Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Verwachtingen

Door William Marrion Branham

1 Het belangrijke bereiken met het minder belangrijke, zoals dr. F.F. Bosworth, een van degenen met wie ik verbonden was en die onlangs naar huis is gegaan in de heerlijkheid, bijna honderd jaar oud... Hoeveel hebben ooit broeder Bosworth gekend? Ik ben er zeker van dat veel van u mensen hem gekend hebben. Hij vertelde me vroeger, hij zei: "Wel, broeder Branham, waarvoor we Goddelijke genezing gebruiken, is zoals het aas dat je aan een haak doet; je toont de vis nooit de haak, je toont hem het aas. En wanneer hij het aas neemt, krijgt hij de haak." Dat is dus de manier waarop we probeerden Goddelijke genezing te gebruiken.

     Het is een gave van God die... En dan hebben we... Het trekt de mensen aan, en zij zien iets gebeuren waarvan ze weten dat het niet had kunnen gebeuren tenzij God het had gedaan. Het trekt daarom hun aandacht weg van de dingen van de wereld naar God toe. Zie? En dat is wat... waarom wij zeggen dat het een aas is dat zondaars leidt...

     Wat ons hoofddoel hier is, is om de ongelovige te vangen tot een geloof in God. Dat is wat wij willen doen, het is om te hebben... te zien dat de zondaar zich bekeert tot een levend geloof in onze Here Jezus Christus. En dat is onze hoofdzaak.

     Het volgende is om te proberen de zieken en behoeftigen te helpen om hulp te vinden. En velen van hen zijn natuurlijk – want dat is zo over de hele wereld – volkomen hulpeloos tenzij God iets voor hen doet, want onze medisch wetenschap... Sommigen zijn daaraan voorbij.

2 En ik ben net gisteren van huis gegaan waar, of de dag daarvoor, ja, gisteren, dat ik de Here een totaal krankzinnige zag nemen die twee jaar lang zelfs niet wist waar ze was, wat haar naam was of iets erover, en haar tot haar normale verstand zag herstellen, zodanig dat de gehele staf van het ziekenhuis zei dat ze nog nooit zoiets hadden gezien. Zie?

     Een totaal krankzinnige, een krankzinnige jongedame, twee jaar lang, en gewoon... Wanneer je zoiets ziet, weten we dat God ervoor nodig is om dat te doen. Dat is gewoon alles. Je weet dat de mens zulke dingen niet kan doen, en het werd de mens niet gegeven. Goed beschouwd, is Goddelijke genezing...

     Er is slechts één soort genezing en dat is Goddelijke genezing, geen andere genezing dan Goddelijke genezing. Alle genezing moet door God komen. Psalm 103:3 zegt: "Ik ben de Here, Die al uw krankheden geneest."

3 Nu, medische genezingen... Medici beweren niet te genezen; zij beweren slechts de natuur te helpen. God is Degene Die de genezing doet.

     Ik werd geïnterviewd door de Mayo Broeders, en dat is wat zij mij daar vertelden, ze zeiden: "Wij beweren niet dat we mensen genezen; wij beweren slechts de natuur te helpen. Het is God Die geneest."

     Met andere woorden, als je een snee in je hand hebt, wel, dan zullen zij die dichtnaaien. Zij genezen hem niet. Als je een slechte blindedarm hebt, kunnen zij de blindedarm eruit nemen, maar dat is alles wat ze kunnen doen. Als je een gebroken arm hebt, kan de arm worden gezet. Wie gaat het calcium leveren en wat er nog meer nodig is om dat bot te dichten?

     Er is... om cellen weer op te bouwen, is er leven nodig, en leven is wat genezing brengt. Wij kunnen snijden, opereren, enzovoort, maar wij kunnen niet genezen. God moet dat Zelf doen. Dat is een vermenigvuldiging van cellen. Dat komt alleen door God, Die de Enige is Die dat kan doen.

     Wij kunnen een mechanische man maken die zijn handen zou kunnen uitstrekken en bijna denken, maar wij kunnen geen cellen bouwen. Dat is... God alleen doet dat. Hij is dus de Here, Die al onze krankheden geneest. Wij kunnen een tand uittrekken, maar wie gaat het bloeden stoppen? En wie gaat de plaats genezen waaruit hij werd getrokken? Als God het niet doet, zullen wij nooit genezen worden. Dat is juist.

4 Wat als ik hier buiten mijn wagen aan het aanzwengelen was – natuurlijk is dat lang geleden, neem ik aan, in de tijd van dat T-Ford model met die hoge achterkant – toen zij de oude wagen moesten aanzwengelen. Wat als ik mijn arm zou breken, en ik zou naar binnen rennen en zeggen: "Dokter, genees mijn arm heel snel. Ik moet mijn auto verder gaan aanzwengelen."

     Wel, hij zou zeggen: "U hebt geestelijke genezing nodig." Wel, dat zou juist zijn. Zie?

     Hij zou zeggen: "Wel, ik... op zijn minst kan ik uw arm zetten, maar iets hogers dan ik moet hem genezen." Dat is juist.

     Hij kan hem zetten, en dat is zijn plicht. Dat is wat wij behoren te doen, daarnaartoe te gaan om hem te laten spalken, maar God doet de genezing. Ik geloof dus niet dat er zoiets is als een Goddelijke genezer, buiten God. Ik geloof dat God de enige Genezer is Die er is.

5 Want mensen hebben vaak gezegd: "Broeder Branham, de Goddelijke genezer." Nee, ik ben net zomin een Goddelijke genezer als dat de voorganger een Goddelijke redder is. Dus ik... wij prediken slechts het Evangelie, het Evangelie van de Here Jezus Christus. Het is het goede nieuws dat Christus "werd verwond om onze overtredingen, verbrijzeld om onze ongerechtigheid, dat de kastijding voor onze vrede op Hem was, en dat wij door Zijn striemen genezen werden." Het is iets in het verleden. Zie? Christus deed alles voor ons wat vereist werd om gedaan te worden. En alles wat gedaan kan worden, is reeds gedaan. Ik geloof dat het enige wat wij moeten doen, is te aanvaarden wat Hij heeft gedaan: wat reeds is gedaan.

6 En nu, een prediker, elke prediker, heeft evenveel recht om voor de zieken te bidden, of de leken, evenveel als wie dan ook. Omdat Hij zei: "Belijd elkaar uw zonden en bid voor elkaar. Opdat u moge... genezen mag worden. Want het krachtige en vurige gebed van een rechtvaardige vermag veel."

     Ik geloof zeker dat er kracht is in gebed. Ik heb enige zeer directe antwoorden op gebed gezien, maar heb nooit iemand in mijn leven genezen. Maar ik heb God er heel wat zien doen. Dus ik geloof dat het het geloof is van de individu in een werk dat reeds voleindigd is.

     Nu, u zegt... Ik zou hier vanavond kunnen zeggen: "Hoeveel zijn er Christenen?" Zoveel handen zouden omhoog gaan. "Hoeveel werden er vorig jaar gered?" Zoveel handen zouden omhoog gaan. "Hoeveel werden er misschien een week geleden gered?" Misschien zouden er twee of drie handen omhoog gaan.

     Ik verschil van mening. U werd niet een jaar geleden gered, of u werd niet twee of drie dagen geleden gered. U werd gered negentienhonderd jaren geleden op Golgotha, maar u hebt het vorig jaar aanvaard, of u hebt het de vorige week aanvaard (zie?), of twee dagen geleden. En hetzelfde met: "Door Zijn striemen werd u genezen." Zie? "Werd (verleden tijd) u genezen."

     Nu, u kunt het vanavond aanvaarden, of u kunt het morgenavond aanvaarden, of wanneer u het ook aanvaardt, wel, het is het uwe.

7 En Hij is nu een Hogepriester, Hebreeën 3, gezeten aan de rechterhand van God Almachtig in de hemel, bemiddelend op onze belijdenis.

     Nu, het woord dat daar gebruikt wordt in het... in het boek Hebreeën, dat gebruikt wordt in de King James Versie, is "betuigen", maar "betuigen" en "belijden" betekent hetzelfde. U betuigt iets of u belijdt het, u betuigt dat u gelooft dat Hij heeft... "Hij werd verwond voor uw overtredingen, door Zijn striemen werd u genezen." Hij is dus een Hogepriester om bemiddeling te doen op onze belijdenis. En Hij kan niets voor ons doen tenzij wij het eerst aanvaarden en het belijden.

     Nu, we zouden bij het altaar kunnen neerknielen en bidden totdat we waren... totdat we op ons gezicht zouden liggen en sterven. Totdat wij geloven en Zijn vergevende genade aanvaarden, zijn we nog steeds verloren. Ongeacht hoe luid we zouden kunnen schreeuwen, of hoelang we zouden kunnen blijven, of hoelang wij het zonder voedsel zouden kunnen volhouden, tot in ons hart... de openbaring die God ons geeft dat Jezus Christus stierf om ons te redden, en wij het aanvaarden als ons eigen persoonlijk eigendom... Het is iets wat Christus deed voor mij, deed voor u, en voor wie dan ook die het zal geloven. Dan bent u gered omdat u het hebt geloofd, en u wordt op dezelfde wijze genezen.

     Vaak zeggen mensen: "Ik... ik wil graag voelen of ik genezen ben."

     Jezus zei nooit: "Voelde u het?" Hij zei: "Geloofde u het?" Dat is het. "Gelooft u het?" Voelen heeft er niets mee te maken; het is uw geloof. Als ik zou handelen zoals ik mij voelde, zou ik dikwijls in een slechte toestand zijn. Is dat juist, broeders? Ik denk dat het met iedereen zo zouden zijn. Maar het is niet hoe ik mij voel; het is wat ik geloof dat Hij heeft gedaan. Niet mijn gevoelens, het is mijn geloof in wat een voleindigd werk is op Golgotha.

8 Nu, er zijn hier misschien velen... Het is de eerste keer dat ik in uw stad ben, of, het is geloof ik mijn eerste keer in Virginia, dat ik ooit een dienst in Virginia houd. Zeven keer rondom de wereld, en toch ben ik nooit in Virginia geweest, is dat niet verschrikkelijk? Wel, ze zeggen altijd: "Je bewaart het beste voor het laatste." Is dat wat het is, broeders? "Het beste komt als laatste." Wij hopen dus dat dat precies juist is.

     Als alle mensen zijn zoals degenen die wij hebben ontmoet sinds we hier zijn... we hebben zeker enige heel fijne mensen ontmoet. En misschien heb ik alleen nog maar de mensen ontmoet die alleen maar burgers zijn, misschien zelfs geen Christenen. Hoe zullen dan de Christenen zijn, als de burgers die geen Christenen zijn zo zijn? Het zal wonderbaar zijn. Want een samenkomst kan slechts zijn wat de mensen ervan zullen maken.

9 Nu, God is bereid als wij bereid zijn, maar wij moeten onze rol daarin spelen. Elk individu moet zijn deel doen. Ik kan er onmogelijk een opwekking of een samenkomst van maken. En niet één individu of slechts twee of drie van u, wij zijn er allemaal samen voor nodig, in samenwerking, door de Here Jezus Christus, om iets verwezenlijkt te zien hier in deze stad terwijl we samen vergaderd zijn omwille van het Koninkrijk van God. En broeder, zuster, wij leven dicht bij het einde. Wij weten dat allemaal. Er is geen... met...

     Als u met mij meegereisd had tijdens het afgelopen jaar of zo, dan zou u weten dat dat waar is. Zie? Dat wij in een verontrustende toestand zijn, en dat de eindtijd nabij is. En we zullen deze dingen gedurende de week naar voren brengen, wat er gebeurd is, en wat er op het punt staat te gebeuren. En naar aanleiding van wat u ziet in uw kranten, tv-uitzendingen, en wat meer, luistert u dan vanuit de Schrift naar wat de Heilige Geest heeft te zeggen.

10 Nu, ik veronderstel... Ik geloof dat wij gewoonlijk eindigen omstreeks één uur, nietwaar, of zoiets dergelijks? E én of twee uur in de morgen, geeft ons ongeveer tijd om te sluiten...?... om de diensten te houden gedurende... Soms, is dat...?... Nu, ga niet weg; ik was gewoon aan het plagen. [De samenkomst lacht – Vert] Ik was gewoon aan het plagen daarover. Gewoonlijk laten wij uitgaan omstreeks negen uur of half tien en dan... met de gebedsrij. Dat is dus denk ik met al... De beheerders, denk ik, vertellen ons hoeveel of hoelang wij het auditorium open kunnen houden of wat verder ook.

     Nu, u moet de telefoon gebruiken. U moet de mensen opbellen, en... en laten we... Ik vertel u nu... ik ga u vertellen hoe wij, geloof ik, de samenkomst organiseren met de broeders samen.

     En onthoud, wanneer u ook voelt dat u wilt dat er voor iemand gebeden zal worden, elk van deze broeders hier geloven hetzelfde Evangelie als dat ik hier tot u predik. En uw voorganger heeft evenveel recht om voor u te bidden als ieder ander.

     Hier komen wij slechts bijeen. Ik geloof dat er geschreven staat in de Schrift dat de Heer heeft gezegd: "Als de mensen die bij Mijn Naam genoemd worden zich zullen verzamelen en zullen bidden, dan zal Ik van de hemel horen, en hun land genezen."

11 Daarom geloven wij dat gebed het krachtigste wapen is dat ooit onder de hoede van een menselijk wezen werd geplaatst. Weet u, gebed heeft op een keer Gods gedachten veranderd. Wist u dat? Dat deed het zeker.

     Aan Hizkia werd door de profeet Jesaja verteld dat hij op dat bed zou gaan sterven. En Hizkia keerde zijn gezicht naar de muur en weende bitter, en vroeg de Heer om nog vijftien jaar van leven. En God stuurde de profeet direct terug, en zei: "Ik heb gehoord." En hij werd voor die tijd gespaard. Zie? Terwijl God reeds zijn dood had aangekondigd. Maar Hij spaarde hem omdat hij gebeden had. Als gebed dus zo krachtig is, wat kan het doen? My, wij beseffen niet hoe geweldig het is.

12 Nu, gedurende alle samenkomsten... We proberen elke avond een fundament te leggen. Want wanneer iemand misschien een beetje later binnenkomt, misschien morgenavond, en er misschien de volgende avond nog enkele nieuwkomers binnenkomen, dan zouden ze misschien iets zien gebeuren waarvan ze zouden zeggen: "Wel, ik begrijp het gewoon niet." Als ze het dan niet begrijpen, neem je de Schriften en toont het hun daarmee.

