Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Het was niet zo van den beginne

Door William Marrion Branham

1 U weet dat predikers altijd langdradig zijn, en dat ben ik. En daarom ben ik... veronderstel ik dat we slechts een paar minuten hebben, ongeveer tien of vijftien minuten, of zoiets? En ik zou graag willen zeggen dat ik zeker genoten heb van mijn verblijf hier met u, vrienden. En toen ik vanmorgen binnenkwam, ontmoette ik deze zuster hier, die ik gisteravond ginds in een visioen had gezien, en ik ontdekte dat zij was... dat ze eens de ziekte van Hodgkin had en in de samenkomst genezen werd, en dat de Heilige Geest deze vrouw er drie verschillende keren uit geroepen had.

2 En toen ontmoette ik deze broeder hier, die daar in de andere samenkomst was met kanker op zijn gezicht, en nu heeft de Here hem genezen: broeder Jackson, de organist. En toen werd ik aan Lakeport herinnerd waar we pas de samenkomst hadden. En daar was een kleine Duitser, of iemand aan de overkant van de heuvel, wiens vrouw bedlegerig was. En de Heilige Geest deed de onderscheiding en vertelde hem hoe hij de belofte had gedaan om zoveel geld aan de kerk te geven als de Here zijn vrouw van kanker zou genezen, en vertelde hem dat hij die belofte niet hoefde te doen. Alles behoort God hoe dan ook toe. En zij werden... En de dame werd genezen. Zij leeft nog steeds en ik zag haar.

     En gedurende die tijd namen zij een foto van de Engel des Heren die daar stond, en daar was die regenboogkleur. Velen van u mensen hebben de foto gezien.

3 En we kwamen tot de ontdekking dat onze broeder voorzitter dacht dat wij uit hetzelfde nest kwamen, maar ik ontdekte dat hij een Arkie is. Had u... Ja, meneer. Ja, meneer. En zij vertellen mij dat als je Arkansas en Oklahoma uit Californië weghaalt, er geen Californië meer over is. Wel, het is zeker dat er enige wonderbare vrienden uit Arkansas zijn en ik ben er zeker van dat, als ik in de hemel mag komen, ik daar vele mensen uit Arkansas en Oklahoma zal zien, en van over de hele wereld. Wij zijn zo blij om hier te zijn en deze tijd van gemeenschap te hebben.

4 En iemand vertelde mij dat hier een kleine dame is die een... in... Ik geloof dat het precies hier deze dame is, deze man en zijn vrouw. Zei dat zij gisteravond in de samenkomst eruit geroepen werd, daar zij op haar lichaam zoiets als een gezwel had. En verschillende... Daarom dacht ik dat ik misschien bij deze gelegenheid zal proberen een kleine uitleg te geven.

5 Nu, let op uw horloge en schaam u er niet voor om mij aan mijn jas te trekken wanneer het tijd is, omdat ik blijf praten. Ik zal het hém niet vertellen, omdat hij er reeds aan trekt. Zie? Dus ik weet... Maar we... Zij willen waarschijnlijk hier deze ruimte hebben. Was dat geen heerlijk ontbijt? Zou dat niet... Heeft u dat niet werkelijk gewaardeerd? Dat was een echt Arkansas ontbijt (dat is waar), ham en eieren, enzovoort.

6 En we voelden dat de Here ons hier naar deze samenkomsten heeft geleid om deze tijd van gemeenschap te hebben. En het is werkelijk fijn geweest.

     Nu, visioenen zijn iets eigenaardigs. Wij zaten hier en spraken over de vroegere samenkomsten, hoever de mensen reden. Sommigen kwamen van vier-en-een-half duizend kilometer in een taxi om naar de samenkomsten te komen. Nu, onthoud, dat Hij nu net zoveel God is als dat Hij toen was. Zie? En de bediening van toen tot deze tijd is honderd procent verbeterd (zie?), de bediening. Maar de opwekkingsgeest is de mensen aan het verlaten. Zie? Het is aan het weggaan. Het lijkt er niet op dat de mensen het enthousiasme hebben dat zij eens hadden.

7 Nu, hier is wat visioenen doen. Nu, onze zuster hier; het vreemde is... Wel, ik keerde mij gisteravond om om naar de broeder te kijken (en zij vertelde mij het verhaal toen zij daar zat en op zijn gezicht lette, ziet u) en ik zag deze vrouw. Toen bemerkte ik het opnieuw, en ik zag het van deze kant komen, keek, en daar was de vrouw. En ik had er hier geen idee van wat dat kon zijn, weet u. En ik wist niet dat dat zijn vrouw was. Toen zag ik daarna het visioen opengaan. Het was in hun huis, en ik wist toen dat het zijn vrouw was. En dat deed zij drie keer.

8 Nu, dat is haar geloof in die gave. Zie? Zij beseft het niet, maar zij is degene die dat doet. Zij doet het zelf. Nu, als we misschien een ogenblik zouden nadenken in deze paar minuten, dan zou u er een beetje meer houvast op kunnen krijgen van wat het is. Laten we onze Here als voorbeeld nemen, omdat tenslotte alles van Hem is. Zie? Hij is het en niet wij. En het kan geen van ons prediker-broeders zijn, of wie dan ook. Het is...

     Wij maken er geen aanspraak op dat wij het Evangelie prediken door onze eigen intelligentie. Wij prediken het door de kracht van God. U, predikers, doet dat. En dat is de kracht van God die op u komt en u zalft. En zelfs in uw eigen... uw bediening zegt u dingen, en soms: "Waarom moet ik mijn tekst veranderen?" En u weet hoe dat is. Zie? Dat is God Die dat doet. Ziet u? En Hij... U zou mogen denken dat het gehele gehoor het miste. En misschien dat daar één kleine persoon zit tot wie God die hele boodschap richtte, tot die ene persoon.

9 En soms heeft u bemerkt dat u bij het prediken precies tot het punt kwam dat u zei: "Dit is het. Dit is het." En dan draait u het vervolgens om en zegt iets wat daarmee in tegenspraak schijnt te zijn. U denkt: "Ben ik een huichelaar?" Zie? Maar, ziet u, het is God Die in u werkt. Zoals ik gisteravond over Jona zei. Kijk, hij was niet uit de wil van de Here; het was God Die in hem werkte. Hij zond hem ergens heen, maar hij richtte zich naar... vertelde hem daarheen te gaan, maar Hij deed hem omkeren. Zie? Op die manier... Soms heb ik dingen gezegd, en ik keerde mij om en dacht: "Wat is er met mij aan de hand?" Ontdekte later dat het de Heilige Geest was. En als een man predikt onder inspiratie, moet hij zichzelf compleet overgeven aan de Geest. Het is de enige manier dat we ooit... of, dat ik het kan doen, omdat ik geen intellectuele vermogens heb om een prediking of iets dergelijks tot stand te brengen.

10 En u, prediker-broeders, ik zeg dit vanaf het podium terwijl wij bijeen zijn. Ik wil het opnieuw zeggen. Ik heb de dienst tamelijk kinderlijk eenvoudig gehouden, weet u, op zo'n manier dat de mensen... Er zijn hier velen... Ik besef dat er in dit gebied veel Katholieken zijn die hierbij betrokken zijn. Zie? En deze mensen komen net binnen, ze zijn net... Zij kunnen het niet begrijpen als je iets te diep gaat.

