Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

De zeventig weken van Daniël

Door William Marrion Branham

1 Goedemorgen vrienden. Het is een voorrecht om hier vanmorgen weer terug te zijn in de tabernakel om deze grote boodschap voort te zetten, die wij proberen te verklaren, deze zeventigste week van Daniël. En we zijn blij er zovelen te zien, die op deze hete dag vergaderd zijn en nog altijd spijt het ons dat we niet genoeg zitplaatsen hebben. Om te zien, dat de mensen zo opééngepakt zijn en moeten staan, maakt het onhandig. En omdat u zich niet zo gerieflijk voelt als het behoorde, maakt het het moeilijk voor u om het te begrijpen. Maar wij zullen alles doen wat wij kunnen om het snel te doen.

2 Ik hoop dat u mij vandaag (als ik een beetje lang van stof ben) wilt excuseren, omdat dit de beslissende fase van deze boodschap is - de tijd om deze vast te nagelen. We verdeelden het in drieën, zodat wij er zeker van zouden kunnen zijn het te begrijpen.

3 Natuurlijk weet het zichtbare gehoor, dat deze boodschappen op de band worden opgenomen en over de hele wereld worden verzonden. Praktisch elke natie in de wereld ontvangt deze banden. En ik zou graag dit tot de luisteraars van de band, waar u ook bent en in welk deel van de wereld u ook bent, willen zeggen, dat er hierin misschien sommige dingen zijn, waarmee u het niet eens bent, over de leringen die ik verkondig. Maar ik zou willen zeggen, broeders, dat als u het zou uitleggen op de wijze dat ú het ziet, het misschien anders zou zijn dan ik geloof, maar ik zou graag luisteren naar wat u te zeggen hebt.

4 De intentie van mijn hart, waarom ik deze boodschappen uit Gods Woord breng, is, dat ze de Gemeente, de hele Gemeente, de universele Gemeente, Christus' Gemeente, zullen opbouwen. En ik geloof zeker dat wij leven in de laatste dag. En mijn pogingen om dit te verklaren en toch niet naar de een of andere kant door te slaan... voor zover ik weet, heb ik mij daar nooit schuldig aan gemaakt.

5 Dikwijls luisteren mensen naar de banden en zeggen: "Wel, ik was het daar niet mee eens. Hij weet gewoon niet wat hij leert; hij kent de Schrift niet". Wel, dat zou allemaal waar kunnen zijn. ziet u? Ik zou niet willen zeggen dat het niet waar is, maar wat mij betreft, ik bestudeer het en neem niet een paar woorden... Ik lees wat andere mannen hebben te zeggen en waardeer hen. En al wat iemand zegt stel ik op prijs. Maar dan breng ik het tot God en ik blijf er bij totdat ik het kan verklaren van Genesis tot Openbaring, en zie dan alles kloppen met de Bijbel, en dan weet ik dat het ergens vlakbij het juiste ligt. En natuurlijk, waar u gelijk hebt, dat is gewoon een plaats waar ik van het spoor af raakte. En misschien is het daar waar u ongelijk of gelijk hebt, dat ik het spoor verliet en vice versa.

6 Dus wij waarderen u allen, fijne mensen, die hier vanmorgen onder het gehoor bent en u, fijne mensen, die deze banden beluistert. Alles wat gedaan wordt, is geheel voor het Koninkrijk van God. Ik heb veel fijne vrienden over de hele wereld, die ik heel erg waardeer en waarvan ik geloof dat ik een eeuwigheid met hen zal doorbrengen. En het zou niet in mijn hart opkomen om te proberen die mensen op enigerlei wijze te misleiden, maar wel om alles in het werk te stellen waarmee ik hen kan helpen.

7 Ik voel mij als Salomo toen hij bad om wijsheid, zodat hij in staat zou zijn om Gods volk te leiden. Dat is mijn oprecht gebed.

8 Mijn medewerkers die hier bij mij zijn... ik zie broeder Mercier en broeder Roy Borders en broeder Neville en Billy Paul, mijn zoon; en Gene is hier ergens en de broeders, Teddy en de anderen. Ik waardeer al deze mensen die mij komen helpen.

9 Ik herinner mij hier, dat niet lang geleden broeder Leo een visioen had - hij noemde het een droom- op een avond, dat wij elkaar voor het eerst ontmoetten. Hij zag een grote pyramide-piek, hoog in de lucht. En ik was daar boven ergens aan het prediken en hij klom naar boven om te zien wat het allemaal betekende. En toen hij daar boven op deze piek kwam, zei hij, dat ik in een soort zilverachtig licht als een platte schotel stond, en ik predikte tot de mensen. En hij trok mijn aandacht en ik keek om naar hem en hij zei: "Hoe bent u daar ooit gekomen? Hoe zou ik daar kunnen komen?"

10 Ik zei: "Leo, niemand kan hier komen. God moet een man hier brengen. Nu, het is niet voor jou om hier boven te komen. Jij moet naar beneden gaan en getuigen tegen die mensen daar beneden, nadat je gezien hebt dat het de Waarheid is, dat dat de Waarheid is". En Leo klom naar beneden om tegen de mensen te getuigen.

11 Hoelang is dat geleden, broeder Leo? Verscheidene jaren, is het niet? Verscheidene jaren. Sindsdien is hij, voor zover ik weet, getrouw geweest in het getuigen tegen de mensen dat de bediening van God komt. En ik wil niet dat het van mij komt. Als het van mij is, is het niet goed, omdat er geen goed in een mens is. Ziet u? Het moet van God komen.

12 Nu, als ik rondkijk... En gistermiddag schudde ik de hand van mijn vriend, broeder West. Ik heb hem vanmorgen nog niet in het gebouw opgemerkt - ja, nu wel. En weet u hoever die mensen rijden? Ze komen op een zondag helemaal uit Alabama om hier te zijn, helemaal uit Alabama.

13 Broeder Welch Evans miste ik vorige week zondag. Iemand zei, dat hij hier vandaag was. Die mensen komen uit Tifton, Georgia, om hier te zijn. En de broeder zit hier met zijn makkers. Zovelen... Broeder Palmer uit Macon, Georgia. En ik zie, geloof ik, zuster Ungren en die daar achter. Zij komen helemaal uit Memphis, Tennessee. Nu, u denkt... En anderen komen uit andere plaatsen. Ik ontmoette zojuist een dame hier binnen uit South Carolina.

14 Wat denkt u van mensen hier (ik begon diegenen uit Chicago over het hoofd te zien, gewoon van verschillende plaatsen) die honderden en honderden mijlen rijden, alleen maar om één dienst bij te wonen. En als ze dan hier komen is er geen ruimte om te zitten, geen ruimte met air-conditioning, maar een heet gebouw om in te staan - terwijl zij het zweet wegvegen en het geld van de tafel van hun kinderen nemen om hier te komen luisteren naar die boodschap. Zou u mij willen vertellen, dat er boven deze heldere hemel niet ergens een plaats is waar zij een dezer dagen naar toe gaan? Dat is trouw zijn. Die mensen zijn tienden-betalers. Ze komen niet alleen, maar brengen mij ook hun tienden en hefoffers. Ze brengen ze in het huis van de Here, proberend te doen wat juist is. God zegene rijkelijk zo'n trouw volk. Gods barmhartigheid en genade zij met hen.

15 Ik zie mijn vriend Charlie Cox, en zij die uit zuidelijk Kentucky komen. En waar u maar rondkijkt, ziet u mensen uit verschillende plaatsen.

16 Van deze jongeman die hier zit, kan ik de naam niet noemen. Ik ontmoette hem in Chicago. Maar u bent van de een of andere Bijbelschool hier ergens vandaan, is het niet? Springfield, Missouri; Assembly of God Bijbelschool. Ja, heel fijn. U ziet, ze komen gewoon overal vandaan in deze kleine, oude kerk.

17 Bedenk eens, ongeveer dertig jaar geleden, toen ik de hoeksteen die morgen legde, stond ik daar in de 7e Straat, één blok verder. Ik was toen zelfs nog niet getrouwd, nog maar een jongeman. En ik zag een gezicht, waarin de mensen hier binnen samengepakt en opeengehoopt, overal vandaan gekomen waren. En ik was zo gelukkig terwijl ik achter de katheder stond. En toen vertelde Hij mij: "Maar dit is uw tabernakel niet". En Hij plaatste mij daar onder het uitspansel. En u kent de rest van het verhaal, dat geschreven is op het schutblad van de Bijbel, die daar in de hoeksteen ligt.

18 Ik ben zo dankbaar voor u mensen. Het is zo weinig om alleen maar te zeggen: "Wel, ik ben dankbaar voor u". Maar ik bid voor u. Ik heb geloof in u. Ik geloof in uw ervaringen met God. Ik geloof niet dat een man of een vrouw honderden en honderden mijlen zou rijden om hier te komen, om te laten zien wat voor soort kleding zij dragen. Ik denk niet dat zij dat zouden doen. Nee! Zij zouden hier niet komen om alleen maar gezien te worden. Zij komen hier omdat zij in diepe, oprechte ernst zijn over de zaligheid van hun zielen. Mijn gebed is: "God, help mij, help mij om gewoon op zijn minst half zo oprecht te zijn bij het proberen om hen te dienen met alles wat in mijn hart is, en opziende tot God".

19 U ziet dat de boodschap deze morgen uitgetekend is op het schoolbord hier. Het is louter en alleen maar om te proberen te maken - te verklaren als ik bezig ben - opdat u zou kunnen verstaan waarover ik probeer te spreken.

20 En deze Zeventig Weken Van Daniël zijn één grote studie geweest - twee dagen en twee nachten bijna ben ik er sedert het einde van de week mee bezig geweest, terwijl ik probeerde uit te vinden welke woorden ik moest zeggen als waarheid. Het moet overeenstemmen met de rest van de Bijbel. U kunt Het zo maar niet nemen, slechts één kleine Schriftplaats nemen en tot een opvatting erover komen en dan zeggen: "Wel, dit is wat dit betekent" en u dan omkeren en zeggen: "Wel, maar hier zegt Het iets anders, spreekt het dit tegen". Dat kan niet. Het moet de hele tijd door hetzelfde luiden. Als u het niet doet, wel, dan hebt u ongelijk. En dat is de wijze waarop ik geprobeerd heb Het te onderwijzen.

21 Tussen twee haakjes, daar het op de banden is... De grootste kritiek die ik over de banden krijg van mijn broeders daar buiten in de verschillende delen van de wereld betreft het geloven in de genade van God - die ik onderwijs op de wijze dat ik het doe - dat wij voorbestemd zijn vóór het begin van de wereld.

22 Mijn Pinkster-broeders, natuurlijk weet ik dat uw opvattingen wettisch zijn (ziet u?) en ik weet dat het een beetje verwarrend is voor uw gezichtspunten, maar zou u als Christen-broeder er genoeg aandacht aan willen schenken en op uw knieën gaan voor God met uw Bijbel en vragen of God het u verklaren wil? Zou u dat willen doen? Zou u het wettische standpunt willen nemen en proberen het te laten aansluiten van Genesis tot Openbaring?

23 En het slangenzaad, dat doet wel de deur dicht. Veel mensen geloven dat niet. Maar als u slechts leest in Genesis, zegt de Bijbel, dat de slang een zaad had. "En Ik zal vijandschap zetten tussen het zaad van de slang en het Zaad van de vrouw". Dus had de slang een zaad. En als het zaad van de slang geestelijk was, dan was Jezus geen mens en was dus het Zaad van de vrouw geestelijk. Zij hadden beiden een zaad en de vijandschap is er nog. De slang had een zaad. En als u slechts uw Bijbel wilt nemen, op uw knieën gaat en echt eerbiedig voor God wilt zijn, geloof ik, dat God het u openbaren zal.

24 En als u het niet verstaat, ben ik te allen tijde beschikbaar om mijn uiterste best te doen om u door middel van een brief te helpen, of door een persoonlijk onderhoud of alles wat ik maar zou kunnen doen om u te helpen. Natuurlijk zijn wij ons bewust, dat dat geen mens redt, noch een mens veroordeelt, maar het brengt alleen maar licht op het onderwerp, dat wij allen met zoveel moeite de mensen proberen te laten zien. Het brengt alleen maar licht.

25 Nu, ik zei dit tot het zichtbare gehoor vanwege de banden. Ziet u? En deze banden gaan overal heen.

26 Laten wij nu slechts een ogenblik onze hoofden buigen, voordat wij tot de Schrijver van dit Woord naderen. Hoevelen in het gehoor hebben deze morgen een nood? Zeg gewoon: "Ik ben behoeftig; o God, wees mij genadig". De Here zegene u. En tot hen die de band zullen horen, als u hem hoort, moge God uw verzoek inwilligen.

27 Onze Hemelse Vader, wij zijn een dankbaar volk en toch een onwaardig volk. Maar wij naderen Uw Troon der genade deze morgen, omdat wij verzocht zijn om te komen. Jezus zei: "Als u de Vader iets vraagt in Mijn Naam, Ik zal het doen". Nu, wij weten dat dat de Waarheid is.

28 En hier in het gehoor en daar buiten in het land, waar de banden heen zullen gaan, zullen er waarschijnlijk tienduizenden wederomgeboren Christenen zijn die dit horen. En wij weten, Vader, dat als wij wederomgeboren zijn, onze geest geboren is van boven. Het is de Geest van God, de Heilige Geest op ons. En wij zijn ons bewust, dat die Heilige Geest almachtige is en alles voor ons kan doen, wat wij verlangen dat wordt gedaan. Wij zouden U dan, Hemelse Vader, willen vragen om ons geloof in die Geest los te maken, opdat Hij vanmorgen ter heerlijkheid van het koninkrijk van God voor ons al deze verzoeken en verlangens zou mogen vastmaken, zodat wij genezen zouden worden van onze ziekten en aandoeningen en onze God zouden kunnen dienen met alles wat in ons is.

29 Open onze oren van begrip vandaag. En daar ik probeer om deze grote vraag te openbaren en duidelijk te maken die in de gedachten van de mensen is... En ik heb het hier uitgeschreven, Here, op papier en ook getekend op dit bord, deze kaart, maar ben totaal onbekwaam om het te verklaren. Nu, wij roepen U aan, de grote Meester, Die het Woord schreef, Die Het inspireerde, Die Het gaf aan de profeet Daniël; en wij bidden, dat U de inspiratie deze morgen wilt zenden - in deze laatste dagen zoals hij zei, zou het boek gesloten zijn tot op deze tijd - dat U onze verstanden wilt openen; en moge er een zachte toebereide grond van geloof in ons hart zijn, dat het Woord houvast zal krijgen en zal verlichten en de bomen der gerechtigheid zal voortbrengen in onze levens, wat het doel is van het Woord. Moge ons geloof in God dat ons vanmorgen verzekeren. Want wij wachten nu nederig en wijden onszelf aan U toe in de Naam van Jezus Christus. Amen.

30 Wij zijn dankbaar voor deze morgen voor de grootste gelegenheid om opnieuw deze bladzijden van Gods eeuwig Woord te openen.

31 De reden nu, dat ik op mij genomen heb om te proberen dit te verklaren, is vanwege... We gaan door het Boek Openbaringen heen en we zijn juist klaar gekomen met de Zeven Gemeentetijdperken. En dan aan het einde van het 3e hoofdstuk van het Boek Openbaring wordt de Gemeente weggenomen van de aarde in de heerlijkheid. En ik heb met mijn gehele hart geprobeerd om dit tot de mensen te brengen, zodat zij iets verwachten dat zal gebeuren, dat zij zien beschreven in het Boek Openbaring, toen het niet van toepassing was op het gemeentetijdperk. En wij zijn dichter bij het einde dan u denkt.

32 Een paar avonden geleden riep Billy, of liever mijn schoondochter, mij weg in de nacht, en zei, dat er een man genaamd Andy Herman - die een neef van mij is - op sterven lag in het ziekenhuis. En ik ging hem bezoeken. Zij hadden hem zozeer verdoofd dat hij sliep en ik niet met hem spreken kon. De volgende morgen... ik vroeg God om hem in het leven te houden totdat ik kon..." "Ad", hij is een goede man, maar hij was nog geen Christen. Hij is geen oom, hij is een neef - trouwde met een nicht van mij.

     En toen ik daar stond vertelde tante Hattie mij: "Billy, al deze tachtig jaar van zijn leven heeft hij God niet gediend. "Maar", zei zij, "een paar weken geleden zat hij in huis..." Hij is 80 jaar oud. Natuurlijk doet hij niet veel handenarbeid meer. Maar zij zei...

     Hij riep haar en zei: "Hattie, weet je wat? Christus verscheen hier vóór mij, net een paar minuten geleden".

     Zij keek hem aan en zei: "Andy, ben je... ben je....

     Wat is er aan de hand?" Zij zei...

     Hij zei: "Nee. Hij stond hier recht vóór mij en Hij zei iets".

     Zij zei: "Wat zei Hij?"

     "Het is later dan je denkt".

33 Binnen een paar weken van toen af aan - twee of drie weken

     - kreeg hij een beroerte en lag ginds in het ziekenhuis verlamd en stervend. Ik zei: "Tante Hattie, schaam je, dat je mij of iemand anders niet geroepen hebt, om zijn hart in de toestand te krijgen voor dit uur, waarin hij nu gekomen is".