     En nu, als u ooit enige handeling hier op het podium ziet, of iets waarover ik hier op het podium spreek dat niet absoluut de Schrift is, dan bent u verplicht tegenover mij als Christen om mijn aandacht erop te vestigen. Want ik geloof zeker dat God dingen doet die niet in het Woord geschreven zijn. Ik geloof dat Hij alles zou kunnen doen wat Hij wil. Hij is God.

     Maar zolang Hij doet wat Hij beloofd heeft, zal dat genoeg zijn voor mij: slechts Zijn belofte houden. Daar houd ik van. En ik geloof zeker dat het Woord van God het fundament is; ik geloof dat het het Woord van God is. En het is mijn standpunt, mijn leven. En heel mijn geloof is gebaseerd op het Woord.

13 En hier is de wijze waarop ik wil dat u het nu gelooft: dat God oneindig is; dat Hij alomtegenwoordig is, alwetend, en Hij de almachtige God is. "Hij is Dezelfde gisteren, vandaag, en voor eeuwig." Hij kan niet veranderen en God zijn. En al wat God de ene keer doet, welke beslissing Hij neemt, die beslissing moet voor immer blijven. Het kan nooit veranderd worden. God... Als God dit jaar een beslissing neemt en volgend jaar verandert Hij dat, dan toont dat dat Hij God niet was. Want Hij is oneindig en wij zijn eindig.

     Nu, wij kunnen een beslissing nemen... Ik kan er vanavond een nemen en binnen tien minuten moet ik haar veranderen, omdat ik vaak verkeerd ben, heel vaak; u ook, maar God niet. Dus, als Hij ooit een beslissing neemt, dan moet dat voor altijd Zijn beslissing zijn. Het is zoals dit: als iemand ooit tot God kwam en wist dat hij verloren was en gered wilde worden, en God vroeg het hem, en plaatste het op de basis van "als hij het zou geloven", en Hij redde die man; als dan de volgende man komt en redding wil, dan moet Hij hetzelfde voor deze man doen als wat Hij toen deed.

     Hij moet hier net zo handelen als hoe Hij daar handelde, anders handelde Hij verkeerd om mee te beginnen. Zie? Hij moet God blijven. Zijn... En als dit niet Zijn Woord is, dan is Hij God niet. Zie? Want dit is wat Hij zei, en als Hij Zijn Woord niet houdt, dan kan Hij niet instaan voor Zijn Woord.

14 Niemand is meer waard dan zijn woord. Als ik... als mijn handdruk en mijn belofte aan mijn broeder niet genoeg is, dat ik een heleboel papieren moet ondertekenen, een heleboel van dit en dat... Dat is wantrouwen. Ik wil gewoon... U moet aannemen wat ik u vertel, en ik moet aannemen wat u mij vertelt. En als wij elkaar niet kunnen vertrouwen... Want als mijn woord niet goed is, dan ben ik niet goed.

     En als Gods Woord niet goed is, dan is Hij niet goed. Hij is niet beter dan Zijn Woord. En ik ga dit zeggen, dat God elk woord houdt dat Hij heeft gezegd, en elke belofte die Hij uitsprak. En als u de juiste geestelijke houding zult aannemen tegenover welke Goddelijke belofte ook die God ooit heeft gedaan, dan zal Hij het doen geschieden. Als u gewoon de juiste houding kunt aannemen en het met uw hele hart zult geloven. Zie?

     Het gaat om de individu. Het is niet dat u iemand moet hebben die handen op u legt met een bepaalde sensatie. O my. Er zijn zoveel sensaties vandaag de dag, dat zou niet juist kunnen zijn. Maar Gods Woord is nog steeds juist. Zie? Het is juist.

     De sensaties die ik heb – ik weet er niets over – maar ik weet zeker dat het Woord van God juist is. Dus daarom, wanneer God iets zegt, moet het voor immer op die wijze blijven. En dat is de wijze waarop ik het geloof. Ik heb het bestudeerd, en de geschiedenis, en wat Hij zei dat plaats zou vinden gedurende de tijdperken, de gemeentetijdperken, enzovoort, en zag dat het gewoon in elkaar past, zodat ik overtuigd ben dat Hij God is en dat elk woord waar is. En Hij houdt Zijn Woord tegenover Zijn volk.

15 Nu, hoe wij het doen... 's Avonds, ongeveer een uur voordat de diensten beginnen – opdat het de voordienst niet hindert – sturen wij de jongens hierheen en delen individuele gebedskaarten uit. En elke avond doen we dat. Want in het begin... hier is hoe we het deden. Toen we net begonnen, toen ik... natuurlijk, als het zo was zoals dit hier, wel, dan hoefden wij zelfs geen gebedskaart uit te delen, met zo'n kleine groep als deze. Zie? Maar als we enorme groepen hebben... zoals wij hadden verwacht dat de zaal zich vanavond zou vullen en vol zou lopen...

     Nu, we zijn net vertrokken uit Vandalia... Visalia was het, Californië, en de eerste avond... Toen we daar aankwamen, moesten ze er honderden en honderden wegsturen, en de tweede avond verdubbelde het en kwamen er nog meer. We gingen naar een tentoonstellingsterrein en om drie uur waren daar al zoveel mensen dat ze de poorten moesten sluiten voor... om zelfs op die plaatsen te komen. Ziet u?

     Slechts... Wanneer de dienst begint, en de mensen beginnen te... Die hongerig van hart zijn, beginnen te zien dat... Wel, het is de Heilige Geest Die onder de mensen beweegt. Zie? Het is niet een of andere prediker met een hoog supergeloof. Ik geloof niet in die dingen. Ik geloof dat geloof komt door het horen van het Woord van God. En de individu behoort zijn leven recht te trekken en in orde te komen met God als hij verwacht om genezen te worden. Dat is... Ik geloof dat als genezing blijvend is, het komt omdat de individu met God in orde is gekomen.

     Al dit opleggen van handen op zondaars en hun vertellen: "Dat is in orde; vergeet het gewoon, God zal u hoe dan ook genezen." Ik geloof daar niet in. Ik geloof dat men zichzelf behoort te reinigen en met God in orde moet komen, en zich moet rechttrekken, en voorwaarts gaan, en voor God leven en doen wat juist is. En dat is blijvende genezing. Gedurende deze eenendertig jaren heb ik bemerkt dat dat waar is, dat wanneer de man of vrouw gereed is om rechtuit met God te handelen, God rechtuit met hen zal handelen. Zie? U moet in orde komen met God.

16 De reden dus dat wij dit doen... Toen we net waren begonnen, zonden we de herders, elke herder die samenwerkte, honderd kaarten toe, wel... voor zijn samenkomst en voor degenen die hij zou uitnodigen van de zieke mensen enzovoort. Wel, toen, ongeveer bij de eerste herder... Velen van u zijn natuurlijk eerder in de samenkomst geweest, veronderstel ik. Wel, ongeveer de eerste herder kreeg zijn groep naar voren, en dat was het dan. Dus konden we het op die manier niet doen.

     Dus toen bedachten we, wel, dat we slechts op de eerste dag die wij daar waren gebedskaarten zouden uitdelen, om aan iedereen een gebedskaart te geven. En toen hadden we dat weer. Iedereen die niet op de eerste dag kwam, had geen kans meer om in de gebedsrij te komen, terwijl we er genoeg hadden tot op het eind.

     Dus toen begonnen we elke dag gebedskaarten uit te delen. En toen, omdat we er misschien vijftien of twintig namen, of wat we kregen op die avond – alleen zoveel als er op het podium paste – toen merkten we op dat de mensen, als ze niet een bepaald nummer kregen of een kaart tot vijftien of twintig, ze hem gewoon op de grond gooiden. Ze wilden hem niet. "Ze zouden niet opgeroepen worden."

17 Dus toen dacht ik, wel, ik zal een klein kind dat hier vooraan zit nemen en hem hier naar voren laten komen en laten tellen, een jongetje zoals dit kereltje dat hier naar mij kijkt met de rode das aan en het sportjack. En ik... Ongeveer zo groot als mijne kleine Joseph daarginds... En dan liet ik een van die kereltjes naar voren komen, en dan zei ik: "Kun je tellen, jongeman of zuster?"

     "Ja."

     "Tel." En hij of zij begon te tellen, en waar zij stopten, vandaar af zou ik beginnen. Geloof het of niet, mama wist precies tegen kindlief te zeggen waar hij moest stoppen voor haar kaart. We hebben dus nog steeds menselijke wezens, weet u; we hebben met hen te maken.

     En toen nam ik dus één prediker om kaarten uit te geven. En vervolgens, als hij in zijn organisatie iemand niet een kleine gunst bewees, verwekte dat enige gevoelens onder de broeders.

     Toen liet ik mijn broer gebedskaarten uitdelen, of daarvoor had ik een andere man genomen, had gewoon een buitenstaander gekozen, en ik betrapte hem op het verkopen van gebedskaarten.

18 Dus toen moest ik daar van afkomen. Ik nam dus mijn broer met mij mee en hij... En nu heb ik dan mijn zoon bij me en vervolgens twee jonge mannen: een van hen werkt met mij samen, broeder Gene Goad, ik denk dat hij reeds geïntroduceerd werd; en broeder Leo Mercier, hij is hier ergens. En mijn zoon Billy Paul, ze zijn hier ergens. Een van hen zal gebedskaarten uitdelen. Gewoonlijk doet Billy het zelf, want Leo en Gene... Gene staat bij de bandrecorders, en broeder Leo, denk ik, is bij de boeken.

     Nu, dan geven we ze uit, en hier is nu de wijze waarop wij het doen, zodat iedereen het weet. We komen hierheen en nemen de kaarten, en komen hier voor de mensen staan en schudden ze helemaal door elkaar, precies hier op het podium, zodat u kunt zien dat de kaarten geschud zijn. Daarom weet de... wie ze ook uitdeelt, hij weet niet wie hij krijgt... wie welk nummer krijgt. Een van u komt langs en zegt: "Ik heb nummer 1 gekregen. Dat ben ik. Ja, meneer." De volgende zegt: "Ik ben nummer 2, hier." Wel, natuurlijk, deze krijgt misschien 1, de volgende krijgt misschien 45, en 62, enzovoort. U weet niet waar het zal zijn.

19 Wel, dan, zie, u zegt: "Wel, ik... Wel, als ik nummer 1 tot 15 niet kreeg, kan ik net zo goed naar huis gaan." Nee, nee, dat is het niet. Zie? Niemand weet het nog wanneer ik kom. Waar de Heilige Geest mij ook leidt om te beginnen, misschien van 1 tot 20, of van 20 tot 60, of van 90 achterwaarts naar 30, of ergens op die wijze.

     Dus daarom, het is slechts... Wij voelen gewoon dat het op die manier de wijze is waarop de Heilige Geest een manier heeft om het te laten werken (ziet u?), om hen erin te brengen. Ik denk dat dat gewoon precies... u broeders, denkt u niet dat dat een...? Ik heb dat nu de laatste, o, vier of vijf jaar, of zes, gedaan, of zoiets. En als u binnenkort een gebedskaart hebt gekregen, houd hem dan bij u, want als u de eerste avond niet wordt opgeroepen, zullen wij uiteindelijk aan het eind eraan toekomen.

     Nu, en dan die... van die gebedskaarten roepen we er elke avond zoveel op. Als ik... als de Here mij leidt het te doen op de wijze... We hebben net het grootste succes gehad dat ik ooit in Amerika heb gehad door het op deze wijze te doen, net onlangs.

20 En nu, hoe laat begint uw echte dienst, ongeveer half acht? Half acht. Dan kunt u hier het beste zijn tussen half zeven en zeven uur, denk ik, of zoiets als... of tussen half zeven en half acht. Maak het niet later dan... Kom liever zo vroeg als u kunt, want zodra een bepaald aantal kaarten is uitgedeeld, wel, dat is het dan. Dan haalt u de... Haal uw geliefden, uw zieke vrienden en breng ze hierheen. Bel ze morgen op. Kom hierheen en krijg de gebedskaart morgen... morgenavond tussen half zeven en half acht bij het hoofdgebouw. U heeft nergens middagdiensten, veronderstel ik, broeder? In orde.

     Soms delen zij die uit in de namiddagdienst; dan hoeven zij zich er 's avonds niet mee bezig te houden. Maar als wij in een of andere kerk of ergens... Maar als ze het op deze manier doen, zal het in orde zijn. Kom gewoon morgenavond tussen half zeven en half acht. Want wij verwachten elke avond diensten te hebben.

21 Ik zal elke avond spreken, zo de Here wil. De manager... Niemand dan slechts de jongens en ik zullen hier zijn. En wij zijn dus... En we zullen dan proberen elke avond voor de zieken te bidden, zondaars naar het altaar te roepen, en samen te werken met onze broeders om alles te doen wat wij maar kunnen om dit tot het begin van een opwekking te maken, een ouderwetse opwekking die Virginia zo zal schudden als nog nooit is gebeurd, omwille van het Koninkrijk van God.

     Opdat iedere kerk gevuld zal zijn en volgepakt, en Gods dienstknechten het Evangelie zullen prediken als nooit tevoren, en zondaars naar Golgotha zullen komen, en zieke mensen zullen genezen worden in iedere kerk, en opdat de glorie van God overal zal uitgaan, dat is het verlangen van ons hart.

     Nu, ik ben blij dat ik dit klokje hier heb, en ik hoop dat het ongeveer... Het staat goed, precies gelijk met mijn horloge.

22 Dus nu wil ik even een Schriftgedeelte lezen en een klein praatje voor u houden vanavond.

     En onthoud nu, wij zijn hier voor niets anders... Wij zijn hier niet om een bepaalde denominatie te vertegenwoordigen, omdat ik bij geen enkele denominatiekerk behoor. Ik werd verordineerd als een Zendingsbaptistenprediker, en ik ben zeventien jaar voorganger geweest van de tabernakel in Jeffersonville. En toen ging ik ongeveer vijftien jaar geleden naar het zendingsveld, en sindsdien ben ik op het veld.

     En toen ik voor de zieken begon te bidden, heb ik gewoon de kerk verlaten, of de organisatie verlaten, want hierbuiten krijg ik alles bij elkaar. Want ik voel dat dat de wijze is hoe de Heer overal Zijn kinderen heeft. Iedere man die wedergeboren is door de Geest van God is mijn broeder, en iedere vrouw mijn zuster, die geboren is uit de Geest van God.

     Ik vertegenwoordig dus geen bepaalde organisatie. Als ik hier in de stad was – voor de bekeerlingen – zou ik toetreden tot een van deze fijne kerken hier die hetzelfde geloven als ik. Dat is dus de wijze dat ik het zelf zou doen. U kunt uw eigen keuze maken om te doen wat u wilt.