11 Nu, laten we de Here als ons Voorbeeld nemen, omdat Hij gezegd heeft dat Hij ons Voorbeeld is. Nu, Zijn leven is in ons. Nu, we denken hieraan – slechts om een kleine achtergrond te krijgen, geen tekst om over te prediken – maar Jezus zei een keer, sprekend over huwelijk en echtscheiding, Hij zei: "Het was niet zo van den beginne."

     Nu, we zullen naar het begin terug moeten gaan om elk ding te begrijpen, omdat elk ding wat we nu zien een begin had. Het zijn de eeuwige dingen die geen begin hadden, omdat het eeuwige nooit begon en nooit eindigt. En het zijn de dingen die een begin hadden die eindigen; alles. Nu, Genesis is het zaadhoofdstuk, daarom moeten we teruggaan naar Genesis.

12 Ik heb vele boeken bestudeerd over de geschiedenis van de kerk: de "Twee Babylons" van Hislop (u heeft het misschien bestudeerd), en het "Boek der martelaren" van Foxe, en de "Pre-Nicea concilies en de Nicea vaderen", enzovoort. En als u teruggaat, ontdekt u dat het in Genesis begon, elke geest in het land, en elke cultus, en alles, als u teruggaat. Het komt op tot een bloeitijd, een bloesemtijd. U ziet ze opkomen zoals bij Kaïn en Abel. En let op deze twee jongens hoe zij precies Judas en Jezus worden. En zo gaat het maar door (ziet u?), totdat het precies in deze laatste dagen uitkomt, waar de antichrist en de Geest van Christus zo dicht bij elkaar zijn, dat het de uitverkorenen zou verleiden als het mogelijk was. Nu, ons werd dat onderwezen en we weten dat het waar is.

13 Laten we nu onze Here nemen. Toen Hij hier was, beweerde Hij niet dat Híj wonderen deed. Hij zei dat het de Vader, God, was Die in Hem woonde, en Hij was... Hij drukte God uit door Hemzelf. God, anders gezegd, bouwde een lichaam voor Zichzelf waar Hij in leefde. God kwam neer, werd gemanifesteerd in vlees in Christus. En het was niet Jezus, het lichaam, de Zoon van God; het was de God der heerlijkheid in de Zoon van God, Die de heerlijkheid van God (ziet u?) door Hemzelf toonde: de God der heerlijkheid manifesteerde de glorie van God. En in Hem... God woonde in Hem, en Hij reflecteerde God.

     Nu, dat is de wijze waarop ieder van ons predikers het doet. Wij reflecteren God als God in ons is. En dat is dan de enige manier waarop God kan bewegen – en mensen God kunnen zien – namelijk door ons heen, Zijn dienstknechten. Dat is hoe... De mensen zullen geen Bijbel lezen, maar zij zullen u lezen. Zie? En zo reflecteert u Christus. Uw wandel, uw spreken, uw acties reflecteren allemaal Christus.

14 U zou niet mogen denken dat mensen u gadeslaan, maar zij letten op elke beweging die u maakt. U bent voor veel mensen een Bijbel. Daarom moeten we erop letten wat wij doen, onze zakenovereenkomsten, en alles wat we doen in heel onze wandel. Geef uzelf eenvoudig over aan de Geest, en God zal Zich door u heen reflecteren zoals een wijnstok, zoals ik heb gezegd. Jezus zei in Johannes 15: "Ik ben de Wijnstok; gij zijt de ranken." Wel, bedenk dat de wijnstok geen vruchten draagt; het zijn de ranken die vruchten dragen. Maar ze krijgt haar leven uit de wijnstok.

15 Welnu, een paar maanden geleden was ik in Arizona bij een dierbare vriend van mij, John Sharrit. En hij bezit veel citrusboomgaarden. Een werkelijk arme broeder, een Pinksterbroeder, en de Here zegende hem en nu bezit hij... wel, hij... Ik geloof dat het de laatste keer was dat hij mij vertelde dat hij ongeveer 20.000 hectare met katoen en ander materiaal had, alleen om te... De Here had hem op financiële wijze gezegend. En hij rijdt rond in een oude Chevrolet met de zonneklep naar beneden. En we waren...

     Hij toonde mij een boom die ongeveer vijf of zes verschillende soorten vruchten had, verschillende soorten fruit aan die ene boom. Nu, het was een sinaasappelboom vanaf het begin, maar zij hadden in deze sinaasappelboom een citroen, een tangelo... mandarijn en een grapefruit ingeënt, en... Elk citrussoort zou in die wijnstok... in die boom groeien.

16 En ik zei: "Dat is opmerkelijk, broeder Sharrit. Nu," zei ik, "als volgend jaar die volgende oogst komt, zijn het dan allemaal sinaasappels?"

     Hij zei: "O, nee, uh-huh." Hij zei: "De wijnstok... de tak die een grapefruit is, zal een grapefruit voortbrengen, en de citroen zal een citroen voortbrengen."

     Ik zei: "Nu, wacht even, aan een sinaasappelboom?"

     Hij zei: "Ja. Het is allemaal citrusfruit, maar het zal zijn eigen soort voortbrengen, van de tak die er in zit."

     En ik zei: "Nu, als deze zekere boom dan zelf een andere tak zal voortbrengen, wat zal het dan zijn?"

     Hij zei: "Zoals de originele. Het zal een sinaasappelboom zijn."

     Ik zei: "Ik begrijp het." Zie?

17 Nu, Christus is de tak... Hij is de Wijnstok. Maar als wij enten... Er kunnen hier vanmorgen verschillende denominaties onder ons zijn: de Assemblies en Eenheids en de Church of God, en al deze andere verschillende kerken, denominaties. Zie? Als wij onze denominationele tak nemen en hem daarin enten, zal hij alleen denominationele vruchten voortbrengen. Daar hebben wij... volgens de christelijke lijn van christelijke namen, of van christelijk leven, zoals citrusfruit, daar hebben wij Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Lutheranen, Katholieken ingeënt. Er zijn allerlei verschillende soorten onder de noemer van Christendom.

     Maar heeft u opgemerkt dat toen die originele boom in het begin een tak voortbracht, die wijnstok zijn eerste tak voortbracht, zij een boek Handelingen erachteraan schreven? En als... Deze kerken, denominaties, leven vanuit deze citrusrank in de naam van Christendom; maar als deze ware wijnstok ooit een andere tak voortbrengt, zullen zij er nog een boek Handelingen achteraan schrijven. Dat is juist (zie?), omdat die de vruchten zal dragen.

18 En wij als voorgangers moeten opletten dat ons leven niet in enige organisatie opgaat. Deze dingen zijn prima om gemeenschap, enzovoort, te houden, vind ik. Maar die hebben hun plaats, maar wij moeten onszelf volledig overgeven aan Christus zodat de Heilige Geest door ons heen kan vloeien. Zie? En dat brengt de originele vruchten van Pinksteren voort, welke zijn... De vruchten van de Geest zijn liefde, vreugde, vrede, geduld, weet u, die ware zaak.

