Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Gemeenschap

Door William Marrion Branham

1 Laten we een ogenblik blijven staan terwijl wij voor een woord van gebed onze hoofden buigen. Onze hemelse Vader, terwijl wij vanavond tot U naderen, Here, in deze tijd van gemeenschap, danken wij U voor het bloed van Jezus Christus, en voor deze tijd van gemeenschap.

     Nu, voor mij liggen enige zakdoeken die hierheen gezonden werden, Here, naar de conventie. Het vertegenwoordigt mensen die een nood hebben. En ons werd in de Bijbel verteld dat zij van het lichaam van Paulus zakdoeken en schorten namen, en onreine geesten gingen van hen uit, en de zieken werden genezen. Wij beseffen dat wij geen Paulus zijn, maar U bent nog steeds dezelfde God. En U hebt vandaag in een weg voorzien, want U bent Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig. Wij bidden dat U deze mensen geneest.

2 En mag het zo zijn, zoals een schrijver eens zei, dat, toen Israël door de Dode Zee versperd werd naar het beloofde land, dat God met boze ogen neerkeek door de Vuurkolom, en de zee werd bang en rolde terug, en Israël ging verder op reis. God, ik bid, dat wanneer deze zakdoeken op het lichaam van de zieken worden gelegd God mag kijken, niet alleen door de Vuurkolom, maar door het bloed van Zijn eigen Zoon, Die het doet, en mag de ziekte zich terugtrekken en ruimte maken voor de genezende kracht van Christus.

     Zegen deze conventie, Here, die vanavond afgesloten zal worden. Wij bidden dat U ons wilt bezoeken op een verbazingwekkende wijze, zoals U gedaan hebt, en geef ons van Uw zegeningen. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. U mag gaan zitten.

3 De Here zegene u. Ik was zo geroerd door het compliment dat broeder Carlson mij zojuist gaf. Hoe graag zou ik de tijd nemen om enige dingen daarover te zeggen. Maar ik weet dat u bent geweest... Vandaag en de hele conventie door zijn er velen geweest die predikten, en er waren veel predikingen van grote predikers die tot u gesproken hebben. En ik waardeer hen allen. En ik weet dat u nu vermoeid bent, en u zult na een poosje naar huis gaan en morgen misschien naar uw kerken gaan. En ik wil niet veel van uw tijd nemen. Maar zoals broeder Carlson in zo'n grootmoedige uitspraak...

4 Toen ik gisteravond hier vandaan ging, sloeg ik mijn armen om Joseph heen. Ik zei: "Wat is er met mij aan de hand?" Ik vroeg het laatst aan mijn vrouw: "Ben ik een krankzinnige?" Ik kan er niets aan doen dat ik deze dingen zeg. Er is een drang in mij die mij drijft en ik kan er niets aan doen. Het is iets, het is... Ik kijk in het rond, en naar de gemeente.

     Deze middag kwam daar in het motel waar ik verblijf een stel dronken mensen naar binnen, en vrouwen, oma's, droegen korte broeken en waren immoreel gekleed, dronken en rookten. En ik dacht: "God, waarom zou ik op de wijze waarop ik het doe tot mijn zusters spreken, terwijl ik deze dingen niet wil zeggen, maar waarom zou ik dat doen, en kijk nu hier eens?"

     En gewoon zo lieflijk, niet met hoorbare stem, maar iets binnenin mij zei: "Ik wil niet dat Mijn kinderen er zo uitzien." Daar hebt u het. Zie? U bent andere mensen. Toen ik Hem zag zeggen... dat in mijn hart hoorde: "Wil niet dat Mijn kinderen..." deed mij dat goed. "Mijn kinderen..." Ik houd van de gemeente. Dat is waarvoor Christus stierf, de gemeente. En ik geloof in de gemeente. Maar er zijn sommige dingen die in de gemeente bezig zijn, en als je er constant tegen predikt en het Woord daarover uitbrengt, en de gemeente er dan nog steeds in ziet rondtasten, dan is het...

5 Kijk, eerlijk gezegd, weet ik, dat ik van alles genoemd word, van een aartsengel tot een duivel. Ik ben uw broeder. Ik ben uw broeder. En deze dingen kunnen over mij gezegd worden. Ik kan het niet helpen wat er gezegd wordt. Ik moet eerlijk zijn. Ik wil het zoals Paulus zeggen: "Ik was het hemelse visioen niet ongehoorzaam", dat tot mij kwam als jongen. En sindsdien heeft de Here gewerkt... heb ik vertrouwen in God, geloof in Christus.

6 Hier een paar weken geleden... de laatste keer dat ik in Chicago was, liever gezegd, zou ik voor de Zakenlieden... Ze hadden iets opgezet met verschillende predikers rondom de stad. En ik zou toen gaan spreken als sluitstuk, het laatste deel ervan op een predikersbijeenkomst. En ik maakte me gereed voor een groot geestelijk gastronomisch vreugdefeest, zoals ik het misschien zou noemen.

     En op een avond, ongeveer drie of vier avonden voor deze gebeurtenis, was ik in de hotelkamer. De bliksem flitste; er was een storm gaande. Ik was net van de samenkomst teruggekomen; het was ongeveer één uur in de morgen. Hij zei: "Ga naar het raam." Daar was dat Licht dat in de kamer scheen waar u de foto van hebt en van af weet. Zei: "Ga naar het raam toe en sta daar bij dat derde bord."

7 En ik stond daar, en ik keek naar de overkant. En Hij zei: "Zij hebben een val voor je gezet, maar wees niet bevreesd, Ik zal met je zijn. Vertel meneer Carlson hier, en er zal een andere man bij hem zijn, Tommy Hicks, dat zij die gehoorzaal die zij gepland hebben niet zullen krijgen, het zal een andere plaats zijn met een bruine zaal. En als zij binnenkomen, zal er een gekleurde man aan uw linkerhand zitten." En toen toonde Hij mij waar iedereen zou zitten. Zei: "Nu, vertel dat. Je zult meneer Carlson morgen voor het ontbijt ontmoeten." Hier zit hij.

     En in de kamer beschreef de Heilige Geest elk ding ervan. En die samenkomst waar zij het zouden hebben, werd geannuleerd, zij moesten een andere zaal nemen. En toen zij allemaal waren binnengekomen, zat elk persoon op zijn juiste plaats. Daar is broeder Carlson. Hij zegt nooit iets tenzij het waar is, volkomen waar.

     En ik zei tegen de vereniging van predikers: "Ik weet wat u tegen mij hebt. Het gaat over mijn onderwijzing over Christus. Nu, ik hoorde dat u zichzelf introduceerde als dr. Zo-en-zo, en dr. Zo-en-zo. Ik heb zelfs geen lagere schoolopleiding gehad. Maar ik wil dat sommigen van u allen hier die zeggen dat de lering fout is, zijnde een doctor, dat u uw Bijbel neemt en hier bij mij komt staan voor deze predikers; of ga van nu af aan van mijn rug af." Zie? Dat is juist. "Als het voor u een maaltijd-bon is, probeer er dan niet met mij over te discussiëren. Ik heb één ding, en dat is om Christus en Zijn Woord te behagen, en dat is mijn doel in het leven."

8 En vrienden, het is niet gemakkelijk als je van mensen houdt om ze dan toch aan stukken te moeten hakken. Je bedoelt dat niet te doen. Maar hoe kan een man die gaat prediken door inspiratie iets anders zeggen dan wat door inspiratie komt? Als ik ooit iets zeg dat tegengesteld is aan het Woord, maak mij er dan op attent.

     Natuurlijk spreek ik dikwijls – als ik onder de mensen ben in deze grote georganiseerde conventies – over niets anders dan de grote fundamentele evangelische leerstellingen. Soms probeer ik tegen zonde in te gaan, en zulke dingen te bestraffen die ik de mensen zie doen, als zij proberen te leven zoals de wereld en zich toch voorwenden een Christen te zijn. Iets dergelijks is het grootste struikelblok dat de kerk ooit heeft gehad. Wij behoren erin of eruit te zijn. Wij zijn... maar niet iets beweren te zijn wat we niet zijn. En dat maakt het dus erg moeilijk.

9 Enige tijd geleden schreef een vriend mij een brief. Er stond daar een persoon bij deze vriend die zei: "Broeder Branham is een profeet als hij onder de zalving is. Maar", zei hij, "luister niet naar zijn lering. Die is fout."

     Nu, kunt u zich voorstellen dat een persoon dat zegt? Een profeet? Wel, dat is tot wie het Woord van de Here komt. Zij hadden... Zij waren de enigen die de uitleg van het Woord hadden. Ik ben geen profeet. Ik beweer helemaal niet dat ik een profeet ben. Maar ik zeg... Ieder persoon zou moeten erkennen dat het Woord van God juist is, ongeacht hoe wij onszelf zouden moeten afbreken.

     Wij kunnen niet afbreken... Wij moeten onszelf afbreken om bij Gods Woord te passen. Wij kunnen niet afbreken... Gods Woord laten passen bij onze denkwijze. Wij moeten het Woord in acht nemen.

     En er kwam niet lang geleden iemand die zei: "Deze lering, deze zaak die u gelooft..." Zei: "Als de Engel van de Here u dat vertelde, dan zullen wij het geloven." Een groep predikers.

     Ik zei: "De Engel van de Here? Als hij iets anders zei, zou ik hem niet geloven."

