Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Abrahams verbond bevestigd

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Sullivan. U kunt gaan zitten. Goed om opnieuw vanavond in het huis van de Here te zijn, deze plaats die voor dat doel dient. En ik ben heel dankbaar voor deze gelegenheid om opnieuw te prediken vanavond. Gisteravond hadden wij een buitengewoon overvloedige geweldige tijd. In ieder geval ik. De Here heeft Zijn zegeningen zo over mij uitgegoten dat ik bijna de helft van de nacht niet kon slapen. En toen gaf Hij...

     Ik las een klein artikel, iemand schreef mij een brief en zond mij een artikeltje in de krant, en de Here gaf mij daar een buitengewone gedachte over. Zo Hij wil morgenmiddag, wil ik het hier uitdrukken en er morgenmiddag tijdens de middagdienst over prediken.

2 Nu, wij hebben... De reden dat wij de middagdienst zullen hebben... Nu, broeder Sullivan nodigde mij uit om gemeenschap met zijn mensen en u mensen hier te hebben. En hij opende het in de wapenfabriek, zodat het niet alleen in zijn kerk zou zijn. Ik denk dat dat echt als een heer is. Denkt u niet? Echt broederlijk.

     Iets anders; wij besloten dat... wij dachten dat het netjes zou zijn als wij geen zondagavonddienst zouden houden, zodat u mensen geen enkele van uw gebruikelijke diensten zou missen. U zou zondagsschool kunnen hebben en dan ook de zondagavonddienst hebben. En sommigen van u, leden van de kerken, ik zou graag willen dat u dat aan uw voorganger uitdrukt, als hij niet in de samenkomst is, dat dat de reden is dat wij dat doen. Wij zijn hier niet om te proberen de zaak van Christus te hinderen; wij zijn hier om te proberen de zaak van Christus te helpen, om alles te doen wat wij kunnen, om samen te werken in elke mogelijk mate, zodat wij de mensen kunnen helpen.

3 En in plaats van dat broeder Sullivan gewoon zegt: "Welnu, we zullen het gewoon in mijn kerk houden", wel, organiseerde hij het in het auditorium, opdat iedereen kon zien dat het geen zelfzuchtig motief was. En dan, in plaats van het te houden op een zondagavond, zullen wij het op zondagmiddag doen, wat altijd een kleinere groep is op zondagmiddag dan op zondagavond. Maar wij zijn hier niet voor geld. Wij zijn hier niet om te zien hoeveel mensen wij kunnen aantrekken; wij zijn hier alleen om te proberen ons deel bij te dragen voor het koninkrijk van Gods, om iedereen te helpen. Dat is waarvoor wij hier zijn.

4 Nu, dit is niet officieel. En broeder Sullivan weet niet dat ik dit weet, maar ik weet dat hij tot nu toe een financieel tekort heeft voor de bijeenkomst. Nu, morgenmiddag zal het geen liefde-offer zijn; het zal een kosten-offer zijn. En als de kosten morgenmiddag niet gehaald zouden worden, zal ik onmiddellijk een telegram naar huis sturen naar de gemeente, en wij zullen elke cent ervan afbetalen voordat wij deze stad verlaten. Er zal niets overblijven, geen schulden die wij achterlaten. Als wij niet maken... de kosten morgenmiddag niet krijgen in het liefde-offer... maak het een liefde-offer aan de Here Jezus in plaats van aan mij, zodat het gebruikt kan worden om de schulden te betalen.

5 Nu, broeder Sullivan zou dat zelf gaan betalen maar hij zal dat niet gaan doen. Nee, ik zal hem dat niet laten doen. Nee, wij gaan dat zelf doen. En dan, als er niet voldoende is om de samenkomst af te maken, zal ik erachter komen en wij zullen het geld met een telegram hierheen laten sturen vanuit onze eigen gemeente in Jeffersonville, om de schuld te voldoen, om het af te... zodat alles is afbetaald: de stoelen, het auditorium, de advertenties. Wat er ook voldaan moet worden, wij zullen het allemaal afbetalen. Wij zullen ervoor zorgen dat het afbetaald wordt. Het zou niet meer dan correct zijn tegenover broeder Sullivan en de mensen.

     Nu, als u zou willen, ik zou graag willen dat u... als uw voorganger hier niet is, als u de gemeente zou uitnodigen om morgenmiddag te komen. Het zal een profetische boodschap zijn waarvan ik denk dat... Het lijkt mij dat de Heilige Geest het op mijn hart heeft gelegd, nadat ik vandaag een artikel las, dat ik die boodschap morgen zou moeten brengen.

     En nu, dan de volgende diensten die ik heb voor zover ik weet zijn op Paaszondag in de tabernakel waar er doopdiensten enzovoort zullen zijn. Dan gaan wij naar Bloomington, Illinois.

6 Broeder Sullivan nodigde mij uit om een paar dagen van volgende week te blijven, als ik kon. Ik ben gewoon te moe om het te doen, vrienden. Zie? Mijn keel is op. Ik ben gewoon... Ik ben in diensten geweest sinds Kerst, zie, en ik ben echt, echt moe, en ik kijk uit naar deze drie, vier of vijf dagen, wat het daar ook is, van rust.

7 En ik kan niet thuis blijven om dat te doen. Ik moet gewoon ergens naartoe gaan en rusten, want ik moet van zondag tot zondag prediken, en dan ga ik van daar naar Chicago, van zondag tot zondag. En dan van daar naar Grande Prairie, British Colombia... Alberta, en van daar naar Dawson Creek, British Colombia, en misschien naar Fort St. John, en door en door, en ginds in Miami, Florida.

8 En misschien hier in Washington, DC, deze zomer in een grote tent, zo de Here wil. De Zakenlieden daar stuurden onlangs een bericht, zo lieflijk... Toen wij in Richmond waren, zonden de Zakenlieden uit Washington, DC, mij een speciale brief, dat de samenkomst die wij daar die avond hadden gehad... een avond... en ik geloof dat het in de Congreshal was, of een of andere hal daar in Washington. Zij willen terugkomen en een enorme tent opzetten.

     En zij zeiden dat als wij de kosten niet konden halen in Richmond, wel, dat zij er gewoon niets over zouden zeggen, zij zouden het zelf betalen, de Christelijke Zakenlieden. Nu, dat geeft je echt steun. Maar de Here kwam binnen en wij haalden de kosten. Alles liep helemaal goed in Richmond. Dus misschien zal ik daar naartoe gaan, als het niet voor een samenkomst is, dan alleen voor de gemeenschap met die dierbare broeders die je bijstaan in zulke tijden.

9 Nu, maar wees zeker om morgenmiddag te onthouden. Dat zal beginnen, ik denk dat broeder Sullivan dat al heeft verteld, om twee uur. En trouwens, als wij niet... Ik geloof dat zij gisteravond wat gebedskaarten hebben uitgedeeld. Ik geloof dat Billy mij vertelde dat zij gisteravond gebedskaarten uitdeelden, nummer A: en het werd te laat voor mij om ze hier naar voren te roepen om voor hen te bidden. Ik zal proberen hen vanavond te krijgen, als ik kan. Zo niet, dan zal ik hen zeker morgen krijgen. En ik zal hem morgen hiernaartoe laten komen.

10 En in de middag kunnen wij blijven doorgaan en doorgaan, een beetje later als het moet. Stel dat wij binnengaan om vier uur, wel, dan kunnen wij doorgaan tot vijf, en kunnen wij voor iedereen bidden. En dan, als zij gaan... Als u enige zieke mensen hebt nu, waarvoor u wilt dat ik bid... Ik heb een heel vreemd gevoel over sommige dingen, u kunt hen dus maar beter morgen hier laten komen, zie. En het kan dus zijn dat u mij over een poosje niet meer zult horen. Dus, als u wilt dat ik voor uw geliefden bid, breng hen dan morgenmiddag hier, zie, en dan zullen wij hun een gebedskaart geven.

     Als zij om twee uur beginnen, dan kunt u het beste hier om kwart over een zijn, of tenminste om half twee, ziet u. En ik zal broeder Leo, Gene en Billy en de anderen naar voren laten komen om de mensen hun gebedskaarten te geven, wat u ook... iedereen die een gebedskaart wil. En u kent het systeem, hoe wij ze gebruiken. Wij... morgen zullen wij ze waarschijnlijk gewoon uitdelen, omdat wij gewoon proberen te zien hoeveel zieken willen dat er voor hen gebeden zal worden.

11 Nu, voordat wij verder gaan, laten wij tot onze grote, koninklijke Meester spreken, de Here Jezus, in Wie wij ons oneindig vertrouwen hebben, in Hem en in Zijn verbazingwekkende genade. Hoeveel zouden er gedacht willen worden in gebed, maak het gewoon bekend door een opgestoken hand. De Here zegene u, mijn mensen, terwijl wij onze hoofden buigen.

     Onze allerheiligste en rechtvaardige God en Vader, wij komen in Uw tegenwoordigheid vanavond met nederige harten en geesten die gereed en gewillig zijn om van Uw boodschap te ontvangen.

     Wij zouden U willen vragen om ons te zalven, Here, om dit hoofdstuk over Abraham en zijn kinderen na hem af te maken. Ik bid dat U de boodschap vanavond zult zegenen, en de boodschapper, en degenen die het ontvangen. Krijg glorie voor Uzelf.

     En zo het Uw wil is dat wij voor de zieken bidden, moge er vanavond een overweldigende overvloed van vreugde en kracht onder ons zijn. Red degenen die niet gered zijn. Genees degenen die niet genezen zijn. Vul degenen die Uw kracht en zegeningen zoeken met de Heilige Geest. Geef ons allen genade, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

12 Ik geloof dat de jongens hier een boekje hebben uitgegeven. Het heet geloof ik... O ja, "De Stem van de Christelijke Zakenlieden". Hoeveel hebben het? Dat is goed. Als u het nog niet hebt, neem het vanavond als u weggaat.

     Gene, ik vraag mij af of ik je zou kunnen vragen, of iemand, om de jongens bij de deur te krijgen, overal waar zij naar buiten gaan, of iemand. Voor hoeveel worden zij verkocht? Kosten ze tien cent? Als u geen tien cent hebt, kunt u het hoe dan ook nemen. Ik zal het betalen. Zie? Ik wil dat u dit getuigenis van het visioen hier leest.

13 Ik wil gewoon dat iedereen hier er een heeft. Als u het niet kunt, wel, breng ze mij gewoon in rekening. En laat iedereen zorgen er een te krijgen vanavond. Zij zijn "De Stem van de Christelijke Zakenlieden", en zij hebben daarin een visioen geschreven dat de Here mij onlangs gaf, en het heeft gewoon mijn hart in vuur en vlam gezet. Ik... Zij hebben het hier niet allemaal.

14 Broeder Tommy Hicks, of, Tommy... ik kan niet op zijn naam komen, de redacteur, precies nu... Nickels. Dank u, broeder Gene. Broeder Tommy Nickels heeft het geschreven, maar hij heeft niet alles erin gezet, maar het was...

15 Hij heeft er niets in gezet over toen ik mijn... zag... (ik geloof in ieder geval niet dat hij het erin heeft gezet), dat ik mijn hond en mijn paard naar mij toe zag komen, zie. Ik denk dat dat misschien een vraag is onder de mensen, wanneer zij zich afvragen of er dieren zijn in het Koninkrijk. Maar die zijn er.

16 Waar zijn die paarden die Elia kwamen ophalen? Waar is dat paard waar Jezus op kwam aanrijden, en de legers van de hemel? Zie? Wanneer zullen de wolf en het lam samen weiden? Zie? Zeker. U denkt gewoon... Wij krijgen gewoon onze verknipte ideeën, en als iets daar niet in past, wel dan willen wij er niets mee te maken hebben. Dat is gewoon het probleem. Maar hoe dan ook, dat is in orde. En er zijn er genoeg daar.

     En dan merkt u dat er onderaan staat... hebt u de kleine inzet onderaan gelezen, over het opwekken van de doden? Nu onthoud, voordat u iets publiceert, moet u in staat zijn om dat te bewijzen. Wij hebben dus gedocumenteerde verklaringen van dokters, burgermeesters van de stad, enzovoort, dat dokters hen dood verklaard hadden, en al wel acht tot tien uur dood, en dat zij weer tot leven kwamen door gebed. Het is dus een gedocumenteerde verklaring. Dit boek gaat over de hele wereld en werd vertaald in verschillende talen en van alles. Het is als de Reader's Digest [In Nederland 'Het beste' – Vert] onder de Christelijke mensen. En het moet authentiek zijn en u moet die dingen bewijzen wanneer u die zegt. U moet een...

17 Dus, degene die zij moesten bewijzen was... voor hij het op kon schrijven, was daar in Mexico, ongeveer drie jaar geleden, toen ik daar was en die kleine Spaanse vrouw, die die baby vasthield die die morgen om negen uur gestorven was, en de Here bracht het weer tot leven om tien uur die avond in de samenkomst, en het schopte onder die deken.

18 Er stonden daar ongeveer dertigduizend mensen. Ze stonden gewoon en leunden tegen elkaar sinds de vroege morgen, de hele dag in de regen en alles, slechts om het Evangelie te horen. Dus dergelijke mensen zijn... God zal buitengewoon overvloedig zijn voor mensen wanneer zij zo samenkomen en zullen geloven en hun harten vernederen voor God.

19 Nu, ik wil opnieuw de Schriftplaats lezen die ik gisteravond las, want ik wil met datzelfde onderwerp afsluiten. En wij zullen vanavond niet lang blijven. Nu, u bezoekers hier, weet u waar de Full Gospel Tabernacle is, waar broeder Sullivan voorganger is? In orde. Dat is een goede plaats om morgenochtend heen te gaan. Woont u dicht bij een van deze andere Volle Evangelie gemeenten hier in de omtrek? Dat is een goede plaats om het Woord des Heren te gaan horen. Dus nu, woon morgen ergens de zondagsschool bij. Behoud gewoon uw kleuren en blijf op de post van plicht.

20 Nu, ik geloof dat ik lees uit Genesis , het tweeëntwintigste hoofdstuk en het veertiende vers.

     En Abraham noemde de naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! [In de Engelse Bijbel staat: Jehova Jireh – Vert] Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op de berg des HEEREN zal het voorzien worden!

21 De reden dat ik deze Schriftplaats lees is dat als wat ik zeg geen effect heeft, datgene wat Hij zegt zeker effect zal hebben. Mijn woord is het woord van een mens; het zal falen. Gods Woord is Zijn eigen Woord en Hij kan niet falen. En het woord "Jehova Jireh" betekent "de Here heeft voor Zichzelf een Offer voorzien."