23 En vervolgens zijn wij hier niet voor geld. Ik wil dat u dat weet. Wij zijn hier niet voor geld. Beslist niet. Ik ben eenenvijftig jaar oud. Ik ben gedurende eenendertig jaar prediker geweest, en ik heb zeventien jaar gepredikt bij de... een Baptistentabernakel in Jeffersonville, Indiana. Heb nooit een offer opgehaald in heel mijn leven. Ik heb zeventien jaar gepredikt zonder één cent van iets; elk van de beheerders zou u dat kunnen vertellen. Nooit een cent genomen, ik werkte voor mijn onderhoud. Ik zou het zelfs nu niet doen als ik het mij kon veroorloven om deze samenkomsten te betalen.

     Het enige wat ik doe, is hierheen komen en de samenkomst houden. En het enige wat u hoeft te doen, is de kosten van het gebouw betalen, of wat de kosten ook zijn die gepaard gaan met de samenkomst, dat is alles wat mij betreft. Gewoon de zaak afbetalen en dat maakt het in orde. U bent mij niets verschuldigd.

     Wij hebben boeken. Maar die boeken... Ik koop die boeken voor veertig procent minder, niet omdat het een zaak is die geld opbrengt want ik verlies erop, maar om de boodschap tot de mensen te brengen. De banden zijn van de Audio Mission, een andere groep die niet met ons is. Het is... Wel, ze maken de banden voor de tabernakel, wat ze in een soort samenwerking daar doen waardoor ze de banden maken. Maar wat mij betreft, nee.

24 Soms aan het eind van de samenkomsten, als alle schulden afbetaald zijn, geven ze mij een liefdesoffer. Als ze de schulden niet hebben afbetaald, geven ze mij niets. En als ze mij toch een liefdesoffer geven, geef ik het weer terug om de schulden te betalen. We willen deze stad verlaten zonder dat er één cent schuld is. Als we een bericht naar huis moeten sturen om het geld te krijgen, zullen we het op de een of andere manier doen. Zie?

     Maar wij laten geen schulden achter; hebben het nog nooit gedaan. Willen onze naam schoon en rein houden en boven elk verwijt, want we ontmoeten de zieken, we ontmoeten Satan op zijn grond, en wij willen onze handen schoon hebben, zodat wanneer wij komen om voor de zieken te bidden, wij eerlijk en recht zouden zijn en zonder schaduw. Wij staan recht voor God als Zijn dienstknecht. En we willen gewoon eerlijk en schoon en rein tegenover iedereen blijven. En ik wil dat u dus weet dat er geen verzoeken zijn om geld en dat er helemaal niets dergelijks is. Daar zijn we hier niet voor.

     En we hebben u gewoon lief en komen om gemeenschap met u te hebben. En zoals broeder Bosworth op een dag tegen mij zei, hij zei: "Broeder Branham, weet u wat gemeenschap [Engels: fellowship – Vert] is?"

     En ik zei: "Ik denk het wel, doctor." Ik zei: "Ik denk dat ik..." "Wel," zei hij, "hier is wat het is. Het zijn twee makkers in één schip."

     En ik zei: "Zo is het wel ongeveer: twee makkers in één schip."

     Daar verlangen we dus naar. Als wij in uw kleine boot kunnen stappen, en u kunt in onze kleine boot stappen, dan kunnen we gemeenschap hebben met elkaar, terwijl wij de visnetten uitgooien door deze stad hier om iedere verloren ziel die wij kunnen het Koninkrijk van God binnen te trekken.

25 Laten we onze hoofden nu buigen, voordat wij tot de Auteur spreken, voordat wij Zijn Woord lezen.

     Onze hemelse Vader, wij zijn U dankbaar vanavond voor dit voorecht om hier voor de eerste keer te kunnen staan in deze grote staat Virginia, waar vele jaren geleden onze voorouders zijn geland, en deze grote staat heeft veel betekend voor onze Unie. Here, ik bid dat U op een of andere manier in deze grote staat nu een opwekking zult laten doorbreken die over de hele wereld bekend zal worden.

     Moge er een werk van God voortgebracht worden, een Vuur en Geest in de Heilige Geest dat de verlorenen zal redden en de zieken genezen, de blinden doet zien, de verlamden doet lopen, de doven laat horen, waardoor zondaars gered zullen worden in het Koninkrijk van God, en iedere gemeente gewoon verlicht zal worden door Uw tegenwoordigheid, zodat men rondom de wereld over deze grote bijeenkomst zal horen.

26 Nu, wij kunnen erom vragen, Here, en het geloven. Nu, help ons om voor dit doel te werken. Want het zou zo onnodig zijn om U iets te vragen en niet daarvoor te werken, te geloven dat U... dat U het zult doen. Wij zullen wachten met verwachtingen dat U het ons zult toestaan. En wanneer de diensten komende zondagmiddag ten einde zullen komen, moge er een stapel rolstoelen hier in de hoek staan, ligbedden, brancards. Mogen er zondaars zijn, gewassen in het bloed van het Lam, die met hun handen omhoog in de lucht God prijzen. Mogen de geestelijken, Uw dierbare herders, die Uw schapen voeden, mogen hun harten zo in vuur staan alsof hun een nieuwe bediening werd gegeven. Sta het toe, Here. Zegen iedere gemeente en iedere prediker in het land, iedere heilige, en red de zondaar.

     Terwijl we nu Uw Woord benaderen als een klein fundament om de samenkomst vanavond mee te beginnen, bidden wij dat U het zult zegenen. Wij weten dat onze woorden zullen falen, maar Uw Woord kan niet falen. Daarom, terwijl wij Uw Woord lezen, bidden we dat U het ons zult uitleggen door de Heilige Geest. Want wij vragen het in Jezus' Naam en omwille van Hem. Amen.

27 Nu, vergeet het nu niet. Neem de telefoon, bel ergens naartoe; haal de zieke mensen op, degenen die werkelijk noden hebben, en de gebedskaarten zullen gegeven worden. Nu, u moet een gebedskaart verkrijgen. Er zal een nummer op staan, een letter en een nummer.

     Elke avond zullen die gebedskaarten uitgegeven worden en... van half zeven tot half acht. En dan zullen ze door die nummers opgeroepen worden. Dat is om te voorkomen dat de mensen naar voren stormen, en... Het is geen arena, weet u, het is een kerk. En het moet ordelijk gedaan worden, zoals Paulus zei: "Fatsoenlijk en ordelijk." En daarom willen we dat ze pas komen als hun nummers worden opgeroepen om ze op het podium te bedienen.

     Nu, deze gebedskaarten zijn niet uitwisselbaar. U moet uw eigen kaart bewaren. U kunt hem niet nemen en hem aan een buurman geven; breng uw buurman mee. De buurman moet komen en de instructies aanhoren om de kaart te kunnen krijgen.

     Als... Want het gebeurt dikwijls op die manier, wanneer je mensen in de gebedsrij brengt die niets over God weten, dat je niets bereikt. Ziet u? Laat hen dus komen en de instructies horen zodat hun eigen geloof opgebouwd wordt tot ze zover zijn dat zij hun genezing kunnen ontvangen terwijl wij voor de zieken bidden. Dat zal morgenavond zijn nu, tussen half zeven en half acht.

28 Ik wil lezen van Lukas het tweede hoofdstuk, vers 25 en 26.

     En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en godvrezend, verwachtende de vertroosting Israëls, en de Heilige Geest was op hem.
     En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door de Heilige Geest, dat hij de dood niet zien zou, eer hij de Christus des Heeren zou zien.

     Ik zou graag als context gebruiken, of als tekst om een context op te bouwen: Verwachtingen. Nu, zulke bijeenkomsten wekken verwachtingen. En wanneer u iets ongebruikelijks ziet plaatsvinden... Wij hebben gewoonlijk drie klassen mensen die deze diensten bijwonen zoals het was in de dagen van onze Heer, en in alle tijden: er is de ongelovige, de schijngelovige, en de gelovige. Het trekt gewoon die belangstellenden aan. Het is altijd zo geweest.

29 Maar verwachting is iets groots, om iets te verwachten. U krijgt gewoonlijk wat u verwacht. Sommige mensen komen naar de samenkomst en zeggen: "Wel, ik had niet verwacht er iets uit te krijgen." Wel, dat zullen ze ook niet. Maar degenen die verwachten iets te krijgen, hun zal God hun verwachtingen geven, als ze het eerbiedig doen en in de vreze Gods.

     Nu, altijd wanneer u iets wilt weten, moet u eerst uitzoeken of het de wil van God is of niet. En dan, als het de wil van God is, uw doel daarmee, en vervolgens uw motief om het te doen. Als het de wil van God is, en uw doel is juist, en uw motief is juist, dan zal het moeten gebeuren. Er bestaat gewoon geen manier om te verhinderen dat het gebeurt.

     Dus zoek eerst de wil, of het Gods wil is. En dan, wat is uw doel om het te doen? Wat is...? Als het zelfzuchtig is, zult u nooit... zult u het nooit gedaan krijgen, dat is alles. Het moet heel zuiver en helder zijn voor God anders zal het gewoon niet gebeuren. Dat is alles. Het is... U moet dat altijd in uw gedachten houden: dat het zuiver en helder moet zijn. Uw bekers moeten schoon en helder zijn voor God, anders kan God niet met u werken.

30 Nu, mensen uit alle tijden die God hebben gehoord, hebben altijd... En overal waar God is, is het bovennatuurlijke, omdat Hij een bovennatuurlijke God is Die bovennatuurlijke dingen werkt. Gelooft u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

     Nu, in het Oude Testament hadden ze een manier om erachter te komen of een boodschap juist was of niet. Nu, volgens het Levietische priesterschap hadden ze wat ze de "Urim en Thummim" noemden. En dat was de borstplaat die Aäron hier had. Hij had de twaalf stenen van de stammen in de borstplaat. En ze hingen die aan de hoek of aan de pilaar in de tempel. En dan, wanneer de profeet profeteerde of de dromer zijn droom vertelde – en terwijl hij het vertelde – als dan die lichten een samenvloeiing van lichten werden alsof een regenboog zich weerkaatste vanaf die Urim en Thummim hetgeen aantoonde dat het bovennatuurlijke daar was, dan was die profeet de waarheid aan het vertellen of was de droom van de dromer juist.

     Maar ongeacht hoe echt het klonk (nu onthoud dit), ongeacht hoe echt het klonk, als die Urim en Thummim dit bovennatuurlijk licht niet maakte, dan konden ze het niet aanvaarden, omdat het God niet was. Dus wanneer u iemand het Evangelie ziet prediken en God komt niet neer om te bevestigen dat dat juist is, dan kunt u het maar beter mijden, omdat het niet juist is.

31 God blijft nog steeds God. Hij leeft vandaag; Hij is nog even levend als altijd. Hij is God. Nu, toen dat priesterschap werd weggedaan, kregen wij het nieuwe priesterschap. En nu, er moet ook een nieuwe Urim en Thummim zijn, die ook, met dit priesterschap... en dat is Gods Woord. Gods Woord is Gods Urim en Thummim. Als God dan iets in de Bijbel belooft, en u kunt het aanvaarden met heel uw hart en geloven dat het zo is, dan zult u het bovennatuurlijke van Gods Woord zien plaatsvinden en de zaak zien manifesteren waarvoor u hebt geloofd.

     Ongeacht wat het is, als u het gelooft... Het Woord van God is een zaad; het wordt gezaaid in het menselijk hart, en als er daar niets is dat het hindert... precies zoals wanneer God een beslissing neemt: dat is Zijn ultimatum. En als u een ultimatum hebt dat God precies Dezelfde is, wanneer die twee samenkomen, dan moet er iets gebeuren. Het kan gewoon niet anders dan dat het gaat gebeuren. Zie? En als uw ultimatum hetzelfde is als dat van God, dan moet er iets gaan gebeuren.

32 Als God een uitspraak doet, moet dat het zijn. Wanneer u dan uw standpunt inneemt dat dat waar is, moet er iets gaan gebeuren. Het is slechts... Het kan niet anders. En in alle tijdperken, als mensen de stem van God hoorden die tot hen sprak, dan zagen zij het bovennatuurlijke, en ze hebben verwacht en hebben hun leven geleefd in de verwachting dat dit zou gebeuren, en nooit heeft het ooit gefaald.

     Abraham verwachtte dat die baby zou komen. Zelfs tot vijfentwintig jaar nadat het hem werd beloofd, verwachtte hij het nog steeds, en toen hij honderd jaar oud was het nog hetzelfde als toen de belofte werd gedaan toen hij vijfenzeventig was. En de Bijbel zegt dat hij nooit zwak werd, maar dat hij voortdurend sterker werd, gelovend dat God het zou doen.

     Kunt u zich een oude man voorstellen die nu vijfenzeventig jaar oud is, en een vrouw van vijfenzestig... Zij was onvruchtbaar en hij was steriel. En hier gingen ze nu naar buiten, op weg naar een dokter in het ziekenhuis om afspraken te maken voor een bed. Ze zouden een baby gaan krijgen. Ja. Een vrouw van vijfenzestig en een man van vijfenzeventig, wat zou de dokter zeggen? "Dat arme oude koppel, een beetje niet goed bij hun hoofd..."

     Welnu, iedereen die Gods Woord kritiekloos accepteert, wordt beschouwd als een beetje niet goed bij zijn hoofd. Omdat de... Het is zo bovennatuurlijk, de natuurlijke wereld weet er niets over. Hier... Het is dwaas voor het menselijk denken. Daarom zult u het nooit verstaan.

33 Maar Abraham geloofde het. Hij zei: "Het is waar", en hij geloofde dat het zo was. Ik kan hem als het ware tegen Sara horen zeggen: "Nu, wij zullen deze baby gaan krijgen, lieverd. Het staat vast, want God heeft het gezegd."

     Ze kocht de luiers en de spelden, en maakte alles klaar en maakte de sokjes, alles was gereed. En na de eerste zoveel dagen, achtentwintig dagen: "Hoe voel je je, lieverd?"

     "Geen verschil, lieverd."

     "Prijs God, wij zullen hem hoe dan ook krijgen."

     De eerste maand ging voorbij, geen verschil; tweede maand, eerste jaar, tweede jaar. "Hoe voel je je, lieverd?"

     "Geen verschil."

     "Glorie voor God, het zal nog een groter wonder worden dan twee jaar geleden; het is nu twee jaar verder."

     En toen vijfentwintig jaren voorbij waren gegaan, had hij nog steeds dezelfde houding, precies dezelfde, want God had het gezegd. Hoe weet u het? God zei het; dat maakt het vast. Als God het zei, kan er verder niets meer over gezegd worden. Zie? Hij zei het. En op honderdjarige leeftijd geloofde hij God nog steeds, dat God het zou doen.