10 Hoe kunt u zich baseren op een ervaring of een of andere sensatie? De duivel kan elke sensatie nabootsen die u kunt voortbrengen. Ik heb al deze rommel gezien. Ik heb mensen gezien... Ik heb heidenen zien dansen in de geest, sprekend in tongen, ze dronken bloed uit een menselijke schedel en riepen de duivel aan. Ik heb mensen zien juichen en gaan in... Mohammedanen staken splinters in hun vingers totdat zij het zelfs niet meer voelden, namen een lans en staken die zo door hun gezicht heen, juichend, schreeuwend, hun god prijzend. Noemt u dat God? Ik zag hoe ze vishaken door zichzelf staken met ballen water er aan hangend, en ze liepen door het vuur heen dat viereneenhalve meter diep was, anderhalve meter breed, heen en terug, en er was zelfs geen schroeiplek van vuur aan hen, zelfs geen brandlucht. Noemt u dat God? Zeker niet. God is het Woord. "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God." En het Woord is nog altijd God. Hoe zullen wij gaan oordelen?

11 Mijn eigen moeder, die niet lang geleden naar de hemel is gegaan, zei: "Billy, jij bent mijn steun geweest in geestelijke dingen, ik... en jij hebt voor mij gezorgd en er op toegezien dat ik geen honger had."

     Ik zei: "Moeder, wij hebben een Katholieke achtergrond; wij weten dat, zijnde van Ierse afkomst." Ik zei: "Toen ik een jongeman was en de roep van God gevoeld had. Wij gingen naar geen enkele kerk, niemand van ons." Ik geloof dat ik nooit in mijn leven in een kerk ben geweest totdat ik een man was. En ik zei: "Ik ging naar de Katholieke kerk en zij zeiden: 'Wij zijn de kerk.' Ik ging naar de Lutheranen en zij zeiden: 'Wij zijn de kerk.' Naar de Baptisten: 'Wij zijn de kerk.'"

     Wel, welke is de kerk? Er zijn er negenhonderd of zoiets. Niemand kan daarop een geloof baseren. Niemand kan een geloof baseren op een sensatie. Er is er slechts één goed, en dat is Gods Woord. "Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal niet voorbijgaan."

12 Eva legde het alleen verkeerd uit, of Satan deed het aan Eva, slechts één klein onderdeeltje van Gods Woord, slechts een heel klein dingetje, en dat veroorzaakte al deze moeite. Is dat waar? Elke dood, elke baby, elke baby met een waterhoofd, elke kreupele man, elke dood, elke begraafplaats, en alles kwam doordat één persoon ongelovig was aan Gods Woord door één kleine verdraaiing. En als God het er toen niet bij liet zitten, hoeveel temeer nu? We zullen tot het Woord moeten komen of we zullen helemaal niet komen. Dat is juist.

     Dus u kunt zich voorstellen, bij liefdevolle mensen, lieflijke mensen, wat het kost om daar te gaan staan en niet te bedenken wat je gaat zeggen. Om te zien hoe de Geest deze dingen uitbazuint, maar toch is daar de vertroosting van Zijn nabijheid bij je, omdat je Hem ziet komen, je dingen laat zien. Ik kan nemen... Iedereen die denkt dat ik een waarzegger ben, een voorspeller, wist u dat dat de werkelijke reden was dat zij Jezus doodden? Precies die zaak, omdat Hij hun gedachten onderscheidde en dergelijke.

13 Als ik gisteravond de gedachten had gelezen, dan zou ik... zou ik zo'n... Als de Heilige Geest mij gisteravond zou hebben toegestaan te spreken over zulke dingen die gaande zijn, dan zou u mij het land hebben uitgegooid. Mensen geven je schouderklopjes en zeggen "broeder", en denken dat je een waarzegger bent. Denkt u niet dat ik dat weet? Ik kan de Geest van God niet hebben zonder dat te weten. "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen, meer dan dit zal hij doen; Ik ga naar Mijn Vader." Ziet u wat ik bedoel? Laten we bidden.

14 Hemelse Vader, laat de Heilige Geest nu tot ons spreken in deze volgende paar woorden. God, ik bid dat er niet één gemist zal worden op de oordeelsdag, dat wij daar allen zullen zijn en allen bedekt zullen zijn door het bloed van de Zoon van God. Vergeef ons onze overtredingen. Wij hoorden U op een dag zeggen, toen U ons onderwees hoe we moesten bidden, dat U tot de plaats kwam: "Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren." Toen stopte U en zei: "Als u vanuit uw hart niet elk mens zijn overtredingen vergeeft, zo zal ook uw hemelse Vader u niet vergeven." Dan zien wij de plaats waarin we ons bevinden.

     God, ik hoop dat ik zal leven om de dag te zien dat de gehele gemeente van de levende God opgesteld staat als één groot leger van Christus, allen bedekt door het bloed, elke zuster en broeder een heilige, voorwaarts marcherend in de kracht van het Woord van God. U zei dat U zou herstellen al wat de kevers en sprinkhanen en kruidwormen opgegeten hadden. Ik geloof dat U dat zult doen, Here. Ik houd eraan vast dat U het zult doen, en ik hoop het in mijn tijdperk te zien. Als het niet zo is, dan zal ik het zaad van Uw Woord zaaien. En als dan de Heilige Geest valt, zal het... Wij weten van de rechtvaardigen... de regen valt op de rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Dezelfde regen die het graan bewatert, bewatert ook het onkruid.

     Maar, Vader God, laten wij tijdens ons leven niets anders zaaien dan het zuivere Zaad van God. Daarom, als de Geest neerkomt en op ons valt, mag het een reproductie van Jezus Christus voortbrengen, zijnde een zoon of dochter van Jezus Christus. Ik vraag het in Jezus' Naam. Amen.

15 God zegene u allen rijkelijk. Dat mijn zegeningen met u zijn en mijn vrede op u. En ik weet niet... Ik hoop en vertrouw dat op een dag in een meer... Als het niet meer in dit land is, dan in dat land dat komt als wij geroepen worden om Christus te aanschouwen. En wanneer de trompet schalt, zullen de doden in Christus opstaan, en wij zullen Hem tezamen in één grote eenheid gaan ontmoeten.

     Ik wil slechts even spreken... Ik heb hier een horloge dat ik precies op dertig minuten kan zetten en dan zal het exact tien uur zijn. En als God het wil, zal ik er dan precies mee klaar zijn. Alleen een poosje van uw tijd, als u nog wat over hebt, slechts een klein beetje...

16 Nu tot u mensen uit Chicago, breng morgenmiddag uw zieken en die aangevochten zijn mee. Morgenmiddag in de Mather zal er een genezingsdienst zijn. Dat is toch goed, broeder Carlson, is het niet? Ik vroeg broeder Joseph of het goed zou zijn, en hij was er zeker van dat het zo zou zijn; dat is dus goed. En dan is er maandag de zendingsbijeenkomst voor broeder Joseph; deze vriendelijke kleine man van wie we allemaal houden.

     Sprak net tot een broeder hier die... Ik geloof dat hij mij die keer naar broeder Hegre had gebracht... Hegre... toen ik zo'n scherpe brief van hem gekregen had, en de Here ons die geweldige woorden had gegeven. En ik denk dat er ongeveer veertig of meer de Heilige Geest ontvingen daar bij het Lutherse college. Kunt u zich dat voorstellen? Maar toen hij kwam tot... Hij dacht dat het een opgepoetste zaak van een waarzegger was of zoiets. Maar toen hij eerlijk genoeg was om het Woord van God in zich op te nemen, toen kwam het tot hem. En dat maakte het verschil.

17 Nu ga ik lezen uit Johannes, het eerste hoofdstuk van... Niet Johannes, neem me niet kwalijk, van I Johannes 1:7. Laten wij allen dit vers lezen.

     Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.

     Ik wil even een ogenblik spreken over de gedachte van Gemeenschap. Daar wij hier in een conventie zijn, weten wij allen dat een conventie een tijd van gemeenschap is. En wij hebben... Ik houd van gemeenschap. Ik houd ervan bijeen te komen in een samenkomst waar wij gemeenschap kunnen hebben.

     (En als u mij wilt verontschuldigen dat ik na het lezen van mijn tekst tegen broeder Tommy Nichols die hier zit een opmerking maak. Ik ben zo blij dat u dat artikel plaatste in de... uw "Stem" van de Zakenlieden, over het visioen van het gaan naar de hemel, u hebt het exact weergegeven op de wijze waarop het was. Dank u, broeder Tommy. God zegene u daarvoor.)

18 Nu, over gemeenschap. Wat betreft gemeenschap, iedereen wil dat. Vanavond hadden zij daar in het motel gemeenschap. Waar ging het over? Over drinken. Zij hadden... Zij gingen nog meer flessen en bier halen bij de kroegen, en hier zaten ze allemaal: grootmoeders en grootvaders, ze dronken en deden de meest immorele dingen, totdat ik in de hete kamer de ramen moest dichttrekken en me opsluiten om het harde lawaai niet meer te horen. En het schijnt mij toe dat, als wij in een christelijke natie leven, dit zelfs niet behoorde te worden toegestaan. Maar ik vertel u één ding: als u begint te schreeuwen en te juichen, let dan maar op hoe lang dat door kan gaan. Daar zal heel gauw iets over gezegd worden. Toch zijn wij in een christelijk Amerika.

     Ik bleef in de kamer. Ik ging vandaag in een kleine plaats eten. Als ik hier ooit weer kom, zal ik hier gaan eten als ik binnen kan komen en ergens een kamer kan krijgen. Ik ging in een kleine plaats eten, en echt waar, zij hadden daar die oude boogiewoogie muziek, weet u, en rock-and-roll.