     Nu, gisteravond... Hebt u genoten van die les daarover gisteravond? Wel, mijn zoon Billy, die nu achterin het gebouw is (hij gaat daar naar achteren om te luisteren of hij goed kan horen), en hij zei dat het erg... erg mompelend klinkt, weet u. U kunt het niet goed horen. Dat is dus de reden dat ik in plaats van te prediken, dacht dat ik een poosje wat over het Woord zou praten, en misschien zouden jullie het wat beter kunnen horen.

22 Ziet u, deze wapengebouwen zoals deze, platte gebouwen, werden niet gemaakt voor dit soort bijeenkomsten. Ze zijn voor basketbal en training. Het plafond werd niet juist gemaakt. De akoestiek is heel, heel slecht. Maar wij zijn het leger van de Verenigde Staten dankbaar voor het voorrecht om vanavond een schuilplaats boven ons te hebben en dat we naar deze plaats kunnen komen. En wij bedanken hen hartelijk. Moge de Here hen altijd zegenen.

23 Nu, gisteravond hebben wij Abraham genomen en Abrahams zaad na hem. En, o, wat een zegen mochten wij tonen. En wat mij betreft, hoe zou iemand ook maar enige twijfel over wat ook kunnen hebben, wanneer u ziet wat God beloofde en vervolgens wat God deed. Het is net als het lezen van de Bijbel, waar deze voorzegt dat er iets zal gebeuren. Neem dan de geschiedenis en kijk waar het gebeurde.

     Nu, God zei dat Hij deze zegen en belofte zou zegenen over Abraham en zijn zaad na hem. En wij zien dat Hij gewoon precies, in elk stadium dat God Abraham bezocht, hetzelfde deed aan Abrahams zaad na hem.

     Dan, waar bevonden wij ons gisteravond, broeders? Wij bevonden ons helemaal aan het eind van de weg, helemaal daar bij de laatste zaak, en waar de gemeente zijn laatste teken ontvangt.

     En dan om het helemaal te zegenen, kwam Hij gisteravond onder ons, en ging door het gehoor en deed hetzelfde als wat Hij bij Sodom deed. Waar zou er enige vergissing kunnen zijn? Waar zouden wij fout in kunnen zijn?

24 Dan de avond daarvoor, dat wij Israël in de woestijn namen en precies toonden wat de gemeente van Israël... Nu, wij zagen in 1 Korinthe hoofdstuk 10, dat er staat dat al die dingen Israël overkwamen als voorbeelden voor ons. Nu, wij zien dat zij voorbeelden waren, tonend dat wat God voor hen deed slechts een schaduw is van wat Hij daar doet. Wat Hij in het natuurlijke deed, doet Hij in het geestelijke.

25 Merk op in de Bijbel, in het twaalfde hoofdstuk, de vrouw (in het twaalfde hoofdstuk van Openbaring) met de maan onder haar voeten en de zon boven haar hoofd, tonend dat de wet aan het vervagen is. Zodra de zon opkomt, gaat de maan onder. De maan is een vrouw van de zon. O, ik houd van dat soort Bijbellezen. Zie, de zon en de maan zijn een type van Christus en de gemeente. Wanneer de zon ondergaat, buiten het zicht, is hij niet onder, hij is slechts buiten het zicht van de wereld. Hij kaatst zijn licht terug naar de maan, om licht te geven in zijn afwezigheid.

26 Dus dat is wat Christus deed toen Hij de heerlijkheid inging. Hij kaatst Zijn licht terug op Zijn gemeente om licht te geven tot Hij terugkeert. Prachtig. O my, te bedenken dat de zon, als u wilt... zijn licht op de maan weerkaatst om licht te tonen. En het licht...

27 Ook de maan zelf is een waakhond. God stelde de grenzen van de zee en stelde de maan om erover te waken. En de zee, hoe boos springt ze op de oevers! Ze zou alles op aarde willen vernielen, omdat ze dat ook eens heeft gedaan, weet u. En de zee... zonde die de golven opzweept en die grote golven tegen de oevers slaat.

     En bedenk, er werden vloedgolven voorspeld in de laatste dagen; een brullende zee, het hart van de mensen zal bezwijken, vrees, naties zijn verbijsterd en benauwd. Dat zouden de tekenen van de eindtijd zijn. Wij zijn daar allemaal langs de weg doorheen gegaan.

28 Nu, hier zijn wij, helemaal tot op het laatste teken aan Abrahams kinderen, en hebben zelfs de namen van de boodschappers gebracht, precies zoals het was in Abrahams tijd, om te tonen dat er nergens een vergissing is. De Bijbel, ZO SPREEKT DE HERE, en dan zit de kerk dood. Balspelen, attracties van de stad, en de wereldse dingen hebben de kerk helemaal weggelokt.

29 De Bijbel zegt dat zij roekeloos zullen zijn, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods, hebbende een gedaante van godzaligheid. Hotelkamers vol met dronkaards; je kunt zelfs niet slapen. Zondagsschoolleraars, mensen die naar de kerk gaan, kerkleden die een klein beetje onschuldige Amerikaanse pret maken. Zondig, o, deze wereld waggelt als een dronken man die 's ochtends naar huis komt.

30 Wat is er gebeurd? Wanneer al deze zonden beginnen te worden zoals die van de dagen van Sodom, vrouwen die halfnaakt door de ruimten van de hotels lopen, en mannen, dronken, die achter hen aan lopen... Dat gebeurt niet ergens anders; dat is hier. En wat gebeurt er dan? God zei: "Ik ben neergekomen om te bezien of al deze geruchten waar zijn."

31 De ware kinderen die het uitroepen: "Kom, Here Jezus", zijn er misschien één in een stad. Zoals wij onlangs 's avonds vroegen, zoals de Heilige Geest ons in de Bijbel vertelt: "Verzegel alleen diegenen die zuchten en uitroepen over al die gruwelen die in de stad gedaan worden." Waar zouden zij verzegeld worden? Waar is de verzegeling van de mensen?

     Laten wij niet misleid worden. Laten wij in orde zijn. Zoals de oude kleurling een keer zei: "Ik vertelde de Here dat ik het nu met Hem wilde bespreken, want ik wilde geen enkel probleem bij de rivier." Dat is juist, vrienden. Ik wil geen enkel probleem bij de rivier. U weet niet welk uur u afdaalt naar die rivier. U zou daar binnen vijftien minuten kunnen zijn. U zou daar nog voor het daglicht kunnen zijn. Maar één ding is zeker: u zult daar komen. Dus u kunt er maar beter nu zeker van zijn.

     God doet deze dingen niet om alleen maar om te spelen, als toneelvoorstellingen. Hij doet dit voor Zijn heerlijkheid en Zijn eer, omdat Hij beloofde dat Hij het zou doen. Laten wij er niet lichtvaardig naar kijken, maar eerbiedig, discreet en nuchter. Kom naar de bron, gevuld met bloed, onttrokken aan de aderen van Immanuël. Belijd uw zonden en uw ongeloof. Vraag God om u als zondaar genadig te zijn, om u te redden om Christus' wil.

     Soms komen mensen in de kerk en zeggen: "Dat hoef ik niet te vragen. Ik heb al... " O, onderzoek uw leven, vrienden! Zie hoe uw geloof wordt opgetekend met het Woord.

32 Onthoud, die Farizeeën dachten niet dat zij redding nodig hadden. Zij waren heilige, toegewijde mannen. Zij waren predikers. Hun vaders waren predikers, hun grootvaders, hun overgrootvaders, hun betovergrootvaders, allen waren zij predikers. Zij leefden zo'n leven dat als er maar één punt tegen hen was, zij ervoor gestenigd konden worden. Kenden de Schriften? Kenden ze perfect. En Jezus zei: "U bent uit uw vader, de duivel."

33 Let op God! Hij toonde hun het teken van de Messias en zij geloofden het niet. Zij zeiden: "Hij is Beëlzebul", een waarzegger. Zo knap en zo opgeleid, en zo'n toegewijd leven dat zij leidden, en toch waren zij zondaars. Waarom? Zij pleegden geen overspel, zij rookten geen sigaretten, zij werden niet dronken, zij gingen niet naar dansfeesten, zij speelden geen kaartspellen. Maar zij geloofden niet! Dat is de reden dat zij zondaars waren.

34 Dat is de reden dat ik het vandaag naar Pinksteren slinger. Ongeacht hoeveel u in de Geest danst en in tongen spreekt... Ik geloof daarin, maar u zou in tongen kunnen spreken alsof u erwten over een droge koeienhuid zou gieten, en toch verloren zijn! Juist. U hebt zelfs nog nooit...

35 Ik heb toverdokters gezien die in tongen spraken en in de geest dansten, bloed dronken uit een menselijke schedel, en de duivel aanriepen; die dansten in de geest en in tongen spraken en zo hard riepen als zij maar konden. Zeker. U kunt daar niet op vertrouwen.

36 Als u nog steeds Gods Woord niet precies gelooft zoals het is geschreven, dan bent u een ongelovige, een zondaar. God komt neer en volvoert Zijn Woord, en laat het gemanifesteerd worden, en toont het letter voor letter, waar niemand tegen op kan staan. God staat er Zelf voor. Dan lopen zij weg vanwege een bepaalde geloofsbelijdenis. Geen wonder dat wij verdoemd zijn.

     Maar kunt u het stoppen? Iemand zei onlangs tegen mij: "Kunt u het stoppen?"

     Ik zei: "Nee, meneer."

     Hij zei: "Wel, waarom houdt u zich dan niet stil?"

     Ik zei: "Hoe kan ik mij stil houden? Ik kom tot een oordeel. Mijn stem zal daar op de opname te horen zijn, die de hele generatie ermee zal confronteren. Ik kan niet stil blijven. Wee mij als ik mij stil houd."

     Ik zei: "U gelooft niet in zondigen, nietwaar?"

     Hij zei: "Nee."

     Ik zei: "Wel, waarom predikt u ertegen? Waarom blijft u... Als u weet dat de wereld verder zal gaan in die chaos, waarom blijft u dan prediken? Wij moeten er een stem tegen verheffen. Dat moeten wij. De waarheid moet bekend gemaakt worden."

37 God is rechtvaardig. Hij geeft Zijn waarschuwing. Waarom stond Noach in de deur te prediken, terwijl Hij wist dat zij niet binnen zouden komen? Hij bereidde de ark voor de redding van zijn huishouden. Dat was het. Maar hij moest de boodschap hoe dan ook geven. God is rechtvaardig. God wist dat zij niet zouden komen. Hij wist dat er gewoon precies acht zielen gered zouden worden in de dagen van Noach, net als in de laatste... net zo goed als dat hij deze generatie kent. Hij weet wie wel en wie niet. Maar Hij weet het. Daarom zei Hij: "Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Zie?

     En wij weten dat wij in een geweldige tijd leven, maar uw plicht... Uw hart roept het uit. U kunt zich niet stilhouden; u moet het zeggen.

38 Nu, let op wat Hij deed met Abraham, wat Hij toonde aan zijn zaad. Dan zult u een begrip hebben dat deze dingen niet zijn bestemd voor de grote zenuwcentra. De mensen hier... De meeste mensen die ik ontmoet, kijken uit naar een geweldige grote wereldwijde opwekking. Dat is al verleden tijd. Wij zijn aan het einde. Zij kijken uit naar grote wonderen en tekenen, gewoon omdat zij de Bijbel niet kennen. Dat zijn de twee profeten van Openbaring 11, die de zon zullen stoppen, Elia en... of Mozes en Elia. Dat is nadat de heidense gemeente is weggegaan. Dat is juist.

39 Zie, dat is ginds voor de Joden, wanneer God Zich weer keert tot Israël. Dit gemeentetijdperk... Lees Openbaring 1 tot en met 3 en dan hebt u het, dan ziet u wat Hij het gemeentetijdperk geeft, het uitroepen. Het laatste teken was het opnieuw op het toneel verschijnen van Elia, in de laatste eindtijd. En wij weten, dat alles wat Hij zei precies zal zijn zoals Hij het zei.

40 Nu, wij ontdekken dat waar Hij hem riep in het derde... of, in het twaalfde hoofdstuk van Genesis, en hem rechtvaardigde door geloof, omdat Abraham God geloofde. Is dat juist?

41 Nu, ik zeg dit niet... Nu, Ik wil niet dat u dit gaat citeren wanneer u weer terug bent onder uw mensen, maar ziet u, alles in de Bijbel beweegt zich in drieën, een drie die wordt tot één. Nu, zoals in de Bijbel, er staat hier dat...

42 U weet dat God drie Bijbels schreef. Gelooft u dat? Hij schreef er één in de hemel, één in de piramide, de andere op papier. Nu, wij weten dat zij een ouijabord uit de piramide maken; zij maken een ouijabord uit de Zodiak; zij maken een ouijabord uit de Bijbel. Maar dat staat de waarheid ervan niet in de weg; de waarheden ervan zijn gewoon precies hetzelfde.

43 Nu, als u opmerkt in de dierenriem, wat is het eerste figuur in de dierenriem? Het is de maagd. Wat is het laatste figuur in de dierenriem? Leo de leeuw. De eerste komst en de tweede komst van Christus: Hij kwam eerst door de maagd, komt de volgende keer als de leeuw uit de stam van Juda. Dan de gekruiste vissen, het kankertijdperk waarin wij nu zijn, net voordat die tijd aanbreekt.

44 Wij kijken naar de piramide. Hij werd zo gebouwd. Maar merk op, de hoofdsteen werd nooit op de piramide geplaatst. Hebt u daar ooit over nagedacht? Als u een dollarbiljet in uw zak hebt, kijk dan wat er op staat: "Het Grote Zegel", de piramide. En kijk daarboven naar de steen. De hoofdsteen werd nooit gevonden. Waarom? De hoofdsteen werd verworpen: Christus.

45 Kijk hier neer in het tijdperk van Luther: rechtvaardiging. Heel veel ruimte hier. Alleen al het belijden van Christus betekende dat uw hoofd werd afgehakt. Toen zij uit het heidendom kwamen, lieten zij uw hoofd... U zou al geëxecuteerd worden als u alleen maar getuigde dat u een Christen was. Luther. Wat deed het toen? Het hoopt zich nu op tot de minderheid, komt steeds dichterbij. Wat was het volgende? Heiliging. Dan werd u een fanaticus genoemd, een heilige roller, of zoiets. Dat is Wesley's tijdperk. Wat gebeurde er daarna? Toen kwam de Pinksterbeweging, de doop van de Heilige Geest. Maar toch werd de gemeente steeds kleiner en in de minderheid.

46 En nu gaat het door, tot het tot zo'n een volmaakte plaats moet komen, dat wanneer die hoofdsteen uiteindelijk komt, hij zo perfect zal passen... de gemeente zal in zo'n perfecte vorm moeten zijn, dat wanneer Christus komt Hij er precies op past. Dat is juist.