34 Ik vroeg de Here de volgende morgen toen ik... Hij kon niet spreken, dus vroeg ik hem en zei: "Kunt u mij horen, Oom Andy?" En hij knikte een beetje met zijn hoofd en bewoog zijn kaak. Ik bad voor hem, liet hem zijn zonden belijden voor God. Ik wilde hem dopen en tante Hattie wilde gedoopt worden.

35 En ik ging naar de hal om een jongedame te ontmoeten, die hier in de buurt woont, die zij naar het krankzinnigengesticht zouden sturen, en de Here deed een groot ding voor haar - zij kwam naar huis.

     Toen ontmoette ik op weg naar boven een kleurling-zuster en zij zei: "Bent u broeder Branham?"

     En ik zei: "Dat ben ik".

     Zij zei: "Herinnert u zich mij? Ik ben mevrouw Drye".

36 En ik zei: "Ja, ik geloof het wel". Pete Drye en zo. Ja, ik herinner mij u". Zij keek in de kamer en toen wij dat deden... Ik vroeg mij af waarom zij dat zei. En daar richtte Oom Andy zich op in bed en zat daar terwijl hij zijn handen en armen bewoog als ieder ander en probeerde dat ding van het bed naar beneden te krijgen, zodat hij eruit zou kunnen en weggaan. Nu komen zij om gedoopt te worden in de Naam van de Here Jezus, hij en zijn vrouw.

37 Dus... Maar waarom zei ik dat? Het is later dan wij denken. En ik geloof, dat wij door deze ZEVENTIG WEKEN VAN DANIËL daarvan het begrip krijgen.

38 Nu, de meesten van onze Pinkster-broeders (wat ik al eerder op de band zei) zijn het hier niet mee eens. Zij zien er naar uit dat een groot, machtig iets zal gebeuren. En mijn broeders, als u heel nauwkeurig luistert en niet - en luistert, zult u ontdekken, dat dat grote, machtige iets al gebeurd is. Jezus staat gereed om terug te keren.

39 De Gemeente gaat weg in het 3e hoofdstuk van Openbaring. Er wordt daarin niets over gezegd - niets behalve dat het laatste, de laatste boodschapper van dit tijdperk was. Dan hebben we te maken met de Joden tot het terugkomen met de Bruid in het 19e hoofdstuk. Van het 6e tot het 19e hoofdstuk is alles Joods. Daartoe wil ik komen met mijn goede broeder hier gedurende deze zegels, broeder Wood, die vroeger Jehova Getuige was, hij en zijn hele familie hier vanmorgen, dat die 144.000 niets te maken hebben met de heidenen; het zijn Joden. Ziet u? En het is niet het mystieke lichaam van Christus op aarde vandaag; de Bruid is dat mystieke Lichaam. Door de Heilige Geest worden wij gedoopt in dat mystieke Lichaam.

40 Wij weten, dat in het Boek Daniël hier, waarin wij hebben gelezen... We zullen het gewoon nog eens lezen, omdat het Zijn Woord is. In het 9e hoofdstuk van Daniël, het 24e vers:

     Zeventig weken zijn bestemd over Uw volk en over Uw Heilige Stad, om de overtreding te sluiten,... Om de zonden te verzegelen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht en de profeet te verzegelen en om de Heiligheid der Heiligheden te zalven.

     Het 25e vers: Weet dan en versta, dat vanaf... (Nu, daarover hebben wij gesproken) en wij eindigden daar verleden zondagavond "zalvend het Allerheiligste". Vanmorgen beginnen wij bij het 25e vers.

     Weet dan, en versta: van de uitgang van het Woord, om te doen terugkeren en om Jeruzalem op te bouwen... (Dat is "Mijn heilige stad", ziet u?) ... tot op de Messias, de Vorst, zijn zeven weken, en tweeënzestig weken; de straten en de muren zullen opnieuw gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.

     En na die tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn; en een volk van de Vorst, dat komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed en tot het einde toe zal er krijg zijn en vastelijk besloten verwoestingen.

     En... (Nu bedenk, dat is het einde van de oorlog. We hebben het op het bord hier. En nu beginnen we met iets anders).

     En Hij zal velen het verbond versterken één week: en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe... (Dat is alles)... die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over de verwoeste.

41 O, wat een les! Ik zei onlangs tegen mijn vrouw: "Ik vraag mij af of de mensen het werkelijk begrijpen". Nu, ik wil dat u het begrijpt. Als we hier de hele dag moeten blijven, dan zullen we gewoon blijven. We willen dat u het begrijpt. Ziet u? We willen weten, dat het de Waarheid is en u... als u het maar zien kunt. En ik vroeg misschien...

42 Dan zal ik na afloop de kaart hier laten hangen en u kunt het dan na afloop overtekenen, hier vanmiddag binnenkomen, wanneer u maar wilt en de kaarten enzovoort, uittekenen. Het zal u helpen te verstaan. Dat is de reden, dat ik het daar plaatste, zodat u het zou begrijpen.

43 Laten wij nu de zaak gewoon een beetje de revue laten passeren, zodat we een basis kunnen krijgen. Daniël trok zich het lot van zijn volk aan, omdat hij Jeremia, de profeet, gelezen had en had begrepen dat Jeremia gezegd had dat zij in gevangenschap zouden zijn gedurende zeventig jaar. En toen zag hij dat ze al 68 jaar in gevangenschap waren geweest. Dus wist hij dat de tijd aanstaande was. Hij zette dus al zijn werk aan de kant, trok als het ware al de zonweringen van zijn dagelijkse taken neer, en richtte zijn aangezicht tot God, kleedde zich in zak en as en ging vasten en bidden, opdat hij zou mogen verstaan wanneer die tijd zou zijn. En dan zien wij, zoals ik eerde zei... (De ventilator staat net een beetje te hard; het maakt me hees. Dank, broeder).

44 We ontdekken, dat Daniël deze informatie wenste voor zijn volk. En ik denk, dat als Daniël bij het lezen van de profeten vóór hem dit soort begrip had, dat hij nabij het einde was, en God zocht om te ontdekken hoe dichtbij het einde was, dan geloof ik dat wij gerechtvaardigd zijn als we zien dat wij nu aan het eind van de weg zijn, dat wij, niet door in zak en as te gaan, maar door de dingen van de wereld en onze zorgen voor dit leven van ons af te werpen, God zoeken om te ontdekken in welke dag van het jaar wij zijn, omdat we zien dat we aan het einde zijn. En zodat de Gemeente zal vasten en bidden en gereed zijn, daarom heb ik geprobeerd dit op mij te nemen, terwijl ik niet wist hoe ik het verklaren moest, omdat ik het iedere keer liet liggen en zei: "Die zeventig weken van Daniël", omdat ik het niet begrijpen kon... En daarom heb ik het nu op mij genomen om te proberen het te verklaren en ik geloof, dat ik het met de hulp des Heren kan doen door Zijn genade, om het zo te brengen, dat ik u kan laten zien hoe dicht wij zijn bij de komst van de Here.

45 Daniël bevond zich er nog maar twee jaren vandaan. Dan zien wij, dat terwijl hij in gebed was, de engel Gabriël snel naar hem toevloog en hem niet alleen verklaarde wanneer zijn volk uit de gevangenschap zou gaan, maar ook alles wat besloten was over zijn volk, alles wat nog overgebleven was voor zijn volk. Hij zei: "Er zijn nog 70 weken overgelaten voor de Jood".

46 En dan zien we, dat hij een zesvoudig doel had en één daarvan was: om de overtreding te sluiten en een eind te maken aan de zonde, om de ongerechtigheid te verzoenen en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, het gezicht en de profetie te verzegelen en het Allerheiligste te zalven.

47 En wij behandelden verleden zondagmorgen Daniël in zijn toestand daar, biddende: terwijl wij u verleden zondagavond de Schriftplaatsen gaven, zodat de mensen het zouden lezen als zij thuis kwamen. Hebt u het gelezen? Hield u ervan? wonderbaar!

48 Nu, het zesvoudige doel - en we ontdekken, dat bij dit zesde doel "het Allerheiligste te zalven" het Alleheiligste altijd de Gemeente, de Tabernakel, voorstelde. En het laatste dat gedaan moest worden, was het Allerheiligste te zalven; dat is de Tabernakel in het Duizendjarig Vrederijk, waarin Hij zal wonen gedurende het Millennium, waarin wij zullen leven.

49 Nu, vandaag benaderen wij de vraag: "Wat zijn de Zeventig Weken?" En dit is een zeer vitaal gedeelte: DE ZEVENTIG WEKEN.

50 Wij weten dat de Schriften niet kunnen liegen. Zij moeten waar zijn. En als deze engel Gabriël kwam om Daniël te vertellen, dat er slechts 70 weken over waren gelaten voor de Joden... Wij zouden dat willen toepassen op een week van zes- of zeven dagen. Maar in profetie wordt het altijd gegeven in gelijkenissen.

51 En ongetwijfeld zijn er door het hele tijdperk heen honderdmaal honderden mensen geweest, geschoolde, bekwame mannen, die geprobeerd hebben te verklaren wat deze zeventig weken waren. En ik heb veel commentaren van hen daarover gelezen. En ik ben zeer dankbaar aan Mr. Smith van de Adventisten kerk voor zijn opvattingen. Ook ben ik dankbaar aan Dr, Larkin voor zijn gezichtspunten. Ik ben dankbaar aan al deze grote geleerden voor hun gezichtspunten hierover. En bij het lezen ervan verlicht het mij zeer, dat ik plaatsen kan vinden die er als juist uitzien. Maar om de kijk erop te krijgen, die ik graag meende te willen verklaren, zocht ik in de encyclopedie naar tijd, om uit te vinden wat tijd betekende.

52 En wij ontdekken hier, dat we tijd, tijden en een halve tijd hebben. Wat is tijd? Wat is een week? Nu, dat is 3430 jaar geleden sinds God begon met de Joden te handelen - vele, vele jaren geleden. Daniël was vóór Christus. Het was toen 538 jaar vóór Christus, toen hij dit sprak over tijd, tijden en een halve tijd en zeventig weken. Kijk waar zeventig weken hem zouden brengen. Wel, hij was nog steeds in Babylon na zeventig weken en toch vertelde God hem, dat dat al de tijd was, die bestemd was voor het volk.

53 Nu, mijn gemeente hier weet, dat ik door de jaren heen u altijd verteld heb: "Als u wilt weten welke dag van de week het is, kijk op de kalender. Maar als u de tijd wilt weten waarin wij leven, let dan op die Joden." Dat is het enige uurwerk. God bedeelde de heidenen geen bepaalde tijd toe. Er was geen zekere tijdsruimte. En ik geloof dat daar veel grote schrijvers het door elkaar haalden en probeerden dit op Jood en heiden toe te passen, omdat Hij zei: "Uw volk", maar Hij sprak tegen Daniël, niet tegen de Gemeente, Daniël's, volk, de Joden. Als Hij tot de Gemeente zou spreken, kunt u dat nergens laten kloppen. U bent ver terug, zelfs vóór de komst van Christus. Het zal uitlopen op elk soort profetische weken, waarin u het wilt plaatsen. Het is al afgelopen. Maar Hij sprak tot de Joden, dus daarom is de Jood Gods uurwerk.

54 U herinnert zich hier, dat niet lang geleden broeder Arganbright van Californië, de vice-president van de Internationale Volle Evangelie Zakenlieden Vereniging, bij mij thuis kwam en een band - nee, geen band maar een bioscoop-film meebracht, die zij hadden, getiteld: Drie Minuten Vóór Middernacht. Hij ging over een wetenschappelijk onderzoek. Toen ik die Joden zag terugkeren naar Jeruzalem, kwam ik hier naar de Tabernakel en ik zei: "Ik voel mij of ik een nieuwe bekering heb gehad". Velen van u herinneren zich dat. Ik zei: "Om die Joden terug te zien keren..." Jezus zei in Mattheüs, het 24e hoofdstuk: "Als u ziet, dat de bladeren van de vijgeboom uitspruiten, weet u waar u naar uit moet zien". Ziet u? De Joden zijn aan het terugkeren.

55 Ik heb hier een paar commentaren opgeschreven. Ik zou daar op in willen gaan. En ik zal de tijd nemen, zodat u ze ook op kunt schrijven. Nu, dit alles vindt plaats... Deze... Gedurende de tijd waarin wij nu zijn, vindt dit alles plaats om... Het is Joods, het heeft helemaal niets te maken met de Gemeente. Alles vanaf Openbaring, het 3e hoofdstuk, tot aan het 19e hoofdstuk, heeft geen enkel ding te maken met de Gemeente. U kunt het niet juist uit laten komen. Het is er gewoon niet.

56 Ik zou willen verklaren hoe ik dit gevonden heb. Nu, op het bord zullen velen van u zien, dat ik de tijdsruimte heb uitgetekend, hoe dat het wordt toegedeeld, zodat het zou maken dat iedereen het kan begrijpen. U kunt het achteraan niet zien, veronderstel ik; het is te klein geschreven. En dat is het schrift van Becky, dus... En die tekening.... ik had er een, die slechter was dan die... maar Becky tekende die - van het beeld uit de droom van Nebukadnezar. En ik denk dat hij meer op een meisje lijkt, Becky, dan op een man. Maar in ieder geval verschaft het de informatie die wij willen hebben.

57 Nu, als wij in de Bijbel lezen, dat er zeventig weken bestemd zijn over het volk... Het heeft niets te maken met de Gemeente; de zeventig weken hebben niets te maken met de Gemeente. Als u oplet, ziet u dat ik op de kaart hier het gemeentetijdperk geplaatst heb tussen de zeventig weken. We hebben het hier. De een of andere broeder uit Georgia tekende het voor ons hier toen wij de gemeentetijdperken doornamen. En wij zijn er zeker van dat we kunnen begrijpen wat dit betekent.

58 Dit witte in de gemeente hier betekent, dat het geheel apostolisch was. En dan in het tweede gemeentetijdperk hadden zij de leer der Nicolaïeten - of zij hadden de werken der Nicolaïeten; het was nog geen leer geworden. In het derde gemeentetijdperk werd het een leer en in het vierde gemeente tijdperk werd het georganiseerd en werd het een Rooms pausdom. En in het vierde gemeentetijdperk hadden we de Donkere Eeuwen. U merkt op, dat al dat donkere daar het Nicolaïetendom of het Romanisme voorstelt. Het witte gedeelte stelt de Heilige Geest, de Gemeente voor. Toen het begon in de tijd van Paulus was de hele apostolische Gemeente gevuld met de Heilige Geest. Toen begonnen de aristocraten binnen te komen. En tenslotte verenigden zij zich en maakten er een volledig nieuwe gemeente van, en de kleine gemeente werd gewoon verbrand en gestenigd en voor de leeuwen geworpen en van alles.

59 In de reformatie kwam Luther, het werd een beetje lichter,zoals u ziet. In de dagen van Wesley werd het nog wat helderder. Maar in het laatste gemeentetijdperk hier, het gemeentetijdperk der Nicolaïeten, nee niet het tijdperk der Nicolaïeten maar van Laodicea, dat is het tijdperk waarin wij leven. U ziet wel, dat er niet al teveel licht is.

60 Iemand die de tekening had gezien, zei: "Schaam u, broeder Branham, deze grote dag der verlichting..."

     Ik zei: "Ik stel mij voor dat wanneer het uitgezift wordt, dat zelfs dat nog niet gerechtvaardigd is". Als u de echte, reine van hart, wederomgeboren uit de Geest hebt... Bedenk, dit was het enige gemeentetijdperk uit al de anderen waarin Christus buiten Zijn eigen gemeente werd gezet. We hebben een grote belijdenis, maar bezitten wij iets? Daarover spreken wij. Is Christus werkelijk in de gemeente? Het zal heel erg in de minderheid zijn.

61 Laten we nu Daniël's zeventig weken schetsen. Ik zou hier opnieuw willen herhalen: Predikers van het Evangelie, als u het hier niet mee eens bent, in orde. Ze worden verdeeld in drie perioden: Ten eerste, een periode van 7 weken; dan één van 62 weken, en dan een periode van één week. Ze worden dus verdeeld in drie perioden.

62 Ik heb ze hier op het bord verdeeld. De eerste periode, de tweede periode, en naar mijn inzicht door het Evangelie, door de Heilige Geest, keert God in de eindtijd weer terug tot de Joden.

63 Wij weten allen door de Evangeliën, die Paulus en de anderen onderwezen, dat God weer zal terugkeren tot de Joden. Wel dan, als Hij weer tot de Joden gaat terugkeren, hoe kunnen wij het dan toepassen op Daniël's tijd? Wij moeten het toepassen op dit laatste tijdperk en het is nadat de heiden Gemeente weggegaan is, omdat Hij met Israël handelt als een volk, maar met ons als een enkeling.

64 Nu heb ik hier iets opgeschreven, dat ik zou willen voorlezen terwijl wij verder gaan. Het uitgaan van het bevel om Jeruzalem te herbouwen was op de 14e dag van maart. Als iemand van het zou willen opschrijven, in het Hebreeuws zult u vinden dat het N-i-s-a-n genoemd wordt, dat betekent "maart". De uitvaardiging werd gegeven op 14 maart 445 vóór Christus - de uitvaardiging ging uit om de tempel te herbouwen. U begrijpt het, daar u mensen de Schriften hebt gelezen. Het duurde 49 jaar om de tempel en de stad te herbouwen. En zoals de Bijbel hier zegt, waar Daniël spreekt, of de Engel tot Daniël spreekt, dat de muren opgebouwd zouden worden in benauwdheid der tijden. En velen van ons herinneren zich, dat toen deze werden gebouwd, ze een troffel in de ene hand en een zwaard in de andere hadden om te waken voor de vijand. "En ze zouden gebouwd worden in benauwdheid der tijden". Dus hier is het waar ik mijn dag ontdek...