34 De Bijbel zegt in Hebreeën 4 [Romeinen 4 – Vert]: "Abraham heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest, gevende God de eer." En wij worden verondersteld Abrahams zaad te zijn. "Want wij die dood zijn in Christus zijn Abrahams zaad." Is dat juist? De Heilige Geest maakt ons tot Abrahams zaad.

     Abraham was geen Jood. Abraham was een heiden. Maar het was noch Jood noch heiden; het was zijn geloof in Gods Woord wat hem maakte... wat hem een erfgenaam van de belofte maakte. En wij die dood zijn in Christus zijn Abrahams zaad, en zijn erfgenamen met Hem overeenkomstig de belofte. Ik vertel u: dat is waar, dat zijn wij, maar soms handelen wij niet alsof we dat zijn.

     Soms gaan we weg en zeggen: "Wel, ik zal erheen gaan en voor mij laten bidden. Ik zal zien wat er gebeurt. Wel, ik voel geen enkel verschil." Abrahams zaad? [Broeder Branham lacht schamper – Vert] O my. Dat is een armzalig excuus voor een... zelfs voor een kerklid, laat staan als men Abrahams zaad is. Abrahams zaad kijkt niet naar omstandigheden; het kijkt naar het Woord van God. Dat is alles.

35 Ik werd hier enige tijd geleden bij een ziekbed geroepen. Het was ongeveer tien jaar geleden, naar een... Wel, het is ongeveer twaalf jaar geleden nu, naar een stervende jongen, stervend aan zwarte difterie. En de dokter wilde mij niet binnenlaten. Hij zei: "Ik kan u niet naar binnen laten gaan. U bent een getrouwde man."

     En de dokter zelf was Katholiek. En ik zei: "Nu, als de priester zou komen en deze jongen hier stervend lag, en u wist het en zei dat hij vannacht zou gaan sterven, en u... zou u die priester binnenlaten?"

     Zei: "Zeker."

     "Om hem de laatste rituelen te geven?"

     "Ja, meneer."

     En ik… ik wist dat hij dat zou doen. Mijn achtergrond is ook Katholiek. Ik zei dus... Ik wist dat hij dat zou doen. En ik zei: "Welnu, als..."

     Hij zei: "Ja, maar hij is geen gehuwde man. U hebt kinderen. U zult dit aan kinderen overdragen. U hebt twee kleine kinderen."

     Ik zei: "Ja, meneer; dat is waar." Maar ik zei: "Mijn geloof in God..."

     Hij zei: "Ga hier weg." Zie?

     En ik zei: "Welnu, kijk. Die... Ik beteken evenveel voor deze jongen hier, volgens deze vader en moeder die hier staan, als de priester voor u zou betekenen als u stervend zou zijn." Zie? Ik zei: "Evenveel. Ons geloof kijkt op precies dezelfde wijze op naar God."

36 Uiteindelijk kleedde hij mij aan als een Ku Klux, en liet me naar binnen gaan. Toen ging ik naar binnen om voor de jongen te bidden, en de jongen was daar, en een verpleegstertje ging daar met ons mee naartoe. En de oude vader en moeder knielden neer aan de andere kant van het bed. Ze hadden hem aangesloten op de beademing en de lucht ging heen en terug, kunstmatige ademhaling. En ze zeiden... ze... Ik knielde neer en bad slechts een eenvoudig klein gebed, legde handen op de jongen en zei: "Here, U beloofde dat U dit zou doen. Deze vader en moeder geloven dit. Daarom leg ik mijn handen op de jongen. En U zei dat deze tekenen degenen zullen volgen die geloven: als ze hun handen op de zieken leggen, zullen ze genezen. Daarom, Here, in mijn hart geloof ik dat U Uw Woord houdt, en dat geloven deze vader en moeder ook. Het is voorbij, Vader. Dank u."

     Stond op. En de oude vader pakte de moeder, en de moeder pakte de vader en ze begonnen elkaar te omhelzen, en riepen het uit: "Is het niet wonderbaar, lieverd? Is het niet wonderbaar?"

     En de jongen maakte geen enkele beweging. Hij was al twee of drie dagen buiten bewustzijn. En zeiden: "O, is het niet wonderbaar?"

     En ik zei: "De Heer zegene u allen" en begon naar buiten te lopen. En de kleine... En ik ging naar buiten. En ze hebben mij ont... namen dat allemaal van mij af daarbuiten zodat ik verder kon gaan.

37 Maar toen kwam het verpleegstertje naar mij toe; ze zei: "Meneer." Ze zei: "Ik kan het gewoon niet begrijpen." Ze was nog maar een meisje. Zei: "Ik kan het niet begrijpen. Ziet u..." Een soort cardiogram of zoiets. Zei: "Als dat ooit naar beneden gaat tot een bepaalde plaats," zei ze, "is het in de hele geschiedenis nog niet vertoond dat het ooit weer omhoog ging." En zei: "Het enige wat die jongen hier in leven houdt... hij verzwakt voortdurend." Zei: "Hij is gewoon stervend, hij is gewoon precies nu aan het sterven." En zei: "Wanneer hij... die man deed dat gebed voor die baby... of die jongen..." Zei (hij is ongeveer twaalf jaar oud, veertien), zei: "U..." Zei: "Het bracht geen enkele verandering bij hem teweeg." Zei: "Hij is helemaal niets veranderd. Die naald hangt nog steeds helemaal hier beneden, hij is nog net zoals hoe hij was." En zei: "Hij kan nooit meer omhoogkomen omdat hij beneden is, en dat is alles."

     En de oude heer, weet u, plaatste vaderlijk zijn armen om de kleine verpleegster en hij zei: "O, mijn dierbare kind." Hij zei: "De Here zegene je, lieverd." Hij zei: "Ik wil je niet belachelijk maken, omdat... En ik zou het niet oneens willen zijn met wat je zegt." Hij zei: "Maar, weet je, kijk niet... jij bent opgeleid om te geloven dat wanneer die naald of wijzer of wat het ook is daar naar beneden gaat, hij nooit meer omhoog kan komen."

38 Ze zei: "Meneer, dat is de waarheid." Ze zei: "Hij kan niet meer terugkomen. De jongen is weg. Hij is nauwelijks hier." En zei: "Als u dit van hem afhaalt, zal hij nu meteen sterven."

     Hij zei: "Lieverd, jij kijkt naar die naald." Dat is juist.

     Ze vroeg hem dus: "Hoe kunt u lachen en u zo gedragen terwijl uw zoon ligt te sterven?"

     Hij zei: "Hij ligt niet te sterven." Zei: "Hij is genezen."

     En zei: "Wel, hoe kunt u dat verwachten terwijl die naald..."

     En zei: "Lieverd, dat is alles waar jij naar weet te kijken, dat is die naald, maar ik kijk naar een belofte (dat is juist) die God heeft gedaan."

     En die jongen heeft twee kinderen en is in Afrika vandaag, een zendeling. O, het hangt ervan af waar u naar kijkt... Hij verwachtte dat het zou gebeuren, omdat hij aan Gods vereisten had voldaan. Hij legde de jongen op het altaar. Hij had... De medische wetenschap had alles gedaan wat ze kon, en alles was voorbij alle lichamelijke hulp die aan de jongen gegeven kon worden. Daarom kwam hij tot God en geloofde dat God het voor hem zou doen. En de Bijbel zegt: "Hij is een Beloner van hen die Hem ijverig zoeken." Dat is juist.

39 Als u Hem met uw hele hart zoekt en ter zake komt, zal God daar zijn om u te ontmoeten. Dat is juist. Maar u mag het niet op een slappe manier afhandelen; u moet rechtstreeks tot God komen en alles belijden, en het uiteenzetten, en op die gronden komen, en dan zal God u daar ontmoeten. Hij zal iets voor u doen. Hij zal uw gebeden beantwoorden.

     Iedere man die ooit in God geloofde, of Gods stem hoorde, heeft verwacht dat Hij iets zou doen. Toen God tot Noach sprak in het Oude Testament...

     Nu, er was nooit enige regen op de aarde geweest. Wel, er is... God bewaterde de aarde... tot op de antediluviaanse vernietiging, wel, bewaterde Hij het door irrigatie, omhoog door de aarde heen. Het had nooit geregend. En God sprak tot Noach en gebood hem een ark te bereiden voor de redding van zijn huis omdat het zou gaan regenen. Er zou regen uit de hemelen komen en de hele aarde zou bedekt worden met water. En Noach verwachtte dat dat zou gebeuren. Als hij het niet had verwacht, zou hij, toen de eerste criticus langskwam, gezegd hebben: "Wel, ik denk dat ik misschien verkeerd was. Het was God niet." Zie? Dan was hij weggegaan.

40 Nu, dat is zo ongeveer hoe de 1961-versie van de kerk zou handelen. Maar dat is niet werkelijk... De echte wedergeboren Christen... wanneer God het zegt, verwachten wij dat het zo is. God zei het, en dat is hoe het zal zijn. Het moet gewoon zo zijn.

     Hij zei... Weet u, waarom wij zo... waarom wij zijn zoals we vandaag zijn? Waarom de gemeente lauwwarm is in dit Laodicea-gemeentetijdperk? Wel, het is... God zei dat het zo zou zijn. U kunt niets anders verwachten. Het moet op die wijze zijn. Dat is juist. Maar Hij heeft... "Allen die Hij liefheeft, kastijdt en berispt Hij", en "Ik sta aan de deur en klop, en als iemand Mijn stem hoort...", dat is de boodschap aan dit gemeentetijdperk door God in de Bijbel van Openbaring, het derde hoofdstuk, aan het gemeentetijdperk van Laodicea.

41 Nu merken we op dat Noach een ark voor zichzelf had bereid, gedreven door vrees, en hij maakte een ark, stond in die deur te prediken tot de ongelovigen. Maar hij verwachtte dat God Zijn belofte zou houden, want hij had de stem van God gehoord die vertelde dat het zou gaan regenen.

     Nu, als u precies waar u nu bent, kunt zitten en uzelf zo aan God kunt toewijden en verwachten dat God iets gaat doen, en de stem van God kunt horen die fluistert in uw hart: "Je hoeft niet te wachten op een gebedskaart morgenavond; dit is de tijd dat Ik je zal genezen." Dan is dat alles. Het is beklonken. Er zou niets in staat zijn om u daar vanaf te schudden.

     Als u nooit de Heilige Geest hebt ontvangen, en u zegt: "Here, ik heb al jaren de Heilige Geest gezocht, maar ik hoorde net een stem die mij vertelde dat ik Hem precies vanavond ga ontvangen..." Dat maakt het vast. Dat is het. Als u het dusdanig verwacht, dan moet het gaan gebeuren.

42 Nu, Noach was... stond daar... was er op los aan het timmeren op die ark omdat hij verwachtte dat het zou regenen.

     Nu, laten we een moment de tijd nemen om te zien hoe de critici langskwamen en zeiden: "Welnu, even een ogenblik, meneer. Meneer Noach, u vertelt mij dat het gaat regenen."

     "Ja, meneer."

     "Nu, ik ben een wetenschapper." Want ze hadden wetenschappers. Wetenschappers kwamen door de groep van Kaïn. Hij zei dus: "Nu, wij zijn wetenschappers, en wij willen graag dat u ons toont waar die regen daarboven zich bevindt."

     Nu, geloof is niet wat u kunt zien, maar het is de "vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet." God zei dat. Wij hoeven niets te bewijzen. Niets bewijzend... U kunt God niet bewijzen. U kunt zelfs niet bewijzen dat u een verstand heeft. Dat is waar. Dat kunt u niet. Als u het kunt, laat het mij dan zien, smaken, voelen, ruiken, of horen. Hebt u ooit uw verstand gevoeld? Uw verstand gezien? Uw verstand geproefd? Kijk, de zintuigen zullen het niet verklaren. Maar toch heeft u er een; u weet dat u er een hebt.

     En dat is precies hoe het bij God is. U zegt: "Hoe weet ik dat ik een verstand heb?" Ik zie hoe ik handel. Ik weet hoe iets mij veranderde van een zondaar in een Christen. Ik heb een God waarvan ik weet dat het... dat het echt is, net zo echt als uw verstand of welke ander zintuig ook dat zou werken.

43 Nu, merk op. Er zijn vijf zintuigen waarmee wij het menselijk lichaam binnentreden, vijf zintuigen. De ziel heeft ook vijf uitgangen, dat is een geweten, enzovoort, en verbeelding. Maar er is maar één ingang tot de geest (dat is ziel, lichaam, en geest), tot de geest, en dat is langs de weg van de eigen wil; wat iedere man en iedere vrouw op dezelfde basis plaatst als in de Hof van Eden.

     U wilt doen... u hebt een... U bent een persoon met een vrije moraal om te handelen op elke wijze die u wilt. En geen van deze andere zintuigen hebben er iets mee te maken, noch de ziel, noch het lichaam, maar het is door de geest van eigen wil. God zei tegen Adam: "Ten dage dat u daarvan eet, die dag zult u sterven." Nu, hij kon eten en leven of hij... hij kon... hij kon eten en sterven, of er van wegblijven en leven.

     Nu, op diezelfde manier zijn wij vanavond. We kunnen Zijn Woord nemen en genezen worden, of we kunnen het nalaten en erbij vandaan wandelen en niet genezen worden. We kunnen eeuwig leven hebben door in Hem te geloven, of we kunnen weglopen en geen eeuwig leven hebben. Het is aan u: eigen wil.

44 En toen Noach de stem van God hoorde die hem vertelde dat het zou gaan regenen en de wolken op komst waren, en dat het zou gaan regenen – en het had in alle eeuwen nog nooit geregend, maar het zou gaan regenen – toen wist Noach dit, dat God de Schepper-God was, dat Hij kon... dat Hij alles kon doen wat Hij wilde. En omdat Hij God was, hoefde er verder niets aan gedaan te worden. Hij wist gewoon dat Hij in staat was om daarboven regen te maken, als er daar niets was. Hij is Jehova-Jireh, de Here voorzag voor Zichzelf in een offer.

     God kan dus regen maken. Als er daarboven geen wolken zijn, geen regen daar is... Omdat Hij zei dat het zou gaan regenen, zei Noach: "Ik zal maar meteen aan deze ark gaan bouwen." Want hij verwachtte dat het zou gaan regenen. En toen hij de ark gebouwd had en alles in orde was, regende het, omdat hij geloofd had.