     U ziet dus, dat gewoon spreken in tongen en dansen in de Geest hier nog steeds ver beneden de lijn is. De gemeente...

47 En bedenk (als u ooit daar in Egypte bent geweest, bij de sfinx of de piramide), die stenen daar hoog in de lucht, die honderden tonnen wegen en zo perfect in elkaar zijn gezet dat er zelfs geen scheermesje... Tot zo'n perfecte toestand geslepen, dat het absoluut perfect past zonder cement.

     Dat is hoe de gemeente zal moeten zijn: zo gladgepolijst – het Woord dat de gemeente slijpt – dat wanneer Christus komt om de gemeente te nemen, de bediening van de gemeente zich er regelrecht bij aan zal sluiten en Luther, Wesley, en Pinksteren en allen zal opwekken en ermee omhoog zal gaan. Dat is juist, om de gemeente op te nemen.

48 Nu, wanneer wij zien in de rechtvaardiging wat Hij deed aan het zaad, of aan Abraham... het begon met Luther. Heiliging, het vijftiende hoofdstuk, toen Hij het verbond door bloed bevestigde. In het zeventiende hoofdstuk gaf Hij de Heilige Geest, het Pinkstertijdperk.

49 Want, ziet u, al die andere elementen waren iets aan de buitenkant van wat de gemeente van Hem ontving, wat Abraham van Hem ontving. Maar toen Hij zei: "Ik ben El Shaddai...", de borst, werd Abraham uitgenodigd om zijn kracht te komen zogen van de borst van God, het leven van God in zich te trekken... Dat is toen de gemeente de Heilige Geest kreeg, toen zij het leven smaakte van God, toen zij de doop van de Heilige Geest in zich trok.

50 Wat deed Hij toen? Gewoon Schriftuurlijk zoals wij het gisteravond bewezen; Hij nam diezelfde... volgde het. God kan Zijn eigen wetten niet loochenen. Dat is de reden dat Hij Zijn eigen Zoon nam, in het zeventiende hoofdstuk van Mattheüs, en Hem de Berg der Verheerlijking op nam, en Hem positioneel plaatste, zoals Zijn wet was. Hij deed het.

     En toen Hij dat deed zien wij dat Hij Zijn eigen wetten volgde. En hier nam Hij Abraham op dezelfde wijze. U zegt: "Bent u daar zeker van, broeder Branham?"

51 Het vierde en vijfde vers. Jazeker. Zie, toen Hij Abraham een deel van Zijn naam gaf, zijn naam positioneel op de cheque plaatste, dezelfde als wat de Zijne was. De Zijne is Elohim; Abraham, zie, gaf hem een deel van Zijn eigen Naam. Daar is een grote openbaring. En u beseft dat ik dat verder zou kunnen doortrekken. Maar de gemeente, terwijl zij stevig vlees behoort te nemen, drinkt nog steeds melk. Dat is juist.

52 Hij gaf hem dus Zijn eigen Naam, Abraham. En toen Hij dat had gedaan, het volgende wat Hij deed nadat Hij hem die naam had gegeven, dat aan zijn eigen naam had toegevoegd, wat deed Hij toen?

53 Hij gaf hem een teken dat Hij gereed was om absoluut alle zonde te vernietigen die rondom hem was, en plaatste zijn lichaam positioneel in de toestand om de beloofde Zoon te ontvangen waarop hij had gewacht. Precies wat Hij met de gemeente heeft gedaan.

     Wat was het laatste teken dat Hij Abraham gaf? Had Zijn rug naar de tent gekeerd en vertelde Sara wat zij deed en dacht in de tent.

54 En Jezus, het ware Zaad van Abraham, de echte ware Profeet, de God-Profeet, Die naar de aarde kwam en hetzelfde teken manifesteerde bij het eindigen van de Joden... Denk eraan! Toen Hij naar de aarde kwam, wat deed Hij? Hij zei tegen Simon: "Uw naam is Simon; gij zijt de zoon van Jonas", een man die zijn eigen naam niet kon schrijven. En Simon herkende snel, door de onderwijzing van zijn vader, dat de Messias een dergelijk teken zou hebben. En hij herkende Hem en ontving Hem.

55 Filippus, zodra hij het zag, rende en vertelde het Nathanaël, en Nathanaël kwam met hem langs de oever, en regelrecht naar waar Jezus was; en Jezus keek naar hem en zei: "Gij zijt een Israëliet in wie geen bedrog is."

     Hij zei: "Van waar kent Gij mij, Rabbi?"

     Zei: "Eer Filippus u riep; toen u onder de boom was, zag Ik u."

     En wat zei die echte, uitverkoren, voorbestemde zoon van God? "Rabbi, Gij zijt de Zoon van God. Gij zijt de Koning van Israël."

     Zei: "Gezegend zijt gij... "

56 Dan gaat Hij naar een vrouw in Samaria, omdat de Samaritanen uitkeken naar een... Weet u, zij keken uit naar een Messias. Als er iemand is die uitkijkt naar een Messias, zal Hij komen. Als u hier vanavond bent en naar Hem uitkijkt, zal Hij u ontmoeten. Maar als u niet naar Hem uitkijkt, zal Hij... kijkt Hij ook niet naar u uit. Als u niet naar Hem uitkijkt, zal Hij nooit tot u komen. Maar de Samaritanen keken uit.

57 Nu, er zijn maar drie mensenrassen op aarde: de mensen van Cham, Sem, en Jafeth; Jood, heiden, en Samaritaan. Het hele menselijke ras komt daar allemaal vandaan. En nu, let op Petrus met de sleutels, om dat nu te bewijzen, Petrus met de sleutels van het Koninkrijk. Hoeveel geloven dat God hem de sleutels gaf? Jezus deed het. Zeker deed Hij dat.

58 En wanneer gebruikte hij ze? In Handelingen 2 voor de Joden. Daarna ging hij rechtstreeks naar de Samaritanen, hoewel Filippus daar naartoe was gegaan en hen in de naam van Jezus Christus gedoopt had. Maar zij hadden nog niet de Heilige Geest ontvangen, omdat Petrus de sleutels had. Hij kwam daar, legde zijn handen op hen, en zij ontvingen de Heilige Geest.

59 En dan vervolgens, wat is de volgende generatie, de volgende klasse? De heidenen. En hij ging daarheen en opende het Evangelie aan de heidenen. En vanaf dat moment was er geen behoefte meer aan de sleutels van Simon Petrus, omdat het al aan de hele wereld geopend was.

     Nu, de heidenen keken niet uit naar een Messias, maar de Joden en de Samaritanen wel. Hoe maakte Hij Zich bekend? Hetzelfde als wat Hij deed in Sodom.

     Wat deed Hij bij de Samaritanen? Toen de vrouw kwam... de vrouw die... de prostituee, naar de bron kwam, of de vrouw die in overspel leefde... Ze had zes mannen gehad. Van vijf was ze af en ze leefde met één toen. En zij kwam naar de bron om water te halen. En Jezus zag haar, en Hij zei: "Vrouw, geef Mij te drinken."

60 En zij zei: "Het is niet gebruikelijk. Wij hebben een afscheiding hier in de omgeving. U bent een Jood en ik ben een Samaritaanse vrouw. U hoort mij zoiets niet te vragen. Wij hebben geen omgang met elkaar."

     Hij zei: "Maar als u wist met Wie u spreekt, zou u Mij te drinken vragen."

61 En de conversatie ging verder tot Hij contact kreeg met haar geest. Toen zei Hij... Hij had gevonden wat zij wilde. Hij zei: "Ga uw man halen en kom hier."

     Zij zei: "Ik heb geen man."

     Hij zei: "U hebt de waarheid gesproken, want u hebt er vijf gehad; en degene waarmee u nu leeft is uw man niet."

62 Zij zei: "Here... " (Luister naar deze vrouw. Nu, dit is een Samaritaanse.) Zei: "Here, ik bemerk dat U een profeet bent. Nu, wij weten dat wanneer de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen." Dat moest het teken van de Messias zijn.

     En Jezus zei: "Ik ben het, Die met u spreek."

63 En wat deed zij? Zij liet de waterkruik vallen, rende naar de stad, en zei: "Kom, zie een Man Die mij de dingen gezegd heeft die ik heb gedaan. Is Deze niet de Messias?"

     En de Bijbel zegt dat de mannen van de stad geloofden dat Jezus de Messias was, omdat Hij de vrouw de dingen had verteld die zij had gedaan.

64 Nu, toon mij één keer dat Hij dat ooit deed voor een heiden. Nooit. Maar Jezus zei... Toen de heidenen... of de Farizeeën en de predikers van die dag zeiden dat Hij van de verkeerde geest was als Hij dat deed, dat Zijn Evangelie niet waar was, omdat Hij hun kerken, hun organisaties, aan stukken scheurde, en hen adderengebroed en van alles noemde, vossen en alles waaraan Hij kon denken. Hij scheurde hen werkelijk helemaal open.

     Maar toch zei Hij: "Als Ik niet de werken doe van Mijn Vader, geloof Mij niet. Maar als Ik de werken van Mijn Vader doe, geloof dan de werken."

     Dat geldt voor elke man. Als God zijn bediening niet ondersteunt, dan is het niet Gods bediening. Let dan op.

     Deze vrouw, zij zei: "Kom, zie deze Man." En de mensen van Samaria geloofden het. Hij deed het geen enkele keer meer. Hij deed het slechts die ene keer. Maar de vrouw was... vertelde de mannen dat Jezus het had gedaan. Door horen zeggen, door de vrouw, geloofde de hele stad in Jezus, vanwege dat ene wonder.

65 Ik vraag mij af wat er zal gaan gebeuren met Amerika. Die prostituee zal in het oordeel staan en zal tientallen miljoenen kerkleden veroordelen in het oordeel. Want niet alleen één keer, maar duizenden maal duizenden keren is het gebeurd door het hele land, rondom de wereld; het is onderzocht door de wetenschap, door elke kritiek heen gegaan waar het doorheen kon gaan, en nog steeds is het er honderd procent zuiver uit gekomen: de Heilige Geest, het Woord dat het ondersteunt. Waar zullen wij staan, broeders, in die dag? Denk er gewoon over na. En dat kan vóór de ochtend zijn. Wij zijn aan het einde. Ik zal daar morgen dieper op ingaan.

66 Let op, Hij plaatste hem, gaf hem het teken van wat Hij was. En onthoud, het was de almachtige God. Het was niet de Man. Dat was slechts menselijk vlees daar, verdween een heel korte tijd daarna, maar het was God, Die Zich bekend maakte aan de uitverkoren, uitgeroepen, afgescheiden gemeente. Onthoud, niet een georganiseerde stad, niet een grote stad, maar een groep die dwaalde in de woestijnen, die de weg nam met de weinige verachten van de Here.

67 Zoals altijd heeft God zijn kinderen de woestijn in moeten roepen en weg van deze dingen. Hij riep hem en toonde hem dat teken en ging verder. Abraham geloofde dat en onmiddellijk werd hij veranderd. Toen die Engel het toneel verliet, had Abraham een veranderd lichaam, en was hij gereed gemaakt, en de zoon die beloofd was kwam.

68 Een dezer dagen... Het ouderwetse Evangelie dat u hoort, zal een dezer dagen tot zwijgen worden gebracht. En de gemeente zal een verheerlijkt lichaam ontvangen. U zult zo'n soort lichaam moeten hebben om omhoog te gaan en Hem in de lucht te kunnen ontmoeten. Wij kunnen in dit soort lichaam niet omhooggaan. Dus diegenen die uitkijken, diegenen die luisteren, diegenen die opletten, dat zijn degenen die in een ogenblik, in een oogwenk, veranderd zullen worden, en samen opgenomen zullen worden om de Here in de lucht te ontmoeten; de verwachte Zoon van God, waar wij naar uitgekeken hebben sinds wij kunnen herkennen dat wij Christenen waren.

69 Bedenk, wij hebben dat gisteravond bewezen, hoe hij naar Gerar ging, hoe Sara, een oude vrouw van honderd jaar oud... Gewoonlijk krijg ik een brief of twee daarover, waarin staat: "Wel, zij leefden toen gewoon langer."

70 Maar ik wil dat u let op het achttiende hoofdstuk en ook op het zeventiende hoofdstuk. De Bijbel zegt dat zij hoogbejaard waren, gebogen, voorovergebogen, oud. En toen zij daar kwamen, werd Abimelech, die koning die uitkeek naar een geliefde, met al die mooie Filistijnse vrouwen, toch verliefd op deze stokoude, oude, oude, over-overgrootmoeder, en hij zou haar als vrouw genomen hebben, maar God beschermde haar.

71 Ik wil dat u hier iets opmerkt, zuster... Weet u dat Sara Abraham zo liefhad dat zij... die mooie vrouw, dat zij hem haar heer noemde? Waarvan Paulus later zei: "Wiens dochters u bent, zolang u de waarheid gehoorzaamt."

72 Sara kleedde zich niet volgens de mode van die tijd, zoals mevrouw Lot deed. Zij was waarschijnlijk de hoofdleidster van alle verenigingen daar beneden. Haar man was burgemeester van de stad. Dus, ik veronderstel dat zij... In hun grote kerk, 's morgens als de klokken luidden en zij daar allemaal naar buiten gingen, veronderstel ik dat zij een tamelijk bekende vrouw was. Zij wilde dat niet achterlaten; zij was aardgebonden.

     Dat is hoe de mensen vandaag niet willen horen over de komst van de Here Jezus. Wel, het is het meest glorieuze waaraan ik kan denken, dat Hij op dit moment de hemelen zou doorklieven! Laten wij erdoorheen gaan!

73 Waarom zou ik dit oude opgedroogde, gerimpelde, op oude leeftijd gekomen, krakende lichaam niet willen inruilen, dat vol bederf is, met niets dan huidwormen die het op kunnen vreten; en deze ziel daar binnen nemen, die God liefheeft, en die verenigen in een splinternieuwe eenentwintigjarige William Branham die nooit oud zal zijn en nooit, nooit hartzeer zal hebben, of nooit zal sterven, nooit ziek zal zijn; om te leven met de uitverkorenen van alle tijden door heel de eeuwigheid heen? Wel, ik zou aan niets groters kunnen denken.

74 Dat is waarom dat ik wil dat u dit getuigenis hier leest, dit kleine ding. Ik zag het; ik weet dat het de waarheid is. Ik schudde handen daar met mensen die waren... die ik kende. En ik stond naar mijzelf te kijken terwijl ik daar op het bed lag, en hier stond ik. Het is niet ver weg. Wij hoeven niet erg ver te gaan. Want ik stond hier net zo werkelijk als dat ik in deze kansel sta. En ik dacht: "Nu hier... Daar lig ik, en hoe kan ik hier staan?" Net als hoe ik hier nu sta. Er waren mensen; ieder van hen mooi.

