Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid

Door William Marrion Branham

1 Dank u, meneer. Het is erg fijn om vanmiddag weer hier te zijn na zo'n wonderbare tijd deze morgen in broederschap rondom het Woord van de Here. Wij zijn blij om u fijne mensen opnieuw te bezoeken hier op de prairie.

     En vanmorgen spraken wij over het onderwerp van presteren, en "Gods voorziene weg". En ik vertelde degenen die deze morgen in de klas waren dat mensen altijd iets voor zichzelf proberen te bereiken, iets waarvan zij kunnen zeggen: "Ik deed dit", of "Ik deed dat."

     En wij spraken over het onderwerp hoe geweldig het zou zijn, hoe het nieuws in enkele ogenblikken de wereld over zou gaan, als mensen een manier zouden kunnen vinden om de regen te kunnen besturen, om het voor het gewas te gebruiken of het van de oogst weg te houden. Of hoe het zou zijn als zij ergens een medicijn zouden kunnen ontdekken dat zou veroorzaken dat een oude man en vrouw weer jong zouden kunnen worden en in eeuwigheid leven, wel, dan zouden zij het nieuws overal heen sturen. Zij proberen dat te bereiken, maar het is reeds bereikt. Christus heeft dit voor ons gedaan. En Hij is Gods prestatie voor ons, en wij moeten Hem geloven.

2 Nu, deze diensten zijn niet voor... Soms noemen zij het Goddelijke genezing-diensten. Nu geloof ik niet dat er enig mens is die mensen kan genezen. Ik geloof dat genezing plaatsvindt door geloof in Christus, net zoals redding. Er is niemand die onze zonden kan vergeven. Zij zijn reeds vergeven. Christus redde de wereld van zonde toen Hij op Golgotha stierf. Het zal u nooit enig goed doen tenzij u het ontvangt tot uw eigen persoonlijk nut. En zo is het ook met genezing. Alles wat God kon doen voor de zieken en de aangevochtenen, deed Hij toen Hij stierf op Golgotha. En Hij verwierf dat voor ons. Dat was Zijn prestatie. Nu, maar om het te ontvangen, moeten wij het, de redding, als ons eigen persoonlijk eigendom aanvaarden.

     Ik zou vandaag kunnen vragen: "Hoeveel van u mensen werden tien jaar geleden gered?" Vele handen zouden omhooggaan. "Hoeveel werden er verleden jaar gered?" Handen zouden omhooggaan. Maar ziet u, u werd niet tien jaar geleden of verleden jaar gered, u werd negentienhonderd jaar geleden gered. U aanvaardde het tien jaar geleden, of wanneer u het ook deed. Nu, het is reeds een voleindigd werk.

     De Bijbel zei: "Hij werd verwond voor onze overtredingen, door Zijn striemen werden wij genezen." Zie? Het is verleden tijd, iets wat reeds gedaan is. Zo eenvoudig, en toch is Goddelijke genezing een van de grote meesterwerken van de Bijbel, het meesterwerk van God dat aan de Christelijke gemeente werd gegeven, dat reeds lang, een lange tijd geleden, vergeten is. Maar het is iets wat ons toebehoort; het is iets wat uw persoonlijk bezit is.

3 En om nu te zeggen dat het niet zo is, daar zijn zij te laat voor gekomen. Maar ik heb ongeveer zeven keer een reis rondom de wereld gemaakt en ik heb het in iedere natie gezien: tienduizenden blinden, doven, doofstommen, aangevochtenen, kankers, tumoren, melaatsheid, en zelfs die dood waren – met schriftelijke doktersverklaringen over hen die reeds uren dood waren – en weer tot leven kwamen. Dit kunnen dus nu niet gewoon maar verklaringen zijn. Wij zouden het op die manier niet aannemen. De dokter moet het zeggen. Zie? Het moet een authentieke verklaring zijn voordat we het openbaar kunnen maken.

     En er zijn er tienduizenden die nooit openbaar gemaakt zijn, omdat ik er niet zo erg van houd om dingen te publiceren, tenzij het gewoon onder ons is. Jezus zei ergens: "Vertel niemand er iets over. Ga gewoon voorwaarts en geef God de eer." Dus ik denk dat we vandaag teveel nadruk leggen op publiceren om met iets te pronken. Maar Christus is geen showman. Hij is de Zoon van God, nederig. Hoe kunnen mensen geloven tenzij zij voorbestemd waren om te geloven? Er waren veel mensen in Zijn dagen die het niet geloofden, maar Hij kwam tot degenen die het geloofden.

4 Enige tijd geleden zei een man tegen mij... hij las een artikel over een kleine baby daar in Mexico die in de samenkomst stierf, of die ongeveer om negen uur die morgen was gestorven, en dit was die avond om elf uur... En de dokter tekende de verklaring dat hij de baby dood had verklaard om negen uur die morgen en dat hij om elf uur die avond weer levend was. Ik had ervoor gebeden nadat ik een visioen had gezien. En bad en legde handen op de kleine baby in het bijzijn van ongeveer, o, vijftig of vijfenzeventig duizend mensen, en de kleine baby begon te schoppen en te schreeuwen en kwam tot leven en is vandaag in leven, voor zover ik weet. De dokter tekende daar een verklaring voor.

     En dat is dus ongeveer vijf keer dat ik zoiets gedaan heb zien worden. En de man zei dus tegen mij: "Ik ga dit nakijken om te zien of dat juist is."

     Ik zei: "Ik wil u de moeite besparen. Hier is de doktersverklaring."

     Hij zei: "Als u kon opwekken... Als u heengaat en voor duizenden bidt en zij zouden uit de dood opstaan, of de kankergevallen," zei hij, "dan zou ik het nog niet geloven."

     Ik zei: "Zeker niet. Het is niet voor ongelovigen. Het is slechts voor degenen die dat geloven." Dat is juist, is het niet? Goed. Hij kan alleen handelen met degenen die geloven.

5 En er bestaat slechts één ongeloof. Laten we dat in onze gedachten houden. Er bestaat slechts één zonde. Welnu, drinken, gokken, overspel bedrijven, heiligschennis plegen: dat is geen zonde. Dat zijn de attributen van ongeloof. Jezus zei: "Hij die niet gelooft, is reeds veroordeeld."

     In de dagen van onze Here, vond Hij vele mannen die heilig leefden, reine, eerbare mannen. En zij waren geleerden, meesterwerken van geleerdheid. En toch zei Hij tegen hen: "U bent uit uw vader de duivel", omdat zij Hem niet geloofden. Zie? Zij geloofden de boodschap niet; dat maakte hen ongelovigen. Hij kon ze niet helpen. In Zijn eigen land waren er velen die Hij niet kon helpen vanwege hun ongeloof. Hij zou u dus niet kunnen redden in ongeloof, noch kan Hij u genezen in ongeloof. U... Het is gewoon zo eenvoudig als: "Geloof het slechts."

6 Nu, voordat u iets kunt geloven, moet u een soort begrip hebben van wat u gelooft en waarom. Ik geloof niet dat God mensen geneest om alleen maar Zijn kracht om te genezen te tonen. Ik geloof dat Hij mensen geneest om te tonen dat Hij Zijn Woord vervult en Zijn beloften houdt. Toen Hij de eerste keer op aarde kwam, zei Hij dat Hij dit deed "opdat vervuld zou worden wat door de profeet was gesproken". Heel Gods Woord moet worden vervuld, alles ervan.

     Toen Jezus op Golgotha stierf, weten we dat Zijn ziel naar de hel ging; Zijn lichaam ging naar het graf; Zijn Geest ging naar God. Hij zei op Golgotha: "In Uw handen beveel Ik Mijn Geest." En Zijn Geest ging naar God, de Vader, in Zijn handen.

     De Bijbel zei dat Zijn ziel... Hij ging naar de hel en predikte tegen degenen die in gevangenschap waren, die zich tijdens de lankmoedigheid tijdens de dagen van Noach niet bekeerd hadden.

     Wij weten dat zij Zijn lichaam weglegden in een graf en verzegelden met een steen: een grote steen werd ervoor gerold en verzegeld.

7 Jezus Zelf, toen Zijn Geest (wat u allen bent)... Dat was de Geest van God in Hem, maar achter een versperring zoals dit; het Woord van God dat op de vervulling wacht. Hij kon niet eerder dan op de derde dag opstaan, omdat David had gezegd: "Ik zal Zijn ziel niet in de hel achterlaten, noch zal Ik Mijn Heilige ontbinding doen zien." Wij weten allen dat bederf na tweeënzeventig uur inzet in het menselijke lichaam.

     Welnu, Hij wist dat Hij ergens binnen die tweeënzeventig uur uit de dood moest opstaan, want Hij zei tegen hen: "Vernietig dit lichaam, en Ik zal het weer binnen drie dagen opwekken. (Zie?) Verscheur het... Vernietig deze tempel, en Ik zal hem opwekken... binnen drie dagen oprichten."

     Nu kijk, om het Woord van God te houden en te vervullen, stond Hij achter het Woord van God met een belofte, totdat deze complete drie dagen vervuld waren. Na de derde dag werd de muur omvergehaald. Op die morgen, toen de tijd vervuld was, daalde Zijn Geest neer van God, kwam neer naar het graf; wekte Zijn lichaam op, verbrak de zegels van de dood, de hel en het graf, en stond op, voor eeuwig levend.

8 Nu is Hij levend vandaag: ziel, lichaam en Geest; Hij leeft. Dat is altijd het thema van onze conventies: "Jezus Christus Dezelfde, gisteren, heden en in eeuwigheid."

     Welnu, op grond hiervan... En ik wil absoluut niet dat iemand zegt: "Broeder Branham is een goddelijke genezer..." Want ik geloof niet dat er zoiets bestaat. Ik geloof dat Christus de Genezer is, en ik geloof dat Hij ons genezen heeft: "Door Zijn striemen werden wij genezen."

     En dikwijls... Ongetwijfeld hebben we hier vanmiddag in deze kleine kerk een gemengde groep, waarschijnlijk uit allerlei verschillende denominaties. Enige of vele verschillende denominaties, had ik moeten zeggen. Velen van hen zijn misschien onderwezen tegen Goddelijke genezing.

     En dikwijls weten mannen die ertegen onderwijzen niet wat zij doen, maar ze hebben toch de verkeerde opvatting gekregen omdat het verkeerd werd voorgesteld. Soms kan de waarheid verkeerd worden voorgesteld, en wordt de waarheid zo te gronde gericht. Maar Goddelijke genezing is correct. Het is Gods Woord; dus daarom moeten wij ons geloof op Zijn Woord funderen. Zie? Nu, er is... en dan, het is iets wat reeds gedaan is, iets wat Christus reeds voor ons gedaan heeft.

9 Nu onthoud dat wij dít geloven: dat Gods Woord vervuld moet worden; dat het is... God is Zelf oneindig; Hij is onfeilbaar; Hij is alomtegenwoordig, alwetend, almachtig, en oneindig. Als Hij dat niet is, dan is Hij God niet. En als Hij dat is, dan wist Hij het einde vanaf het begin. Voordat er een wereld was, wist Hij dat wij hier vanmiddag bijeen zouden zijn, als Hij oneindig is. Hij wist waar u in uw hart aan denkt, voordat de wereld ooit begon. Hij wist waar u op dit moment aan zou denken. Hij kende elke mug die op de aarde zou zijn, iedere keer dat hij met zijn ogen zou knipperen. Dat is wat oneindig betekent.

     En als Hij niet oneindig is, dan is Hij God niet. Zie? Dus moeten we onthouden dat we niet te maken hebben met iets in tijd en ruimte zoals wij zijn: eindig. Wij hebben te maken met iets dat oneindig is. En als dit het Woord van God is, dan is dat net zo oneindig als God. Zie? Daar bent u er. U moet geloof in het Woord hebben. Dat is de enige manier waarop het zal werken.

10 En Gods Woord is een zaad. En u boeren hier weet, als u een zaad in de grond doet en het juist behandelt, en als het in de juiste soort grond is, dat het zal voortbrengen welk soort zaad het is. En Gods Woord is een zaad. En als u het in de juiste soort grond van geloof plaatst, en het juist behandelt, dan zal het precies voortbrengen wat het is. Als het voor genezing is, zal het genezing voortbrengen; redding, redding; vreugde, vreugde. En elke belofte in de Bijbel is waar.

     En onthoud dit goed; u kunt mij hierop aanspreken: de juiste geestelijke houding ten opzichte van elke Goddelijke belofte van God zal het laten gebeuren, als u de juiste houding kunt aannemen ten opzichte van die belofte.

     Nu, de Bijbel zei: "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond." Als dan het Woord God was, dan is het nog steeds God.

11 Welnu, geen mens is meer dan zijn woord. Als u mijn woord niet kunt nemen dan zou ik nooit een vriend voor u kunnen zijn. En als ik uw woord niet zou kunnen nemen, dan zou ik u niet kunnen vertrouwen. Maar als wij elkaar op ons woord kunnen nemen, gelovend dat u... Nu, zo doet u dat bij God. En geen mens is meer dan zijn woord. Als u een belofte doet, zult u die altijd moeten houden, of de reden vertellen waarom u het niet kunt en het hun laat weten, omdat het woord van een mens zijn overeenkomst is. En Gods Woord is Zijn overeenkomst. Als God Zijn Woord niet houdt, dan is het niet het Woord van God. Maar als Hij Zijn Woord houdt, dan is Hij God in Zijn Woord. God is nog steeds in Zijn Woord. En als Zijn Woord in u komt, dan wordt uw woord Zijn Woord; dat zal het laten geschieden, wat u ook gevraagd hebt. Gewoon zo eenvoudig is dat.

     God is een Schepper. God schiep alles. Alle goede dingen komen van God. En verkeerde dingen, boze dingen, is de juiste zaak verdraaid.