45 Nu, het maakt dat u vreemd handelt wanneer u werkelijk God op Zijn Woord neemt. En wanneer u handelt alsof u het verwacht... Ik zie mensen naar voren komen naar het podium die zeggen: "Wel, kijk. Ik ben ziek, man. Weet u dat niet?"

     "Welzeker weet ik dat u ziek bent." In orde.

     "Wel, kunt u iets doen?"

     Welnu, u zult het nooit op die manier krijgen. Beslist niet. En je bidt voor hen, legt ze de handen op; ze lopen het podium af: "Voel geen enkel verschil." Wel, u zult het niet voelen. Dat is één ding dat zeker is. U zult het niet.

     Nu, u verwachtte niets. U moet naar het podium komen en Gods instructies opvolgen precies op de wijze dat God het zegt, en als u dan weggaat, hebt u verwachtingen: "Ik ga beslist ontvangen. Het is reeds gedaan. Ik deed wat God mij vertelde om te doen. Dus dat maakt het vast." Dat is de manier. Dat is Abrahams zaad.

46 Nu zullen we een ander nemen: Mozes. Mozes, o, hij was een geschoolde theoloog. Hij wist het werkelijk, want hij kon de Egyptenaren wijsheid leren. Hij was zo knap. En hij wist dat hij werd geboren, werd opgevoed om een verlosser van Israël te zijn. Hij dacht dus dat hij zijn theologische opleiding kon nemen en werkelijk daarheen kon gaan om het te doen. Maar hij ontdekte dat hij een mislukking was.

     En wanneer wij proberen de gemeente door opleiding tot gemeenschap te brengen, wanneer wij proberen de mensen door opleiding tot Christus te brengen, dan slaan we gewoon in de lucht. We zullen nooit ergens komen. Er is maar één manier dat een man en vrouw tot Christus kunnen komen: dat is door het bloed van Jezus Christus en door wedergeboren te worden. Dat is de enige weg die wij kunnen bewandelen. Wanneer u daarop komt, dan ontvangt u echt Heilige Geest-geloof, wat veroorzaakt dat u alles wat tegengesteld is aan Gods belofte noemt alsof het er niet was.

     Ongeacht wat de omstandigheden zijn, hoe ziek u bent, wat de dokter zei... Hij heeft u opgegeven. "U gaat aan kanker sterven en u hebt een hartstoornis, u kunt elk ogenblik heengaan." U kijkt er zelfs niet naar. U kijkt naar wat God zei. U blijft precies daarbij wat God zei. Dat is... Hij zei dat, en dat maakt het de hele tijd vast. Nu, u kunt daarover niet bluffen. U moet het echt geloven.

47 U zegt: "O, ja, ik geloof het." O, ik heb mensen gezien waarmee u, als geloof inkt zou zijn, geen punt op een "i" zou kunnen zetten. Ze hebben het gewoon... gewoonweg... gewoon opgewerkt. Het is hoop in plaats van geloof. Waarachtig geloof neemt geen "nee" als antwoord. Het heeft haar op z'n tanden; het is groot en sterk. Het spreekt en al het andere gaat zitten. Dat is alles.

     Als de oude, weet u, gevoelens beginnen op te komen die zeggen: "Je voelt helemaal geen verschil. Je zult gewoon..."

     Dan zegt u: "Zwijg!" Geloof doet dat. "Ga zitten!" God heeft het overgenomen. Dat is het. Nu, het... "Wel, je maag doet nog steeds pijn."

     "Zwijg! Voel het zelfs niet." Dat is het.

     Dat is... Wees niet... Zeker, het is kijken naar wat God heeft gezegd. God zei het, daarom gelooft geloof het. Als u slechts een houvast kunt nemen op geloof en geloof het eenvoudig laat overnemen, dan laat dat die andere dingen op kleine dwergen lijken. Het maakt dat ze gaan liggen omdat híj de baas is. Het heeft grote sterke spieren, en ik vertel u, al het andere, alle gevoelens en bijgelovigheden en kleine 'ismen' en dergelijke, gaan allemaal liggen wanneer geloof het overneemt. Hij is gewoon... Hij is de baas. Dat is juist.

48 Nu, en ze zijn... Natuurlijk, Mozes dacht dat hij dat had. Maar toen hij zijn eigen weg volgde, ontdekte hij dat hij een fout had gemaakt. En hij ging weg en trouwde een knappe kleine Ethiopische vrouw en kreeg daar een zoon, Gersom. En hij had zich gevestigd om een goed leven te leiden, zou schapen fokken, en hij wist dat hij erfgenaam zou zijn zodra Jethro was gestorven, dat hij alle kuddes zelf zou hebben. En hij was dus behoorlijk tevreden.

     Maar op een dag liep hij achterin de woestijn en daar gebeurde iets wat nog nooit op het seminarie was gebeurd. Daar gebeurde iets waarvan hij nooit eerder had gehoord. Hij zag een struik branden. Hij ging opzij om te zien wat het was. En een stem sprak eruit, zei: "Trek uw schoenen uit, Mozes. De grond waarop u staat, is heilig." O my. "Ik heb het roepen van Mijn volk gehoord. Ik heb hun verdrukking gezien. Ik gedenk Mijn Woord. Ik gedenk aan wat Ik Abraham vertelde. Hoe zijn zaad vierhonderd jaar in een vreemd land zou verblijven. Die tijd is voorbij. Ik gedenk Mijn Woord. In orde, Mozes, Ik stuur u daarnaartoe."

49 Zou u zich de man kunnen voorstellen die zo lafhartig was dat hij wegliep van de natie; in de problemen kwam omdat hij één man had gedood en van de natie wegvluchtte, en daar weer naar terugging onder de kracht van God en een hele natie doodde en nooit in de problemen kwam? Zie?

     Dat laat zien of u het in Gods wil doet of daarbuiten in uw eigen wil. Zie? Wat u kunt doen en waardoor u problemen krijgt met uzelf; waarom laat u het niet gewoon los en laat God het doen? Dat is de manier om het te doen.

     Dus hier was hij de volgende dag... U spreekt over iets radicaals. U kunt Mozes nu de volgende dag zien nadat hij een oude schaapherder was geweest. Hij was... hij was tachtig jaar oud, misschien een lange witte baard en een kalend hoofd, en hij had een kleine oude kromme stok in zijn hand met een muilezel, met zijn vrouw die er schrijlings op zat met een jong kind op schoot. Hier gaat ze zo op weg, gewoon roepend en schreeuwend onderweg: "Glorie voor God", op weg naar Egypte.

     "Waar gaat u naartoe, Mozes?"

     "Op weg naar Egypte om het over te nemen." Jazeker.

     "Wat? Een eenmansinvasie?"

     "Ja, meneer. Dat is juist."

     "Waarom? Hoe weet u dat het u zal lukken?"

     "God zei het." Dat maakte het vast. "Ik hoorde Zijn stem. Ik verwacht dat Hij het zal doen." Dat is juist.

     Het zag er dwaas uit. Iemand zei: "Arme oude kerel. Een eenmansinvasie..." Zoals één man die Rusland gaat verslaan. Ziet u?

     Maar hij deed het, want God had het gezegd. En hij verwachtte dat God Zijn Woord zou houden. Amen! Ik verwacht dat God Zijn Woord aan ons zal houden. God zal Zijn Woord houden met iedereen die Zijn Woord zal nemen en zal zeggen: "Het is van mij. God heeft de belofte gedaan, en ik verwacht dat U het zult doen. Ik neem geen 'nee' als antwoord. Ik sta precies hier."

50 Zoals Buddy Robinson, toen hij aan het ploegen was met zijn oude muilezel daar buiten op die dag, en de muilezel liep weg, en hij beet hem in zijn oor. En hij probeerde heiliging te prediken, en hij zei: "Nu, ik... ik... zie ik er niet fraai uit hier met al dat haar van de muilezel tussen mijn tanden en dan heiliging predikend?"

     Toen... Hij knielde dus neer in het veld; hij zei: "Here, als U mij de Heilige Geest niet geeft, zult U, wanneer U terugkomt, hier een stapel beenderen zien liggen wanneer U terugkomt." Nu, hij ontving de Heilige Geest. Dat is dus de tweede zegening; hij noemde het heiliging.

51 Dus nu, dat is de wijze. Wanneer u dat krijgt ten opzichte van God: "Dit is het. Dit maakt het vast! God, U zei het, en dat is alles. De dokters hebben alles voor mij gedaan wat ze kunnen, en ik ben een hopeloos geval in de handen van de medici; ik ben een hopeloos geval in de handen van het ziekenhuis. Er is er slechts Eén; ik heb mezelf aan U gegeven! Ik ben in Uw handen nu! God, ik ben op Uw handen." Amen. Blijf precies daar. Dan gaat er iets gebeuren.

     Iets staat op het punt te gebeuren. Wanneer u die stem van God hoort die u vertelt: "U bent de Mijne. Ik bezit u. Ik heb u met Mijn bloed gekocht. Ik zal... Door Mijn striemen werd u genezen." O, broeder, ik vertel u, er staat iets op het punt te gebeuren wanneer u dat doet.

     Ja, het zal maken... O, de mensen zullen zeggen: "Wel, Lucy, Nettie, of Martha, Maria, wel, weet je, ze zijn hun verstand kwijt. Ik vertel u, ze gingen naar een samenkomst daar en werden gezalfd, en nu, weet je... Wij weten dat ze stervend was aan kanker. De dokter zegt dat zij niet gezond kan worden. En hier, zij is daar en doet haar hele was, gewoon zingend: 'Halleluja, halleluja', loopt daar rond en gedraagt zich zo. Wel, de arme vrouw is krankzinnig geworden."

     Nee. Zij heeft slechts God op Zijn Woord genomen! Zij gedraagt zich krankzinnig voor de mensen, maar zij gehoorzaamt wat God zei. Dat is juist. Precies.

52 Mozes deed dat ook. Hier gaat hij... Zou u zich dat kunnen voorstellen, deze oude makker hinkend op één voet, hier gaat hij, weet u, een muilezel achter zich. "Glorie. Halleluja."

     "Waar gaat u heen, Mozes?"

     "Ga naar Egypte om het over te nemen." Gaat er regelrecht naartoe om het over te nemen. Tachtig jaar oud, op weg naar het best uitgeruste leger ter wereld: het had de hele wereld veroverd. Gaat er heen, tachtig jaar oud, met een vrouw en een kind. Het is zijn zoon Gersom, die waarschijnlijk bij haar op schoot zat en hier gaat zij daarnaartoe, leidt deze oude muilezel, gaat er naartoe om het over te nemen, en hij deed het. Ja. Waarom? Hij verwachtte het. Waarom? God had het gezegd. Dat maakt het vast. Wanneer God het zei, was dat...

53 Zoals Johannes, toen hij daar heenging, hij stond op de oevers van de Jordaan te prediken. En de priesters aan de overzijde van de oevers zeiden: "Wil je mij vertellen dat er een dag zal komen wanneer het dagelijks offer zal worden weggenomen van de tempel, en dat er geen offers meer zullen zijn, geen vieringen meer?"

     Hij zei: "Er zal een dag komen dat er Een zal komen Die het Offer zal zijn."

     "O, kom tot jezelf, prediker. Wat is er met je aan de hand? Zo'n tijd zal er niet zijn."

     En hij begon te kijken; hij zei: "Zie (Amen!)... Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt!" Waarom? Hij verwachtte Hem; want hij zei: "Hij Die mij in de woestijn zei met water te gaan dopen, zei: 'Op Wie gij de Geest zult zien nederdalen en blijven, Die is Degene Die zal dopen met de Heilige Geest en vuur.'" Dat is Degene. Hij verwachtte Hem te zullen zien.

     Hij zei: "Ik kende Hem, want er was een teken van de Messias boven Hem, een Licht boven Hem, en ik wist dat dat de Messias was." En hij verwachtte Hem te zien.

54 O, gemeente, wij behoren te verwachten om God iets te zien doen, behoren te verwachten om een opwekking te zien in de hele stad, een schudden onder de mensen. Zeker. Het is ons beloofd. Wij geloven het. Gelooft u met mij. Als wij onze harten verenigen en geloven dan zal er iets gebeuren. Het moet gebeuren: verwachten het. Zeker.

     O, we zouden zo maar verder kunnen gaan. We zouden verder kunnen gaan met verschillende anderen, maar laten we nu bij het sluiten naar Simeon gaan gedurende de volgende paar minuten.

55 Simeon was een groot man. Nu, ik heb niet lang geleden over hem gelezen; hij was ongeveer, ergens, tachtig jaar oud, een oude wijsgeer, zeer geliefd onder het volk, maar hij was altijd een geestelijke man geweest. En toen maakte hij op een dag bekend, zei: "Ik zal niet sterven voordat ik de Christus des Heren heb gezien." Nu, zou u zich kunnen voorstellen...

     U zegt: "Hoe kunt u dat zeggen, Simeon. Wat laat u dat zeggen? U draaft door. In welk soort 'isme' bent u terecht gekomen?"

     "Geen."

     "Waarom doet... Wat laat u dat zeggen?"

     "De Heilige Geest vertelde het mij. De Heilige Geest openbaarde mij dat ik de dood niet zou zien voordat ik de Christus des Heren had gezien. En ik geloof het; dat is alles." Ging rond en vertelde het aan iedereen. Ongeacht hoe groot zijn naam was, hij hoefde niet van adel te zijn, maar hij was gewoon... Het maakt me niet uit wat hij was; hij geloofde nog steeds dat de Heilige Geest gelijk had. Wel, er zijn geen twee Heilige Geesten; er is maar één Heilige Geest. Dat is juist. En hij werd geleid door de Heilige Geest, het werd aan hem geopenbaard door de Heilige Geest. En dezelfde Heilige Geest Die het aan Simeon openbaarde, kan het aan u openbaren, de belofte die Hij deed. Daar hebt u het.

56 Nu, wij vinden hem... Hier gaat hij rond om het aan iedereen te vertellen: "Ja. Ik ga niet sterven. Ik zal niet sterven voordat ik de Christus des Heren heb gezien."

     Ik kan de samenkomst horen zeggen: "Arme oude Simeon. Het is zo spijtig, die arme oude kerel. Weet je, hij is een beetje... Hij staat nu met één voet in het graf, tachtig en nog wat jaren oud, gereed om te sterven. En kijk, zelfs helemaal terug in de dagen van Adam keken ze al uit naar de Christus. Kijk. David keek naar Hem uit, zong over Hem. Profeten hebben over Hem geprofeteerd en dat alles. En hier, deze oude man... Nu, we zijn er verder vanaf dan we ooit waren in ons leven, en deze oude man hier met één voet in het graf, op het punt om heen te gaan... En hier gaat hij rond, zeggend onder de mensen: 'Nee. Ik zal niet sterven voordat ik de Christus des Heren zal zien. Het staat voor de deur.'"