75 Ik kan die vrouwen zien. Ik ben enigszins hard tegen de vrouwen geweest; maar ik bedoel u Christelijke vrouwen niet, ik bedoel degenen die doen alsof zij Christenen zijn en het niet zijn. Zie, die Izebels willen zijn (beslist niet), achter de dingen van de wereld aan. Ik ga zeker hard tegen hen tekeer, en ik moet dat gewoon doen, ik kan het niet helpen. Maar u moet een slechte hebben om een goede te laten uitblinken. U moet een nacht hebben, zodat u het daglicht kunt waarderen. U moet het verkeerde hebben om het juiste te waarderen. Het werkt allemaal samen voor Gods goedheid, Zijn glorie.

76 U bent op een slagveld, niet op een picknickterrein. Een strijd! Iedereen zegt: "Kom, word een Christen. Alles zal goed gaan." Nee, meneer, dat is niet het geval voor een Christen. "Allen die godvruchtig in Christus Jezus leven zullen vervolging lijden." U moet uitgelachen worden en bespot, weggeduwd, geschopt, bespot. "Als zij de Meester van het huis Beëlzebul hebben genoemd, hoeveel te meer zullen zij degenen zo noemen die Zijn discipelen zijn."

     "Ik zal de weg gaan met de weinige verachten van de Here. Ik ben met Jezus begonnen. O Here, neem mij erdoorheen." Dat is juist. Dat is mijn... dat is mijn... dat is mijn alternatief, om erdoorheen te gaan. Als ik alleen maar neerkijk vanavond en hier in deze stad kijk, kijk naar waar ik de laatste drie maanden door het hele land ben geweest; en ik zie het wegvallen van de kerken, de onverschilligheid van de voorgangers, de onverschilligheid onder de mensen die eruit komen. Het ziet eruit als brood en vissen.

77 En bij de eerste kleinigheid hebben ze genoeg temperament om tegen een cirkelzaag te vechten, en onverschillig, gemeen. De Pinkstermensen; de predikersvereniging wil mij buiten de cirkel trekken, enkel omdat ik een man op het podium liet komen die niet gedoopt was op de wijze dat zij dachten dat hij behoorde gedoopt te worden. En zij... o, zo'n onverschilligheid. Als ik alleen hier naar zou kijken, zou ik het opgeven. Ik ben blij dat God een houvast op mij kreeg voordat de kerk het kreeg. Ik kwam te weten over God. Dat is juist. Kwam te weten dat God echt is.

78 Meneer Baxter – Ern Baxter, die de campagnes voor mij organiseerde – zei dat ze ginds in Canada eens... er was op een keer een wedstrijd om een nieuwe Schwinn fiets te winnen. Zij hadden een plank die dertig centimeter breed was. Zij moesten er vijftig of honderd meter overheen rijden, zo'n negentig centimeter hoog in de lucht. En zij waren allemaal kampioenen.

79 Ern zei: "Ik kon naar de stad gaan om boodschappen te doen voor mijn moeder, deed ze onder mijn armen, en kwam terug tussen de trams en langs de auto's zonder ooit mijn stuur aan te raken." Zei: "Ik kon rijden, er achteruit op zitten, en net zo goed rijden als vooruit." Zei: "Het maakte geen verschil voor mij." En bijna allemaal waren zij kampioenen, en zij waren er zeker van dat zij die Schwinn fiets zouden winnen.

80 En zij hadden er één kleine moedersjongen bij. Hij was niet zo'n al te beste fietser en zij wisten dat hij niet zou winnen. Maar toen zij hen allen op het spoor zetten en lieten starten, viel iedereen eraf behalve deze ene kleine moedersjongen. Hij reed helemaal naar het einde, stapte af, ontving de beloning, nam de fiets. En al de jongens gingen om hem heen staan en zeiden: "Vertel ons hoe je het deed."

81 Zei: "Jongens, ik ga jullie vertellen waar jullie je fout maakten." Zei: "Ik heb het helemaal uitgedacht voordat ik daarheen ging." Dat is een goed idee. Hij zei: "Zie je, jullie probeerden allemaal op deze manier om de fiets op de plank te houden, door recht naar beneden te kijken naar je fiets. Het maakte je zenuwachtig. Je begon te wankelen en viel eraf. En ik zag waar jullie je fout maakten." Hij zei: "Ik keek nooit naar wat daar beneden was. Ik keek gewoon naar het einde en bleef in evenwicht." Dat is het.

82 Dat is het! Kijk naar het einde en blijf in evenwicht! Blijf gewoon verder gaan. Ik zou vanavond ontmoedigd zijn als het niet was dat ik naar het einde keek en gewoon in evenwicht bleef. Blijf verder gaan ongeacht wat er gebeurt. Blijf gewoon... Kijk daar niet naar. Blijf gewoon naar het einde kijken. Dat is waar u God ontmoet, ginds bij het einde. Daar worden de beloningen uitgedeeld. Val er hier niet af. Ga door tot het einde. "Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden", de Schrift.

83 Nu, wij ontdekken dan dat de bevestiging van de... van Abraham, gaf... en alles kwam gewoon precies in vervulling nu. Nu, let op één wet die God in Zijn gemeente gaf. Niet één... Geen enkel ding beloofde Hij Abraham, geen enkel ding deed Hij aan Abraham, dan wat Hij deed aan... of gaf aan de gemeente, behalve één ding: de verandering van het lichaam. En wanneer Hij dat doet...

84 Nu, bedenk, Sara moest veranderd worden. Hoeveel geloven dat? Steek uw hand op. Zij moest een veranderd lichaam hebben. Zij was honderd jaar oud. Hoe kon zij een kind baren?

85 Abraham, wel, de Bijbel zegt, dat hij als man was... zijn lichaam al jaren dood was. Lees Romeinen het vierde hoofdstuk, waar staat: "Abraham heeft zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat nu zo goed als verstorven was, noch ook dat de moeder in Sara verstorven was. Hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar was sterk, gevende God de eer"; bleef voorwaarts gaan. Nu, zijn lichaam was onvruchtbaar, steriel, honderd jaar oud, en seksueel verstorven.

86 Sara's schoot was dood, onvruchtbaar, de melkklieren waren weg, borsten weg, en haar hart... dat een honderdjarige vrouw zou gaan bevallen? Zie, er was... Zij was zo goed als dood. Maar toen kon zij die baby niet krijgen, kon zij die belofte niet ontvangen, tenzij zij veranderd zou zijn.

87 Nu, "Wat probeert u te zeggen, broeder Branham?" Luister goed. In dit soort lichamen kunnen wij nooit de beloofde Zoon ontvangen, want Hij komt niet naar de aarde. Wij zullen opgenomen worden. Ons lichaam zal in een ogenblik veranderd worden, in een oogwenk, en wij zullen opgenomen worden om Hem te ontmoeten in de lucht.

88 En het laatste teken dat werd gegeven vóór de verwoesting, was dat de engel – tonend dat God in sterfelijk menselijk vlees zou wonen – datzelfde teken zou uitvoeren voordat ons lichaam veranderd zou worden. En dat is het laatste teken dat de gemeente ontvangt.

89 Toon mij nog één ander ding dat God aan Abraham deed. Toon mij nog één teken dat Hij hem gaf, dan dat teken daar. Dat was het laatste teken. Allen die dat weten, die Bijbellezers zijn, zeg: "Amen." Dat is het laatste teken dat werd gegeven. Dat is het laatste teken.

90 Gemeente, hoor mij in de Naam des Heren! Kijk naar mijn opleiding: mijn ontoereikendheid om te prediken, hoe ik niet bij mijn onderwerp blijf en niet spreek zoals gezalfde of opgeleide predikers echt spreken. Luister dáár niet naar. Luister naar wat ik u vertel, het Woord van God. God staat erachter, want Hij heeft het Woord bewezen dat gepredikt wordt. Als u mij niet kunt geloven...

     U zegt: "Wel, broeder Branham, u behoort niet bij onze organisatie." Wel, geloof dan de werken. Laat de organisatie gaan en geloof de werken. Neem het mee naar uw eigen organisatie, maak dat zij het geloven. U kunt dan een beter werk doen dan ik. Of u kunt het beter doen dan God. God kan het Zelf niet doen.

91 Let op, het achttiende hoofdstuk is waar Hij dit deed. Het zeventiende hoofdstuk nu, Hij gaf aan hem kracht voor het wonder, gaf Hem de Heilige Geest, met andere woorden, liet hem Zijn... Gods eigen Leven in het zijne trekken. Nu, wat doen wij wanneer wij de Heilige Geest ontvangen? Wij nemen Gods Leven in het onze. Is dat juist? Wat? Wij mengen Gods Leven samen met het onze. Wij zijn zonen van God want wij trekken van God, de Heilige Geest, Die ons zonen van God maakt. Wat doet dat? Het maakt ons dan gereed voor de verandering.

92 O broeder! Het maakt ons gereed voor de verandering die op het punt staat te komen, vervuld met de Geest. Leun gewoon op Zijn boezem en blijf trekken. Dan zullen wij een dezer dagen ook regelrecht veranderd worden. Dat kan ik beloven. De beloofde Zoon is onderweg.

     Nu, let op, onmiddellijk daarna werd Sara zwanger, en zij wist dat zij deze baby zou gaan krijgen. Nu, zij is nu jong en mooi. Zelfs een koning werd verliefd op haar. Zij moet buitengewoon knap geweest zijn, anders zou die koning nooit verliefd op haar zijn geworden, weet u. Zij was een prachtige vrouw... en hij wilde met haar trouwen, en God beschermde haar.

93 Nog één ding wil ik de gemeente brengen. Nu, sommigen van u die hier gisteravond zaten... Toen de zalving mij trof, kon ik die kleine vlammetjes daar voelen. Ik heb geprobeerd erover te denken. Ik schreef het hier op zodat ik het niet zou vergeten. Ik vatte dat gisteravond, dat u denkt: "Wel ik deed zo-en-zo, ik deed zo-en-zo." Vaak vind ik mensen die zelfs niet in de gebedsrij komen. Zij willen zelfs hun nummer niet nemen als zij worden geroepen. Zij zijn bang dat zij opgeroepen zullen worden, bepaalde dingen. Nu, vroeger knalde ik dat er gewoon uit. U weet dat allemaal. En tenzij ik werkelijk geleid wordt om dat te doen, doe ik dat niet meer.

94 Nu, u zult uw fouten maken. U zegt: "Broeder Branham, ongeacht wat ik ooit zou doen, ik zou nooit waardig zijn." Dat is juist. Maar kijk, u zegt: "Broeder Branham, ooit in het verleden geloofde ik deze boodschap niet." Dat is juist, ik veronderstel velen van u niet. Ik zou het zelf niet geloofd hebben, veronderstel ik. Ik had het niet kunnen geloven tenzij God het mij geopenbaard had.

95 U zou hebben... Het is een openbaring. De hele gemeente is gebouwd op openbaring. Zonder de openbaring zult u het nooit zien; bent u blind. Jezus... De Bijbel zegt, ik geloof... in Mattheüs 12 [Johannes 12:37-38 – Vert] was het geloof ik, waar Hij zei... Hoewel Jezus vele wonderen voor hen gedaan had, nochtans konden zij niet geloven, want Jesaja zei: "Zij hebben ogen en kunnen niet zien, oren, en kunnen niet horen." En zeer... werkelijk heilige mensen, werkelijk het neusje van de zalm van heiligheid. Dus heiligheid is niet alles. Heilig leven is niet alles. Geloof is de hoofdzaak. Nu.

96 Luister, gemeente. Ik wil dit hier invoegen, want ik geloof dat de Heilige Geest mij vertelde om het te doen. U kunt daar zitten (en er zijn er enigen onder u, en ik weet het) die het op dit moment niet met mij eens zijn. Nu, ik kan uw naam noemen als u dat wilt. Dus ik weet dat. Maar ik kan ook verder zien dan dat, dat u het een dezer dagen zult gaan geloven.

     Dus ik ga dit gewoon invoegen zodat u het zult verstaan, zodat ik u hier even een klein beetje genade kan geven. Het zal niet al te lang duren voordat u van gedachten zult veranderen, sommigen van u. Sommigen van u niet.

97 Maar onthoud, toen Sara die Man voor het eerst hoorde, en zij is een type van de gemeente, toen zij dat hoorde en dat teken zag plaatsvinden bij Abraham, toen lachte zij er werkelijk om in haar hart, en zij geloofde het niet en betwijfelde of dat ooit zo zou zijn. Is dat juist? Op dat moment zou God haar naam hebben uitgewist. Is dat juist? Maar Hij kon het niet, zij is een deel van Abraham. Zij zijn één.

98 En als u werkelijk – niet opgewonden bent geweest, niet opgewerkt in emotie, niet een of andere kerkgeloofsbelijdenis hebt gekregen – maar werkelijk de Heilige Geest hebt ontvangen, en werkelijk een deel van Christus bent, en nochtans een beetje sceptisch in uw gedachten, dan zal God u daar niet voor aan de kant schuiven, want dat kan Hij niet. U bent een deel van Christus. Hij zal u tot de waarheid brengen.

     Nu, als u nooit hebt... u slechts... u mag in tongen gesproken hebben, gedanst in de Geest, en al deze dingen hier gedaan hebben, dat betekent niet dat u de Heilige Geest hebt. O, my, my! Dat is een miljoen mijl daar vandaan.

99 Jezus zei nooit... Nu, onthoud, ik geloof dat wanneer u de volheid van de Heilige Geest ontvangt, u in tongen spreekt. Goed. Maar Jezus deed nooit... Er is geen Schriftplaats in de Bijbel die zegt dat dat het bewijs is van de Heilige Geest. Ik wil dat u het toont, als het zo is. Zo'n Schriftplaats is er niet. Jezus zei: "Aan hun vruchten zult u hen kennen." En de vrucht van de Geest is niet spreken in tongen. Dat is een gave van de Heilige Geest. Nadat de Heilige Geest gekomen is, is dat één van de gaven die ermee gepaard gaan. Prediken, spreken in tongen, uitlegging van tongen, al die dingen zijn gaven van de Heilige Geest.

100 Zij waren verbaasd op de Pinksterdag. Petrus zei: "Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." Zie? Nu, maar onthoud, ik geloof dat u, wanneer u zo vol wordt van de Heilige Geest... De Bijbel zegt: "Met belachelijke lippen en door andere tongen zal Ik tot dit volk spreken." Belachelijk, zo vol van de Heilige Geest dat u niets in uw eigen taal kunt zeggen. Dat is wanneer u met de Heilige Geest vervuld bent.