19 Nu, alleen een... Ik moet nu stoppen, maar... Hier, toen Jezus op aarde was, was Hij die Wijnstok. Hij bracht die hoofdsteen voort; dat weten wij. Wij beseffen dat. Hij was de eerste. Nu, laten we Hem gadeslaan zoals Hij rond liep. Hij liep niet anders gekleed rond dan andere mensen. Hij handelde niet anders. Hij was alleen maar een vriendelijk soort Man, waar ik enige tijd geleden over predikte, over "De vergeten zaligspreking". Het wordt gevonden in Mattheüs, het elfde hoofdstuk en het zesde vers, waar Johannes de Doper vooruit gezonden werd, weet u, en hen voorstelde aan de Messias. Hij, Johannes, was een groot profeet tussen de twee tijdperken, tussen wet en genade. En hij predikte dat de... dat er een Messias zou komen Die Zijn dorsvloer grondig zou gaan reinigen en het graan zou vergaderen, en Hij zou een grote Messias zijn die het Romeinse imperium zou gaan afbreken.

20 En toen wachtte Johannes in de woestijn totdat hij er zeker van was dat hij dat teken zou herkennen. Hij ging nooit naar school. Onthoud, dat Johannes de woestijn inging toen hij negen jaar oud was. Hij had een opdracht van God. Het kon geen kerkelijk geluid zijn. Het moest waarachtig zijn. Dus wachtte hij in de woestijn totdat hij het van God hoorde.

     En God zei: "Je zult Hem kennen omdat er een teken over Hem zal zijn. Je zult dit teken zien en dat zal de Messias zijn."

     En Johannes getuigde ervan, zeggend: "Ik zag de Geest van God als een duif op Hem neerdalen." En hij maakte openbaar: "Dit is de Messias."

21 Maar toen gebeurde er iets: teleurstelling. Dat is wat ons allen overkomt. U zult ontdekken dat bij uw genezingen en dingen het erop lijkt dat iets niet goed is gegaan. Onthoud, dat is de vijand, en God staat toe u daarmee een beproeving te geven om te zien wat u ermee gaat doen.

     Nu, in plaats ervan dat Jezus' komst was zoals Johannes zei dat Hij zou komen – en Johannes zag het teken en wist dat Hij het was... Hij stelde Hem aan het publiek voor: "Dit is Hem, want ik zie het teken dat God mij vertelde."

     Maar toen hij in moeilijkheden kwam, en zijn arendsoog gedimd werd, zoals Pember zei, en hij niet zo goed zag... Hij dacht: "En ik predikte nog wel dat de Messias de mensen zou bevrijden. En hier is een kleine vriendelijke Man Die heen en weer wordt geduwd: een vreemde Messias."

22 Maar wat hij niet kon begrijpen, was, dat er een teken op Hem was, maar dat Hij toch zo anders was. Hij was niet die grote kerel die uitging en alles verscheurde zoals hij gedacht had dat Hij zou zijn. Hij was een kleine, vriendelijke, zachtmoedige soort Man, Die van hot naar her werd geduwd, weet u. "Wat een vreemde kerel is deze Knaap."

     Daarom stuurde hij twee van zijn discipelen en zei: "Ga aan Hem vragen of Hij Diegene is?" Nu, dat was het armzaligste compliment dat hij ooit aan Jezus kon geven nadat hij had aangekondigd dat Hij de Messias was, om dan terug te komen en te zeggen: "Is Hij dat?" Maar Jezus begrijpt onze zwakheden. Hij keerde Zich om en gaf Johannes het grootste compliment dat Hij aan welke man dan ook kon geven.

     Let op Hem, toen Johannes kwam en zei... Toen Johannes zijn discipelen naar Hem toe zond en zij daar kwamen, zeiden ze: "Bent u Hem, of zien wij uit naar een ander?"

23 Nu, Jezus gaf nooit... Weet u, Johannes was in de gevangenis en Jezus wist dat. Hij gaf hem dus nooit een boek over hoe hij zich in de gevangenis moest gedragen (of zoiets), of vertelde hem over regels en voorschriften van de campagne. Hij zei alleen: "Blijf en wacht tot de dienst voorbij is, ga dan vertellen wat u zag."

     Toen zij dus de lammen zagen lopen, de blinden weer zien... En ik kan mij onze Here indenken terwijl Hij daar stond toen de discipelen over de heuvel teruggingen, en Hij hen gadesloeg. Hij draaide Zich om en zei: "Wat bent u gaan aanschouwen? Bent u uitgegaan om een riet te zien dat door de wind bewogen wordt?" Niet Johannes. Nee, nee. Niet Johannes. U duwde hem niet rond van plaats naar plaats. Zei: "Maar waar ging u naar kijken, een man met zijn boord achterstevoren, weet u, in fijne klederen, of zoiets?" Zei: "Zij kussen de baby's, en trouwen, en begraven de doden. Zij zijn in koningspaleizen."

24 Dat is... zij weten het niet... Ze klungelen met een zakmes. Zij weten er niets over om een tweesnijdend zwaard te nemen en daar buiten te staan in de vuurlinie waar je demonen bevecht, en dat soort dingen. Dat is niet dat soort man. Zei: "U weet niet... Dat was niet waar u heenging..." Zei: "Waar ging u naar kijken? Een profeet?" Zei: "Ik zeg u, groter dan een profeet was hij." Dat was hij. Hij was een boodschapper van het verbond en hij was groter dan een profeet. Hij overbrugde die twee tezamen.

25 Nu zien we onze Here in Zijn werk, waarvan Hij beweerde niets te doen uit Zichzelf, maar alleen wat Hij de Vader zag doen. Hij gaf alle lof aan God, van dingen die onnatuurlijk waren, bovennatuurlijk. Iedere wapenuitrusting die we hebben, broeder, alles van onze wapenuitrusting is bovennatuurlijk. We... wij hebben niets natuurlijks. Wij moeten het geloven.

     Wat zijn de vruchten van de Geest? Liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, geduld. Nu, ga naar een drogist en koopt u voor mij voor een kwart dollar geduld. Ik heb het nodig. Voor vijf dollar liefde, waar ik een heleboel van kan gebruiken. Zie? Kijk, het is het ongeziene. Dat is onze hele uitrusting. Wij staan in de onzichtbare wereld, kijkend naar de onzichtbare dingen. Toch, wat ons betreft, wij zien ze, omdat ons geloof ze bespeurt en zegt dat het daar is. Zie?

26 En toen Jezus... Op een dag kwam er ziekte in de familie van Zijn vriend, en Hij ging weg. De Vader had Hem verteld om weg te gaan, want Hij zei (Johannes 5:19) dat Hij niets deed totdat de Vader het Hem toonde; niet dat de Vader het Hem vertelde, maar het aan Hem toonde. En Hij ging weg.

