecht bent met God, sta dan even op uw voeten, slechts een ogenblik. Elke persoon die zijn hand opstak, sta op. Overal, op de balkons, overal, sta even op. Jezus zei: "Wie Mij belijden zal voor de mensen, hem zal Ik belijden voor Mijn Vader en de heilige engelen."

     Ik wil dat u, kerkleden, en u Christenen in het bijzonder, rondkijkt om te zien wie zij zijn. Ik wil dat u hun hand vastpakt, en hun hand schudt, daar staat en zegt: "God zegene u. Welkom in het Koninkrijk van God, pelgrim." Dat is het; keer u om naar iemand, schud hen de hand en zeg: "Welkom in het Koninkrijk van God." Dat is erg fijn. Dat is erg fijn. Dat is goed. God zegene u. De Here zij met u. Dat is zo fijn. Goed. God zegene u. Nu, u mag gaan zitten. Dat is erg, erg fijn.

84 Nu, ik ga u nu vragen om iets te doen. Wees er zeker van een herder te vinden; als u nog nooit bent gedoopt in een christelijke doop, zoek een herder op, de gemeente van uw keuze, en word gedoopt in water, in de gemeenschap van die gemeente. En dan wanneer u dat doet, zoek dan de doop van de Heilige Geest totdat u vervuld bent met de Heilige Geest, en...

Ik zal u ontmoeten in de ochtend,
Langs de stralende oever van het rivier,
Wanneer alle zorgen weggedreven zijn;
Ik zal bij het portaal staan,
Wanneer de poorten opengaan,
Aan het einde van 's levens lange, vermoeiende dag.

Ik zal u ontmoeten in de ochtend
Met een "Hoe maakt u het",
En we zullen neerzitten bij de rivier
En met hemelse vreugde oude vriendschappen vernieuwen,
U zult mij kennen in de ochtend,
Door de glimlach die ik draag.

Ik zal u ontmoeten in de ochtend,
In de stad, de vierkant gebouwde stad.

85 Vader God, ze zijn de Uwen nu, verzegeld in het Koninkrijk van God, terwijl de Heilige Geest met hen handelt. Nu, ik bid dat ze zullen... dat ik hen zal ontmoeten in de ochtend aan die helder schijnende kust aan de overkant, wanneer alle verdriet verdreven zal zijn. Zal dat niet wonderbaar zijn, Vader? Vreugdeklokken klinken, alle harten zingen vrolijk, het zal een glorieuze tijd zijn. Ze zijn de Uwen. Nu, ik bid dat U hen zult bewaren door Uw genade totdat wij elkaar ontmoeten aan die rivier die ochtend. Amen.

86 Nu, voelt u zich niet goed? Maakt het niet dat u zich echt goed voelt? Zeg: "Broeder Branham..." De jonge bekeerlingen die nu net in het Koninkrijk zijn gekomen, ik ga de Vader vragen of Hij iets wil doen. Ik heb een recht om het nu aan Hem te vragen. Zondaars zijn gekomen. Ik geloof dat wij gunst bij Hem vinden, nietwaar?

     Hoe velen zijn ziek daarginds, steek uw handen op, echt ziek en behoeftig. Goed. Ik ga u mijn rug toekeren om u te tonen dat wij in de laatste dagen zijn. Hoe velen herinneren zich onze lessen, hoe de Engel des Heren... God kwam neer en woonde in menselijk vlees en at vlees, gewoon een menselijk wezen, sprekend als zo een. En toch was het God in menselijk vlees, vlak voordat Sodom verbrandde. En Jezus zei dat hetzelfde soort teken zou geschieden bij de komst van de Zoon des mensen. Geloven we dat? Hoezeer zijn we door de lessen heengegaan om te tonen wat Hij heeft gedaan!

87 Nu, er is hier niemand die ik ken. Ik geloof dat ik enkele weken geleden op jacht was met deze jongeman die hier zit. Bent u niet familie van mijn goede vriend...? Bent u niet...? U bent de zwager van broeder Norman; ik geloof dat dat juist is, is het niet? Goed. Dat is de enige persoon; en broeder en zuster Smith die hier zitten; broeder Gene; en dat zijn de enigen waarvan ik weet. Ik ga mij omkeren en... ja, zuster Upshaw, God zegene uw hart, zuster Upshaw. O, wat ik heb broeder Willy Upshaw lief. In uw samenkomst die avond, broeder Kopp, toen ik daar keek en iets zag, ik probeerde te spreken, en zag hem toen hij van die kar afviel, zijn rug beschadigde, en zag dat ze niets voor hem konden doen. Had nooit van hem gehoord in mijn leven. En daar was hij, Willy D. Upshaw. Ik zei: "Hoe..." Ern ging naar hem toe. Zei: "Wat is er met die man?"