101 Maar ik geloof dat wanneer u met uw hele hart in God gelooft en Jezus als Uw Redder aanneemt, u een deel van die Heilige Geest hebt. Want Jezus zei: "Die Mijn woorden hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven." En er is maar één vorm van eeuwig leven. Dan bent u slechts een kind. Dan begint u te wandelen in de volheid van de Geest en te groeien in genade. Dan bent u... [Leeg gedeelte op de band – Vert]

102 ... Wesley, en nu in Pinksteren, hetzelfde, dan de plaatsing van de zoon, dan de gave van het laatste teken, dan de opname van het lichaam, de verandering van het lichaam en de opname.

103 Nu, toen zij terugkeerden, herkende Sara dat zij moeder zou worden. O, zij moet zeker een gelukkige kleine dame zijn geweest. Ik kan haar nu zien: dat zwarte, glanzende haar, die grote fluwelen ogen, mooi gezicht. Zij was toen een jonge dame, waarschijnlijk in haar vroege twintiger jaren. Abraham, sterk en gezond, jonge man: veranderd van een oude versleten kerel in een jonge man, tonend wat Hij zal gaan doen aan al het zaad van Abraham. Precies.

104 En dan is het eerste wat u weet, dat zij konden leven als jonge mensen. Toen brachten zij dit jonge kind voort. En toen hij ongeveer twaalf jaar oud was, zei God: "Nu, om dit echt zeker te maken voor alle mensen, ga Ik hun bewijzen wat Ik ga doen: tonen dat het zaad van Abraham Mijn Woord nooit zal betwijfelen. Het ware zaad van Abraham zal Mijn Woord niet betwijfelen." Nu, hier is waar u kunt testen of u werkelijk het zaad van Abraham bent of niet.

     Wanneer de kerk zegt: "Als u dat gelooft zal ik u eruit schoppen", dat betekent niets voor het zaad van Abraham, helemaal niets. Dat plaatst hem gewoon juist op zijn weg. Dat zet hem gewoon vrij.

105 Hier gaat hij, en... ziende dat hij de vader van naties zou zijn. Nu, God zei: "Ik wil dat u deze uw zoon neemt, en Ik ga u in een visioen tonen hoe de heuvel eruit ziet waar u naartoe gaat, een berg. En breng die jongen daar boven en vernietig hem eenvoudig."

106 Zou u zich kunnen voorstellen wat er door de gedachten van Abraham ging als een mens hierboven... hierboven? "Wel, hoe zal ik de vader van naties zijn? En hier heb ik al deze jaren gewacht en deze jongen hier gekregen, en hier is hij, twaalf jaar oud. En Hij neemt mij nu naar buiten en zegt: 'Neem hem naar buiten en dood hem.' Hoe... En Hij beloofde mij dat door deze zelfde jongen... dit is de jongen die Hij mij beloofde door Sara, en als ik deze jongen hier zou hebben, zou hij de vader van naties zijn. Nu neemt Hij mij naar buiten om hem te doden."

     Dat is wanneer het intellect begint te werken. Maar de kleine zoemer bleef zeggen: "Maar wat hebt u vijfentwintig jaar voor hem geloofd?" Die kleine zoemer zei: "Wel, dan..." Het kwam omhoog in zijn keel... Toen deed hij een belijdenis: "Ik ontving hem als één uit de doden. Ik ben volledig overtuigd dat God in staat is om hem uit de dood op te wekken." Dat is het.

107 Wanneer dit hier beneden begint te spreken, dan zwijgt deze. Zoals ik laatst op een avond zei, in de hof van Eden koos de duivel een deel van een man, en God koos een deel. God koos zijn hart. De duivel koos zijn intellect.

108 En nu vandaag... de kerk vandaag steunt helemaal op het intellect, en denkt nooit aan het hart. Zie? En het enige wat zij kunnen zien... "Wel, ik kan het gewoon niet zo zien." U ziet het niet met uw ogen hoe dan ook. U kijkt met uw ogen: u ziet met uw hart. U kijkt en zegt: "Ik zie het gewoon niet." U kijkt ernaar maar u ziet het niet; het betekent dat u het niet begrijpt. Uw begrip komt van uw hart.

109 Nu, hier is hij nu. Hij... hij begrijpt het niet met zijn verstand. Hoe gaat hij het doen? Zijn intellect zou hem dat vertellen. Dat is zijn redenering. Maar de Bijbel zei, dat wij redeneringen terneer werpen, ze van ons afschudden.

     Zeg: "Hoe zal ik gezond worden, terwijl de dokter zegt... als ik dit heb gedaan...?"

     Dat heeft er niets mee te maken. Je vindt er ongeveer één op de vijfhonderd die dat écht gelooft. Zitten daar rechtop en er is niets in de wereld dat hen ooit zal veranderen.

     "Wel, wat moeten wij doen?" Doorzoek alles tot wij die ene vinden. Dat is juist.

110 God doorzoekt de aarde om één man te vinden. O God, wanneer ik daarover nadenk, doet het mijn hart branden. God doorzoekt de aarde om te proberen één man te vinden die zich aan Hem zal overgeven. Hij heeft het altijd gedaan. Hij vond één man in de dag van Noach, uit de tientallen miljoenen en miljoenen.

111 De mensen willen... net als... er zijn vandaag teveel mensen als Simson. Simson gaf zijn kracht aan God, maar zijn hart wilde hij Hem niet geven. God kon zijn kracht gebruiken, maar niet zijn hart. Simson was zo'n beetje een charmeur, weet u, en hij kon Hem gewoon niet zijn hart geven, hij moest dat aan Delila geven maar hij gaf zijn kracht aan God. God gebruikte zijn kracht maar Hij kon zijn hart niet gebruiken.

     Dus velen vandaag, God... U zult uw intellect aan God geven: "Ik zal een groot huis voor U bouwen; ik zal een organisatie voor U maken; ik zal dit doen; ik zal dat doen." Beseft u niet dat dat hetzelfde is als wat Kaïn deed? Het werd verworpen.

112 Kaïn bouwde zelf een altaar, bracht een offer en zei: "Hier is het. Ik aanbid U, ik geloof U. Daar is mijn offer; daar is mijn altaar. Neem het aan of laat het gaan." Dat is de man vandaag, de religieuze man.

     Ezau net zo. En de kerk net zo. "Ik heb dit gedaan. Ik heb dit gedaan. Ik heb dit gedaan." Het is niet wat ú hebt gedaan, het is wat Hij heeft gedaan. Geef Hem uw hart en volg Hem. Hij probeert een man te vinden die Hem zal volgen.

     Hij had er toen een, Abraham. Hij was die volmaakte man. Wat God ook zei, dat was in orde. Dus let op. Zou u zich nu kunnen voorstellen...? Abraham kon het Sara niet vertellen, zijn vrouw. Die mooie kleine Joodse jongen, ongeveer twaalf jaar oud, hij zou hem daarboven brengen en zijn keel doorsnijden – dat zou een gruwelijk iets geweest zijn om aan mama te vertellen. Hij kon het haar niet vertellen.

113 Dus, de volgende ochtend stond hij op en hakte wat hout (hij zei dat hij het hout kliefde, wat betekent dat hij het hakte), deed het in een bepaald soort zak, een soort leren zak, legde die op de rug van de ezel, riep twee van zijn bedienden en zei: "Izak, jij en ik gaan aanbidden. Laten wij de ezels meenemen. Mama, wij zullen over enkele dagen terug zijn."

     In orde, hij gaat door; opwaarts naar de bergen gaat hij. En onthoud, hij ging op een driedaagse reis, is dat juist? Drie dagen. Nu, een gewone man, gewoon welke man ook... en hij was jong, waarschijnlijk twintig jaar oud, vijfentwintig. Toen ik vroeger moest patrouilleren, liep ik elke dag vijftig kilometer door de wildernis. En wij zijn gewend om altijd te rijden. Alles wat de mensen toen deden voor transport was of rijdend op een ezel of lopend. Dus, ik kan lopen... Ik zou misschien kunnen zeggen, dat hij in de bergen minstens dertig kilometer per dag liep.

     Wel, nadat hij drie dagen achter elkaar had gewandeld, hief hij zijn ogen op en zag in de verte de berg die hij in het visioen had gezien, en toen bereikte hij hem. Kijk waar hij nu was, weg van de beschaving. Hier houd ik van. Dit is zo prachtig. Mis het niet.

114 Toen zij bij de berg kwamen, zei Abraham tegen de jongens die de ezels hielden: "Blijven jullie hier; let op de ezels. De jongen en ik, wij gaan daarheen om te aanbidden, en de jongen en ik zullen terugkomen."

     "Hoe gaat u dat zeggen, Abraham, terwijl u daarheen gaat om die jongen te doden?" Wat is het? Dat is dat geloof. Het weet niet hoe het gaat gebeuren, maar hij weet dat het gaat gebeuren. Oooh!

     U zegt: "Broeder Branham, u gedraagt zich dwaas daar boven."

     Wel, misschien doe ik dat. Maar ik voel mij verschrikkelijk goed. Ik voel mij zo beter dan vroeger in het oude vleselijke intellectuele, dus blij ik liever zo.

     "Jullie jongens, wacht hier met de ezels. De jongen en ik, wij gaan daarheen om te aanbidden en wij zullen terugkomen."

     Wat als de engel daar had gestaan en had gezegd: "Abraham..."? Of, wat als de duivel aan één kant had gestaan en had gezegd: "Abraham, u vertelde een leugen"?

115 "O nee. Er is iets hier van binnen dat mij vertelt dat zelfs als ik hem moet doden – ik ontving hem als een uit de dood – dat God hem weer op de aarde zou kunnen opwekken. De jongen en ik zullen terugkomen." Waarom? "God heeft mij reeds verteld dat door deze jongen het zaad zou komen dat de naties zou redden. En Hij veranderde mijn naam en plaatste h-a-m aan het eind van mijn naam, en ik ben een vader van naties door deze jongen, en ik weet niet wat God daar zal gaan doen, maar Hij gaat het doen."

     Whew! O my! Dat brengt vuur... dat geeft u iets om op te staan. Dat is niet een van deze katholieke kerstmanverhalen van iets fictiefs dat nooit is gebeurd. Dat is ZO SPREEKT DE HERE GOD JEHOVA. Amen. "Maakt mij niet uit hoe wij terugkomen, wij komen terug. Dat is alles."

116 "Hoe gaat u... " Nu, als Hij zou zeggen tegen... Hier zit een man met een wandelstok, blind. "Hoe gaat u uw gezicht krijgen, meneer?" Laat God gewoon één keer tot zijn hart spreken en let op wat er gebeurt. Misschien is er daar iemand met kanker, stervend. Eén daar achteraan met een hartkwaal, die net een onderzoek heeft gehad en de dokter zei: "Kan niet leven; gaat sterven."

117 Laat die kleine zoemer hier eens neerdwarrelen: "Ik ben de Here Die u geneest, Die u uw gezicht geeft, Die de kanker wegneemt, Die u doet lopen." Het is allemaal voorbij. Het maakt mij niet uit wat welke wetenschappelijke... wat dan ook... Ongeacht of de dokter hem een cardiogram zou geven en hem zou vertellen dat zijn hart al was gestopt, hij zou het nog steeds geloven. Ja, meneer. Hij gaat het hoe dan ook doen. Er is niets dat het kan stoppen. Dat is wat geloof is.

     Weet u wat... Vergeef mij, broeders, zusters, ik weet niet waarom ik dit gaat zeggen, maar het verstikt mij om het te zeggen. Ik weet dat er iets op het punt staat met mij te gebeuren, dus ben ik gewoon aan het ontladen. Dat is juist. Glorie voor God.

118 Broeders, ik heb zo veel schijngeloof gezien, superduper, Amerikaans, zogenaamd geloof, dat ik er misselijk van word; evangelisten die mensen door gebedsrijen laten gaan en zeggen: "O-o-o-o, voelt u het?" Hoe gaat u dat doen?

119 Ik kreeg onlangs een brief uit Duitsland, van een Lutheraanse predikant, het hoofd van het genootschap in Duitsland, in een bepaald district waar een evangelist was. En hij maakte de evangelist erop attent, dat: "Wat u deed was de mensen slaan om geld. En het zou beter zijn als u Amerikanen hier weg zou blijven." Dat is juist. Dat is juist, ik ben het met hem eens.

120 Zei: "Wat met die kleine Deborah Stadsklev daar, als u zegt dat al dit superduper geloof voor alles is?" Ik heb de brief in ons bestand. Alles wat ik van hieruit zeg, broeders, kan ik ondersteunen.

121 Zie? Hij zei: "Al dit geloof hier waarvan u sprak dat u het had, waarom deden jullie allemaal al dat schudden en springen en al het andere daar, proberend de mensen te vertellen dat zij genezen waren; en zij deden dit en deden dat terwijl zij het niet waren? U bracht nooit enige bekering."

122 Zei: "Waarom hebt u niet gewacht, zoals broeder Branham, toen zij hem belden over kleine Deborah Stadsklev? Hij wachtte tot hij een helder antwoord van God kreeg."

     Daar hebt u het. Wacht tot u ZO SPREEK DE HERE hoort. Maak uw leven in orde. Kom weg van uw ongeloof; stop met dit superduper, "Ik voelde... ik raakte... ik kreeg bloed... ik kreeg... "

123 O, geen wonder dat de zaak aan het zinken is. Moet terugkomen tot Gods Bijbel: bekering van ongeloof, niet het superduper handenklappen en een heleboel emotie opwerken. De geboorteplaats van Pinksteren ligt daarin.

124 Tegenwoordig schudden zij hen en zeggen: "Zeg het, zeg het, zeg het, zeg het, zeg het, zeg het, zeg het", totdat zij zeggen dat het een soort onbekende tong is; of een verwarring krijgen en dan zeggen dat u de Heilige Geest hebt, en elk soort leven leiden, met genoeg ongeloof in zich om de hel van de duivel te plaveien. "Superduper geloof!" Huh!

125 Wat is er hoe dan ook met mij aan de hand? Ik vertel u alleen de waarheid. Op een dag zult u het vatten. Op een dag zult u weten dat ik u de waarheid heb verteld. Mijn stem mag misschien stil zijn. U zult misschien in staat zijn om het lichaam dat spreekt het zwijgen op te leggen, maar u zult nooit die stem het zwijgen kunnen opleggen. Het komt van God. Zij stenigden Stefanus, maar zij konden zijn boodschap niet stoppen. Die zal verder gaan. Die banden zullen gespeeld worden nadat ik al jaren weg ben geweest. Ja.

     Superduper geloof. Amerikaans, opgebouwd onder een heleboel frustraties; opgemaakte vrouwen met shorts aan en van alles, die ze door de gebedsrijen laten komen en schudden, terwijl ze schreeuwen: "Ja, u hebt het. Halleluja! U..." O, onzin. Bekeer u! Kom terug naar God. Wij hebben een schoonmaak nodig. Amen.