     En de beminnelijke zusters van Lazarus zonden bericht naar Hem en zeiden: "Kom en bid voor Uw vriend. Hij is ziek." En in plaats van naar die geliefde vriend te gaan, en hen te helpen in de tijd van nood, nadat zij uit hun kerken en van alles waren gekomen om Zijn discipel te zijn, negeerde Hij de oproep en ging door. Toen zij dan opnieuw bericht zonden, ging Hij verder in plaats van op die oproep te reageren.

     Nu, het leek erop dat dat iedereen zou hebben verscheurd. Zie? Maar wanneer geloof vat op iets krijgt, bestaat daar geen hindernis voor. Het zal daar precies blijven. Zie?

27 Nu, toen Hij terugkeerde, zei Hij uiteindelijk: "Lazarus slaapt." Dat is de manier waarop Hij het wist.

     Maar de discipelen zeiden: "O, als hij slaapt, rust hij uit, dat doet hem goed."

     Maar Hij moest het in hun taal vertellen: "Hij is dood. En omwille van u ben Ik blij dat Ik daar niet was. Maar Ik ga hem wakker maken."

     Maar toen Martha zag dat Hij in de stad was gekomen, ging zij naar Hem toe en zei: "Here, als U hier geweest was, zou mijn broeder niet gestorven zijn. Maar zelfs nu, wat U God ook vraagt, God zal het geven." Zie?

     En Hij zei: "Uw broeder zal weer opstaan."

28 Nu, als u opmerkt, toen Hij naar het graf ging waar Lazarus was... Nu, Hij zou reeds... Hij wist precies wat er zou gaan gebeuren. Ik ben er zeker van dat wij dat allemaal geloven. Hij wist het, omdat Hij zei dat Hij niets deed totdat de Vader het Hem toonde, en dat is de reden dat Hij niet ging. Dat is de reden dat Hij zei: "Ik ben blij dat Ik er niet was, omwille van u", omdat ze Hem dan zouden hebben gevraagd voor hem te bidden, terwijl Hij reeds door een visioen wist dat Hij niet voor hem moest bidden. Hij moest hem uit de dood opwekken. Zie? En Hij zei: "Ik ga hem wakker maken."

     Maar herinner u dat Hij, toen Hij bij het graf stond, zei: "Gij hebt reeds... Maar omwille hiervan heb Ik dit gezegd" (ziet u?), want zij... om een voorbeeld te stellen.

     Toen riep Hij Lazarus uit het graf, een man die vier dagen dood was geweest. Hij riep hem weer terug tot leven, en hij stond op zijn voeten en leefde. Er werd niets over gezegd dat Hij zwak werd, of dat Hij er enige psychische klachten aan overhield. Waarom? Het was de Vader Die Zijn eigen gave gebruikte. God had het Hem gewoon automatisch verteld.

29 Maar toen Hij op een dag door een menigte van mensen liep, waar een kleine vrouw de zoom van Zijn kleed aanraakte... Een kleine vrouw die in de tijd van de menopauze bloedvloeiingen had, raakte dus Zijn kleed aan. En Hij stopte en zei: "Wie heeft Mij aangeraakt? Ik bemerk dat Ik zwak ben geworden." Kijk, dat was de vrouw die Gods gave gebruikte. Zie? Hij was Gods gave. De grootste gave die ooit aan de wereld gegeven was, was toen God Zijn Zoon gaf. Wij zijn het daar allemaal mee eens. Zie? En kijk, God gebruikte Zijn gave.

30 Zoals bijvoorbeeld dit: Wij zijn allemaal... Er is een circus in de stad. En wij kleine zuiderlingen, weet u, hadden geen geld, maar wij willen die voorstelling zien. Het is binnen een grote houten omheining. En zeg dat broeder Williams hier kort en sterk is, flink. En ik ben een hele grote lange magere kerel. En hij zou dus misschien water naar de olifanten kunnen dragen. Hij is sterk. Ik zou dat niet kunnen: te hoog vanaf de grond. Zie? Ik zou dat water niet kunnen dragen zoals hij, omdat hij kort en sterk gebouwd is. Nu, hij kan het niet helpen dat hij zo is; evenmin kan ik het helpen dat ik ben zoals ik ben.

     En zo is het met elk van onze bedieningen. Zie? Wij kunnen het niet helpen hoe wij zijn. God heeft in de gemeente gezet... Zie? God deed het door soevereine genade.

31 Welnu, wij vragen ons allemaal af wat daar toch achter dat gordijn is. Dat is wat wij vandaag allemaal aan het doen zijn: "Wat is het? Wat is daarachter?" Wij zijn gekomen... Zoals de koning van Engeland, toen het Engel-land werd genoemd; toen de heilige Nicolaas daar kwam en de koning van Engeland doopte in de Naam van de Here; toen hij die avond bij de open haard zat, kwam er een musje naar binnen vanuit het donker en vloog naar binnen, vloog rond, vloog weer naar buiten, en de heilige Nicolaas zei tegen hem: "Waar komt hij vandaan, en waar gaat hij heen?" Zie? En dat greep de koning aan. Daarna doopte hij de koning, en zo begon in Engeland het Christendom.

     Nu over de gedachte van: "Waar kwam hij vandaan?" Een plaats waarvan hij weet... Zijn verstand kan het niet vatten. En dan sluit hij zijn ogen en hij gaat terug naar die plaats. Hij is hier intelligent; hij weet het. En hij weet dat hij ergens vandaan komt, en hij weet dat hij ergens naartoe gaat, maar hij weet niet waarheen. Nu, dat is wat wij allemaal proberen te vinden. Nu, eenieder van ons is een boodschapper van dat land.

32 Nu staan wij hier deze morgen en wij kijken om ons heen. Er is geen plaats waar we onderdoor kunnen kruipen. Maar tenslotte kijk ik, en daar is een noest in het hout, heel hoog bovenaan. Ik zeg: "Broeder Wilson..."

     "Ik kan daar nooit komen, broeder Branham. Ik ben te kort gebouwd. Ik kan daar nooit komen."

     Maar ik ben een beetje anders gebouwd. Ik kan er komen als ik opspring, heel hoog, en een houvast vind met mijn vingers en me optrek en kijk. Wij vragen ons af wat daar aan de andere kant is. Nu, dat is een ruwe manier om het naar voren te brengen, maar ik hoop dat u het begrijpt. Dat is de positie deze morgen zoals we bij elkaar staan. Zie? U heeft iets te doen; ik heb iets te doen.

33 Het mijne was dat ik geboren werd om visioenen te zien. Nu, hier komt op het podium... iemand komt voor mij staan. Nu, hun geloof is nodig om het te doen. Het is hun eigen geloof. Nu, het is precies zoals een versnelling, in een versnelling gaan, veranderen... Je gaat in een auto de heuvel op en dan moet je de versnelling veranderen. Zie? Ik kan die versnelling niet veranderen. Hij doet het.

     En dan, misschien ben ik uren voordat ik naar de samenkomst kom in gebed en op mijzelf. En dan zie ik dat Licht dichtbij komen, en niemand spreekt tot mij, en dan ga ik naar binnen. Het zou beter zijn als ik het gebouw binnenkom en niet spreek of iets, en rechtstreeks de gebedsrij begin; dat zou beter zijn. Maar in plaats daarvan spreek ik een poosje. Dat soort samenkomsten kunnen niet erg lang duren, omdat die het leven rechtstreeks uit je wegnemen.