     Ik zei: "Hij stelde zich ooit kandidaat voor president en zou de verkiezingen gewonnen hebben, ware het niet dat hij een standpunt innam tegen whisky en de verkeerde dingen. De Democratische partij zou hem gekozen hebben. Maar hij nam zijn standpunt in." En ik zei: "Al deze jaren, zesenzestig jaar, bent u op deze krukken en rolstoel geweest. Maar God haalt hem er nu vanaf." En wat prachtig. Wanneer ik aan de andere kant zal komen, zal ik een knappe jongeman naar mij toe zien komen die zegt: "Herinnert u zich mij, broeder Branham? Ik ben broeder Upshaw." Zal zijn kleine lieveling daar zien, zij allen samen. Ik herinner mij hoe u huilde die avond, zuster Upshaw, toen u hem zag opstaan, naar het podium rennen en zijn tenen aanraken met zijn handen op een leeftijd van ongeveer tachtig jaar. My, hoe God grote dingen kan doen!

88 In orde. De Engel des Heren stond met Zijn rug gedraaid. Nu, nu, ik hoop dat u dit allemaal zult vatten. Ik ben niet de Engel des Heren; ik ben William Branham. Zie? Ik ben uw broeder. Maar Hij woonde toen in menselijk vlees dat Hij Zelf geschapen had en verdween toen. Gelooft u dat? Nu, gelooft u dat dat God was? De Bijbel zegt dat het God was. Abraham zei dat het zo was. Wat was het? Een teken dat in de laatste dagen... Nu, bedenk, toen Hij kwam in de dagen van de Here Jezus, Hij... God woonde in Jezus, gelooft u dat niet? Dat was een door een maagd geboren lichaam, een Zaad dat van God Zelf kwam. En in die bloedcel – toen die op Golgotha voor onze zonden werd gebroken – toen heiligde dat de gemeente, zodat de Heilige Geest in de gemeente kon wonen en voortgaan met de werken van God door de tijd heen. "Gij zijt Mijn getuigen nadat u kracht hebt ontvangen." Dat is juist.

89 Nu, als dit, als ik de waarheid heb verteld, laat dan de Heilige Geest vanavond tot u spreken. Ik zal mijn rug draaien; u moet bidden. Zie of het dezelfde Heilige Geest is. Nu, Hij moet met u werken op dezelfde wijze als dat Hij met mij werkt. Sommigen van u broeders hier bidden voor degenen daar in het gehoor, predikers enzovoort. We zullen de tijd hebben, predikers. De hemelse Vader weet dat ik dit voor geen ander doel doe, dan dat het woord dat ik predik, gemanifesteerd mag worden aan de gemeente in deze dag, want de Pinkstergemeente is van God weggeraakt. Zij moet terugkomen. Het is het Laodicea-tijdperk.

     En, God, als ik iets tegen iemand heb gezegd dat kwetste, en dat was niet U Die het mij vertelde, vergeeft U mij, Here, maar ik deed het slechts op de wijze waarop U het mij gaf. Dus, ik bid, Vader, dat U zult betuigen. Ik sprak over U; spreek nu dat ik de waarheid heb verteld, Here. Ik draag het aan U op in de Naam van de Here Jezus.

     Er zitten hier enige honderden mensen, velen zijn ziek. Ik ken niemand, maar U wel. Ik bid dat U Uw Woord vervuld zult laten worden. Toen U hier op aarde kwam, zei U dat U het deed opdat vervuld mocht worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd, hetgeen de Messias zou doen. Nu, Vader, mag het opnieuw vervuld worden, want U beloofde het. Dat is de reden dat U het toestaat, in Christus' Naam. Amen.

90 Nu, er zijn velen die bidden. Als ik kan... Als iemand, zoals de kleine vrouw, Zijn kleed kan aanraken... Ja, precies vóór mij nu komt er een visioen, en het komt zo uit dat het een vrouw is; zij zit... van waar ik nu sta, zou het aan mijn rechterkant zijn, aan die kant. Zij lijdt aan een galblaaskwaal. Zij heeft ook een hartkwaal. Met mijn rug gedraaid, als ik haar naam noem, begrijpt zij het misschien. Mevrouw Hanson, sta op en ontvang uw genezing.

     Nu, ik heb nog steeds niet omgekeken. Nu, gelooft u? Heb slechts geloof. Waar was de dame? Zij zit ergens deze kant op. Daar? Waren die dingen waar, dame? Zijn wij vreemden voor elkaar? Als het zo is, zwaai zo met uw hand. Was alles waar, was het zo? Dan is dezelfde Engel des Heren die daar zat bij Sodom en Gomorra om Abraham een teken te geven dat het uur naderde voor de verbranding van Sodom, hier vanavond. Slechts een gave om mijzelf te laten ontspannen...

91 Ik zie Hem boven iemand anders. Ik hoop... Nu, laat mij niet te lang blijven. Keek net naar een visioen, een vrouw die hier zit te bidden. Zij heeft suikerziekte. Mevrouw Finch, gelooft u dat God u gezond zal maken? Als u het gelooft, sta op, steek uw hand op. Ik ken u niet, klopt dat? Als dat juist is, zwaai met uw hand. Is dat wat er met u aan de hand is? Wat? In orde. U raakte Iets aan, is het niet? Wat... U raakte mij niet aan, nietwaar? U raakte... u raakte God aan Die... God zegene u.