12 Nu, Satan kan niet scheppen, daarom kan Satan niet genezen. En er is geen medicijn in de wereld dat u kan genezen. Geen dokter zal u vertellen dat hij een medicijn heeft dat u kan genezen.

     En ik zou dit willen zeggen: Wij zijn niet tegen dokters. Wij zijn dankbaar voor dokters en voor hun medicijnen. Maar wij leven in de tijd dat wij de beste dokters hebben die we ooit hebben gehad, de beste medicijnen die we ooit hebben gehad, de beste ziekenhuizen die we ooit hebben gehad, en meer ziekte dan we ooit hebben gehad, omdat we meer ongeloof hebben gekregen dan wij ooit hebben gehad. Dat is gewoon het hele verhaal erover.

     Ik werd geïnterviewd door John Hopkins van de Mayo Broeders. U weet hoe het met een bediening zoals deze gaat. En Jimmy Mayo en de anderen zeiden: "Wij beweren niet dat we genezers zijn, broeder Branham. Wij verklaren dat we de natuur helpen. Er is één Genezer; dat is God." Zei: "Wij kunnen een tand trekken, maar wie geneest de plek waar hij uit kwam? Wij kunnen een blindedarm verwijderen, maar wie geneest? Iets moet scheppen."

13 Hier: als ik deze middag in mijn hand sneed, en... In de hele medische wetenschap hebben we geen medicijn om die messteek in mijn hand te genezen, geen enkel. "Wel," zegt u, "ja, dat hebben we wel, broeder Branham."

     Vertel me alstublieft wat het is. Veel mensen sterven aan messteken. Vertel me wat de genezing is.

     "Wel," zou u zeggen, "o, ze doen er penicilline in."

     Penicilline geneest niet; het houdt het alleen maar schoon terwijl God het geneest.

     Vertelt u mij maar wat het is. Veel mensen sterven door messteken. Vertel mij waar de genezing vandaan komt.

     "Wel," zegt u, "wel..." Elk medicijn dat een messteek in mijn hand zou genezen, zou een messteek in mijn jas genezen. Het zou een messteek in deze lessenaar kunnen genezen.

     "Wel," zou u zeggen, "broeder Branham, medicijnen werden niet voor uw jas of lessenaar gemaakt. Het werd voor uw lichaam gemaakt."

     Wel, als ik dan misschien vanmiddag in mijn hand zou snijden en dood neer zou vallen, en u zou mij hier naar het mortuarium brengen en de plaats van de begrafenisondernemer, en daar zouden zij mijn lichaam met een vloeistof balsemen die zou maken dat ik er gedurende vijftig jaar natuurlijk uitzie... U zou mij elke dag een injectie met penicilline geven, de beste dokters uit Engeland, Duitsland of waar zij maar zijn, laten komen die mij gedurende vijftig jaar behandelen. Die messteek zal er precies hetzelfde uitzien als op de eerste dag.

14 Nu, als medicijnen gemaakt zijn om het menselijk lichaam te genezen, waarom geneest het dit dan niet? Zie, zie? Dan zijn medicijnen niet gemaakt om het menselijk lichaam te genezen of ook maar iets.

     Nu, u zegt: "Wel, broeder Branham, het leven is uit uw lichaam weggegaan." Nu zitten we op één lijn. Nu, wat is dan de genezer, medicijnen of leven? En vertelt u mij wat leven is, dan zal ik u tonen wat God is (zie?), omdat God leven is. Zie? Medicijnen ontwikkelen geen cellen.

     Als ik mijn arm brak, terwijl ik hier buiten aan mijn auto werkte, en ik rende hier naar de dokter, wat het meest logische zou zijn om te doen, en zou zeggen... Welnu, maar dit zou niet logisch zijn als ik zou zeggen: "Zeg dokter, genees mijn arm heel snel, meneer. Ik moet vanmiddag mijn auto afmaken."

     Hij zou naar mij kijken en zeggen: "Wat zei u, meneer Branham?"

     "Genees mijn arm, meneer. U bent toch een geneesheer? Genees mijn arm zodat ik mijn auto klaar kan krijgen."

     Wel, hij zou zeggen: "U hebt geestelijke genezing nodig." En dat zou waar zijn. Zie?

15 Hij zou mijn arm niet kunnen genezen, maar hij zou hem kunnen zetten zodat God hem kon genezen. Hij kan geen calcium produceren en leven om dat bot samen te voegen. Daarom zet de dokter met zijn begrip ervan een bot op zijn plaats, maar God geneest het. Zie?

Psalm 103:3 zegt: "Loof de Here, o mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid vergeeft; Die al uw krankheden geneest." Dus het Woord van God kan nooit falen. God is de Geneesheer. U moet... Wij moeten dat altijd in gedachten houden: God is de Genezer.

16 En nu voor ons in dit uur, vlak voor de komst van onze Here Jezus... En zoals ik vanmorgen zei, mijn doel hier was een kleine vakantie. Enige broeders zullen mij hier gaan meenemen om te gaan vissen nadat de diensten voorbij zijn, en om te jagen. Ik ben nu zes maanden zonder te rusten op het veld geweest. Ik ben uitgeput, vermoeid. En misschien zal ik nu direct hierna weggaan om opnieuw overzee te gaan.

     En terwijl ik hier nu voorbijkwam, nadat ik u een keer had bezocht, dacht ik eraan dat het niet aardig zou zijn als ik hier voorbij deze fijne groep mensen kwam, om dan niet te proberen onze Heer te eren, en van uw gemeenschap te genieten, en om al het mogelijke te doen om onze dingen bijeen te voegen om opnieuw te kijken naar onze Here Jezus in ons midden. Dus daarom ben ik hier deze drie avonden, of drie dagen, om met u gemeenschap te hebben rondom Christus, en met mijn broeders hier, rondom de dingen van Christus. En nu, er zou hier iets geweldigs kunnen gebeuren als wij slechts onze gezindheid op Gods Woord en Gods belofte zullen plaatsen. Heb geloof.

17 U mannen hier die getrouwd bent, waarom trouwde u uw vrouw? U had vertrouwen en geloof dat zij een echte vrouw en moeder zou zijn, enzovoort. Vrouwen, wat betreft uw man, hetzelfde... Geliefden denken aan trouwen. U verdiept zich in de man die u zult trouwen, of het meisje dat u wilt trouwen. U moet geloof in ze hebben, anders kunt u maar beter niet met ze trouwen. Zie?

     Wel, dat is hetzelfde met Christus. Wij verdiepen ons er hier in, en wij moeten geloof hebben in waar wij voor komen, want bedenk, dat alle verlossingszegeningen reeds verworven zijn. Kunnen wij dat met ons hele hart geloven, dat alle verlossingszegeningen gekocht zijn? God verwierf dat voor ons door middel van Golgotha, met Jezus Christus.

     Jezus zei tot de Vader: "Het is volbracht." Wat is volbracht? Het gehele reddingsplan, alles is beëindigd: "Al de beloften die Ik gedaan heb." De waarborgsom is voor God geplaatst, dat alle zonden vergeven zijn. En wij zijn terug van de slavenmarkt en alles is verlost. "Hij werd verwond om onze overtredingen, verbrijzeld voor onze ongerechtigheden; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden." Het is alles volbracht.

18 Nu wil ik gedurende een paar minuten het Woord benaderen. En voor wij dat doen, laten we de Auteur van het Woord benaderen, terwijl wij onze hoofden buigen voor gebed.

     Allergenadigste en roemrijke heilige Vader, de almachtige God, Die de Here Jezus weer uit de dood terugbracht, Hem deed opstaan en Hem aan ons voorstelde als een levend Wezen, de Zoon van God; en gedurende negentienhonderd jaar heeft Hij met Zijn mensen op de aarde rondgewandeld.

     We zijn vandaag zo blij in deze grote tragische tijd, waarover ons verteld werd dat zij door onderzoek ontdekten dat de aarde door raketten in stukken geblazen zal worden, en bijna iedere natie heeft ze. Wij weten dat dit exact bij het Woord van God past voor deze laatste dagen, als wij deze dingen zien, en naties, zondige naties, ongoddelijke naties, hebben deze wapens. Op bijna elk moment kan er een explosie zijn. Of er kunnen op de radar projectielen verschijnen van een of andere natie: dan zullen zij allen hun raketten loslaten. De wereld zou het niet kunnen overleven.

     Want we weten dat dit vóór het aanbreken van de morgen kan gebeuren. Maar voordat dit zal gebeuren, is ons verteld dat Jezus zal komen om Zijn volk te ontvangen, want Hij zei: "Zoals het was in de dagen van Noach..." Juist voor de vernietiging van de wereld ging Noach de ark in, voordat de regen viel.

19 En zoals het was in de dagen van Lot, de engel zei: "Haast u, kom snel. Kom hier uit vandaan, want ik kan niets doen totdat u weg bent." En Lot ging uit Sodom, en toen viel het vuur. En Sodom werd compleet vernietigd en ligt vandaag op de bodem van de Dode Zee.

     En Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Noach en in de dagen van Lot, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen."

     En als wij dan kunnen zien (en de wetenschap zegt dat het drie minuten voor middernacht is), dat de wereld deze uren die we tegemoet zien niet kan overleven, en wij weten dat het elk moment kan gebeuren, hoe dichtbij is dan het komen van onze Heer?

     O God, voor deze drie aankomende diensten bidden wij dat U deze kleine prairie wilt schudden zoals ze nog nooit geschud is. Sta toe dat elke gemeente een opwekking zal hebben, door de hele prairie heen. Opdat velen van deze dierbare mensen, deze Scandinaviërs en wat dies meer zij, hier door deze prairies heen, tot Christus gebracht zullen worden, zodat, als Jezus verschijnt, de graven open zullen gaan en wij eruit zullen komen, en ingaan om Hem te ontmoeten om in eeuwigheid bij Hem te zijn, want waar hebben we op deze aarde meer naar uit te zien dan naar Zijn komst?

20 Nu, Vader, wij dragen onszelf deze middag aan U op, en dit gehoor. Zegen ons tezamen. En moge de gemeenschap heerlijk zijn rondom het Woord van God. En als de dienst is beëindigd en wij opstaan om de zegen uit te spreken, en wij naar onze verschillende huizen gaan – sommigen daar in de prairie en sommigen daar in de stad en de verschillende plaatsen, en terug naar de motels en hotels – mogen wij zeggen zoals degenen die van Emmaüs kwamen op die opstandingsmorgen, toen U de hele dag met hen gewandeld had en zij U niet herkend hadden... U verklaarde het Woord van God aan hen, en nog kenden zij U niet. Dikwijls hebben deze dierbare boeren en geliefden de dood voor de deur zien staan en misschien herkenden zij niet dat U het was die hun leven spaarde.

     Maar degenen die van Emmaüs kwamen, zeiden: "Waren onze harten niet brandende in ons toen Hij tot ons sprak langs de weg?" Mogen wij hetzelfde zeggen. Moge de glorieuze, opgestane Jezus deze middag onder ons komen en ons tonen dat Hij nog steeds leeft en ons liefheeft, en in het midden komt waar er ook maar twee of drie tezamen vergaderd zijn. Wij vragen het in Jezus Christus' Naam. Amen.

21 Nu, ik zou een Schriftgedeelte willen lezen uit het boek van Johannes 12:20.

     En er waren sommige Grieken uit hen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden;
     Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaïda in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien.

     Dan zou ik graag mijn tekst uit Hebreeën 13:8 willen nemen: "Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid."

     Nu, onthoud, dat ik Gods heilig Woord aanhaal. En ik geloof dat de vraag van deze Grieken op die dag paste bij ons verlangen vandaag. Zij hadden over Jezus gehoord. En niemand kan ooit over Hem horen, of u zou Hem graag willen zien. Als ik vanmiddag kon vragen: "Hoeveel zijn er in dit gebouw die graag Jezus zouden willen zien?" Ik veronderstel dat iedere hand omhoog zou gaan. Laten we zien: hoeveel zouden er Jezus willen zien? Wel, dat is wonderbaar. Dank u.

22 Ik geloof dat iedereen die ooit over Hem hoorde, verlangt om Hem te zien, omdat Hij verschillend is van ieder ander. Er was nooit eerder een Man zoals Hij, en er zal er nooit een zijn. Er was iets wat verschilde met de filosofen van de Griekse geleerden van die dag. Er was iets wat verschilde met de kerk en de tradities van de Joden.

     Jezus had, voor zover wij weten, geen aardse opleiding. De apostel Petrus, geen van de grote Bijbelse discipelen hadden een opleiding, uitgezonderd de apostel Paulus. En hij vertelde ons dat hij alles moest vergeten wat hij ooit geweten had om Jezus te kennen. En toen zei hij opnieuw: "Ik kwam nooit tot u met uitnemende woorden van menselijke wijsheid, waardoor uw geloof gebouwd zou worden (met andere woorden) op verstandelijke opvattingen van mensen, maar ik kwam tot u in de kracht en manifestaties van de Heilige Geest, opdat uw geloof in God zou zijn."

23 We ontdekken dat de apostel Petrus niet genoeg opleiding had om met zijn eigen naam te ondertekenen en toch gaf Jezus hem de sleutels van het Koninkrijk. Jakobus en... Petrus en Johannes kwamen langs de Schone Poort en "zij bemerkten dat zij onwetende en ongeleerde mensen waren, maar zij schonken aandacht aan hen omdat ze wisten dat zij bij Jezus waren geweest." Dus dat is de zaak waar wij vandaag naar uitkijken, om bij Jezus te zijn en ons met Hem te verenigen. En als u ooit met Hem verenigd bent, zult u nooit meer dezelfde zijn. Dat is waar. U kunt nooit meer dezelfde persoon zijn nadat u eenmaal met Jezus bent verbonden.