34 Maar nu, hier staat een persoon. Wij staan hier nu tezamen. We willen achter het gordijn van de tijd kijken. Nu spring ik werkelijk hard, klauter zo omhoog totdat ik een houvast heb, en trek me op, kom weer naar beneden.

     "Wat heeft u gezien, broeder Branham?"

     "Een olifant."

     "O, zag u dat? Wat zag u nog meer?"

     "Dat is alles wat ik op die tijd zag."

     "Whew." [Broeder Branham hijgt – Vert] Het is zwaar. Zie? Het put me helemaal uit. Wat was het? Dat is de persoon die voor me staat. Kijk, zij zijn het die iets uit je nemen. Ziet u?

     "Wat heeft u gezien?"

     "U heeft een tumor." Het verlaat mij. Zie? Het is een inspanning. Ik word moe.

     "Wat heeft u nog meer gezien, broeder Branham?" Ik moet opnieuw gaan. Goed. Je gaat weer omhoog, en je trekt je omhoog en zwoegt, weet u. En dan is het eerste wat je weet als je neerkomt: "U bent mejuffrouw Zo-en-zo, van de Derde..." [Broeder Branham hijgt – Vert] Zie? Daar hebt u het. U doet dat zelf. Dat bent u, niet dat u mij gebruikt, maar u gebruikt een gave die God voor u gezonden heeft. Zie, zie? Maar het lichamelijke gedeelte doet pijn.

35 Nu, wat als de pikeur eraan komt, de baas van dit alles? Zegt: "Waar kijkt u naar, broeder Branham? Ja, ik ken u. Ik wil u iets tonen." Tilt me op, houdt mij met zijn hand omhoog, of zoiets, en zegt: "Ziet u die tent? Deze mensen doen dit, en gaan dan hierheen, en komen er hier uit, en dit hier, en dat daar." Ik ben daar alleen maar aan het kijken. Zie? Het is in orde. Als hij me dan neerzet, ben ik niet moe. Zie? Dat is God Die Zijn eigen gave gebruikt. Ziet u wat ik bedoel? Dat is de wijze waarop het gaat.

36 Nu, de mensen hier... sommigen van deze mensen die bij me zijn... Misschien zijn sommigen van u vreemd voor mij. Dan bij het visioen dat daaruit voortkomt – wanneer Hij dat geheel soeverein zendt – is daar geen klagen bij, soms onder de zalving zonder adem in je lichaam of ademhaling gedurende vijftig of zestig minuten. Zie? En Hij vertelt punctueel precies wat er zal gebeuren: waar het zal zijn, hoe het zal gebeuren en van alles, het gehele tafereel van de hele zaak. En God is mijn Rechter, met Wiens Bijbel ik hier sta; het heeft nooit aan één jota één keer gefaald van de duizenden keren. En... maar daar is geen geklaag over.

37 Maar in een samenkomst wanneer er een kleine individu zal komen, zoals... Dat is dezelfde gave die zij gebruiken. Zie? Het is de persoon die haar gebruikt. Nu, kunt u het vatten? Jezus voelde geen overbelasting toen Hij Lazarus uit het graf deed opstaan, omdat de Vader het Hem had verteld. Zie? Maar nu, toen het tot een vrouw kwam die die gave had gebruikt, toen was er kracht van Hem uitgegaan. Ziet u wat ik bedoel? Dat is wat het doet.

     En, vrienden, u mensen bent het die dat doet. Zie? Ik ben het niet; u bent het die het doet, uw geloof.

38 Nu, er is nog maar één ding dat ik nu nog graag zou willen zeggen, omdat zij ons misschien hieruit willen hebben. Maar... Let nu op wat het zegt. Ga niet te gauw weg. Zie? Ik veronderstel dat broeder Borders dat in de openingssamenkomst aan u zal uitleggen. Zie? Ga niet te snel weg. Wanneer het zegt: "Hier is een persoon die is... Het is hiervoor... heeft een tumor, of kanker, of..." Laat me u er hier een kleine illustratie van geven; zeg dat we broeder Williams hier nemen, en ik denk dat het zal geven... Hebben we nog een beetje tijd? We zullen dus... het zal alleen maar een... [Gedurende de hele prediking is er gerinkel van serviesgoed en bestek dat wordt opgeruimd – Vert]

39 Nu, ik heb hem hiervoor nog nooit gezien; zeg dat ik hem nog nooit gezien heb. Ik ben in New York City. En hij gaat hier vandaag naar een dokter, en hij draagt dit mooie lichte pak met stropdas. En hij gaat naar de dokter. En de dokter zegt: "Eerwaarde, het spijt mij erg u te moeten vertellen dat u aan TB lijdt. Er is nu niets meer aan te doen. U bent in een fase dat het te laat is om te herstellen, dus zal het... het zal u gaan doden."

     Wel, hij begint het zich af te vragen. Iemand... Zijn geloof pakt het. "Ik geloof dat ik broeder Branham voor me zal laten bidden." Hij hoort erover. Hij komt naar New York. Ik ben in New York. En nu draagt hij een zwart pak met een rode stropdas, en hij draagt nu geen bril. En hij loopt het podium op. Ik sta daar. Ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien en hij heeft mij nooit gezien. Ik zeg: "Hoe maakt u het, meneer?" Wat ben ik aan het doen? Contact maken met zijn geest (zie?), alleen maar om te zien welk soort gevoel het... Soms treffen we nabootsers; we treffen critici. Wij hadden er een in de samenkomst gisteravond, het leek wel of het me in stukken zou scheuren, en dat is dus de reden dat ik die gebedsrij niet kon oproepen. En... gewoon verschrikkelijk.

40 En zo sta ik daar dan en ik zeg: "Hoe maakt u het?"

     Hij zegt: "Hoe gaat het met u?"

     Ik voer een gesprek. Na een poosje zie ik iets voor mij. Ik zeg: "U lijdt aan..." Ik ga een goede lange onderscheiding nemen. Zeg dat er niemand anders op het podium is dan hij (zie?), die daar die avond is. Ik zeg: "U lijdt aan tuberculose."

     "Dat is juist."

     "Nu, u was bij een dokter. De dokter had een snor en droeg een bril en had grijs haar, en hij onderzocht u en zei... U komt niet hier vandaan. U komt uit een streek waar heel veel zand is, enzovoort. U... Het is Californië."

     "Ja, dat is juist."

     "U bent een prediker van het Evangelie."

41 Zie, ik ben aan het opletten wat hij aan het doen is. En misschien kom ik zelfs tot deze samenkomst en zou ik nu iemand anders kunnen ontmoeten. En daar droeg hij een wit pak, licht gekleurd pak, met een lichte das. "U zat aan een tafel terwijl u luisterde naar iemand die sprak. U droeg een bril. Een dame die naast u zat was wat zwaargebouwd en droeg een roze jurk." U weet dat het precies deze tijd hier is. Zie? En dan verlaat het mij. Ik weet niet wat ik gezegd heb. Zie? Ik stond precies hier om dat gade te slaan.

