Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Stoom afblazen

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Brown.

Alles is mogelijk, geloven alleen;
Geloven alleen, geloven alleen,
Alles is mogelijk, geloven alleen.

     Dank u. Laten we een ogenblik blijven staan terwijl wij bidden. Hoeveel zouden er vanavond gedacht willen worden in gebed? Wilt u het even laten weten door uw hand op te steken? Laten we nu onze hoofden buigen terwijl we tot Hem naderen.

     Onze hemelse Vader, wij vragen toestemming, terwijl we in de Naam van de Here Jezus komen, om tot Uw troon van genade te naderen. Wij zouden in geen geval bij de oordeelstroon willen staan, maar bij de genadetroon; want het is door deze barmhartigheid door Zijn genade dat we komen, ten eerste U ervoor dankend dat wij hier levend zijn vanavond. O, wat zou Satan verlangen om ons snel van het toneel te halen, precies te midden van de strijd. Maar de engelen zijn gelegerd rondom hen die Hem vrezen, en daar zijn we zo dankbaar voor. En ik ben zo blij voor een verse ervaring om de werkelijkheid van Zijn belofte te kennen.

2 Ik dank U vanavond voor deze vergadering van christelijke medeburgers van het Koninkrijk van God in dit grote gemenebest hier op aarde, dat we samen hebben door op deze manier gemeenschap te hebben rondom het Woord, samen gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus. Wij danken U voor deze Volle Evangelie Zakenlieden met hun zeer grote reikwijdte en invloed met het Evangelie onder de zakenmensen, en op mensen van allerlei levenswijzen. En voor deze dierbare gezalfde dienstknechten die hier vanavond op het podium zijn, en op de velden; want achter hen is een teken van christendom, doordat ze jarenlang hebben volgehouden en de strijd tot hier aan de frontlinie hebben doorgedrukt. God, we zouden vanavond willen bidden dat de engelen Gods hun positie nu zouden willen innemen in ons midden.

3 Red degenen die niet gered zijn. Vul diegenen met de Heilige Geest, en doe de volledige wapenrusting van God aan bij degenen die niet zijn geschoeid en beschermd en bedekt. En wij bidden dat U de zieken en aangevochtenen zult genezen. Moge er over dit kampeerterrein zo'n heerlijk gejuich opgaan, Here, dat Hij Die op het meer van Galilea liep, vanavond op het meer moge binnenwandelen en bij ons zitten, en handelen met ons, Here, met eenieder die iets nodig heeft. Spreek tot ons door Uw Woord, Here, want dat is waarlijk onze hoop, en ons standpunt rust op Uw Woord. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. Dank u.

4 Billy, mijn zoon, kwam me een beetje vroeg ophalen vanavond, en hij zei tegen mij: "Ik zou u heel graag naar het terrein willen brengen." Hij zei: "U hebt veel conventies gezien, en we hebben samen grotere plaatsen in de wereld gezien als deze, maar", zei hij, "dit is een van de vredigste, rustigste plaatsen die u ooit hebt gezien, pa."

     En ik zei: "Fijn."

     Hij zei: "Maar ik ga wachten tot het nog wat later wordt."

     En ik zei: "Wat is er aan de hand?"

     Hij zei: "Enkele broeders en ik stonden daar op de campus, op het terrein, en", zei hij, "er zaten twee grote, dikke, grijze eekhoorns in het bos." En hij zei: "U zou erop gaan jagen tot middernacht om ze te krijgen, dus..."

     Ik zei: "O, Paul."

5 Het is een voorrecht om hier vanavond te zijn. Ik heb zoveel dingen om dankbaar voor te zijn: zo blij om in leven te zijn en om in de dienst van de Heer te zijn. Ik ben zeker dankbaar voor deze wonderbare opmerking die broeder Brown, onze dierbare broeder, daarnet over mij maakte. Ik voel me zeker klein om op te staan na zo'n... Ik ga hem niet noemen wat ik hem hier op het podium enkele ogenblikken geleden noemde, maar het was zeker een geweldige titel. Maar hij zou dat misschien niet graag hebben. Want hij zei: "Je zou de Pinkstermensen niet van de Presbyterianen kunnen onderscheiden." Nee, niet wanneer Presbyterianen Pinkstermensen worden. Dat is juist. Dat maakt ze allemaal hetzelfde.

6 En het is zeker Ik heb mij verwonderd over de geweldige boodschap die ik hoorde van broeder Brown die avond, die door het kanaal van de Here, Zijn dienstknecht, kwam. En hoe hij mijn ziel zegende. En te weten dat God dit soort mannen doet opstaan. En ik heb begrepen dat mijn dierbare vriend, broeder duPlessis uit Zuid-Afrika, hier is, en hij heeft reeds tot u gesproken. En ik ben er zeker van dat het gevuld was met rijke vitaminen uit Gods grote Koninkrijk. Hij brengt ook zo'n opwekkende boodschap.

7 Nu, weet u, net voordat ik hier binnenkwam, maakte ik een kleine wandeling van ongeveer honderd meter hierbuiten. En weet u, dit doet me erover nadenken om zelf een conventie te houden volgend jaar en die hierheen te brengen, en te kijken of we deze terreinen zouden kunnen huren, en dat iedereen zou kunnen blijven om hier ongeveer een week te zijn, slechts om voor de zieken te bidden, om de zieken en aangevochtenen hier naartoe te brengen. Dat zou heel fijn zijn. We zullen daarover bidden en zien wat de Here erover te zeggen heeft. Ik doe graag precies wat Hij mij zegt te doen, weet u, en dan voel ik me er goed over.

8 Ik weet zeker dat het in orde zou zijn als ik onder de broeders hier, enkele van mijn volgende samenkomsten zou aankondigen. Ik denk dat dat in orde zou zijn. Ik weet... Ik denk niet dat het iets zou storen. En morgen zullen we hier zijn, en morgenavond bij het banket, zo de Here wil. En dan zondagmiddag zullen we zijn bij de... Ik kan niet op de naam ervan komen... Mather, of Mayther, of Mather High School Auditorium in Chicago, waar ik was op de laatste conventie. We hadden zo'n glorieuze tijd. En dan maandagavond zal het geloof ik ook in het Mather zijn, voor een soort zendingsbijeenkomst, of een klein afscheidsfeestje voor mijn dierbare broeder Joseph Boze met wie we al zolang hebben samengewerkt. Zo goed om broeder Boze te zien, en broeder Carlson, en, o, broeder Sonmore. Zovelen zijn hier vanavond; ik kijk rond en zie hun gezichten en ik ben hier zo blij om.

9 Daarna gaan we naar huis om door te gaan naar de conventie in Southern Pines, South Carolina, op 7, 8, 9, en 10 juni, met het blad The Midnight Cry["De middernachtsroep" – Vert]. En dan verder door naar een andere Presbyteriaan, broeder Bigby. Hij was degene die dat artikel schreef: "Een Presbyteriaanse doctor ontmoet een Pinksterprofeet", of een dergelijke opmerking. En ik zal bij hem zijn in Columbia, South Carolina. En dan verder door naar de South Gate, het Cow Palace, alwaar we veel conventies hebben gehad met de Zakenlieden. Dan van daaruit geloof ik naar... ik geloof dat het Santa Monica is of daar ergens; verder in Californië in Grass Valley; dan verder naar boven naar ik meen dat het Spokane is. Daar vandaan terug naar Oregon, Salem, Oregon; en dan door naar Brits Columbia; en verder door naar Anchorage, Alaska, om daar een afdeling te organiseren voor de Zakenlieden zodra de opwekking voorbij is. En dan zal ik proberen om weer op tijd thuis te komen om de winter in het buitenland door te brengen.

10 Ik heb wat geluisterd en gekeken naar mijn Pinksterbroeders, omdat ze hebben voorspeld dat er een geweldige opwekking op komst is. En we weten allemaal dat de opwekking die we net hebben meegemaakt, gestopt is. Maar er moet nog iets anders op komst zijn dat glorieus en geweldig is. En daarom ben ik hard aan het studeren geweest om deze plaatsen te vinden in de Schrift. Ik denk dat als onze... Onze openbaring moet Schriftuurlijk zijn, en dan weten we dat het juist is. Als het de Schrift is, is het van de Here. En ik begin te geloven dat dat klopt, dat er een rijpingstijd op komst is voor de avondvruchten.

11 Ik predikte onlangs over De bruidsboom, op Paasmorgen, hoe dat Christus die Boom was die volmaakt was. David zag hem en zei: "Hij staat aan de waterstromen." En dan hoe Rome die Boom neervelde, een volmaakte Boom die de volmaakte vruchten van God droeg, en Hem aan een door de mens gemaakte boom hing. Maar God wekte Hem op de derde dag op. En toen kwam er een bruidsboom voort die zijn vruchten voortbracht. En weer kwam de vijand binnen en velde hem neer tijdens de donkere eeuwen. Maar "Ik zal herstellen", sprak de Here.

     Hoe de Lutheranen opstonden en een denominatie werden, en de wijnstok werd gesnoeid. De Methodisten kwamen op, werden een denominatie; de wijnstok werd gesnoeid. De Pinksterdenominatie stond op; de wijnstok werd gesnoeid. Maar de vrucht rijpt in de top van de boom wanneer de avondlichten tevoorschijn komen. We zijn er vlakbij. We verwachten daarom grote dingen in de toekomst.

     Ik heb pas een ongeluk gehad zoals u weet, waardoor mijn beide ogen er bijna werden uitgeblazen. En ik ben zo dankbaar om hier vanavond te zijn en dat ik kan zien.

12 Nu, u die Schriften noteert, ik... of teksten, ik zou niet weten of ik iets waarover ik spreek een 'tekst' zou moeten noemen of niet. Ik heb een paar opmerkingen en Schriftgedeelten hier opgeschreven waarvan ik dacht dat de Here misschien zou willen dat ik daar enkele ogenblikken over zou spreken. En gewoonlijk ga ik nooit over... Nu, onlangs was ik... ik geloof, broeder Sothmann, dat het ongeveer zes uur was of zoiets. Ik heb veel tijd nodig. Weet u, ik weet niet erg veel, dus ik moet gewoon wachten. En daarom moet ik gewoon mijn tijd nemen. Ik ben niet zoals sommige van deze broeders die echte theologen zijn en het eenvoudig eruit laten rollen.

     Ik moet gewoon zo'n beetje wachten tot het naar buiten komt, en ben daar wat traag mee, weet u. Het kost mij aardig veel tijd. Vervolgens een lange tijd om op gang te komen, en dan een lange tijd om te stoppen. Maar het is... dan voel ik dat het op gang komt, weet u. Het is net als wanneer je een auto eenmaal door al die versnellingen heen krijgt totdat je in de hoge versnelling komt, dan loopt hij vrij goed. Je houdt er gewoon van om hem zo een tijdje te laten lopen.

13 Dus laten we als Schriftlezing, laten we vanavond lezen in Gods Woord uit Spreuken, het achttiende hoofdstuk en het tiende vers, en uit Jesaja 32:2 om mee te beginnen. Nu, in Spreuken, het achttiende hoofdstuk, en het tiende vers zegt dit.

     De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarheen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.

     En in het boek Jesaja 32:1 en 2:

     Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht.
     En die man zal zijn als een verberging tegen de wind, en een schuilplaats tegen de vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als een schaduw van een zware rotssteen in een dorstig land.

14 Nu, moge God Zijn zegeningen toevoegen aan het lezen van dit kostbare Woord. Bid voor mij. Zoals... Ik luisterde naar een kleine gekleurde broeder een paar dagen geleden in Louisville, een kleine Pinksterprediker, en hij predikte zangerig. En dan verloor hij de Geest een paar minuten, en dan stopte hij en zei: "Bidt u allemaal voor mij?" Dan zei hij... predikte hij nog enige woorden en zei: "Laat iemand voor mij bidden." Hij zei... En u weet niet wat dat betekent tenzij u ooit een keer hier komt te staan.

     Komend naar het podium, mag het nooit zo zijn dat u alleen komt om gezien te worden of om gehoord te worden. U moet komen, komen uit de frisheid van uw kamer waar u in gebed was, binnenkomend in een samenkomst onder de zalving, om precies te doen wat de Heilige Geest zal zeggen om te doen; precies te zeggen wat Hij zegt. Hij... ik weet niet wat Hij zal doen.

15 Ik ben zo begonnen te prediken en heb de Heilige Geest zien bewegen over het altaar, en Hij riep mannen en vrouwen die in overspel leefden en van alles, en liet hen naar het altaar komen om belijdenissen te doen; en ik zag Hem de mensen losrukken en genezen. En je weet niet wat Hij zal gaan doen.

     Ik heb Hem boodschappen naar voren zien brengen die de Christenen berispten en soms de Christenen zegenden. En je weet het niet; je gaat er gewoon heen; dat is alles. En als je met iets gaat wat je zelf hebt uitgebroed, kun je er letterlijk de mist mee ingaan.

16 Er was eens een kleine... een voorganger, genaamd Jack Moore (velen van u kennen hem, hij is een lid van deze gemeenschap), en hij had een kleine jongen die David heette. Ik heb er vaak aan gedacht. Hij was ongeveer... in die dagen was David ongeveer zes jaar oud. En hij had zijn vader horen prediken, en al de predikers, en hij dacht dus dat de Here hem riep om te prediken. Dus hij zei... bleef maar zeggen, "Papa, ik wil prediken."

     En zijn vader zei: "In orde, David, een dezer dagen."

     En hij bleef maar zeggen: "Nou, papa, u hebt mij beloofd dat ik kon prediken."

     Dus zijn moeder kleedde hem heel netjes aan, en deed hem een klein vlinderstrikje aan, en een lange broek, en een klein wit overhemd. Hij zag eruit als een predikant, kwam naar het podium en ging in de stoel zitten die avond, zich klaar makend om te prediken. Dus broeder Jack zei: "Weet u, mensen," zei hij, "David wil al een lange tijd prediken." Zei: "We zullen hem nu gewoon zijn gang laten gaan." Hij zei: "Kom verder, David, spring hier naartoe en predik."

     Hij zei: "Hij kwam uit die stoel vandaan als een... alsof hij de wereld in vuur en vlam zou zetten. Sprong daar neer aan het einde van het podium. Hij keek wat naar rechts en naar links." Zei: "Hij zag er zo verslagen uit." Hij zei: "Het werkt gewoon niet." Hij ging terug en ging zitten.

     Ik heb vele keren gezien dat ik dacht dat het niet werkte. Dus wij predikers moeten daar staan en er hoe dan ook doorheen ploeteren. Dus, zoals de kleine broeder zei: "Bid voor mij."

17 Als ik over het onderwerp nadenk, na het lezen van deze glorieuze tekst nu, en tot het belangrijkere deel van de dienst kom, wil ik vanavond een tekst nemen die in mijn gedachten komt die ik eerder geprobeerd heb te behandelen, over het onderwerp Stoom afblazen. Ik dacht dat dit heel toepasselijk zou zijn.

     Er is overal zoveel druk. Iedereen lijkt onder druk te staan. Hoe komt dat? Wat is er aan de hand? Alles... het is een dag van druk. Mensen rijden door de straten met 145 kilometer per uur en krijgen boetes van de politie. En als ze over de weg rijden, nemen ze bijna het risico om hun leven te verliezen met in te halen om twee meter voor iemand anders te komen, om bij een kroeg te komen om een uur te drinken voordat ze naar huis gaan. Druk. Dat klopt.

18 Zelfs Christenen hebben er last van. U ziet sommigen helemaal onder druk, en ze blaffen je af, hebben zoveel boosheid opgebouwd dat het lijkt alsof ze zullen ontploffen. Wat is er aan de hand? Er is iets mis. Dat zou niet zo moeten zijn. Boosheid komt van Satan.

     Nochtans is iedereen onder een druk. Natuurlijk geloof ik niet dat het deze groep hier is. Maar het is... Weet u, deze samenkomsten worden op de band opgenomen; het zal dus naar andere plaatsen gaan (ziet u?); daarom zal ik spreken tot die groep die onder druk staat. Maar ik dacht, weet u, dat alle groepen hier min of meer last van hebben: druk. Als Satan u eenmaal onder druk kan krijgen, heeft hij u bijna verslagen. Dat klopt. Zoveel druk. Mensen doen dingen verkeerd en proberen het te verbergen. Nu, het enige wat dat doet, is meer druk opbouwen. Het bouwt gewoon meer druk op.