     Nu spreken wij over deze grote Persoon van Christus, welke God in vlees was. Wij spreken over Hem dat Hij zo'n groot Persoon is, dat nooit iemand op aarde geweest is zoals Hij, of ooit zal zijn. Maar dan vragen we ons af wat er met deze Persoon is gebeurd. Waar is Hij? Wat is er van Hem geworden?

24 Nu, dikwijls proberen wij door ongeloof uit te leggen dat Zijn dagen voorbij zijn, maar dat zal niet aan de Schrift voldoen die zegt dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. En als dan vandaag uw verlangen hetzelfde is als dat van deze Grieken: "Heren, wij zouden Jezus willen zien", en hun werd dat voorrecht toegestaan, zij kregen Hem te zien... Als wij dan verlangen om Jezus te zien, en als Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, waarom kan ons dat verlangen dan niet worden toegestaan?

     Ik geloof dat het ons kan worden toegestaan, want Hij beloofde: "Een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien..." Nu, de wereld daar, zoals de broeders, de geleerden weten, de wereld daar komt van het Griekse woord 'kosmos', hetgeen de 'wereldorde' betekent. "De wereld zal Mij niet meer zien, maar gij (de gemeente) zult Mij zien, want Ik ('ik' is een persoonlijk voornaamwoord), Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde van de voleinding." Zie? Heel de weg door is Hij... Dan maakt dat Hem Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

25 Dan moet Hij zijn... niet een die erop lijkt, een die zoiets moet zijn, maar Hij moet Dezelfde zijn: dezelfde houding, dezelfde in kracht, dezelfde in alles, maar met een vleselijk lichaam. Die aan de rechterhand van God zit. Zijn Geest is hier in ons om Zichzelf te manifesteren en ons eigen leven te nemen en het precies zoals het Zijne te maken. Dat is wat Hij beloofde. "Als de Heilige Geest is gekomen, zal Hij van Mij getuigen en u dingen tonen die zullen komen." Zie? Nu, wij weten dat dat waar is.

     Als ik dan vanmiddag tot u Methodistenbroeders zou zeggen: "Gelooft u dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid?"

     Dan zou u zeggen: "Absoluut, broeder Branham", dat Hij Dezelfde is.

     Als ik tot u, Baptistenbroeders zou zeggen, of u Pinkstermensen, of tot de Presbyterianen, of de Anglicanen, of de Nazareners, of de Pelgrim Heiligheidsmensen, of tot wat voor denominatie wij ook behoren: "Gelooft u dat?"

     "Zeker, dat is Hij absoluut. Wij geloven dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid."

     Dan: is Hij dan de Genezer? Wat doet Hij dan vandaag? Ziet u Hem in uw gemeente net als in de dagen van weleer? Nu, dat is de vraag. Zie? U aanvaardt het vanuit een verstandelijk standpunt, opvatting, maar is Hij in werkelijkheid Dezelfde? Daar gaat het om.

26 Nu, de Bijbel zegt dat Hij Dezelfde is. U zegt: "Tot op zekere hoogte is Hij..." Nu, er staat niet: "Tot op zekere hoogte..." Er staat dat Hij Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Ik weet dat dat misschien erg vreemd klinkt voor sommigen van u, maar ik haal slechts de Schrift aan. Het is... Ik ben niet verantwoordelijk voor het schrijven ervan: ik schreef het nooit. Maar de Heilige Geest schreef het, en Hij is er verantwoordelijk voor. Het enige wat ik weet, is dat dat er staat, en ik moet dat geloven als ik een Christen ben: ik moet geloven dat elk woord van God de waarheid is. Er behoren helemaal geen uitzonderingen te zijn.

     Nu, misschien zou ik niet genoeg geloof hebben om al deze woorden weer te laten leven, maar ik zou nooit in de weg willen staan van iemand die geloof heeft om het te doen. Als ik niet kan wandelen zoals Henoch, om niet te sterven maar gewoon een avondwandeling te maken om naar huis naar God te gaan, zonder te sterven... als ik dat geloof niet had, zou ik nooit... Ik zou God dankbaar zijn voor zo iemand die dat geloof heeft om het te doen. Ik zou nooit zeggen dat het niet gedaan kon worden, omdat het Gods Woord is.

27 Nu, als Hij dan Dezelfde is, en wij verlangen Hem te zien, dan moeten wij dezelfde Jezus zien Die zij zagen, als Hij Dezelfde blijft. Nu, dat klinkt logisch, is het niet? Laten we nu ontdekken wat...

     Als ik nu zou zeggen: "Gelooft u dat, Methodistenbroeders? Baptisten, zoals ik het heb aangehaald?"

     "Ja." Welnu, de enige manier... U zegt: "Hij is in onze kerk."

     "Hij is in onze kerk."

     Wel, ik zeg dat dat waar is. Ik geloof dat. Maar laten we uitzoeken... De enige manier om hier correct over te zijn, om het Woord wel of niet waar te maken (en het is waar), is om terug te gaan en te ontdekken wat Hij was. En als we kunnen ontdekken wat Hij was, dan zullen wij gaan zien wat Hij is, vervolgens wat Hij altijd zal zijn. Is dat juist? Klinkt dat duidelijk genoeg? Zie? Wat Hij was, is Hij.

     Welnu, als wij vandaag ergens naar binnen zouden gaan om Jezus te vinden, naar welk soort persoon zouden we gaan? En welk soort Geest zou Hij zijn, als we naar onze kerken zouden gaan om Hem te vinden?

28 Laten we elk ervan onderzoeken en ontdekken wat wij kunnen vinden. Zouden we een man vinden met zijn boord omgekeerd, en een tulband op zijn hoofd, of zoiets als onze grote zogenaamde heilige mannen vandaag? Niet Jezus; Hij kleedde Zich als gewone mensen. Hij ging om met gewone mensen, precies eender gekleed als de mensen.

     Wij zouden niet uitkijken naar een intellectuele geleerde. Wij hebben geen vermelding van Hem dat hij ooit één dag een school bezocht. Wel, waar zouden wij dan naar moeten uitzien? Wij zouden uitzien naar een Messias, een gezalfde.

     Nu, in.... Ik heb gelezen uit Johannes 12. Als we nu verdergaan, zullen we door de Schrift gaan, dag... of samenkomst na samenkomst om te tonen dat deze dingen juist zijn. Nu, we begonnen in Johannes. Laten we even teruggaan naar het begin van Johannes. Als u het hier niet leest, kunt u het thuis doen, en de aanhalingen opschrijven. En laten we nu teruggaan en ontdekken wat Jezus was. En als wij kunnen ontdekken wat Hij was, en Hij Zichzelf zal bewijzen dat Hij vandaag Dezelfde is, zou het u dan blij maken? Zou u daar allemaal erg blij om zijn, als dat Hem Dezelfde vandaag zou maken?

29 Nu, wij hebben... Ik stond op het veld in het buitenland met een Koran in één hand van de Mohammedaanse religie, welke een van de grootste in de wereld is, en met het boek van Boeddha, en een Bijbel in elke... in deze hand, en zei: "Er moet iemand fout zijn. Er is teveel verschil. Iemand moet het goed hebben als er een God is. Nu, laten we het uitproberen en zien welke juist is."

     Wees nooit bevreesd om met het Woord van God tot een confrontatie te komen. Hij zal daar altijd zijn. En heb dus vertrouwen en geloof Hem. Probeer er niet iets aan toe te voegen of er vanaf te nemen, maar geloof het op de wijze waarop het geschreven staat, en zeg: "Het is op deze manier." Geloof dat dan zonder een schaduw van twijfel, en God is eraan verplicht als u het werkelijk gelooft; geen schijngeloof. Nu, hij zal niet bluffen. Satan is geen bluffer. Hij is een bluffer, maar als hij u kan overbluffen, zal hij het doen. Maar als u met echt geloof komt, weet hij of u bluft of niet.

30 Toen aan de discipelen kracht werd gegeven om de zieken te genezen, vinden we hen tien dagen later verslagen bij een epileptisch geval. En ik kan me indenken dat Petrus zei: "Wacht, ik zal jullie laten zien hoe ik het daar in Kapernaüm heb gedaan."

     En de ander zei: "Ik zal jullie laten zien hoe ik het deed."

     En niemand van hen kon maken dat de demon het kind verliet. Maar toen kwam Jezus eraan, en de vader ging heen om Jezus te ontmoeten, en hij zei: "Ik heb hem naar Uw discipelen gebracht maar zij konden niets voor hem doen, en nu breng ik hem bij U."

     Hij zei: "Ik kan het, als u gelooft; want alle dingen zijn mogelijk voor degenen die geloven." En het kind ging door de zwaarste aanval die hij ooit had gehad, omdat die duivel wist dat hij geloof had ontmoet op een ander niveau dan wat de apostelen hadden. Hij had een volmaakt geloof ontmoet.

     Dat is wat wij moeten hebben: volmaakt geloof om het volmaakte Woord van God volmaakt uit te voeren. Dat is het. Wij moeten het zonder een schaduw van twijfel geloven.

31 Laten we nu teruggaan naar Galilea en in gedachten een kleine reis maken gedurende ongeveer twintig minuten. Laten we naar Galilea gaan en ontdekken wat Jezus was. Wij weten over Zijn geboorte en Zijn onbevlekte ontvangenis en hoe Hij werd geboren.

     En Johannes ging op ongeveer negenjarige leeftijd naar de woestijn en bad en vastte voor God. En op dertigjarige leeftijd kwam hij naar voren en predikte over een komende Messias. En op een dag wandelde daar een gewone kleine Man langs de oever, maar er was een teken boven Hem, wat het Messiaanse teken was, en Johannes herkende het. En hij zei: "Ik wist dat Hij het was, want ik zag het teken waarover mij verteld werd in de woestijn dat... Wie Hij zou zijn."

     Jezus werd door Johannes gedoopt, en dan zien wij dat Hij veertig dagen door de duivel verzocht werd in de woestijn. Toen Hij daarna uit Zijn verzoeking terugkwam, zien wij dat Hij onmiddellijk met Zijn openbare bediening begon. Nu, dat is waarvoor wij hier deze middag zijn... hoe Hij Zijn openbare bediening ingaat. En de zieken begonnen genezen te worden als Hij voor hen bad. En het veroorzaakte een grote opschudding onder de kerken. "Wie is deze Man?" Zij hadden er geen antwoord op in hun geloofsbelijdenissen. En zij waren... zij konden niet ontkennen dat er opmerkelijke dingen werden gedaan.

32 Daar was dus een oude visser, genaamd Andreas, en hij had een broer, Simon genaamd. En Andreas probeerde Simon mee naar de samenkomst te krijgen. En uiteindelijk stemde Simon er op een dag mee in om te gaan. En toen Simon kwam aanlopen in de tegenwoordigheid van de Here Jezus... Nu, let goed op, toen hij bij de Here Jezus kwam, vroeg hij Hem niet of Hij Zijn doctorsgraad al had, noch vroeg hij Hem tot welke organisatie Hij behoorde. Hij wandelde er gewoon naartoe zoals u deed, zoals ik deed. En zodra Jezus' ogen op hem vielen, zei Hij: "Uw naam is Simon, en u bent de zoon van Jonas."

     Simon was stomverbaasd, want zijn vader Jonas was een Farizeeër, een groot man. En als u de geschiedenis hebt gelezen, hij had zijn zoon verteld dat de Messias op een dag zou komen; en zij zagen allen uit naar een Messias. Weet u dat zij dachten dat Johannes de Messias was, omdat de echte, ware kerk uitzag naar een Messias? En onthoud, Hij komt slechts voor degenen die naar Hem uitzien. Hij redt alleen diegenen die geloven dat Hij hen kan redden. Hij geneest alleen diegenen die geloven dat Hij hen geneest. En Simon, die uitzag naar een Messias...

33 Hij was al vierduizend jaar lang beloofd, sedert Eden... De profeten hadden van hen gesproken. Zij leefden bij de wet van Mozes. En Mozes zei – als u het wilt nakijken, het is Deuteronomium 18:15.22 waar zijn woorden worden aangehaald voor Israël – hij zei: "De Here uw God zal een Profeet verwekken als mij; het zal komen te geschieden dat wie niet naar deze Profeet zal horen, afgesneden zal worden onder het volk."

     Nu, heel Israël was in het Woord onderwezen (vergeet dit nu niet, klas); zij wisten dat de Messias een profeet moest zijn. Nu, Israël moest naar hun profeten luisteren. In de Bijbel staat dat God sprak tot Israël: "Als er iemand onder u is die geestelijk is of een profeet, dan zal Ik, de Here God, Mijzelf aan hem bekend maken in visioenen, en door dromen tot hem spreken; en als wat deze profeet zegt komt te geschieden, luister dan naar deze profeet. Maar als het niet komt te geschieden, vrees dan die profeet niet, omdat Ik niet met hem ben. Maar als wat hij zegt komt te geschieden, wees dan voorzichtig. Ik heb die profeet gezonden."

34 Johannes dan... zij wisten dat hij een profeet was, omdat hij hun had verteld wat er aankwam, en hij introduceerde een Messias. Nu, deze Messias moest een teken hebben, en dat teken was een God-profeet. Hij was niet alleen een profeet, maar Hij was een God-profeet. Hij was de God van de profeten, maar Zijn Messiaanse teken was om het teken van een profeet te doen.

     U weet dat ze zeiden: "Laat ons U het teken van de profeet zien doen, dan zullen wij U geloven" (zie?), toen zij een vod over Zijn gelaat deden.

     Maar hier was Hij voor de uitverkorenen, voor iemand die zou geloven. Simon; Hij had hem nooit in Zijn leven gezien, maar Hij richtte Zijn ogen op hem en zei: "Zie, een Israëliet in wie geen..." Nee, neem me niet kwalijk. Hij zei: "Uw naam is Simon, de zoon van Jonas. Van nu af aan zult u Petrus genoemd worden." Ik veronderstel dat dat die Farizeeër van zijn stuk bracht, toen hij zag hoe die Man, Die nog nooit naar hem gekeken had, of hem nooit in zijn leven had gezien, hem vertelde wie hij was, wat zijn naam was, wat zijn vader was.