     Wel, misschien is hij dan helemaal ontroerd. "Prijs God. Dat is juist. Ik was aan het luisteren naar wat broeder Branham sprak (zie?), zoals... Dat is het exact. Ik droeg dat pak. Halleluja." Hier gaat hij van het podium af.

42 Nu, hij heeft niet lang genoeg gewacht. Zie? Hij is alleen... Dat is hij die dat doet. Dat is wat zijn eigen geloof deed. Nu, wacht en zie wat God erover zegt. Zie? Nu, als er niets anders gebeurt... Ik sta daar een ogenblik en er gebeurt niets. Ik blijf opletten. Als er niets gebeurt, kijk ik opzij. En als hij nog niet overschaduwd is, zal ik zeggen: "Ik zal voor u bidden, meneer", en zend hem dan weg.

     Maar als u het hoort terugspreken en zeggen: "ZO SPREEKT DE HERE." Zie? Nu, het is uw geloof dat dat van God trok; maar nu spreekt God hier tot u terug. Zie? Ik weet nog niet wat er gaat gebeuren, omdat ik...

     Dat was zijn eigen geloof dat dat deed. Dat zei niet dat hij genezen was. Zie? Dat was alleen maar zijn geloof om God te bewegen dat te doen. Het voorspelde. En wacht nu tot het verder spreekt. Zie? Dan komt het terug, en ik zie hem misschien jaren later als een oude man. Zie? En ik zeg: "Meneer, ZO SPREEKT DE HERE, u bent genezen. Hierdoor – om uw geloof te vermeerderen – morgen bent u in een vreemde stad. U zult door de straat wandelen en iemand zal tegen uw arm stoten. U zult zich omkeren en het zal een kleine krantenjongen zijn. En u kijkt omhoog naar een klok en hij zal precies twaalf uur slaan. Door dit zult u het weten." Zie? Nu, het eerste is wat hij van God trok; het volgende is wat God hem gaf. Hij deed het eerste. Nu is het ZO SPREEKT DE HERE. Zie? Dat is het volgende. Ziet u?

43 Dan zal hij de volgende dag naar zijn vrienden gaan die bij hem waren, enigen van u prediker-broeders, en hij zal zeggen: "Was dat niet vreemd?" Zie? Nu, als het alleen maar zijn geloof was dat iets deed, dan weet hij dat zijn geloof God heeft aangeraakt. Maar wat heeft God nu tot hem gezegd? Hij heeft niet lang genoeg gewacht om dat te ontdekken. Zie? Hij haastte zich direct van het podium af.

     Nu zal hij de volgende dag rondgaan en zeggen: "Weet u wat?" En iets stoot tegen hem aan, en hij zegt: "Wat?" (Beng, beng... twaalf uur.) Zegt: "Wat?" Zie? O, dan kan niets hem ooit meer laten twijfelen. Hij is... Het is precies daar verankerd. Zie?

44 Hier, broeder Evans die nu precies hier zit... Nu, we beseffen dat we Gods gaven niet moeten gebruiken als ouija-borden [bij spiritistische seances – Vert]. Wij beseffen dat. We kunnen niet met Gods gaven spelen. Hij zou ze niet aan iemand geven die dat zou doen. Dat is zo. Deze man kwam mij bezoeken, hij en zijn vrouw en zijn kinderen. En er zou over deze dingen veel gezegd kunnen worden, maar hier is wat er gebeurde, een klein getuigenis dus. Hij had een nieuwe auto met al hun kleding en dingen erin. Hij stopte bij Miller's Cafetaria in Louisville. En in Kentucky kun je een auto verkopen zolang je maar een... Zij maken er een kenteken voor. Zie? En zij hadden daar een dievenbende die auto's stalen, ze binnenbrachten en ze opnieuw spoten, er een kenteken voor maakten en ze verkochten. O, het zijn gewoon... Het was verschrikkelijk.

45 Meneer Evans die van honderden kilometers ver – ongeveer twaalfhonderd kilometer, van Georgia – daarheen kwam, parkeerde, draaide de sleutel om en ging naar binnen om te eten. Kwam terug, en de auto, kleding, recorder, alles wat hij had, was verdwenen, weg, hij had geen idee waar het was. Daar stond hij dus, honderden kilometers van huis, geen geld, geen kleding, nee niets, en een nieuwe auto was verdwenen.

     Wel, zij liepen terug naar broeder Sothmann, en ik geloof broeder Simpson, en enigen van de broeders daar. Uiteindelijk zeiden ze: "Laten we de Here raadplegen." Dus zeiden ze: "Laten we naar broeder Branham gaan om hem het te laten vragen." Dus kwamen zij naar het huis. En dat is wat privégesprekken doen. Zie? Wij blijven op de Here wachten totdat er iets gebeurt. Het is niet zoals een ontmoeting met hen op het podium. Het is dat u daar blijft en gewoon wacht. Mensen zitten daar van overzee en van over heel de wereld, wachtend... Ongeveer driehonderd afspraken wachten nu (zie?), van overal vandaan om achter deze dingen te komen.

46 En zo kwamen er dus vier of vijf broeders, broeder Evans en broeder Fred en velen van hen daar naar het huis. Broeder Willie, ik weet niet of u er die morgen bij was of niet. Ik weet dat broeder Fred er was, en ik kan me niet precies herinneren hoevelen daar waren. En we knielden in gebed neer voor de Here.

     Nu, dit zijn allemaal predikers, vertrouw ik. U bent allemaal gelovigen. Kijk, je moet ontdekken wat de omstandigheden zijn. Je moet altijd de oorzaak ontdekken voordat je er een middel voor kunt vinden; dat is altijd zo. Zie? Als je de spreekkamer van een dokter binnengaat en zegt: "Dokter, ik heb pijn, ik ben... in mijn maag, ik heb hoofdpijn", en hij geeft je wat aspirine en zendt je weg, dan probeert hij van je af te komen. Zie? Een echte dokter zal dat geval onderzoeken totdat hij de oorzaak vindt. En zo is het met snel door de gebedsrij heengaan, handen op de mensen leggen, en zeggen: "Glorie voor God. Halleluja. Geloof het. Glorie voor God. Schud..." Zie? Laten we eerst de oorzaak vinden. Zie?

47 Het zou kunnen zijn dat God een vloek op die persoon heeft geplaatst om hem een zeker iets te laten doen, en dan komt u eraan en neemt het weg, zoals Mozes de rots sloeg, of Elia [Elisa – Vert], omdat hij kaalkop werd genoemd en deze kleine kinderen vervloekte, enzovoort. U moet opletten met gaven van God. U moet opletten wat u aan het doen bent (zie?), als u uitgaat om duivels te vervloeken en uit te werpen en dergelijke dingen, als u niet weet waar u over spreekt; u komt in moeilijkheden met God (zie?), omdat u zich moet realiseren wat er gebeurd is. Dit... Er is daar iets wat het veroorzaakt dat dit gebeurt, daarom kunt u maar beter wachten en die persoon erover vertellen om dat eerst goed te maken.