     "Hoe weet u dat?"

     "De Heilige Geest vertelde het mij." Hij verwachtte het. Dat is juist. Verwachtte dat het zou gebeuren.

57 Wel, als u... als u verwacht dat het zal gebeuren, dan zal het gebeuren. Net als een... Ik heb vaak gezegd: "Wanneer de diepte roept tot de diepte..." David zei: "Bij het geluid van Uw waterbronnen... de diepte die roept tot de diepte." Er is iets mee, iets waar u naar verlangt, iets in uw hart.

     Ik houd van uitzichten. Ik houd van jagen. Ik ging de bergen in sinds ik een kleine jongen was, klom daar naar boven en keek hoe die zon 's avonds onderging, keek hoe hij 's ochtends weer opkwam. Zag hoe dat grote oog van God erover heen leek te bewegen.

     Let op de lentetijd die nu komt. De kleine zaden die hier enkele weken geleden onder die sneeuw begraven werden, zijn gebarsten, liepen leeg, de pulp liep eruit. Er is niets overgebleven, geen zaad, geen pulp, geen stengel, geen bloemblad, helemaal niets van die bloem bleef over. Zelfs het zaad viel ervan af. Weet u dat God een begrafenisstoet heeft voor Zijn bloemen? Wist u dat? Zeker.

58 De kleine... De vorst slaat de kleine bloem, jong of oud; ze buigt haar kopje en sterft; dat is de dood. En vanuit die kleine bloem valt een zwart zaadje op de grond. Dan komen september, oktober eraan; de tranen beginnen te vallen uit die oktoberregens, weet u, en begraven het in de grond: een begrafenisstoet. Zie?

     En het ligt daar de hele winter en verrot. En dan komt de vorst die het zaadje doet openbarsten; de pulp loopt eruit. En u kunt misschien een handvol van die grond nemen en die naar het laboratorium brengen, maar u zult nergens ter wereld chemicaliën kunnen vinden om ooit die kiem des levens daarin te kunnen vinden. Maar zij is daar ergens. Dat is juist.

     Ze is verborgen; u kunt haar niet vinden. Maar laat gewoon de zon... De zon brengt al het botanische leven voort. Nu, wanneer die zon begint te schijnen, zal dat leven opnieuw voortkomen.

59 Ik zal u wat vertellen; als u hier naar buiten gaat en u legt uw betonnen voetpad dit jaar aan; u legt het gewoon aan door de hele tuin. En waar is uw gras volgend jaar het dikst? Waar is het? Waar is het altijd? Net langs de rand van het voetpad. Hoe komt dat? Het is dat leven dat onder dat beton ligt. En wanneer die zon – laat er geen schaduw op vallen – wanneer die zon begint te schijnen, zal dat leven zijn weg er helemaal omheen werken, totdat het er aan de buitenkant van dat voetpad uitkomt en zijn kopje omhoogsteekt om God te prijzen. Waarom? De zon schijnt.

     Zij is een heerser; zij is een leven-gever aan al het botanisch leven. Ongeacht waar het zich bevindt, het zal opnieuw stralend tevoorschijn komen. Dat leven zal gewoon zijn weg blijven banen, zijn weg banen, zijn weg banen, totdat het daar tenslotte uitkomt om zijn hoofd omhoog te steken en God de glorie te geven. Hoe kan dan iemand niet geloven in de opstanding? O, wanneer die, niet z-o-n van God maar Z-o-o-n van God, eeuwig leven...

     U zou mij in de zee kunnen begraven; u zou mij onder alles wat u maar wilt kunnen begraven, maar wanneer die Z-o-o-n begint te schijnen bij Zijn komst, dan zal iedereen die in Hem dood is en die eeuwig leven heeft, opstaan en met Hem meegaan, net zo zeker als dat ik hier in deze kansel sta vanavond. Dat is juist.

60 [Leeg gedeelte op de band – Vert] ...?... vele keren. Maar hier niet lang geleden was er een kleine jongen in onze stad wiens leraar tegen zijn moeder zei: "U moet toch eens naar dit kind kijken." Zei: "Hij eet gewoon de gummen van de potloden af zodra je er een voor hem haalt." Hij at de gummen eraf. En toen ontdekte zijn mama dat hij daarbuiten het pedaal van een fiets aan het afbijten was bij de tuinpoort: had daar een gastronomisch feest voor zichzelf terwijl hij een fietspedaal zat op te eten.

     Wel, ze gingen de kleine kerel halen en namen hem mee naar de kliniek om hem te laten onderzoeken. De dokters keken hem helemaal na en maakten een analyse van zijn lichaam. En ze kwamen erachter dat de kleine kerel... Het lichaam vroeg om zwavel. Hij... Daar zit zwavel in. Zijn lichaam vroeg om zwavel. En zwavel zit in rubber, dus dat was waarom hij zo met dat rubber bezig was.

     Nu, voordat er hierbinnen iets kon zijn dat om zwavel zou vragen, moest er eerst zwavel zijn om aan die vraag te voldoen, anders zou er nooit een roep om zwavel zijn geweest.

61 Met andere woorden, voordat er een boom was om in de aarde te groeien, moest er eerst een aarde zijn waarin de boom kon groeien, anders was er geen boom geweest. Voordat er een vis was... een vin op de rug van een vis, moest er eerst een water zijn waarin hij kon zwemmen, anders zou hij nooit een vin hebben gehad. Zie? Dat is juist.

     Met andere woorden, er moet een Schepper zijn om de schepping te scheppen. En wanneer in uw hart... Hoe velen geloven in Goddelijke genezing, steek uw hand op? Welnu, zo (dank u), zo zeker als dat u gelooft in Goddelijke genezing... er is iets in uw... aan uw binnenkant hier, dat u vertelt dat er een God is Die geneest. En voordat zelfs die schepping in u kon zijn, moest er een Schepper zijn om de scheppingen te scheppen. Amen. Dat is het.

     De ware reden dat u hier vanavond bent, de ware reden dat deze samenkomst plaatsvindt, bewijst dat er ergens een bron open is van Goddelijke genezing. Hongerige harten...

62 Ik stond in Afrika onlangs, waar wij dertig duizend bekeerlingen hadden op één middag, zag dat er vijfentwintig duizend in één keer werden genezen; zeven vrachtwagenladingen, bijna zo lang als de breedte van dit gebouw, gingen weg. De volgende morgen waren er vijfentwintig duizend mensen op de been die door de straat liepen met hun krukken en alles wat daarin lag, en oude veldbedden en dergelijke waarin ze naar binnen waren gebracht, die voorbijliepen. De verschillende stammen zongen gezamenlijk Only believe, all things are possible. [Geloven alleen; alles is mogelijk – Vert] De burgemeester van de stad en ik stonden daar in een hotel en huilden gewoon als baby's om te zien...

     Die inboorlingen wisten de dag daarvoor het verschil niet tussen hun rechter- en linkerhand; hier waren zij, lieflijke Christenen, genezen door de kracht van God in één ogenblik. Waarom? Zij hadden iets zien gebeuren. En zodra zij het zagen gebeuren, sprong iets naar hen toe en zij zeiden: "Het is ook voor mij." En toen zij de gelegenheid hadden, accepteerden zij het, en daar gingen ze. Meer is er niet nodig. Zie?

63 Eerst moet er een schepping zijn, of Schepper, om een schepping te scheppen om u te laten verlangen en in God te geloven. En wanneer dat gebeurt, dan gelooft u daar beslist in, en dat toont dat er ergens een bron van Goddelijke genezing is. Dat is juist. Het moet zo zijn. En de Bijbel spreekt en zegt dat het Zijn Heilige Geest is Die u leidt. Dezelfde Heilige Geest Die leidt... Die Simeon leidde om dat te geloven, is dezelfde Heilige Geest Die u leidt om te geloven in Goddelijke genezing; geen twee Heilige Geesten, slechts één.

     En diezelfde Heilige Geest Die hem openbaarde dat hij niet zou sterven totdat hij de Christus des Heren had gezien, diezelfde Heilige Geest spreekt tot u: "Er is een kracht van God die de zieken geneest." Zie? O, is het niet duidelijk? Het is zo... Wel, u zou het niet duidelijker kunnen maken. Zie? "Er is een kracht van God die de zieken geneest." Zie?

64 Wel, de dokter zei: "Ik ken die meneer, hij is..." Dat is erg fijn. Ik bid voor hen de hele tijd, en ik veroordeel de dokter niet. Nee, meneer. Hij is een... hij is Gods dienstknecht die werkt aan de mensen. Maar er zijn enkele dingen die hij niet weet, en enkele dingen die hij niet kan doen. Als hij het dan niet kan doen, laten wij dan naar de Specialist gaan (ziet u?), die Grote, de grote Specialist, de grote Geneesheer. En... Ga naar Hem. Hij... Wij worden uitgenodigd om te komen. Hij vraagt ons om te komen. Hij kijkt ernaar uit dat wij daar zullen zijn. Dat is juist.

     Hij verwacht ons. En dat is de reden dat Hij Zichzelf aan u geopenbaard heeft. "Ik ben de Here Die al uw krankheden geneest. Ik ben Jehova-Rapha, Jehova de Genezer, de Here Die al uw krankheden geneest."

     Iets vertelt u in uw hart: "Dat is juist. Ik geloof dat."

     Wel, dat is dezelfde Heilige Geest Die zei: "Simeon, u zult de dood niet zien voordat u de Christus des Heren hebt gezien."

65 Hoeveel zieke mensen hier geloven dat u genezen gaat worden tijdens deze samenkomst, steek uw hand omhoog? Zeg: "Ik geloof dat ik genezen ga worden; mijn geliefden enzovoort zullen genezen worden." In orde, dat is fijn. Zie?

     Iets heeft dat aan u geopenbaard. Wat? Dezelfde Heilige Geest. Verwacht u het? Verwacht u dat het zal gebeuren? Hoeveel geloven er dat wij een geweldige samenkomst zullen krijgen? Blijf uw handen omhooghouden nu: "Ik geloof dat wij zullen..." Zie? Ik ook. Zie? Wat is het? De Heilige Geest heeft het aan ons geopenbaard. Amen.

     Ik geloof dat wij de kracht van God zullen zien. Gelooft u dat niet? Zeker. De Heilige Geest openbaart het aan ons. Wij geloven dat. En wij blijven daar gewoon precies bij.

66 Nu, u weet, dat ze in die dagen geen televisies hadden (dank God daarvoor), dus toen kwamen ze... Ik ben... Ik geloof in zuivere heiligheid; dat doe ik zeker. Ik geloof in... werkelijk, ik... U zegt... U hoorde mij een poosje geleden zeggen dat ik een Baptist was; ik ben een Pinkster-Baptist. Ik ben een Baptist die de Heilige Geest heeft ontvangen. Dat is juist.

     Ik geloof in ouderwets, hemelsblauw Pinksteren, religie die de zonde doodt. Beslist. Ik geloof dat je zo recht moet zijn als een geweerloop en het op dezelfde manier moet prediken, en dat je het moet leven op de wijze dat je het predikt, en slechts zo hoog moet springen als dat je leeft. Dat is gewoon juist. Als je niet erg hoog kunt leven, spring dan niet erg hoog. Want dit zal maken dat uw springen gelijke tred houdt met uw leven. En ik geloof dat dat op die manier behoort te zijn. Dat is wanneer God Zijn Woord zal eren. Het is óf juist óf verkeerd. En ik geloof dat God zei: "Onderzoekt alle dingen." En het is aan mij bewezen dat het juist is, daarom geloof ik het. Amen.

67 Nu, merk dit op. Ik wil iets vragen. Nu, niet om te beginnen te... De predikers zijn degenen die het prediken doen. Ik kom hier voor een genezingsdienst. Maar ik wil iets vragen met betrekking tot beschaving, en alle eerlijkheid, en feiten. Hebt u opgemerkt hoe onze vrouwen in Pinksteren, en overal elders, elk jaar wat meer kleren uittrekken, nog wat meer kleren, nog een beetje meer kleren, totdat zij zo worden dat het bijna een schande is? [De predikers zeggen: "Amen." – Vert]

     Nu, dat kunnen we verwachten van mensen uit de wereld. Zij weten niet anders. Maar aangaande onze Pinkstermensen... En ik wil iets zeggen. Ik stond daar waar ik dertig duizend inboorlingen in één keer Jezus Christus zag ontvangen. Die vrouwen stonden daar gewoon zo naakt als dat u in de wereld komt, jong en oud, niets dan een klein doekje en kralen die voor hen hingen, ongeveer zo groot; wisten nooit dat zij naakt waren, wisten er niets over. En precies op de terreinen waar zij deze genezingen zagen gebeuren, en dit teken (waar ik morgenavond meer op zal ingaan), en zagen dat gebeuren, ik... Zij wilden ontvangen... Zij wilden iets, wilden Christus ontvangen. En ik zei... ik vroeg: "Allen die geloven dat Hij u zal redden, laat hen opstaan." En dertig... Wel, zij schatten het op dertig duizend. Ik weet niet hoeveel er stonden, maar dertig duizend stonden er op.

68 En toen... En broeder Bosworth en anderen zeiden: "Ik geloof, broeder Branham, dat zij lichamelijke genezing bedoelen."

     En ik zei: "Ik bedoelde niet..." Ik had vijftien tolken, weet u. Dus ik zei: "Ik bedoelde niet lichamelijke genezing; ik bedoelde redding, dat u Christus accepteert, Gods Zoon als uw persoonlijke Redder, en dat u Hem wilt dienen", velen van hen met afgoden in hun hand. Ik zei: "U, die er oprecht over bent, breek uw afgoden op de grond." Als een stofstorm zag u het omhoog gaan, op die wijze.

     En toen... zodra zij Christus ontvingen, die naakte vrouwen... Broeder, zuster, zij vouwden hun armen op deze wijze om weg te lopen uit de tegenwoordigheid van mannen. En als een rauwe heiden, die rechter- noch linkerhand kent, kan beseffen, zodra Christus hen aanraakt, dat zij naakt zijn, en dan beweren wij van de kerk van de levende God te zijn en kleden onszelf elk jaar verder uit? Dat is niet zinnig voor mij. Er is ergens iets verkeerd. Dat is juist.

     O God. Ja, wij zijn in Laodicea; dat is waar wij in zijn. Wij zijn erg dicht bij de tijd van het komen van de Here Jezus. O, laten we gereed zijn om Hem te ontmoeten. Ja, ja.