19 Ik ben een zendeling. Ik kom... Ik ben geweest in... ver weg bij de Hottentotten en daar in de jungles van Afrika. Ik hoorde dat daarginds, maar ik had nooit gedacht dat wij het in Amerika zouden horen. En daar ging het tekeer. En ze gingen allemaal tekeer. Ik werd er gewoon ziek van. En Billy en ik stonden op en liepen weg en gingen naar een andere plaats. En daar hadden ze niets binnen staan. Ik zei: "Kijk binnen, en als ze een van die kleine oude jukeboxen hebben staan, gaan we er niet in. Laat het gewoon gaan."

     Toen ik een keer op reis was, nam ik mijn gezin mee naar binnen in zoiets. Zij hadden hem aanstaan en ik liep erheen. Ik zei: "Meneer, ik ben een zendeling, en ik heb al het geld nodig dat ik heb, maar ik heb mijn gezin bij mij en we hebben allemaal honger. We hebben ongeveer drie uur geprobeerd een plaats te vinden om te eten. Ik zal u een vijfdollarbiljet geven als u daar die stekker er uittrekt tijdens het eten."

     Het maakte hem zo beschaamd, dat hij zei: "Houd gewoon uw vijf dollar. Als u maar zo weinig geld hebt, laat het dan maar zitten." Dat is het dus. O, christelijk Amerika, zeker. Ja, christelijk Amerika.

     Wij hebben van alles geprobeerd. Zij hebben gemeenschap rondom dat soort dingen. Kraaien hebben gemeenschap op een dood karkas, maar duiven eten duivenvoedsel. Zij hebben gemeenschap in het tarweveld. Het hangt er dus vanaf wat uw... wat u bent. Een duif kan niet... Nu, hij kan geen gemeenschap hebben met de kraaien en gieren omdat hij geen gal heeft; er is geen bitterheid in hem. Hij kan het niet eten, het zou hem doden. En een Christen kan geen gemeenschap hebben rondom zoiets. Het zou de echte Geest Die in hem is, doden; de Heilige Geest grieven, en Hij zou weggaan.

20 Nu, wij proberen gemeenschap te krijgen met de naties. Wij spenderen miljarden dollars om het aan buitenlandse naties te geven voor vriendschap, en het communisme verspreidt zich evengoed over het hele land. Zie?

     Wel, hier niet lang geleden hadden we een oorlog. En iets van het spul dat in de VS was gemaakt, werd naar ons teruggeschoten. Kijk, wij proberen spul naar hen toe te sturen en dergelijke dingen, maar ze vuren het naar ons terug. Je kunt op die manier geen vriendschap krijgen. Dat kun je gewoon niet.

     Nu, vervolgens hebben wij geprobeerd mensen te leren hoe ze vriendschap kunnen krijgen. Er bestaat geen manier om mensen vriendschap te leren. Je raakt steeds verder van huis. De kerk verloor haar geboorterechten toen ze onderwijs aannam in plaats van redding waardoor geprobeerd wordt mensen tot de kennis van Christus te brengen. Zij probeerden via kerken gemeenschap te verkrijgen. U kunt dat niet doen, omdat u een grenslijn trekt en de andere kerel buiten sluit. U kunt dat niet doen. Er is geen manier om gemeenschap te hebben in denominatievormen. U zult nooit in staat zijn om dat te doen, omdat elke denominatie...

21 Wel, in deze Wereldraad van kerken bevechten ze zichzelf. Zij snijden zichzelf de keel af. Hoe kunnen zij ooit gemeenschap krijgen als mensen die daarin zijn zelfs niet in God geloven? Ongelovigen en van alles, hoe kunt u... Jezus zei: "Hoe kunnen twee tezamen gaan tenzij zij samenstemmen?" Hoe kunt u dat doen? Er bestaat slechts één manier waarop u met een ander kunt wandelen; dat is wanneer u met hem overeenstemt. Dus hoe kunt u zich in denominaties afsluiten enzovoort en een overeenkomst sluiten als de een zich van de ander afscheidt?

     En toch wil God dat wij gemeenschap hebben. Er is iets in ons om gemeenschap te willen hebben. De mens heeft dat altijd gewild. Maar hij heeft altijd geprobeerd het te bereiken door zijn eigen kennis van hoe het gedaan moet worden. En hij zal nooit in staat zijn om het te doen.

     Er bestaat slechts één plaats van zuivere gemeenschap, en dat is onder het vergoten bloed van de Onschuldige. Dat is de enige manier waarop wij het kunnen hebben. Wij zouden graag gemeenschap hebben met elke kerk als die Luthers was. Als elke kerk Baptist zou zijn of zoiets, zouden we allemaal gemeenschap kunnen hebben onder de denominationele rechten. Maar wij die de Bijbel lezen, weten dat deze dingen veroorzaken dat wij het oneens zijn met elkaar.

22 Nu, de enige zaak waaronder wij gemeenschap kunnen hebben, is, zoals wij hier vanavond zitten: Methodisten, Baptisten, Lutheranen, Presbyterianen, of wat ook meer, wanneer wij onder het vergoten bloed van de Onschuldige zijn. Dat was Gods vereiste, en God verandert Zijn programma nooit. Als God eenmaal een besluit neemt, moet Hij voor altijd bij dat besluit blijven.

     Nu, Hij is oneindig. Wij zijn niet oneindig. Wij zijn sterfelijke wezens; dus daarom zijn wij eindig. Wij kunnen daarom niet oneindig zijn. Wij doen dus beloften. U doet beloften; u moet ze breken. U doet vandaag iets en morgen weet u er meer over, dus morgen kunt u het beter. Volgend jaar doet u het nog beter dan vandaag omdat u er meer over geleerd hebt. Want wij zijn eindig, gebonden aan deze kleine drie dimensies waarin wij leven.

     Maar God is oneindig. Daarom kan God eenmaal spreken en Zijn beslissing is perfect en kan nooit veranderen. Om die reden is "mijn geloof op niets anders gebouwd dan op Jezus' bloed en gerechtigheid. Als alles rondom mijn ziel wegvalt, dan is Hij al mijn hoop en steun. Want op Christus, de vaste Rots, sta ik, alle andere grond is zinkend zand."

23 En Christus is het Woord. Hij is het Woord. Op... Hij zei dat hemelen en aarde voorbij zouden gaan, "maar Mijn Woord zal nooit voorbijgaan." Niet één woord ervan kan falen, omdat het Gods Woord is. U kunt niet... In het laatste boek van Openbaring staat: "Wie één woord hieruit wegneemt, of één woord eraan toevoegt, datzelfde zal van hem worden weggenomen... zijn deel uit het boek des levens."

     Daarom, elke geloofsbelijdenis, al het andere dat iets zou toevoegen aan Gods Woord, of er iets uit zou wegnemen, betekent dood om dat te doen, zoals het met Eva in den beginne was. Het is een doodstraf om af te nemen of toe te voegen. Neem het gewoon op de wijze waarop het er staat. De Bijbel zegt: "Het is niet van eigen uitlegging." Het is al uitgelegd. Lees het eenvoudig en geloof het. God waakt over Zijn Woord om het te houden. Daarom is het Zijn Woord waarop wij moeten staan.

24 Nu, de enige plaats... Daarom is de enige plaats voor gemeenschap: Zijn Woord te geloven onder het vergoten bloed, waar iedereen zich omheen kan verzamelen en hetzelfde voelen; omdat het onder één plaats is van het vergoten bloed. Nu, om uw geloof op enige andere zaak buiten het Woord van God te plaatsen, is zinkend zand. Het maakt niet uit wat het is, het is nog steeds zinkend zand. Het moet het Woord zijn. Dat is waar. Wij geloven dat.

     Dat is de reden dat ik geloof heb om te geloven dat alles wat God beloofd heeft... Nu, ik zeg dat God dingen kan doen die niet in het Woord geschreven staan. Dat is waar. Maar zolang... Ik hoef mij daarover niets af te vragen. Maar zolang Hij mij geeft wat Hij hier beloofde, zal ik gewoon tevreden zijn met wat Hij beloofde. Dan weet ik zeker dat ik het juist heb. Blijf bij Zijn Woord. Zijn Woord kan niet veranderen. Want als Hij kan veranderen, dan kan God veranderen, als het Woord kan veranderen. Als het Woord verandering nodig heeft, dan is God God niet.

25 Als God een mens ontmoet, en op basis van zijn geloof onder het vergoten bloed de eerste man, Adam, redde, dan moet Hij altijd bij datzelfde programma blijven. Als Hij dat niet doet, deed Hij iets verkeerd toen Hij Zijn eerste beslissing nam. Toen God een mens redde – en de enige wijze waarop Hij hem redde was door het vergoten bloed van een onschuldig lam – als dat de basis was waarop God besliste dat een mens gered moest worden, dan moet alles... Als Hij het ooit verandert vanwege iemands geloofsbelijdenis, of voor een kerk, of enig dogma, dan nam God de verkeerde beslissing in de hof van Eden. Want de eerste man die Hij ooit redde, redde Hij op basis van zijn geloof in het vergoten bloed van een onschuldig lam. Dat was de enige plaats waar hij kon komen.

     God koos een plaats, riep Adam en Eva, en stortte het bloed van een onschuldige en bedekte hen met de substantie van deze onschuldige, met het bloed op hen. Dat was de basis waarop een mens tot God kon spreken, en Zijn Woord kon horen, en Zijn Woord ontvangen: onder het vergoten bloed.