     De zaak dus die u moet doen, is wachten totdat u de oorzaak vindt. Want u... het middel is reeds perfect, als u de oorzaak maar kunt vinden. Neem de oorzaak weg en zij... Zoals een kluit die op een bepaald iets ligt... Zoals een korenaar waar een tak overheen ligt waardoor ze krom groeit, haal de tak weg en ze zal recht groeien. Dat is hetzelfde. Zie? U moet eerst de oorzaak zien te vinden. Maar ontdek waardoor dit komt.

48 Nu, meneer Evans kwam binnen en hij zei: "Broeder Branham", en vertelde me het hele verhaal.

     Ik zei: "Laten we tot God gaan." En wij knielden neer om te bidden. En terwijl we in gebed waren, ik...

     Je moet eropuit gaan. Dat is de wijze waarop het opwekken van de doden... U heeft over de samenkomsten gehoord; u heeft het gezien, weet dat het is opgeschreven: dokters ondertekenden verklaringen van mensen die dood waren geweest. Ik heb er vijf van in mijn eigen nederige bediening gezien. Je zult die ziel moeten vinden die ginds ergens is, deze laten terugkeren, haar terugbrengen. En als de Geest uitgaat, zendt Hij Zijn Woord, zendt Zijn Woord. Zie?

49 En bij het zoeken, zag ik een jonge kerel die een geel shirt droeg (die eens een Christen was geweest en opgevoed werd in een christelijk huis) in broeder Evans auto naar Bowling Green, Kentucky, gaan, honderdnegentig kilometer ten zuiden van Louisville. En de Geest (terwijl we baden) overtuigde hem dat hij verkeerd deed. Hij werkte voor deze dievenbende; hij deed verkeerd. En toen de Geest, het Woord, vat op hem kreeg tijdens dit gebed, draaide hij om en kwam terug.

     Ik kon hem de auto zien terugbrengen en hem op een bepaalde plaats parkeren. Ik stond op en vertelde broeder Evans erover; dat het allemaal goed zou komen. En op zijn weg terug vandaar... Nu, de auto was gestolen over de rivier in Louisville, Kentucky, anderhalve kilometer over de rivier, en dan bij Miller's Cafetaria. Hij was daar vandaan gestolen. En hier werd hij teruggebracht van Bowling Green. Er zat nog een halve tank benzine in, precies wat de jongen gereden en teruggereden had, en hij zette hem precies daar op de weg waar... Op de terugweg naar het caravanparkeerterrein vond hij hem daar, stond daar op de weg zoals eerst. Zie? Nu, dat is de Geest van God Die uitgaat en dat grijpt.

50 Nog een dergelijke zaak, alleen om u het tegenovergestelde te laten zien, en dan zal ik beslist stoppen, dan kunnen zij... Van deze zelfde man kocht een man een auto, maar hij wilde hem niet betalen. Ging er vandoor. En de Geest des Heren ging achter die man aan, terwijl wij baden, maar hij was een ruwe, goddeloze zondaar. Kijk, het Woord zou geen enkel effect op hem hebben. Toen moest God het op een andere manier uitwerken om hem te pakken te krijgen.

     En op een dag toen hij in mijn huis was, vertelde ik hem: "We zullen langs Bowling Green rijden." We gingen naar zijn huis, we zouden gaan vissen, hij en zijn vrouw en ik zaten in de auto. Hij vatte het erg snel.

     Nu, toen zei hij: "Zal ik... zal ik hier dan maar afslaan?"

     Ik zei: "Als je je geld wilt hebben, kun je nu maar beter gaan." En hij ging erheen; hij kreeg alles uitbetaald. Zie?

51 Kijk, God weet hoe Hij dingen moet bewerken. Zie? Maar soms, als het een slepende zaak is... Nu, die zaak sleepte zich gedurende een paar maanden of meer voort; twee maanden (Wat zeg je?)... twee jaar voordat het ooit gebeurde. Maar ziet u, hij had het gevraagd, en wist dat als wij die zaak hadden gevraagd...

     Martha zei: "Mijn broeder is dood. Hij stinkt daar al in het graf, maar zelfs nu, wat U God ook vraagt, zal God aan U geven." Daar bent u er. Zie? Wat u God ook vraagt, zal God aan u geven. Na dat alles hield hij er twee jaar aan vast. Hij wist dat hij het zou krijgen. Zie? God bewerkte het daar precies; hij kreeg het.

     Dat is het, broeders. Het is God Die Zichzelf in onze levens reflecteert.

52 Ik zou wel de hele dag tot u kunnen spreken. U bent zo'n wonderbare groep mensen, ik houd werkelijk van u. En ik ben hier, mijn Christenvrienden, om u te helpen. Ik ben hier om met alles wat ik maar kan, om u broeders te helpen met vissen. Nu, soms zeggen mensen er wat van; dat weten we vandaag.

     Er zijn heel wat vleselijke nabootsingen geweest van deze dingen. U begrijpt dat. Dat moest wel komen. Toen Mozes uitging en het bovennatuurlijke was gedaan, was er een gemengde menigte met hem meegegaan. Het verstoorde het kamp na een poosje en... met Korach, zoals u weet, enzovoort. En we beseffen dat. En dat doet het, broeders.

     En ik... soms zijn herders een beetje achterdochtig, en ik berisp hen niet. Zij moeten de schapen voeden. Ziet u? Zij... Ik heb geen gevoelens tegen deze broeders die het zelfs veroordelen. Ik voel me er niet slecht over, omdat zij herders zijn. Ziet u? Maar ik wil u laten weten – als mijn broeder – als het einde nabij komt, wanneer ik u aan de andere kant ontmoet, dat ik nog steeds hetzelfde getuigenis heb. Het is God. U moet dat alleen met uw hele hart geloven.

53 En ik wil dat u voor mij bidt. Het is verschrikkelijk moeilijk, broeders. Het is moeilijk, omdat je soms iets zegt... je dingen moet zeggen die gewoon... Misschien heeft een persoon zijn eigen mening en toch moet je het zeggen. Je bent verplicht om het te zeggen. Je moet het zeggen. En dan doet het pijn, en misschien doet het uw broeder pijn of zoiets. Dan voel je je er verschrikkelijk over.

     Maar je bent niet van jezelf. Je bent gekocht met een prijs. Dit werk is je opgedragen. Je moet er loyaal en trouw aan zijn, ongeacht wat het is. En ik denk dat de meeste echt eerlijk denkende mensen dat zullen respecteren. Zelfs als zij ermee zouden mogen verschillen, zullen zij het respecteren.

54 Hoe zou een man een vrouw behandelen? Ongeacht of zij mooi is, lelijk, of wat zij ook is, als zij een dame is, een werkelijk dame, zal iedere man, waar ook maar een onsje man in zit, dat respecteren. Zie? Het maakt niet uit wie het is, hij respecteert haar standpunt. Zie? En dat is hoe ik denk dat het onder broeders is, broeders die iemand zien die overtuigd is. Ik heb hetzelfde respect voor broeders die met mij mogen verschillen. Ik zou willen zeggen dat ik beslist respect heb voor zijn...