     Nu, dat was het teken van de Messias. Dat was Jezus gisteren. Dat is hoe Hij Zichzelf bekendmaakte aan de mensen als zijnde de Messias.

35 Nu, daar stond er een, genaamd Filippus (ik ben nog steeds in het eerste hoofdstuk van Johannes). Iemand genaamd Filippus, een goede man, rechtvaardige man, hij zag dit gebeuren. En er is iets mee als u Jezus op het toneel ziet komen, dan kunt u gewoon niet stil blijven: u moet iedereen erover vertellen, tenminste als u Hem liefhebt. Dus Filippus... O, hij was zo opgetogen dat hij zei: "Ik moet het mijn vriend Nathanaël gaan vertellen."

     Nu, veel van u broeders hier zijn misschien in Palestina geweest. Als u let op de plaats waar Jezus toen was, en van daar tot waar Nathanaël was, dat is ongeveer vierentwintig kilometer rondom de berg. En Filippus liep om de berg heen en vond Nathanaël. En laten wij er hier voor een ogenblik een toneelstuk van maken, een toneelstukje.

36 Ik kan me voorstellen hoe hij naar de deur loopt en op de deur klopt. En mevrouw Nathanaël komt naar de deur en hij zegt: "Waar is Nathanaël?"

     "O, hij maakt een wandelingetje in zijn boomgaard."

     "Ik moet hem direct spreken." En hij gaat direct de boomgaard in en daar vindt hij Nathanaël op zijn knieën, biddend onder de boom. Misschien: "O God (misschien zoiets als dit), wij hebben verlangd en gewacht op het komen van die Messias. Wij geloven dat U Hem op een dag zult sturen. Wij geloven dat, Here. Wij zullen allen naar Hem uitzien als Hij komt. Amen."

     Filippus, die een Christen-heer was, zou het gebed beslist niet onderbreken. Hij wachtte eerbiedig tot Nathanaël klaar was met bidden. Dan richt hij Nathanaël op en begint zijn mantel af te borstelen. En snel... hij zei nooit: "Hoe staat het met de oogst?" Of: "De..." De boodschap was dringend. Hij moest hem die heel snel brengen.

37 Dat is hoe het vandaag is, broeders. De boodschap... Wij hebben geen tijd voor vijftien jaar scholing. De boodschap is urgent. De wereld is aan het einde. De tijd is ophanden. Deze dingen die u door deze samenkomst zult zien, bewijzen dat de volgende beweging het komen van de Here is, de verandering van de gemeente: Schriftuurlijk.

     Ik zeg dat niet om bang te maken. Ik zeg dit als een waarschuwing om gereed te zijn. Wij weten niet in welke minuut Hij zal komen.

38 Nu, kijk wat er gebeurde. Hij zei: "Kom, zie Wie wij gevonden hebben, Jezus van Nazareth, de zoon van Jozef." En Filippus sprak deze woorden tot Nathanaël...

     En Nathanaël was een onwrikbare orthodoxe gelovige, weet u, dus... Erg vormelijk, veronderstel ik. Hij zei: "Nu," zoiets als dit, "wacht even. Zou er iets goeds uit Nazareth kunnen komen?"

     En misschien hebben ze dit gezegd: "Nu, als er iets dergelijks zou komen, wel, natuurlijk, dan zou het via ons, Farizeeërs, komen."

     Of de Sadduceeërs zeiden: "Het zou door onze kerk komen." En als het zou komen, wel natuurlijk, dan zouden de hemelgalerijen open zijn en de Messias zou daar naar beneden wandelen op de... naar de tempel. En Hij zou zeggen: "Kajafas, gij eerbare hogepriester, hier ben Ik."

39 Maar ziet u, God doet de dingen niet op die manier. Hij heeft het nooit gedaan en Hij zal het nooit doen. Hij komt en neemt de domme dingen van de wereld en maakt er iets uit, en bewijst Zichzelf om Zijn Woord te vervullen. Nu, onderzoek de Schriften en ontdek of dat niet waar is. Hij neemt iets dat onbeduidend is.

     Toen Hij Zijn discipelen riep, wat nam Hij? Vissers, ongeschoolde mensen. Waarom nam Hij niet de beschaafde? Waarom nam Hij niet de priesters? Zij hadden in die tijd predikers die ver boven alles uitstaken in vergelijking met wat wij ooit hebben gehad. Zij moesten uit de geslachtslijn van de Levieten komen om priester te worden. Hun groot-groot-groot-betovergrootvaders waren priesters. En waarom ging Hij niet naar dat soort toe?

     Maar kijk, Hij nam iets dat niets was om te bewijzen dat Hij God is; dat Hij iets uit niets kan maken.

     En zo snel als, of zodra u en ik kunnen beseffen dat wij niets zijn, dat is hoe snel God met ons kan gaan werken. Als wij onze intellectuele opvattingen eruit kunnen krijgen en gewoon zeggen: "God, ik geloof. Helpt Gij mijn ongeloof." Dat is het. Als het Woord het zegt, is het waar. God staat achter Zijn Woord, en Hij is in Zijn Woord, en Hij is het Woord.

40 Nu, we bemerken dat deze trouwe orthodoxe man naar hem kijkt en zoiets als dit zegt: "Nu, Filippus, ik ken je als een goede man. We zijn jarenlang samen naar de kerk gegaan. Maar ik geloof dat je nu helemaal de weg kwijt bent. Er moet iets fout zijn met je. Je hebt een of andere soort illusie gekregen. Jij wilt mij vertellen dat een man uit Galilea de Messias zou zijn? Is dat de man waarover ik hoorde dat hij een onwettige geboorte had, over die baby waar zij vele jaren geleden over spraken? Een zwarte naam om mee te beginnen... En hier kom jij mij vertellen dat het er op uitdraait dat dit de Messias is? O, Filippus, kom tot jezelf. Zou er iets goeds uit Nazareth kunnen komen?"

     Ik denk dat hij hem een goed antwoord gaf, dat ons allemaal zou stoppen. Hij gaf hem het juiste antwoord. Hij zei: "Kom en zie." Dat is het. Blijf niet thuis met kritiek. Breng uw Bijbel mee en zie of het juist is. Dat is goede leer voor ons. "Kom en zie."

     "Onderzoek de Schriften," zei Jezus, "want die zijn het die van Mij getuigen."

     Nu, "Kom en zie."

41 Ik kan me voorstellen dat zij aan de terugweg begonnen om er de volgende dag aan te komen... Het is vierentwintig kilometer. Misschien kostte het hun een tweedaagse reis om terug te komen. Ik kan me voorstellen dat ze onderweg... Laten we hun gesprek volgen. We zullen nu niet onschriftuurlijk zijn. Dus toen, tijdens hun conversatie, kan ik Filippus horen zeggen: "Nathanaël, kun je dat niet geloven? Meneer, mijn broeder, je bent een theoloog. Je bent een man met autoriteit in de Schrift. Wat lees jij over de Messias? Wat zal de Messias zijn als Hij komt? Naar welk soort Man zullen wij uitkijken?"

     "O," zei Nathanaël, "Hij zal een profeet zijn, omdat de Bijbel zei dat Hij een profeet zou zijn. Onze heilige Schriften zeggen dat Hij een profeet zal zijn."

42 "Wel, herinner jij je die oude visser waarvan jij die dag vis kocht, genaamd Simon, die niet genoeg opleiding had om met zijn eigen naam te ondertekenen?"

     "Ja, ik herinner me dat goed."

     "Hij kwam voor deze Jezus van Nazareth te staan en Jezus van Nazareth vertelde hem wie hij was. En niet alleen dat, maar vertelde hem ook wie die godvruchtige oude vader van hem was. En het zou me niet verbazen als Hij jou zou vertellen wie jij bent."

     Wel, ik kan me voorstellen dat Nathanaël zei: "Als dat zo is... ik weet het niet; ik ben daar nooit geweest. Maar als dat zo is, zal dat de Messias zijn, omdat wordt verondersteld dat Hij dat zal doen: Hij is een profeet. En wij hebben geen profeet gehad", zei hij, "gedurende vierhonderd jaar, sinds wij een profeet hadden. En we hebben uitgezien naar deze Messias, die als eerstvolgende moet komen." (Wij hebben er geen gehad gedurende tweeduizend jaar.) "Welnu..." Maar wij zien uit naar een. "Welnu," zei hij, "deze Messias, als Hij de Messias is, dan zal ik Hem het teken zien doen."

43 Toen liepen wij de samenkomst binnen, veronderstel ik, en misschien stond hij in de gebedsrij, of misschien stond hij daar tussen het gehoor. Ik weet het niet. Maar hoe dan ook, zodra Jezus Zich omkeerde en hem in de gaten kreeg, zei Hij: "Zie, een Israëliet in wie geen bedrog is."

     Nu, als er hier bijvoorbeeld een criticus aanwezig zou zijn, dan zou hij zeggen: "Natuurlijk, hij was zo gekleed." O nee. De oosterse mensen kleden zich allen hetzelfde. Zij hebben een lang gewaad en een onderkleed, en een tulband, en dragen baarden. Dus Hij was... Hij kon hem niet verteld hebben... Hij had een Griek of iets anders geweest kunnen zijn.

     Hij zei: "Zie, een Israëliet in wie geen bedrog is."

     Ik kan me voorstellen dat de stijfheid heel snel uit hem wegging. En hij zei: "Rabbi (wat leraar betekent), vanwaar kende U mij ooit? Dit is de eerste keer dat wij elkaar ontmoeten. En hoe wist U dat ik een Israëliet ben, een man zonder bedrog?"

     Luister! Hij zei: "Voordat Filippus u riep, toen u onder de boom zat, zag Ik u." Wat een ogen!

     Wat zei deze trouwe gelovige die de Schriften kende? "Rabbi, Gij zijt de Zoon van God! Gij zijt de Koning van Israël!"

     Jezus zei: "Omdat Ik u dat vertelde, gelooft u? U zult nu grotere dingen zien."

44 Nu, dat was Jezus gisteren: hoe Hij Zichzelf bekendmaakte aan de mensen als de Messias. Als Jezus Dezelfde is, gisteren, vandaag en in eeuwigheid, dan zou Hij dat vandaag eender zijn, als Hij Dezelfde is. Is dat juist? Het moet zo zijn. Nu zijn er nog veel andere aanhalingen die wij kunnen nemen, maar ik weet dat we nog maar ongeveer vijfenveertig minuten hebben. En ik zal het door de Schrift duidelijk maken.

     Maar ik zou het graag hebben over... Laten we dit zeggen. Er zijn drie mensenrassen op aarde. Ik weet dat u zegt: "Ik ben dit, dat, of wat anders." Maar er zijn slechts drie rassen; wij stammen allemaal af van de zonen van Noach (de Schrift is juist): Cham, Sem en Jafeth. Nu, in Zijn dagen was dat uitgelopen op Joden, heidenen en Samaritanen.

     Nu zien we dat er een ras was van mensen die Samaritanen werden genoemd, die half Jood en heiden zijn. En zij zagen uit naar een Messias. Zij wilden de Messias zien.

45 Onthoud nu dat er mensen waren die daar stonden, die Jezus dat zagen doen. Weet u wat zij zeiden? Het waren grote predikers, grote leraars, orthodox in hun geloof. Maar ze zeiden: "Deze man is Beëlzebul. Hij is een waarzegger."

     Wat zei Jezus tegen hen? Zij zeiden het niet hardop, maar Hij bemerkte hun gedachten. Wij weten allen dat dat de Schrift is. Hij bemerkte hun gedachten, en Hij keerde Zich naar hen toe en Hij zei: "Ik zal u dat vergeven", deze boze gedachten om van de werken van God te zeggen dat een boze geest ze doet, een Beëlzebul, een waarzegger. Vandaag zouden zij het zoiets dergelijks noemen, of gedachtenlezen, een boze naam dus voor de werken van God. Hij zei: "Maar op een dag zal de Heilige Geest komen en hetzelfde doen." (Nu, hier is waar het ons brengt.) "Eén woord ertegen zal nooit in deze wereld vergeven worden, noch in de wereld die komt." Zo heilig is het. "Eén woord ertegen zal nooit vergeven worden in deze wereld, noch in de wereld die komt."

     Dus u ziet, als Hij dit doet, in welke positie het ons plaatst. Het verzegelt ons aan de ene of aan de andere kant. De afscheidingstijd is gekomen: het onderzoekingsoordeel.

46 Nu vinden we vele andere plaatsen... We zullen het volgende hoofdstuk nemen... Wel, we... Laten wij eerst gaan... Nu, er is een Jood, heiden en Samaritaan. Nu deed Hij dat teken nooit één keer voor een heiden. U kunt dat niet in de Schrift vinden. Wij heidenen waren Angelsaksen, heidenen... Wij keken naar geen enkele komende Messias uit. Wij hadden knuppels op onze rug en aanbaden afgoden (zie?): heidenen; Romeinen, enzovoort.

     Maar Hij komt naar degenen die naar Hem uitkijken. Hij deed het in die dag. Als Hij Dezelfde is gisteren, heden en in eeuwigheid, dan zal Hij het vandaag opnieuw doen. Hij komt voor diegenen die naar Hem uitzien, die ernaar verlangen, zoals deze Grieken: "Wij zouden Jezus willen zien."

47 Nu, Hij was onderweg naar Jericho, dat beneden aan de berg lag (waar Jeruzalem op de berg ligt). Maar Hij zei dat Hij door Samaria moest gaan, nu, naar de stad Sichar... We merken op dat Samaria in noordelijke richting ligt. Je gaat eerst die kant op en dan naar Jericho, hetgeen voor Hem een heel eind om was. Maar Hij ging naar deze zekere Samaritaanse stad in Samaria. En Hij ging zitten en zond Zijn discipelen weg om wat voedsel te halen.