69 Simeon... Zoals ik zei, ze hadden geen televisie. Terwijl ik daarover sprak, maakte ik een opmerking, iets erover... Op een keer was er een dame die tegen mij zei... ik sprak over de wijze waarop vrouwen zich kleden in die kleine oude nauwsluitende kleren en zo, en zij zei dus: "Wel..."

     Ik zei: "Als u dat doet, zult u uzelf op de dag van het oordeel moeten verantwoorden voor het plegen van overspel." En iemand daagde mij uit over die zaak.

     Ik zei: "Jezus zei: 'Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd in zijn hart.' En u mag zo zuiver zijn als een lelie voor uw echtgenoot of uw lieveling. U mag zo'n deugdzame vrouw zijn als niemand anders in de Verenigde Staten, net zo deugdzaam als u was toen u uit uw moeders schoot kwam. Maar dame, als u zich zo kleedt om zondaars zo naar u te laten kijken, zal hij u begeren; en wanneer hij dat doet, bent u, op de dag des oordeels wanneer hij zich verantwoordt voor zijn overspel, degene die zich aan hem aanbood." Daar hebt u het. U zult u dus moeten verantwoorden voor het plegen van overspel.

70 Een vrouw zei tegen mij: "Wel, broeder Branham, dat is de enige soort kleren die zij maken."

     Ik zei: "Zij hebben nog steeds naaimachines en verkopen stoffen. Er is geen excuus voor." Het is precies hetzelfde. Dat is juist. [De samenkomst applaudisseert – Vert]

     Wij... Wat wij vandaag nodig hebben, is een goede, ouderwetse, hemelsblauwe, zonde dodende religie, een oude opwekking van Paulus, en een herleven van de Heilige Geest en een nieuwe terugkeer naar de echte Pinksterboodschappen, terug naar de waarheid.

71 Wat het vandaag is: voor zoveel evangelisten op het veld is evangelisatie een maaltijd-bon geworden. Zij moeten zulke grote programma's sponsoren dat zij dat niet tegen de kerkmensen kunnen zeggen.

     Een prediker vertelde mij: "U zult uw bediening daarmee ruïneren."

     Ik zei: "Elke bediening die het Woord van God zal ruïneren, behoort geru ïneerd en eruit geschopt te worden hoe dan ook." Ja, meneer. Ik zei: "Ik..." Dat is juist. U kunt niet... Wat wij nodig hebben, is terugkeren naar de Bijbel, terug naar echte heiligheid, terug naar God, terug naar een plaats waar mensen geloof kunnen hebben. Hoe kan God Zijn gemeente bouwen op een dergelijk fundament?

     Wij hebben onze kerken genomen en organisaties gemaakt, en wij behoren ertoe en vestigen ons gewoon zoals de rest. En nu... We zeiden vroeger: "De oude koude formele Baptisten", en nu zeggen de Baptisten: "Koude formele Pinkstermensen." Dat is juist. Dat is precies juist. Pinksteren is vormelijker dan de Baptisten zijn. Beslist. Dus zo staat het ervoor.

72 Wat wij verlangen, is een goede, ouderwetse, opschuddende opwekking door het land om mannen en vrouwen terug tot God te brengen. Wel, de gemeente was veertig jaar geleden in een betere toestand voor het komen van Jezus dan vandaag, toen zij echt Pinksteren hadden onder de mensen.

     Maar vandaag hebben wij onze manier van doen verzwakt, en onze kansels zijn zwak geworden doordat er tenminste vier of vijf ronden kleine seminariepredikers binnen zijn gekomen met krulhaar, weet u, of wat ook meer... Ik zeg daar niets over want ik heb er geen, maar dat maakt niet... Wat ik wil zeggen, is, dat ze teruggaan naar een plaats alsof God kleinkinderen zou hebben. God heeft geen kleinkinderen.

73 Weet u, de Methodist... Als u een Methodist bent en wedergeboren, bent u een zoon van God. Maar wat kom je tegen? Wesley kwam en de eerste ronde van de Methodisten was fijn; de tweede ronde begon hun kinderen binnen te brengen. Dat is hetzelfde als wat de Pinkstermensen hebben gedaan.

     Enkele jaren geleden hadden ze echt Pinksteren, mannen en vrouwen die neerknielden bij het altaar en de prijs betaalden, en erdoorheen kwamen, broeder, en het leven leefden. Zeker. Wel, wat deden ze? Ze brachten hun kinderen naar binnen, lieten hen zitten in de rijen, en droegen hen op in de gemeente, en dan waren ze Pinkstermensen. Dat zijn kleinkinderen.

     Er is geen plaats in de Bijbel waar God kleinkinderen heeft. Hij is geen opa; Hij is God. Hij is Vader. Halleluja. En iedere man en vrouw, het maakt me niet uit hoe het met u zit, of hoe goed uw vader of moeder waren, u moet dezelfde ervaring hebben van wedergeboren te worden en vervuld met de Heilige Geest als u verwacht een zoon of een dochter te zijn. Dat is juist.

74 Het woord "Pinksteren" alleen zal u niet redden. Pinksteren is geen organisatie. Pinksteren is een ervaring voor "wie wil, die kome en drinke uit de bron van het water des levens." Amen. Nu, dat is waar, vriend. Dat is sassafras zoals het... Hebben jullie sassafras hier? In orde, u weet wat ik bedoel. [Een desinfecteermiddel verkregen uit boomschors – Vert]

     Ik zei op een keer, iemand zei... iemand schreef mij enkele brieven en zei: "Wat is sassafras?" In orde. Maar jullie hier weten wat het is. Zeker.

     O, maar broeder, ik vertel u, het zal u rechttrekken. Het zal u juist laten leven. Dat is waar. Kniel gewoon daar neer en blijf totdat het voorbij is, en kom in orde met God. Ja.

75 En Simeon in die dagen, hij was... had die belofte; hij geloofde het met zijn hele hart. Jezus werd geboren in Bethlehem van Judea. De wijzen kwamen, ze hadden geen kranten. En acht dagen later kwam de moeder naar de tempel om de tortelduif of de duiven te offeren voor de reiniging, besnijdenis van het kind. En nu, hier komt Jezus.

     Nu, bij het sluiten, hier komt Jezus, Zijn eerste keer in de tempel in de armen van Zijn kleine moeder. Ze vertellen mij dat Zijn windselen gemaakt werden van een... van de windsels die op de rug van een juk van een os gingen, die in de stal hingen. En dan kunnen wij een nertsmantel van vijfhonderd dollar aantrekken en onze neus in de lucht steken, in de regen zouden we verdrinken terwijl we denken dat we iemand zijn.

     En onze Redder, de God des hemels, kwam en werd in windselen gewikkeld. "Vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen."

     En dan denken wij dat we iemand zijn. Kunnen in een betere auto rijden dan de Jansens, en laten ook onze kinderen bijna verhongeren om die auto te krijgen, om een betere televisie te krijgen of zoiets; men blijft op woensdagavond thuis van de gebedsdienst en laat de kerk leegstaan om naar "We love Susie" of iets dergelijks te kijken, deze onzin op de televisie. Dat toont hoeveel u van God houdt.

76 Ik zal u zeggen, broeder, het is... Wat wij nodig hebben, is een opwekking. Dat is het helemaal precies. Dat is wat deze natie nodig heeft: terugkeren tot God. Beslist. Wanneer u laat zien... Uw daden laten zien wat het is; de handelingen van de mensen laten het gewoon precies zien. Als u de wereld of de dingen van de wereld liefheeft, zegt de Bijbel, dan is de liefde Gods zelfs niet in u. Dat is juist.

     O, u treedt toe tot de kerk; dat is juist. Maar deze is er een waarover wij spreken. Tot deze treedt u niet toe, u wordt erin geboren. Ik ben al eenenvijftig jaar in de familie Branham geweest, ze hebben mij nooit gevraagd om tot de familie toe te treden. Waarom? Ik werd erin geboren. Ik was een Branham door geboorte. Dat is de wijze waarop u een Christen bent; u wordt in de gemeente van de levende God geboren. U wordt erin geboren door geboorte. U bent een Christen door geboorte.

77 Nu, Jezus kwam de tempel binnen... Ik kan mij die moeders voorstellen in die dagen, weet u, allemaal daar met kleine baby's, met hun kleine babyschoentjes en hun fijne handwerk, weet u, en helemaal netjes, hun chique dekentjes, en de voorname vrouwen, weet u, pratend over... En vervolgens, weet u, hier kwam kleine Maria binnen die deze kleine Baby droeg met deze windselen (zie?) om Zich heen gewikkeld van het juk van een os. Terwijl ze voorbij liep, kan ik sommigen onder hen horen zeggen: "Sh, sh, kijk daar eens. Kijk naar die heilige roller." Of, weet u, wat ik... misschien is dat verkeerd. Zie? Maar ik zei...

     Zeiden: "Kijk naar die vrouw. Weet je wat? Ze trouwde... die baby werd buiten het heilige huwelijk geboren. Vertel mij niets. Waar een beetje rook is, zal ergens een beetje vuur zijn. Beslist. Ik zeg je, jongen, dat is alles. Ik vertel je, zij is daar een van. Je kunt haar maar beter in de gaten houden. Zie? Houd haar op een afstand."

     Dat is hoe de lauwe gelovige probeert te handelen ten opzichte van de echte gelovige. "O, hij heeft zijn verstand verloren, hij is helemaal doorgeslagen. Er is iets mis. En hoe hij God hierin vertrouwt." Hij zei: "O, de dagen van wonderen zijn voorbij. Er is niet zoiets als Goddelijke genezing." Hm. In orde.

78 Maar in haar kleine hart wist zij aan Wie die Baby behoorde. Zij wist het. En zo weet iedere man het die geboren is uit Gods Geest, hij weet waar hij staat. Hij weet welke openbaring het is en Wie hem die openbaring gaf.

     Paulus zei: "Ik kwam nooit tot u, verleidende woorden van mensen predikend om u wijsheid te geven, opdat uw geloof gebouwd zou worden op menselijke wijsheid, maar ik kwam en predikte u de kracht van de Heilige Geest." Dat is het, broeder, eenvoudig en duidelijk, gewoon duidelijk om het te geloven, dat is alles. God zei het en dat maakt het vast. Dat is de hele zaak.

     Zij wist aan Wie die Baby behoorde, ongeacht wat alle anderen... Ik kan ze zien zeggen: "Nu, blijf op afstand. Ga niet met haar om. Heb niets met haar te maken. Zij... blijf gewoon uit haar buurt."

     Zij gaf er niet om of ze het deden of niet, het maakte voor haar geen verschil. Zij wist aan Wie deze Baby behoorde. Zij wist Wie het was. Dat is juist.

79 Weet u wat? Als u de Heilige Geest hebt, weet u wat er met u is gebeurd; u was daar. U weet waar het vandaan kwam. Het kwam niet van een seminarie, of begraafplaats, of... [De samenkomst lacht – Vert] Het kwam van God. Wel, beide plaatsen zijn ongeveer even dood, dus dan...?... dus...

     Zij wist waar deze Baby vandaan kwam. Zij keek er even naar en zei: "Ja, meneer." Zij wist het, zij liep gewoon door, besteedde er geen aandacht aan, sprak tegen haar Baby. Zij had geen tijd om met hen om te gaan, al die verenigingen.

     Dat is wat er vandaag met onze kerk aan de hand is; ze hebben de damesvereniging, en de mannenvereniging, en deze vereniging, en balspelen, soepmaaltijden en van alles. En gebedsdiensten worden nagelaten, weet u. Geen... En de Heilige Geest beloofde dat Hij slechts degenen zou verzegelen die zuchtten en het uitriepen over al de gruwelen die in de stad werden gedaan.

80 Predikers, zou u op uw handen vanavond tien mensen kunnen tellen die in deze stad zuchten en het dag en nacht uitroepen vanwege de boosheid en dingen die in de stad gebeuren? Is er iemand in dit gehoor die weet waar u uw vinger op vijf mensen zou kunnen leggen die zuchten en het dag en nacht uitroepen vanwege de zonden en dingen van de stad? Welnu, de Bijbel gebood om een zegel te plaatsen op degenen die zuchtten en het uitriepen vanwege de gruwelen die in de stad werden gedaan. Dat is juist. Dat is het. Zie? Geen last meer voor verloren zielen; het is allemaal weg.

     Wij zijn tot de kerk toegetreden en zijn daar tevreden mee. "Dat is alles wat nodig is." Zie? Op die manier worden we... Het is zo... Zonde is zo sluw, en het sluipt bij u binnen voordat u het weet. Zie? Dat is hoe het gebeurt. Hij laat u als het ware met een bobslee de helling afgaan en heeft u in zijn macht. De duivel doet dat.

     Nu, broeder, laten we direct van zijn terreinen wegkomen; laten we terugkeren naar God; terugkeren naar het altaar; het altaar weer opbouwen dat neergehaald werd. En bouw uw huis op. Haal die kaarten van de tafel af, en al die oude tijdschriften met liefdesverhalen. En open de Bijbel, en lees de Bijbel, en bid. En kniel niet slechts neer om te zeggen: "Zegen mijn gezin, Maria, en Joe, en John, en al de anderen", om dan in bed te stappen. Nee, meneer. Blijf daar met God. O my.

81 U kent dat oude lied dat u vroeger zong: "Er zijn tijden dat ik graag helemaal alleen zou zijn met Christus mijn Heer. Ik kan Hem helemaal alleen al mijn zorgen vertellen." Dat is wat wij opnieuw nodig hebben. Dat is wat... Dat soort samenkomsten, zo'n soort gemeente, dat is de soort gemeente die de zegeningen van God naar beneden bidt. Ik ben er zeker van dat uw voorganger het zou waarderen als elk lid zo zou worden. Hoe hij zou... En hoe het zou zijn als de gemeente precies zo zou kunnen zijn.

     Nu, hier komt ze aan met deze Baby. Nu, daar is Christus in de tempel. In orde. Als Christus in de tempel is, en God aan Simeon had geopenbaard dat het was... dat Hij hem de Christus zou tonen voordat hij zou sterven... Wel, ik denk, dat als Christus in de tempel is, het tijd is dat de Heilige Geest aan Simeon gaat werken. Denkt u niet?

82 Laten we ons voorstellen dat het maandagochtend is. Nu, hoeveel kleine baby's zouden er geboren worden? Er waren toen ongeveer tweeëneenhalf miljoen mensen in Isra ël. En ik veronderstel dat er elke nacht tenminste honderden baby's werden geboren; en na acht dagen moesten ze altijd besneden worden, met een offer van reiniging. In orde.