26 En de enige manier waarop mensen, of kerken, of volken ooit de echte waarheid over God zullen weten, is door onder het vergoten bloed van de Onschuldige te komen in Zijn tegenwoordigheid. Dan zal de Geest Die op u komt, getuigen dat dit Woord waar is, elk woord ervan, en dat het geen enkele correctie nodig heeft. Dat is juist. Het moet op die wijze blijven omdat Hij God is, en Zijn beslissing moet perfect zijn, en voor eeuwig perfect.

     Laten we die zaak een paar ogenblikken doornemen. Het eerste wat je weet, is, dat mijn dertig minuten voorbij zijn en dat ik nog niet eens begonnen ben.

     Nu. En onder het vergoten bloed... Nu, wij zijn ons ervan bewust dat het oudste boek in de Bijbel Job is, het oudste geschreven boek. Het stond geschreven voordat Mozes Genesis schreef. Er staat dat het werd geschreven voordat Mozes Genesis schreef, liever.

27 Nu, merk op. Job, een rechtvaardig man, een godvruchtig man. Op een dag was alles tegen hem. Satan had een idee om hem God te laten verloochenen. En toen hij dit deed, Job... Ik houd ervan om Job te lezen. Veel mensen zeggen dat het een raadsel is. Dat is het niet. Het is het Woord van God. Jezus verwees naar Job met: "Heeft u niet gehoord over het geduld..."

     Ongeacht wat er gebeurde, hoezeer hij vervolgd werd, hoeveel er ook over gezegd werd dat hij op het verkeerde pad was, Job stond pal met het Woord. Ik houd daarvan. Hij zei: "Misschien hebben mijn kinderen gezondigd. Ik zal een offer voor hen brengen."

     Nu, het enige wat de man kende, was het brandoffer. Dat was Gods vereiste. En veel mensen denken soms dat, vanwege een ramp die met een Christen gebeurt: "O, hij is uit de wil van God gegaan. Zij hebben de kerk verlaten; zij gingen uit...?..." Soms is dat niet juist, omdat God elke zoon die tot Hem komt, kastijdt. Hij reinigt hem, en zuivert hem, en beproeft, om te zien of hij stand zal houden. Dat is wat Hij in de tijd van Job deed.

28 Ik predikte een keer gedurende ongeveer zes maanden over Job toen ik voorganger was. Er was een dame die genoeg oprechtheid had... Ik had hem op die ashoop, daarbuiten zittend, weet u, helemaal vol met zweren en een stuk potscherf om zijn zweren te krabben. En een dame zei: "Broeder Branham, gaat u ooit Job van die ashoop afhalen?" Ongeveer drie zondagen; maar ik was daar iets rondom aan het opbouwen.

     Daar was hij. Hij was een profeet. Hij was Gods gezalfde. En het enige ding wat de man wist om te doen, was om bij het Woord te blijven. Dat is alles. Zij kwamen en zeiden: "Job, je weet dat je verkeerd hebt gedaan. Kijk wat er met jou is gebeurd. Iedereen heeft je de rug toegekeerd. En hier zijn je vrienden allemaal weggegaan. Het enige wat je kunt doen, is hierbuiten zitten, en kijk ernaar wat een miserabel uiziend wrak je bent, met zweren en van alles wat over je is uitgebroken. En kijk naar je toestand." Maar Job zei dat hij niet had gezondigd omdat hij op Gods aangewezen weg onder het vergoten bloed was gekomen.

29 Dan is God verplicht aan een man die zo zal standhouden. Hij laat hem gewoon gaan tot de laatste persoon, zelfs zijn vrouw kwam eraan en zei: "Job, waarom vervloek je God niet en sterf?" Denk eraan, zijn eigen vrouw keerde zich tegen hem. En omdat iemand zich tegen ons keert en denkt dat wij raar en vreemd zijn... Al Gods mensen zijn raar en vreemd voor de wereld. Zeker zijn ze dat. "U bent een bijzonder volk, een koninklijk priesterschap, God offers brengend, de vrucht van onze lippen die Zijn Naam prijzen."

     Nu, wij bemerken dat zelfs Jobs vrouw zich tegen hem keerde. Keerde zich tegen hem en zei: "Waarom vervloek je God niet en sterf?" Met andere woorden: "Je ziet er miserabel uit. Waarom vervloek je God niet en sterf?"

     Hij zei: "Gij spreekt als een dwaze vrouw."

     Nu, hij noemde haar nooit dwaas; hij zei dat zij sprak als zo een. Hij zei nooit dat zij dwaas was. Nee, laat mij... Ik corrigeer dit. Soms geef ik u, zusters, een standje; ik zeg niet dat u werelds ben; maar soms lijkt u erop. Dus ik... ik zeg niet dat u verkeerd doet. Maar soms kleedt u zichzelf zoals... zodat het erop lijkt. Ziet u? Dus Job vertelde zijn vrouw... Ik wil daar niet verder op in gaan.

     Job vertelde zijn vrouw, zei: "Gij spreekt als een dwaze vrouw."

30 En na een poosje... O, God is altijd getrouw als wij op Gods voorziene weg komen. Job zei: "Ik heb mijn belijdenis gedaan. Ik heb het brandoffer gebracht." Dat is exact wat God vereiste. Hij aanbad God onder het vergoten bloed. En plotseling kwam de Geest op de profeet, en de donders rolden en de bliksem flitste, en hij zei: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft. En in de laatste dagen... Ofschoon de huidwormen dit lichaam vernietigen, toch zal ik in mijn vlees God zien, Die ik voor mijzelf zien zal." Zie, onder het bloed...

     Daar zat de rest van hen zo ver erbij vandaan als maar mogelijk is. Maar Job bleef onder het bloed met het Woord (dat is het), onder het bloed met het Woord. Ongeacht hoe donker het wordt, blijf gewoon doorgaan. Houd vast aan Gods onveranderlijke Woord. Ga regelrecht door. Als u het Woord vasthoudt, houdt u Zijn hand vast. Ga door.

31 En toen dan de bliksem flitste, zag hij – zijnde een profeet – het visioen van het komen van God. Hij wist dat zijn huidwormen zijn lichaam zouden vernietigen, maar hij zei: "Toch zal ik in mijn vlees God zien, Die ik voor mijzelf zien zal. Mijn ogen zullen het zien en geen ander. Want wij brachten niets in deze wereld mee; het is zeker dat wij er niets uit meenemen. De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen. Gezegend zij de Naam van de Here." Hij bleef onder het vergoten bloed en het Woord, de belofte. Hij was geestelijk. Hij was een profeet. Het leek alsof God hem Zijn rug had toegekeerd, maar het was alleen om hem op de proef te stellen en om te zien of hij met het Woord zou blijven staan.

     Wij worden allen beproefd. Iedere Christen, iedere zoon, ieder kind dat tot God komt, wordt beproefd door het Woord om te zien of u er getrouw aan bent. Als de ontmaskering komt, welke beslissing zult u dan nemen? Dat is het. En hij die geen kastijding kan verdragen maar doorgaat met de wereld, is een onwettig kind, en geen zoon of dochter van God. Zeker niet.

     Nu, maar de geestelijk gezinde grijpt het Woord, richt zich ernaar, en de Geest komt neer onder het vergoten bloed en neemt die persoon.

32 Israël had één ontmoetingsplaats voor gemeenschap, slechts één plaats waar Israël God kon ontmoeten, en dat was onder het gestorte bloed. Onder geen andere plaats ontmoette God hen dan onder het gestorte bloed.

     Nu gaan we voor een ogenblik over naar Numeri, het negentiende hoofdstuk, alleen om aan te halen. We hebben geen tijd om het te lezen, maar halen het alleen aan. Wij ontdekken in Numeri 19 dit, dat God de kinderen van Israël op hun reis vertelde: "Haal Mij een rode vaars waarop nooit een juk is gekomen." Wat is dat? Dat betekent iets.

     Als we tijd hadden, konden we op deze symbolen van een rode vaars ingaan. Zij moest rood zijn, geen vlek op haar: rood. Rood is een slechte kleur in één betekenis van het woord. Maar rood is de kleur van verzoening. Wist u dat wetenschappelijk gezien rood door rood wit lijkt? Dat is juist. Rood door rood, kijkend naar rood door rood heen, lijkt wit. "Ofschoon uw zonden rood zijn als karmozijn..." Maar als God door ze heen kijkt door het vergoten bloed van Zijn Zoon, bent u wit als sneeuw: rood door rood. Geen andere kleur doet dat. Rood door rood lijkt wit. En dat is de wijze waarop God naar u kijkt, ofschoon u... Ongeacht wat u bent, als u onder het vergoten bloed bent gekomen, ziet God u niet, maar Hij kijkt door het bloed. En ofschoon uw zonden zovele zijn, ziet u er voor Hem toch zo wit uit als een lelie.

33 De rode vaars zonder vlek op haar behoorde nooit een juk op haar nek te hebben. Ik kon dat nu precies in stukken laten springen. Zij is met niets in één juk (dat is juist), geen ongelovige organisatie. Zij blijft vrij. Want wat moest zij zijn? Het offer. Dan moest zij verbrand worden, gedood in de avondtijd, op... niet in de morgen, in de avond. En dan moest zij verbrand worden, en haar as moest apart worden gehouden voor de wateren der afscheiding. O, wat een prachtig beeld is dit, als we er maar op in konden gaan: hoe de wateren, of de as die erin gedaan was, de wateren der afscheiding maakte. Vervolgens moesten zij haar bloed nemen en zeven strepen over de deurpost maken waar je de samenkomst binnenkwam (vanuit de voorhoven in de samenkomst), in de heilige plaats. En toen was de Geest in het heilige der heiligen.