65 Nu hebben wij twee, drie verschillende tijdsrekeningen. We gaan terug naar de oude astronomische tijdsrekening, en we ontdekken dat er in de Juliaanse tijdsrekening 365¼ dagen per jaar zijn. Zij stelden die tijd vast door het passeren van Sardis en de verschillende sterren enzovoort. Nu vinden wij dat er in de Romeinse tijdsrekening, waaronder wij nu leven, er 365 dagen in een jaar zijn. Maar in de Christelijke of profetische kalender vinden wij dat er maar 360 dagen per jaar zijn.

66 U zou zich kunnen afvragen hoe deze verwarring tot stand kwam. Nu, ik kan hierover alleen maar zeggen wat ik er zelf van denk. Ik geloof dat ver vóór de vernietiging door de zondvloed, in de dagen van Job enzovoort, de tijd werd bepaald door de sterren en wij begrijpen dat ver vóór die tijd, de wereld rechtop stond. En toen bij het zondigen van de mens, de overstroming van de wereld, helde ze over en de vloeden kwamen, daarom hebben wij de grote ijsgletjers, enzovoort; en heel de top en de onderkant van de aarde is vol ijs. Wij weten dat. En de aarde staat niet meer rechtop, maar is gekanteld. Dat schudde haar weg van de plaats ten opzichte van de maan en de sterren, waar zij naar keken, en verplaatste toen de tijd, of je kon de tijd er niet meer van aflezen, omdat de aarde schuin staat - gekanteld is. Daarom zou het die sterren niet tegelijkertijd meer treffen, omdat ze uit balans is ten opzichte van die sterren. Begrijpt u het? Ik geloof dat het daardoor komt.

67 Ze ligt achterover, in die toestand. En dat toont alleen maar aan, dat dit slechts een periode van tijd is. Kunt u het niet zien? God heeft geen ding uit zijn balans. Hij laat het gewoon zo gaan voor een kleine tijd. En ik geloof werkelijk dat die zaak gedaan werd en dat God in deze laatste dagen deze geheimen aan de Gemeente gaat openbaren. Hij heeft het nog niet eerder gedaan en de reden dat Hij het niet gedaan heeft, is om de Gemeente steeds maar wakend en biddend te houden, daar zij niet weet wanneer het zou komen. Maar herinnert u zich Daniël 12, waarin Hij zei: "De wijze zal het in deze laatste dagen verstaan?" Het wordt hem gegeven.

68 De Geest van wijsheid komt de Gemeente binnen om aan de Gemeente bekend te maken door de openbaring van de Heilige Geest - de Gemeente binnen brengend en openbarend in welke dag wij leven. Precies hetzelfde als Gabriël naar Daniël kwam, komt de Heilige Geest tot de Gemeente in de laatste dagen om deze grote, diepe dingen te openbaren. Begrijpt u het nu?

69 Nu, dat zou dat astronomische jaar of de Juliaanse jaarkalender, het vrijmetselaarsjaar, krachteloos maken, omdat de wereld gekanteld is. Wij weten dat allen door studie op school dat ze uit balans is. Daarom zullen die sterren niet op dezelfde tijd in de lijn van de aarde passeren. Daarom is de Romeinse tijdsrekening ook verkeerd, omdat je de dagen niet kunt samenvoegen... Er zijn nog vele dingen die ik hier zou kunnen zeggen. Dat wij uitvingen, dat de natuur zelfs ons leert, dat er maar 30 dagen precies in het jaar zijn.

70 Laten wij nu Openbaring nemen, waarin wij naar de dagen van de twee profeten zullen moeten gaan. De Bijbel zegt dat zij 1260 dagen profeteerden. Als u nu de astronomische kalender neemt, zou dat zeker een heel eind verschillen van 3½ jaar. En als u de Romeinse kalender neemt, die wij vandaag hebben, dan zou u er ver vanaf zijn. Maar als u de profetische kalender neemt, zijn daar precies 1260 dagen per jaar, 30 dagen per maand. Ziet u?

71 Wij hebben 30 dagen in enkele maanden, 31 dagen in elke opéénvolgende maand en één maand van 28 dagen. Zie, we zijn helemaal in verwarring. Maar God heeft niet dat heen en weer, op en neer, achter- en vooruit; Hij maakt het precies hetzelfde (jazeker!) - precies hetzelfde - 30 dagen in een maand, niet 31 dagen en dan weer 30 dagen of iets anders. Ziet u? Maar dat werd allemaal gedaan in de grote huishouding van God om de Gemeente wakend en biddend te houden, gereed zijnde, met hun gewaden gewassen in het Bloed van het Lam. O, in deze laatste dagen beloofde Hij... Nu zien wij waar wij het leven. En bedenk, het doel, het hele doel is om dit te doen.

72 Nu, als er zeven... waren... Kijk, er zijn precies 49 dagen 49 jaren tijds liever, voor het bouwen van de tempel, de zeven - of zeven profetische weken, zeven weken, omdat er zeven weken bestemd waren om de tempel te herbouwen; en deze werd gebouwd in precies 49 jaar. Nu hebben wij de betekenis van de tijd door de weken, omdat als de Bijbel zei, de Engel zei, dat er zeven weken nodig waren voor het bouwen van de tempel... En het waren precies 49 jaar voor het bouwen van de tempel vanaf 14 maart, 538 voor Christus, totdat de tempel opnieuw hersteld was en de straten hersteld waren, precies 49 jaar. Dus wat krijgen wij? Wat krijgen wij? Want als 7 weken 49 jaar betekenen, dan is één week gelijk aan zeven jaar, want zeven keer zeven is negenenveerig. Dat is het precies. Daar bent u er.

73 Dus nu is er geen gissen meer wat dat betreft. Wij weten nu dat iedere week 7 jaar betekende. Hebt u het begrepen? Laten wij het samen zeggen: "Eén week is gelijk aan zeven jaar". Nu weten wij dat wij dat hebben. Eén week is gelijk aan 7 jaar.

74 Hier zijn wij precies in de eerste week [Broeder Branham stapt naar het bord om het te illustreren] Negenenveertig voor het herbouwen van de tempel. Nu, deze bovenste lijn hier stelt de Joodse natie voor als zij voortgaat. Dit is gewoon de tijd en als hij hier naar beneden gaat, valt deze uit de Joodse natie in de tijd der heidenen en gaat dan weer naar boven en vangt Israël op en gaat weer door.

75 Aan de heidenen was geen bepaalde tijd toegewezen. Er wordt alleen gesproken over de "Tijd der Heidenen". En wij ontdekken, dat zelfs Jezus hun geen tijd toewees, want wij zien hier in Lucas 21:24, dat Hij zei: "Zij zullen de muren van Jeruzalem vertreden tot de Heidenen..." Laat mij dat aanhalen. Ik haal het slechts uit mijn geheugen aan. Laat mij het lezen, omdat het hier op de band zal zijn en wij willen er zeker van zijn om het juist te hebben. In orde, als u het met mij op wilt slaan, Lucas 21 vers 24. Ik bestudeerde dit echt zo best als ik kon.

     En zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en gevankelijk weggevoerd worden... (Over wie spreekt Hij? Over de Joden. Dat is de verwoesting van de tempel in 70 na Christus) ... en zij zullen gevankelijk weggevoerd worden onder alle volkeren... (Bedenk nu, niet alleen maar naar Babylon, niet alleen maar naar Rome, maar onder alle volken). En Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn.

76 Dan is er een toegewezen tijd, maar niemand weet wanneer het zal zijn. Het is een geheimenis, ziet u. De tijd der heidenen, maar de Joden... Wij kunnen nergens de tijd herkennen door wat ook van de Gemeente, of ze terugvalt of dat ze doorgaat of wat ze ook doet, u kunt daardoor niets herkennen; maar kijk naar de Joden; daar is de tijd-kalender. Ziet u het? God wees hun precies een dag, uur en tijd toe, maar Hij deed dat nooit aan de heidenen. Hij deed het bij de Joden, dus laten we op de Joden letten, dan zullen we zien waar we aan toe zijn.

77 De zeven weken waren 49 jaar. Het is ons nu duidelijk dat één week zeven jaar is.

78 Er wordt ons verteld, dat vanaf het uitgaan van het bevel om de stad te herbouwen tot op de Messias (en de Messias was Christus, natuurlijk) er zeven weken en tweeënzestig weken zullen zijn. Dat is samen negenenzestig weken. Ziet u? Goed. En 7 x 69 is 483 jaar. Nu, schrijft u het op? als u wilt dat ik dat nog eens doorneem, zal ik het graag doen.

79 Nu, ons wordt verteld, dat vanaf het uitgaan van het bevel om de stad te herbouwen tot op de Messias er zeven weken zullen zijn (dat is het eerste, hier) en tweeënzestig (62 + 7 = 69) - negenenzestig weken. Zevenmaal negenenzestig is 483 jaar. Daarom moet tot op de Messias (we komen nu bij dit gedeelte) - tot op de Messias duurt het 483 jaar.

80 Jezus, de Messias, reed de stad Jeruzalem als triumfator binnen op de rug van een wit muildier op Palmzondag 2 april, 30 na Christus. Jezus reed Jeruzalem binnen op Palmzondag, AD 30. En nu, vanaf 445 vóór Christus tot 30 na Christus is precies 475 jaar.

81 Maar zoals we al gezien hebben, dat de 69 weken 483 jaar uitmaken... Nu daar komt de moeilijkheid, precies daar. We hebben hier alleen maar te doen met de afbakening van de Bijbel, tijd, slechts 475 jaar en in werkelijkheid is het 483 jaar, een verschil van 8 jaar.

82 Nu, God kan het niet verkeerd doen. Als Hij zei dat het zoveel dagen zouden zijn, dan zijn het zoveel dagen. Als Hij zegt dat het zoveel is, dan is het zoveel. Dus wat gaan we doen? Nu, de 475 voor Christus tot 30 na Christus zijn Juliaanse of astronomische jaren, waarbij in elk 365¼ dagen in een jaar zijn. Maar als wij die dagen terug brengen tot onze profetische tijdsrekening...

83 Laat mij hier nu even stoppen. Opdat u het zonder enige schaduw van twijfel zou weten, zou ik niet alleen die ene plaats willen nemen. Ik kan het door de hele Schrift nemen en u bewijzen, dat zeven dagen - dat één week zeven jaar is in de Bijbel. Ik deed het gewoon hier in Openbaring, het 13e hoofdstuk - of het 11e hoofdstuk, het 3e vers. Die profeten zullen 1260 dagen profeteren, hetwelk in het midden van de laatste week van de Joden is. Dan worden zij afgesneden en Armageddon zet in. Als dat dan zo is, daar is het weer precies 30 dagen in een maand. Ziet u? Dan is het niet 31 dagen en 28 dagen, enzovoort - het is precies 30 dagen in een maand elke keer.

84 Onze profetische kalender brengt ons tot 360 dagen zoals wij nu gebruiken in de Schrift. We hebben precies 483 (daar is het!) - 483. Hier hebben wij precies een bewijs van de profetie - precies de waarheid. Want vanaf de tijd van het uitgaan van het bevel om de tempel te bouwen tot aan de verwoesting... toen zij Christus verwierpen en hem doodden in 33 na Christus - toen Christus werd gedood, is het precies 483 jaar. Nu, vanaf uitgaan van het bevel om Jeruzalem te herbouwen waren zeven weken bestemd, hetwelk 49 jaar betekende, en 49 jaar was het precies. Wel, vanaf het herbouwen van de tempel tot aan de Messias was 483 jaar, dus 434 jaar plus 49 jaar is precies op de kop af 483 jaar. Het klopte precies van dag tot dag. Amen! Daar bent u er.

85 Messias, de Vorst, zal komen. Ziet u het? Zeven keer negenenzestig is precies 483 jaar, het is de spijker op de kop. Dus dan weten wij volmaakt, wij weten precies dat die Schriftplaats juist is. Hier is het. Maar ziet u, al deze...

86 Toen God de wereld vóór de zondvloed had en haar vernietigde door water, veranderde Hij de astronomische datum en liet toen de Romeinen binnenkomen en hun tijdsrekening opmaken, die ernaar gist en verspringt enzovoort. En ik geloof dat zelfs in de encyclopedie waarin ik gelezen heb...

87 Zeg, tussen twee haakjes, is broeder Kenny Collins vanmorgen in het gebouw, Kenneth Collins? Weet je nog dat je mij die grote stapel encyclopedieën zond? Herinner je je dat? Je zond me er bijna een vrachtwagen vol van. Ik dacht: "Wat ter wereld moet een groentje als ik daar allemaal mee doen? Weet je, de Here leidde je, Kenny. Daar heb ik mijn informatie van, uit die oude Time-encyclopedie. En ik studeerde. En Becky gebruikt ze op haar school. Ik heb ze in mijn studeerkamer, beneden in mijn werkkamer. En we gingen naar beneden en pakten hem en wij zochten het op en vonden het precies, men tekende al de kalenders en tijden, die er ooit geweest zijn. Ziet u? Dus we hebben het.

88 Daar is het precies. Vierhonderddrieëntachtig jaar vanaf het uitgaan van het bevel tot herstel van het gebouw tot op de tijd dat de Vorst Messias werd verworpen, is precies 483 jaar volgens de tijdsrekening.

89 U ziet dus, dat wij deze zelfde tijdsrekening hier gebruikten, omdat God deze kalender hier gebruikte en dan zal Hij deze ook de rest van de tijd door de Bijbel heen gebruiken. Is dat juist? God verandert niet. Dus als zeven weken 49 jaar waren, zijn zeven weken opnieuw 49 jaar. Eén week is zeven jaar (ziet u?) dus dat maakt het gewoon volmaakt. En als het daar precies de spijker op zijn kop was, zal het opnieuw de spijker op zijn kop zijn. Amen! O! Dat windt mij helemaal op. O, ik houd ervan te weten waar ik over spreek. Ik houd ervan, omdat...

     Zoals die oude kerel, daar in Kentucky tegen mij zei: "Ik houd ervan iemand te horen praten, die weet waar hij over spreekt".

     Ik zei: "Ik ook".

     Hij zei: "Dat is er aan de hand met jullie predikers. Jullie weten niet waar jullie over spreken".

90 "Wel", zei ik, "ik waardeer uw compliment, maar er zijn enkele dingen waarvan wij weten waar wij over spreken". Ik weet dat ik wederomgeboren ben. Ik weet dat ik overgegaan ben van dood in Leven. Ik weet dat er een God is, omdat ik met Hem gesproken heb. Ik heb Hem laten spreken door mij heen en Hij spreekt met mij en spreekt tot anderen en vertelt mij over anderen; en ik weet, dat Hij God is. Zo is het. Hij was zo vriendelijk om neer te komen en stond mij toe, dat er een foto werd genomen van mij met Hem, wat de wetenschappelijke wereld niet ontkennen kan. En ik sloeg het op in de Schrift en heb gezien, dat het helemaal precies is om te vervullen wat in dit gemeentetijdperk plaats vindt. Dus ik weet dat wij hier zijn. Amen!

91 Wij mogen dan niet geschoold zijn; we mogen dan geen zeer invloedrijke mensen zijn en dergelijke dingen; we mogen dan geen hoogwaardigheidsbekleders zijn, maar wij kennen God. Wij kennen Hem uit de Heilige Schrift en door woord met woord met woord te vergelijken in de Schrift, weten wij dat het waar is. Wij leven in de laatste dag.

92 Bedenk nu, dat dit profetische jaar van 360 dagen in een jaar... Kijk naar al het andere. De natuur, zoals sommigen van u kunnen begrijpen, zelfs bij de vrouwen, enzovoort. Ziet u? ... Dertig-dertig dagen. De hele natuur is zo samengesteld. Ziet u? Niet 31, 30 of 28 of zoiets, het is precies 30 dagen in elk jaar. Dat is de profetische tijdsrekening - precies 483 dagen.

93 Hier hebben wij het juiste bewijs van de profetie - 445 jaar vóór Christus was helemaal correct. Nu, alles wat geprofeteerd werd dat er zou geschieden in die zeventig weken, is toén nooit gebeurd, dus is het overgebleven voor de laatste dagen nu.

94 Nu, mijn Pinksterbroeders, mijn Jehova Getuige broeders, beseft u... Weet u waar de 144.000 verschenen? Weet u waar al de grote wonderen van Openbaring verschenen? Daar in het Joodse tijdperk, niet in het onze. Er wordt niets in vermeld, alleen dat de Gemeente zich gereed maakt en heengaat. Zeker, met de kracht van God kunnen wij wonderen werken en heldendaden verrichten; wij weten dat. Maar de ware zaak gebeurde hier bij de Joden - ik bedoel, de ware wonder-werkende kracht.

95 De 144.000 verschijnen daar niet. Zij verschijnen niet in het 3e hoofdstuk, zij bevinden zich verder op in de Schrift. En nu zien wij, dat al deze dingen moesten plaats vinden in deze tijd van de zeventigste week, de laatste week. Nu, als zij 69 weken gehad hebben en het precies beleefd hebben op de wijze dat God zei dat zij zouden doen, en het gebeurde precies op de wijze dat God zei dat het zou plaats vinden, dan is er nog maar één week meer beloofd voor de Joden. Nu, broeders, weest gewoon gereed. Ziet u het? Luister hoe dichtbij wij zijn. De laatste week zeven - het 7e jaar...