19 Ik weet wat druk betekent. Ik heb pasgeleden bijna mijn leven verloren vanwege druk. Ik ben blij dat de Here mij de liefhebberij heeft gegeven om te gaan vissen, jagen.

     Iedereen kent mijn moeder die net een paar maanden geleden overleden is, een gezegende heilige van God, denk ik. Onlangs op Moederdag droeg ik geen roos. Sommigen zeiden: "Wat is er aan de hand, Billy?" Zeiden: "Is jouw moeder niet pas overleden?" Ze zeiden: "Waarom draag je geen witte roos?"

     Ik zei: "Ik kan geen witte roos dragen. Mijn moeder is niet dood; zij leeft." Ja; ik zei: "Als ik er twee zou dragen, zou ik een struikelblok op uw weg plaatsen. [Een rode roos voor een levende moeder, een witte roos voor een gestorven moeder – Vert] Als ik een witte zou dragen, zou ik een huichelaar zijn voor mezelf, want ik geloof dat zij leeft. Zij is niet dood." Jezus zei: "Die in Mij gelooft, al ware hij gestorven, toch zal hij leven, en eenieder die leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven." Ik geloof dat. Dat is Zijn Woord.

20 En dus was ik op weg... Mijn liefhebberij is om te vissen en te jagen. En daar ben ik blij mee. Wanneer ik thuiskom... En telefoongesprekken, mensen die daar van overal al maanden zitten te wachten, en zij staan ook onder druk, en proberen erachter te komen wat de Here zou willen dat ze doen, en wat in hun leven... En we blijven daar totdat God uit de hemel spreekt en het aan hen openbaart. En dat bouwt ook druk op, met de mensen.

     Dan, wanneer ik gespannen word, ga ik daarheen... Ik behoor tot enige clubs waar ik naartoe ga om op doelen te schieten. En ik heb altijd een Weatherby Magnum geweer willen hebben. Maar ik... O, enkele van mijn vrienden hadden hem voor mij willen kopen (ze zijn erg duur), maar ik kon het ze niet laten doen. Ik kon niet zien dat een vriend van mij zoveel zou betalen voor een geweer, terwijl ik weet dat er zendelingen zijn die prediken zonder schoenen aan hun voeten. Dus ik, dat kon ik niet doen.

21 Broeder Art Wilson gaf mijn zoon hier enige tijd geleden een klein geweer. En hij wist niet dat hij linkshandig was en dat er een rechtse grendel op zit. Een andere vriend van mij die een Weatherby verkoopplaats beheert, zei: "Laat mij dat nemen en hem opsturen naar Weatherby en hem opnieuw laten uitboren voor u, en ik zal er een Weatherby Magnum voor u van maken." Zei: "Als u het laat doen, zal het u dertig dollar kosten." Zei: "Ik kan het voor ongeveer twaalf dollar doen; dus laat mij het doen."

     Wel, uiteindelijk stemde ik toe. Hij was pas kort een Methodisten-broeder, had pas de Heilige Geest ontvangen. En ik zei tegen hem: "Ga je gang", hij wilde het zo graag doen. Ik nam het mee naar het schietterrein, plaatste er een patroon in en richtte het op om te schieten. En ik zag ruim anderhalve meter vuur boven mijn hoofd, en dat is alles wat ik wist voor een seconde of twee. Ik dacht dat ik dood was. En één heerlijk ding, ik had het aller-vredigste gevoel, zodat ik geloof dat als ik zou moeten sterven... ik geloof niet dat ik er bang voor zou zijn.

22 En ik kon dus niet zien, horen, of iets. En het blies het geweer zo volledig uit elkaar, dat de loop bij de vijftig yard-lijn [ongeveer 45 meter – Vert] terecht kwam die kant op, en de lade en dergelijke kwamen vijftig yard achter mij terecht, en de stukken van het geweer scheurden de bast van de boom, en wat over was, smolt in mijn hand. En ik kon iets horen zoals een spuitend geluid, het klonk als... Moest mezelf vermannen, en ik probeerde mijn ogen open te houden om te zien wat er was gebeurd.

     En een stuk was rechtstreeks in mijn voorhoofd geschoten. Eén stuk ging zo langs mijn oog naar deze kant en zo naar beneden, en één in het jukbeen, één zat diep in de schedel vast. Deze raakte deze kant van het oog, en deze ging het bot in, en deze ging erdoorheen en sloeg die tand er daar uit. Ik had het dus nogal moeilijk om te kunnen zien.

23 De man die bij mij was, liep naar voren om te zien waar het doel was geraakt. Ik kon hem niet horen, en kon niet met hem spreken. En ik hield dit oog open met mijn hand, en probeerde naar hem te gebaren. Eindelijk kwam hij eraan. En broeder Wood was zo van slag dat hij zelfs de auto niet kon starten. Dus wij... Uiteindelijk ging ik, en liet ik het helemaal uitspoelen, en ze haalden enkele stukken uit mijn schedel. En ik keek naar die grote stukken, die vier tot vijf centimeter in een boom ingeslagen waren.

     Nu, de Winchester Company bewijst dat hun geweer 6900 pond druk aankan. En bij deze zou het ongeveer vier ton zijn geweest. Dus u ziet, dat het zes of acht ton moet zijn geweest die twee centimeter bij mijn oog vandaan ontplofte. Dus als dat het geweer liet ontploffen, zou het van mij ook niet veel overgelaten hebben. Wat was er dus aan de hand? De manier... degenen die het geweer uitgeboord hadden, hadden teveel ruimte gelaten in de patroonkamer. In plaats ervan dat het geweer naar voren blies, blies het naar achteren. Daarom kwam het in mijn gezicht en blies die grendel, die ongeveer anderhalve pond weegt (o my!), regelrecht naar een hertenkooi die ver achter mij stond op de Conservation Club.

24 En terwijl ik daar aan denk, denk ik: "God, ik ben zo blij om hier te zijn." Ik besef dat Satan mij daar probeerde te doden. Maar hij kan het niet totdat God klaar is met mij om naar huis te komen. Dan ben ik klaar om te gaan, op die tijd. Er zijn nog enige zieken waarvoor gebeden moet worden, of waarvoor iets moet worden gedaan.

     Terwijl ik nadacht over die druk, dacht ik: "Weet u, dat doet me aan iets denken. Het is misschien goed om het gewoon te zeggen gedurende een paar ogenblikken. Het laat zien dat als dat geweer vanaf het begin een Weatherby Magnum was geweest, het gemaakt zou zijn om die druk aan te kunnen. Maar het was geen Weatherby Magnum; het was een Winchester die omgebouwd was tot een Weatherby Magnum. Die kon de druk dus niet verdragen." Ik dacht: "Dat is iets heel treffends. Ik zal er op een dag een tekst over schrijven."

25 Als wij beginnen te doen alsof wij Christenen zijn zonder terug te gaan naar de basis om wederom geboren te worden, zult u ergens langs de weg worden opgeblazen. De druk is te zwaar. U kunt er niet tegen tenzij u ervoor gebouwd bent. En u kunt er niet voor gebouwd zijn tenzij God een greep op u krijgt, en u niet alleen oppoetst, maar met u begint vanaf het begin en een echte magnum van u maakt, een echt kind van God dat gebouwd is om het Woord te verdragen, gebouwd om de druk, de druk van de dag te verdragen.

     Zovelen ontploffen. Mannen proberen anderen na te bootsen en daarom ontploffen ze vroeg of laat. God heeft ons op deze aarde gebracht en plaatste ons in de gemeente, en verschillende dingen, en we moeten zijn wat we zijn. God heeft door Zijn voorkennis in de gemeente geplaatst. En ik ben daar zo blij om. Druk wordt opgebouwd, en vroeg of laat zal het zich in u manifesteren.

26 Enkele avonden geleden had onze voorganger een beetje hij was niet ziek; hij was gewoon uitgeput, hij werkt zo hard. Naast al mijn telefoongesprekken, zetten zij al de zijne over naar mij, en ik vertrok naar het ziekenhuis. Ze vertelden mij dat een zekere dame de volgende ochtend een stoma-operatie zou krijgen en dat zij misschien zou sterven op de operatietafel. En zij was een zondares. De voorganger kon haar niet bereiken, dus zij... Ik nam zijn telefoonoproep over. En ik ging naar het... Ze zeiden dat zij in kamer 321 was. Ik ging naar boven. En ik wilde vriendelijk zijn, want het was net voor de bezoektijden. Ik wilde met haar alleen spreken. En ik zei: "Dame (de verpleegster), zou u mij kunnen vertellen waar een dame is met een bepaalde naam?"

     Ze zei: "Ik weet het niet", helemaal onder druk.

     Dus ik zei: "Ze zeiden dat zij in 321 was."

     Ze zei: "Waarom gaat u dan niet kijken in 321?"

     Ik zei: "Dank u, mevrouw."

     Ik ging naar 321, en ik zei: "Is er een dame, genaamd mevrouw Knuckles, hier?"

     "Niemand die zo heet."

     O, ik vond het vreselijk om weer terug naar die dame te gaan. Dus ik stak de hal over, en ik zei: "Is mevrouw Knuckles hier?"

     "Neen, niemand die mevrouw Knuckles heet."

27 Dus ik ging terug. Er was een andere verpleegster daar in de hal, en ik zei tegen haar: "Mij werd verteld om naar 321 te gaan, en de dame, mevrouw Knuckles... "

     Ze zei: "Het zou 221 kunnen zijn. Ga naar beneden."

     Ik zei: "Ja, mevrouw. Dank u."

     Ik ging naar beneden en er was een kleine dokter die daar zat (en dit is geen opmerking, ik bedoel het niet kwaad), maar hij was ongeveer net zo breed als dat hij hoog was. En... Zat daar, met zo'n platgeschoren kapsel, ongeveer van mijn leeftijd, en hij draaide zijn stethoscoop rondom zijn vinger. Ik zei: "Hoe maakt u het?" En hij keek gewoon opzij. Ik dacht: "O, o, ik wil niet met hem praten. Te veel druk hier."

     Dus liep ik naar de verpleegster toe, en ik zei: "Mevrouw, ik ben wat in de war." Ik zei: "Ik ging naar boven om een dame, mevrouw Knuckles, te vinden die in 321 zou zijn, die morgenochtend een operatie zal ondergaan wegens kanker om een stoma te krijgen." Ik zei: "Zou u mij kunnen zeggen of zij op die verdieping is? De verpleegster daarboven zei dat zij misschien op 322 zou zijn, of op 331 hierbeneden."

     Ze zei: " Wel, ga dan kijken."

     Ik zei: "Dank u."

28 Ik ging daar weer heen. Nee, ze wisten er niets over. Dus toen kwam ik daar weer vandaan. En toen ik langs kwam, zei een dame in de hal: "Ga het vragen aan deze verpleegster hier."

     Dus ging ik naar haar toe, en zij zei... Ik zei: "Hoe maakt u het?"

     Ze zei: "Hoe maakt u het?" Echt lieflijk, rustig.

     En ik zei: "Kunt u mij vertellen of er een zekere dame op deze verdieping is?" Ik zei: "Ik ben zo in de war." Ik zei: "Ik ben boven en beneden geweest." En ik zei: "Een dame die mevrouw Knuckles heet."

     Ze zei: "Een moment, meneer." Zij nam haar kleine masker af dat zij over haar gezicht had (zij was naar de operatiezaal geweest), en zij liep ernaartoe en pakte het boek. Zij bladerde er doorheen. Ze zei: "O ja," zei ze, "zij is in 221."

     En ik zei: "Dank u wel, mevrouw."

     Ze zei: "Graag gedaan."

29 Ik dacht: "Wel, prijs God. Hoewel zij... Hoewel ze haast heeft, heeft ze tenminste nog hoffelijkheid." Dus ik liep de deur uit en ik wandelde terug, en hier waren drie... de vleugels waren helemaal gesplitst, en ik wist niet in welke richting ik moest gaan. En ik keek, en ik kon geen aanduiding zien. Hier kwam deze kleine arts aan die zijn tas droeg, met zijn stethoscoop in zijn hand. Ik zei: "Meneer, zou u mij kunnen vertellen waar 221 is?"

     Hij zei: "Hierlangs en daarlangs."

     Ik zei: "Dank u voor uw informatie. Dat..."

     O, iedereen staat onder druk. Dat klopt. Geen tijd, geen... Iedereen lijkt ergens heen te moeten; opschieten en wachten. De hele wereld lijkt ermee geplaagd te zijn. En de artsen hebben geen remedie. Dat klopt. Maar ik ben zo blij dat ik vanavond te midden van dit alles weet dat Iemand de remedie heeft. Dat is God. Hij heeft de remedie, hoe u onder deze druk vandaan kunt komen.

30 Ik was erover in gesprek met een arts. O, dat was een jaar of meer geleden. Hij zei: "Broeder Branham," zei hij, "weet u, de krankzinnigengestichten zitten overvol." Hij zei: "De psychiaters storten in, en ze hebben psychiaters die de psychiaters behandelen."

     En ik zei: "O my."

     Hij zei: "Ik vraag me af wat de remedie is?"

     Ik zei: "Die heb ik."

     Hij zei: "Wat?"

     Ik zei: "Jezus is het Antwoord. Hij is het Antwoord op alles."

     En hij zei: "Ik... ik geloof dat u gelijk hebt."

     Dit neurotische tijdperk; niemand heeft een minuut. Wel, het was vroeger zo dat wij langs konden gaan om de buurman te bezoeken. Sommige van u zusters, wel, u heeft geen tijd om te bidden.

     Ik dacht aan John Wesley. Zuster Susanna Wesley had zeventien kinderen, en zij had geen automatische wasmachine en droger. En zij draaide niet de kraan open om warm water te krijgen. Ze haalde het uit een bron in een oude cederen emmer. Maar toch kon zij twee tot drie uren per dag vinden om die kleintjes om zich heen te krijgen en hun iets uit de Bijbel te leren. En daaruit kwamen een Charles en een John voort die de loop van de wereld veranderden.

     Nu, kijk, wij zijn zo gek geworden, gaan gewoon ergens naartoe, en gaan nergens naartoe, in vliegende vaart ergens naartoe.

31 Nu, als in het Oude Testament een man iets verkeerds had gedaan - misschien had hij een man gedood, of iets verkeerds gedaan - dan was die... Die man die hij gedood had, zijn vrienden, zouden deze man achternajagen tot ze hem gevonden hadden en zouden hem ook doden, omdat het in het Oude Testament tand om tand was, en oog om oog.

     Maar Jozua bouwde enige plaatsen, vrijsteden genaamd. En deze plaatsen... Er is er een van te Ramoth in Gilead. Ik geloof dat er vier plaatsen zijn van Dan tot Ber-Séba. En het waren toevluchtsoorden, waar, als een man iets verkeerds had gedaan wat niet opzettelijk was, hij naar de stadspoorten van een van deze vrijsteden kon komen om zijn zaak te bepleiten, en hun kon vertellen dat hij het niet bedoeld had om dit kwaad te doen. En dan kon hij in deze stad komen en veilig zijn voor zijn vijand.

32 Wel, als hij een leugen had verteld en de achtervolgers hem ontdekten, dan konden ze hem rechtstreeks van het altaar wegtrekken, als hij gelogen had. Maar als hij eerlijk was, en hij niet verkeerd wilde doen, wel, dan konden ze... Hij kon veilig zijn zolang hij in deze stad was. Nu, dat is een plaats van veiligheid, een toevluchtsoord waar de doodslager – of de achtervolger die hem wilde doden... waar hij veilig was voor hem. Hij was beschermd. Maar de man moest in de eerste plaats een man zijn die het per ongeluk had gedaan. Als hij het opzettelijk, met voorbedachte rade had gedaan, dan was er geen hoop voor die man. Hij had zelfs geen kans. Maar als hij het niet opzettelijk had gedaan...

     Nu, ik zou hier even willen stoppen. Er zijn mensen vandaag, en misschien zijn er hier enigen, die verkeerd doen maar het niet willen doen. Ik heb mannen ontmoet die de Naam van de Heer ijdel gebruikten. En ik heb vrouwen ontmoet die stonden met sigaretten in hun hand die er gewoon op los rookten, en mannen die vloekten, en ik liep zo naar ze toe, en wanneer ze bemerkten dat je een Christen was, zeiden ze: "Excuseer mij, meneer. Het was niet mijn bedoeling om dat te zeggen."