     En terwijl zij weg waren, was daar een vrouw van, wel, van slechte zeden, zouden wij haar hier in Amerika noemen. Zij was een vrouw van slechte zeden. Hoeveel zijn er die weten wat er verkeerd met haar was? Zij had haar trouwbeloften gebroken. Zij had vijf mannen. En misschien, laten we zeggen, was zij een mooie vrouw. En iedereen was weg.

     En als u daar ooit was, de bron is daar nog steeds. Het is een klein panorama, zoiets als dit.

48 En Jezus was nog maar dertig jaar oud, of nog geen drieëndertig, maar toch moet Hij er ouder hebben uitgezien. Toen Hij sprak tot de Joden in Johannes 6, toen zij het feest hadden en zij dit water dronken, wat het water uit de geslagen rots in de woestijn vertegenwoordigde, toen zei Hij: "Ik ben die Rots die in de woestijn was."

     O, zij... O, dat wekte hun gerechtvaardigde verontwaardiging op. En ze zeiden: "Meent u mij te vertellen dat u Abraham zag, en u bent een man van nog geen vijftig jaar oud?" Hij zag eruit als vijftig, maar Hij was nog maar dertig. Zijn werk veroorzaakte dit misschien bij Hem, misschien werd Hij een beetje grijs.

     Wel, wat zei Hij tegen hen? "Vóór Abraham was, Ben Ik." Hij was Abrahams God. Zie? Maar daar zat Hij, precies zo gekleed als een gewone man. Dus de Man mag er een beetje oud hebben uitgezien.

49 Maar Hij was een Jood, en daar was afscheiding (zoals wij hier een opstand hebben in Louisiana en Georgia. Ik heb hier enige vrienden uit Georgia zitten), over afscheiding... [Leeg gedeelte op de band – Vert] ... kleurling en blank, enzovoort. Dat waren Joden en Samaritanen. En Jezus zag de vrouw dus aankomen en...

     Wel, misschien als u ooit in het oosten bent geweest: hun gewoonten zijn nooit veranderd. Het was terecht dat zij er niet met de fatsoenlijke vrouwen naartoe kon gaan. Zie? Zij moesten komen naar... De maagden kwamen vroeg om hun water te halen.

     En ik heb ze zo'n kruik zien opnemen (waar twintig liter in kan), die ze op hun hoofd zetten en één op elke heup, en zo doorlopen en praten zoals dames dat kunnen, weet u, om nooit één druppel water te verspillen. Het is verbazend om gade te slaan hoe perfect en rechtop zij daarmee lopen, gewoon met elkaar pratend (weet u) terwijl die grote zware pot op hun hoofd nooit beweegt. Er zaten twee grote handvatten aan waarmee zij hem aan een lier naar beneden lieten zakken in de bron om het water te krijgen.

50 En deze jonge vrouw kwam daarheen. Misschien droeg zij de kruik op haar heup, en zoals gebruikelijk de haak onder haar arm... En misschien dacht zij aan de dingen die zij de avond daarvoor had gedaan. Zij kon geen omgang hebben met de goede vrouwen. Dus begon zij de pot naar beneden te laten zakken in de bron. En hij hoorde... zij hoorde een stem zeggen: "Breng Mij te drinken; vrouw, breng Mij wat te drinken."

     En zij keerde zich om, en bij de wijnranken tegen de muur zat een Jood van middelbare leeftijd. Snel zei ze: "Het is niet gebruikelijk dat een Jood gunsten vraagt aan een Samaritaanse vrouw." O, de rassenscheiding was bitter. "Wij hebben niets met elkaar te maken. En u, een Jood, en ik een Samaritaanse vrouw; hoe zou U mij om water vragen?"

     Luister naar het antwoord. "Vrouw, als u wist tot Wie u sprak..." O my, dat is er vandaag aan de hand. "Als u slechts wist tot Wie u sprak, dan zou u Mij om drinken vragen. Ik zou u water brengen, of u water geven, dat u hier niet komt putten."

     "O," zei ze, "de bron is diep, en U hebt niets om mee te putten."

51 En de conversatie ging door. Wat deed Jezus? Nu, hier zult u mijn woord voor moeten nemen. (Ik hoop dat u dat zult doen.) Hij zocht contact met haar geest. Hij wist dat er iets verkeerd was. De Vader had Hem daarheen gezonden, dus Hij wist dat deze vrouw zou komen, omdat Hij in Johannes 5:19 zei: "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon kan niets van Zichzelf doen, tenzij Hij de Vader dat ziet doen." Zie?

     Nu, de Vader moest Hem daarheen gezonden hebben, en Hij zag dat dat de vrouw was, daarom moest Hij in contact komen met haar geest door tegen haar te spreken, totdat Hij had ontdekt wat haar probleem was. Hij zei...

     Ze zei: "Wij... U aanbidt in Jeruzalem, en op deze berg aanbidden wij..." Het gesprek ging een aardig tijdje door. Uiteindelijk ving Jezus op wat haar probleem was. Nu, luister. (Excuseer mij, ik probeer niet tegen u te schreeuwen. Ik heb buiten gepredikt, enzovoort, en ik maak een hoop lawaai, denk ik.) Zei: "U hebt niets om mee te putten, dus hoe komt U aan het water?"

52 Zei: "Welnu, als u wist met Wie u sprak, zou u Mij te drinken vragen. Ik zou u water geven dat u hier niet komt putten." En het gesprek ging door. Hij zei: "Ga uw man halen en kom hier."

     O, ik kan haar ogen zien oplichten. Ze zei: "Ik heb geen man." Wat een schok moet dat geweest zijn.

     Hij zei: "Gij hebt dat goed gezegd. U hebt vijf mannen gehad en degene waarmee u nu leeft, is uw man niet. U hebt het juist gezegd."

     Luister naar deze prostituee, slecht bekendstaande vrouw. Zij wist meer over God dan de helft van de predikers in de Verenigde Staten. Ze zei nooit: "U bent Beëlzebul, een duivel." Ze zei: "Meneer, ik bemerk dat U een profeet bent. (Nu, luister.) Wij weten, wij Samaritanen, wij weten dat Christus komt, Die zo wordt genoemd. De Messias komt, Die de Christus wordt genoemd, de Gezalfde. (Zie?) En als Hij komt, zal dit het teken zijn dat Hij zal tonen. Hij zal ons deze dingen vertellen. U bent een profeet, maar wij zien uit naar een Messias. En als deze Messias komt, zal Hij ons deze dingen vertellen. Dit zal Zijn teken zijn."

53 O, gemeente, kunt u het zien? Dat is de Messias. Dat is het teken van de Messias. Zie? "Wij weten dat als Hij komt, Hij ons deze dingen zal tonen." Hij... ze zei nooit: "U bent Beëlzebul. U moet een waarzegger zijn." Zij...

     Nu, zo noemden de predikers Hem, de zeer voorname geestelijkheid in die dag, de priesters; zij zeiden: "Deze kerel is een gedachtelezer. Hij is geestelijk gestoord. Hij is een waarzegger."

     Jezus zei: "Ik vergeef het u, maar op een dag zal de Heilige Geest komen om dat te doen. Spreekt u daar één woord tegen, dan zal het u nooit vergeven worden." En die dag is gekomen. Uh-huh. Nu, sprekend tot een andere generatie...

54 Merk op dat zij nederig zei: "Meneer, Gij moet een profeet zijn. Wij weten, wij Samaritanen, wij zien ernaar uit dat er een Messias komt. En als deze Messias komt, zal Hij ons het teken tonen dat Hij de super profeet is. (Zie?) Wij weten dat wanneer Hij komt... wij zullen weten dat Hij een profeet is, omdat Hij deze tekenen zal doen."

     Luister naar Hem. "Ik ben het, Die met u spreek." Er was nooit eerder een man, en nooit een hierna, die dat kon zeggen. "Ik ben het, Die met u spreek."

     En op dat woord liet zij haar waterkruik vallen, rende de stad in en zei: "Kom, zie een Man (nu, luister, klas, u Bijbellezers), kom, zie een Man die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb. Is dit niet de ware Messias?"

     En zij gingen mee en baden Hem om in de stad te komen. En de Bijbel zei dat de mannen van die stad, de mensen in Hem geloofden vanwege het getuigenis van de vrouw.

55 Kon dat misleidend zijn? Nee, meneer. Dat is de Schrift, nietwaar? Wel, als dat Jezus gisteren was, is het Jezus vandaag.

     Nu, kijk. Wij zijn ons er nu allen van bewust dat dat het eindigen van de dag voor de Joden was. Zij verwierpen hun Messias. Wij weten dat. Nu, zij zagen uit naar een Messias, en toen de Messias kwam werd Hij verworpen. En toen Hij het teken van de Messias had gedaan, noemden zij Hem een onreine geest.

     Hij deed het nooit voor het andere ras, de heidenen, omdat Hij werd gekruisigd en opstond; en Petrus predikte de boodschap aan het huis van Cornelius, enzovoort. Nu, Jezus deed dat nooit. Maar onthoud, het was beloofd. En God kan Zijn Woord niet breken dat het in de eindtijd met de heidenen zou gebeuren. De profeet zei: "Er zal een dag zijn die dag noch nacht genoemd kan worden, maar in de avondtijd zal het licht zijn."

56 Nu, wij hebben een dag gehad. Hoe komt de zon op? In het oosten. Dezelfde zon doorkruist de horizon en gaat onder in het westen, niet een andere zon, dezelfde zon. En wanneer hij opkomt in het oosten, schijnt hij op de oosterse mensen, de Samaritanen en de Joden. En toen Hij daar was bracht Hij Zijn teken voort om te tonen dat Hij de Messias was.

     Wij hebben nu tweeduizend jaar gehad van een sombere dag, zoiets als hoe het buiten is of een beetje donkerder. Wij hebben grote opwekkingen gehad; wandelen in het weinige sombere licht dat wij hebben. Wij hadden een dag dat wij grote organisaties konden maken, grote kerken konden bouwen, grote scholen, seminaries. Dat is allemaal goed. Maar nu is het avondtijd, de zon gaat onder.

     Beschaving is met de zon meegereisd. De oudste beschavingen zijn in het oosten. China is de oudste beschaving. En beschaving is met de zon meegereisd. Waar zijn wij nu? Aan de Westkust. Als wij een beetje verdergaan, zijn wij weer terug in het oosten. Wij zijn in de avondtijd. "En het zal licht zijn in de avondtijd." Wat is het? Dezelfde zon.

57 Nu, God is een oneindige God. Hij is oneindig. Wij weten dat. En als Hij, na al deze jaren van intellectueel onderwijs... en Hij is tot de Joden en Samaritanen gekomen vóór het einde van hun tijd, en toonde hun het teken van de Messias. Hij zou niet dezelfde God zijn als Hij ons, heidenen, zou laten binnengaan op verstandelijk begrip. Hij moet absoluut hetzelfde doen en Hij beloofde dat Hij het voor de heidengemeente zou doen.

     Nu, ten behoeve van mijn prediker-broeders, opdat zij er een begrip van zouden mogen krijgen en het misschien een beetje duidelijker zouden kunnen begrijpen... Jezus zei: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen."

58 Laten wij nu een moment opletten. En alstublieft, als ik hier iets zeg wat tegen een kerk is, of zoiets, of bepaalde denominaties, bedoel ik dat niet in dat licht. Ik probeer gewoon een punt te maken.

     Let op Abraham. Hij zou de vader van de naties gaan zijn, door zijn koninklijke Zaad, hetwelk Christus was. Nu, het kon niet gebeuren, de volle belofte, aan de Joden, omdat door Izaäk de belofte geheel voor het Joodse ras is; maar in deze laatste dagen heeft Hij het aan Abraham en zijn Zaad beloofd, en zijn Zaad was Christus. De kerk staat erbuiten. "Nu, niet alleen aan Abraham, maar zijn zaad." Zo de Here wil, als ik een uur of twee extra kan krijgen, zou ik graag tot u spreken... "Abraham en zijn zaad na hem".

59 Merk op hoe Hij Abraham door deze kruispunten bracht van rechtvaardiging, heiliging, doop van de Heilige Geest, net hetzelfde als wat Hij hier gedaan heeft, exact; plaatste hem als een zoon, en net voor Sodom vernietigd werd.

     Nu, houd in gedachten dat er altijd drie klassen mensen zijn, zoals Joden, heidenen en Samaritanen; dat is de gelovige, schijngelovige en ongelovige. Dus dat vinden wij. En elke samenkomst brengt het voort, elke menigte brengt het voort. Wij hebben het gewoon.

     Nu kijk naar die dag. Abraham ging niet naar Sodom, maar Lot ging naar Sodom. Hij was nog steeds een gelovige, zoals de gewone kerk, de rituele gelovige, toch was hij een gelovige. En hij was in Sodom omdat hij dacht dat hij wat extra geld zou kunnen verdienen of een beetje populairder zou kunnen zijn. Ik geloof dat hij daar de burgemeester van de stad werd of zoiets. En zijn vrouw behoorde daar tot alle clubs, enzovoort, en het was moeilijk voor haar om weg te gaan. Maar net voordat dat plaatsvond...

60 Nu, kijk, er was... Abraham was de uitverkorene. En wij weten allen dat Christus voor een uitverkoren gemeente komt; dat de opname het overblijfsel is (wij weten dat), de uitverkoren gemeente. De anderen gaan door het oordeel. Maar de uitverkorenen gaan eerst in de opname, omdat zij niet in het oordeel kunnen gaan. Jezus zei: "Die in Mij gelooft heeft eeuwig leven. Die Mijn Woorden hoort en in Hem gelooft die Hij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en zal nooit in het oordeel komen, maar is uit de dood in overgegaan in het leven." Johannes 5:24. Wij zijn in Christus, reeds geoordeeld. Oord... God oordeelde ons door ons geloof in Zijn Zoon, Christus Jezus. En door de Heilige Geest zijn wij in dat lichaam gedoopt en een deel van Christus geworden... uitverkoren gemeente.