96 Begrijpt iedereen het tot zover? Als dat zo is... Begrijpt iedereen het tot zover, dat het volmaakt de waarheid is, dat het de Bijbel is, dat het de profetische jaren zijn?

97 Nu komen we hier tot het verwerpen van de Messias; vanaf het verwerpen van de Messias, da laatste week.

98 Ik wil hier gewoon een ogenblik stoppen en dit verklaren. Dat zij de Messias verwierpen, was natuurlijk toen zij Jezus als Redder verwierpen en Hem kruisigden. U herinnert zich hier wat de Bijbel zei: "En Hij zal afgesneden worden, maar niet voor Hemzelf, Messias, de Vorst..." Nu, bedenk hoe nauwkeurig die profetie was. Ik wil dat dit in u doordringt, dat als die profetie raak was tot op de datum, precies tot op de tijd, en precies op de wijze dat deze zei dat het zou zijn, dan zullen deze andere zeven - deze zeven jaren die nog over zijn - zeven dagen, zeven jaren - ook precies juist zijn overeenkomstig de Schrift.

99 Nu bedenk, Hij werd afgesneden - de Messias. God hield op met de Joden te handelen. Zij gingen niet verder. Toen werden zij verstrooid door het Romeinse Keizerrijk. En hebt u op mijn kaart hier opgemerkt... Ik wil dat u dit nu begrijpt en het tekent. Hebt u opgemerkt waar ik het kruis geplaatst heb? Daar verwierpen zij. Maar de tijd werd gewoon nog wat verder dan dat verlengd. Waarom? Dertig, veertig, zestig, zeventig - 40 jaar later vernietigde Titus, de Romeinse generaal. Israël - Jeruzalem en verstrooide de Joden over de hele wereld.

100 Ziet u, Titus deed dit 40 jaar later. ... Dus eigenlijk werd de Joodse tijd verlengd tot de volledige... God handelde niet meer met hen. Hij handelde slechts met hen totdat zij Christus verwierpen. Toen zij Christus kruisigden riepen zij: "Zijn bloed kome over ons en onze kinderen" en sindsdien is het zo geweest. Maar voordat zij verstrooid werden... Luister! O broeder! Voordat zij over de hele wereld verstrooid werden, nam God ongeveer 40 jaar om de tempel te verwoesten en hen over de hele wereld te verstrooien. Maar God heeft daarna niet meer met hen gehandeld. God liet na nog verder met hen te handelen. Hij ging met de heidenen handelen. Weet u, begrijpt u het nu? Nu, hier beginnen wij in de Gemeentetijdperken, de tijd der heidenen. God keerde zich af van de Joden.

101 Mijn broeder zendeling, die naar de Joden ging, een dierbare broeder hier ergens, hier is wat ik wil dat u vat en verstaat: Zie, God hield op te handelen met de Joden, precies daar, omdat God altijd met Israël als een natie handelt. Wij weten dat allen. Israël is een natie. De heidenen zijn een volk. En Hij moest uit de heidenen een volk nemen voor Zijn Naam. We zullen daar binnen een paar minuten toe komen.

102 Maar nu, in deze Zeven Gemeentetijdperken, waar wij doorheen zijn gegaan in de tijd der heidenen, vanaf de kruisiging van Christus tot het einde van de Gemeentetijdperken... Nu, die hebben we helemaal doorgenomen. Nu komen we tot een plaats waar we in de Zeven Zegels, de Zeven Fiolen, de Zeven Bazuinen gaan en alles dat het tezamen uitbeeldt, alles handelend over de Joden en Gods oordeel over de mensen op aarde en het overblijfsel...

103 Bedenk, in deze grote tijd van vervolging zullen miljoenen heidenen sterven, die verworpen bruid, dat overblijfsel van het zaad van de vrouw, de slapende maagd. Zij gaat daar precies doorheen. Het is net zo duidelijk als deze zeventig weken, net zo klaar. En zij zullen er doorheen gaan. Dus als u de Heilige Geest nog niet hebt ontvangen, kunt u Hem maar beter zo snel als u kunt ontvangen. Wij zijn in de eindtijd.

104 Let nu op, Zeven Gemeentetijdperken. Dat hoef ik niet door te nemen, omdat wij ze op de band hebben en er wordt nu een boek van gemaakt en zo, dat dat de tijd was dat... God zei nooit dat er zoveel dagen, zoveel uren of zoveel jaren zouden zijn: Hij zei daar niets over; Hij zei: "Totdat de bedeling der heidenen beëindigd is" totdat... De muren zullen vertreden worden totdat God ophoudt te handelen met de heidenen.

105 We ontdekken dat door deze tijdperken heen, we de Heilige Geest hadden, die binnengekomen was en toen, daar in het begin, begon God hun te vertellen bij de verwerping van Christus... God toonde Johannes precies wat plaats zou vinden gedurende de regering der heidenen. Nu, u hebt geen enkele bepaalde tijd zoals de Joden, maar wij hebben een teken. We hebben een wegwijzer. Wel, God deed met de Joden helemaal precies wat Hij zei te zullen doen in die 69 jaar - of 483 jaar, maar 69 weken. En één week bleef over, één week is nog bestemd.

106 Nu, wij kunnen deze hier niet in plaatsen, want dit is de heidentijd, de Gemeente. Hoevelen begrijpen dat? Nu, dit is Openbaring; beginnende met het 1e hoofdstuk tot en met het 3e hoofdstuk, brengt het ons naar Laodicea. Nu, wij zien precies hoe heel de kerk was - de kerkwereld zelf - God sloot nooit de zondaar in en... tenzij hij gered wilde worden. Maar de kerk-wereld was helemaal wit; toen kwamen de Nicolaïeten die een organisatie wilden vormen. De hoogwaardigheidsbekleders kwamen binnen. Dit was in Nicea, Rome, toen zij het Concilie van Nicea hielden. En wat deden zij? Zij organiseerden de kerk en begonnen toen de Christenen te vervolgen. Toen werd in het volgende gemeentetijdperk bijna de Christenheid van de weg van de Doop met de Heilige Geest geheel weggevaagd.

107 Maar toen ging ik, zoals u weet, terug en nam de geschiedenis door, de Nicene Fathers en de Pre Nicene Fathers en de hele kerkgeschiedenis, en nam de oudste manuscripten die ik kon vinden en elk van hen bewees u, dat de Gemeente waar God over sprak niet die georganiseerde Katholieke kerk of welke andere organisatie ook was. God sprak over... En al die grote sterren van het tijdperk waren mannen die de doop van de Heilige Geest leerden, de Doop in de Naam van Jezus Christus en de komst van de Geest van God en het spreken in tongen en uitlegging van tongen en genezing en wonderen en tekenen. Dat is hetgeen God toebedeelt. Hij kan Zijn gedachten niet veranderen en zeggen: "Wel, dit is Mijn idee van een gemeente, de apostolische gemeente. Maar nu is Mijn idee een gemeente van hoogwaardigheidsbekleders. "God verandert niet. Het is nog steeds de Heilige Geest".

108 En we letten op en brengen het uit. Wanneer we dan Gods natuur zien en wat Hij - en brengen dan Zijn Schrift naar voren en nemen dan de geschiedenis die laat zien dat het precies de spijker op zijn kop is, precies tot op de datum, tot op de tijd, tot op alles wat God gezegd had door Johannes, dat geschieden zou, en het gebeurde in die tijd der heidenen.

109 Zonder enige twijfel bevinden wij ons in het Laodicea tijdperk. Wij weten dat wij daarin zijn. Wij zijn gekomen door het Lutheraanse tijdperk; We zijn gekomen door het tijdperk van Wesley; nu zijn wij in het Laodicea tijdperk, het laatste tijdperk. En wij beseffen dat elk van deze gemeenten een boodschapper had. We ontdekken dat zeven sterren in Zijn hand, die de Zeven Geesten waren, uitgingen vóór God. Elk had een boodschapper. En we komen verder en vinden door de Bijbel uit wat de natuur van die boodschapper zou zijn. En we halen in de geschiedenis die man eruit, welke die natuur had en komen dan tot de ontdekking dat hij de boodschapper voor dat tijdperk was. En dan ontdekken we uit welke geest en hoe die man handelde. En we vinden uit dat hij een met de Heilige Geest vervulde heilige was, de heilige Irenaëus en al die anderen en de heilige Columba en al die mannen, vervuld met de Heilige Geest. En wij weten door de Schrift dat dat type geest op dat type mens moest zijn voor dezelfde tijd. Daar is het, dus het kan niet verkeerd zijn. Amen. Glorie voor God. Dat is gewoon...

110 Ik weet het niet, broeder. Dat doet mij meer dan alles wat ik weet, omdat het Gods Woord is dat Zelf spreekt. Als ik God iets hoor zeggen, zeg ik: "Amen!" Zo is het. Dat stelt het vast. Het is helemaal voorbij. God zei het. Dat is genoeg. Wel, God zei dat het op die wijze zou gebeuren en we vonden het in de geschiedenis en door de Schrift. We lezen over dit gemeentetijdperk en wat het zou doen, wat er plaats zou vinden, welk soort boodschapper het was voor dat gemeentetijdperk: "Aan de engel van de gemeente te Laodicea..." "Aan de engel der gemeente van Sardis, Thyatira" al deze verschillende engelen. En we gingen terug in de geschiedenis en ontdekken de boodschapper van die gemeente en we vonden uit wie het was. Dus toen tekenden wij het uit, plaatsten hun namen eronder en daar zijn zij. Zie, wij weten dat het precies raak is.

111 En wij weten, dat God altijd was en altijd is geweest tegen de georganiseerde godsdienst. jazeker!" Hij zei: "Nicolaietendom haat Ik". Niko betekent "de leken overwinnen". Laïeten - de leken zijn de gemeente, het lichaam. Niko betekent "overwinnen". Met andere woorden: een heilig man maken, iemand boven de anderen stellen. Wij zijn allen kinderen, wij hebben één Koning; dat is God. We hebben één Heilige en dat is God. Amen. En Hij is in het midden van ons in de vorm van de Heilige Geest. Dat is de Heilige.

112 We gaan nu verder tot wij er positief zeker van zijn dat als we het Joodse tijdperk bezien, wij precies die 69 weken hebben vastgesteld door de geschiedenis, door de tijdrekening, door Gods profetische jaar- de geschiedenis van de profetische kalender overbrengend van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament - en tonend dat het precies hetzelfde is. Ziet u? Nu, we hadden de heidense gemeente vanaf het begin tot de laatste dag, en wij weten dat wij leven in de laatste dagen. Amen. Begrijpt u het?

     Nu dan, als wij leven in deze laatste dag, aan het einde van dit tijdperk, waar zijn we dan nu?

113 Let op, hier achter... U ziet deze lijn hier getrokken waar God niet meer met de Joden handelde. Hij had een lange tijd nodig, veertig jaar, om hen in de toestand te brengen dat Hij hen zou kunnen verstrooien onder al de volkeren, overal heen, in de dagen der heidenen. Hij moest hen in een bepaalde toestand brengen om Zijn Woord te kunnen laten geschieden. Ziet u wat ik bedoel? Allen die het begrijpen, zeggen: "Amen!" [De samenkomst antwoordt: "Amen"] Ik wil er zeker van zijn, dat u het begrijpt.

114 Nu, wat gebeurde er? Zie voorbij aan het eind van dit laatste gemeentetijdperk. Ziet u deze kleine uitbreiding? De dagen der heidenen zijn aan het aflopen. En gedurende de laatste veertig jaar zijn de Joden aan het terugkeren naar Jeruzalem, terug naar het thuisland. Ziet u waar we zijn? Het duurde veertig jaar vanaf het afsnijden van de Messias totdat Titus de tempel vernietigde en de Joden verstrooide. Het duurde eveneens veertig jaar, dat God het hart van allerlei soorten Farao's in allerlei plaatsen, verhardde en de Joden terugdreef naar hun thuisland. Maar vandaag zijn zij weer terug in hun thuisland, en de Gemeente is aan het einde. Amen. O, ik ben gewoon aan het proberen het te lezen, maar ik kan het niet.

115 Let op! De Joden zijn in hun thuisland en zijn teruggegaan... Als u deel 2 hebt van de Decline of the World's War (Afloop van de Wereldoorlog) toen Generaal Allenby, na de eerste Wereldoorlog over Jeruzalem vloog en Jeruzalem veroverde, en die Christen mannen Jeruzalem binnenmarcheerden met hun hoeden af; en Allenby zich over gaf zonder zelfs een geweer af te schieten - of liever zij gaven zich over aan Allenby, de Turken. En sindsdien ging God de harten van Hitler, Stalin en van de mannen in elke land, die de Joden haatten, verharden.

116 En dan de grote machtige vogels, die neerkwamen, genaamd de Eastern Airlines of de Pan American Airlines of wat het ook was... Ik geloof, dat het TWA genoemd werd. Het stond in het tijdschrift LIFE, geloof ik - LOOK of LIFE; ik geloof, dat het LIFE was - juist de laatste drie of vier jaar. God is bezig de Joden terug naar hun thuisland te jagen, waaruit ze zijn weggeweest gedurende 2000 jaar, terwijl de heidenen zich aan het gereedmaken waren. En nu hebben de heidenen Christus buiten de Gemeente gezet overeenkomstig Openbaring, het 3e hoofdstuk. Hij kan zelfs niet terugkomen in Zijn Gemeente. Er is geen plaats voor Hem om te gaan. Hij is verworpen! En het is tijd voor de Opname.

117 Al de verlosten gedurende hier... Deze kleine stipjes zoals dit, is het opgaan van de heiligen in de opstanding. Ziet u, wij ontmoeten elkaar allemaal hier. De Bijbel zei: "Wij die overblijven, en blijven tot de komst van de Here, zullen niet hinderen hen, die ontslapen zijn". Heel de weg van hier en hier en hier.

118 Pinksterbroeders, hoe kunt u het alles van toepassing doen zijn op het Laodicea Gemeentetijdperk? Zij slapen gedurende elk van deze tijdperken, wachtend. "En wij die levend overblijven (de kleine overblijvende groep hier), die levend blijven tot de komst van de Here, zullen niet hinderen hen, die ontslapen zijn; want de bazuin Gods zal klinken en de doden in Christus zullen eerst opstaan; en wij zullen tezamen met hen (Amen!) met hen (hier zijn wij, ze precies hier ontmoetend) opgenomen worden om de Here te ontmoeten in de lucht...?... u bent daar. Waar zijn wij? Precies hier. Waar werd de Messias afgesneden? Precies waar het Woord zei. Waar zal die zeventigste week beginnen? Precies nadat deze gemeente is afgesneden. Dan keert God terug naar de Joden.

119 Herinnert u zich niet, dat zodra de Gemeente gaat, de Joden het grijpen en binnenkomen. Maar de eerstvolgende zaak in de volgorde is niet een machtige natie of een nationale opwekking onder de heidenen. De volgende zaak in volgorde is het komen van het Koninkrijk van God, de komst van Christus.

120 Als u het zou willen, zouden we hier terug kunnen gaan naar Daniël 2: 34 en 35; toen aan Daniël het gezicht werd gegeven, dat de dagen van zijn volk voorbij zouden zijn gedurende een zekere tijd, en hij zag de heidenen binnenkomen. Hij zag het visioen van deze geweldig grote steen hier, of dit geweldig grote beeld, dat een hoofd van goud had en een borst van zilver (let nu op, het wordt harder, van zilver naar goud) vervolgens de dijen van ijzer - of dijen van koper en dan ijzeren voeten en benen. Maar de tenen waren tien tenen en die tenen waren van ijzer en leem. En Hij zei: "In zoverre gij gezien hebt dat het ijzer zich niet wilde vermengen met leem, deze onderscheiden koninkrijken zullen zich niet vermengen met elkaar, maar zij zullen hun zaden vermengen, proberend om de kracht van de ander te breken".

121 Wat gebeurde er nu? Het hoofd van goud was Nebukadnezer, hetwelk hij uitlegde. Hij zei: "Een andere koninkrijk zal opstaan, en minder dan het uwe zijn", en dat was het rijk van Darius, de Medo-Pers, die het heidense koninkrijk overnam. Wie volgden de Medo-Perzen op? De Grieken, Alexander de Grote enzovoort; de Grieken namen het koninkrijk over. En wie namen het van de Grieken over? De Romeinen. En wie regeerden sindsdien over de heidenwereld? De Romeinen. Nu, dat was ijzer.

122 En let dan op, Rome bestaat tot het einde toe, omdat het naar het eind van de tenen ging. En hij zag modder, klei (dat zijn de mensen, daar zijn wij van gemaakt) en ijzer, de kracht van Rome, die in elk van deze naties binnenliep. En Rome heeft kracht in elke natie onder de hemel.

123 Er is één man ter wereld die een oorlog kan doen ophouden of een oorlog kan beginnen zonder - door maar één woord te zeggen. Dat is de paus. Wat als hij zei: "Geen Katholiek neme een wapen op". Dat legt het vast, broeder. Praat maar hoe u wilt. Het grootste deel van de wereld van het Christendom is Katholiek. Ziet u? In orde.