33 Ik heb vrouwen bijna hun handen zien verbranden van schaamte, terwijl ze die sigaret achter zich hielden. Een man die drinkt, zal een uitvlucht zoeken, weglopen. Kijk, zij... Dat is het soort waarvoor hoop is. Maar er zijn er enigen die rechtstreeks naar u toe lopen en precies in de aanwezigheid van een Christen vloeken om stoer te doen. Voor die man is er geen hoop meer.

     Wanneer u predikt tegen verkeerd doen, heiligheid, predikt dat vrouwen geen immorele kleding zouden moeten dragen (deze kleine kleren, korte broeken die ze dragen), ze dragen ze alleen maar om gemeen te zijn. En wanneer ze dat doen, is er geen vrijstad voor hen. Als die er was, zouden ze er zelfs niet naar zoeken. Dus, vroeg of laat zal het ze opbreken.

34 Maar voor degenen die een toevluchtsoord willen u kunt zich niet op uw gemak voelen wanneer u verkeerd doet. Er is geen mogelijkheid om u op uw gemak te voelen. Wanneer iemand Gods wet overtreedt, weet hij dat hij schuldig is. En u weet dat de honden van de hel vlak achter u aan zitten, en dat vroeg of laat uw zonden u zullen achterhalen.

35 Sommige van u zakenmensen, als u hier naar buiten zou gaan en opzettelijk iemand zou bedriegen, dan weet u dat u verkeerd hebt gedaan. En vroeg of laat zal dat u achterhalen. Dat klopt. Ze geloven: "O, wel, het kan geen kwaad." Maar als u zich 's avonds begint neer te leggen, is er iets diep binnenin u dat het u vertelt wanneer u bidt. Het staat recht voor u. U weet dat u verkeerd bent.

     Nu, ieder van ons heeft dingen waar we niet aan kunnen voldoen. Soms hebben wij schulden die we niet kunnen aflossen. Soms hebben wij beloften die wij niet kunnen houden, en ik heb er daar meer dan genoeg van. Maar er is één ding waar ik mij goed over voel. 's Avonds, wanneer ik alles heb gedaan wat ik kan, wanneer ik elke zieke heb bezocht die ik kon... En hoewel velen van hen mogen denken: "Hij is een huichelaar. Hij is nooit naar mij toe gekomen. Mijn baby is net zo belangrijk als die." En ik weet dat ze er zo over denken. Ze moeten zich zo wel voelen.

36 Maar wanneer ik de laatste centimeter van mijn energie heb gebruikt, wanneer ik mijn uiterste best heb gedaan, en ik 's avonds voor Vader neerkniel en zeg: "God, er zijn wel honderd mensen hier in deze stad vanavond die mij oproepen om bij hen te komen. Maar ik kan gewoon niet verder gaan. U kent mijn kracht." Dan voel ik dat als Hij mij zou roepen en ik mijn hoofd op dat kussen leg om te sterven op dat kussen die avond, dat ik in een toevluchtsoord ben. Ik heb mijn uiterste best gedaan voor mijn Heer. En als wij dat kunnen doen, dan maakt God een weg voor ons.

     Nu, deze man die naar deze vrijstad komt. Nu, wanneer hij daar binnenkomt, moet hij eerst naar binnen willen komen. Hij moet verlangen om te ontsnappen aan de wraak die hem achtervolgt. Hij moet het willen.

37 Nu, ik bedoel dit niet kritisch, en God weet dat. Het is er een miljoen mijl bij vandaan. Maar ik ben naar samenkomsten gegaan waar predikers predikten, en hij zou zeggen: "Sommigen van u, ga terug door de gangpaden, zoek uw vrienden op en breng ze hier." Nu, ik was altijd wat terughoudend op dat vlak. Ik geloof dat als het Woord niet overtuigt... En als het wel overtuigt, zal de Heilige Geest leiden. Het is te emotioneel. Iemand die tot Christus komt, moet met gezond verstand komen, eerbiedig, op basis van de Heilige Geest Die hem overtuigt en hem toont dat Iemand stierf om hem te redden. Hij komt met gezond verstand op basis van het Woord, gelovend, Christus aanvaardend, het vervangingsmiddel voor zijn leven.

38 Nu, ik geloof in een man die tot Christus komt, en Christus is onze Toevlucht. Nu, de vrijstad van het Nieuwe Testament is Christus. Nu, iemand die naar deze Toevlucht komt, moet willen komen. En hij moet nog iets anders bedenken, hij moet daar blíjven. O my. Hij kan niet zomaar naar binnen lopen totdat de achtervolgers weg zijn en dan weer naar buiten gaan. Hij moet daar tevreden zijn.

     En ik geloof dat wanneer iemand met zijn gezonde verstand zou kunnen zien dat de dood achter hem aan galoppeert, en de hel van de duivel waar hij naartoe gaat, en hij zou een toevluchtsoord kunnen vinden en dan opnieuw naar buiten willen gaan, dan is er iets mis met die man. En zolang hij in de vrijstad is, is hij veilig. En als hij ooit weer naar buiten gaat, is hij onderworpen aan zijn moordenaars. En in Christus hebben wij een vrijstad en zijn veilig, zodat wij in veiligheid zijn voor de toorn van God en de toorn van de hel die op ons af komt.

39 Nu, wat betreft deze vrijstad, deze man moet daar willen blijven. En het is hetzelfde vandaag. Wij moeten willen blijven. En laat mij dit zeggen. Ik sta nu binnenkort tweeëndertig jaar achter de preekstoel. Ik begon te prediken toen ik nog maar een jongen was. En ik zeg dit uit het diepst van mijn hart. Ik heb nog nooit één keer gezien dat ik ooit deze heerlijke plaats wilde verlaten. "Ik ben veilig in Gods paviljoen, gelukkig in Zijn liefde en genade." Zoals de schrijver zegt dat "ik leef aan de halleluja-kant." Ik ben zo blij om hier te zijn. "Voor alle aardse gouden miljoenen zou ik deze gezegende plaats niet willen verlaten. Nee, alhoewel de verleider vaak heeft geprobeerd om mij te overtuigen; maar ik ben veilig in Gods paviljoen, gelukkig in Zijn liefde en genade." O, het is zo'n comfortabele plaats om in te zijn. Ik weet dat ik veilig ben voor mijn vijand zolang...

40 Nu, wanneer deze man die gevlucht is, met een vijand achter zich... Spoedig zal hij hem vangen en hem in stukken snijden voor de zonde die hij deed. Maar wanneer hij daarbinnen is, kan hij stoom afblazen. Hij is veilig. De bewaker bij de poort zal hem vangen, zijn moordenaars, voordat ze binnenkomen, omdat hij het veilig gehaald heeft naar de toevluchts-toren. Welnu. Dan, wanneer hij daarbinnen is, wat kan hij zich dan veilig voelen en stoom afblazen. "Whew, my! Ze hadden me bijna te pakken, maar ik ben nu helemaal veilig!" Wat een plaats om een vrijstad, een plaats van veiligheid te vinden. Daarbuiten zou hij sterven; daarbinnen is hij in orde.

     Dus God heeft een toevluchts-toren voor ons gemaakt. Nu, de Bijbel zegt: "De Naam des Heren is een machtige toren: de rechtvaardigen ijlen erin en zijn veilig." Niet dat ze nog opgejaagd zullen worden, maar ze zijn veilig. O, daar houd ik gewoon van. Gods voorziene plaats van veiligheid. Amen. De vijand kan u niet vangen omdat u veilig bent in Christus.

41 Zoals ik al vaak heb verteld, van een keer ginds in de Oriënt, waar ik in een jeep reed met een bevriende prediker, en wij gingen omhoog over een heuvel. En er waren daar enige schapen en enige ezels en van alles, die daar weidden. En er was een man die op ze lette, en ik zei: "Hoe zou u die kerel noemen?"

     Hij zei: "Broeder Branham, hij is een herder."

     En ik zei: "Wel, ik dacht dat een herder alleen maar schapen hoedde."

     "O," zei hij, "nee. Een herder hoedt schapen, geiten, runderen, ezels, kamelen, van alles."

     En ik zei: "Wel, dat wist ik niet."

     Hij zei: "Maar hier is iets wat ik wil dat u weet, broeder Branham." Hij zei: "Wanneer de zon begint onder te gaan, gaat de herder rond onder al de dieren, en hij zoekt totdat hij het laatste schaap vindt. En hij brengt ze in de kraal, en hij zet ze 's nachts in de kraal. Maar de rest blijft buiten, hoewel hij ze allemaal hoedt. "

42 Toen kwam de gedachte tot mij: "O God, laat mij niet als een ezel zijn. Laat mij een schaap zijn, zodat wanneer mijn vlam gaat dimmen en de zon van mijn leven begint onder te gaan, U mij veilig in de kraal brengt, wanneer mijn ogen zich beginnen te sluiten." Ik wil daar niet buiten gelaten worden als slechts een zogenaamde Christen. Ik wil een echt schaap zijn. Ik wil...

     Ze eten allemaal in dezelfde wei. Precies zoals de Bijbel zegt: "De regen valt op de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen." Mensen zitten samen, menigten van mensen. Sommigen zijn het wel en sommigen zijn het niet. Ze vallen allemaal onder dezelfde Geest. De Geest zal dezelfde menigte zegenen. Het zal vallen... de regen zal op de klit vallen en die zal zich gewoon oprichten en zich verheugen. Dezelfde regen die op de tarwe valt, veroorzaakt het. Maar door hun vruchten zullen ze gekend worden. Christenen dragen christelijke levens.

43 Merk nu op, Gods veiligheidszone, Gods vrijstad. En wanneer wij hierbinnen zijn, in dit toevluchtsoord, dan hebben wij recht op de genezende kracht van God. Als God Zijn vijand zal vergeven en hem zal binnenbrengen in het toevluchtsoord, hoeveel te meer zal Hij voor hem zorgen nadat Hij hem daarbinnen heeft gebracht. Zie? Er is genezende kracht. Dus wanneer de Christenen ziek worden, is het niet nodig dat ze er helemaal van onder druk komen te staan. Bedenk slechts: "Door Zijn striemen zijn wij genezen." Dat is de belofte. Hij heeft het beloofd, daarom kan Hij het eenvoudig niet terugnemen.

     Het is een toevluchtsoord voor onze ziekte, voor onze zorgen. "Werp al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u." Het is een toevluchtsoord. Vertrouw in Zijn Woord, Zijn beloften. Elke belofte die Hij deed, behoort u toe zolang u in Zijn Koninkrijk bent. Zolang u tot Hem komt voor een toevlucht, hebt u het recht op elke belofte die Hij deed. Iedere Christen hierbinnen, of ergens anders, heeft een recht op alles waar Christus voor gestorven is. En wanneer u in Christus bent, bezit u de hele zaak. Het is allemaal van u. Zo is het precies.

44 Kijk naar de Sunamietische vrouw, toen zij had... toen het kleine kind was gestorven. O, ik stel mij dat kereltje voor dat aan haar werd gegeven door de Heer. Wel, toen de profeet sprak... En de kleine jongen, ongeveer twaalf jaar oud, was op een dag bij zijn papa in een oogstveld. Hij kreeg misschien een zonnesteek. Hij riep: "Mijn hoofd." En zodra de vader thuiskwam, was er geweeklaag, enzovoort; de kleine kerel was dood, de kleine jongen. Zij had hem op Elia's bed gelegd.

     En ze zei: "Zadel een muilezel. Ik ga naar de grot waar de profeet is."

     En haar man zei: "Het is geen nieuwe maan, noch sabbat. Hij zal er niet zijn."

     Ze zei: "Alles zal wel zijn."

     Dus, toen Gehazi haar zag komen - en Elia stond in de deur van zijn grot en keek naar buiten - zei hij: "Hier komt die Sunamietische, en zij rijdt snel. Er moet iets mis zijn." En hij zei: "Ga het haar vragen."

     Hij zei: "Is alles wel met u? Is alles wel met uw man? Is alles wel met de kleine?"

     Ze zei: "Alles is wel." Alles is in orde.

45 Waarom? Zij kon stoom afblazen. Zij was bij Gods vertegenwoordiger aangekomen. Zij was bij het levende Woord gekomen. Het Woord van de Here kwam tot de profeten. En toen zij in de tegenwoordigheid was van deze man die genoeg gunst bij God had gehad om haar te vertellen dat zij de baby zou krijgen, was zij in de tegenwoordigheid van dezelfde man die het Woord van God had dat waar was. Halleluja.

     Ik ben zo blij om vanavond in de tegenwoordigheid van dezelfde God te zijn Die mij redde van een leven van zonde, en beloofde dat Hij mij zou opwekken ten jongste dage, dat Hij mijn ziekte zou genezen, dat Hij voor mij zou zorgen terwijl ik hier was. De druk is weg. Vergeet de druk.

     Zij kwam en viel neer voor Elia en zei: "Alles is wel." Zeker, zij was bij het Woord aangekomen. Zij was in de tegenwoordigheid van God gekomen. De druk viel weg. Alles is nu wel; de druk is eraf want zij was bij de vertegenwoordiger van God aangekomen.

46 En Gods Vertegenwoordiger op aarde vandaag is de Heilige Geest. En wanneer u in Zijn tegenwoordigheid bent en ziet dat Hij u zegent, hoe kunt u dan zo'n druk opbouwen dat u uw buurman haat? Hoe kunt u een denominationeel verschilpunt in uw hart opbouwen? Ze zeggen: "Als zij geen Pinkstermensen waren, als hij geen Eenheid zou zijn, als hij Drie-eenheid zou zijn, als hij bij de Assemblies zou horen, als hij behoorde tot de Church of God, had ik gemeenschap met hem kunnen hebben." Hoe kunt u dit doen in de tegenwoordigheid van de almachtige God? Hoe kan de Heilige Geest op een gemeente vallen, en dan denominationele verschillen maken? Hoe kan Hij dat doen? Blaas stoom af.

     Het probleem is dat wij onze druk hebben opgebouwd omdat wij zo denominationeel zijn ingesteld. O, Amerika is ermee verrot; denominatie, hekken zettend, geloofsbelijdenissen. Wat bekommert u zich om die geloofsbelijdenissen en hekken? Kom in de tegenwoordigheid van God. Kom in de tegenwoordigheid van de Heilige Geest. Blaas dan de stoom af.

47 Dat is één goed ding dat ik waardeer van deze Zakenlieden-samenkomsten. U lijkt u gewoon te ontspannen. U blaast stoom af: u schaamt zich er niet voor. Ik heb samen met hen gestaan in de beste hotels, en de geweldigste plaatsen, en laat de Heilige Geest eens komen naar een Presbyteriaan, Baptist, Methodist: ze geven allemaal elkander de hand en roepen en juichen en prijzen God. Waarom? Zij blazen stoom af. Dat is wat er aan de hand is. Het maakt ze gewoon niet uit wat iemand heeft te zeggen. Ze zijn in de tegenwoordigheid van God en blazen stoom af. Wat een wonderbare plaats om dat te doen. Genoeg plaats om te rennen, hieruit te ontsnappen, eenvoudig te vertrekken; dat is alles. Stoom afblazen. Het is goed om dat te doen. Als u dat niet doet, zou u kunnen ontploffen, zou ergens een klep kunnen barsten. Goed.

48 Nu. Nu, wij gedenken, vertrouwen Zijn Woord. Nu, zelfs... U zegt: "Kan ik Hem vertrouwen als ik ziek ben?" Zeker. Kijk naar Maria, of Martha was het, toen haar broer dood was en zij Jezus liet halen. En in plaats van te komen, ging Hij weg. En zij zond opnieuw, en Hij ging verder. Dat is opgebouwde druk.

     Nu, in plaats van dat ik... "Ik vroeg het Hem vandaag, en Hij ging verder weg. En ik vroeg het Hem opnieuw, en Hij gaat nog verder." Maar na een poosje, nadat zij hem had begraven, en zij hoorde dat Jezus er aankwam, ging zij in Zijn tegenwoordigheid, viel neer aan Zijn voeten, niet om Hem verwijten te maken. Als u een gave van God op die manier benadert, krijgt u niets. U moet komen met eerbied, respect.

     Wanneer u alleen komt om te zeggen: "Ik ga het eens proberen", doe dat niet. U zult niets krijgen. Kom met eerbied, volledig overgegeven, zoals de man die in de poort van toevlucht komt. U weet dat het zijn... dat het de enige plek is die hij heeft om naartoe te gaan. U moet komen met geloof.