92 Wat denkt u jongeman, die aan uw neus wrijft? U hebt ook iets nodig van God. Gelooft u? God zal het aan mij uitleggen wat uw moeite is. U hebt geen gebedskaart, veronderstel ik... Nee, er is geen... Dat is juist. Er is geen gebedskaart. Gelooft u dat ik Zijn profeet ben, of Zijn dienstknecht, wilde ik zeggen. Excuseer mij dat ik dat zei; ik ben geen profeet; ik ben slechts Zijn dienstknecht. U hebt last van zenuwachtigheid, gewoon zo zenuwachtig dat u zichzelf niet kunt stilhouden. Is dat niet juist? Als dat juist is, steek uw hand op. Gelooft u dat wat ik zou zeggen, zou geschieden? Gelooft u het? Zult u mij als Zijn profeet gehoorzamen? Dan neem ik die zenuwachtigheid van u af in de Naam van Jezus Christus. Spreek er nooit meer over. Ga, en word gezond gemaakt. Heeft onze Here niet gezegd: "Indien gij tot deze berg zegt: 'Word opgeheven...'" Zo gij kunt geloven...

93 Een man die daar achterin zit en naar mij kijkt. Hij zou graag hier naar voren willen komen; hij wil dat ik handen op hem leg. Dat is juist. Die verharding van de slagaderen zou u verlaten als u het slechts zou geloven, precies waar u zit. Zult u het doen? Zit daar achterin, een beetje grijs, met een bril op, zit precies daar achterin naar mij te kijken. Als u zult geloven met geheel uw hart en niet twijfelt... Gelooft u het?

94 Nu, kijk, het cirkelde weg van die man en hij verloor het. U wreef in uw ogen en draaide u om en keek met de kleine... Dat is het. De dame die precies hier zit; Het is vlak boven u, met de hartkwaal, die daar zit. Gelooft u dat God u gezond zal maken, precies daar? Ja. In orde. U ontvangt de genezing; het is van u. In orde. God zegene u.

95 Wees alert; wees klaar om het op elk ogenblik op te vangen. Erg lieflijke persoon, heeft veel geloof, u bent in goed contact met God. Ik ken u niet, maar gelooft u dat God die hartkwaal zal genezen die u ook heeft? U hebt ook moeite met uw been, is het niet, uw ledemaat? Ja, u hebt een dochter die ongered is, waarvoor u bidt. Dat is juist. U bent niet van hier; u komt uit North Hollywood. Weet u nu over wie ik spreek? Wilt u dat ik uw naam uitspreek? Mevrouw Beard, sta op en aanvaard het in de Naam van Jezus Christus.

     Gelooft u? Nu, wat is het, vrienden? Zijn die dingen waar, dame? Als het zo is, zwaai met uw hand. Zie, het is juist. Zie? Nu, gelooft u? Ik heb de vrouw nooit in mijn leven gezien. Nu, kijk, het gehele gebouw... Nu, zij... zij raakten me aan (zie?); ik weet dat het nu gewoon genoeg is. Ze letten op mij, weet u, wanneer ik genoeg heb.

96 Nu, laat mij u dit vertellen, mijn vriend; ik heb u de waarheid verteld. God heeft betuigd dat ik u de waarheid heb verteld. Dezelfde zalving van God die ditzelfde Woord predikt en deze dingen zegt, is dezelfde zalving die verklaart dat God hier dezelfde zaak doet. Gelooft u met uw hele hart? Hoe velen van u willen de Heilige Geest ontvangen, steek uw hand op en zeg: "Ik zou de Heilige Geest willen ontvangen." De voorganger vertelt mij dat er daar achter een kamer is, die er slechts op wacht dat er iemand naartoe komt om... erin zal gaan om voor zich te laten bidden. Waarom ontvangt u het niet? Ga erheen en ontvang de Heilige Geest. Laten wij allemaal tegelijk gaan staan. Laten wij onze handen opheffen en God prijzen, iedereen op uw eigen manier. Doe niet... Geloof het gewoon.

     Hemelse Vader, ik geef U de eer en heerlijkheid voor al de machtige werken, al de dingen die U hebt gedaan. U bent de onfeilbare God. U bent Degene Die Dezelfde is gisteren, vandaag, en voor eeuwig. U faalt nooit.

     Nu, leg uw handen op elkaar. Leg uw handen op elkaar om genezen te worden en de Heilige Geest te ontvangen. Nu, bid voor die persoon. Bid voor elkaar. Boven op het balkon, daarboven, leg uw handen op elkaar; bid voor elkaar, dat u de Heilige Geest mag ontvangen. Als u niet twijfelt, zal God ieder van u de doop van de Heilige Geest geven en zal iedereen genezen.