124 "Laat hem één woord zeggen, dat is genoeg. Het is alsof dit...? ... We zullen er later op terugkomen. Wie kan oorlog voeren met het beest? Wie kan spreken zoals hij? Wie kan het doen? "Laten we dan een beeld maken voor het beest? "Dat is de Wereldraad van Kerken, een beeld maken zoals dit. Ziet u? De denominaties tezamen verenigen, wat ze al hebben gedaan. O, wij zijn gewoon aan het einde. Dat is alles wat ermee is, vrienden. We zijn hier aan het einde. "Laten wij een beeld maken voor het beest", iets daaraan gelijk. Een beeld is iets dat lijkt op iets. Ziet u? Nu, we zijn in de eindtijd.

125 Let nu op, hierin aan het einde van dit tijdperk... Nu, Daniël keek in het 2e hoofdstuk, vers 34 en 35, met grote aandacht naar dit beeld. En hij keek ernaar totdat een Steen zonder handen werd afgehouwen uit de berg, en Hij rolde naar beneden en sloeg het beeld aan de voeten en brak dat... Hij sloeg het nooit aan het hoofd, nu, sloeg het aan de voeten. Dat was de eindtijd, die tien tenen.

126 Hebt u hier precies gezien, dat juist voordat de heer Eisenhower uitging, de laatste Protestant van de presidenten van Amerika; ik betwijfel of er ooit nóg een zal komen, maar toen... Alleen maar om te tonen dat... Als de mensen slechts wakker wilden worden. Bij de laatste ontmoeting die hij had met Rusland, waren er vijf Oosterse communistische landen vertegenwoordigd, vijf Westerse landen. De heer Chroestjef was het hoofd van de Oosterse landen; de heer Eisenhower was het hoofd van de Westerse landen. En Chroestjef, zoals ik begrijp en mij verteld werd, betekent Chroestjef in de Russische taal "klei" en Eisenhower betekent "ijzer" in het Engels. Daar is uw ijzer en klei, dat zich niet zal vermengen. En hij trok zijn schoen uit en sloeg ermee op de lessenaar en al het andere. Het zal zich niet vermengen! Maar het is in de dagen van deze rijken, dat de Rotsteen, die uit de berg was uitgehouwen zonder handen, het beeld aan de voeten sloeg.

127 Uitgehouwen uit de berg... Het moet een berg van steen zijn geweest. Het werd uit de berg van steen gehouwen. Hebt u opgemerkt...

128 Nu prediker broeders, en broeders en zusters in de hele wereld, naar mijn begrip werd de eerste Bijbel, die geschreven werd, door God in de hemelen geschreven, omdat zij moesten opzien en zien dat daar een God in de Hemel is, dat God boven hen is. En als u opmerkt in de dierenriem... Laat nu niemand weggaan. ... U blijft gewoon bij deze Bijbel hier. Ziet u? Maar de dierenriem begint, naar ik versta, bij de maagd; de laatste in de dierenriem volgorde is Leo de Leeuw. Dat is de eerste komst van Christus door de maagd; de tweede komst is die van de Leeuw van de stam van Juda. Ziet u? Dan hebben wij het kanker tijdperk en ook zo in de dierenriem.

129 Nu ontdekken wij, dat er nog één geschreven of nog één geplaatst is, en dat was de pyramide. Hebt u opgemerkt bij de pyramide hoe deze breed begon bij de boden zoals een berg, gemaakt uit stevig rotssteen, en zo doorging tot aan de top, maar dat er nooit een kap op die pyramide is geplaatst, op de grote pyramide daar in Egypte. Als u een dollarbiljet in uw zak hebt, neem hem eruit en kijk ernaar en u zult het Amerikaanse zegel vinden aan de ene kant en aan de andere kant hebt u onderaan de pyramide en boven de pyramide de kapsteen, maar het is een heel groot oog en het wordt aan de onderkant van deze pyramide genoemd "Het Grote Zegel". Waarom is de Amerikaanse adelaar het grote zegel niet? Dat is het zegel van God.

     Herinner u, dat wij vroeger een lied zongen:

Langs de hele weg
Naar die ware verblijfplaats van de ziel
Is er een Oog dat op u let
Iedere stap, die u neemt, waakt dit grote Oog over u,
Er is een Oog, dat u gadeslaat.

     Zo is het. Herinnert u zich dat we dat als een klein jubellied hadden, wij plachten te zingen:

Als u steelt en bedriegt en liegt
en in de kerk u getuigt
Er een Oog is dat op u let.

130 Nu, het grote zegel. Nu, wij weten het... ik begrijp het niet over de afmetingen van de pyramide, maar ik heb u mensen juist verteld in de laatste - in sommige van deze komende onderwijzingen, zodat u ziet dat het allemaal tezamen gaat...

131 De pyramide begon de gemeente voor te stellen, breed aan de onderkant. En naarmate hij dichter bij de top komt, begint hij meer op een trechter te lijken.

132 We ontdekken dat hij omhoog gaat tot de piek van de bovenkant en dat zij hem nooit afmaakten. Waarom? Waarom? Ik vraag mij af waarom! Omdat de bijbel zei dat de Hoofdsteen verworpen werd. Hij werd verworpen.

133 Let nu op, het gemeentetijdperk... Luister nu goed. Mis dit niet. Het gemeentetijdperk is gekomen vanaf het begin van de Reformatie. Luther. Destijds in de tijden waar de funderingsstenen werden gelegd, hetwelk de leer der apostelen was. Dan ontdekken wij dat bij het voortgaan der tijden van het ene tijdperk in het andere, de Gemeente al de tijd meer en meer in de minderheid komt totdat ze werd als... Luther predikte rechtvaardiging. Als u toen beleed een Christen te zijn, werd u ter dood gebracht - de dagen van het martelaarschap - martelaars.

134 We zien dat u in de dagen van Wesley een `heilige roller' was als u toen Christus beleed - die nieuwe methode. De mensen liepen uit als Wesley en Asbury hier kwamen, ze hadden samenkomsten hier in Amerika (lees uw geschiedenis maar), die ze hielden in schoolgebouwen; de kerken hier wilden hen niet hebben. En zij kwamen tenslotte tot een plaats dat de Heilige Geest op hen viel en zij op de grond vielen. En ze goten water op hen, wuifden hun koelte toe met een waaier - men dacht dat ze waren flauw gevallen. En ik ben zelf in hun samenkomsten geweest in mijn vijftiger jaren. En ik heb hen zo zien vallen onder de kracht van de Heilige Geest en ze wierpen water in hun gezicht en van alles - de oude vrije Methodisten, vele jaren geleden. Dat was een vervolging.

135 Dan, nadat dat tijdperk uitgeleefd was, het Wesleyaanse tijdperk, kwam het Pinkster tijdperk binnen met de doop van de Heilige Geest. Ziet u, het neemt steeds maar meer vorm aan. Bedenk nu, dat de Hoofdsteen er nog niet op was. Waarom? Zij vormden de gemeente helemaal precies - of naar de vorm van de pyramide, zodat de hoofdsteen erop passen zou, maar de hoofdsteen is nooit gekomen. O, ziet waar ik ben gekomen, is het niet!

136 Nu, de bediening vanaf Luther tot het einde van Pinksteren in die kleine minderheid hier boven... Dat is de reden, dat het licht in dit tijdperk bijna uitgaat daar op de kalender - op de kaart. Het is het Pinkster tijdperk, de Pinkstermensen - niet de Pinkster denominaties, omdat zij net eender deden als die van Laodicea (zij zijn Laodiceanen) - zij deden als de Nicolaïeten - organiseerden zich. Maar de ware Gemeente over de hele wereld heeft zich gevormd tot een plaats, dat er onder hen een bediening gekomen is, helemaal precies als de bediening van Jezus Christus. Nu, wat hebben zij? Zij hebben de zaak in de goede staat gekregen. Wat is nu de volgende zaak? Deze verworpen Steen op de pyramide, gehouwen uit de berg zonder wat? Zonder handen. God zond Deze. Ziet u het? De Verworpene, de verworpen Steen is het hoofd van de kapsteen. En Dezelfde die zij door dit tijdperk der heidenen heen hebben verworpen, is Christus. En Christus werd niet afgesneden en hierin geplaatst als een plaatsvervanger van de Zoon van God of als de een of andere hoogwaardigheidsbekleder in de gemeente. Hij is de Heilige Geest. En de kap van de pyramide zal Christus zijn die komt. Ziet u het?

137 Nu, omdat zij in de vorm zijn... Ziet u waar ik dit hier gevormd heb als de pyramide? Het opstaan der heiligen vormt het marcheren in de heerlijkheid. Begrijpt u het nu? Christus, de Hoofdsteen, de verworpen Steen, het alziende Oog, precies komend zoals de Bijbel zei... en Daniël zei, dat hij naar dit heiden tijdperk keek totdat de Steen kwam uit de berg, die niet met handen werd afgehouwen. Ze hadden nooit een kapsteen op die pyramide geplaatst. Hij was niet uitgehouwen door handen van mensen. het is Gods Hand, die de Steen uithieuw. Ziet u het? En wat deed Deze? Het trof het beeld precies bij de voeten en brak het aan stukken, vermaalde het tot poeder. Halleluja! Wat er gebeurde op die tijd, het komen van die Steen? De Gemeente ging omhoog in de heerlijkheid bij de opname, omdat dat de bedeling der heidenen beëindigde. God beëindigde het, het komen van die Steen.

138 Er kwamen vroeger hier een paar mensen in de gemeente, een man en zijn vrouw. Zij namen een Bijbel, legden hem ergens neer en zij begonnen te zingen:

O, ik zoek die Steen
die rolde in Babylon,
Rolde in Babylon,

     (Voortgaande naar huis, zeiden zij)

Zoekend naar die Steen
Die kwam rollen in Babylon.

139 Daar is Hij! Christus is die Steen. Hij werd niet geboren uit een mens, Hij werd geboren uit God. Hij komt voor een Gemeente, die wederomgeboren is door de Geest van God, omdat de kracht van die Hoofdsteen geheel door de Gemeente loopt als een magneet.

140 Ik herinner mij dat ik hier ginds in die fabriek was die keer, waar zij al die dingen in vormen goten en zij al dat schroot, dat daar lag bijeenveegden. Die grote steen kwam erbij en pakte het op - die grote magnetische steen en pakte het allemaal op, omdat het er magnetisch naar toe getrokken werd. Wij moeten gemagnetiseerd worden tot die Hoofdsteen. Die Hoofdsteen is de Heilige Geest - Christus. En ieder van ons die dat magnetisme heeft van de Heilige Geest, als die Steen het beeld treft, zal de Gemeente er naar toe vlieden. Weg in de heerlijkheid zal Zij opgenomen worden bij de opname der heiligen als Zij op die dag weggaat.

141 Nu, zie hier. We zien dat de Joden nu al ongeveer 40 jaar aan het terugkeren zijn naar hun land, ongeveer dezelfde tijd die nodig was voor hen voor het uitlopen op de vernietiging van de tempel. Het heeft ongeveer 40 jaar geduurd om terug te komen totdat zij een andere tempel zullen oprichten. Zie, wij zijn aan het einde van de weg. Wel, als de heidenen....

142 Laten wij nu nemen de... We zien de Gemeente, het komen van de Steen. Laten wij het laatste tijdperk nemen. We gingen er doorheen en we zagen hoe... Ik geloof, dat ik daarover hier iets opgeschreven heb. Laten wij het eens even zien. "En de vorst die moet komen, welke is de antichrist, zal een verbond sluiten met de Joden, en de - in Daniël 7 - of 9:27. En in het midden der week, 3½ jaar, zal het beest een verbond sluiten..." Ik wil daar straks nog op terugkomen. Dat verbond willen wij.... Ik wil hier nu beginnen.

143 Elk van deze heiden-tijdperken is onfeilbaar bewezen door hun boodschapper, door de boodschap en wat zou gebeuren. Dit tijdperk hier was een glorieus tijdperk. Van het volgende tijdperk wordt gezegd, dat er een leer zou zijn genaamd - of iets binnen zou komen genaamd "de daden der Nicolaïeten". Dan het volgende waar men toe kwam was een leer. Dan kwam het tot huwelijk met de Nicolaïeten-gemeente en kwam de vervolging van de heiligen. Alles gebeurde precies op die wijze. We komen tot het volgende tijdperk, er begint net een beetje licht te komen. "Gij hebt kleine kracht en gij hebt een naam dat gij leeft, maar gij zijt dood. Versterk datgene dat u reeds hebt, opdat Ik niet kome en de kandelaar wegneme".

144 Toen kwam Wesley voort met zijn tijdperk. We zien precies wat het tijdperk van Wesley... Hoe werd het genoemd? Dat van Filadelfia, het grootste tijdperk der liefde, dat we ooit hebben gehad - het Filadelfia tijdperk. Zo is het. In de tijd van John Wesley... Toen dit wegging, kwam Pinksteren binnen, en dat was lauw. Dan gaan we terug en ontdekken wat voor soort boodschap tot de Pinkstermensen zou komen aan het einde... En bedenk, elke boodschap kwam aan het einde van het tijdperk. Paulus kwam aan het einde, Irenaeus en al de overigen. Het tijdperk van de ene ging over in het andere, overlapt elkaar, en hij nam het op en ging ermee door naar het volgende tijdperk.

145 We zien nu in dit tijdperk... Daar zijn de sterren zoals we het daar hebben. We hebben een ster-boodschapper; we hebben een persoon, een Boodschap die uitgaat naar het tijdperk, een volk dat het verwerpt, een volk dat het ontvangt. En de boodschapper van dit tijdperk moest komen in de kracht van Elia. Dat is waar. En hij moest het geloof van de kinderen terugherstellen tot de vaderen, het Pinkster-overblijfsel dat er nog was, terugbrengen naar het ware, apostolische geloof.

146 Wat nu het ware apostolische geloof betreft, als u het leest in het Boek der Handelingen, zult u zien dat er nooit een tijd geweest is, dat ooit enig persoon doopte in de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. Er werd nooit een van hen besprenkeld. Er was nooit iets van die rommel die we vandaag hebben en wat Pinksteren genoemd wordt, dat toen ooit plaats vond. Zij hadden echte manifestaties en de Geest van God onder hen, die onfeilbaar was in de Zoon van God, die met hen meewerkte. Deze persoon, die moest verschijnen - deze Boodschap, liever gezegd, die moest verschijnen moest als die van Elia zijn. Elia moest drie keer komen. Nu zegt u: "Die Johannes de Doper was die man!" Als u wilt opmerken, het was Jezus die zei, dat Johannes de Doper, de boodschapper van Maleachi 3, en niet van Maleachi 4 was. "Zie, Ik zend Mijn boodschapper vóór Mijn aangezicht..." Ik geloof Mattheüs 11:16. U zult het daar in Mattheüs 11 vinden.

147 Maar in deze laatste dagen moet er een Geest van Elia komen onder het volk en hij moet hetzelfde doen wat zij toen deden. Zijn natuur zou hetzelfde zijn, de natuur van de Gemeente; de natuur van de persoon zou precies hetzelfde zijn. En die Boodschap zou uitgaan om te proberen... Hij zou gehaat worden door de mensen. Hij zou vrouwen haten, de verkeerden in ieder geval, de slechten; hij houdt van de woestijn; een somber gestemde, opgewonden knaap, al de tijd, zoals Elia en Johannes waren. En wij hebben al deze dingen zien gebeuren. Als we de Boodschap hebben ontvangen, zien wij dat Christus verworpen werd. Hij moet tot een van deze organisaties behoren of je kunt er niet inkomen. Dus werd Hij aan de buitenkant geworpen. Ziet u? Christus kan niet onder hen werken.

     "Wat bent u?"

     "Een Christen".

     "Tot welke groep behoort u?"

     "Ik behoor tot geen enkele".

148 "Dan kunnen wij u niet gebruiken". Ziet u? Hij werd verworpen, Christus. Ziet u, verworpen. Zo werd Elia verworpen, en zo werd Johannes verworpen. Maar wat... Deed het hun kwaad? Deed het hun Boodschap kwaad? Ze zeiden: "O, jullie stijfkoppigen". Ze goten het over hen uit. Ze wonden er geen doekjes om. Ze gingen recht door. En Gods Boodschap zal zich voortbewegen ongeacht wat iemand zegt (ziet u?) tot de voleinding toe en datgene dat bestemd is, zal uit zal uitgegoten worden; en we zijn aan het einde...

149 We bevinden ons nu in 40 jaar van terugkeren sinds de Eerste Wereldoorlog en de Joden zijn naar hun thuisland teruggekeerd. God handelde nooit met Israël totdat ze in haar eigen land was.

150 U herinnert zich toen de Joden terugkeerden, die Joden vanuit allerlei landen, dat het tijdschrift LOOK er een artikel over schreef. Ik las een uitknipsel uit de een of andere krant, het een of andere godsdienstige tijdschrift, dat toen die vliegtuigen daar neerstreken om die Joden daar ver weg in Iran mee te nemen... ik weet niet waar zij allen wel waren, gewoon verspreid... Nu, dat zijn de ware Joden, zij die nooit een gelegenheid hadden. Nu broeder, daar zijn uw 144.000. Als we bij Openbaring 11 komen, zult u ze zien.

     Hij zei: "Er zijn twaalf stammen van Gad, twaalf stammen van Aser, twaalf stammen van Ruben, twaalf stammen... En waar stonden zij allemaal? Op de berg Sinaï. De Joden - terug in het thuisland. Daar waren zij. Zij waren degenen die niet behoren tot die Wall Street oplichtersgroep. Zeker niet! Het waren de echte Joden.