34 Merk op. Nu, wat een prachtig beeld hier. Ik hoop dat u het gedurende deze vijf of zes minuten kunt vatten. Let op het heilige der heilige, en hoe de weg van toenadering werd gemaakt voor de onreine persoon. Zij hadden bepaalde processen waar zij doorheen moesten gaan. Ten eerste moest de onreine naar de buitenhof komen en daar besprenkeld worden met de wateren der afscheiding. Wat zijn de wateren der afscheiding? De Bijbel vertelt ons dat wij zijn gewassen door het water van het Woord der afscheiding. Daarom scheidt het Woord ons af van ons ongeloof. Hoe zou een kerkleer dat kunnen? Het is het Woord. Het Woord scheidt ons af. Het is datgene wat ons laat weten dat wij fout zijn. Als u naar de kerk gaat die zegt: "Het is goed om dit te doen", en dan gaat u hierheen en hier zegt men: "En doe dat..." Kom tot het Woord. Het Woord is wat ons afscheidt.

     En merk nu nog iets op. (Ik hoop dat u me vergeeft als ik over deze tijd heenga.) Let op iets anders. (Het is gewoon te goed om het te laten gaan.) Degene die dit water van afscheiding sprenkelt, moet schone handen hebben. En dat moet in een reine plaats bewaard worden. Het water van afscheiding kan niet in een onreine plaats verblijven. Het moet bewaard worden in een reine plaats.

35 De buitenste voorhof; wat is dit? De zondaar die komt en het Woord hoort, bouwt geloof in hem op dat het God is. "Geloof komt door horen, het Woord van God horen." Nu, wat proberen wij te doen? In gemeenschap geraken. Nu, de man hoorde het Woord. Hij geloofde het Woord, en daarna werd hij besprenkeld met het water der afscheiding. Toch was hij nog niet in gemeenschap. Nee, zeker niet. Nu, u fundamentalisten, ik wil dat u hiernaar kijkt. Hij had nog steeds geen gemeenschap.

     Onthoud dit. Toen Israël vanuit Egypte kwam, kwam Moab hen tegemoet en wilde hen geen opwekking in zijn land laten hebben; er was geen samenwerking. En Moab geloofde in dezelfde God waar Israël in geloofde. Zij gingen heen om hun bisschop te halen, Balak, brachten hem daarheen, en hij was net zo fundamenteel als Israël. Israël dat ronddwaalde, geen plaats had om heen te gaan. Deze grote georganiseerde natie die hier bijeen was, bracht haar hoogwaardigheidsbekleders erheen om dat stel afvalligen (zoals ze zeiden), die eraan kwamen te vervloeken.

     Zij vergaten dat dit stel mensen die geen plaats hadden om naartoe te gaan, maar zwervers en pelgrims en vreemdelingen waren... Zij faalden om die Vuurkolom te zien die voor hen uitging. Zij faalden om die koperen slang te zien, en die geslagen rots die hen volgde, ofschoon zij verkeerd hadden gedaan.

36 Bileam dacht: "Zeker, ik als fundamentalist zal het zeker doen." En hij bouwde zeven altaren. Dat is wat God vereiste, het perfecte getal. Hij bracht zeven reine ossen, geheel precies wat Israël had. Zeven altaren wat Israël had, zeven kandelaren, enzovoort, het perfecte getal. En hier was deze bisschop hetzelfde aan het doen: zeven reine offers, en ook zeven rammen, wat over geloof sprak dat een... de Zoon van God, het Lam van God, komende was.

     Over fundamenteel gesproken: hij was net zo fundamenteel als Israël. Maar hij had niet de Geest. Hij was niet in gemeenschap met God. Als dat zo was, heeft God iets uit te leggen aan fundamentalisme, want dan verwierp Hij beslist de verkeerde persoon. Want dan had Hij Moab moeten accepteren, en moest Hij Israël ook accepteren. Als God slechts aanbidding aanneemt, een kerk, een altaar... Kaïn was net zo fundamenteel als Abel. Kaïn bouwde een altaar. Kaïn bereidde een offer; Kaïn aanbad. Als een altaar, naar de kerk gaan, offers, kerkleer, en al deze dingen alles is wat God vereist, dan was Hij fout toen Hij Kaïn veroordeelde, want Kaïn kwam op die manier op dezelfde gronden waarop Abel kwam. Geheel juist.

37 Maar wat was het? Door openbaring, door openbaring, niet door opleiding, maar door openbaring. Abel zag dat het geen bananen of appels waren die Eva at, en hij offerde bloed; en God accepteerde het. Het was aan hem geopenbaard.

     Dat is de reden dat Jezus Zelf zei, toen Hij van de Berg der verheerlijking afkwam: "Wie zegt gij dat Ik ben?"

     De een zei: "Mozes, Elia", enzovoort. Het bovennatuurlijke schudt zulke dingen. Maar Petrus zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." De...

     Hij zei: "Gezegend zijt gij, Simon, zoon van Jonas! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard." U hebt het nooit in een seminarie geleerd. Het waren niet alleen maar woorden. "Maar Mijn Vader Die in de hemel is, heeft dit aan u geopenbaard."

38 Nu, de Katholieke kerk zei dat het Petrus was waarop zij de kerk bouwden; de Protestanten zeiden dat het op Christus was. Op de manier waarop ik het zie, was het geen van beide. Het was op de openbaring van het Woord. Want Hij zei: "Gij zijt Petrus; en vlees en bloed heeft dit niet aan u geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemel is, heeft het aan u geopenbaard. En op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel kunnen haar niet overweldigen." Dit wil zeggen dat de hele poort van de hel tegen haar zal zijn, maar haar nooit zal kunnen overweldigen. Het Woord zal hoe dan ook voorwaarts marcheren. "Op deze rots bouw Ik Mijn gemeente." Liet zien dat alles tegen haar zou zijn, maar niet kan overwinnen. Zij zal hoe dan ook voorwaarts marcheren.

39 Nu, wateren der scheiding scheiden ons, laten ons erkennen dat wij zondaars zijn, dat wij overtreders zijn. Dat is de reden waarom ik er zo op hamer. Dat is de reden dat elke prediker behoort op te staan tegen alles waarvan God zegt dat het verkeerd is om te doen. Als hij met de Geest vervuld is, zal hij dat doen, want het komt van de hemel (zie?), tegen het verkeerde... wat men niet moet doen. Dat is het water der afscheiding.

     Dat was nog altijd niet genoeg. Hij begreep het. Dat was zijn kennis, zijn gedachten, de schoot van zijn gedachten, het strijdtoneel waar de strijd wordt uitgevochten: in de gedachten. Dan verwierp hij ze. Hij accepteerde dat het Gods voorziene weg is. Is hij nu gereed voor gemeenschap? Nee, nee. Dat was Luthers boodschap. Daarna kwam... Hij gaat op weg; hij gaat nu de goede kant op. Welke weg gaat hij? Naar de samenkomst. Hier wordt hij afgescheiden door de wateren, gewassen door het water van het Woord. Hij wordt afgescheiden van zijn zonden.

40 Nu keert hij zich om. Vervolgens moet hij de zeven strepen herkennen. Wenste dat wij tijd hadden om daar op in te gaan: zeven gemeentetijdperken, zeven kandelaren, hetzelfde. Elk tijdperk, elke gemeente, al het andere moet herkennen dat het om het bloed gaat. Elke gelovige... Hij is nog steeds niet in gemeenschap. De samenkomst daarbinnen is in aanbidding. Maar hij is hier buiten zichzelf aan het gereedmaken. Hij is nog steeds aan het debatteren over denominatie en organisatie en al het andere.

     Maar wanneer hij onder het bloed komt... Wat doet hij als hij naar dat bloed kijkt? Het doet herkennen, laat hem herkennen dat iets stierf en zijn bloed vergoot, en voor hem uitging om een weg te banen voor gemeenschap.

     Dan ziet hij de bloedstrepen op de deur. Hij herkent... Nadat hij het Woord van God kent, komt hij om het vergoten bloed te herkennen. En hij moest onder het vergoten bloed komen, zoals Israël in Egypte, enzovoort. Hij komt onder het bloed. Nadat hij dan van zichzelf herkent... En in Hebreeën 13:12 en 13 staat: "Opdat Jezus het volk mocht heiligen met Zijn eigen bloed, heeft Hij buiten de poort geleden." Hij was ons Offer. Elk element dat van Zijn lichaam kwam, maakt deel uit van de nieuwe geboorte.

41 Luister, zusters, ik ben uw broeder, en ik hoop dat u mij begrijpt. Wanneer een baby wordt geboren, wat is dan de natuurlijke procedure van de natuurlijke geboorte? Het eerste is – als het een normale geboorte is – water; het volgende is bloed; dan het leven. Komend van het lichaam van Jezus Christus; zij doorstaken Zijn zij: water, bloed en "in Uw handen beveel Ik Mijn Geest". Er waren drie elementen die van Zijn bloed kwamen: rechtvaardiging, heiliging, de doop van de Heilige Geest. Dat brengt u door het bloed in de gemeenschap.

     Als dan deze man, afgescheiden door het Woord, geheiligd door het bloed, de Goddelijke gemeenschap binnen wandelt, dan bevindt hij zich in de samenkomst van de mensen waar de kracht van God valt. En in gemeenschap zijnde, maakt het hen niet uit wat dit, dat of wat anders is; zij bevinden zich allen op één plaats en in harmonie, "en het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle ongerechtigheid". Dan hebben wij gemeenschap, de een met de ander. Amen. O, wat zou ik daar graag een poosje bij stil willen staan. Jazeker.