     "O, ik zal naar het altaar gaan en zien of ik in tongen kan spreken. Ik zal gaan en zien of ik kan jubelen." O broeder, u kunt net zo goed op uw stoel blijven zitten. U gaat niets krijgen. Nee.

49 Maar wanneer u komt en weet dat dat uw enige toevluchtsoord is! Wanneer u in een samenkomst zit, en u maakt u druk: "Ik heb geen gebedskaart gekregen." Ik heb mensen dat zien doen. Druk wordt opgebouwd; ze missen het helemaal. Ik heb ze zien staan in de samenkomst in de gebedsrij, ze komen daar naar voren en zeggen: "Wel, als ik..." Zie, u bent... u bent... u vecht tegen uzelf. Doe dat niet. Kom met vrijmoedigheid, met eerbied. Kom in de tegenwoordigheid van God, wetend dat God een belofte heeft gedaan en dat dit het vastmaakt.

50 Martha kwam en zei: "Here, indien Gij hier geweest waart..." Niet: "Waarom bent U niet gekomen?" Maar: "Indien Gij hier geweest waart, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu, Here, wat u God ook vraagt, zal God U geven." Zij blies de stoom af. Hoewel haar ogen waren rood gehuild, hoewel haar zwakke lichaam uitgeput was, kon zij dit zeggen: "Als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu, wat U God ook vraagt, zal God U geven." Daar houd ik van. Beslist. En zij kreeg waarvoor zij gekomen was.

     Waarom? Zij kwam in Zijn tegenwoordigheid. Niet helemaal opgewonden: "Waarom bent U niet gekomen toen wij U riepen? Wij verlieten de kerk. Wij lieten onze denominatie in de steek. Wij zijn eruit gekomen om met U te wandelen. En wij dachten dat U een Bevrijder zou zijn. Wij hebben U de zieken zien genezen. En Uw eigen vriend liet U sterven. En ik liet U roepen." Dat zou een moderne Pinksterversie geweest zijn. Nee, nee, niet Martha. Beslist niet. Ze zei: "Here (dat is wat Hij was, haar Heer.), indien Gij hier geweest waart, zo zou mijn broeder niet gestorven zijn. En zelfs nu, wat U God ook vraagt, zal God U geven."

     "O," zei Hij, "uw broeder zal opstaan."

     Zij zei ze zei: "Ik weet het, Here, hij... in de laatste dagen zal hij opstaan."

     Hij zei: "Ik ben de Opstanding, en het Leven: wie in Mij gelooft, al ware hij gestorven, toch zal hij leven." Hij wilde zien hoeveel druk Hij op haar kon plaatsen, maar zij wilde het niet ontvangen.

     "Ja, Here; ik geloof dat U de Zoon van God bent Die in de wereld komen zou." De druk was eraf. Waarom? Zij had de Toevlucht gevonden. Zij had de Schuilplaats gevonden. Zelfs te midden van de dood had zij de Toevlucht gevonden.

51 Nu, er is een toevluchtsoord in de tijd van de dood. Gelooft u dat? Laten wij eens kijken daar in Egypte in de nacht van het Pascha. Het was er daar in Egypte, voor deze slaven. En er kwam een tijd dat God er ziek en moe van was hoe de mensen Zijn volk behandelden. En wat deed Hij dus? Hij vereiste een verzoening om Zijn volk te beschermen. Hij maakt altijd een weg om Zijn volk te beschermen, als de mensen het maar willen ontvangen.

     En laten wij nu even een geval daar in Egypte nemen. Het is avondtijd, en ik let op. En hier komt... De nacht komt. Er was nog nooit zo'n nacht geweest sinds ze daar waren geweest. O, het was een vreselijke nacht. Alles was zwart en donker. De maan scheen niet. De sterren kwamen niet tevoorschijn. O, wat een vreselijke nacht. Alles was droefgeestig.

52 En een kleine jongen gaat naar het raam toe en kijkt naar buiten. Hij zegt: "Papa, kent u de kleine Egyptische jongen met wie ik speelde in de straat? Kijk, er hangen twee grote zwarte vleugels boven zijn huis. Daar is zijn moeder in de straat; zij schreeuwt: 'Mijn kind is dood, mijn eerstgeborene.'"

     Dan grijpt hij zijn vader vast en zegt: "Papa, geeft u niets om mij? Weet u niet dat ik uw eerstgeborene ben?"

     Ik kan de vader geheel rustig de hand van zijn kleine jongen zien pakken, naar de deur lopen en zeggen: "Zoon, zie je dat bloed op de bovendorpel? Zie je dat op de post van de deur? Gezien?"

     "Wel, papa, wat heeft dat ermee te maken?"

     "Zoon, dat is Gods belofte. Blaas nu gewoon stoom af. Hij zei: 'Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan. Wanneer Ik dat bloed zie, zal Ik...' Dat is Gods belofte. Dus die vleugels zullen niet komen."

     De kleine jongen gaat naar het raam om opnieuw te kijken. Hij zegt: "Papa, hier komt hij." Zijn vader was net bezig met iets anders. De engel beweegt zich naar de deur toe, maar als hij het bloed ziet, gaat hij er aan voorbij. Zie?

     Hoe komt dat? Stoom afblazen. God beloofde het, en het is door Gods belofte. Hij houdt altijd Zijn belofte. Dat klopt.

53 Ik wil een klein ding naar voren brengen voor ons. Is het u opgevallen terwijl wij het over Israël hebben... Toen ze daar in Egypte waren, waren ze slaven. Ze hadden nog nooit, nooit, nooit het beloofde land gezien. Geen van hen was daar geweest. Zij wisten er niets over, alleen wat ze hadden gehoord. God had beloofd dat Hij hen naar een beloofd land zou brengen, waar het overvloeide van melk en honing. Dat was een geweldig iets voor een stel slaven die werden geslagen, en beschimmeld brood toegegooid kregen, en elke dag afgeranseld werden. Dat was iets vreselijks.

     Luister nu, Christenen, let op deze gelijkenis hier. Nu, toen ze hoorden dat er een beloofd land was dat overvloeide van melk en honing, waar ze in hun eigen huis konden wonen... Ze zouden niet hoeven te vrezen, een toevluchtsoord, waar ze hun tuinen konden verzorgen, hun kinderen hebben, en veilig zijn. Plotseling kwam er een profeet uit de woestijn met een Vuurkolom die hem volgde, of hij volgde de Vuurkolom. En ze begonnen hun reis naar het beloofde land.

     Toen ze tot Kades-Barnea waren gekomen, wat gebeurde er daar? Jozua... Er was er één onder hen, een groot strijder genaamd Jozua, wat Jehova-Redder betekent. Hij stak over naar het beloofde land en bracht het bewijs mee terug.

54 Nu bedenk, ze wisten niet of dat land bestond of niet. Ze reisden alleen door geloof naar dat beloofde land. Ze wisten niet waar het zich bevond. De Vuurkolom leidde hen ernaartoe. Deze profeet liep en keek naar deze Vuurkolom, en zij volgden die totdat ze bij het beloofde land kwamen. En Jozua stak de Jordaan over en ging het beloofde land binnen, en bracht het bewijs terug dat het land precies was wat God hun had beloofd. En de mensen proefden van de druiven, een tros druiven die gedragen moest worden door twee mannen. Het was gewoon precies volgens Gods belofte. Ze hadden het. Het land was net aan de overkant van de Jordaan. Wel, zeker, ze hadden het nog nooit gezien. Zij wisten dat daar nog niemand was geweest. Maar God deed de belofte, en God houdt altijd Zijn belofte: dat was om mensen uit de slavernij te brengen naar een plaats waar hij zijn eigen huis kon hebben.

55 Op een dag kwam er een andere grote Strijder; Zijn naam was Jezus. Hij leerde dat er een... "In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen." Hij leerde dat er leven was nadat een mens hier sterft, dat hij weer kan leven. Hij leerde dat er een opstanding der doden was, en dat Hij op een dag zou komen en de hele wereld zou oordelen.

     En op een dag daalde Hij af naar de Jordaan van de dood, stak de Jordaan over, kwam terug op de derde dag en bracht het bewijs mee dat er een opstanding der doden is. Halleluja. Hij stond daar, en at vis en brood. Hij was bij hen gedurende veertig dagen, tonend dat Hij leefde. Hij zei: "Raak Mij aan. Ik ben geen geest. Ik ben een Man, vlees en beenderen."

     Wat was Hij? De Jozua van onze tijd Die de rivier van de dood overstak en terugkwam met het bewijs. Niet alleen dat, maar Hij zei: "Een ieder die in Mij gelooft, zal nimmer sterven." En ze kregen de opdracht om naar boven te gaan en te wachten, en Hij zou hun het onderpand van hun redding sturen.

56 Als u wilt weten wat het onderpand is? Ik zou uw boerderij kopen voor tienduizend dollar. Ik zou u duizend dollar handgeld geven. Het is een belofte dat u het voor mij zult vasthouden. Dat is het onderpandgeld. Wel, Hij zei: "Ik ga het u bewijzen, dat u het onderpand van uw redding zult krijgen. Maar wacht daarboven in de stad Jeruzalem totdat u bekleed wordt met kracht van omhoog."

     Op een dag was ik zelf diep in zonde, geen plaats om heen te gaan, wat gebeurde er? Net als wat er toen gebeurde op de dag van Pinksteren, toen God de Heilige Geest neer zond op de wachtende discipelen. En terwijl zij wachtten, werden zij vervuld met de Heilige Geest en stonden zij op uit de dood.

     Wat is dood? Zonde. Zonden: "Het loon van de zonde is dood." Wat is dood? Ongeloof. "Wie niet gelooft, is reeds veroordeeld." Zoveel mensen noemen zich tegenwoordig Christenen. Ze willen een geloofsbelijdenis van een kerk geloven. Als u hun het Woord van God vertelt, lachen ze u uit. Dat is zonde. Omdat het niet overeenstemt met hun geloofsbelijdenis willen ze er niets mee te maken hebben. U zou beter iets anders kunnen gaan doen. Gods Woord houdt waarachtig stand. Juist. En toen ze toen ze daar naar beneden kwamen, wisten zij dat ze het bewijs van de opstanding hadden.

57 Nu, vandaag is dat de toevlucht die wij hebben. Kijk wat er gebeurt. Wanneer wij erkend worden... Hij was onze plaatsvervangende dood. Wanneer wij herkennen dat het niet onze gerechtigheid is maar de Zijne, en wanneer wij Hem als een persoonlijke Redder aanvaarden, dan gaan wij met Hem naar het graf in de doop, en sterven wij met Hem. Als u dat niet doet, zou u niet begraven moeten worden.

     Dus wanneer u dood bent aan de... en u belijdt uw zonden, en u noemt uzelf een zondaar en vraagt om genade, en u wordt begraven met Christus in de doop, dan zijn wij ook met Hem opgestaan in de opstanding.

     En nu opgestaan uit de zonde (Halleluja. Nu voel ik mij religieus, broeder.), opgestaan uit de dood in de gelijkmaking van Zijn opstanding, zijn wij opgestaan uit het leven van zonde, en zitten met Hem in hemelse gewesten in Christus Jezus, gevuld met de Heilige Geest, met het bewijs van eeuwig leven dat wij reeds zijn opgestaan uit de dood. Onze zielen zijn levend vanavond met Christus, omdat de zonde onder ons is en wij daaruit zijn opgestaan, hetgeen het onderpand is van onze opstanding. Amen.

58 Hoe weet u dat u bent overgegaan van dood in leven? Aan welke kant staat u? Omdat wij uit de zonde zijn opgestaan. Omdat wij met Hem begraven zijn in de doop, zijn wij met Hem opgestaan in de opstanding. En nu is onze ziel bij Hem en Hij is bij ons. Wij hebben Zijn tegenwoordigheid gevoeld, wij zien Zijn werken. Wij zien Hem dezelfde dingen doen als die Hij deed toen Hij hier op aarde was, werkend door de gemeente: de zieken genezend, de gedachten kennend die in hun hart zijn, onderscheiding, krachten, de doden opwekkend, precies de dingen doende die Hij deed.

     Blaas dan stoom af, broeder. U hoeft zich nergens zorgen over te maken. Wij zijn reeds met Hem opgestaan in Christus Jezus. Wij zitten nu in hemelse gewesten; niet 'we zullen', wij zijn precies nu met Hem opgestaan en zitten in hemelse gewesten met het onderpand van onze eeuwige zaligheid. (Whew!) Dat is juist. Amen. Blaas de stoom af. Stuur atoombommen, wat u maar wilt, wij zijn met Hem opgestaan. Amen.

59 Wat stelt de stoom voor? Waar maakt u zich druk over, loopt u van denominatie naar denominatie? Blaas de stoom af; kom tot Christus. Ontvang de Geest van God binnenin u, kijk dan terug en zie waar u vandaan gekomen bent, dan kijk u op de wereld neer. U zou daar niet weer in willen lopen. Nee. Waarom? U bent met Hem opgestaan. U bent een nieuwe schepping, gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus. Blaas de stoom af.

     Jozua stak over en bracht hun het bewijs mee terug. Wat deden ze? Murmureerden, geloofden het niet. Dat heeft de religieuze wereld vandaag ook gedaan. Zij geloven niet dat Jezus Christus gisteren, vandaag en in eeuwigheid Dezelfde is. Ze zijn er bang voor. Ze zijn bang voor de Heilige Geest, en dat is nu juist het bewijs van onze opstanding, dat wij eeuwig leven hebben.

60 Kijk hier, iets anders wat ik zou kunnen zeggen om dit te benadrukken: Elia en Elisa waren altijd een type van Christus en de gemeente met een dubbel deel. "De werken die Ik doe, zult gij ook doen; grotere dan deze zult... Ik ga tot Mijn Vader... Wanneer Ik naar mijn Vader ga, groter, of meer, zult u doen."

     Toen Elia Elisa riep, toen God tot hem sprak in de grot met een stille, zachte stem, nam hij zijn mantel en ging op weg, en zag die jonge profeet door het veld gaan met een os. Hij wist een rechte voor te ploegen. Dus nam hij zijn mantel en gooide die over hem heen. Hij moet hem teruggenomen hebben. Hij werd gedoopt (ziet u?) met de geest die op Elia was. Hij had één deel. Hij was geroepen om een profeet te zijn. En toen hij met hem naar de Jordaan ging en hij stak de Jordaan over met één deel. Toen hij terugkwam, had hij twee delen. Glorie voor God.

     Wanneer de Heilige Geest op ons komt vandaag, krijgt u één deel. Wanneer wij de Jordaan van de dood oversteken en terugkomen in de opstanding, hebben wij zowel een geestelijk lichaam als een fysiek lichaam dat met Hem is opgestaan. (Ik hoop dat ik u niet doof maak.)

61 O, maar broeder, ziet u wat ik bedoel? Wij zijn reeds opgestaan. Wij zijn onder... [Een profetie wordt gegeven – Vert] Halleluja. Opgestaan met Hem, nu gezeten. Waar was u? Hoeveel Christenen zijn er hier? Steek uw handen omhoog. Kijkt u, als Christenen, terug om te zien waar u eerst vandaan kwam? Dat toont dat u eens dood was. U zou niet naar een samenkomst als deze gekomen zijn. U zou niet in een heet gebouw als dit gezeten hebben. U zou uw geld niet uitgegeven hebben om het land te doorkruisen. U zou naar een of andere kroeg of zoiets zijn gegaan. Waarom? U was dood. Het was uw natuur. U was een zondaar door geboorte.

     Maar Christus kwam terug en zei: "Ik zal u geen wezen laten. Ik zal u het onderpand ervan geven. Ik zal de Heilige Geest op u zenden (O my, daar hebt u het), Die het onderpand is."

62 En vandaag ontdekken we dat de wereld onder onze voeten ligt. De mensen denken dat wij gek zijn. Weet u niet dat de hele zaak aan ons toebehoort? Hoe kunt u vrede kopen met geld, liefde kopen met geld? Dat is wat de naties proberen te doen. Vreugde met geld... "Ga naar de drogist en haal voor een kwartdollar vreugde voor mij. Ja, meneer. Ik kan het gebruiken." Dat kunt u niet.

     Waarom? Het is een geschenk van God. Het komt van God, en het is gratis voor Zijn kinderen die in het toevluchtsoord van Christus zijn, voor degenen die met Hem zijn opgestaan in hemelse gewesten. Op dit moment zijn wij gezeten met Hem, in Hem. "De Naam des Heren is een Sterke Toren: de rechtvaardige ijlt erheen en is veilig." Wat een gemeenschap om erin te zijn... Glorie.