151 En toen deze oude rabbi daar buiten stond en dit vliegtuig zag landen... Die Joden - u leest het in het tijdschrift - zij ploegden nog met houten ploegen. En toen zij dat ding daar buiten zagen neerkomen, accepteerden zij het niet zomaar. Die oude rabbi stond ginds en zei: "Bedenk, dat onze profeet zei, dat wanneer wij naar ons thuisland teruggaan, wij gedragen zullen worden op de vleugels van een arend".

Naties zijn aan `t breken;
Israël is aan het ontwaken;
De tekenen door de profeten voorspeld;

     Wij gaan binnen - op het punt om die zeventigste week voor hen aan te roeren.

152 Ik denk eraan hoe ik daar stond toen broeder Pethrus die kleine Testamenten daarheen zond en zij ze lazen. zij zeiden: "Wel, als dit de Messias is, laat ons dan Hem het Teken van de Profeet zien doen, als Hij niet dood is, maar leeft". Zij zeiden: "Hij stond weer op; Hij leeft in Zijn Gemeente; laat ons Hem het teken van de Profeet zien doen, en wij zullen Hem geloven". De Joden geloven dat altijd. Zij weten dat de Messias een Profeet moest zijn.

153 En toen ik daarginds die dag bij broeder Arganbright stond, op die plek met die Joden die daar stonden, werd gezegd: "Kom gewoon naar onze plaats - ons volk".

154 Ik zei: "Zeker, ik zal graag komen". Ik maakte gewoon een te snelle beslissing. En ik kwam in Caïro, Egypte... [De eerste kant eindigt onvolledig]

155 ... duizenden leiders. "Breng ze hier ergens op de vlakte, we zullen zien of Hij nog steeds een Profeet is of niet. (Amen). Wel, laten wij zien wat Hij zal doen". O, dat was precies een kolfje naar hun hand. Dat wilden zij. Als ze dat konden zien, zouden zij het geloven.

156 Dus wat deed ik? Ik ging naar Caïro en begon daar naar boven te gaan, ik had mijn kaartje al, ongeveer 20 minuten vóór oproeptijd. Iets zei: "Niet nu. De beker van de ongerechtigheid der heidenen is nog niet vol. De tijd der Amorieten is nog niet vervuld. Blijf daar vandaan!" Ik dacht dat ik mij dat maar verbeeldde en ik ging naar buiten achter de hangar en bad. Hij zei: "Blijf daar nu vandaan". Toen nam ik mijn kaartje en ging ergens anders heen. Ik ging niet, want het was het uur nog niet.

157 Op welke tijd God die Joden vergunt weer met hen te gaan handelen, kan ik u niet vertellen. Ik weet het niet. Niemand weet dat. Maar luister. Als Israël al in haar thuisland is, is het al... Al de stenen zijn opgeraapt en de bevloeiing, de wateren en alles dat God beloofde, zij hebben daar bronnen en dergelijke daar gevonden en grote open stromen. Dat is de prachtigste plaats die u ooit gezien hebt. Ze hebben daar een stad gebouwd. Ze hebben irrigatie. Ze hebben daar het beste land dat er ter wereld is. En we ontdekken dat er in de Dode zee meer dan genoeg chemicaliën zijn om door de hele wereld gekocht te worden.

158 Alles viel precies in hun handen. Hoe deden zij het? Omdat Hitler's hart verhard werd, Mussolini's hart werd verhard. Net zoals Farao's hart werd verhard en hen terugdreef in dat land. En al veertig jaar zijn zij bezig naar dat land terug te keren. Nu, daar zitten zij te wachten.

159 De heiden Gemeente is in Laodicea - aan het einde van het Laodicea tijdperk. Als de Joden al daar in hun thuisland zijn en de afval der heidenen al plaats heeft gevonden en we een president hebben als deze, een natie die aan haar einde is als de onze, we hebben de atoombommen in de hangars hangen, we hebben een gemeente die lauw is, we hebben een Gemeente van mensen die zich samen hebben getrokken, we hebben een bediening die op de bediening van Jezus Christus lijkt om de Steen te vatten als Hij komt, wat is er dan nog overgebleven. We zijn in de eindtijd. O glorie! Ik weet niet of ik in staat zal zijn om op dat Jubeljaar in te gaan of niet, maar ik wil er hoe dan ook een deel van aan u doorgeven.

160 Luister. Hoevelen kunnen het nu zien? Ziet u waar de Schrift bewijst dat de zeven weken 49 jaar zijn? Ziet u dat de 62 weken 434 jaar zijn? Ziet u, dat de 69 weken dan waren... Wat was het? 483 jaar - 483 jaar tot deze tijd... U ziet waar de Vorst werd afgesneden. ziet u, er was voor die Joden 40 jaar nodig om tenslotte te komen tot de plaats waarvan God had gezegd...

161 Zie hier waar het heiden tijdperk gekomen is door alles wat we gezegd hadden (niet wat wij gezegd hadden waardoor het zou gaan, maar wat de Bijbel zei dat zou gebeuren) wat de Bijbel zei dat het zou doen, komend tot dit laatste tijdperk en gedurende 40 jaar zijn de Joden bezig terug te keren, zich gereedmakend voor God om precies dat te doen wat Hij hier deed. Zij gingen uit op die wijze en ze komen binnen op die wijze. En Israël is terug in zijn thuisland.

162 Wanneer is het nu, dat God aan hun laatste week begint? Wanneer? Het zou vandaag kunnen zijn. Het zou kunnen zijn vóór zonsondergang vanavond. God zal het verklaren. Wanneer het is, weet ik niet. Ik vraag het mij af. Maar ik ga hier nu iets binnen een paar minuten brengen; ik weet niet of u het geloven zult of niet. Maar ik moet het hoe dan ook toch zeggen.

163 Wij zijn in het thuisland. De Joden zijn in het thuisland. Wij zijn aan het einde van het tijdperk, gereed voor de opname. De opname komt, de Gemeente gaat omhoog, wij worden opgenomen om Hem in de lucht te ontmoeten. Wij allen weten dat. De Steen, die uit de berg werd gehouwen, staat op het punt om elk ogenblik te komen. En als Hij komt, wat doet Hij dan? Hij maakt een eind aan het heiden tijdperk. Het is helemaal voorbij en God houdt volledig op met hen te handelen. "Laat hem die vuil is, vuil blijven; laat hem die heilig is, nog heilig blijven". Ziet u? Wat doet Hij dan? Hij haalt Zijn Gemeente, de met de Heilige Geest vervulden.

164 Wat zijn de vuilen? Dat is de slapende maagd en zij die hier geoordeeld zullen worden, helemaal hier (we zullen dat op een andere kaart hebben als wij met deze hier doorgaan) waar zij opkomt voor het Oordeel van de Grote Witte Troon en door de verlosten geoordeeld zal worden. Paulus vertelde ons geen zaken voor het gerecht te brengen, omdat de heiligen de aarde zullen oordelen. Zo is het. We zijn in de eindtijd, zeker. Nu, in orde.

165 En in het midden van deze week... Nu hier zijn de zeventig... Nu, als dit precies zeven jaren waren en wij al 69 weken gehad hebben, dan hebben wij het heiden tijdperk, dan is er nog maar één week overgebleven voor de Joden. Is dat juist? En dat is precies zeven jaar. Als dit zeven jaren waren, is dat ook zeven jaar, omdat Hij zei: "Er zijn zeventig weken bestemd over uw volk". Dus wij weten dat wij zeven jaren hebben voor de Joden. Is dat waar? Kijk er nu naar. Als er een vraag is, wil ik het weten, ziet u.

166 En in het midden van de week - het midden van deze Joodse week (Ziet u?) dat is 3½ jaar - de anti-christ, de vorst, een vorst, die zal komen... En bedenk, hij komt uit Rome. De vorst die zal komen (wat is hij? Een paus, een vorst onder het volk) die zal komen... er zal een Farao opstaan, die Jozef niet gekend heeft.

167 Nu, u Protestanten zeggen: "Welnu, dat is het". Maar nog even een ogenblik. We ontdekken dat de Protestanten een organisatie hebben, een verbond van kerken hebben, een beeld voor het beest, en gaan met hen samen. En we zien hier dat de joden geroepen worden in dit verbond. Jazeker! En zij zijn het eens. En de Bijbel zei dat zij het deden.

168 En hij sluit een verbond met hen en in het midden van de zeventigste week verbreekt hij - de anti-christ zijn verbond met de Joden - "uw volk". Waarom? Nu, als u in Openbaring 11 leest, dat Ik zal zenden... (dat is 11: u gaat nu over naar 19) - dat Hij Zijn twee profeten zal zenden en zij zullen in die tijd profeteren. En dan zullen zij boos worden op die profeten en hen werkelijk doden. Klopt dat? En hun dode lichamen zullen in de geestelijke straat genaamd Sodom en Gomorra liggen, waar onze Here werd gekruisigd, Jeruzalem. Klopt dat? En zij zullen daar liggen gedurende drie dagen en nachten. En na drie dagen en nachten zal de geest des levens in hen komen en zij zullen opgewekt worden en de heerlijkheid ingaan. Een tiende deel van de stad viel in die tijd. Is dat juist? ziet u? Wat is dat? In het midden van deze laatste zeven jaren.

169 Als de Gemeente omhoog gaat, dan zal het verbond, de slapende maagden - Methodisten, Presbyterianen, lauwe Pinkstermensen - zij allen tezamen vormden dat verbond - hun grote regime hebben ze nu reeds verkregen... En wanneer ze dat doen, zullen zij een verbond maken dat niet zal... Deze nieuwe paus die we nu hebben, wil ze allen daarbinnen brengen. Kunt u niet zien, dat deze zaak zich aan het opstapelen is. Hij gaat erover praten om ze allen binnen te brengen - voor de eerste keer in honderden en honderden en honderden jaren - in een of tweeduizend jaar is dit nooit gedaan. Maar nu moet hij ze allen tezamen binnen brengen een verbond sluiten, en daarin zullen de Joden het accepteren. O glorie, halleluja! Geprezen zij onze God Die leeft voor immer en immer. Daar bent u er. Nu broeder, het is net zo eenvoudig als eenvoudig maar kan zijn... Een klein kind zou het kunnen zien. Het verbond zal Joden, Protestanten en Katholieken tezamen brengen. En bedenk...

170 En bedenk, wat gaan deze twee profeten doen als zij komen. Dit beest, deze vorst, die de kracht van het heilige volk zal verstrooien, wat zal hij doen? Hij zal zijn verbond met hen 3½ jaar verbreken. Hij zal hen uitsluiten. Nu, de mensen denken dat dat het communisme is. Dat is precies omdat de Geest van God nog niet met u gehandeld heeft. Niet het communisme, het is de religie. De Bijbel zei dat het er zo op zou gelijken dat zelfs de uitverkorenen, als dit mogelijk zou zijn, verleid zouden worden. Jezus zei dat. Ziet u, wij zijn in de laatste tijd.

171 Wat zullen deze twee profeten nu doen? Het zijn Mozes en Elia, die op het toneel zullen verschijnen. Zij zullen die Joden hun vergissing bekend maken. En uit die Joodse groep die daar nu is om de 144.000 te vormen, zal God roepen door deze twee profeten... Wat is het? De Geest van Elia, die is weggegaan van deze heiden Gemeente zal gewoon rechtstreeks doorgaan in die Joodse gemeente, erin gaan en Mozes met hem roepen. Halleluja! Ziet u het? En hij zal dezelfde boodschap van Pinksteren aan die Joden prediken, die de Messias verwierpen. Amen! Ziet u het? Het zal dezelfde Pinksterboodschap zijn, die deze Joden rechtstreeks tot hen zullen prediken. En zij zullen die Joden zozeer haten, dat zij hen doden zullen. En zij zullen gehaat worden door alle naties - en in het midden van de week - omdat zij een groot machtig aantal van 144.000 verwekt hadden... Zij hadden de Heilige Geest, en broeder , als u spreekt over het doen van wonderen, deden zij ze wel. Zij stopten de hemelen en het regende niet in de dagen van hun profetie, ze sloegen de aarde met plagen zo dikwijls zij dit wilden. Zij geven plagen en al het andere. Zij zullen het die Roomsen moeilijk maken. Maar tenslotte zullen zij gedood worden. Onze God is een vreselijk God als Hij toornig is. Maar bedenk, dat is voorbij in de 70e week, en de Gemeente is in de Heerlijkheid. Amen! Het Bruiloftsmaal is aan de gang. Ja!

172 Let nu op. Daar zien wij dat zij terugkomen tot de tempel van het Duizendjarig Vrederijk, hier aan het einde van het Joodse tijdperk - de gezalfde. Hier komt Hij, zittend op een wit paard - en die Hem volgden ook op witte paarden (paard - krachten) gekleed in het wit, bloed- of zijn gewaad gedoopt in bloed, op Hem geschreven: "Het Woord van God". Hij komt, de machtige Overwinnaar (jazeker!) om het Duizendjarig Vrederijk op te richten - komend tot de tempel. Glorie! Daar ontmoet Hij die 144.000.

173 Nu, na die zeventigste week hier - de zeventigste week... Dit gebeurt gedurende deze zeventigste week. En in het midden ervan verbreekt hij het verbond, omdat hij die twee Pinksterprofeten (jazeker!) die de aarde slaan, doodt. En jongen, Hij vloekt die kerk en verbrandt haar met vuur. En waarom, zij... We ontdekken dat zelfs de schepelingen daar staan bij de ontknoping, zeggend: "De grote onsterfelijke stad Rome is aan haar einde gekomen in één uur". Ze werd aan stukken geblazen. God weet hoe Hij de dingen moet doen. En één van de Engelen bekeek het en zei: "Wel, het bloed van elke martelaar van Christus werd in haar gevonden", door haar verleiding, hier uitgaande en zich organiserend, en al dat andere soort spul makend, en de gemeente verontreinigend en ze bracht die dingen binnen en maakte tot martelaars degenen, die het probeerden tegen te houden en probeerden ze eruit te brengen. Glorie! O, ik weet het niet. Ik voel mij als één die voortreist. Ziet u?

174 Bent u niet blij voor het zonlicht - wandelend in het zonlicht. Waar zijn wij aangekomen, broeders? In het laatste uur! Het zou elk ogenblik kunnen gebeuren! En wij zijn hier!

175 De Boodschap is uitgegaan tot de laatste gemeente; de gemeente heeft haar Christus verworpen. De Joden zijn in hun thuisland voor de tijdsspanne en ruimte van tijd, veertig jaar. De nieuwe stad is gebouwd. Waar zien zij naar uit? Een komende Messias. Wanneer zal het zijn? Ik weet het niet. Wanneer die Steen het beeld hier treft, is Zij weggegaan. Het is dan allemaal voorbij.

176 Let hier nu op. In het midden van de week - drieëneenhalve dag, drieëneenhalf jaar, liever gezegd, verbreekt hij het verbond en veroorzaakt dat het slachtoffer en de offerande, die zij al opgericht hebben... veroorzaakt dat zij regelrecht terug zullen gaan en zeggen: "Nu kijk, jullie zijn allemaal kerken; jullie kunnen toegelaten worden in dit beeld voor het beest. We zullen een gemeenschap hebben. We zullen met het communisme afrekenen. We zullen het communisme volkomen van de kaart vegen". Ziet u? En zij kunnen het doen. Ziet u? En zij zullen het doen.

177 Maar let nu op. En als deze dagelijkse aanbidding is opgericht, zal het slachtoffer terugkomen in de stad als de tempel herbouwd is. En deze vorst die zal komen in het midden van de week, zal zijn verbond verbreken en dit slachtoffer weg doen - zoals ik zei, zal hij het verstrooien en wat hij deed, duurt voort tot de voleinding.

178 En bemerk de verspreiding van de gruwel om verwoesting te brengen, het zich verspreiden van de gruwel. Wat zijn gruwelen? "Vuilheid". Verwoesting brengen, wat is dat? "Wegdoen". Het zich verspreiden van dit is het weg doen van dat. Ziet u? Het zich verspreiden van die Roomse macht om al de slapende maagden te overwinnen, Joden en al die anderen... We zullen allen Rooms zijn of we zullen niets zijn. Het zal zijn verbond verbreken in het midden van de week.

179 Het zich verspreiden van de gruwel... als het de gruwel was in de tijd van Jezus toen de Romeinen daar kwamen met hun propaganda - zal het weer Rome zijn - het zal weer de gruwel voor de gemeente zijn. Om tot verwoesting te brengen en hij zal doorgaan tot de voleinding toe... Wat zal hij doen? Hij zal ermee doorgaan tot de voleinding toe. Dat is het einde.

180 Nu, het Jodendom, het Romanisme en het Protestantisme (dat is de slapende maagd) zullen zich tezamen verbinden in de vorm van de Wereldraad van kerken. En het zal zijn zoals Jezus zei in Mattheüs 24 en vanaf Openbaring 13:14. Laten we Openbaring 13:14 nemen en zien hoe... Ik had het hier aangestreept om te zien wat - 13:14. In orde.

     En verleidt degenen die op de aarde wonen, door de tekenen die aan dezelve te doen gegeven zijn (het verenigen van zijn kerken) ... in de tegenwoordigheid van het beest, zeggende tot degenen die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond van het zwaard had, en weer leefde, een beeld zouden maken.

181 Nu, wij weten zonder enige zweem van twijfel wie dat beest was, die macht, die de dodelijke wond had en weer leefde. Het was toen het heidense Rome werd gedood en pauselijk Rome zijn plaats innam - toen de heidense macht werd gedood en de pauselijke macht zijn plaats innam.