42 Maar hier is een reden. Dat is de reden dat ik van deze Zakenliedenconventies houd. Iemand maakte niet lang geleden een opmerking dat de Zakenlieden bezig waren met... samen wilden gaan met een bepaalde organisatie. Ik zei: "Als zij dat doen, geef ik mijn lidmaatschapskaart terug." Dat doodt de zaak precies daar; dat doet het elke keer. Zeker doet het dat. Jazeker. Nee, meneer. Ik hoor bij hen omdat zij precies daarvoor staan waar ik in geloof. Het maakt mij niet uit of u Methodist bent, Baptist, Presbyteriaan, wat u ook maar bent. Als u onder het bloed komt, broeder, hebben wij gemeenschap, de een met de ander, en iedereen ziet er hetzelfde uit.

     Toen Jezus die beroemde gelijkenis onderwees, en sprak over het bruiloftsmaal, vond Hij daar één man die geen bruiloftskleed aan had. U... Wij weten wat de gewoonten in het Oosten zijn. Ik ben daar geweest en ik weet dat... Zij delen de uitnodiging uit. En iedereen die een uitnodiging heeft, komt, ongeacht of hij arm of rijk is, ongeacht of hij zich goed kan kleden of niet. Er staat een man bij de deur (de bruidegom) die hem een kleed geeft. Als hij binnenkomt, is hij gekleed met een kleed. Het geeft niet of hij lompen draagt, wat hij ook is, hij doet het kleed aan. En ieder van hen ziet er hetzelfde uit omdat zij onder het kleed zijn, en zij kunnen geen kleed krijgen zonder de uitnodiging.

43 En deze man was op een andere manier binnengeglipt. Hij kon geen gemeenschap hebben omdat hij niet juist gekleed was. En als iemand zich door zijn geloofsleer of zijn denominatie laat afscheiden van zijn broeder, is er iets fout. Hij is binnengeglipt door een denominatiepoort of iets dergelijks. En de Bijbel zei: "Bind hem, en werp hem in de buitenste duisternis waar wening zal zijn en geklaag, en knarsing der tanden."

     Broeder, het zijn geen geloofsbelijdenissen die ons binnen brengen. Het zijn geen geloofsbelijdenissen die ons in gemeenschap brengen. Het... Opleiding brengt ons er verder bij vandaan dan iets anders waarvan ik weet. God... Het was geen opleidingsprogramma. Het was een programma van de dood van Zijn Zoon: dood, begrafenis en opstanding, het vergieten van het bloed. En daardoor, onder dat bloed hebben wij gemeenschap met elkaar, omdat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, ons reinigt van alle zonden.

     Wat is zonde? Ongeloof. Amen. Er is niemand in die gemeenschap of aanbidding die het met enig woord dat God ooit sprak oneens zal zijn. Waarom? Precies het Offer dat voor hem stierf, is Degene Die het Woord schreef.

44 Wanneer een gelovige in het Oude Testament kwam om te aanbidden, en hij had iets verkeerds gedaan, dan kon hij dat niet tenzij hij door het bloed kwam. Wat deed hij? Hij bracht zijn lam, liep naar de priester toe. De priester onderzocht het lam om te zien of het een goed lam was: perfect. Dan legde hij zijn handen op het lam en beleed zijn zonden. Dan waren de zonden overgedragen van hem naar het lam. Het lam moest sterven omdat hij geen zondaar meer was maar het lam. Zij sneden zijn keel door. Het bloed liep eruit. Het sprenkelde op... brandde op het vuur. Goed.

     Bemerk. Nu, dat zou goed genoeg moeten zijn. Maar waarom, waarom werkte dat niet? Het toonde aan dat er iets groters zou komen, omdat het bloed van een geit of een schaap niet voor een zonde kon verzoenen. Het kon het bedekken, maar kon het niet wegdoen. Waarom? De geest dat het leven is wat in de bloedcel is, in de chemie van het bloed, in het leven... In de bloedcel was schapenleven. En dat schaap dat stierf, dat leven van dat schaap kon niet op de aanbidder terugkomen. Daarom kon het niet werken.

45 Maar wanneer wij naar Calvarie komen, en door geloof onze handen op het Lam van God leggen, en Zijn bloedcel werd verbroken... Welke geen Jood of heiden was, Hij was God. En wij, door dat onvervalste bloed, niet door seks, maar door een scheppende kracht van Jehova Zelf, Die de bloedcel schiep in de schoot van de maagd en de Zoon van God voortbracht...

     Hij was niet de Zoon van Maria. Nee, noemen... U Katholieken noemen haar "de moeder van God", noemen haar de moeder van God. Hij noemde haar op een keer zelfs geen moeder. Hij noemde haar vrouw. Dat is wat zij was. Zij was een broedmachine die God gebruikte precies zoals Hij elke andere persoon kon gebruiken. Zij was niet de moeder van God. God heeft geen moeder. Hij was God alleen. "In Hem woonde de volheid van de Godheid lichamelijk."

46 Wanneer wij onze handen daarop leggen en belijden dat Hij onze Redder en onze God is... En als wij door geloof onze handen op Hem leggen, en het bloed dat daar op Calvarie werd gestort, dan worden wij in de gemeenschap gebracht. En de Heilige Geest Die in die bloedcel was, keert terug naar de gelovige, hem een zoon of dochter van God makend. Dan hebben wij gemeenschap. En als de Heilige Geest de Bijbel schreef, hoe kan dan de Heilige Geest onder het bloed dat u hebt geaccepteerd ooit terugkomen en het Woord ontkennen? Amen. Daar is de gemeenschap, onder het bloed. Amen.

47 Dat is zo zuiver als ik maar weet wat het Evangelie is, broeders. Dat is de enige redding waarvan ik weet. Dat is het enige waar mijn geloof op is gebouwd, precies daarop, het bloed van Jezus Christus, Immanuëls aderen, waar zondaars gedompeld in die vloed al hun schuldige smetten verliezen. En als wij daarin komen, onder dat bloed en onszelf herkennen als zondaars, komen wij er aan de andere kant uit. En Hij verzegelt ons geloof op die wijze door Zijn Heilige Geest, en hoe kan dezelfde Heilige Geest Die de Bijbel schreef en elk woord erin plaatste, hoe kan die Heilige Geest Zich omkeren en dat Woord ontkennen? Hoe kan Hij een kerkleer accepteren in plaats van het Woord? Hoe kan Hij een dogma accepteren in plaats van het Woord? Dat kan Hij niet. De Heilige Geest zal elk woord van God met "Amen" bekrachtigen.

     O my. Dat is de gemeenschap waarin ik geloof. Dan heeft u niet slechts gemeenschap met elkaar, wij hebben gemeenschap met Christus. Waarom? Wij zijn... beschouwen onszelf als dood, en begraven, en met Hem opgestaan in de opstanding, en zijn nu gezeten in hemelse plaatsen in Christus Jezus.

48 Ik las niet lang geleden een klein verhaal (bij het sluiten). Er was een Amerikaanse jongen, zoals een heel stel van hen die naar Rome gingen om kunst te studeren in de grote musea voor kunst in Rome. Als u daar ooit was, verbazingwekkend! Wie van u zijn ooit in Rome geweest? Ik veronderstel dat velen van u daar waren. Was u daar in St. Angelo? Maakte dat niet dat u zich beschaamd voelde over uzelf? Toen ik uitstapte bij St. Angelo om naar binnen te gaan, een door de Katholieken gecontroleerde plaats, stond daar een groot bord (in Rome, waar prostitutie een...) waar op een groot bord stond: "Aan alle Amerikaanse vrouwen, trekt u alstublieft wat kleding aan en respecteer de doden." Dat is ons christelijk Amerika; Rome moet iets dergelijks zeggen.

49 Goed. In dit land van Rome bevond zich een jonge kunstenaar. En op dat terrein bemerkte een oude conciërge dat deze jonge kunstenaar anders was. 's Avonds doen ze daar allemaal zoals zij hier bij ons doen.

     Laatst gingen wij in de buurt van een zekere grote Bijbelschool vissen, en we gingen naar een plaats om in de namiddag te vissen. Toen we terugkwamen, heb ik nog nooit zo'n lawaai in mijn hele leven gehoord: jonge meisjes en jonge jongens van dit bekende college daar met shorts aan. O my, en praatjes waar je nog nooit van gehoord hebt, stoom afblazend. En ik veronderstel dat zij dachten dat dit de manier was waarop je het moet doen.

     Wat hebben de predikers daar uitgebroed? Wat zal de volgende generatie gaan zijn? Als het nu vol van Ricky's en Elvissen is, wat ter wereld zal het in een andere generatie gaan zijn? Wat moet dat worden? Daar bent u er. O, broeder, dat is precies... iets wat mij aangrijpt; ik kan het niet helpen.

50 Merk op. Deze jongeman was anders. Op een dag volgde de oude conciërge hem. Elke dag zou hij omhoog de heuvel opgaan naar de ondergang van de zon, om naar de zonsondergang te kijken, liever gezegd. Hij zou over het land uitzien, daar zo staande met zijn handen. En de andere kinderen zouden allemaal uitgaan nadat het werk van die dag voorbij was en zij zouden drinken en tekeer gaan. Sommigen van hen hadden gemengd zwemmen, en partijtjes en van alles, en de beest uithangen, behalve deze jongeman. Op een dag vatte de oude conciërge die hem elke dag gadesloeg, moed. Dus op een dag volgde hij hem tot dichtbij. De jongeman stond daar en keek over de zee naar dit land, in de richting van de ondergaande zon. De oude conciërge zei: "Neem me niet kwalijk, jongeman, ik zou je graag een vraag willen stellen."