     Abraham vertegenwoordigde de uitverkoren gemeente, net hetzelfde als de uitverkoren gemeente van zijn zaad na hem in deze dag. Volgt u het? Abraham... niet alleen Abraham, maar zijn zaad na hem. En hij was de vader van naties, door welke wij hier vandaag zijn. Ik ben Iers, en sommigen misschien Indianen en sommigen Noren, en sommigen iets anders. Zie? Wij zitten hier allen, maar God heeft uit één bloed alle naties gemaakt. Wij zijn allen één in Christus: "Want door één Geest zijn wij allen in één lichaam gedoopt." Dat is juist. Dat is de uitverkoren gemeente.

61 Nu is er een kerk die niet in de doop van de Heilige Geest gelooft, daar in Sodom, die nog steeds de dingen doet die ze in Sodom doen: bingo, bunco, soepmaaltijden, allerlei dingen, zich kleden als de wereld, handelen als de wereld, en zichzelf nog steeds kerkleden noemen. Zie? Dat is de Sodom kerk. Nu, net voordat het einde komt...

     Nu, onthoud, het woord gemeente betekent 'uitgeroepen', zoals afgezonderd, afgescheiden van ongeloof, elk Woord van God gelovend. En kijk wat Abraham... Abraham twijfelde niet aan de belofte van God door ongeloof, ongeacht hoe lang het duurde. O, toen... toen Sara vijfenzestig jaar oud was en Abraham vijfenzeventig, was hij steriel en zij was onvruchtbaar. En toch vertelde God hem dat hij een baby zou gaan krijgen bij die vrouw; en hij geloofde het en maakte er toebereidselen voor. En vijfentwintig jaar later geloofde hij nog steeds hetzelfde, echter zonder bewijs. Het raakte er voortdurend verder bij vandaan. Maar de Bijbel zei...

62 Hij zei, je zou voor je moeten laten bidden: "Dus, ik zie geen verschil in mij", en dan gaat u weer terug. (Zie?) Dat is niet Abrahams zaad. Als Abrahams zaad die belofte vat, zal niets het meer bewegen. Het zal daar precies blijven, ongeacht...

     Ik kan Abraham horen zeggen... komt binnen en zegt: "Sara."

     "Ja, liefste."

     "Ik ontmoette God daarbuiten."

     "O."

     "Hij zei dat wij een baby gaan krijgen."

     Kunt u zich een oude man van vijfenzeventig jaar oud voorstellen en een oude vrouw van vijfenzestig, die naar de dokter gaan en toebereidselen maken voor de baby? De dokter zei: "Zij zijn... De oude kerel, arme oude vent, hij is de weg kwijt." Zie? O, zo gaat het met iedereen die geestelijk is, iedereen die van God houdt, zij worden beschouwd als een klein beetje abnormaal, weet u, dus... "Wel, de oude kerel, laat hem met rust; hij doet geen kwaad."

     Wel, God vertelde Abraham: "Scheid u af van zulke mensen. Kom eruit, ga weg van dat ongeloof."

63 Neem mij niet kwalijk, zusters, ik moet hier een punt maken. Maar misschien na de eerste maand, of zoveel dagen, kan ik Abraham horen zeggen: "Hoe gaat het?" Zie, nu onthoud, zij was ongeveer twintig jaar voorbij de memopauze. Dus hij zei: "Hoe voel je je, liefste?"

     "Geen verschil."

     "Gezegend zij God, wij zullen hem hoe dan ook gaan krijgen. Maak de schoentjes klaar en al de dekentjes, enzovoort. Gaan hem hoe dan ook krijgen."

     "Hoe weet je dat?"

     "God zei het. Dat maakt het vast. God zei het." Wel, een jaar ging voorbij. "Hoe gaat het, lieveling?"

     "Geen verschil."

     "Glorie voor God, het zal nu een groter wonder zijn dan dat het in het begin was. Gaan het hoe dan ook krijgen."

64 Vijfentwintig jaar gingen voorbij. Nu, hier is zij een klein grootmoedertje (zie?), en Abraham oud en hoogbejaard. Nu, "Liefste, hoe voel je je nu?"

     "Geen verschil, lieverd."

     "Glorie voor God, wij zullen hem hoe dan ook krijgen."

     "Hoe weet je dat?"

     "God zei het."

     Nu, het zaad van Abraham neemt hetzelfde standpunt in: "God zei het."

     Dan zegt u: "Wel, er werd voor mij gebeden, maar ik geloof niet dat er enig verschil is." Dat is niet het zaad van Abraham. Nee, nee. Het zaad van Abraham gelooft het. Het maakt mij niet uit wat... Vijftig dokters konden daar staan en zeggen dat u dood zult gaan.

     "Nee, ga door, dokter."

     "Hoe weet u dat?"

     "God zei het." Dat maakt het vast.

65 Nu, merk op. Hij wachtte. Jaren waren voorbijgegaan. De schoonheid was verwelkt; en zij was oud en hij was oud. En op een dag... Abraham hield zich nog steeds afgescheiden, het zaad van Abraham vandaag vertegenwoordigend, afgescheiden van de wereld, eruit geroepen, apart gezet. Dat zijn Christenen, echte gelovige Christenen: apart gezet, eruit geroepen.

     Nu, Abraham zat daar op de heuvel; de dingen gingen niet zo goed. Hij was niet rijk. Het vee verhongerde.

     Met Lot ging het goed. Hij was daar in Sodom, burgemeester van de stad en o, hij was... Zijn vrouw behoorde tot alle clubs, en zij... zijn dochters behoorden tot alle verenigingen en my, ik veronderstel dat zij net als de Sodomieten waren. Daar waren zij dus, daar in Sodom.

     Dus toen Abraham op een dag in de schaduw van een eikenboom zat, waar zijn tent was opgezet, zag hij drie mannen aan komen lopen. Er is gewoon iets met een Christen, als u Christus ziet, kunt u het herkennen. Hij keek naar deze mannen en hij liep erheen om hen te ontmoeten. Nu, hij deed niet als een heiden, zeggend: "Mijne heren." Hij zei: "Mijn Heer, kom. Gaat U onder de boom zitten en rust uit. En ik zal een beetje water halen en ik zal Uw voeten wassen. Verfris Uzelf en ik zal een stukje brood voor U halen om te eten." Wilde hen gastvrij ontvangen, omdat hij daar beneden in zijn hart geloofde dat daar iets mee was. Hij lette daarop. Ziet u? Dus gingen zij zitten.

66 En ik kan hem terug zien gaan naar de tent tot hij haar vond, in de hoofdtent. Hij zei: "Sara, zeef wat meel." Met andere woorden, kneed het brood, weet u.

     En hoeveel weten wat kneden van brood was? Ik herinner mij dat mama gewoon was een grote, oude zeef te gebruiken en zij had een grote, oude bak. Daar deden wij het meel in. En zij had een wig. Zij schraapte met die wig over die zeef, weet u, en schudde het meel erdoorheen om korenbrood te maken.

     En dus ging hij en zei: "Kneed wat meel, of bloem." En zei: "Bak wat broodjes op de haard."

     En hij liep naar buiten naar de kudde en vond een klein kalfje en bereidde het en gaf het aan de mannen, of doodde het en gaf het aan de knecht om te bereiden.

     En hij ging weer terug en stond voor hen; hij bracht het vlees en ging zitten. Nu, onthoud, zij aten het vlees en dronken melk en aten het brood.

     Bemerk. En aan Wie gaf hij dat te eten? God. Dat was God. Abraham noemde Hem 'Elohim'. U broeders weet dat. Elohim is de in Zichzelf bestaande, zoals Hij begon in Genesis 1, Elohim. Elohim, de grote IK BEN, in menselijk vlees, at vlees, dronk melk, at korenbrood en zat onder de schaduw van een boom, met stof op Zijn kleding, slechts een gewone man. Maar Abraham wist dat dat meer dan een man was.

67 Twee van hen stonden op en gingen naar Sodom. Zij gingen daarheen om te prediken, daar in Sodom. O, als u geestelijk bent zult u het waarschijnlijk vatten. Merkte u het op? Deze twee die daarheen gingen, deden geen enkel wonder, verblindden alleen hun ogen voor de deur. (En het Evangelie prediken verblindt de ogen van de ongelovigen.) Maar zij waren twee mannen die daarheen gingen om te prediken, om Lot uit Sodom te halen.

     Kijk naar vandaag. Is het niet vreemd in deze laatste dagen dat wij... Helemaal door het tijdperk heen, door Abrahams zaad-tijdperk, het verenigen van de gemeente, hadden wij Moody, Sankey, Finney, Knox, Calvijn, Spurgeon, Wesley, enzovoort. Maar nooit... en wij hadden een Billy Sunday, maar nooit eerder hadden wij een Billy Graham.

68 Bemerk, dat de Engel Abrams naam had veranderd in Abraham, gespeld A-b-r-a-m...?... A-b-r-a-h-a-m, gaf hem een deel van Zijn Naam: Abraham, Elohim, omdat hij ook de vader van de naties was.

     En nooit heeft de intellectuele kerk daar door het tijdperk heen ooit een boodschapper ontvangen die internationaal bekend was, met een naam eindigend op h-a-m. Zie waar het is? De moderne Billy Graham daar in Sodom: "Kom eruit." Dat is wat Billy Graham uitroept. "Kom eruit; het einde is op handen." G-r-a-h-a-m, nooit in de geschiedenis van de kerk, maar dit is het. Let erop dat de Here ernaar verwees.

69 Toen, er was één Engel die opstond en achterbleef bij Abraham. Let op welk soort wonder Hij aan die uitverkoren gemeente gaf. Hij had Zijn rug naar de tent gekeerd. Waarom noemde Hij hem niet Abram? Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw?" Niet S-a-r-a-ï, maar S-a-r-a. "Waar is uw vrouw, Sara?"

     En hij zei: "Zij is in de tent achter U." De Bijbel zei dat de tent achter de Engel was, of de Boodschapper, een Boodschapper die daar zat en vlees at en melk dronk. Zei: "Zij is in de tent achter U."

     Hij zei: "Abraham, Ik... (o, persoonlijk voornaamwoord) Ik ga u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens, zoals Ik u beloofd heb."

70 (Nu, ik spreek tot een gemengd gehoor en u, jongedames, excuseer mij als dit een aanstoot is, maar het is om een punt te maken.) Nu, de Bijbel zei dat zij beiden hoogbejaard waren. Als man en vrouw was het jaren geleden opgehouden. Zie, zij waren honderd jaar oud. Misschien waren zij twintig jaar niet als man en vrouw samen geweest. En in haar hart lachte Sara in zichzelf, zeggend: "Zou ik, een oude vrouw, ongeveer honderd jaar oud, weer genoegen kunnen hebben met mijn heer (haar man)? Wel, dat kan niet. Die dingen hebben wij al jaren en jaren en jaren niet meer gehad. Hoe zou het kunnen?" En zij lachte in zichzelf.

     En de Engel zei: "Waarom lachte Sara, zeggend dat deze dingen waarlijk niet zo kunnen zijn?"

     Wat zei onze Here? "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Wat? Het avondlicht dat beloofd was aan de heidenen. Dezelfde God Die Zich daar manifesteerde in een menselijk lichaam en in een ogenblik verdween, diezelfde God zou Zich manifesteren in mensen, menselijk vlees, in de vorm van de Heilige Geest, een gelovend volk, in de laatste dagen van het avondlicht. Jezus zei het. Wat? Aan de heidenen, het zaad van Abraham, wat vele naties waren.

71 Zij hadden hun... de engel had het teken aan de kerkelijke denominaties getoond: G-r-a-h-a-m, hij doet zijn teken. Dat is juist.

     En nu bewijst de Engel van God in de uitverkoren gemeente, de Engel die uit de hemel komt, de Heilige Geest, een Boodschapper, dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, heden en in eeuwigheid; wat Hij toen deed, doet Hij nu.

     Jezus zei: "Ik ben de Wijnstok; gij zijt de ranken." En als het leven dat in de rank is een rank voortbrengt, zal het hetzelfde leven voortbrengen dat in de wijnstok is. En: "De werken die Ik doe zult gij ook doen. Meer dan deze zult gij doen, want Ik ga naar de Vader." De intellectuele kerk heeft hun boodschapper. De bovennatuurlijke gemeente heeft haar Boodschapper, de Heilige Geest, Die precies dezelfde dingen volvoert en doet als die Jezus deed toen Hij hier op aarde was. Wat is dan het licht vandaag? Jezus Christus, Dezelfde gisteren, heden en in eeuwigheid.

72 "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Wat Hij dan gisteren was, zal Hij vandaag zijn. Voor wie deed Hij het? Voor de Joden en Samaritanen, niet voor de heidenen. Maar beloofde aan het zaad van Abraham, dat het hetzelfde zou zijn in de avondtijd.

     Nu, ik zou er nog wel een uur of meer over kunnen spreken, maar één Woord van Hem zal meer dan tien miljoen keer meer zijn dan wat ik of welke andere prediker ook zou kunnen zeggen.

     Nu, wij weten dat dat waar is. Dat is de Schrift. Dat is de belofte. Maar nu, zal Hij het doen? Dat is de vraag. Zal Hij het doen? En wat zijn wij. Wij zijn in de avondtijd. Wij leven onder de lichten van de avondtijd.

     Onthoud dat dezelfde zon die opkomt in het oosten dezelfde zon is die schijnt in het westen. En dezelfde z-o-n die hier opkomt, is dezelfde z-o-n die hier ondergaat. En dezelfde Z-o-o-n Die daar licht op gaf, is dezelfde Z-o-o-n in de laatste dagen. Aan de Samaritanen en aan de Joden die naar Hem uitzagen, en nu aan de heidenen, als wij in de avondtijd uitzien naar Hem. God zij u genadig.