     Denk niet dat ik boos ben. Ik ben niet boos. Als ik dat was, zou ik daar knielen bij het altaar en mij bekeren voordat ik deze boodschap zou beëindigen. Ik vertel u slechts iets dat overkookt in mijn hart. En het is het Woord van God.

126 U heb een schoonmaak nodig, van de kansel tot de kelder, door en door. "Superduper geloof", zoiets bestaat niet bij God. Gods geloof is rein, helder, onvervalst (dat is juist), iets wat zich van binnen beweegt en zegt: "Ik aanvaard het." Broeder, dan weet waar u aan toe bent.

127 Niet lang geleden, helemaal ginds in Kentucky, keek broeder Sullivan – een oud opgelapt blauw shirt, loodgrijze ogen – mij in de ogen en zei: "Prediker, ik geloof dat." O, broeder, dat was honderd procent plus. Dat deed hij. En een kanker, die aan de zijkant van zijn gezicht hing, viel eraf op de grond. Hij geloofde het. Zo velen hebben hoop in plaats van geloof.

     Nu, de kranten hebben het artikel ervan opgenomen. Een journalist stond daar en de kanker rolde weg over zijn voeten. Hij kon niet nalaten erover te schrijven. Pakte het zelf op.

     Zei: "Waarom is het niet... ik zag het nergens."

     Jezus zei: "Zie dat u het niemand vertelt."

     Wij hebben tegenwoordig zoveel publiciteit om iets op te poetsen voor het publiek, om het te laten... O, ik kan beter mijn mond houden en doorgaan. Merk op. Maar dat is ZO SPREEKT DE HERE.

128 Abraham nam de kleine kerel (let op), legde het hout op Izaks rug, een type van Christus met het hout op Zijn rug. Daar gingen zij de berg op, verder omhoog, passeerden de boomgrens, kwamen boven tussen de grote rotsen door, helemaal omhoog naar de grote rotsblokken, door het grauwe zand, verder omhoog tot de top van de berg waar niets... alleen maar oude ranken en dergelijke die om de stronken heen gewikkeld waren, of om de rotsen.

     Hij rolde twaalf stenen bij elkaar, legde het hout neer, nam het vuur, en stak het offer... het altaar aan.

     Kleine Izak werd achterdochtig. Hij zei: "Mijn vader...?"

     Hij zei: "Hier ben ik, mijn zoon."

     Hij zei: "Hier is het altaar, hier is het hout, hier is het vuur, maar waar is het lam voor het offer?"

     Hij zei: "Mijn zoon, God zal Zichzelf een lam voorzien voor dit offer." Daar hebt u het.

129 "Het enige wat ik doe is slechts de instructies volgen. Het is aan God om te voorzien in het lam."

     "Hoe ga ik mijn gezicht ontvangen? Hoe ga ik...?" Dat is niet de vraag. Volg slechts de instructies, gelovend zonder te falen dat God voor Zichzelf zal voorzien in een lam voor het offer.

130 Toen zei hij: "Izak, doe je handen achter je." Hij nam een touw en begon zijn handen te binden. Toen wist Izak het. Kijk naar zijn gehoorzaamheid, zoals Jezus, de ware Zoon van God, gehoorzaam tot de dood, het kruis nam. Bond zijn handen en zijn voeten. Abraham tilde de kleine jongen op en legde hem op de rots.

     Ik kan hem daar in mijn gedachten zien staan en proberen... zijn verstand probeerde aan het werk te gaan: "Wat ga je tegen Sara zeggen wanneer je thuis komt?"

     "Ik... ik..." Maar de kleine zoemer bleef zeggen: "Ik ben Jehova. Ik zal voorzien. U moet mij volgen."

     Zie, twee dingen die tegelijkertijd werken. Waar gaat u naar luisteren? Als u hiernaar gaat luisteren, bent u verloren; hiernaar luistert, dan kunt u niet gaan. U moet zeker zijn. Het is perfect.

     Nu, hij trok zijn haar weg van zijn gezicht, nam zijn hoofd, legde het naar achteren zodat de keel bloot zou zijn, opende zijn kleine shirt en trok het opzij zodat zijn keel nog steeds... Zei: "Leg je hoofd een beetje verder naar achteren, lieverd, voor papa."

     Denkt u dat dat gemakkelijk was? Er moet hier beneden iets geweest zijn dat bewoog, een echte liefde die niet zou falen.

     Legde zijn hoofd naar achteren, pakte het grote mes er zo uit (zo scherp als een scheermes), trok zijn hoofd naar achteren, nam het eruit, hief het op tot God, pakte de bovenkant van zijn haar, hield het zo naar achteren, en hij stak zijn hand omhoog.

131 Rond die tijd pakte de Heilige Geest zijn hand en zei: "Houd je hand stil, Abraham. Ik weet dat u Mij liefhebt." En rond die tijd blaatte er een ram achter hem. Een seconde daarvoor was hij daar niet. Een ram zat met zijn hoorns vast in de struiken. "Bèh." Abraham keek rond, ging de ram halen en legde die op het altaar, bond hem vast met het touw waarmee Izak vastgebonden was geweest, en doodde de ram.

132 Ik wil u iets vragen. Waar kwam die ram vandaan? Het was op z'n minst minst honderdvijftig kilometer van de beschaving, onder leeuwen, jakhalzen, allerlei... alles wat een schaap eet, wilde honden... En nog iets, het was hoog op de berg waar geen voedsel of water is. En hij was daar niet toen Abraham in de omgeving naar stenen zocht om het altaar te maken. Maar daar was hij.

133 O God! Jehova Jireh! Hij had Zelf voorzien in een lam voor het offer. En Hij is Dezelfde Jehova Jireh vanavond. Het enige is, dat Hij nu voor het zaad van Abraham reeds heeft voorzien in een Lam. Het Lam werd reeds gedood, een bloedend Lam.

     Nu, dat was niet een visioen dat Abraham zag, want de ram bloedde, en een visioen bloedt niet. Zie? Hij doodde de ram. God sprak hem in bestaan en Abraham nam hem in minder dan een minuut weg uit bestaan. Kwam in bestaan en ging er de volgende minuut uit weg, want God had daar een reden voor, want Hij had iemand tot die plaats gebracht, om hem te beproeven. De Bijbel zegt dat Abraham beproefd werd. En het zaad van Abraham wordt beproefd. Wat beproefde God Zijn dienstknecht! En Hij is in staat om te voorzien, of alles te maken op elke wijze die Hij wil, want Hij is Jehova Jireh.

134 Nu, als u ziek bent, aangevochten, wel, ongeacht wat er met u aan de hand is, als God u geopenbaard heeft dat u zult... dat u reeds genezen bent door Zijn voorziene Lam, en de dokter zegt dat u niet beter kunt worden, Hij is Jehova Jireh. De Here is in staat om u te voorzien van een paar ogen. Ik heb het Hem zien doen. De Here kan u voorzien van oren. De Here kan u voorzien van gezondheid. De Here kan u voorzien van kracht. Hij is Jehova Jireh, het voorziene offer van de Here. En in Jezus Christus, Gods Zoon, wordt er in dit alles voorzien voor u, het zaad van Abraham, als u slechts zult geloven zoals Abraham. Gelooft u het? Laten wij dan onze hoofden buigen.

     Bent u ziek? Behoeftig? Jehova Jireh is tegenwoordig. Dezelfde Die alle dingen beloofde, Die al de tekenen geeft, Die geheel Zijn Woord vervult, is hier in deze wapenfabriek in Middletown, Ohio, vanavond. Als u Hem nodig hebt, steek gewoon uw hand op. Nu, houd Hem in uw gedachten terwijl ik bid.

135 Hemelse Vader, ik kom in de Naam van Uw voorziene Offer, dat ik aanvaardde als mijn Redder; en Hij veranderde dit boze, wrede, Ierse hart van mij, dat daar op het bed lag, met nog maar drie minuten te leven volgens de specialist. Mijn hart sloeg nog maar zeventien keer per minuut. Maar Jehova Jireh kwam op het toneel. En dat is ongeveer vijfendertig jaar geleden, toen ik nog drie minuten had te leven. Maar Jehova Jireh heeft in leven voorzien voor mij. Waarom zou ik het dan niet voor Hem gebruiken?

136 Er zijn hier misschien anderen vanavond, Here, ongetwijfeld. Misschien niet zo erg eraan toe... maar ik beloofde U daar op dat ziekenhuisbed dat ik nooit beschaamd voor U zou zijn, dat ik voor Uw Woord zou staan, dat ik het van het dak van het huis zou uitroepen, van de straathoek... en ik heb het eenendertig jaar uitgeschreeuwd, Here. Nu begint Uw dienstknecht oud te worden. Ik bid U, Here, dat U deze mensen zult zegenen vanavond en dat U hun deze Evangelie-waarheid zult laten zien.

     Zoals de liedschrijver zei:

Het is genade die mijn hart leerde om te vrezen,
Het was genade die mijn angsten verlichtte.
Hoe dierbaar verscheen die genade
In het uur dat ik voor het eerst geloofde.

Door vele gevaren, lasten, en valstrikken,
Ben ik reeds gekomen.
Het was Jehova Jireh Die mij veilig zo ver heeft gebracht,
En Hij zal mij verder leiden.

     Geef mij geloof vanavond, terwijl ik voor de zieken bid. Help mij, Here, en geef de mensen geloof om te geloven. Nu, er is niets, Here... Ik heb hun steeds verteld dat er in mij of welke andere man ook niets is dat kan doen wat U reeds hebt gedaan. Hun genezing is volbracht. U hebt hen verlost van hun ziekte toen U voor hen stierf. U werd om hun overtredingen verbrijzeld, door Uw striemen werden zij genezen.

137 Mogen zij geloof hebben vanavond, Here; niet vertrouwen op enige verdienste, of enige emotie die zij hadden, of enige sensatie of iets. Maar mogen zij komen met eenvoudig vastomlijnd geloof en een vastomlijnde beslissing: "Vanavond aanvaard ik Christus als mijn Geneesheer. Vanuit mijn hart geloof ik dat Hij mij geneest." Sta het toe, Here. Dan zal het allemaal voorbij zijn. Sta het toe, Vader, ik vraag het in Jezus' Naam. Amen.

     (Hoe laat moeten wij weg zijn? Op een bepaalde tijd?) Als u allen slechts enkele minuten werkelijk eerbiedig wilt zijn... ik geloof niet dat wij al een gebedsrij hebben geroepen, nietwaar? Wij hebben nog geen gebedsrij geroepen sinds wij hier zijn. Hadden het slechts vanaf het podium, was dat niet zo? Wat was dat, gebedskaarten A 1 tot 100?

     Zou u liever gewoon vanaf het altaar hier geroepen willen worden, dat mensen zonder gebedskaarten zo geroepen worden, of mensen met gebedskaarten? Het maakt mij niet uit. Op welke manier ook die u het meeste geloof geeft. Als u slechts geloof wilt hebben en het gelooft, niet twijfelt en gewoon heel eerbiedig blijft, en rustig blijft zitten...

138 Nu, dit is de tijd, ongeacht hoeveel ik heb gepredikt, als het niet de waarheid is, is het niet de waarheid. God zal nooit getuigen van een leugen, u weet dat. Maar als het de waarheid is, is God verplicht om het te betuigen.

     Nu, mijn broeders, zusters, wilt u gewoon enigszins... zo eerbiedig blijven als u kunt. Laten wij enige van die gebedskaarten roepen. Als wij ze vanavond niet allemaal kunnen krijgen, zullen wij ze morgen krijgen. Laten wij er ongeveer een dozijn of zoiets op het podium nemen, en dan de Heilige Geest toestaan, als Hij wil, om in het gehoor te beginnen. Hoeveel daar hebben geen gebedskaart en u bent ziek? Steek uw handen op. Overal. O...

139 Hoeveel hebben er dan gebedskaarten? Steek uw hand op. Er zijn er meer zonder gebedskaart en er zijn maar enkelen met een gebedskaart. Waarschijnlijk zijn er enigen van gisteravond die nog gebedskaarten hebben. Wat hebt u gegeven, van 1 tot 50, of van 1 tot 100, gisteravond? Laten wij beginnen met, laten we zeggen, 75. Hoe zal dat zijn? Zien of het hier is.

     Gebedskaart nummer 75. Wie heeft die? Steek uw hand op. Nee? Wel, wij zullen beginnen van ergens anders. O, het spijt mij. In orde, nummer 75. Lukt het u om direct hierheen te komen, dame? Nummer 76, wie heeft die? 76? Die dame? Kom rechtstreeks hierheen. 77? Gebedskaart 77. Daar achterin. 78? Kom hier, dame. 79? 79? Zag ik die? Werd die opgestoken? 79. 80? Wie heeft gebedskaart 80? Zou u uw handen op willen steken, zodat wij het kunnen zien? 80?

140 Nu, wanneer de jongen komt om de gebedskaarten te geven, staat hij voor u en schudt ze door elkaar. Klopt dat? Dan neemt hij... en geeft u de gebedskaart, aan ieder die er een wil, zie, het maakt niet uit. Dus, wij weten niet van waar wij ze zullen roepen en niemand weet het... Dus de jongen kan u niet vertellen: "Wel, wij gaan vanavond beginnen bij nummer 1. Ik zal u nummer 1 geven, en u nummer 2, u... " Dat kan hij niet doen, zie. En het wordt bewezen, want hij schudt ze voor u. In orde.

     Waar was ik gebleven? 80? 80? Gebedskaart 80. 81, had ik die al? 81. 82, 83? Is dat...? Nee, zij stopte voor van een baby. 83, zou u uw hand op willen steken? Daar achterin. 84? In orde. 85? Ik zag het niet. 85? 86? 86? De man... 87? Ik zag het niet, 87. Kijk naar de kaart van uw buurman; misschien is hij doof. O, in orde. 87. 88, 88? Wat heeft deze blinde man? Wat is zijn nummer? Is hij... is hij...? Dat zou toch niet zijn nummer zijn? Nu, hier? O, ja... o, het is... fijn. O, dat is in orde. Houd hem vast. Ik zal hem krijgen. Blijf er gewoon bij. 89? 90, 91, 92, 92. Die zie ik niet. 92? Het zijn waarschijnlijk enige die gisteravond zijn gegeven? Wel, u hebt er genoeg daar.

     Iedereen die hier in deze gebedsrij staat, let gewoon even op. Ik wil dat u nu heel eerbiedig bent. Dit is zaterdagavond. U kunt nu slapen tot de zondagsschooltijd in de ochtend. U hoeft niet naar uw werk. Dus, wees nu gewoon enkele minuten zeer eerbiedig. Neem deze boodschap. Vergeet de boodschap nu niet. Neem de boodschap.