     Zei: "Ja meneer. Wat is het, meneer"

     Zei: "Je bent nu ruim een jaar hier." En zei: "Ik heb je iedere dag gadegeslagen. Je komt hier tegen zonsondergang als de diensten daar voorbij zijn, jouw... jouw lessen in de kunst." En zei: "Je komt hier en let op het ondergaan van de zon." Hij zei: "Ik ben gewoon een nieuwsgierige oude man." Hij zei: "Ik wilde gewoon graag weten waarom je dat doet? Ik zou het graag willen weten. Misschien ben ik alleen maar nieuwsgierig." Zei: "Vergeef mij als ik fout ben om het je te vragen."

     Zei: "Nee. Nee meneer." Hij zei: "In de eerste plaats ben ik een Christen."

     De oude conciërge zei: "Dat ben ik ook." Hij zei: "Dan begrijp ik waarom je niet uitgaat naar een partijtje, niet uitgaat en handelt zoals de rest van hen, je niet met hen wilt omgaan." Zei: "Dan begrijp ik het nu, omdat je een Christen bent, want ik ben het ook." Hij zei: "Ik kijk uit naar de vertroosting van het komen van de Here."

51 Terwijl ze daar zo bij elkaar stonden, strekte de jongeman zich uit en sloeg zijn armen rondom de oude vader, trok hem dicht naar zich toe en zei: "Bent u getrouwd?"

     Zei: "Ja, ik heb een heel stel kinderen groot gebracht."

     Hij zei: "Meneer, de reden waarom ik dat gadesla, is dat ik bid." Hij zei: "Weet u, ver weg van dit land, in Amerika, is een bepaalde staat in die grote Verenigde Staten. En in die staat is een bepaalde stad. En in die bepaalde stad is een bepaald huis en in dat huis is een meisje. Zij is ook een Christin. En kijk," zei hij, "als de zon hier komt, staat zij daar in een andere positie. Maar wij hebben elkaar beloofd dat wij zouden opletten hoe God de zon beweegt." En zei: "Ik beloofde dat ik trouw aan haar zou blijven. Zij beloofde dat zij haar hele leven trouw aan mij zou blijven." En zei: "Op een dag verwacht ik naar haar toe te gaan om haar tot mijn bruid te maken." Zei: "Dat is de reden dat ik probeer te leven op de wijze zoals ik doe, omdat ik een belofte heb gedaan, en ik wil trouw blijven aan mijn belofte."

52 O, als wij vandaag als Christenen, die belijden Christenen te zijn, als wij onszelf konden afscheiden van alles van de wereld (al onze geloofsbelijdenissen en van alles), en blijven standhouden in de richting... opzien naar de hemel, onszelf afscheidend van de dingen van de wereld en leven als Christenen, omdat op een dag... Er is een zekere plaats genaamd hemel. "In Mijn Vaders huis zijn vele woningen." Op een dag zal Hij voor ons komen. En laten wij tot die tijd eerlijk en getrouw zijn. En de enige manier waarop wij het ooit zullen halen, vrienden, is als wij wederom geboren zijn. En wij kunnen niet wederom geboren worden tenzij wij onder het vergoten bloed van Jezus Christus komen.

53 Bij het sluiten van deze conventie wil ik graag deze gelegenheid te baat nemen samen met u, vrienden, mijn vrienden, mijn broeders en zusters. Ik hoop dat u mij uw broeder en zuster laat zijn. Ik hoop dat ik voor u als een echte vriend kan zijn, dat u zusters mijn zuster kunt zijn; u broeders, mijn broeder. Kan ik uw herder zijn? Kan ik een van uw medeburgers van het Koninkrijk van God zijn, met u aanbiddend?

     Laat ons deze gelegenheid aangrijpen en dit zeggen. Van al wat wij gehoord hebben... Mijn goede vriend, broeder David duPlessis, heeft vandaag drie of vier uur gepredikt, zeiden ze. Een andere broeder die ik niet ken, zei: "Een jonge kerel predikte deze morgen." Een dag daarna broeder Brown, een bekende spreker, een geweldige broeder, die pas op de weg gekomen is. Laten deze belangrijke boodschappen die u van deze broeders hebt gehoord niet zomaar langs u heengaan. Laat ons dat niet overkomen. Laten wij vanavond onder het bloed van de Here Jezus wandelen. Laten wij onszelf opnieuw aan God toewijden aan het einde van deze dienst vanavond en zeggen: "Here Jezus, neem mij. Neem mij onder Uw bloed en laat mij alleen U zien, Here, en laat mij U aanbidden."

54 Ga terug naar de kerk waaruit u vandaan komt, naar de denominatie waaruit u vandaan komt. Maar onthoud, als u een broeder of zuster uit een andere denominatie ontmoet, scheidt uzelf dan nooit af. Hij is uw broeder; dat is uw zuster. U bent allen onder het bloed van de Here Jezus Christus. [Leeg gedeelte op de band – Vert] Kunt u dat niet doen?

     Zou u vanavond uw leven opnieuw willen opdragen? Ik zou u dit graag willen vragen. Gisteravond... Ik heb u daarom lief. Na een bestraffing, hard... Ik ging naar buiten en veegde de tranen van mijn ogen af omdat ik dit moest zeggen. Maar ik moet gehoorzaam zijn aan wat mij verteld werd om te zeggen. Ik kon niets anders doen. Liep naar buiten, en zelfs hier waar... Ik veronderstel dat een grote groep van deze mensen Pinkstermensen waren. Maar toen het Woord uitgebracht werd over moraal en dingen van de kerk vandaag, zei ik: "Hoe velen van u erkennen dat u fout bent, en zouden in deze gemeenschap met Christus willen komen?" En ongeveer vijfennegentig procent van de samenkomst met genoeg echte christelijke overtuiging, met genoeg eerlijkheid in uw hart om het goede te willen doen, stak hun handen omhoog, precies voor uw naaste, en wilde in gebed gedacht worden. Ik heb vertrouwen in u. Ik geloof dat God het zal toestaan.

55 Nu, het hoeft niet op enige bepaalde tijd te zijn, een vastgestelde tijd. Het kan deze tijd zijn, wanneer u gereed en gewillig bent om God op basis van Zijn Woord te ontmoeten en te zeggen: "God, kneed mij en maak mij naar Uw eigen vorm." Als u dit vanavond wilt doen in een toewijdingsdienst, net voordat wij sluiten, geloof ik dat God ieder van u zal ontmoeten. En als ik u nooit meer aan deze kant van de rivier zie, zal ik u aan de andere kant zien, gelovend in hetzelfde Woord, met dezelfde boodschap, dat Jezus Christus Dezelfde is, gisteren, vandaag en voor eeuwig. En hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Zijn Woord zal nooit falen. Gelooft u dat?

     Wilt u? Wilt u met mij samenstemmen in een toewijding? Ik zal meedoen in een toewijding om mijn leven opnieuw in dienst te stellen van de almachtige God. Mag ik nooit opgeven. Mag ik getrouw en oprecht blijven en het Woord prediken. Wilt u zijn... zou u dat soort Christen willen zijn? Hoe velen zouden een werkelijke Christen willen zijn, en gewoon een volledige Christen? Steek uw handen op. Nu, wees gewoon eerlijk; werkelijk een echte Christen? God zegene u. Laten wij op onze voeten gaan staan.

56 O my. Dit is de tijd. Het is nu het moment. O, ik wenste dat ik had geweten wat ik moest zeggen, en dat ik het kon hebben gezegd als ik wist wat ik moest zeggen. Meent u dat? Jezus zei: "Geen mens kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem eerst trekt. En al wat de Vader Mij gegeven heeft, zal tot Mij komen." Wat maakte dat u opstond? Meende u het echt met wat wij zeiden? "Ik ben gereed om mijn leven toe te wijden"? Bent u gewillig om te sterven aan uzelf en aan alles om u heen, en uw diepste verlangen is niets anders dan het bloed van Jezus Christus? Wat kan mijn zonden wegwassen? Niets dan het bloed van Jezus. Wat kan mij weer volledig maken? Niets dan het bloed van Jezus.

57 Daar hebt u gemeenschap met Christus, met God, met de engelen, met de Heilige Geest, met al de hemelse wezens, en al de wezens op aarde, omdat het hele lichaam in de hemel en op aarde naar Hem vernoemd is. Dat is juist. En u bent één groot gezin. U zult gemeenschap met elkaar hebben. Laten wij nu onze handen tot God omhoog heffen en ons toewijdingslied zingen:

Ik houd van Hem, ik houd van Hem,
Omdat Hij mij eerst liefhad;
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruis.

     [Broeder Branham begint "Ik houd van Hem" te neuriën – Vert] Sluit gewoon uw ogen. Nu, met uw harten gebogen:

Ik houd van Hem (Dat is Zijn Woord.), ik houd van Hem,
Omdat Hij mij eerst liefhad;
En mijn redding kocht
Op... (Wees nu gewoon een klein kind, eenvoudig, belijdend.)

Ik (Zijn lieflijkheid, kom in ons hart, Heilige Geest.)
Omdat Hij mij eerst liefhad; (Eenvoudig nu. Aanvaard Hem gewoon. Bewaar mijn ziel, Here.)
... redding [Broeder Branham spreekt tot de organist:"Mijn geloof ziet op naar U." – Vert]
Op Golgotha's...