73 Ik weet dat u zich naar huis moet haasten voor uw avondeten en om weer terug naar de gemeente te komen. Onthoud, onderzoek de Schriften. Breng uw papier mee en schrijf de Schriftgedeelten op die ik aanhaal. Als zij niet juist zijn bent u ernstig verplicht naar mij toe te komen en te tonen... Ik wil niet verkeerd zijn. Maar ik ben niet verkeerd zolang de Schrift zegt dat het zo is en God het bevestigt. Een mens kan alles zeggen wat hij maar wil; dat is een mens. Maar als God spreekt, durft dan iemand het te betwijfelen? Het is eeuwige afscheiding van Zijn tegenwoordigheid in eeuwigheid.

     Nu, wat kunnen wij doen? Als wij kunnen beseffen en ontdekken dat Jezus nog steeds leeft... Wel, we... Vandaag gaan wij naar een dienst en wij handelen alsof wij naar een begrafenisdienst gaan in plaats van... Wij gaan naar... eer bewijzen aan de doden in plaats van een Overwinnaar te aanbidden en eer te bewijzen. Christus overwon de dood; Hij overwon de hel; Hij overwon het graf; Hij overwon zonde, overwon ziekte. Wij begroeten een Overwinnaar, niet iemand die duizenden jaren geleden stierf en een goed leven leefde, maar een Christus Die weer opstond en Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

     Misschien ben ik een beetje emotioneel, maar als u zich net zo voelde als ik, zou u ook emotioneel zijn; omdat ik mij tamelijk religieus voel op dit moment; omdat ik weet dat Hij leeft. En de Schriften zijn waar. Omdat Hij leeft, kunt u ook leven.

74 "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Dan, Here Jezus, kom in ons midden, ga in ons vlees, ga in mijn prediker broeders, in mij, in u daarbuiten. En kom gewoon en laat ons onszelf aan U overgeven, en dan zult U het volvoeren en tonen dat U de levende Christus bent, een Geest van God Die onder ons leeft, die volvoert en Uw Woord houdt en bevestigt wat beloofd is. Laten wij nu bidden, met onze hoofden gebogen.

     Here God, Schepper van hemelen en aarde, de Auteur van eeuwig leven, en de Gever van elke goede en volmaakte gave... En die meest volmaakte gave, Here, waar wij aan kunnen denken, was de gave die U ons gaf, de Zoon van God. En dat Hij leeft, vandaag en in eeuwigheid, en Hij is met de gemeente geweest gedurende dit hele sombere tijdperk. En als wij nu in deze dag zien dat het licht schijnt in de avondtijd op het westerse volk, bewijzend dat U Uw Woord tot op de letter houdt... En ik bid, God, dat elke man en vrouw hier het vandaag moge ontvangen en geloven in Hem. Degenen die Hem niet kennen als hun Redder, mogen zij hem nu precies ontvangen en zeggen: "Here, helpt Gij mijn ongeloof."

75 Mogen degenen die nog niet zijn gevuld met de Geest voor dienst, mogen zij "Ja" zeggen, dat ene eeuwige "Ja" tegen de grote Heilige Geest.

     En ik heb vandaag uit Uw Woord gelezen, Here. Misschien ongeletterd en niet bekwaam, nooit bekwaam genoeg om de Schrift voort te brengen of te introduceren; maar wat ik tekort kom, moge de Heilige Geest het ter bevestiging aanvullen. Sta het toe, Here. Moge het zo eenvoudig zijn dat de kleine kinderen het zullen zien, allen het zullen geloven.

     Sta toe dat iedereen hier die ziek is het mag zien en er aandacht aan mag schenken en zeggen: "Jezus, onze Here, leeft en ik geloof Hem voor mijn genezing."

     En dat hun dokters niet zullen twijfelen en hun regelrecht zullen vertellen: "Er is zo'n beterschap in u." Dan zullen zij diep in hun harten weten dat Jezus binnenkwam om de zaak over te nemen en zij zullen gezond zijn. Sta het toe, Here.

76 Zegen deze predikers die hier achter op het podium zitten. En ongetwijfeld horen zij bij veel verschillende kerken. En zegen de herder van deze kerk. Zegen zijn diakenen, zijn oudsten. Zegen overal al de leken. En zend door deze vallei en deze prairie een opwekking in elke kerk. Zend een opwekking naar de Anglicanen en naar de Presbyterianen en naar de Pinkstermensen en naar allen, Here, dat er een hoog bezoek van Gods Heilige Geest mag zijn hier in Grande Prairie, en dat het nieuws mag worden verspreid door de provincies en over de naties en gebieden, dat Jezus nog steeds leeft.

     Wij verlangen Hem te zien, Here. En zoals onze broeder het vanmorgen goed uitdrukte, toen hij opkwam en zei dat hij richtingwijzers had gevolgd, naar het teken had gekeken, om te zien op welke manier hij naar Grande Prairie moest komen. Het was niet het teken dat hem hier bracht; het was het teken dat hem hierheen wees. Dus mogen zij vandaag beseffen dat, zoals ik de Schrift heb aangehaald: "Wij zouden Jezus willen zien", elk persoon hier in staat mag zijn om U te zien, Here, in de kracht van Uw opstanding, levend onder ons.

77 En als wij vanmiddag weggaan, zoals ik eerder heb aangehaald, mogen wij dan naar huis gaan zoals die van Emmaüs. Zij wandelden de hele dag met U. U sprak tot hen, verklaarde de Schrift, maar zij herkenden niet dat U het was. Toen U die avond deed alsof U door zou gaan en zij U dwongen om binnen te komen en bij hen te blijven... O God, mogen de discipelen vandaag, zoals Kleopas, U dwingen te komen en bij ons te blijven, Here. En toen U in hun kleine plaats van de kleine herberg binnenkwam, en U de deuren sloot, deed U iets zoals U gedaan had voordat U gekruisigd werd, en hun ogen werden geopend, want zij wisten dat niemand het precies zo deed.

     Vader, wij zijn predikers, en geestelijken en boodschappers van het verbond, maar wij kunnen het niet op die manier doen, Here. Wij kunnen niet de dingen doen die U deed, maar U kunt komen en Uw Woord vervullen dat wij ook de werken zouden doen die U deed. Kom dan, Here Jezus, en doe de dingen zoals U deed voordat U gekruisigd werd, opdat deze christelijke, Godvrezende mensen, de verzekering zouden mogen hebben dat onze Here niet dood is, maar dat Hij weer is opgestaan. En mogen zij, zoals Kleopas en zijn vriend, van huis tot huis gaan, zeggend: "Waarlijk, de Here is opgestaan." Lichtvoetig en lichthartig, niet om over hun religie te argumenteren, maar te zeggen: "De Here is opgestaan." Sta het toe, Vader.

78 Wij wijden onszelf, ons lichaam, onze geest... en al wat in ons is wijden wij nu aan U toe, en wachten om alleen één woord van U te horen, en het zal genoeg zijn, Vader. Als U Zichzelf alleen maar levend onder hen toont, dan zullen zij U geloven, Here. Deze prairie-mensen, die oprecht zijn van hart, zullen U geloven. En dan zullen zij naar huis gaan; zij zullen niet hoeven te zeggen: "Broeder Branham deed zo-en-zo", omdat zij weten dat ik dat niet kon doen; maar zij zullen zeggen: "Mijn Heer leeft en ik heb Hem lief. En ik zal Hem aanbidden, en ik zal Zijn gemeente bezoeken. En ik zal mijn plicht als Christen doen; ik zal getuigen; ik zal Hem geloven, al de dagen van mijn leven." Dat is het doel waarvoor wij het vragen, in Jezus' Naam. Amen.

79 Hebt u Hem lief? Al u Methodisten, hebt u Hem lief? Baptisten, Presbyterianen, Pinkstermensen, hebt u Hem allen lief? Laten wij gewoon een klein vers zingen. Ik houd ervan Hem te aanbidden na het hakken met het Woord, enzovoort. Laten wij Hem gewoon aanbidden in een lied, met dat goede oude lied van de gemeente: "Ik heb Hem lief." Hoeveel kennen het? "Ik heb Hem lief, omdat..." Laten wij het zingen.

     En laten wij... Let niet op wie er naast u zit; probeer niet te hebben... Waar ik helemaal niet van houd is een overtrainde stem, hun adem inhoudend totdat hun gezicht blauw wordt. Zij zingen niet; zij schreeuwen gewoon. Maar ik houd van goed, ouderwets, hart-gevoeld zingen, al zou u misschien totaal geen toon kunnen houden, maar toch, u zingt het vanuit uw hart. Nu, u zegt: "Wel, ik ben geen zanger." Dat maakt niet uit. Maak dan een vrolijk geluid voor de Here. De Schrift zegt het.

Ik houd van Hem, ik houd van Hem,
Omdat Hij mij eerst liefhad
En mijn redding betaalde
Op Golgotha's kruis.

80 Nu, terwijl wij het opnieuw zingen, schud handen, u... allen uit verschillende denominaties en versch... Schud elkaar de hand en zeg: "God zegene u, blij om hier in de aanbidding te zijn." Wat probeer ik te doen? De Geest van God onder u te doen bewegen. Zie?

Ik houd van Hem, ik houd van Hem,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruis.

     Nu weet u wat wij behoorden te doen? Paulus zei: "Als ik aanbid, zal ik aanbidden in de Geest. Als ik zing, zing ik in de Geest." Dus laten wij dat dan allebei samen doen, terwijl wij onze handen rustig opheffen en onze ogen sluiten. Echt zacht en lieflijk in de Geest:

Ik houd van Hem (prijs Hem), ik houd van Hem,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruis.

     Nu, laten wij onze hoofden buigen en het neuriën. [Broeder Branham neuriet – Vert]

81 Nu, laat de piano het spelen, terwijl wij in onze harten aanbidden.

     O Jezus, Zoon van God, Roos van Saron, Lelie der Valleien, Morgenster, wij zijn in de minderheid, Here, als het gaat om aantallen in de wereld, maar zoals de Schrift zegt, wij hebben Jezus.

     Wij proberen niet om met de wereld te wedijveren in hun gewichtige psychologische oefeningen. Wij proberen niet om hen te overtreffen met hun balspelen en intellectueel vermaak. Wij kunnen ons niet met hen meten, Vader. U zei: "De kinderen van de nacht zijn wijzer dan de kinderen van de dag." Dat weten wij dus, Vader. Maar wij hebben Jezus. Zij hebben dat niet. En als die persoon vandaag hier is, die Jezus niet heeft en niet weet dat zij zijn overgegaan van dood in leven, moge dit het uur zijn dat zij Hem nu zullen ontvangen als hun Redder en gevuld worden met Zijn Geest, want wij vragen het in Zijn Naam en voor Zijn glorie, bidden wij. Amen.

Ik houd van Hem,...
Omdat Hij mij eerst liefhad...

     Houd u daar gewoon niet van?

O, wat een gemeenschap, o, wat een goddelijke vreugde,
Leunend op de eeuwige armen;
Ik heb volmaakte vrede met mijn Heer zo nabij,
Gewoon leunend op Zijn eeuwige armen.

     Nu, u bent zo fijn, zo'n fijn gehoor, het is... Ik weet dat God iets voor u wil doen. Nu, ik vroeg juist aan mijn zoon... Gewoonlijk geven wij elke dag kaarten uit. De kaart geeft u geen enkele zekerheid van iets. Het is gewoon alleen om de kaart te hebben zodat wij... Ik zal het u in deze kleine gemeente tonen. Hoeveel hier willen dat er voor hen gebeden wordt, of u een kaart hebt of niet? Steek uw hand op. Gewoon door de hele samen... Nu, wie zal de eerste zijn? Daar bent u er. Zie? U moet een of andere manier hebben om hen in de rij te houden. Nu, zie, ik... Welke letter? A. A 1 tot en met 50. Goed. A nummer 1 tot en met nummer 50 is waar wij beginnen om voor de zieken te bidden. [Leeg gedeelte op de band – Vert]

82 Ik ken de jongen niet. Ik heb hem nooit gezien. Ik zal mijn rug naar hem toekeren, waarover ik vanmiddag met u gesproken heb. Meneer, ik ken u niet. Als wij vreemden zijn voor elkaar, steek uw hand op. En ik heb u nooit in mijn leven gezien, niet meer dan dat u hierheen kwam aanlopen. Nu heb ik mijn rug naar u toe gekeerd. Maar om de mensen, de gemeente, te laten zien (als Hij het wil doen) dat Hij Zijn belofte houdt... Zoals Hij toen in het vlees kwam en Zichzelf aan Abraham manifesteerde, komt Hij nu in zijn vlees dat Hij verlost heeft en manifesteert Hij Zichzelf aan Abrahams zaad. Begrijpt u het? Nu, de God des hemels weet dat ik de man niet ken.

     Nu, ik neem iedere... Hier is Hij. Hij is hier nu. Ik neem elke geest hier onder mijn controle in de Naam van Jezus Christus. De Vuurkolom die u op de foto ziet, is geen halve meter van waar ik nu sta vandaan.

83 Laat de man die achter mij is, gewoon bidden. Zeg: "Here..." of wat er ook fout is. Hij zou ziek mogen zijn; hij zou financiële problemen mogen hebben. Ik weet het niet. Wat het ook is, laat de Heilige Geest het Woord van God hier recht voor u bewijzen.

     Nu, God des hemels, het is in Uw armen, in Uw handen. Ik ben alleen Uw dienstknecht. En laat het bekend zijn dat U God bent en dat ik Uw boodschap waar en zuiver vertel. Ik heb U geëerd, Here, eer nu het Woord dat ik heb gepredikt. Ik draag mijzelf aan U op, in de Naam van Jezus Christus, dat deze mensen mogen weten dat U God bent en ik Uw profeet.