63 Ik ben een Pinkster-Baptist. Ja, een Baptist met een Pinksterervaring. Waarom? Ik kan... ik heb dat bewijs aanvaard. Ik heb mijn Here ontvangen. Ik zie waar eens... Ik keek hier in de Bijbel en er stonden verschillende dingen in. Ik zei: "O, wel, de kerk zegt: 'Wel, dat was voor een andere dag.'"

     "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie. Deze tekenen zullen hen volgen die geloven."

     "Dat is een verkeerde vertaling", en al die andere dingen. Er is iets mis mee, en dat veroorzaakte dat ik er ongelovig voor was. Maar op een dag (halleluja), stierf ik daaraan en werd ik levend in Hem door de doop van de Heilige Geest. En vanavond ben ik opgestaan in Hem, boven ongeloof uitgestegen. Ik geloof elk woord ervan. Ik geloof dat het zo is. Ik heb Hem zien werken, het precies op dezelfde wijze bewijzend als toen Hij hier de eerste keer op aarde was, zo is Hij vandaag, zoals Hij beloofde dat Hij zou zijn in de avondtijd. Wij zijn nu met Hem gezeten in hemelse gewesten. Blaas de stoom af. Het is niet nodig om helemaal overstuur te zijn over alles. Waar is het goed voor? Ik ben overstuur geweest.

     Nadat zij Zijn instructies hadden opgevolgd? Ja.

64 Er zijn vandaag zoveel zogenaamde Christenen die van denominatie naar denominatie lopen, ze lopen weg en nemen hun brief mee, zeggen: "Ik ben het zat om een Methodist te zijn; ik zal een Baptist worden. Ik zal mijn brieven meenemen naar de Baptisten." Baptisten stappen over naar de Presbyterianen. Presbyterianen gaan naar dit, dat en nog wat. De Pinkstergroepen lopen van de ene naar de andere. Wat bent u aan het doen? Wat is er aan de hand? Het zal aantonen dat dat druk opbouwt. U weet niet waar u staat.

     "Wie heeft er gelijk, broeder Branham? Is deze juist, of deze juist, of is dit juist?"

     Christus is juist. "Hoe kan ik Hem ontvangen?"

     "Die Mijn Woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven. En Ik zal hem opwekken ten uitersten dage." Amen. Vanwege wat? Hij geloofde Gods Woord. Dat is het.

     Sommigen zouden ons willen laten geloven dat u moet juichen om het te krijgen. De Methodisten geloofden dat. Ze hebben ontdekt dat er velen zijn die gejuicht hebben omdat ze veel stoom hadden. Dat klopt. Bouwden temperament op en vochten tegen de Lutheranen.

     De Pinkstermensen zeggen: "Je moet in tongen spreken om het te geloven." Zij spraken in tongen en bevochten elkaar. " Jij oude Eenheid, ik wil niets met je te maken hebben."

     "Oude Trinitariër, ik wil niets met je te maken hebben." "Oude Zo-en-zo, ik..." Kijk, er staat nog steeds stoom op. U bent nog nooit tot de juiste plaats gekomen.

65 Maar, broeder, wanneer u tot die plaats komt dat u dood bent en met Hem opgestaan in de opstanding, dan hebt u uw broeder, uw zuster, lief. Er is geen denominatie die die barrière kan doorbreken. U bent Christenen, en u bent één in Christus Jezus, of u nu Presbyteriaan, Methodist, Baptist, of wat dan ook bent; en dan ziet u Hem Zich onder ons bewegen. Dat klopt. Amen.

     Ziet u wat onze denominaties ons geven? Een hoop onzin. Het scheidt onze gemeenschap, doorbreekt de barrières, zet de mensen onder druk en van alles, men probeert te vechten voor een organisatie. Het zal sterven en vergaan. Het hoeft niet te sterven; het is al dood. Het was dood om mee te beginnen.

66 Maar Christus... u bent in Christus, u leeft. Als u in Christus bent, gelooft u Zijn Woord. Als u in Christus bent, manifesteert Hij Zich aan u. Als u in Christus bent, bent u overgegaan van dood in leven. "De Naam des Heren is een Sterke Toren; de rechtvaardigen zullen daarheen lopen en veilig zijn." Niet de denominatie is een sterke toren; niet de geloofsbelijdenis is een sterke toren, maar "de Naam des Heren is een Sterke Toren: de rechtvaardigen zullen daarheen lopen en veilig zijn."

     Blaas stoom af; kom gewoon tot Christus. Kom niet: "Wel, ik zal de geloofsbelijdenis van deze kerk nemen. Ik zal de geloofsbelijdenis van die kerk nemen." Neem de kracht van God. Neem de Naam van Jezus Christus. Bid erin. Doop erin. Bid erin voor de zieken. Werp er duivelen in uit. "In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen." Leef erin; jubel erin; wandel erin; sterf erin. Amen. "Al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam van Jezus Christus, dankende de Vader." Amen. Dat is het.

67 "De Naam des Heren is een Sterke Toren: de rechtvaardige zal daarheen lopen en veilig zijn." Nu, u kunt niet komen door een bepaalde geloofsbelijdenis of zoiets. U moet sterven en erheen komen. U moet erin wandelen, aan uzelf sterven, en opnieuw opstaan. En dan wordt elk woord van God een echte...

     Kunt u zich voorstellen dat een man gedoopt is met de Heilige Geest, Die de Bijbel heeft geschreven, en dan zou zeggen: "De dagen van wonderen zijn voorbij"? Kunt u zich een man voorstellen, ongeacht hoe diep hij in theologie is of wat meer, die het Woord van de Bijbel zelf ontkent - wat door de Heilige Geest geschreven werd - en dan zegt dat de Heilige Geest in hem is?

68 Kunt u zich voorstellen dat een vrouw zich toont met zo'n kort broekje aan, de straten op en neer loopt, terwijl de Bijbel het veroordeelt? Kunt u zich voorstellen dat mensen dit doen, dat de mensen tegenwoordig leven zoals ze leven, en dan zeggen dat ze de Heilige Geest hebben?

     Wel, de vruchten zelf die u draagt, mensen, bewijzen dat u het niet hebt. U roept iets waarover u niets weet. Wanneer u dood bent, bent u dood. Wanneer u leeft, leeft u. En oude dingen gaan voorbij en elk woord van God wordt onderstreept met een "Amen". Ongeacht wat uw geloofsbelijdenissen of denominaties zeggen, de Bijbel zegt het. "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen", zei Jezus. Whew. Amen. Ik veronderstel dat u denkt dat ik boos word. Dat word ik niet. Ik begin gewoon te borrelen. Zie? Liefde, liefde is correctie. Liefde is Goddelijke correctie. O, beloof...

69 Waarom? Waarom lopen ze van plaats naar plaats? Waarom worden ze lid van deze, en lopen ze naar deze hier, deze organisatie, of dat? Ze bouwen gewoon stoom op. Wat is er aan de hand? Ze zijn nog nooit tot de juiste toevlucht gekomen. Daar is vrede, liefde, vreugde, lankmoedigheid, vriendelijkheid, geduld, geloof in de Heilige Geest, in het Koninkrijk van God. Deze andere dingen zijn voorbijgegaan.

     De Naam des Heren is een Machtige Toren. Wij bereiken hem, en wij geloven het, en wij zijn veilig in Gods paviljoen. En wanneer u dat doet, weet u dat u bent overgegaan van dood in leven. U kijkt terug en ziet waar u ooit God niet geloofde, en nu gelooft u Hem. U ziet waar u zich eens druk maakte over een geloofsbelijdenis en nu bent u in de Bijbel.

70 Eens vertelde iemand u dat er niet zoiets was als spreken in tongen, dat er niet zoiets was als dit, en dat de Bijbel dit niet leert. En u las het, en daar stond het in de Bijbel. En u zegt: "Maar de voorganger zegt, of mijn denominatie zegt dat dat voor een andere dag was." Wel, u bent nog steeds dood in zonde. Kom hogerop. Dat is ongeloof.

     "O," zegt u, "maar ik leef heilig." Er is niemand hier; er is geen Pinkstergelovige in Amerika die zo heilig kan leven als die Afrikaanse heidenen. Beslist niet. Wat met de Mohammedanen? Hoe zit het met hun heiligheid? Probeer eens met hen te leven. Probeer uw gerechtigheid te vergelijken.

71 Eén stam daar, als een jong meisje niet getrouwd is voor een bepaalde tijd, wordt ze getest op haar maagdelijkheid om te ontdekken waarom zij niet getrouwd raakt. Als zij verontreinigd wordt bevonden, moet zij vertellen welke man het deed, en worden ze beiden gedood. Er zouden er velen worden gedood in de naties als dat zo zou zijn, nietwaar, hier in de omgeving? Probeer uzelf daarmee te vergelijken.

     O, maar vandaag kunnen wij de mensen vertellen hoe ze moeten leven. En ze worden opgeblazen en gaan er vandoor, en lopen hard naar iets anders en zeggen: "Ik wil het niet horen. Wel, u bent mij steeds aan het uitschelden." Dat doet mij denken aan Micha toen hij voor Elia stond, of voor Achab. Hij stond daar omdat hij Elia's woord had genomen. Hij vergeleek zijn visioen met wat de profeet vóór hem had gezegd, met het Woord van God. En wanneer wij een visioen krijgen en het komt niet overeen met het Woord van God, laat het dan gaan. Blijf bij het Woord. Ja. [Leeg gedeelte op de band – Vert]

72 Nu, Jesaja beschreef Hem. Toen hij Hem zag, zei hij... Nu, toen zij hem zagen in deze gemeenschap, hem zagen in deze machtige toren, en erin blijven en geloven... Hij is een toevluchtsoord. Maar toen Jesaja Hem hier in het tweeëndertigste hoofdstuk zag, zei hij: "Hij is een Rots in een dorstig land." Dat moet dit land zijn, een vermoeid, somber land.

     "O," zegt u, "my, dit is een land van vreugde en geluk." Ja, ik weet dat het dat is. Net zoals ik, geloof ik, afgelopen zondag predikte over de weg van een ware profeet. Toen Amos eraan kwam en in die stad rondkeek, die oude plattelandsprediker, kaal, en met lange bakkebaarden, zijn ogen vernauwd, zag hij er niet uit als een van deze moderne toeristen die naar Hollywood komen op zoek naar glamour en dergelijke. Zijn ogen vernauwden zich, hij keek daarop neer en zei: "Die God Die u beweert te vertrouwen, zal u vernietigen." Als hij vanavond naar Amerika zou komen, zou hij hetzelfde zeggen. "Die God Die u beweert te dienen, zal uw ondergang zijn." En Hij deed het. Hij predikte slechts ongeveer dertien jaar, maar hij heeft zijn woord in zijn leven vervuld zien worden. Hij was een man die onbevreesd was met Gods Woord.

73 U zegt: "Hoe wist Amos dat?" Omdat hij dat geval precies kon diagnosticeren zoals een dokter een geval zou kunnen diagnosticeren. Wanneer een dokter een geval neemt en ernaar kijkt, en aan de symptomen ziet dat het kanker is en dat het vergevorderd is, dan zegt hij: "Het betekent dood." Er is geen hoop voor zover hij weet. Er is geen hoop voor die patiënt omdat hij te vergevorderd is.

     Maar als een echte ware profeet van God naar beneden kijkt en de zonde van een natie ziet, ziet hoe onze vrouwen hun haar afknippen en jurken dragen die immoreel zijn; en ziet hoe de mannen een vorm van godzaligheid hebben en gebonden zijn aan een geloofsbelijdenis en dergelijke dingen, de mensen verkeerd leiden, blinde leidslieden der blinden; dan diagnosticeert hij de zaak door middel van Gods Woord dat er niets anders kan gebeuren dan vernietiging. Alles is weg. De kanker heeft het weggevreten, en het is tot op het bot verrot...

74 Bij alle denominaties wordt het gedaan. Er kan niets meer aan gedaan worden dan het uitroepen tegen de zaak die verkeerd is. Amen. Dat betekent "het zij zo", en dat is juist. In orde. "Een zware Rotssteen in een dorstig land, een Toevlucht in een tijd van storm." O, ik ben zo blij dat hij daarin een grote Rots zag in een dorstig land.

     O, ik herinner mij dat ik hier niet lang geleden een boek las over een arend, een bepaalde soort arend. Ik geloof dat hij in het oosten leeft. En ik predikte er hier enige tijd geleden over: "Zoals de arend haar broedsel opwekt." En ik las verder over arenden en ik ontdekte dat er veertig verschillende soorten arenden zijn.

     Maar deze bepaalde arend... De Bijbel zegt dat zoals de arend zijn jeugd vernieuwt, zijn kracht vernieuwt, wij evenzo zullen opvaren als arenden, enzovoort. En deze bepaalde arend, wanneer hij oud begint te worden, dan weet hij dat hij vrij binnenkort zal sterven. Er is een korst die over zijn kop groeit. Hij is kaal, weet u.

75 En daarom vergelijkt God Zichzelf met een arend. Hij vergelijkt Zijn kinderen met arenden. En omdat ze de hoogst vliegende vogels zijn, kunnen ze hoger gaan dan alle andere vogels die er zijn. Zijn oog is zo nauwkeurig. Het zou hem geen goed doen om daarboven te komen als hij niet kon zien wat er daarbeneden gebeurde, van verre kon zien. Hij vergelijkt Zijn profeten met arenden die zo kunnen opstijgen en heel ver kunnen kijken en dingen zien aankomen, en weer naar beneden komen om de mensen te vertellen wat er staat te gebeuren: de arend.

     En deze oude arend, wanneer hij oud begint te worden, dan vindt hij... En hij gaat hoog de rotsspleten in, en hij vindt een bepaalde rots. Hij gaat er naartoe. Hij wordt zo oud dat hij nauwelijks meer kan rondlopen. Deze korst doodt hem, over zijn kop.

     En hij begint met zijn kop tegen die rots te slaan, slaat hem tegen de rots totdat hij de korst van zijn kop eraf slaat. O, het doet hem pijn. U kunt hem daarboven zien rondfladderen. Hij zal terugspringen (ik sloeg hem gade door de verrekijker), hij zal opnieuw met zijn kop slaan. Wat probeert hij te doen? Die korst eraf te slaan. En hij zal bloeden, en het bloed zal helemaal over hem heen lopen totdat hij die korst eraf heeft geslagen.

76 En als hij die er niet af kan slaan, sterft hij. Maar als hij hem eraf geslagen krijgt, zal hij beginnen zich te verheugen en te schreeuwen. U kunt hem mijlenver horen, gewoon schreeuwend. Waarom? Hij weet dat hij die hele korst van zich af heeft gekregen. Hij weet dat zijn jeugd vernieuwd zal worden, omdat hij de korst eraf heeft gekregen. Dat is wonderbaar. Ik waardeer dat voor de arend.

     Maar broeder, ik ken een Rots. Amen. Ik ken een Rots waartegen de vermoeide zondaar niet zijn hoofd, maar zichzelf kan slaan in gebed totdat de hele korst van de wereld van hem is afgehaald, al het ongeloof, de ketenen verbroken zijn. En die man kan zichzelf daar in gebed slaan totdat elke zondeketen van hem is weggebroken

     Ik weet waar prostituees tegenaan kunnen slaan totdat ze dames worden. Ik weet waartegen dronkaards en gokkers kunnen slaan totdat ze heiligen van God worden, mannen Gods. Ik ken een Rots, die Rots is Christus Jezus, onze Schuilplaats. En zodra u de hele wereld van u afgeslagen krijgt, vernieuwt u uw jeugd.

77 Wat vernieuwt u? U weet dat u kunt beginnen God te prijzen omdat eeuwig leven zeker is, omdat Hij het beloofde. Blijf daar gewoon totdat de hele wereld weg is. Maar zolang iets van de korst van de wereld aan u blijft kleven, kunt u maar beter blijven slaan, want dan is het eeuwige leven er nog niet. Wanneer u zegt: "Wel, ik geloof dat een deel van het Woord van God juist is", dan hebt u daar nog een korst. Beslist. Wanneer de vrouwen nog steeds hun haar afknippen en shorts dragen, is er nog veel korst.

     Iemand ging daar onlangs hard over tekeer tegen mij. Ze zeiden: "Broeder Branham, de mensen respecteren u als een profeet."

     En ik zei: "Ik ben geen profeet."