     Hier zijn ze nu; het is maandagochtend. Alle... Simeon is achter, in het kantoor de rollen aan het lezen. Laten we eens kijken; hij pakt Jesaja op en hij begint te lezen tot aan Jesaja 9:6: "Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven; men noemt Zijn Naam: Raadsman, Vredevorst, Sterke God, Vader der eeuwigheid; de heerschappij zal op Zijn schouder zijn. En de..." O, Wie zou dat kunnen zijn?

     Rond die tijd zegt de Heilige Geest: "Sta op, Simeon."

     "Opstaan, wat wilt U dat ik ga doen?"

     "Sta gewoon op."

     "Wel, waarheen zal ik gaan?"

     "Nee, nee, sta gewoon op. Dat is alles wat Ik wil dat u doet."

     Dat is hoe God wil dat u doet: Handel gewoon zoals Hij spreekt. Dat is wat u deze week wilt doen. Wanneer God spreekt, handel. Doe het. Hij zegt: "Ga Zus-en-zo bezoeken en spreek over het naar de gemeente komen." Handel. Doe het.

     "Sta op; dat is alles."

     "Hier ben ik. Wat nu?"

     "Begin te lopen."

     "Waar naartoe?"

     "Loop, Ik zorg voor de leiding; u zorgt voor het lopen." Zie?

83 Hier komt hij. Ik zie hem komen en zich afvragen: "Wel, ik weet dat dit de Heilige Geest is want Hij heeft al eerder tot mij gesproken." U weet wat ik bedoel, nietwaar? Gelooft u dat zonen van God door de Geest van God geleid worden? Dat worden ze. Zie? Hier komt hij aanlopen, lopend door de tempel, niet wetend waar hij naartoe gaat, slechts geleid door de Heilige Geest. Nu, hij komt eraan en gaat tussen al die duizenden mensen door. Hier komt hij bij deze rij van besnijding van de kinderen, loopt rechtstreeks langs deze rij.

     Hij ziet deze kleine vrouw die door iedereen op een afstand wordt gehouden. Hij loopt erheen. De Heilige Geest begint zijn hart heel snel te laten kloppen, weet u. O, Hij leidt u naar de belofte. Ja. Als Hij u de belofte geeft, en u gelooft in Goddelijke genezing, dan leidt Hij u rechtstreeks daarnaartoe. Als u gelooft in de doop van de Heilige Geest, leidt Hij u er recht naartoe. Zie? Waar het zich bevindt, daar zal Hij u rechtstreeks naartoe leiden.

     Nu, Hij heeft ervoor gezorgd dat hij er precies naast staat. Simeon strekt zijn handen uit, neemt die Baby uit de armen van Zijn moeder, steekt zijn handen omhoog en zegt: "God, laat Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien."

84 Helemaal achteraan in de hoek, een oude blinde vrouw genoemd Anna... Zij was een profetes. Anna was een profetes. Zij was jaren blind geweest. Zij zat daar, en zij had ook geloofd en gewacht op de vertroosting van Israël. Zij geloofde dat die Profeet zou komen.

     En zij geloofde. Zij zat daar, en de Heilige Geest zei: "Anna, sta op." Degenen die geestelijk zijn, worden altijd geleid, weet u, op het juiste tijdstip. "Sta op, Anna."

     En hier komt deze oude blinde vrouw: "Excuseer mij, meneer. Excuseer mij, mevrouw. Het spijt me." Geleid door de Heilige...

     "Waar gaat u naartoe, Anna?"

     "Ik weet het niet. Ik word slechts geleid."

     Het volgende wat gebeurt, is dat ze rechtstreeks daar komt waar Simeon staat die zegt: "Here, laat Uw dienstknecht gaan in vrede." Bij haar komt eveneens de Heilige Geest over haar en zij begint over het Kind te profeteren.

85 O, broeder, zuster, als de Heilige Geest een blinde vrouw kon leiden in zulke tijden, hoeveel te meer behoort Hij ons te leiden, al worden wij blind, laat Hem ons terugleiden naar de Bron.

Want er is een bron gevuld met bloed,
Vloeiend uit Immanuels aderen
Waar zondaars die zich onderdompelen in de vloed
Al hun zondige smetten verliezen.

     Gelooft u dat? God zegene u. Verwacht u dat er iets zal gebeuren? Mijn tijd is op. Nu, u bent zo'n lieflijk gehoor, ik zou nog wel een uur tot u kunnen spreken, maar mijn tijd is op. En laten we verwachten dat God ons een grote opwekking zal geven. Wilt u daar samen met mij voor in gebed gaan? Wilt u het doen? Laten wij onze hoofden buigen.

     Nu, predikerbroeders, ik weet dat u het allemaal verwacht. Wij zijn hier om samen te werken als een eenheid van God. Laat niets ons nu in de weg staan. Gemeente, wij zijn hier om met u samen te werken. Al degenen die behoren tot de Assemblies of God, en de Church of God, en de United Pentecostals, en wat u ook mag zijn, het maakt ons niet uit welk brandmerk u draagt. Wij geloven gewoon dat God het zal doen. Laten wij ons nu eensgezind bij elkaar aansluiten.

86 Onze hemelse Vader, mogen deze gebroken woorden, en een klein praatje hier, slechts gehouden om even al de vrees en stijfheid uit Uw gemeente weg te halen, om even de braakliggende grond om te spitten om hier een fundament te leggen... of niet om een fundament te leggen, maar om op het fundament te bouwen dat al gelegd is: Christus Jezus, wat deze mensen door de jaren heen onderwezen is om te geloven, dat Jezus Christus, de Zoon van God Dezelfde is, gisteren, vandaag, en voor eeuwig.

     Hemelse Vader, ik bid dat terwijl wij onze harten en onze gebeden samenvoegen... De Bijbel zegt in het vierde hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen, geloof ik, dat toen de mensen samen waren gekomen en verslag hadden uitgebracht, dat ze eenstemmig baden, en dat het gebouw werd geschud waar ze vergaderd waren. En ze spraken het Woord van God met vrijmoedigheid.

     O God, vandaag leven we hier met deze wonderbare Naam die ons is opgespeld, als Pinkstergelovigen die getuigen dat wij wedergeboren zijn door de Heilige Geest, en dat de Heilige Geest ons leidt. Here, om dan de gemeente verzwakt te zien raken, en wegvallend, en afbrokkelend, en, o God, wat een toestand! Wek ons op, o Heer! Zend Uw Heilige Geest op ons en breng de verkwikking voort, de dauwdruppels van genade van boven.

     O God, doe onze gemeenschap hier herleven; doe de hele stad herleven. Doe de gemeenten in de omgeving herleven, doe de Methodisten herleven, doe de Baptisten herleven, doe ze allen herleven, Here. En, o God, moge het precies hier in dit gehoor beginnen. Moge er zo'n herleven en ontwaken onder ons zijn, Here, dat de Heilige Geest ons hart neemt, ons verscheurt, en uit ons de kostbare zalf perst waarmee Hij zou verlangen dat onze gemeente gezalfd zou worden. Sta het toe, Here.

87 Zegen ons nu. Vergeef ons onze zonden, onze tekortkomingen. God, moge er geen zieke zijn die deze samenkomst bijwoont die niet genezen zal worden. Sta het toe, Here. Moge er niemand zijn die zondig is of een ongelovige, die ooit naar deze samenkomst zal komen en die niet gered zal worden. Sta het toe, Here.

     Mogen de engelen van God naar elke gemeente gaan in deze hele gemeenschap, naar elke plaats, tot in de kroegen, en overtuiging op zondaars brengen. En mogen de Christenen uitgaan en getuigen en zeggen: "Kom en zie. Kom en zie. Wij hebben nog nooit zoiets gezien." Sta het toe, Here. Moge er een geweldig rumoer uitgaan in deze streek, en God er de glorie voor krijgen. Sta het toe, Vader.

     Zegen uw dierbare herders; ik vraag het opnieuw, die hier achter mij op het podium staan, sommigen die ik nooit eerder in mijn leven heb gezien. Maar Here God, ze staan hier om getuigenis af te leggen dat zij ook gelovigen zijn. Ze zijn hier om hun deel erin te doen, om hun schouder tegen het wiel aan te zetten. Onze harten branden en verlangen, Here, om de Geest van God onder ons te zien bewegen. Sta het toe. Doe dit voor ons, Vader. Wij dragen onszelf aan U op in Christus' Naam, voor Zijn heerlijkheid vragen wij het.

88 Nu, allen hier binnen die ziek en behoeftig zijn, steek precies nu uw handen omhoog; steek gewoon uw handen omhoog. In orde. Ik wil dat u uw handen op elkaar legt; leg nu gewoon uw handen op elkaar. Sommigen... Nu, bid niet voor uzelf. Bid voor de persoon waarop u uw hand hebt, zij bidden voor u. Ik houd daarvan: "Alles is mogelijk." [De pianist speelt Only believe. – Vert]

     Nu, het is in onze harten, laten wij nu gewoon nadenken. Ik kan enige discipelen zien bij een jongen met epilepsie. Ik kan Andreas horen zeggen: "Laten wij achteruit stappen, jongens. Ik zal jullie tonen hoe ik het deed in Kapernaüm. Toen ik daar epilepsie uitwierp, hier is de manier waarop ik het deed." Maar het werkte niet.

     Simon Petrus zei: "Welnu, hier is de manier waarop ik het deed in Joppe. Ik zal jullie laten zien hoe ik het daar deed." En het werkte niet.

89 Maar ze zagen toevallig Iemand de heuvel afkomen. Daar kwam Eén rustig aanlopen, misschien geen grote reusachtig uitziende Man. Hij zei: "Er was geen schoonheid, dat wij Hem zouden begeerd hebben." Maar er was iets met Hem, Hij wist waarover Hij het had.

     En hij rende naar Hem toe, deze vader van het kind, en zei: "Here, wees mijn zoon genadig. Hij wordt door een duivel op allerlei manieren gekweld. Ik heb hem naar Uw discipelen toe gebracht en ze konden hem niet genezen."

     Jezus zei: "Ik kan het, indien u gelooft, want alle dingen zijn mogelijk voor degenen die geloven."

     Hij zei: "Here, ik geloof. Helpt Gij mijn ongeloof."

90 Diezelfde Man zei, toen Hij de wereld verliet, onze Redder, de laatste woorden die Hij zei, waren: "Gaat heen in de gehele wereld en predikt het Evangelie. Deze tekenen zullen hen volgen die geloven."

     Het laatste teken dat Hij noemde; Hij zei: "Ze zullen handen op de zieken leggen; zij zullen genezen."

     Nu, er is een gelovige die handen op u heeft gelegd, een gelovige die in genezing gelooft. Jezus deed deze uitspraak: "Deze tekenen zullen die gelovigen volgen; als zij hun handen op de zieken leggen, zullen ze herstellen."

     Nu, als u gelooft met uw hele hart en niet twijfelt, de... en uw gebed van geloof, dan bidt degene waarop u uw handen hebt gelegd voor u. Nu, geloof.

91 Onze hemelse Vader, wij leggen onze handen door geloof op de zieken en de aangevochtenen en vragen dat Uw genade en barmhartigheid in alles zal voorzien waar ze behoefte aan hebben. Ze bidden, Here, net zoals ze het doen in hun gemeente. Ze hebben U lief en ze geloven U. En ik bid, hemelse Vader, met heel mijn hart, dat U elke keten van ongeloof zult breken, elke boze geest uit zult werpen; mogen ze geen stand kunnen houden binnen het gebouw, Here. Drijf het weg. Moge er nu niets anders dan het reine onvervalste geloof in God in elk hart zijn.

     Moge de duivel in ons leven verslagen worden. En we weten dat hij verslagen is, omdat hij het verslagen wezen is. En, Satan, ik keer mij nu tot jou om dit te zeggen, dat je verslagen bent. Je bent niet bang voor ons, maar je bent bang voor Degene waarover wij spreken. Je hebt elk beetje kracht verloren dat je ooit had. Je werd verslagen op Golgotha.

     Gods Zoon, Jezus Christus, heeft elke vijand overwonnen. Hij versloeg alle ziekte, alle dood, hel, en het graf. En Hij versloeg elke overwinning die jij ooit had. En je bent niets dan een bluffer, en wij dagen jouw bluf uit vanavond. In de Naam van Jezus Christus laat deze mensen los. Ze volgen en verwachten volledig genezen te worden. De kracht van God is aanwezig. Gelovigen met hun handen op elkaar gelegd...

92 Satan, laat die mensen los, kom uit hen in de Naam van Jezus Christus; je verliest de strijd. En zij zullen gezond worden, omdat God het zei! God beloofde het! Wij verwachten het! En wij gaan naar de troon van Golgotha, omdat Satan verslagen is en God de voorrang heeft. We weten dat het zo is, want wij vragen in Jezus Christus' Naam dat het zo zal zijn, voor de heerlijkheid van God.

     Nu, blijf gewoon ingesloten met God. Blijf nu alleen geloven met uw hele hart. "Here, ik geloof dat U mij zojuist hebt genezen. Ik geloof, omdat ik mijn hand op deze man hier heb gelegd; hij legde zijn hand op mij, op deze vrouw, zij legde haar hand op mij. Ik werd geleid om dat te doen. Ik werd geleid op mijn hand op deze persoon te leggen. Zij werden geleid om hun handen op mij te leggen. Dezelfde Heilige Geest Die tot Simeon sprak, hem de belofte gaf, leidde mij om dit te doen terwijl wij precies hier op deze plaats van Goddelijke genezing zijn. Nu geloof ik, Here. Satan, je kunt net zo goed meteen van mij weggaan want ik neem... ik ben een zaad van Abraham door Jezus Christus, en ik neem de voorrang."

     Blijf het eenvoudig geloven met heel uw hart terwijl ik een van onze herders hier vraag, degene die de... een van de broeders hier, als u wilt, of u wilt komen om te bidden. Iemand, een van de herders hier, kom en neem de dienst over, een van u hier. In orde, meneer. Totdat...

93 Gehoor, houd uzelf nog enkele ogenblikken ingesloten met God. Ik wil u nu vragen... Terwijl u uw handen nu van elkaar afneemt, zeg: "Ik geloof, en ik neem Hem precies nu als mijn Geneesheer aan. En ongeacht wat Satan ooit probeert tegen mij te zeggen, ga ik geloven dat God mij gezond maakt."

     Steek uw hand op en zeg: "Ik aanvaard het nu." Steek uw hand op. God zegene u. Dat is de manier om het te doen. Houd dat soort geloof levend, en u zult het buitengewone en overvloedige zien, boven alles wat wij zelfs zouden kunnen doen of denken. Totdat ik u zie morgenavond, hier is de herder. God zegene u.