182 Nu, Openbaring 13:14... Jezus waarschuwde er in Mattheüs 24 voor". "Een beeld voor het beest".

183 Paulus zegt in 11 Thessalonicenzen, hoofdstuk 2, het 3e en 4e vers... Laten we het opslaan en zien wat Paulus hierover zegt, die grote Heilige Geest op deze grote profeet van de Here, zien wat hij erover zegt in de laatste dag. In 11 Thessalonicenzen, het 2e hoofdstuk, staat het. In orde, te beginnen bij het 3e vers, geloof ik. In orde, laten wij het nu lezen. Luister goed, iedereen. Hoevelen geloven dat Paulus vervuld was met de Heilige Geest? Let hier op.

     Dat niemand u verleide op enigerlei wijze; want die dag zal niet komen tenzij er eerst een afval gekomen zal zijn... (Hij probeert uit hun hoofd te praten, dat Hij toen al meteen zou komen, dus er moest eerst een afval komen van de gemeente, ziet u, die zou komen in dit tijdperk van Laodicea) ... En dat geopenbaard zal zijn die mens der zonde ... (De mens der zonde, ongeloof in de Heilige Geest - ongeloof) ... geopenbaard zal zijn de zoon des verderfs; (zoals Judas was, penningmeester van de gemeente).

     Die zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd is of als God geëerd wordt; alzo dat Hij in de tempel Gods als een god zal zitten... (Broeder, is er een persoon op aarde, buiten dié in het Vatikaan, die dat doet?)

     Waar zijn we aan toe?

184 Nu gaan we hier in Openbaring 13 verder en laten u zien, dat deze man zetelt op een stad en de stad zetelt op zeven heuvels. En het getal van het beest is 666, uitgeschreven in het Latijns - in het Romeinse alfabet is Vicarius Filii Dei 666, dat betekent "In plaats van de Zoon van God, op de troon van de paus. En hij is... ? ... Heeft een drievoudige kroon. En ik heb naar die kroon gekeken, ik stond er zo dichtbij als mijn hand bij mijn gezicht, zo op deze manier, en ik zag de versierde kroon van de paus daar zelf in het Vatikaan. Ik stond daar en keek ernaar om zeker te zijn dat ik weet waarover ik spreek. Hij stelt zich tegen en verheft zich boven al wat God genaamd wordt. Van al de godzalige mannen is hij de heiligste van allemaal. Hij zit in de tempel van God, gewoon zichzelf vertonend dat hij God is, zonden vergevend op aarde, enzovoort, weet u. Zeker.

185 Paulus zei, dat die afval eerst moet komen, voordat die zoon des verderfs geopenbaard zal worden.

     Gedenkt gij niet, dat ik nog bij u zijnde, u de ze dingen gezegd heb?

186 O, wat zou ik graag daar gezeten hebben om Paulus dat te horen prediken, u niet? O?

187 Nu, wat gaat hij doen? Een beeld voor het beest, 11 Thessalonicenzen. Luister nu. Luister nu heel goed. De Gemeente voelde al het komen van een paus. Wat is het? Het einde van dat gemeentetijdperk van Paulus. Zij zagen dit Nicolaïetsche spul opkomen; ze waren bezig een heilig man te maken. Tot wat? Tot paus. Wereldzin en artistocraten waren in de gemeente gekropen en veranderden de orde van aanbidding. Paulus, vervuld van de Heilige Geest, had dat in de Geest opgevangen. En de gemeente met haar tradities en hoogwaardigheidsbekleders - hoogwaardige persoonlijkheden, enzovoort, die... Zij zagen dat er iets komende was, en de Heilige Geest waarschuwde hen voor de laatste dagen.

     Herinnert u zich niet dat Jezus ervan sprak, de daden der Nicolaïeten, die tenslotte tot een leer werden en daarna een organisatie werden? Broeders, we zijn niet in de duisternis, nu bedenk dat. Ziet u? Hier zijn wij er.

188 De daden van de Nicolaïeten, de organisatie die begon binnen te komen, de grote hoogwaardigheidsbekleders over de gemeenten, enzovoort, vormden tenslotte de Katholieke Kerk. En Paulus zei dat er geen eindtijd kan zijn, er geen tijd kan zijn, vóórdat er eerst een afval is van het ware Pinkstergeloof. Er zal met het Pinkstergeloof afgedaan worden en de hoogwaardigheidsbekleders zullen ingezet worden. Ze zullen een man hebben, die de plaats van God zal innemen, zittend in de tempel van God en zichzelf verheffend boven alle mensen op deze manier, en het... Ziet u wat het is? NIKO, het overwinnen van de leken. Al wat God genaamd wordt - hij zal zitten in de tempel van God als God. Paulus zei dat er eerst een afval zou zijn in de laatste dagen. En hier zijn wij nu regelrecht in aangeland en we zien die afval, en zien dat de kerk er verder en verder bij vandaan gaat en weer regelrecht teruggaat, en wij zijn in de eindtijd. In orde.

189 Als nu de 69 weken volmaakt kloppen en de Joden nu in hun thuisland zijn en het Heiden tijdperk precies gekomen is in de eindtijd, tot de tijd der Nicolaïeten - of tot de tijd van Laodicea, hoe dichtbij is dan de komst van de Here, het einde van alle dingen, het einde van dit tijdperk, en de opname? Het moment dat Hij die 70e week begint, of die zeven jaren, is de Gemeente weggegaan. Kunt u het zien, vrienden? Steekt uw hand op als u het kunt zien.

190 Zie, laten wij nu geen kinderen zijn. Laten wij niet meer spelen. We zijn in de eindtijd. Iets staat op het punt te gebeuren. We zijn aan het einde. Hier zijn wij er.

191 Deze 69 weken kloppen precies, het weggaan van de Joden klopt precies, het gemeentetijdperk klopt precies. We zijn in de eindtijd, de eindtijd, het Laodicea gemeente tijdperk - het einde ervan. De ster-boodschappers hebben allen hun boodschap gepredikt; het is uitgegaan; we naderen nu juist de kust. De Joden zijn al veertig jaar aan het terugkomen. Ze zijn in hun thuisland. Wat moet er nu als volgende gebeuren? Het komen van de Steen. Daar zijn wij er! Op welke tijd zal het gebeuren? Ik weet het niet. Maar broeder, wat mij betreft, ik wil klaar zijn. Ik wil al mijn klederen gereed hebben.

192 We hebben nog maar een paar minuten en ik wil dat u nu nog even rustig luistert. Het moment waarop Hij de zeventigste week begint, of zeven jaren, is de Gemeente weg. Luister nu. Ik herhaal het nog eens, opdat u het niet zult vergeten. Dit is wat de Heilige Geest op mijn pen plaatste, terwijl ik aan het schrijven was. We zijn in het Laodicea tijdperk. De Christus is bezig verworpen te worden door Zijn eigen Gemeente. De ster van dit tijdperk, de Boodschap is uitgegaan, en Israël is in haar land. Ziet u waar we zijn? We zijn aan het einde. En nu nog even één of twee aantekeningen.

193 Dit alles wat wij nu zien zal ons helpen door Zijn genade als wij proberen deze laatste Zeven Zegels te benaderen. Ziet u waar wij het zouden gemist hebben? Van Openbaringen 6:1 tot Openbaring 19:21, zouden wij het gemist hebben, omdat, ziet u, we zouden geprobeerd hebben om het toe te passen op dit heiden tijdperk, terwijl u ziet, dat het ginds is in dit tijdperk. Ziet u? Nu, we hebben het bewezen door het Woord van God en door de geschiedenis, en door alles, en door de tekenen der tijden, door de dagen, dat er niets anders overgebleven is. We zijn aan de voleinding der heidenen. Wat zullen wij ermee doen? Het is mijn ziel en uw ziel; het is mijn leven en uw leven; het is het leven van onze geliefden. We zijn al teveel vertroeteld. We hebben het in veel dingen gemakkelijk gehad. We kunnen maar beter in beweging komen. Het is later dan u denkt. Bedenk dat slechts.

194 Nu, nog één schokkende bewering, als u het wilt opschrijven. Luister aandachtig, alstublieft. Dit is mijn laatste aantekening. - één na laatste. Ik heb hierna nog een klein dingetje, een kleine notitie, waarover ik wil spreken. Nu, ontspan even een ogenblik en luister nauwkeurig. Ik geef u iets treffends dat hier regelrecht mee verband houdt. Ziet u? Er is zelfs geen mesbreedte tussen het eind van dit tijdperk en de komst van Christus. Alles... Er is niets overgebleven. Is Israël in haar thuisland? Wij weten dat. Zijn wij in het Laodicea tijdperk? Is de Boodschap van dit Pinkstertijdperk uitgegaan om de mensen terug te schudden naar de oorspronkelijke Pinksterzegen? Is iedere boodschapper helemaal precies hetzelfde door het tijdperk gekomen? Staan de volkeren op tegen de volkeren? Pestilentie? Is er een hongersnood in het land vandaag, terwijl de ware Gemeente honderden mijlen rijdt, op zoek om het Woord van God te horen? Niet voor brood alleen, maar voor het horen van het Woord van God, zou er een honger komen. Klopt dat? Wel, we leven er nu precies middenin. Ziet u waar we zijn? We wachten op die Steen...

195 Een schokkende bewering: Vanaf de tijd dat God een belofte deed aan Abraham (mis dit niet!) - vanaf de tijd dat God de belofte deed aan Abraham, Genesis 12:3, tot de tijd dat Christus verworpen werd in 33 na Christus door de Joden, overeenkomstig Galaten 3:16 en 17, en overeenkomstig Usher's Tijdsrekening van de Hebreeën, was de kracht van God precies 1954 jaar met de Joden. God handelde met de Joden 1954 jaar volgens de tijdsrekening van de Joden en volgens Galaten 3:16 en 17. Ik heb veel meer Schriftplaatsen, maar ik geef alleen maar die. Dan, nadat zij Christus verwierpen, wendde Hij zich tot de heidenen om een volk te nemen voor Zijn Naam. Wilt u daar een Schriftplaats over? Handelingen 15:14.

196 Nu, naar de tijd gerekend, zien we, dat we precies (luister!) 17 jaar over hebben, en dan zullen we dezelfde tijdsspanne hebben, die ons is gegeven terwijl God met óns handelde in de kracht van de Heilige Geest, sinds 33 na Christus tot 1977, dezelfde spanne tijds van 1954 jaar. Handelt God met ons op dezelfde wijze als Hij het deed met de Joden? Hoe staat het daarmee?

197 Schrijf in uw boek een kleine Schriftplaats op, die ik u hier wil geven. Leviticus 25, te beginnen bij het 8e vers. God kondigde elke 49 jaar een Jubileumjaar af; het 50e jaar was het Jubeljaar. Wij weten dat. Wij begrijpen dat. Vanaf het eerste Jubeljaar van Leviticus 25:8, zal het in 1977 het zeventigste Jubeljaar zijn, precies 3430 jaar vormend. Het Jubeljaar betekent het omhoog gaan, de vrijlating.

O, wij zien uit naar het komen
Van die blijde Millennium-dag,
Als onze gezegende Heer zal komen
En Zijn wachtende Bruid zal wegnemen.
O, de wereld zucht en schreeuwt
Om die dag van zoete vrijlating
Als onze Heiland weer naar de
aarde terug zal komen.

198 Begrijpt u dat? God heeft Zich met ons precies dezelfde hoeveelheid tijd bezig gehouden als Hij handelde met de Joden, vanaf de tijd dat Hij aan Abraham de belofte gaf tot aan het verwerpen van de Messias in 33 na Christus en dit was 1954 jaar. En nu hebben wij nog 17 jaar over. We hebben ongeveer 1930 en nog wat jaren gehad. We hebben 17 jaar over tot 1977, wat het 70e Jubeljaar zal zijn sinds het begin der Jubeljaren. En wat zal het zijn? O broeder. Let nu goed op. Mis het niet. Het zal het Jubeljaar zijn van het opgaan met de heiden Bruid en de terugkeer van Christus tot de Joden, wanneer zij uit de slavenij gaan. Amen! Ziet u het niet? Van over de hele wereld vergaderen zij daar voor die dag. O wonderbaar! Ziet u waar we zijn? We weten niet op welke tijd het zou kunnen gebeuren. We zijn in de eindtijd.

199 Luister nu. U oudgedienden hier in de gemeente, die hier al lang zijn, ik wil dat u iets opmerkt. Ik zag dit nooit eerder dan gisteren. Ik pikte het op van de geschiedschrijver, Paul Boyd, en toen ging ik het na door de Schrift heen, pikte die andere data hier op, enzovoort en kreeg het, nadat ik het nagegaan had.

200 Nu, in 1933 toen wij hier samen kwamen in het gebouw van de Vrijmetselaars, waar tegenwoordig de Church of Christ staat, op een morgen in april voordat ik van huis ging, terwijl ik mijn auto inwijdde... Ik had een 1933 model auto en ik wijdde deze toen aan de dienst van de Here en toen zag ik in een visioen de eindtijd. Let nu op hoe treffend dit is. Ginds in het verleden, toen ik nog maar een jongeman was, en u kunt zich voorstellen hoe een 1933 model auto eruit zag. En ik ging daar naar de Vrijmetselaars-tempel waar... Sommigen van u, oudgedienden, hier zullen het zich herinneren; het is thuis op een oud stuk papier geschreven. Het is al gedrukt en ging de wereld rond. Ziet u? Dat was in 1933. En ik voorspelde dat de een of andere grote tragedie deze Verenigde Staten zou overkomen vóór of omstreeks het jaar 1977. Hoevelen herinneren zich, dat ik dat zei? Kijk naar de handen. Zeker!

201 Let nu op. Ik voorspelde dat er nog zeven dagen tot stand zouden komen voordat deze grote voleinding of grote zaak zou plaats vinden hier in de Verenigde Staten - de een of ander geweldig verschrikkelijke zaak. Ik zei... Nu, herinner u, dit is voordat het begon. Ik zei dat we een Tweede Wereldoorlog zouden meemaken. Hoevelen herinneren zich dat zij mij dat hoorden zeggen, zeg dan "Amen". [De samenkomst antwoordt "Amen!"] In orde. Een tweede wereldoorlog. Ik zei: "De President die er nu is (ik copieerde dit van het oude schrift, dat oude ding gisteren) - dat de President die wij nu hebben, (hoevelen herinneren zich wie het was) Franklin D. Roosevelt was..." Ik zei: "De President die we nu hebben zal zelfs nog de vierde keer gekozen worden (hij was toen in zijn eerste termijn) en wij zullen in een tweede wereldoorlog komen".

202 Ik zei: "De dictator die nu opkomt in Italië (dat was Mussolini) zal aan de macht komen en naar Ethiopië gaan; en Ethiopië zal voor hem vallen". Er zitten hier mensen nu die weten dat er een groep mensen kwam (toen ik mijn samenkomst daar had in de Redman's Hall, toen ik daar heen moest gaan om dat te prediken, Redman's Hall) die mij de zaal uit wilde gooien, omdat ik zoiets gezegd had (ja, Mrs. wilson, ik weet dat u bent... Zo is het!) - toen ik dat zei. Maar deed hij het? Maar ik zei: "Hij zal een smadelijk einde hebben", en het gebeurde. Hij en de vrouw waar hij mee ging, werden opgepakt en aan een touw opgehangen in de straat, met hun voeten naar boven, terwijl hun klederen naar beneden hingen. In orde, dat kwam te geschieden.

203 En toen zei ik: "De vrouwen hebben kiesrecht gekregen, wat absoluut een schande is voor het land. En door het stemmen zullen zij op zekere dag de verkeerde man stemmen". En zij deden dat bij deze laatste verkiezing. O, o!

     Ten vierde zei ik: "De wetenschap zal zich ontwikkelen op zulk een wijze..." Nee, dit is ten derde. Neem mij niet kwalijk. Hier is nu het volgende:

204 Ten vierde zei ik: "We zullen in oorlog zijn met Duitsland en zij zullen een geweldig grote betonnen plaats bouwen en zich daarin verschansen en de Amerikanen zullen een verschrikkelijk pak slaag krijgen". De Almachtige God vóór wie ik nu sta, weet dat ik die onafhankelijke Nazis de Amerikanen zo heb zien terugslaan en zo bij die linie. En er zijn veel jongens, die hier nu staan, die bij die Siegfried Linie waren, die weten wat het was. En bedenk, dat was 11 jaar voordat de Siegfried Linie werd gebouwd. Is God waar? Voorspelt Hij nog dingen die gebeuren? Let op. Dat was het vierde.

205 Nu het vijfde. "De wetenschap zal zich op een zodanige wijze ontwikkelen, dat zij een auto zullen maken die niet bestuurd zal behoeven te worden door een stuurwiel, en de auto's zullen steeds meer de vorm aannemen van een ei tot de voleinding toe" - de eindtijd. Ik zag een Amerikaans gezin op een autoweg rijdend in een auto met hun rug gekeerd naar de plaats waar het stuurrad zou moeten zijn. Het zag eruit of ze aan het dammen of kaarten waren. En we hebben het. Het is op de televisie geweest. Popular Science (Populaire Wetenschap) - Mechanics (Mechaniek) liever, ze hebben het allemaal, we hebben de auto. Hij wordt bestuurd met afstandsbediening, door radar, Ze hebben er zelfs niet eens meer een stuurwiel nodig. U schakelt gewoon uw paneel in op deze manier, zoals u uw telefoon schijf draait en uw auto rijdt u er rechtstreeks naar toe, kan geen ongeval krijgen of zoiets. Geen andere auto's - de magneet houdt de rest van hen bij u vandaan. Ze hebben het. O! Denk er over na. Het werd 30 jaar tevoren voorspeld, voordat het gebeurde.