     Hij zei: "Maar ze zeggen dat u het bent. Waarom leert u de mensen niet hoe ze... hoe ze profetische gaven kunnen krijgen en hoe ze die dingen daar kunnen krijgen? Stop ermee het die vrouwen te vertellen, die mannen over hun geloofsbelijdenissen, en over de manier waarop de vrouwen zich kleden."

     Ik zei: "Als ze hun ABC niet kunnen leren, hoe zult u ze algebra leren?"

     Ze hebben niet het normale fatsoen om zich te reinigen en zich te gedragen en als Christenen te zijn, hoe zult u ze ooit kunnen leren... ze hogeschool-onderwijs kunnen geven, terwijl ze nog niet eens uit de kleuterklas zijn, en geen verlangen hebben om eruit te komen? Het is niet mijn bedoeling om boos of vervelend te zijn. Maar dat is de waarheid. Amen. Whew. Ik voel mij religieus.

78 Blijf daar. Wanneer de Heilige Geest komt, zal Hij een ander schepsel van u maken. Wanneer u de hele wereld van u afgeslagen krijgt, en de ketenen en al het ongeloof eraf geslagen is, dan gelooft u dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag, en in eeuwigheid; u gelooft in de kracht van God; u gelooft in de opstanding; u gelooft in de doop van de Heilige Geest; u gelooft in al deze geestelijke gaven en u ziet ze aan het werk.

     Waarom? U bent dood met Hem, en begraven met Hem, en opgestaan met Hem. Daar hebt u het. Dan gaat de stoom eraf. O, broeder, de prediker kan geen enkel woord prediken dat u veroordeelt (zeker niet), want u kunt "Amen" zeggen op alles wat hij zegt (zie?), want u hebt al die oude ketenen afgeslagen. Dat is alles. U vertrouwt niet op een geloofsbelijdenis; u vertrouwt op Christus. Beslist.

79 Ja, wanneer de oude korst eraf geslagen is, dan bent u in orde. U staat op het punt... hebt dan een vernieuwde jeugd, een vernieuwd leven. U hebt eeuwig leven, zoë, Gods eigen leven dat in u woont. Dan bent u levend, niet dood. Dan gaan uw verlangens en genegenheden uit naar de dingen die boven zijn, niet naar de modes en hartstochten van deze wereld, waar mensen dansfeesten aflopen en naar de bioscoop gaan.

     En veel van u Pinkstermensen blijven 's avonds thuis en kijken televisie en dergelijke, en missen uw gebedssamenkomsten, doordat uw seminaries hier verwijfde Elvis-predikers hebben afgeleverd in plaats van mannen van God die stand zullen houden en u de waarheid zullen vertellen. Dat is precies juist. Wat ze proberen te doen...

     Weet u welk soort oogst wij eruit vandaan zullen oogsten? Wij oogsten een denominatie-oogst omdat wij denominatie-zaad zaaien. Dat is het enige zaad dat kan opkomen, denominatie-zaad, omdat dat is wat we zaaien, door mensen in dit en mensen in dat proberen te krijgen.

80 U behoort mensen tot Christus te brengen en uw denominationele verschillen te vergeten. Breng hen terug tot heilig leven door een heilige God, door de Heilige Geest, en zie de kracht van God zich bewegen zoals destijds. Amen. Noemen onszelf Christenen en verloochenen het Woord, "een gedaante van godzaligheid, maar de kracht daarvan verloochenend". En dan zegt u: "Wel, wat wij vandaag nodig hebben..." Geen wonder dat wij druk opgebouwd hebben.

     Is de Methodist juist? Een meisje kwam onlangs naar me toe. Ze zei: "Broeder Branham, gelooft u dat het verkeerd is voor een Heilige Geest-meisje om een 'schandaal'-rok te dragen?"

     Ik zei: "Wat is een 'schandaal'-rok?"

     En ze zei: "Wel, het is zo-en-zo, en de rokken, de onderrok wordt getoond."

     Ik zei: "Waarom ter wereld zou een Heilige Geest-meisje haar onderrok willen tonen?"

     Schande, schande. Wel, wat is er aan de hand met... wat is er aan de hand met onze broeders vandaag? Wat is er aan de hand met de prediking vandaag? Ze zijn bang om het te doen, want het is een bron van inkomen geworden, u bent bang om eruit geschopt te worden. Wel, ze... Wel, ze zouden mij er niet uit hoeven te schoppen. Ik ben er hoe dan ook uitgegaan.

81 En ik zou mezelf niet met ongelovigen willen verbinden. Jezus zei om dat niet te doen: "Ga niet in één juk met ongelovigen, maar kom onder hen vandaan. Scheid uzelf af, zegt God, en Ik zal u aannemen."

     Geen wonder dat dingen niet kunnen plaatsvinden. Geen wonder dat wij proberen een Pinksteropwekking op te bouwen. Geen wonder dat wij hebben gefaald. De dingen te doen die wij doen... Wel, broeder, wij zaaien het verkeerde zaad. Wij zaaien wat onze organisaties geloven, wat onze geloofsbelijdenissen ons leren.

     Billy Graham zou het land duizend keer kunnen doorkruisen, en Oral Roberts, en Jack Schuler en al de anderen. Het zal nooit enig goed doen totdat wij terugkomen tot God, terug tot de...

82 En hoe ter wereld kan een overheid zichzelf samenstellen? U zegt: "Het is de overheid." Weet u wat er aan de hand is met de overheid? Het is omdat wijzelf kiezen. Het zijn de mensen waar de oorzaak, het probleem, ligt. Wij kiezen de soort regering die wij hebben. Want dat is wat er precies in ons hart is. Dat is wat wij proberen te doen. De mensen willen iets dergelijks. Zij stemmen ervoor.

83 Ga naar een kerk... Ik was niet lang geleden bij een gemeente waar een jonge broeder ongeveer zes maanden had gepredikt. En de beheerders en de raad van diakenen belden hem op en zeiden: "U moet daarmee stoppen. Wij kunnen niet instemmen met zoiets."

     Zei: "Stoppen met wat?"

     Zei: "Met die boodschap die u predikt."

     Hij zei: "Boodschap? Ik predik de Bijbel."

     Hij zei: "Wij geloven niet in zoiets."

     "Wel, het is de Bijbel."

     Weet u wat ze deden? Ze zeiden dat zij hem eruit zouden gooien.

     Hij zei: "Dat hoeft u niet te doen. Ik ben er al uit." Dat is juist. Zeker.

     Wat is er aan de hand met de mensen? Het is een maaltijd-bon. Ik zou liever... U zegt: "Wel, u kunt niet, u... Ze zijn bang dat de mensen... als u geen kaart hebt..."

84 Zou u zich Amos kunnen voorstellen met een kaart die dag toen hij daar tot de mensen kwam prediken? Dat hij zei: "Hier is mijn lidmaatschapskaart. Ik heb samenwerking met al de Farizeeën en Sadduceeën"? Ze haatten hem. Dat is juist. Dat zouden ze vandaag eveneens. Als hij hier vandaag zou staan, zou hij precies op dit Woord staan, hetzelfde, en hen veroordelen vanaf de Katholieken tot aan de Pinkstermensen. Hij zou hetzelfde doen. Zeker zou hij dat. Hij zou geen hij zou geen samenwerking hebben. Hij zou geen lidmaatschapskaart bij zich te hoeven hebben. Maar hij had ZO SPREEKT DE HERE. Dat is wat de mensen niet wilden.

     Denkt u dat als hij vandaag door de straten zou lopen en de mensen zou zien, denkt u dat zijn rechtvaardige ziel zich stil zou kunnen houden? Zeker niet, nee. Dat is wat er aan de hand is. Onze druk is opgebouwd. Dat is wat er vandaag aan de hand is met onze natie. Dat is wat er vandaag aan de hand is met onze wereld.

85 Enige tijd geleden stond ik te kijken, toen ik in Afrika was, bij de kraal waar een schaapje uit de kraal was weg gedwaald. En het diertje werd ineens heel nerveus. Ik dacht: "Wat is er met hem aan de hand? Wat is er met hem?" Ik merkte toevallig op dat er een leeuw naderde. Hij kon de leeuw niet zien, noch kon hij de leeuw ruiken. Maar er was gewoon iets wat hem van dat gevaar vertelde. Hij werd nerveus; hij blaatte; hij ging maar door. Hij wist niet welke kant hij op moest gaan.

     Dat is wat er aan de hand is, wat druk opbouwt. U bent bang voor atoombommen. De hele wereld, ze zijn bang dat er iets gaat gebeuren. Ze weten dat er iets gaat gebeuren. Welzeker, het gaat gebeuren. Maar wat voor verschil maakt het? Amen. Het is een snelle reis naar de heerlijkheid. Wel, wij zijn al dood. Wij zijn dood. Wij zijn met Hem opgestaan in hemelse gewesten. Het is ons verlangen om Hem te gaan ontmoeten.

86 Een prediker belde mij niet lang geleden op en zei: "Broeder Branham, u maakt de mensen bang door hun te vertellen dat Jezus misschien elk moment kan komen op die wijze." Hij zei: "U maakt de mensen zo zenuwachtig."

     Ik zei: "Zo zenuwachtig?"

     "Wel," zei hij, "zeker, niemand wil over het einde van de wereld nadenken."

     Ik zei: "Dat is het grootste waaraan ik kan denken. Dan zijn ze er niet klaar voor."

87 Hij zei dat... "Aan allen die Zijn verschijning liefhebben, zal Hij de tweede keer verschijnen", degenen die Zijn verschijning liefhebben. Maar als u zo aards-gebonden bent en nog steeds hierbeneden leeft, en die zaak niet een miljoen keer meer voor u inhoudt dan dit, dan bent u nog steeds hierbeneden. En als u hierboven bent, bent u van daar overgegaan naar hierboven. Amen. Blaas gewoon de stoom af, vrienden; het is in orde. O, ja. Dat is juist. Blaas gewoon stoom af. Als u slechts tot Christus komt, deze grote Rots, wordt alle ongeloof afgeslagen, en zal het dan begint u zich te verheugen, want dan zal de stoom vrij snel verdwenen zijn. Dat is juist.

88 Net zoals de oude slaven destijds toen de vrijmakings-proclamatie die ochtend werd ondertekend. Ik las hier enkele jaren geleden over de tijd dat ze de proclamatie ondertekenden. Die slaven waren zo blij dat ze op een bepaalde dag vrij zouden zijn. En de tijd dat ze vrij zouden zijn, was wanneer de zon zou opkomen. Weet u wat ze deden? De vrouwen en kinderen en de kleintjes en de kreupelen waren allemaal hierbeneden, ze waren allemaal in een rij aan het wachten langs de heuvel, want zodra de zon zou beginnen op te komen, zouden ze vrij zijn op die ochtend, bij zonsopgang. Ik ben de datum nu even vergeten. Ik wou dat ik het mij kon herinneren, maar ik weet het nu even niet. Ik dacht dat ik het wist, maar ik heb het niet opgeschreven, dus herinner ik mij de datum niet.

89 Maar hoe dan ook, die morgen, zodra zij konden, zouden ze vrij zijn zodra de zon opkwam. Welnu, de sterksten onder hen, net als de sterkste Christenen vandaag, klommen helemaal naar de top van de heuvel, en ze letten op om de dag te zien aanbreken. En toen, direct bij het allereerste gloren van de zon, schreeuwde degene op de top van de heuvel het uit: "De zon is op. We zijn vrij." En hij schreeuwde naar beneden naar de volgende. De volgende schreeuwde naar de volgende, de volgende naar de volgende, totdat het helemaal beneden aankwam. Ze konden stoom afblazen. "We zijn vrij!" Waarom? De zon is op. Amen.

     Dat was de z-o-n. Maar laat mij vandaag schreeuwen: "De Zoon is op, de Z-o-o-n. De avondlichten schijnen. De Heilige Geest is hier. De Zoon van God regeert in de harten van de mensen." Blaas stoom af. Hij is hier. De Zoon is op. Nu, ik ben zo blij dat we dezelfde dingen zien gebeuren als toen Hij hier was. Hier werkt het weer in Zijn volk in deze laatste dag. Dus wij kunnen gewoon stoom afblazen.

90 Hij is opgestaan, opgestaan uit het graf. Hij is opgestaan van de dood. Hij is al tweeduizend jaar geleden opgestaan, en wij leven met Hem, zijn opgestaan met Hem, gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus (Amen), reeds van de dood opgestaan. Waar is het voor nodig om druk op u te hebben? Leven? Wel, u moet wel leven. U kunt niet sterven. "Die Mijn woorden hoort, en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven." Dat is juist. "Ik ben de Opstanding en het Leven," zei Jezus, "die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven; en een ieder, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid." Kijk, wij zijn reeds met Hem opgestaan. Wij hebben het onderpand ervan; de Heilige Geest verklaart het. Wij zijn overgegaan van dood in leven. Hoe weet u dat? De hele wereld is er afgeslagen.

     De oude arend kan gewoon schreeuwen zoveel als hij wil, want elke keten is van hem af, de hele oude korst is weg. En wanneer de wereldse korst, wereldse gewoonten, al de ruzie en boosheid, vechten, en al het tekeergaan, het lopen van denominatie naar denominatie, allemaal is afgedaan en u in Christus Jezus bent, dan weet u dat eeuwig leven in u woont, want u kijkt terug en ziet waar u vandaan komt, van daarbeneden in die troep en dat gedoe daarbeneden. Nu ben ik hierboven, veilig voor altijd in Christus Jezus; een nieuwe schepping.

91 Een paar jaar geleden predikte ik hoog in de bergen. En ik predikte op een avond zo hard als ik kon over "heiligheid voor de Here", en hoe het zou staan op elk hart en op de paarden. En die grote schaduw was daar overdag, en 's nachts een Vuurkolom die boven de berg Sion hing, enzovoort. En toen ik klaar was met prediken, deed ik een altaar-oproep. Er zat daar een oude houthakker achteraan, en God zei zoiets als: "Houd nog even aan."

     En ik zei: "Als iemand wil komen om de Here te ontvangen, kom dan nu." En hij wilde niet komen. Ik vroeg hun om het lied opnieuw te spelen. Ze speelden het lied. Onmiddellijk kwam hij hard aanlopen. Hij was daarheen gekomen om mij uit de samenkomst te gooien. Zijn overall was helemaal gescheurd en hij had een grote oude spijker door de zijkanten ervan gestoken; hij had voer gesneden. En hij kwam daar naar voren, kon nauwelijks bij het altaar komen. Hij viel, en kroop met zijn hand over zijn hoofd, en schreeuwde: "God, wees mij genadig", op die wijze, kwam naar het altaar en werd gered.

92 De volgende dag en de volgende avond kwam hij daar en zat daar met zijn kleine kinderen. Zijn zoontje kwam naar voren, een klein ventje van ongeveer vijf jaar oud, en hij zei: "Broeder Branham," zei hij, "wij hebben nu een goede papa." Hij zei: "Elke avond kwam hij thuis en werd dronken, sloeg ons en van alles. Maar", zei hij, "vanavond hebben wij allemaal de zegen gevraagd aan tafel." Hij was overgegaan van dood in leven.

     Toen ik op het punt stond om te gaan prediken, zei hij: "Broeder Branham, hebt u een ogenblik voor mij dat ik iets kan zeggen?" zei hij.

     Ik zei: "Jazeker. Kom hier, broeder."

     Hij kwam naar voren. Hij zei: "Ik was eens dood, maar nu ben ik levend." Hij zei: "Alles is veranderd voor mij." Hij zei: "Ik had een droom vannacht, broeder Branham."

     Ik zei: "Wat was het? Zou u het ons willen vertellen?"

     Hij zei: "Weet u, broeder Branham, ik droomde dat ik een konijn was." En hij zei: "De honden hadden me opgejaagd." En zei: "Ik rende, maar die honden met hun lange poten kwamen vlak achter mij aan, op het punt om mij te vangen." Hij zei: "Ze huilden, en" zei hij, "ze kwamen zo dicht bij mij dat ik hun adem op mijn hielen kon voelen." En zei: "Elke... ik kon ze gewoon naar mij voelen happen telkens wanneer ze een sprong maakten."

93 En hij zei: "Ik keek en er was een heel grote rots, en er was een spleet in die rots. En ik wist dat als ik ooit in die kleine spleet zou kunnen komen (hij was net groot genoeg voor mij om erin te komen), die honden daar niet in konden komen. Ik wist dat ze niet door de rots heen konden krabben. Ik wist dat ik veilig zou zijn als ik ooit in die rots zou kunnen komen." En hij zei:" Ik haalde het net op tijd." Hij zei: "Toen ik daarbinnen kwam, ging ik gewoon zitten en begon mij te ontspannen."