141 Iedereen in deze gebedsrij die een vreemde voor mij is, als ik niets van u weet, steek uw hand op. Allen in de gebedsrij. In orde, meneer. Ieder van u in die gebedsrij, wilt u God plechtig beloven dat als God deze dingen zal openbaren... dat u zult beloven dat u Hem zult geloven en er aan zult vasthouden met uw hele hart? Doet u dat?

     En als ik gewoon zou komen en voor ieder van u zou bidden, en u hierlangs laat komen... Als u iets verkeerd hebt gedaan, maak het dan nu in orde, voordat u in de rij komt. Zie? Doe dat. Nu, want bedenk, de zonde is op u, niet op mij.

142 Nu, hoeveel in het gehoor vanavond geloven dat God de Geneesheer is, en u kan genezen, en u zal genezen, en u hebt er geloof voor vanavond? Steek uw hand op dat u ziek bent. Nu, belooft u, u daar...? Hoeveel hier weten dat ik u die ziek bent niet ken, en niets over u weet? Steek uw hand op.

143 Nu, als de Here Jezus precies hetzelfde zal doen als wat Hij zei dat Hij deed toen Hij hier op aarde kwam, precies wat Hij beloofde dat zou gebeuren in de laatste dagen, als Hij dat slechts één keer zou volvoeren in deze gebedsrij, of één keer daarginds, zult u het dan plechtig geloven?

     Terwijl ik mijn handen ophef tot God dat ik geen van die mensen daar ken... En er zijn hier enkelen die ik ken. Ik probeer te achterhalen wie deze man is die hier zit, en ik geloof dat ik deze man die hier zit, met het lichtgekleurde pak aan, ergens heb gezien... Broeder en zuster Kidd, ik ken hen.

144 En ik weet dat ik hier enkele vrienden heb uit Jeffersonville. Zij zitten ergens hierachter. Een van de diakenen van onze gemeente, broeder Fred Sothmann, hij is hier. Een andere diaken... of hij is een beheerder. Een van de diakenen, een Methodistenprediker, broeder Collins, hij was hier onlangs. Hij en zijn vrouw zijn hier. Broeder Welch Evans en zijn gezin van beneden in Georgia. Die mensen rijden rond... wel, heen- en terug zou ik zeggen dat het ongeveer 2200 of 2400 kilometer is elke zondag om mij te horen prediken in Jeffersonville. Over vrienden gesproken! Sterven voor je!

145 Broeder Tom Simpson, hij is hier, en ik geloof dat enigen van zijn gezin bij hem zijn. Hij bezoekt ook een broeder van mij. Broeder Leo en Gene, zij zijn hier. Zij zijn mijn medewerkers hier in de samenkomst. Dan heb ik een vriend hier, broeder Rodney, en broeder Roger, en broeder Charlie. Zij komen van hier in Ohio, ergens hier dicht bij de grens met Indiana, persoonlijke vrienden van mij; 'United'-broeders en Methodistenbroeders, die kort geleden binnen zijn gekomen en gered werden en vervuld met de Heilige Geest. Zij zijn hier als het goed is. Zij waren hier gisteren. Ik zag enkelen van hen in een privé interview, en zij zijn hier. En daarbuiten kan ik niemand bedenken.

146 Broeder Dauch die hier zit, ik ken hem. Het is een Duitse naam, ik kan het niet zeggen... Het is Dauchs, of Dauch, of zoiets. Zeer fijne broeder van hier in Ohio, die een grote zegen voor mij is geweest. En deze man die hier vlak achter zit, rode das aan, die hier zit... U, direct daar... Ken ik u niet? Nee, de man net achter u, daar. Ken ik u niet? Ik dacht dat ik u kende. Ik kan niet op zijn naam komen, maar ik ken hem.

147 En onlangs leidde de Heilige Geest mij op een ochtend de straat op. Ik ging naar de kamer om te ontbijten. Iets zei: "Ga niet. Loop de straat door." Ik begon de straat door te lopen en ik vroeg mij af: "Waarom? Waarom?" Bleef door de straat lopen, en ik zag twee dames op de hoek staan. Ik bleef lopen.

     Ik dacht: "Vader, wat zou U willen dat ik doe?"

     "Blijf gewoon lopen."

     En toen ik daar liep, draaiden deze dames zich om en zeiden: "Meneer, kunt u mij vertellen waar een kruidenierswinkel is?"

     Ik zei: "Nee. Ik ben een vreemde hier."

     En zij keken rond en zeiden: "Bent u niet broeder Branham?"

     Ik dacht: "Hier is het."

148 Eén kleine dame had heel hard gebeden om mij privé te ontmoeten. Zij ging op de hoek staan wachten. God zond haar daar naar buiten, en God stuurde mij van mijn kamer daarlangs. (Zij zit hier nu.) Zij vertelde mij over iets waarover zij privé met mij wilde spreken, zie.

149 U... Het enige wat u moet doen is de leiding van de Geest volgen. Hij werkt aan beide uiteinden van de lijn en laat het precies goed samenkomen. Zie? Gewoon precies.

     En als ik tegen de mensen uit Jeffersonville zou moeten zeggen... wel, ik zou hen niet roepen als ik zag... tenzij het iets zou zijn dat zij zouden... dat ik hun zou moeten vertellen of zoiets. Maar gewoonlijk zijn het de andere mensen. Bid nu allemaal, en geloof met uw hele hart.

     Nu, wat deed één vrouw...? Jezus vertelde haar iets wat er verkeerd met haar was en zij ging en vertelde... En een hele stad geloofde in de Here, een hele generatie, een hele volksstam geloofde dat Hij de Messias was.

150 Nu, ik ben niet de Messias. U weet dat. O my... Ik ben een zondaar gered door genade. Ik ben een man. Maar de Messias werkt in menselijke wezens. Nu, zoals ik u probeerde te vertellen, er zijn geen drie goden. Iedereen die dat gelooft is een heiden. Er is slechts één God: Hij leeft in drie bedieningen. Het Vaderschap... O, mensen zijn gek geworden, die dat probeerden te bestuderen. Wel, het is zo eenvoudig: God de Vader (de vader-bedeling), Zoonschap, Heilige Geest: dezelfde God.

151 Niet drie goden: één genaamd Vader, één genaamd Zoon, één genaamd Heilige Geest. Ha! Als u dat gelooft, broeder, kunt u beter naar de katholieke kerk gaan. Daar hoort u, gewoon precies. Daar kwam het vandaan. Zo'n lering is er niet in de Bijbel. Niets dergelijks. Drie-eenheid wordt zelfs niet genoemd in de Bijbel, niet één keer.

152 Nu, ik ben geen... niet... en ik zeg... En sommige mensen zeggen: "Hij is een 'Jezus Alleen'." U vergist zich daar. Ik zou zo'n geest niet op mij willen hebben. Dat dogmatische, ongoddelijke, dat... Beslist niet. Ik ben geen Eenheids, helemaal niet, en evenmin een Trinitariër. Ik ben een Christen. Ik geloof in God.

153 Ik geloof in God, gemanifesteerd in drie bedieningen. Nu, Zijn bediening is in mijn hart, in uw hart. Geen andere God ergens anders; een andere God ergens anders; een andere God ergens anders. Dat is zo heidens als heidens maar kan zijn. Nooit één keer werd daar zelfs maar aan gedacht tot het Concilie van Nicea. Vind het in de Bijbel, of vind het in de geschiedenis tot die tijd. Het is er niet.

154 Gene, ben jij degene die hen naar mij gaat brengen? In orde, broeder. Nu, als iemand hier een verdenking heeft dat dit niet uit God is, en u hebt een beter systeem om deze mensen te helpen, dan zal ik met alle godvruchtige vreze en broederlijk respect hier beneden een zitplaats nemen bij broeder Sullivan. Kom naar het podium. Als u er iets anders aan kunt doen. Of als u hetzelfde wilt komen doen, als u denkt dat ik van de duivel ben en u uit God bent, dan kunt u dit zeker veel beter doen. U kunt het veel beter doen dan de duivel als u uit God bent. Kom dan, neem de plaats. Niet dat ik Hem ben, maar Hij is hier. Nu, ongeacht hoezeer Hij mij zou zalven, Hij moet u op dezelfde wijze zalven.

     Nu, hier staat een vrouw die ik nooit in mijn leven heb gezien. Zij is een totaal vreemde voor mij. Ik heb haar nooit gezien. Zij is gewoon een vrouw die daar staat. Nu, ik veronderstel dat dit de eerste keer is dat wij elkaar ooit ontmoet hebben, zover ik weet. Is dat juist? Dat is juist. Nu, als dit onze eerste ontmoeting is, en ik zou mijn handen daarvoor opsteken. Als ik u ooit ontmoet heb, was het ergens waar ik niet wist wie u was. Wij passeerden elkaar op straat, of u zat in de samenkomst of zoiets. Ik zou u op geen andere manier kennen. Maar om u gewoon te kennen, ik ken u niet. En u kent mij niet. Maar er is Iemand hier Die ons beiden kent. Dat is juist. Nu, wij gaan onszelf vergeten en Hem door mij laten spreken, en...

     Nu, als ik hier naar voren kom en zeg: "Dame, u bent ziek. Halleluja. Prijs God. Ga en wees genezen. U bent genezen. Ga verder..." Nu, dat zou in orde zijn, als u het wilt geloven. U wordt alleen genezen door geloof. Dat is juist.

     Nu dus, u zou het recht kunnen hebben om dat te betwijfelen. Maar volgens de Schrift wat ik u vertelde dat wij in de eindtijd zijn, en dat diezelfde God Die in menselijk vlees woonde, daar at en dronk, Die verscheidene honderden jaren daarna in het vlees werd gemanifesteerd, dezelfde God... Want Hij kwam voor verlossing, om Zijn verloren kind op te sporen...

155 Toen God neerkwam in de hof van Eden, waarom zond Hij geen engel neer om Adam op te sporen? Waarom zond Hij niet een soort zoon om Adam op te sporen? Dat was Zijn verloren kind: Hij kwam Zelf. Dat is waarom Jezus God was, vlees gemaakt. Hij kwam in menselijk vlees om mij te verlossen. Ik zou daarover gaan spreken vanavond, als ik dat gisteravond niet had kunnen afmaken, De Bloedverwant Verlosser, om te tonen dat Hij een man moest zijn.

     Dus door dat bloed zonder seks, dat onvervalste, geschapen bloed van God, sta ik hier vanavond, met deze uitdaging, op mijn Bijbel, staande voor een vrouw, om te zeggen dat God Zijn Woord houdt. Dat is waar wij staan.

     Als God mij iets zal openbaren waardoor u weet dat ik... Als er iets met u is, ik weet het niet. Maar als Hij het mij zal openbaren, dan zult u het weten. En zoals de vrouw bij de bron in Samaria, ga uw mensen vertellen: "Kom zie een Man – niet broeder Branham, nu, maar de Here Jezus – Die in Zijn gemeente is en Zichzelf manifesteert, want Hij vertelde mij de dingen die in mijn leven zijn." Zou u bereid zijn om dat te doen? Zou de gemeente bereid zijn om dat te doen?

156 Het is werkelijk niet voor uzelf dat u hier staat. Het is voor iemand anders. Als dat juist is, steek uw hand omhoog. Zie? Hij weet wat in uw hart is. Als God mij dan zal beschrijven of mij iets zal vertellen over deze zaak of persoon, zult u mij dan geloven? De persoon, niet hier; zij zijn in een stervende toestand met kanker, en u staat voor hen. Is dat juist? Kent u die zakdoek die u in uw hand hebt daar? Neem die mee naar hen en twijfel niet. Zult u het niet betwijfelen? Dan kunt u hebben waarom u hebt gevraagd. God zegene u. God zegene u.

     Nu, gelooft de gemeente? Indien gij kunt geloven. Het schudt enigen; anderen niet. Niets...

     Hoe maakt u het? Als Jezus Christus, de Zoon van God, mij zal openbaren waarvoor u hier bent, of voor wie u hier bent, of iets anders, dan zult u weten of het de waarheid is of niet, nietwaar? Zult u geloven dat ik Zijn dienstknecht ben, en dat ik u de waarheid heb verteld over het Woord van God?

157 Bent u gereed voor een schok? U bent ernstig ziek, overschaduwd tot de dood, donkerheid over u, een kanker. Het is een longkanker die door uw systeem heen is gegaan. Dat is waar. Kom hier. Als de Geest van God Die de Bijbel maakte... De laatste opdracht die onze Redder de gemeente gaf: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Nu, u weet dat iets mij gezalfd heeft, is dat juist? Wel dan, als ik handen op u leg en die duivel veroordeel, zult u geloven dat het van God komt, dezelfde God Die over u weet? Dan kunt u leven.

     Almachtige God, Schepper van hemelen en aarde, Auteur van eeuwig leven, en Gever van elke goede gave, met handen op de vrouw gelegd, zoals de laatste opdracht die werd gegeven aan onze Heer, of door onze Heer, wat Zijn gemeente moest doen, veroordeel ik deze dood die over de vrouw hangt, en laat haar leven in de Naam van Jezus Christus. Amen. Nu, schrijf mij uw getuigenis en geloof met heel uw hart.

158 Hoe maakt u het? Gelooft u dat God ook een rectale aandoening geneest? In orde. Dan is het voorbij. Wat hebt u dan aangeraakt? Hem aangeraakt. Ik ken u niet. God kent u wel. Gelooft u dat ik Zijn dienstknecht ben? Ik probeer gewoon om... Zie, de Engel des Heren... Hebt u ooit mijn boek gelezen? Toen Hij mij die avond ontmoette, zei Hij: "U moet zorgen dat de mensen u geloven." Wát van mij geloven? Dat ik u de waarheid heb verteld. Nu, ik heb het Bijbelverhaal verteld, dat moet dus waar zijn.

     Als de Here mij iets over u zal openbaren, zult u geloven dat het is...? U zult moeten weten of dat waar is of niet. U lijdt aan een galblaaskwaal. Dat is juist. Daar komt het, gewoon, ik verwachtte het al zo'n beetje: "Hij raadde dat." Ik raadde dat niet. Stop met dat te denken. Ik zal u nu beschaamd maken over uzelf.

159 Ik weet niet wat Hij u vertelde. Even een ogenblik. Ja, hier is het. Het is onder de ribben hier; het is de galblaas. Dat is juist. Veroorzaakt ziekte en krampen en van alles. Dat is juist. U hebt ook spataderen. U lijdt aan een nerveuze toestand. U hebt complicaties, zei de dokter. Uw naam is mevrouw Osborne. Ga naar huis en wees gezond. Jezus Christus maakt u gezond. Schaam u. Heb geloof in God. Twijfel niet. "Indien gij kunt geloven zijn alle dingen mogelijk."