58 Laten we nu voor een ogenblik onze harten en hoofden buigen. Wijdt u zich nu toe aan God. Rustig, bid uw gebed op uw eigen manier: "God, neem mij nu. Ik sta in Uw tegenwoordigheid. Deze conventie betekende zoveel voor mij. Neem mij, o God. Neem de steen van mijn hart weg. Op een dag zal ik moeten gaan, Here. Het zou vanavond kunnen zijn. Ik weet alleen niet wanneer het zal zijn. Maar ik wil in liefde voor U zijn, Here Jezus. Ik wil de Uwe zijn."

Mijn geloof ziet op naar U, (Bid het gewoon als u het zingt.)
U, Lam van Calvarie;
Goddelijke Redder;
Nu, hoor mij terwijl ik bid,
Neem al mijn zonden weg,
O, laat mij vanaf deze dag,
Geheel de Uwe zijn!

59 Nu, met uw hoofden gebogen en het orgel dat doorgaat met spelen. Nu, wijdt uzelf niet halfslachtig toe. Denk nu na als u zich neerbuigt. "Neem alles van mij weg, Here, alles wat in tegenstelling met U is. Laat mij vanaf deze tijd Uw kind zijn." [Broeder Branham neuriet – Vert] (Nu, als u verder gaat.)

Terwijl ik het donkere levenspad betreed,
En moeiten zich rondom mij verzamelen,
Weest Gij mijn Gids;
Beveel dat duisternis in dag verandert,
Veeg zorgen en vrees weg,
En laat mij nooit
Van Uw zijde afdwalen.

60 Hemelse Vader, de lieflijkheid van de Geest, de lieflijkheid van de muziek. Weest Gij onze Gids, Here, voor ieder van ons op zijn eigen afzonderlijke weg, onze zwakheden kennende, Here. En wij belijden deze aan U, biddende dat U ons wilt vergeven, o God. Neem ons vanavond in het Pottenbakkershuis, was ons in het bloed van de Here Jezus, en kneed ons met dat chemische product in ons, Here, dat als U naar ons kijkt, het alleen wit zal zijn. Want wij accepteren het bloed van de Here Jezus. Wij vragen of U Uzelf in het Woord aan ons wilt openbaren. Wij weten dat dit Uw programma is, Vader. Dit is Uw... dit is Uw profeet; het Woord is een profeet. Het voorzegt. Alles wat eraan tegengesteld is, zou ongehoorzaamheid zijn aan de profeet, de Bijbel.

61 En wij bidden, Here, dat U ons vanavond wilt verbreken, onze stenen harten, onze stenen wegen. En vorm ons en kneed ons in het beeld van de Zoon van God door Zijn eigen bloed, zodat onze gemeenschap altijd aangenaam en heerlijk kan zijn.

     God, sta toe dat U deze grote kerk zegent die eigenaar is van deze grond en die ons hier liet komen, deze Amerikaanse Baptisten Vereniging die dit geopend heeft, en hun deuren hebben geopend zodat wij hier konden komen als Volle Evangelie mensen. Ik bid, God, dat daar een ouderwetse opwekking onder hen zal uitbreken, dat de Heilige Geest uitgestort zal worden op elke gebedstoren, en al deze bossen gevuld zullen worden met heiligen die zingen en prijzen en juichen, en dat grote tekenen en wonderen onder hen zullen komen, Here. Zij zijn onze broeders, wij bidden voor hen.

62 Wij bidden voor elke kerk en elke organisatie, elke denominatie, dat zij deze banden en koorden zullen verbreken en naar de Rots zullen vluchten. Sta het toe, Here. Het uur is nu dicht nabij dat wij uitzien naar Zijn komst, want wij zien dat de slapende maagd naar olie begint te verlangen. Want terwijl zij heengingen om die te kopen, kwam de Bruidegom. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. En, Here, wij zien het nu zo dichtbij komen. Wij bidden, Here, dat U ons echt snel wakker zult maken, zodat wij onze lampen helemaal schoon hebben en brandende. De kerken beginnen zich te realiseren dat zij iets gemist hebben. En wij bidden, Vader, dat, terwijl zij ernaar aan het zoeken zijn, wij onszelf gereed zullen maken. Dat is wat U zei: "En terwijl zij waren weggegaan om olie te kopen, toen kwam de Bruidegom." Help ons, dierbare God.

63 Wij wijden ons leven aan U toe. En zoals ik hier mijn broeders en zusters gevraagd heb dat ook te doen, doe ik het zelf, o God. Ik leg mijzelf op de Rots, zoals de arend waar ik gisteravond over sprak. O God, met elk gebed wat ik maar weet te doen, sla al het ongoddelijke van mij af, Here. Ik bid dat U mij zult kneden totdat ik Uw leven kan reflecteren. Sta het toe, Here. Help mij om waarachtig en eerlijk te zijn. Help mij om altijd sterk en moedig te zijn. Help mij, Vader, om het Woord uit te dragen naar de landen van de wereld waar geen zending wordt bedreven. Sta het toe, Vader.

     Zegen deze Zakenlieden Vereniging. Mag ze leven, en mag ze voorspoedig zijn, en doorgaan, en het komen van de Here zien, en vele zielen gereed krijgen. Mannen van eer, mannen van onkreukbaarheid, mannen die grote mannen zijn, die er hun eigen levensonderhoud aan besteden, hun tijd ervoor uittrekken om het Evangelie te brengen; die predikers ondersteunen en binnenhalen om het Woord van God te verspreiden. God, wij houden van hen, en wij bidden dat zij sterk zullen zijn in het land, en bruikbaar zullen zijn in Uw hand.

     Zegen elke prediker die hier is. Zegen onze broeder Brown, onze broeder duPlessis, en al de andere broeders, broeder Joseph Boze, en al de anderen, de zakenlieden en allen tezamen, Here. En elke zuster, zegen hun hart, Vader. Wij bidden dat U met hen zult zijn. En vergeef al onze zonden. En wij wijden onszelf nu als Uw kinderen aan U toe. Mogen wij vanaf deze tijd een ander leven leven. Wij vragen het in Jezus' Naam. En terwijl wij onszelf in Uw handen leggen, doe met ons zoals het U goeddunkt. Amen.

64 U mag nu voor een ogenblik gaan zitten. Ik houd van Hem. Houdt u niet van Hem? Voelt u zich nu beter? Geeft het Woord u niet gewoon een reiniging en maakt het niet dat u zich helemaal verfrist voelt en van alles? Het is wonderbaar. Wij hebben de Here lief met heel ons hart. Houdt u niet van Hem? Zeker.

     Nu ga ik hier de dienst aan broeder Carlson overgeven, veronderstel ik, onze broeder, de voorzitter, en hij zal komen en nu de dienst overnemen.

     Als wij over een jaar vanaf vandaag zouden bijeenkomen, en ik leef, zal dit misschien... Misschien leef ik niet meer over een jaar na vandaag. Jezus zou kunnen komen voor het zover is. Maar als ik zou terugkomen naar een van de andere conventies hier, de regionale conventie van deze grote staat, dan zal er een van ons gemist worden. Wij zijn er behoorlijk zeker van dat... onze leeftijd, en de wijze waarop dingen gaan, en het aantal dat hier is. En als ik u nooit meer terugzie totdat ik u bij de rivier ontmoet: God zegene u, en zal met u zijn tot dan. God zegene u; broeder Carlson.

65 [Broeder Carlson zegt: "Zullen we allemaal gaan staan? Ik voel dat... broeder Clayton, als u hier bent, broeder Branham, kom hier. Een broeder uit Minneapolis kwam net de deur binnen; wilt u zo vriendelijk zijn om hier te komen? Ik voel dat we zouden moeten bidden voor broeder Branham. Hij bidt steeds voor iedereen. En laten we onze handen opsteken, steek uw handen op, richting dit podium hier. Nu, broeder, wilt u bidden? – Vert] De Here zegene u, broeder. [De broeder bidt.] Dank u, vrienden. Dank U, Vader. Ik ontvang het, Here. Ik weet dat U hun gebed zult verhoren. Ik geloof U. Sta het toe, Here. Help mij nu. O God, mag het Woord zijn... mij nu vasthouden. Mag het mijn gemeente zijn en mag ik een deelnemer aan Uw zegen zijn, Here. Ik dank U voor deze edele mensen...?... Ik neem het aan en geloof hun gebed, in Jezus' Naam. [Een ander bidt: "Vader, wij danken U voor Uw dienstknecht; wij voelden Uw tegenwoordigheid, Here. Hier vanavond voelden wij de kracht van Uw opstanding, de kracht van Uw dierbaar bloed dat ons reinigt, witter dan sneeuw. En o, we vergeten deze samenkomst nooit, Here Jezus. Terwijl wij staan in Uw tegenwoordigheid, Here God, bidden wij dat Gij mijn broeder kracht wilt geven, Here Jezus. O, God, dat Gij hem met Uw frisheid wilt vervullen vanavond, Here, dat hij een werktuig in Uw hand mag zijn, en vele zielen voor U mag bereiken, Here. Halleluja, gezegend zij U heilige Naam. Halleluja, gezegend zij U heilige Naam. Halleluja, gezegend zij U heilige Naam. Dank U, Here, voor deze tijd, voor mijn broeder Branham. Halleluja. – Vert] Sta het toe, Here.

     Dank u, mijn Christenbroeder. Ik vertrouw daarop, mijn Christenvrienden daar. Ik ga uit in de velden. U weet waar ik heenga. Ben net teruggekomen... ga, met het doel broeder Boze in Afrika op doorreis te ontmoeten als zij door heel Afrika gaan en de verschillende delen van de wereld, dan zal ik, daar ben ik zeker van, uw aller zegeningen voor mij herinneren. Bid voor mij, en ik zal niet ophouden voor u te bidden. God zij met u. Dank u, broeder.