     Dat is het, blaas stoom af. Dat is het. Kom slechts tot de Rots. De honden van de hel galopperen vlak achter u aan, zonde markeert uw leven terwijl u loopt. U beweert... En als u beweert een Christen te zijn en u hebt nog steeds de wereld lief, als u beweert een Christen te zijn en het Woord niet gelooft, zijn dat de honden van de hel die vlak achter u huilen. Hij heeft ervoor gezorgd dat u zich onder een geloofsbelijdenis of zoiets verborgen hebt in het onkruidveld, daar kan hij u vangen.

94 Er is maar één veilige plek, dat is de Rots, broeder. Er is een spleet in die Rots vanavond; hij is open voor zondaars. Hij is open voor ongeloof. Ren erin, blaas dan stoom af. Ga daar zitten. U bent voor altijd veilig. Blaas gewoon stoom af en u zult in orde zijn. Ren naar Christus, want Hij is onze Toevlucht. "Hij is onze Toevlucht en Sterkte, een Hulp in tijd van benauwdheid." Laten wij een ogenblik onze hoofden buigen.

95 Ik heb hier ongeveer dertig dingen waarover ik nog wilde spreken, maar ik wil u niet uitputten. Het wordt laat. Ik ga u toch iets vragen.

     Velen van u - bijna iedereen hier - zijn al eerder in mijn samenkomsten geweest. En u weet dat u uw hand op niet één ding kunt leggen op hetgeen de Heilige Geest gezegd heeft, wat niet juist was. U weet dat. Maar laat mij u vertellen, vriend, neem geen toevlucht tot uw organisatie. Neem geen toevlucht tot een kleine ervaring. De wereld is gewoon vol vanavond met mensen die rondgaan met sensaties: vuur, rook, bloed, kolommen, en al het andere. Geloof dat niet. Er bestaat maar één sensatie: dat is Christus. Wanneer u daarin bent, broeder, zuster, dan is uw leven veranderd. U wordt een nieuwe schepping. U bent overgegaan van dood in leven. Ik kan u niet oordelen. Ik werd niet gestuurd om te oordelen; ik werd alleen gestuurd voor dit Woord.

96 Maak inventaris op en kijk naar uzelf vanavond. Iedereen hier. Ik weet niet wie u bent, maar denk gewoon aan uzelf. Kijk naar uzelf, denk aan de manier waarop u handelt, wat u doet. U vrouwen, kijk naar uzelf. U mannen, kijk naar uzelf.

     Prediker, kijk naar uzelf. Hoe staat het met uw organisatie? Betekent die zoveel voor u vanavond dat als Gods Waarheid zou voortkomen, u het niet zou kunnen aannemen? Zou u bij uw organisatie blijven? Dan bent u nog steeds een zondaar. U bent een ongelovige. Als u iets tussen u en Gods Woord in zou plaatsen... Nu, bedenk, dat is Jezus, Hij is het Woord. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond." Hij is het Woord. Is er iets tussen u en God?

97 Nu, met uw hoofden gebogen, ik ga u iets vragen. Ik heb u lang gehouden. Maar hoe weet ik dat de volgende explosie mij niet te pakken zal krijgen? Ergens langs de weg moet ik gaan. Als God niet ieder woord dat ik heb gezegd, ondersteund heeft... Niet omdat ik het ben; het is omdat het Zijn Woord is. Ik moest uw organisaties van plaats tot plaats bestraffen, niets tegen u; tegen dat systeem dat u scheidt van anderen, dat systeem dat u daar laat zitten en leven als de wereld, waar men beweert een Christen te zijn terwijl u weet dat u het niet bent. Als u zich niet kunt meten met het Woord, dan is er iets mis. Dat geldt voor de prediker en voor iedereen. U weet dat dat klopt.

     Nu, denk eraan. Een bepaalde ontploffing, iets zal u ergens een dezer dagen treffen. U moet heengaan, en u moet God ontmoeten. U... En terwijl er nog een kans is om aan de honden te ontkomen, laten wij naar de Rots gaan vanavond. Wilt u met mij meegaan? Ik zal de weg leiden. Terwijl u uw hoofd gebogen hebt, ieder oog gesloten, wie zou in gebed gedacht willen worden, steek uw hand omhoog en zeg: "Broeder Branham, bid voor mij." God zegene u, u, u, ja, kijk gewoon door dit gebouw heen.

98 "O, leid mij naar de Rots, Here. Leid mij naar die Rots die hoger is dan ik, de schuilplaats in een tijd van storm. Leid mij, o Here, leid mij. Ik wil niet in deze wereld blijven. Ik wil hier niet worden achtergelaten om ermee verbrand te worden." "Zij die door het zwaard leven, zullen door het zwaard vergaan." Zij die in de wereld leven, zullen sterven met de wereld. Zij die leven voor deze wereld en in deze wereld, zullen vergaan in de atoomexplosie. Het is slechts atoomvoer.

     Kijk naar deze mensen vandaag op de straten. Kijk naar hen op de erven. Kijk waar ze ook heengaan. U vraagt zich af wat er aan de hand is. Ze zoeken genot, roken sigaretten, drinken, gaan naar kroegen, de vrouwen zijn immoreel gekleed, wetend dat ze overspel plegen.

     U zegt: "Ik ben net zo rein als wie dan ook." Maar dame, de manier waarop u zich kleedt en hier buiten de straat op gaat, de mannen kijken naar u. Jezus zei: "Zo wie een vrouw aanziet om haar te begeren, die heeft reeds overspel met haar gepleegd." Wanneer die zondaar zich moet verantwoorden voor overspel, zult u degene zijn die zichzelf gepresenteerd heeft. Denk daar nu aan.

99 U mannen die een compromis sluiten met het Woord van de levende God voor een bete van een denominatie, u moest zich schamen. Laten we ons bekeren. Laten we God om vergeving vragen. Laat deze conventie hier aan dit meer niet tevergeefs zijn. Laten we God bij ons krijgen. Laten we hier vervuld met de Geest weggaan, een brandend vuur in ons hart. Laten wij naar die Rots ijlen, het enige wat ons kan helpen.

     Op een dag zal uw organisatie - en uw vrienden die u overtuigen de verkeerde weg op te gaan, zelfs uw voorganger - vergaan met de wereld, als hij u op die wijze laat leven en u er niets over vertelt. Kijk naar die priesters die beweerden heilig en bekrachtigd te zijn; Jezus zei: "Gij zijt uit uw vader de duivel, en zijn werken doet u." En toch waren ze reine, oprechte mannen (ogenschijnlijk), maar zij ontkenden het levende Woord. Zij hadden een vorm van godzaligheid. De profeet zei tot hen: "Dezelfde God Die u dient, Deze zal u verderven." Dezelfde God Die u... En Hij deed het.

100 En laat mij dit zeggen vanavond, dezelfde God Die Amerika beweert te geloven, zal dezelfde God zijn Die haar onder de zee zal doen zinken. Ze zal branden als een eeuwig vuur. De hele wereld, de zogenaamde Christelijke wereld die op die wijze leeft, die zich vastklampt aan geloofsbelijdenissen en dergelijke, en God loochent.

     Geen wonder dat hun org... Geen wonder dat de opwekking helemaal is uitgedoofd. Ze kwamen tot een bepaalde plaats en begonnen toen dit naar binnen te halen, en dat naar binnen te halen, en ze besteden miljoenen dollars aan nieuwe onderwijsgebouwen en dergelijke dingen, terwijl het nooit door God werd verordineerd om dat te doen; nochtans prediken ze het Evangelie.

101 Denk eraan. Wat als u vanavond zou sterven? Wat als u gedood wordt op weg naar huis? Als de volgende ontploffing mij treft, wil ik dat de wereld dit weet, dat ik het Woord van God geloof, elk woord ervan. Ik accepteer het in mijn hart als Christus Jezus. Ik geloof dat de Geest Die in mij is, zegt... ieder woord onderstreept met een "Amen". Ik heb geleefd om de dag te zien waarin ik elke belofte die Hij deed in vervulling heb zien gaan. Ik weet dat Hij komt.

     Ik weet dat Hij komt voor een gemeente, en zij zal zeker in de minderheid zijn. "Alsdan zullen er twee op de akker zijn, Ik zal er één aannemen en één achterlaten; twee in het bed, Ik zal er één aannemen en één achterlaten", een universele opstanding, een opname. Laten we er klaar voor zijn, vrienden. Dit is het uur. Wat een mooie tijd hier aan dit grote meer, hier waar wij staan, zoals wij deden... zoals Jezus in Galilea stond, met de Heilige Geest hier precies in ons gebouw vanavond Zich bewegend op de mensen, waar in deze kleine groep van honderdvijftig of tweehonderd mensen bijna twee-derde hun hand opstak. Laten we ons bekeren.

102 Onze hemelse Vader, wij kunnen zien, Heer, dat de gemeente haar eerste liefde heeft verloren. Wij kunnen zien dat de kerk in het algemeen, over de hele natie, is afgezakt, niet alleen de natie, maar de wereld. Wij beseffen dat U onlangs 's ochtends hebt gesproken en zei dat de tijd van zaaien hier voorbij is, dat de enige plek om zaden te zaaien in de buitenlandse velden is. Dit is een nalezing over de stoppels. En, o God, waarlijk waren die woorden juist.

     En nu, terwijl wij vanavond deze dierbare mensen zien die een begin hebben gemaakt, in hun vlees een mooi gebaar hebben gemaakt, en proberen hogerop te komen... Zij beseffen dat ze... dat hun leven niet overeenstemt met dat Woord. Er is ergens iets verkeerd. Zij hebben druk, temperament, en onverschilligheid; en, o God, of lelijke dingen die maken dat ze zich misdragen en niet als Christenen handelen. Ze zijn niet voldaan. Ze zwerven van de ene organisatie naar de andere, van de ene plaats naar de andere.

103 Hoewel zij misschien hebben gejubeld, hoewel ze misschien een halve nacht hebben gedanst, hoewel ze misschien in tongen hebben gesproken alsof er erwten op een droge koeienhuid werden gegoten, ze hebben misschien al deze dingen gedaan, Here. En toch, o God, zei Paulus: "Al ware het dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, zo ware ik een klinkend metaal, en een luidende schel geworden. Al ware het dat ik het geloof had om bergen te verzetten, al geef ik mijn goederen tot onderhoud van de armen", en al deze dingen; maar hij was nog niets.

     O God, mogen de mensen niet op ervaringen enzovoort vertrouwen. Mogen zij tot Christus komen Die het Woord is, boven elk ongeloof uitstijgen, en de Heilige Geest volgen naar het beloofde land. Sta het toe, Here. U bent de Jordaan van de dood overgestoken. U bent teruggekomen. U hebt aan ons bewezen dat daar een goed land is waar de mens voor altijd leeft. U geeft ons de opstandingsvruchten. U laat ons van de hemelse gaven proeven.

104 En er staat geschreven in Hebreeën, het zesde hoofdstuk: "Want voor degenen die eens verlicht zijn geweest (Pinkstermensen), en de Heilige Geest deelachtig geworden zijn, en de hemelse gaven gesmaakt hebben (het hemelse voedsel van God, en nu zie ik dat ze wegvallen), voor hen blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonde, maar een angstig uitzicht op het oordeel, de vurige hitte die de tegenstanders zal verteren." O God, mogen grensgelovigen vanavond zo snel als ze kunnen naar Kanaän rennen. Sta het toe, Here.

     Moge elk van deze konijntjes vanavond, Here, die wegspringen met al het leven dat ze in zich hebben, mogen zij die Rots vinden, Here. O God, moge deze conventie nooit stoppen totdat er hier in elk gebied gebedssamenkomsten zijn, totdat deze mensen die Rots vinden waar vrouwen als heiligen van God kunnen zijn, waar ze zich als heiligen kunnen kleden, zich als heiligen kunnen gedragen, en als heiligen kunnen spreken. Waar mannen zich in hun kansels kunnen uiten, en diakenen in hun bedieningen, en beheerders en dergelijke, met de integriteit onder de kracht van de opstanding van Christus, om te bidden dat er een opwekking zal neerdalen op de mensen. Sta het toe, Here.

105 Moge de gemeente gered worden, God. U zei: "Al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal komen. Niemand kan komen tenzij Mijn Vader hem geroepen heeft. En allen die de Vader Mij gegeven heeft, zullen komen." O God, is het te laat? Zullen de honden ons vangen voordat we bij de rots komen? O God, sta toe van niet. Moge elke man en vrouw zich knijpen, wakker worden voor het feit dat we in de eindtijd zijn. Het kan niet lang meer duren tot de komst van onze Heer.

     Over een conventie volgend jaar gesproken, hoe weten wij of het vanavond al niet zal zijn, of morgenochtend dat Hij zal komen? Hoe weten wij of niet één van ons, of velen van ons hier, geroepen zullen worden voor de ochtend? Dan zullen wij in het oordeel moeten staan. Wat voor goed doen al deze dingen van de wereld ons? Wij zullen ermee vergaan. God, wij zullen nooit opstaan in de opstanding dan om veroordeeld te worden. God, sta toe dat wij vanavond elke keten zullen loslaten, dat wij tot de Rots zullen komen, en daar voor eeuwig zullen leven in Christus Jezus. Sta het toe, Here. In de Rots komen en de stoom afblazen. Sta het toe, Vader.

106 Ik vertrouw hen nu aan U toe. In de Naam van Jezus Christus, moge ieder van hen veilig de Rots bereiken, daar waar hun zekerheid is, en waar ze kunnen zien dat in hun leven de korst er helemaal afgeslagen is. Velen, Here, velen, velen, Here, zijn misleid. Als ze denken dat ze bij de Rots zijn, en op hun leven acht slaan, dan zien ze dat ze daar niet zijn, ze zien dat de ketenen van de wereld, het verlangen, de dingen van de wereld nog steeds aan hen hangen; dan weten ze dat ze de korst er nog niet afgeslagen hebben in gebed.

     God, sta toe dat deze hotelkamers vanavond één levendige gebedssamenkomst zullen zijn, de hele nacht, van het slaan en bidden, o God, totdat Christenen geboren worden en gevuld zijn met de Heilige Geest, nieuwe levens begonnen zijn. In Jezus' Naam vragen wij het, voor Gods heerlijkheid. Amen.

     Hebt u Hem lief?

Ik heb Hem lief, (Nu aanbid Hem in de Geest, van ganser harte.)
Omdat Hij mij eerst liefhad
En mijn redding kocht
Op het kruis van Golgotha.

107 Begrijpt u wat ik bedoel? Dat wij dood zijn, dat u reeds met Hem bent opgestaan. Dat is het onderpand van onze redding. Wij zitten samen in hemelse gewesten. Kijk terug naar de plaatsen waar u komt. Kijk wat er gebeurt; onderzoek uzelf; maak inventaris op. Zie? "Heb ik Zijn Woord veronachtzaamd? Ik doe niet... Ik weet dat de Bijbel dat zegt, maar ik geloof het niet op die manier." Wees voorzichtig; u bent nog niet dood. Als de Heilige Geest daar zou zijn, zou Hij zeggen: "Amen. Dat is Mijn Woord." Zie?

     "Wel, ik geloof dat de dagen van wonderen voorbij zijn."

     Gelooft u dat, terwijl de Bijbel zegt: "Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en in eeuwigheid"?

     "Ik geloof dat de tekenen van Markus 16 voor een andere generatie waren."

     Gelooft u dat, terwijl Hij zei: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven"? Hoe ver? Tot het einde der wereld. "Zie, Ik ben altijd met u. En de werken die Ik doe, zult gij ook doen." Hoe lang? Tot het einde der wereld. Al de beloften van de profeten, dat in deze avondtijd... De profeet zei dat er een dag zal zijn die dag noch nacht genoemd zou worden. Het zal somber zijn.

108 Waar komt de zon op? In het oosten. Waar gaat zij onder? In het westen. Hoe reist de beschaving? Van het oosten naar het westen. Nu, er is een dag voorbijgegaan sinds de Zoon, Z-o-o-n, opstond met genezing onder Zijn vleugels in het oosten over de oostelijke mensen. En nu is er een dag van organisatie geweest, denominatie, met net genoeg licht om rond te gaan, uw naam in een boek te zetten, Christus als Redder te aanvaarden. Maar Hij beloofde: "In de avondtijd zal het licht zijn."