160 De dame die daar zit met haar haar zo opgestoken, die recht naar mij kijkt... Er is iets toen het deze vrouw trof, dat ook die vrouw trof, en ik keek rond. Ik zag het licht boven haar. Ik weet het niet. Er is iets daar met die vrouw die zojuist het podium verliet wat ook met die vrouw aan de hand is. U lijdt, nietwaar, zuster? Ziek?

     Ja, ik zie het nu. Gelooft u dat ik Zijn profeet ben? U hebt een galblaas aandoening. Als dat juist is, steek dan uw hand op. In orde, u bent genezen. Jezus Christus maakt u gezond. Gelooft u? Als u wilt geloven dat ik Zijn dienstknecht ben, dat trof uw vriendin die daar zo dichtbij u zit. Het heeft haar ook genezen van een borstkwaal die zij had. Gelooft u het, dame? Aanvaardt u het? Steek uw hand op als u het gelooft. In orde. Ga naar huis met geloof, dan kunt u genezen worden. Ik vraag u alleen om te geloven. Dat is alles.

     Hij is in het gehoor. Ziet u deze kleine dame die hier zit te bidden met haar hele hart? Zij bidt niet voor zichzelf. Zij bidt voor een zuster die kanker heeft. Ja. Een ietwat vreemd gevoel, was het niet? In orde. Nu ga, geloof. Dat is in orde. Hmm. Vreemd. Een andere vrouw verscheen mij, net achter haar daar, die bidt voor hetzelfde. Gelooft u ook, zuster? U kunt de uwe hebben.

     O, vertel mij wat zij hebben aangeraakt. Hoe... zij zijn zeven meter bij mij vandaan of tien meter. Hoe konden zij mij aanraken? Zij raakten mij nooit aan maar zij raakten wel de Hogepriester aan, Jezus Christus, Die aangeraakt kan worden door het gevoelen van onze krankheden.

161 Ik ken u niet. Wij zijn vreemden voor elkaar. Als de Here Jezus mij iets zal openbaren... U beseft dat u in Zijn tegenwoordigheid bent. Er is één ding verkeerd: u zou er van dood kunnen vallen. Dat weet u. Dat is juist. Gaat u met uw hele hart geloven? Uw kwaal is in uw rug. Dat is juist. Een nier die buiten zijn grenzen is. Gelooft u dat u genezen zult worden? Mevrouw Combs, u kunt naar huis gaan en gezond worden. (Bid voor die vrouw daar. Het is uw geloof.)

     Ik ken u niet. O wat... wat als het...? O, wel... Denkt u dat uw moeder uit die beroerte zal komen en in orde zal zijn? In orde. Ga, geloof het. Zij kan genezen worden. God zegene u.

     Kan God kanker genezen en u gezond maken? In orde. Ga, geloof het met heel uw hart, en word gezond gemaakt. Indien gij kunt geloven.

162 Kom dame. Ongeveer tachtig procent van dit gehoor lijdt aan hetzelfde, dame. Laat mij het u tonen. U allen daar die geplaagd wordt door nerveusheid, steek uw hand omhoog, iedereen. Zie? Dat is uw probleem. Begint hoe dan ook te komen rond deze tijd van het leven, maar u bent al een lange tijd nerveus geweest. Gelooft u dat u er nu overheen bent? Ga en dank de Here. Zeg: "Dank u, Here Jezus."

     Kan God uw rug genezen en u gezond maken? In orde. Ga dan en geloof het met uw hele hart.

     Ik zie uw probleem, maar dat is niet wat het is. U bent zo zenuwachtig dat u niet weet hoe u uzelf bij elkaar moet houden. Ga, geloof. Het zal in orde zijn. Dat... Deze zelfde dame hier had een nerveusheidsprobleem. Zij heeft andere problemen, complicaties, maar zij wil feitelijk dat ik voor de zenuwen bid. Is dat juist? Geloof het, ga heen en word gezond. Geloof gewoon met uw hele hart.

     Ik ken u niet, toch? Gelooft u dat God die vrouwenkwaal die u hebt zal genezen, en u gezond zal maken? Ga dan, geloof het; heb geloof.

163 Gelooft u daar, een ieder van u? Hebt u geloof? Die dame die daar zit heeft ook een vrouwenkwaal waarvoor zij bidt. Dat is juist. Dame, heeft een soort... u hebt iets over uw schoot liggen. Dat is juist, u. U keek om naar de vrouw naast u. Geloof... Nee, hier. U die uw hand zo naar achteren hebt liggen. Geloof met uw hele hart. Ga naar huis, ja, en wordt genezen. Jezus Christus geneest u.

164 Wat denkt u daar, die bidt voor uw vrouw die teruggevallen is? Denkt u dat zij terug naar huis zal komen en zal worden... Ga staan. In orde. Ik geef u haar terug in de Naam van Jezus Christus.

165 Ga, geloof, zuster. Word genezen. Jezus Christus geneest u en maakt u gezond. Nu, dat is ongeveer hoe ook zij 's morgens uit bed moet komen. Het is artritis. Maar God kan artritis genezen, nietwaar? In orde, als u... Wel, ga gewoon en geloof Hem. Ga en zeg: "Dank u, Here." Geloof Hem.

166 Wat als ik zelfs niet één ding tegen u zou zeggen, maar gewoon mijn handen op u zou leggen? Zou u geloven dat u gezond zou worden? Kom dan gewoon langs. God zegene u. Ga, ontvang het, zuster, in de Naam van Jezus. Nu, hier komt het opnieuw: nog een zenuwaandoening. Dat is juist. Hoeveel zijn er daar in het gehoor? Met heel uw hart, met alles wat in u is, en u gelooft met alle kracht die u hebt dat God de Genezer is van nerveusheid, steek dan uw handen zo op. Als Hij deze vrouw hier kan genezen...

167 Nu, daardoor... Kom even hier. Hmm, u hebt ook andere kwaaltjes, nietwaar – vrouwelijke. Zie, hoe zou ik dat kunnen vertellen. Om u iets te tonen, kijk hier, wanneer u uw hand op de mijne legt... Kijk hier. Ziet u mijn hand? Ziet u hoe normaal hij eruit ziet, zoals van elke man? Nu, leg deze hand hierop. Nu, kijk ernaar. Ziet u hoe hij opzwelt, die kleine witte dingen die eroverheen lopen? Nu, let op. Neem deze andere hand hier en leg die erop. Het doet dat niet met die andere, nietwaar? Doet het niet met die andere. Wel, waarom zou het dat alleen doen op deze?

168 Dat was de eerste gave die mij gegeven werd. Zie, het is uw contact, uw rechterhand op mijn linker; u pleit met uw geloof, dat u gelooft wat ik u vertel. Ik neem uw linkerhand en steek de mijne op naar God. Mijn linkerhand is bij mijn hart. Zie? Nu, u ziet iets gebeuren, wat lichamelijk toont wat daar aan de hand is. Is dat niet juist?

169 Nu, kijk naar de mensen. Is dat...? Kijk wanneer zij hiernaar kijkt. Kijk zelf naar mijn hand. Nu, neem uw hand eraf. Nu, neem deze andere hand, leg die erop. Doet het daar niet. U bent even menselijk in deze hand als in deze hand. Zie? Nu dan, u ziet dat er iets is dat het lichamelijk toont. Dat is de zalving. Dat is door een belofte. Nu, kom hier. Let nu op mijn hand. Gelooft u nu met uw hele hart? Ik zal mijn hand precies hier leggen zodat u het zult zien. Het is niet... U ziet dat het niet de positie is waarin ik mijn hand houd, het zal daar precies zo werken.

     Nu, als dat weggaat, als het weer wordt zoals deze andere hand, wel dan zal het zijn... dan zult u weten dat er iets is gebeurd, nietwaar? Nu, ik weet niet of u het kunt zien of niet. Als zij haar hand op de mijne legt, dan zwelt die op, en kleine witte dingen gaan brrr, brrr, brrrr... Zij beseft niet... zij weet dat zij een vrouwenkwaal heeft, maar zij weet niet wat het is, zie? Het is een tumor. Zie? Nu, daar is het, het beweegt. Zij had daar last van.

170 Nu kijk, ik zal mijn hand van haar af halen. Kijk nu naar mijn hand. Nu, laat haar deze andere hand hier nemen en die hand erop plaatsen. Geen enkel verschil, zie. Deze toont het niet. Deze wel. Is dat juist, dame? U bent hier om ernaar te kijken. [De zuster zegt: "Het is zo, ja, meneer." – Vert] Zie? Kleine witte dingen die over mijn hand lopen, brrr, brrr, brrr. Wat is dat? Dat is een leven binnenin haar dat daar niet hoort.

171 Nu, de dokter noemt het een tumor, kanker, enzovoort, maar Jezus noemde het een duivel. Waarom? Het is een leven. Wat is zij? Zij is een leven, een vermenigvuldiging van cellen. Wat is een tumor? Een vermenigvuldiging van cellen. Wat is een kanker? Vermenigvuldiging van cellen. Wat is een cataract? Vermenigvuldiging van cellen. Zie, dat is een leven daarbinnen. Het is de zalving hier nu van eeuwig leven. En er is hier een leven dat eeuwig leven is, en er is een leven daar dat dood is. Zie? Dus dat is het verschil.

     De vrouw is een gelovige. Zie? Zij is nerveus; zij is een lange tijd zo geweest, in het bijzonder sinds de overgang; heeft astigmatisme in haar ogen, zij heeft aanvallen van duizeligheid. O my, dat is gemakkelijk, zie. Maar waar het om gaat is om nu op te letten en te kijken.

     Nu, ik kan niet maken dat het weggaat, of ik kan niet maken dat het wegblijft. Nu, ik wil gewoon dat u mijn hand vasthoudt, zodat u kunt zien dat het waar is waarover ik daarnet sprak. Kunt u mij horen? Ik ga mijn hand hier houden en de vrouw gewoon laten bidden en zien of het weggaat. Bid gewoon en zeg: "Here, help mij." Nu, zij bidt, zie?

172 Nu, laat haar zelf kijken: ik heb niet naar mijn hand gekeken. Nog steeds daar. Nu zal ik bidden. Vader God, hoor mijn gebed, ik bid voor deze vrouw dat U haar zult helpen overeenkomstig haar geloof. Amen. Het heeft niet bewogen, nietwaar? Nog steeds daar. Nu, ik ga niet bewegen. Kijk gewoon naar mijn hand. Nu, ik toon u slechts wat Hij zei, om zeker te maken dat Hij het nu is. Nu, wat vertelde Hij mij? Hij beloofde mij dit. Ik kan niet maken dat het weg van haar blijft, maar als zij ziet dat het weggaat, dan zal zij... Nu, ik wil dat u op mijn hand let. Let op mijn hand.

173 Almachtige God, niet om hier een show te maken, maar dit zal waarschijnlijk mijn laatste keer zijn in deze stad. Ik bid U, Here, om Uzelf bekend te maken, dat ik deze mensen de waarheid heb verteld. Zij kijken naar mijn hand; de vrouw ook. Maar Uw woorden zijn zo waar. Soms wanneer een kleine bezorgdheid, influistering, hindert... maar Uw belofte blijft nog steeds waar: "In Mijn naam zullen zij duivelen uitwerpen."

174 Nu, U beloofde dat. U bevestigde het aan mij door een engel, die avond bij Green's Mill, terwijl ik in die hut stond.

     Satan, je kunt haar niet langer vasthouden. Kom uit van haar, in de Naam van Jezus Christus.

     Nu, laat de dame de rechter zijn. Het is weg. Is het weg, dame? Ik heb geen enkele keer mijn hand bewogen. Nu kijk, het is weg. Leg uw hand erop. Het is daar niet, nietwaar? U bent genezen. Ziet u wat ik bedoel?

     Gelooft u? Nu, hoeveel gelovigen zijn er hier? Steek uw hand op. Heeft de Bijbel dit niet verklaard? Heeft God niet op dezelfde manier met het zaad van Abraham gewerkt als met Abraham? Is het niet dezelfde Engel die Abraham ontmoette in de tijd van Sodom voordat het werd vernietigd? Zijn dat niet dezelfde werken hier, die Hij doet vanavond? Is het hetzelfde? Is het dat? Gelooft u het? Bent u Abrahams zaad?

175 God zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Hoeveel daar zijn ziek? Steek uw handen op. Hoeveel zitten er naast hen die gelovigen zijn? Leg uw handen op elkaar. Dat is alles. Leg gewoon uw handen op. Dat is alles wat u hoeft te doen.

     Laten we gewoon zeggen... U zegt: "Wel, broeder Branham, ik wil gedoopt worden." Ik zal u gewoon dopen, dat is alles. Dan bent u gedoopt. Is dat juist? Dan bent u een Christen. Wel dan, als u zegt: "Wel, broeder Branham, bekeer u en word gedoopt", dat is wat de Bijbel zegt. "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie... elk schepsel... Die gelooft en gedoopt is, zal gered worden." Is dat juist?

176 Wel, als u gelooft en dan bent gedoopt, dan zegt de Bijbel dat u bent gered. Is dat juist? Wat is de orde van de doop? Houd hen gewoon onder water, breng hen weer omhoog – gedoopt. Wat is dan de orde voor de zieken? "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. Als zij hun handen op de zieken zullen leggen, zullen zij gezond worden."

     "Als broeder Branham zijn handen oplegt..."?

     Hij zei nooit "broeder Branham", Hij zei "hen die"... Deze tekenen zullen dus hen volgen die geloven. U bent een gelovige, net als ik. U hebt hetzelfde recht om uw handen op iemand te leggen als ik. Elk van uw predikers, deze voorgangers, wie dan ook, zij hebben het recht om het te doen. Gelooft u dat? Dan wil ik dat u uw handen op elkaar legt. Buig uw hoofd. Bid nu niet voor uzelf. Bid voor de persoon naast u waarop u uw handen hebt, want zij bidden voor u. Geloof dat met heel uw hart. Ik draag u op aan Jezus Christus, terwijl ik over deze doeken en zakdoeken hier bid.

177 Hemelse Vader, deze zakdoeken die naar mij werden gebracht, de mensen geloven, net als in de dagen van Paulus. Zij zagen hoe Paulus die visioenen had, en zij wisten dat hij door God was gezonden. Deze mensen geloven hetzelfde.

     Nu Here, U bent dezelfde God voor ons, want Abraham was de vader van vele naties. En zij brachten zakdoeken en schorten van het lichaam van Paulus, en die werden naar de zieken en aangevochtenen gebracht, en duivelen gingen uit van de mensen; onreine geesten, ziekten werden genezen.

     Nu, ik bestraf iedere duivel die de mensen bindt, die deze zakdoeken vertegenwoordigen, en vraag dat zij genezen zullen worden. En in dit gehoor, Here... ik geloof met mijn hele hart, als Uw dienstknecht, dat er vanavond mensen in dit gehoor zitten die oprecht zijn; met de Geest vervulde, wedergeboren mannen en vrouwen van God.