206 Nu, dat brengt ons dan bij de verkiezing van President Kennedy, en met deze auto die op het toneel verschijnt, zijn dat vijf dingen uit de zeven, die precies gebeurd zijn.

207 Nu, ik voorspelde en zei: "Ik zag een grote vrouw opstaan - ze zag er mooi uit, gekleed in een echt koninklijk gewaad als purper, en ik schreef hier tussen haakjes op: "Ze was een grote heerseres in de Verenigde Staten, misschien de Katholieke Kerk". Een vrouw, een of andere vrouw... Ik weet niet of het de Katholieke Kerk is. Ik weet het niet. Ik kan het niet zeggen. Het enige dat ik zag was de vrouw; dat was alles.

208 Maar dit is een vrouwen-natie. Deze natie heeft het getal 13 in de profetie. Zij heeft 13 strepen, 13 sterren, ze begon met 13 koloniën. Dertien, dertien, alles 13, verschijnt zelfs in het 13e hoofdstuk van Openbaring. Zij is 13 en zij is een vrouwen-natie.

209 De echtscheidingsrechtbanken van Amerika hebben meer echtscheidingsgevallen te behandelen door onze vrouwen dan de hele rest der naties. De moraal in ons land is lager wat de echtscheiding betreft, dan in Frankrijk of Italië, waar de prostitutie op de straten zo... Maar dat zijn prostitués; bij ons zijn het de getrouwde vrouwen die proberen te leven met verscheidene mannen en verscheidene getrouwde mannen die proberen te leven met andere vrouwen.

210 In de landen waar zij polygamie hebben, is het duizendmaal beter. En toch is polygamie verkeerd; dat weten wij.

211 Maar om te laten zien hoe ontaard wij zijn, kreeg ik daarginds een stuk uit de krant waar werd aangetoond, dat toen onze Amerikaanse jongens in deze laatste oorlog overzee gingen, meer dan, ik geloof dat het rond 70% was... Wel, wacht even, ik geloof dat drie van de vier die overzee gingen, gescheiden waren van hun vrouw, voordat zij terugkwamen. En grote krantekoppen luidden: "Wat is er gebeurd met de moraal van ons Amerikaanse volk? Herinnert u zich het gezien te hebben? U allemaal, veronderstel ik. Wat is er gebeurd met de moraal van onze Amerikaanse vrouwen? Fabrieken - ginds buitenshuis werkend met andere mannen. Het is een vrouwen natie. Wat zal zij krijgen? Een vrouwelijke god - een godin.

212 Nu, dan daarna, keerde ik mij om en ik zag de Verenigde Staten branden als een smeulende hoop - de rotsen waren weggeëxplodeerd. En het brandde als een hoop vuur van blokken of zoiets, dat juist aangestoken was; en voor zover als ik kon zien was zij geëxplodeerd. En toen verliet het visioen mij. Vijf van de zeven zijn gebeurd.

213 En hier komt het opnieuw en laat zien, en toen voorzegde ik... Ik heb nooit gezegd, dat de Here mij dat vertelde, maar toen ik die morgen in de gemeente stond, zei ik: "De wijze waarop de vooruitgang..." Ik liep naar het einde van de muur en liep naar het andere einde van de muur en ik zei: "Gezien de wijze waarop de vooruitgang vordert, voorzeg ik, dat de tijd - ik weet niet waarom ik het zeg - maar ik voorzeg dat dat alles zal gebeuren tussen nu, 1933, en 1977. En dat terwijl ik nooit heb geweten, God kent mijn hart - dat 1977 het Jubeljaar is en dat precies dezelfde hoeveelheid tijd was verlopen, die Hij aan Israël gaf, en alles aan het einde is. Dus wij zijn... En hier zijn wij aan het eind van het tijdperk, bij het binnenkomen van de zeventigste week. Wij weten niet op welke tijd de Gemeente weggegaan zal zijn. O! Wat kunnen wij doen, vrienden? Waar zijn wij aan toe?

214 Ziet u waar wij nu zijn? Begrijpt u Daniël's zeventigste week nu? Zie nu, als we ingaan op die Zegels en die dingen, deze Zegels brekend, komt er ten eerste een ruiter op een wit paard met een boog in zijn hand. Let op wie die knaap is. Let op die ruiter op het vale paard achter hem. Ziet u? Let op wie het is en zie hoe hij binnenkomt. Let op die 144.000 die binnenkomen. Let op die slapende maagd als zij opkomt. En let dan op al deze dingen die zullen plaats vinden, het uitgieten van de Fiolen, de Weeën, de drie onreine geesten als kikvorsten; let op die dingen hoe zij er precies in passen, die plagen en wanneer zij precies uitgegoten worden. Iedere keer als een Zegel geopend werd, wordt er een plaag uitgegoten en komt er een vernietiging. En let op wat er nu plaats vindt aan het einde.

215 En o, let op deze drie profeten - of deze twee profeten, als zij hier opstaan. En in het midden van de week worden zij zó afgesneden en dan begint de slag van Armageddon, dan begint God Zelf te spreken. Dan staat Hij op en begint te vechten. Die profeten slaan de aarde. Zij prediken de Naam van Jezus Christus. Ze dopen op dezelfde wijze. Ze doen hetzelfde dat de eerste Pinkstervaders deden en velen volgen hen. Maar zij, die zich verbonden hebben - die organisatie ging gewoon door en zelfs de macht van die profeten verbrak het niet. En tenslotte zeiden zij: "We zullen het alles één organisatie maken" en hij brengt binnen (wat is het?) de gruwel, Romanisme, om zich over de hele zaak te verspreiden, om verwoesting te maken. De gruwel der verwoesting neemt alles in, de vuiligheid.

216 Herinnert u zich de oude moeder hoer, die in scharlaken gekleed op die manier op een beest zit, dat zeven hoofden en tien hoornen had? Herinnert u zich dat? En ze had een beker in haar hand van de vuilheid van haar gruwelen; dat was haar leer, die zij op de mensen plaatste. Daar zijn wij er, mijn broeder. We zijn in de eindtijd.

217 Kleine kinderen, wij weten het nooit. Het zou kunnen zijn dat we vanavond niet meer levens terug zullen keren; misschien zien we elkaar niet meer levend terug. Ik weet het niet. Maar het einde is zo dicht nabij. Het einde is zo dichtbij. Hier is een Schriftplaats. Hier is gewoon een absoluut volmaakt Schriftuurlijk bewijs.

218 Nu, als er iets is, dat u niet begrijpt, schrijf mij een briefje en laat mij weten wat het is. Ziet u? Zeg iets. En sommigen van u, broeders, daar buiten bij de banden in de andere streken, als er iets is waarmee ik u kan helpen, laat mij het weten. U zou het met mij oneens kunnen zijn. Ik mag het dan met uw organisatie niet eens zijn, maar niet met u; wel met het systeem van uw organisatie. Ik ben het niet oneens met de Katholieke mensen; ik zeg niet dat ik niet van Katholieke mensen houd, dat ik niet van organisatie-mensen houd; dat is het niet. Ik houd van alle mensen, maar ik ben het niet eens met dat systeem dat u gevangen houdt. Dat doet dat systeem ervan. Dat is het.

219 Ik was niet tegen Duitsland; tegen het Nazisme. Ik was niet tegen de Italianen; tegen het Fascisme. En bedenk, ik deed nog een andere voorspelling in die tijd - alleen maar een voorspelling en velen van u, oudgedienden, herinneren het zich. Ik zei: "Er zijn drie grote "isme's" die proberen vandaag de wereld over te nemen: Het Fascisme, het Nazisme en het Communisme". En wat heb ik gezegd? Zij zullen allen in het communisme opgaan.

220 En toen heb ik het u allen laten herhalen: "Houdt uw ogen op Rusland". Herinnert u zich dat? "Houdt uw ogen op Rusland. Het zal alles opgaan in het communisme. En dan zal tenslotte alles opgaan in het Katholicisme. Bedenk, het zal alles opgaan in het Katholicisme in de eindtijd. Dat is precies juist. Dat is bij de slag van Armageddon, precies hier als Christus Zelf komt...

221 Maar deze drie profeten - deze 3½ jaar liever, en dat is Openbaring 11:3 - u hebt het vele malen gelezen - "Ik geef macht aan Mijn twee getuigen en zij zullen 1260 dagen profeteren". Hoeveel is 1260 dagen? Drieëneenhalf jaar. En dan zullen zij gedood worden op de straten, precies in het midden van deze zeventigste week. Ziet u dus waar de zeventig weken van Daniël zijn? Ziet u waar wij in leven? We zijn aan het einde, mijn geliefde vrienden. We zijn aan het einde. De dagen...

Naties worden verbroken;
Israël is aan het ontwaken;
De tekenen, die de profeten voorzegden; (Hier zijn wij er)
De dagen der heidenen zijn geteld (Hier!)
Met verschrikkingen bezwaard;
Keer terug, o verstrooiden, naar het uwe.

     Laten wij zingen:

De dag der verlossing is nabij;
De harten der mensen bezwijken van vrees.
Weest vervuld met de Geest,
Uw lampen in orde en helder;
Zie omhoog, uw verlossing is nabij.

     O! Is dat niet wonderbaar?

Naties worden verbroken;
Israël is aan het ontwaken;
De tekenen, die de profeten voorzegden;
De dagen der heidenen zijn geteld
Met verschrikkingen bezwaard;
Keer terug, o verstrooide, naar het uwe.

     Nu tezamen.

De dag der verlossing is nabij;
De harten der mensen bezwijken van vrees;
Weest vervuld met de Geest,
Uw lampen in orde en helder;
Zie omhoog, uw verlossing is nabij.

     Laat mij een klein vers voor u zingen.

Valse profeten liegen,
Gods Waarheid verloochenen zij;
Dat Jezus, de Christus, onze God is. (Ze maken de een of andere derde persoon. U weet dat. Maar dat is Hij niet, Hij is onze God.)
............................
Maar wij zullen wandelen waar de apostelen zijn gegaan.

Want de dag der verlossing is nabij;
Het hart der mensen bezwijkt van vrees;
Wees vervuld met de Geest,
Uw lampen in orde en helder;
Zie omhoog, uw verlossing is nabij.

222 Bent u niet blij? Terug naar de Boodschap, broeder. Terug naar het oorspronkelijke! Terug naar Pinksteren! Terug naar de ware zegen! Terug naar de Naam van Jezus Christus! Terug naar de Doop van de Heilige Geest! Terug naar de tekenen en wonderen! Terug naar Pinksteren! Weg met uw organisaties! Terug naar de Heilige Geest! Hij is onze Leraar!

Want de dag der verlossing komt nabij;
De harten der mensen bezwijken van vrees;
Weest vervuld met de Geest,
Uw lampen in orde en helder;
Zie omhoog, uw verlossing genaakt.

223 Is dat niet wonderbaar? Wat zei de profeet? Er zal een tijd komen, dat u niet kunt zeggen dat het nacht of dag is. Zie hoe het is geweest? Ziet u? O, zo slecht door deze gemeentetijdperken heen, maar het...

Het zal Licht zijn in de avondtijd;
Het pad naar de heerlijkheid zult u zeker vinden;
In de weg van het water is het Licht vandaag,
Begraven in de kostbare Naam van Jezus.
Jong en oud, bekeert u van al uw zonden,
De Heilige Geest zal zeker binnenkomen.
Dit Avondlicht is gekomen,
Het is een feit, dat God en Christus één zijn.

Het zal Licht zijn (allen tezamen) in de avondtijd;
Het pad naar de heerlijkheid zult u zeker vinden;
In de weg van het water is het Licht vandaag,
Begraven in de kostbare Naam van Jezus.
Jong en oud bekeert u van al uw zonden;
De Heilige Geest zal zeker binnenkomen.
Want het avondlicht is gekomen;
Het is een feit, dat God en Christus één zijn.

     (Niet drie, maar één.)

224 Terug naar de Boodschap! Terug naar het begin! Terug naar wat Paulus leerde! Terug naar de doop, waarmee hij doopte! Hij zag mensen die gedoopt waren op een andere manier en hij vertelde hun te komen om weer overgedoopt te worden. Hij zei dat als een Engel uit de Hemel kwam, die iets anders predikte, hij vervloekt zou zijn. Dus het is weer terug naar de Boodschap, vrienden! Het is avondtijd.

225 O, ik heb Hem zo lief, u niet? Hoevelen zien Daniël's zeventig weken nu en zien wat deze zeventigste week is? Hoevelen geloven het, zeg `Amen.' [De samenkomst antwoordt: "Amen"] Prijs God.

226 Nu, wat is het volgende. De Zeven Zegels, nu we zullen er direkt op ingaan, als de Here het zal toestaan. Wanneer dat zal zijn, weet ik niet. Zodra Hij het uitgeeft, dan zullen wij er regelrecht ingaan. Dan zullen wij een lange, lange samenkomst hebben, omdat we het dan door zullen nemen vanaf het 6e hoofdstuk tot en met het 19e hoofdstuk. En zo langzaam als ik ermee ben...

227 Nu, ik wil niet dat er iemand naar huis gaat, die dit verkeerd begrepen heeft. De band speelt nog. Ik wil niet dat iemand het verkeerd begrijpt. Begrijp het nu niet verkeerd en zeg: "Broeder Branham zei dat Jezus in 1977 zal komen". Zoiets heb ik nooit gezegd. Jezus zou vandaag kunnen komen. Maar ik heb voorzegd, dat tussen 1933 en 1977 iets zou plaats vinden, dat deze dingen die ik heb zien gebeuren in het visioen, zouden plaats vinden. En vijf van hen hebben al plaats gevonden.

228 En ik geloof met de atoom-dingen die we nu hebben... En zag u wat onze President onlangs zei? Over het willen van een nieuwe oorlog. Hij wilde betreffende Berlijn, een voorbeeld stellen, zei hij. Hij wilde een voorbeeld stellen. En wat denkt u van Cuba hier bij onze achterdeur? Waarom daar een voorbeeld stellen? Hoe staat het daarmee? O, het is zulk een nonsens. Ziet u?

229 O broeders, we zijn gewoon aan het einde. Het zal precies uitkomen op de wijze dat God zei dat het was, dus wat voor nut heeft het om iets anders te doen behalve het lezen van wat Hij zei en ervoor in orde komen en er klaar voor te zijn, en het dan te laten komen! Wij wachten erop.

Wij zien uit naar de komst
van die blijde Millennium-dag,
Als onze gezegende Here zal komen
En Zijn wachtende Bruid zal weghalen.
O, de aarde zucht en schreeuwt
Om die dag van lieflijke vrijlating,
Als onze Heiland terug zal komen naar de aarde.

O, onze Here komt weer terug naar de aarde!
Ja, onze Here komt weer terug naar de aarde!
O, Satan zal duizend jaar lang gebonden zijn,
We zullen dan geen verzoeking kennen;
Nadat Jezus weer terug zal komen op aarde.

     Hoevelen zijn gereed, heft uw handen op. O, wonderbaar!

O, onze Here komt weer terug naar de aarde! (Laten we opstaan en elkaar de hand schudden!)
Onze Here komt weer terug naar de aarde!
Ja, onze Here komt weer terug naar de aarde!
O, Satan zal duizend jaar lang gebonden zijn,
We zullen dan geen verzoeking kennen;
Nadat Jezus weer terug zal komen op aarde.

O, onze Here komt weer terug naar de aarde!
Ja, onze Here komt weer terug naar de aarde!
O, Satan zal duizend jaar lang gebonden zijn,
We zullen dan geen verzoeking kennen;
Nadat Jezus weer terug zal komen op aarde.

Jezus' terugkomst zal het antwoord zijn
Op ons verdriet en groep;
Want de kennis des Heren zal
De aarde, zee, en lucht vervullen.
God zal alle ziekte wegnemen
En zal de tranen van het lijden doen drogen
Nadat Jezus weer zal terugkeren op aarde.

O, onze Here komt weer terug naar de aarde!
Ja, onze Here komt weer terug naar de aarde!
O, Satan zal duizend jaar lang gebonden zijn,
We zullen dan geen verzoeking kennen;
Nadat Jezus weer terug zal komen op aarde.

230 O, wonderbaar! Voelt u zich niet goed? Denk, vrienden, dit is Pinksteren, aanbidt. Dit is Pinksteren. Laten we in onze handen klappen en het zingen. Pinkstermensen, iedereen, probeer u vrij te maken, krijg die Methodisten-vormelijkheid uit u. Kom! Laten we het zingen.

O, onze Here komt weer terug naar de aarde!
Ja, onze Here komt weer terug naar de aarde!
O, Satan zal duizend jaar lang gebonden zijn,
We zullen dan geen verzoeking kennen;
Nadat Jezus weer terug zal komen op aarde.

O, onze Here komt weer terug naar de aarde! (De Bijbel zegt het!)
Ja, onze Here komt weer terug naar de aarde!
O, Satan zal duizend jaar lang gebonden zijn,
We zullen dan geen verzoeking kennen;
Nadat Jezus weer terug zal komen op aarde.

     Hebt u Hem lief? O, laten we nu onze handen opheffen tot Hem.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan Calvarie's hout.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Aan Calvarie's hout.