     Nu de avondlichten zijn gekomen, tonen ze dezelfde zon, z-o-n, die in het oosten opkomt, die dezelfde z-o-n is die in het westen ondergaat. Godsdienst, beschaving, redding, zijn van het oosten naar het westen gereisd zoals de zon. En nu valt de Z-o-o-n, dezelfde Heilige Geest die op de Pinksterdag viel, in het westen. We kunnen niet verder gaan. We zijn bij de westkust. Als we verder gaan, zijn we in China, weer terug in het oosten waar het begon. Zie? Maar het zal licht zijn in de avondtijd. Het is het uur, vrienden, het is het uur. Ontvang het alstublieft.

109 En luister, laat mij u geven... Mag ik nog een minuut? Luister. Bent u bang voor het communisme? Waarom bent u bang voor het communisme? Word wakker, mensen. Het communisme is in Gods handen. Let op het gereedschap dat Hij gebruikt. Denk nooit...

     Er is geen enkele Schriftplaats in de Bijbel die zegt dat het communisme de wereld zal regeren. Maar de Bijbel zegt dat Romanisme de wereld zal regeren. Wat was het ijzer en de klei onderin de voeten? Was het communisme? Nee, meneer. Het was Romanisme en Protestantisme, precies juist. Dat staal, ijzer, Rome, loopt helemaal door tot het einde. Het is het Romanisme. En kijk waar het zich vandaag bevindt.

     Sinds onze president, meneer Kennedy, werd gekozen... In de laatste zes maanden, sinds hij gekozen is, zijn er in de staat Kentucky ongeveer 310.000 mensen die van Protestant naar Katholiek zijn overgegaan, in de staat Kentucky alleen. Het stond laatst in de krant.

110 Kijk wat er nu is gebeurd. Wat is het? De Wereldraad van Kerken, daar praten ze over. En ze zeggen dat al deze... Zoals onze Presbyteriaanse broeder, enzovoort, die binnenkomt. Dat is geweldig. Daar geloof ik ook in.

     Maar bent u ooit wakker geworden om eraan te denken dat Jezus zei dat die dwaze maagd, wanneer zij zou beginnen te roepen om olie, dat dat precies de tijd was dat de Bruidegom zou komen? Toen zij wakker werden en begonnen te beseffen dat ze geen olie hadden, gingen ze uit om olie te kopen. En het is op dat moment, toen ze uitgingen om olie te kopen, dat de Bruidegom kwam en de bruid binnenging. Kunt u dat niet zien?

111 Wij denken aan al deze Episcopalen, Presbyterianen en Lutheranen. Wij waarderen dat. Wij zien hen binnenkomen. Maar het is een teken voor ons. Dit is het uur waarin zij komen om die olie te kopen. De slapende maagden hebben al die tijd geslapen. Wat is er aan de hand met deze voorgangers vandaag? Kent u niet het uur waarin u leeft? Jezus zei: "Als u Mij gekend zou hebben, zou u Mijn dag hebben gekend." Hij zei: "U kunt het aangezicht van de hemel onderscheiden; maar de tekenen van de tijden kunt u niet onderscheiden."

     Word wakker, mensen! Weet u niet dat de Bijbel zegt dat... tot deze Pinkstergemeente, over hoe het nu gaat: "In de tijd waarvan u niet denkt..." Weet u dat de Pinkstergemeente het Laodicea-gemeentetijdperk is, het laatste tijdperk? Dat het lauw zou zijn, God het uit zijn mond zou spuwen?

112 Ieder gemeentetijdperk en elke ster, elke prediker door de gemeentetijdperken heen, iedere engel tot de gemeente heeft zich gemanifesteerd. En wist u dat dit gemeentetijdperk het enige gemeentetijdperk was waarin Jezus uit Zijn gemeente werd gezet en kloppend op de deur werd gevonden, proberend terug te komen in het Laodicea-gemeentetijdperk? Ziet u niet het uur waarin wij leven?

     Ik wou dat ik hier een week of twee, drie, zou kunnen komen om enkel te onderwijzen over Bijbelse profetie en dergelijke. Kijk waarin wij leven, vrienden. Wat is er aan de hand met de mensen? Kunt u niet zien dat wij in de eindtijd zijn? Het is allemaal voorbij. Het volgende zal een beweging zijn die die kleine groep bij elkaar brengt. Binnen een maand of zo zal ze weg zijn, zodra zij zich vergaderd heeft. Nu, wij zijn aan het einde. Er is nergens meer hoop overgebleven. Haast u tot Christus, mensen.

113 Door uw giften heb ik mijn kinderen gevoed. Door uw goedheid heb ik een bediening gehad. Door de mensen, de Pinkstermensen, waarvoor ik de Baptistenkerk verliet om naar u toe te komen, u bent diegenen geweest. Toen ze mij vertelden dat ik een fanatiekeling was, dat er niet zoiets was als profetie, dat zoiets als deze engelen die verschijnen en dat soort dingen niet bestonden... Ik vraag u vanavond om te getuigen. Heb ik u ooit iets verteld uit de tienduizenden dingen, dat niet gebeurde?

     U herinnert zich toen ze voor Samuël kwamen en zeiden: "Wij willen een... wij willen dat Saul koning wordt."

     En God zei tegen Samuël: "Ze hebben u niet verworpen als profeet; ze hebben Mij verworpen." Zei: "Ga daarheen en sta voor hen."

     Hij zei: "Heb ik u ooit iets verteld in de Naam des Heren dan dat het gebeurde? Heb ik u ooit om loon gebedeld?"

     Ze zeiden: "Nee. Deze dingen zijn in orde, maar toch willen we een koning."

114 Daar hebt u het. Het is terug op dezelfde plaats. Het is de kerk. Het is de kerk. Het is niet de natie; het zijn de mensen. Als zij zouden... Kijk naar onze televisie. Kijk naar onze kranten. Kijk naar onze reclameborden. Kijk naar onze vrouwen. Kijk naar onze mannen. Kijk naar onze kerken. Wel, het is door en door verrot. Dat is precies juist. En dan noemen wij dat Christelijk.

     Vertrouw niet op die dingen, mensen. Ik houd van u; ik probeer niet boos te zijn of iets verkeerds te zeggen. Ik vertel het u in de Naam van de Here. Als u deze andere dingen hebt geloofd en ze hebt zien komen te geschieden, geloof dan dit. Het is later dan u denkt. God zegene u. Ik kan het beter teruggeven aan uw... aan de voorzitter hier, broeder Sonmore, of iemand hier.

115 Hebt u Hem lief? Laten wij dat nog een keer zingen. En ik wil dat alle Methodisten handen schudden met de Baptisten, en u Pinkstermensen hetzelfde. En zeg gewoon: "Ik heb Hem ook lief, broeder. En met Gods hulp ga ik Hem dienen met heel mijn hart." Gelooft u? Wilt u het doen? Zeg: "Amen." [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Want... (Dat klopt. Amen.) Hij hield eerst van mij,
En kocht mijn redding,
Op het kruis van Golgotha.

116 Hoevelen willen die opname halen, steek uw hand omhoog. In orde. Zie, Hij is nog steeds bezig met u. Kijk, er is een toevluchtsoord voor u als Hij nog steeds handelt. Laten we doordrukken. Ik heb mijn beide handen omhoog. Ik wil het ook halen. O, trek mij nader, nader, o nader, gezegende Here, dicht bij Uw bloedende zij. Daar wil ik blijven. U niet? Nu, terwijl wij dit zingen: Ik heb Hem lief, laten wij onze handen opheffen naar Hem en met heel ons hart zingen.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Want Hij hield eerst van mij,
En kocht mijn redding,
Op het kruis van Golgotha.

117 Nu, terwijl u uw hoofd buigt, uw ogen sluit, denk nu echt oprecht na. Allen die de doop van de Heilige Geest niet hebben met de tekenen van liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, geduld, zachtmoedigheid, geloof, al deze tekenen die u volgen... Ongeacht wat er nog meer is gebeurd, dat is de vrucht van de Geest. En als dat niet in uw leven is: zachtheid, zachtmoedigheid, geduld, liefde, vergeving voor iedereen... Als deze tekenen niet in uw leven zijn (nu, laat niemand kijken, houd uw hoofden gebogen), steek dan uw hand omhoog, en zeg: "Bid voor mij, broeder Branham." Ik zou zeggen dat het ongeveer negentig procent van de samenkomst is.

118 O, Jezus, alstublieft, God... God, ik heb er gewoon een hekel aan om die mensen zo te berispen. Maar o, wat zal ik doen als ik daar sta op de dag des oordeels? En dan zie ik die handen die het uitschreeuwen en die vrouwen met die glimmende gezichten, met ogen die helemaal uitpuilen en zeggen: "Waarom hebt u het mij niet verteld?" Wanneer die mannen zullen zeggen: "O, als u het mij toen zou verteld hebben..." God, help mij.

     Houd mij vast, Here. Laat mij waarachtig zijn. Laat mij eerlijk zijn. Laat mij oprecht zijn, Here. Help mij om Uw Woord te kennen, zodat ik het zou kunnen zeggen. En help deze mensen, dierbare Vader.

     Denk u in, in een Pinksterconferentie hier, en negentig procent met hun handen omhoog na een verzengende, harde boodschap die regelrecht uit het Woord komt, de Heilige Geest Die beweegt over... Maar, God, ik ben zo blij dat ze het nog steeds kunnen beseffen. En een man of een vrouw die het beseft en het kan weten, God, het moet Uw Geest zijn Die tot hen spreekt. Ik bid, en ik claim de ziel van hen allen. Als Uw dienstknecht, Here, ik... Zoals Mozes sta ik tussen hen, Here, en dit komende oordeel. Ik pleit, Here. Ze staken hun hand op. Als ik U behaagd heb, Vader... Ik weet dat ik het niet gedaan heb, maar als ik iets heb gedaan wat nuttig is geweest voor U, hoor mij dan nu vanavond, Here.

119 Dit zijn mensen die hebben geofferd. Ze hebben alles gedaan. Ze houden van mij, Here, en ze houden van het Woord. Ze houden... En ze willen in orde zijn. Here, open die vrijstad vanavond, God, mogen zijn er snel heenlopen. Of het nu precies vanavond in de gebedsruimte is, of in hun slaapkamer, wek hen op in dromen en dergelijke, Here. Stort Uw Geest over hen uit. Mogen zij die Rots vinden, Here. O God, mogen hun zielen een vlammend vuur zijn. Sta het toe, Here.

     Wij houden van U, en wij geloven U. En U zei dit in Uw Woord: "Vraag wat u wilt, en het zal u geschieden. Indien gij in Mij blijft, en Mijn Woord in u, vraag wat u wilt." God, ik heb geprobeerd elk voorschrift van het Woord te houden, hoewel mensen mij uit organisaties en al het andere hebben geworpen. Maar ik geloof het nog steeds. Ik heb ervoor gestaan, Here. Nu, hoor mijn gebed. Ik bid voor ieder van hen. Ik vraag het voor ieder van hen. God, mogen zij allen in de opname zijn. Mogen zij vervuld worden met de Geest, met alle tekenen van een levende God levend onder hen, Here. Sta het toe. In Jezus' Naam vraag ik het voor hen. Amen.

120 Broeder Carlson zei dat ik misschien moet vragen of er zieke mensen zijn die willen dat er voor hen gebeden wordt. Zijn ze hier vanavond, ziek, en die willen dat er voor hen gebeden wordt? Steek uw hand op als die er zijn. O my. Er zijn er verscheidenen. Is er nog een avondsamenkomst, zodat we ze nu uit kunnen laten gaan? Dat is een banket, bij die ene. Welnu, ik zal u vertellen, leg uw handen op elkaar terwijl u er bent. "Het gelovige gebed zal de zieke gezond maken, en God zal hen oprichten."

     Kijk even hierheen, ik wil dat u naar mij kijkt. Ik houd mijn Bijbel vast. Wat voor goed zou het mij doen om hier te staan als een bedrieger? Ik heb een vrouw en drie kinderen thuis. Ik heb kinderen die huilen als ik wegga. Ik heb een gemeente thuis die mij smeekt om daar blijven ("Ga niet weg."), bereid om tabernakels te bouwen, al het andere. Maar velen zouden daar niet heen kunnen komen. Ik moet naar hen toegaan. Zie? Wat voor goed zou het mij doen om hier te staan goed zou het mij doen om hier te staan om u iets verkeerds te vertellen?

121 Ik ben drieënvijftig jaar oud. Ik ben een prediker geweest gedurende tweeëndertig jaar. Ik heb nog nooit een keer oprecht gebeden voor iets, zonder dat Hij het mij gaf, of me liet zien waarom Hij het niet aan mij kon geven. Zo is het precies. Ik heb altijd gevonden dat als ik ergens om vroeg - en Hij zou me dat laten zien - dat ik blij ben dat Hij het mij niet gaf. Ik zeg dat als een broeder die u zal moeten ontmoeten op de dag van het oordeel met deze boodschap die ik vanavond heb gepredikt.

     Leg oprecht uw handen op elkaar, en bid voor elkaar. Twijfel totaal niet, maar geloof dat u zult ontvangen wat u gevraagd hebt, en God zal het u geven. Het maakt mij niet uit hoe ziek u bent, wat er verkeerd met u is, God zal het toestaan. Gelooft u dat? Leg uw handen op elkaar. Ik ga u het Woord citeren: "En deze tekenen zullen de gelovigen volgen; als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Wie? U, u gelovigen. Bid nu niet voor uzelf; bid voor degene op wie u uw handen hebt gelegd, want zij bidden voor u.

122 Onze hemelse Vader, ik weet dat het Woord is uitgegaan. Het heeft zijn plaats gevonden. En nu, ik heb hun verteld dat er een veiligheidszone is. En in deze veiligheidszone is er genezende kracht. En Here, ze hebben hun handen op elkaar. Zij zijn gelovigen. En wij geloven U. Nu, Satan heeft sommige van deze mensen met een ziekte gebonden. Zij bidden voor elkaar met hun handen op elkaar. Satan, je verliest de strijd.

     Ik heb geprobeerd om eerlijk te staan op Gods Woord. En Hij zei: "Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u, vraag wat u wilt, en het zal geschieden." Daarom, Satan, kom ik in de Naam van Jezus Christus op grond van Zijn vergoten bloed, Zijn opstanding, en de verschijning van Hem hier vanavond in de kracht van eeuwig leven. Laat deze mensen los in de Naam van Jezus Christus. Ik weersta je om hen nog langer vast te houden. Kom uit hen, Satan, opdat zij mogen gaan en vrij zijn. In de Naam van Jezus Christus.

123 "Het gelovige gebed zal de zieken behouden, God zal hen oprichten." Bent u de kinderen van Abraham? Moet u een kind van Abraham zijn? Abraham, ongeacht hoe lang het duurde, "twijfelde niet aan de belofte van God door ongeloof, maar was sterk, God prijzende."

     Ongeacht hoezeer de duivel u vertelt: "Nee, nee, nee", zegt u: "Ja, ja, ja." Geloof Gods Woord vanavond, en God zal het laten geschieden. Alles waarom u vroeg, zult u ontvangen, als u het met uw hele hart gelooft.

     Nu, ik ga u dit vragen. Op basis van het vergoten bloed, op basis van de wetenschap dat u een Christen bent en dat de belofte waar is, als Jezus leven beloofde na de dood, de dood inging en met leven terugkwam om het te bewijzen, en u het leven van de Geest in u gaf, en Zijn tegenwoordigheid is hier nu, hoe kan het dan falen? Het kan niet falen. "Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal niet voorbijgaan."

     Als wij beweren het zaad van Abraham te zijn, het koninklijke zaad, Abrahams koninklijke zaad, en wij betwijfelen Zijn Woord, zijn we dan Abrahams zaad? Abraham, een man van vijfenzeventig jaar oud, zijn vrouw vijfenzestig, en zij waren onvruchtbaar, steriel. God vertelde hun dat ze een baby zouden krijgen. Ze wachtten vijfentwintig jaar, tot zij negentig was en hij honderd, en hij prees God er nog steeds voor dat hij de baby zou krijgen. Wij kunnen slechts enkele minuten geloven.

     Ik geloof dat ieder van u genezen is. Gelooft u hetzelfde? Hef uw handen omhoog: "Ik aanvaard het op basis van het vergoten bloed." God zegene u. Dan bent u genezen in de Naam van Jezus Christus. Amen.