84 De man die achter mij is, bidt niet voor zichzelf. Hij bidt voor iemand anders, en dat is een kind. Het kind is niet hier. Het kind lijdt aan een breuk. Als u met uw hele hart gelooft, zal de breuk het kind verlaten. Zijn die dingen waar? Als het zo is, steek uw hand op. Ga dan heen en geloof en ontvang waarvoor u hebt gevraagd.

     Ik wil met u praten, mevrouw. Jezus ontmoette een keer een vrouw bij de bron. Dit is de eerste keer dat wij elkaar in het leven ontmoeten, veronderstel ik. Wij kennen elkaar niet. Dit... U bent veel jonger dan ik. Wij werden waarschijnlijk mijlen en jaren ver van elkaar geboren, en hier is onze eerste ontmoeting. Nu, Jezus ontmoette op een keer een vrouw. Ik ben Hem niet; ook bent u haar niet; maar opdat Zijn Woord vervuld mag worden om de mensen te laten zien dat Hij Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid...

85 Iemand in het gehoor... Er gebeurde iets in het gehoor. Ik moet het gewoon volgen. Het is een... Ik zie het Licht en het is een visioen; het beweegt zich weg.

     Ik ken u niet, zoals ik zei. En Jezus ontmoette een vrouw in een klein panorama zoals dit, en Hij sprak een paar minuten met haar om het geheim van haar hart te ontdekken, en Hij vertelde haar wat haar probleem was. En ze zei snel: "Meneer, ik bemerk dat U een profeet bent. Wij weten dat, als de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen."

     Jezus zei: "Ik Die spreek ben het."

     En zij rende de stad in en zei: "Kom, zie een Man Die mij vertelde wat er verkeerd was", over de dingen die zij had gedaan. Zei: "Is dit niet de ware Messias?"

86 Nu, dame, deze middag, ik ken u niet, of u kent mij niet...?... als dan de Heilige Geest Dezelfde blijft, Die in Jezus was... in ons is, omdat God in Christus was, de wereld met Zichzelf verzoenende, Hij was de Zoon van God, en wij zijn de aangenomen zonen en dochters van God. En als Hij mij iets zal vertellen wat u hebt gedaan, iets wat u van plan bent om te doen, iets waarvoor u hier bent, een ziekte, of iemand voor wie u gebed wilt, of zoiets; zou het maken dat u gelooft en geloof hebt? Zou de rest van het gehoor geloven? Kent u de vrouw, iemand? Goed.

     Nu, wees niet bevreesd. U bent een Christin, omdat ik de trilling van uw geest voel. Zie? U bent een Christengelovige. U hebt niets om u zorgen over te maken. Wees gewoon nederig, geloof. Eén ding waaraan u lijdt is een zenuwaandoening. U bent extreem nerveus. Dat is juist. U hebt een dameskwaal, een vrouwenkwaal, uitgevallen klieren. Dat is waar.

87 Ik raadde dat niet. Ik probeerde te ontdekken waar dat vandaan kwam. Ik raadde dat niet. Dat is geen raden; dat is waar. Is dat waar, dame? Steek uw hand op. Laat mij zien...

     Ik weet zelfs niet wat ik zei; de enige manier die ik weet is die band terug te horen. Dat is de zalving; je bent in een andere wereld, een andere dimensie.

     Ja, hier komt zij. Ik zie haar. Speciaal... Dat is een zenuwkwaal. Zij lijdt eraan, speciaal als het laat in de avond is, wanneer zij echt vermoeid is. Zij wordt dan erg afgemat. En ja, ik zie dat het onderzoek toont dat zij had een... een vrouwenkwaal. Dat is juist. Zij... ook heeft zij een galblaaskwaal en zij heeft hartproblemen; het is een nerveus hart. Deze dingen zijn waar, is het niet? Dat is waar. Zie?

     U wilt ook dat iemand anders genezen wordt, is het niet? Het is uw man, die hier precies zit. Gelooft u dat God mij kan vertellen wat er verkeerd met hem is? Zo ja, denkt u dat hij het als zijn genezing zal aanvaarden? Ja? Dan zal de astma hem verlaten...?... Ga, geloof nu. Twijfel niet. Jezus Christus zal u gezond maken. God zegene u.

88 Gelooft u nu met heel uw hart? Heb gewoon geloof. Twijfel niet. Hoe gaat het met u?

     Helemaal daar achterin, de dame die daar achteraan zit lijdt aan galstenen. Het verliet u toen, dame, dus u kunt gaan en gezond zijn. Jezus Christus maakt u gezond.

     Ik ken u niet. Wij zijn vreemden voor elkaar. Als God mij wil verklaren wat uw probleem is, zult u mij dan geloven als Zijn dienstknecht, en geloven dat Hij leeft? Ik wil dit tot u zeggen. U bent... u bent zich bewust dat er iets aan het gebeuren is: een echt lieflijk, nederig gevoel. Als dat juist is, steek uw hand op zodat het gehoor het kan zien. Ik kijk rechtstreeks naar dit Licht. Als u, broeders, het hier kunt zien... Kijk daar tussendoor en ziet u dat soort smaragdkleurige licht bewegen? Nu, hier, een vrouw beweegt zich van mij weg.

     Ja, zij heeft een gezwel en het gezwel is aan de linkerkant van de borst, onder de linkerborst. Dat is "ZO SPREEKT DE HERE". Geloof verder met heel uw hart; u kunt genezen zijn. Hebt u geloof? Gelooft u met heel uw hart? Twijfel nu niet. Heb gewoon geloof. Zeg: "Ik geloof."

89 Hebt hoofdpijnen, is het niet? Hebt u een gebedskaart? Ja. U hebt hem niet meer nodig. Ik ken u niet. Als dat juist is, steek dan uw hand op. Wat raakte u aan? Ik vraag u, wat raakte zij aan? Zij is zes of negen meter bij mij vandaan. Zij raakte mij nooit aan, maar zij raakte die Hogepriester aan, die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. Dat is de reden dat zij genezen kan worden, omdat zij gelooft. Ik daag u uit om het te geloven. Let op wat er gebeurt.

     Is dit de dame die...? Hoe gaat het met u, dame? Wij zijn ook vreemden voor elkaar, veronderstel ik. God kent ons beiden. Is dat waar? Gelooft u dat God ons beiden kent? Wat spreekt u, Noors? Kom hier, iemand die Duits is? Waar is die Duitse broeder? Spreekt u Duits, broeder?

     Zijn wij vreemden voor elkaar? (Nee, zegt u het in het Duits voor haar. Zie?) Ik ken u niet. Ja...?... Ja zeker. Dat is goed. Even een ogenblik. Nu, let op, voor het visioen... (Kunt u zeggen: 'visioen'?) Als ik visioenen zie... (Vertel haar haar moeite, als zij gelooft...) Als ik... Zij wil... zij wil gebed. Is zij Duits? Spreekt u Duits? Goed. Even een ogenblik. Zie? Zie, wat het visioen is. Nu, u moet het snel opvangen, omdat het mij verlaat. Nu, u moet gewoon zeggen wat ik zeg. Zie, zegt u het in het Duits.

90 Als God mij wil openbaren waarvoor u hier bent, wilt u dan geloven dat ik Zijn dienstknecht ben? Als het zo is, steek uw hand op. U lijdt... (Vat het nu, wacht totdat ik het opnieuw opvang. Zie? Laten wij het vatten wanneer het komt, omdat ik het precies zo moet zeggen als dat ik het zie. Zij was... Ik was precies op... Maar het visioen verliet mij voor een moment.) Zij heeft maagproblemen en het komt van een nerveuze aandoening. Een nerveuze aandoening veroorzaakt de maagkwaal. Zeg het nu. Hoe zou ik dat weten, terwijl ik zelfs hun eigen taal niet kan spreken? God openbaart het mij.

     U hebt iets op uw hart. U wilt dat er voor iemand anders gebeden wordt. Het is uw man. Het is in zijn oren. Hij is niet hier, maar als u zult geloven... Nu, zij verstaat Engels. Nu, u kunt gaan en het in Jezus' Naam ontvangen, en krijgen waarom u gevraagd hebt...?...

91 Nu, wat daarmee? Zie, toen de Goddelijke uitleg kwam, viel zij in het kanaal. Het zou komen... Ik dacht dat het misschien zou gebeuren, zodat u zou mogen zien dat God u elke taal kan laten verstaan die u wilt. En terwijl ik in het visioen was, niet wetend wat ik sprak, verstond zij het in het Engels. Zie? Daar was het. O, is Hij niet werkelijk? Nu, het... Dat is onze Here Jezus, Die Dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

     Leg gewoon uw hand op de mijne. Gelooft u met uw hele hart? Dan zal de diabetes u verlaten en kunt u naar huis gaan en gezond zijn. Heb geloof in God. Toen u daar stond en voor mij sprak... U gaat kreupel rond door artritis. U kunt 's morgens bijna niet opstaan. Ik heb een moeilijke tijd. Dat is wat maakte dat ik... tussen de visioenen... u had zoveel geloof; u trok heel de tijd van die vrouw. Die artritis die u hebt gehad, vergeet het. Ga door, u zult in orde gaan zijn en gezond worden. God maakt u gezond.

92 Wel, achteraan... Goed, nu kunt u naar huis gaan en gezond zijn. Jezus Christus maakt u gezond. Nu, voelde u zich niet heel goed toen ik dat zei? Omdat u hetzelfde had en u werd op hetzelfde moment genezen. Laten wij zeggen: "Prijs God Die ons de overwinning geeft door Jezus Christus."

     En opnieuw hetzelfde. Ik zag een rug-aandoening. En prijs de Here. Ga en geloof met uw hele hart.

     Nu, u lijdt vanavond aan een nerveuze aandoening. Iedereen probeerde u te vertellen: "Kom tot jezelf", maar u kunt het niet. Er is iets wat u bang en bezorgd maakt. Ik lees niet uw gedachten, maar u zou uw leven nu niet kunnen verbergen als u dat zou moeten. Ziet u? Maar u hebt geprobeerd om een plaats te vinden waar u zou kunnen starten en zeggen: "Hier vanavond, ik zal van hier af aan beginnen." Is dat waar? U bent nu precies op de plaats. Geloof in de Here Jezus Christus; de nerveusheid zal u verlaten. Ga en wees gezond in de Naam van Jezus Christus.

93 U staat voor een operatie van een tumor. Gelooft u dat God de tumor kan genezen, van uw schouder kan wegnemen en u gezond maken... op uw linkerschouder? Ga en geloof en het zal u verlaten. Laten wij zeggen, "Prijs de Here."

     Artritis. Gelooft u met uw hele hart dat Hij u gezond zal maken en u zal genezen? Ga, heb geloof in God en God zal het u toestaan.

     Nu, toen u hier een paar ogenblikken geleden naar boven kwam en ik u moest roepen, was u een beetje vermoeid. Ik wilde niet dat u vermoeid zou zijn, omdat een persoon met hartproblemen nooit vermoeid zou moeten zijn; maar u hebt het nu niet meer. Jezus maakt u gezond, dus ga door op uw weg.

     Gelooft u het daar met uw hele hart? Wat met de dame die hier zit met spataderen, die naar mij kijkt? Gelooft u dat God u gezond zal maken, dame? Aanvaardt u het? Steek uw hand op als dat juist is. Geloof het. Heb geloof in God.

     De dame die daar achteraan zit met problemen met haar benen, gelooft u dat God dat been zal genezen en u gezond zal maken? Als u het gelooft, aanvaard het gewoon en zeg: "Dank aan God." U kunt het hebben.

94 Ik daag ieder van u uit, in de Naam van Jezus Christus, om te geloven dat dat God is Die het teken toont dat Hij nog steeds de Messias is. Hij is Dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid. Gelooft u het? Steek uw handen omhoog.

     Nu ga ik Zijn Woord voor u aanhalen. Hier is wat Hij zei. Nu, Hij is tegenwoordig. Ik kan deze dingen niet doen. Ik word zwak. Ik kan u nu nauwelijks meer zien (zie?), omdat het gewoon vervaagt. Als een van dezen...

95 Een vrouw raakte Zijn kleed aan en wat gebeurde er? Hoe... wat denkt u dat het zou doen, Hij, de Zoon van God, en ik een zondaar, gered door genade? Daniël zag één visioen en had vele dagen last van zijn hoofd. Is dat waar, broeders? En het brengt je naar een plaats waar... En ik ben hoe dan ook zwak van het zes maanden rondgaan.

     Nu, Hij is hier. De Christus van God is hier. Is er hier iemand die tot nog toe geen gelovige is geweest, zouden zij hun handen willen opsteken en zeggen: "Broeder Branham, bid voor mij. Ik geloof nu met heel mijn hart in de Here Jezus Christus en aanvaard Hem als mijn Redder"?

     God zegene u, daar achteraan, dame. Zou er nog een ander zijn? God zegene u. God zegene u, meneer. God zegene u, daar achteraan. Beneden in de middelste rij?

     "Ik ben nu in de tegenwoordigheid van een opgestane Christus, voor Wie ik op de oordeelsdag zal staan..." Onthoud dat u op de oordeelsdag zult staan voor diezelfde Geest Die hier nu is, om rekenschap af te leggen voor wat u deze middag deed. Wilt u Hem aannemen? Wilt u Hem aannemen? Iemand hier in dit linker gangpad? Steek uw hand op en zeg: "Ik ben een kerklid geweest. Ik ben nooit echt wederom geboren. Ik weet niet wat het betekent om een volledig toegewijde Christen te zijn, maar nu wijd ik mijn leven aan Hem toe. Ik wil een Christen zijn, terwijl Zijn tegenwoordigheid hier is, en weet..." U zegt: "Wat is... Hoe zal ik het weten?" U weet dat dat Degene is Die tot u spreekt, precies nu in uw hart. Dat...