55 Er komt een opmerkelijk verhaal in mijn gedachten over die Lutherse decaan daar, weet u, toen hij mij een brief schreef en zei dat ik een opgepoetste waarzegger was, weet u, enzovoort; en die het afschuwelijkste over mij zei. Ziet u? Toch schreef ik hem een brief terug.

     Hij zei: "U zei dat u dertig jaar gepredikt hebt." Zei: "Ik predikte voordat u geboren was", zei hij. En toen vertelde hij zoiets als...

     Maar toch had ik respect voor hem. Hij noemde me gewoon "Branham". Ik schreef terug. Ik zei: "Geliefde dierbare broeder..." Een Lutherse decaan. Niemand kan vijftig jaar het Evangelie prediken zonder Christus te respecteren. Dat kan ik me niet indenken. Zie, hij is... hij is een man. Hij is niet van zaagsel gemaakt; hij is een menselijk wezen. En ik schreef hem een fijne brief terug.

56 En hij zei: "Alleen maar het idee dat u daar stond." Zei: "Ik reed vierentwintig kilometer door een verblindende sneeuwstorm om een man van God te horen, en wat vond ik daar? Slechts een opgepoetste waarzegger."

     En ik zei: "Ik vergeef u dat, broeder." En toen zei ik: "U wist niet wat u zei." Ik zei: "De mensen zagen Jezus Christus hetzelfde doen in Zijn dagen als wat Hij in mijn dag doet – dezelfde Jezus doet het – en zij noemden Hem Beëlzebul."

     Ik zei: "Nu, wat als het juist was? En Jezus zei dat als er één woord tegen gesproken wordt, het nooit vergeven zal worden." Ik zei: "Wat voor goeds heeft uw vijftig jaar dan gedaan?" Zie, zie? Ik zei: "Maar ik weet dat u dat niet vanuit uw hart meende. Ik denk gewoon niet dat een man vijftig jaar over Jezus zou kunnen praten en voor Hem prediken, en een decaan van een universiteit zijn, dat hij zo zou kunnen praten. U bent alleen maar opgewonden en begrijpt het niet."

57 Later schreef hij mij een brief. Hij zei: "Vergeef me daarvoor, en ik hoorde dat u weer naar Minneapolis komt." Het was dr. Hegre, en hij zei: "Ik wil... ik zou graag willen dat u naar de universiteit komt. Ik zou graag enige vragen aan u willen stellen." (Heb ik nog tijd om het te vertellen?) En zei... Hebt... En ik zei...

     En broeder Jack Moore en sommigen van ons waren daar; het was op de Zakenlieden-conventie. Hij zei... Ik ging erheen. En natuurlijk is mijn opleiding erg gering, zoals u weet, en ik beweer niet een prediker te zijn. Daarom zat ik naast broeder Jack, en hij is nogal gevat, weet u. En ik dacht, als hij wat zegt waarvan ik niet weet wat hij bedoelt, dan stoot ik tegen zijn been aan, en dan zou hij het vandaar kunnen overnemen. Ziet u?

58 Zij gaven ons dus een fijne lunch. Ze komen uit Noorwegen. En zij hadden dus een enorm grote lunch met hors d'oeuvre, en ze hadden het neergezet in de vorm van het kruis, met mij aan het hoofd ervan. De lieflijke kleine dames bedienden aan tafel. En dr. Hegre stond op na de lunch en hij zei: "Broeder Branham, ik weet dat u voor de dienst vanavond terug zult moeten gaan, maar ik wil u een vraag stellen."

     Ik zei: "Dr. Hegre, ik zal blij zijn om hem zo goed mogelijk te beantwoorden. Misschien is mijn opleiding te gering, zodat ik misschien niet in staat zal zijn om het te kunnen doen."

     Hij zei: "Wel, ik zou dit graag tot u willen zeggen." Hij zei: "Ik verontschuldig mij voor wat ik heb gezegd."

     Ik zei: "O, dat was u vergeven, broeder. Ik zou daar niet meer aan denken."

59 En hij zei: "Wij zijn hongerig hier in Bethany." Hij zei: "We willen God." Hij zei: "En we lazen over de Pinkstermensen." En hij zei: "Ik begreep dat u vroeger een Baptist was."

     Ik zei: "Ja."

     En hij zei... Wel, hij zei: "Ik ging erheen om hen te zien toen er een samenkomst was." En zei: "Zij sprongen gewoon over de stoelen heen en sloegen de lichten bij de ramen kapot, en dergelijke dingen." Zei: "Wat hebben zij gekregen?"

     Ik zei: "De Heilige Geest."

     En hij zei: "Doet de Heilige Geest dat?"

     Ik zei: "Broeder, hier is wat ik onder Pinkstermensen vind. Het is zoveel stoom, dat zij het door de fluit laten ontsnappen in plaats van dat zij de wielen laten draaien en maken dat de ...?..." Ik zei: "Zij... als zij alleen maar wisten hoe ze het moeten laten werken. Zij roepen het er allemaal uit (zie?), schreeuwen het eruit."

     U begrijpt wat ik bedoel. En dat is waar. Ik zeg dit niet oneerbiedig; ik zeg dit met liefde en respect. Als zij alleen maar de kracht die in de gemeente is, laten werken en benutten... Zoals de gevorkte weerlicht die in de lucht de eindtijd tekent, benut die en zie wat het zal doen. Zie? Edison zei dat hij het kon doen en hij deed het. Zie? Het is het benutten van deze kracht die wij hebben. Zie? Wij schreeuwen het er alleen maar uit, en blazen het eruit. Zie?

60 En hij zei: "Wat hebben wij, Lutheranen, dan gekregen?"

     Ik zei: "De Heilige Geest." Toen was hij helemaal verward. Ik dacht... Ik zei...

     Hij zei: "Ik ging naar Californië. Ik schreef een... Op een keer las ik een boek over al de geestelijke gaven. Wij zijn hier hongerig in Bethany." En hij zei: "Al mijn metgezellen hier." En er zaten daar ongeveer drie- of vierhonderd. En hij zei: "Wij zijn allen hongerig naar God."

     Hij zei: "Nu, het punt is dat wij allen dit boek op onze school gelezen en bestudeerd hebben." En hij zei dat sommigen van de broeders en hij daarom een vliegtuig hadden genomen en naar Californië waren gegaan en deze man hadden gevonden. En hij zei dat hij geen van deze gaven had, maar er alleen maar over schreef.

61 Zei: "Toen hoorden wij dat u hier naartoe kwam." En hij zei: "Wij gingen er naartoe." En hij zei: "Omdat we zo vaak gedesillusioneerd waren, besloten we snel dat dit een boze geest was die... Het spijt me dat ik dit gezegd heb."

     Ik zei: "Wel, dat is in orde. Misschien overkomt ons dat allemaal wel eens, meneer." Ik zei: "Misschien zou ik op een keer wel hetzelfde gedaan kunnen hebben. God is genadevol voor ons. Hij is beslist genadevol voor mij."

     En hij zei: "Wel, ik zou graag één ding willen zeggen. Wat kunnen wij doen?"

62 En toevallig dacht ik eraan... De studenten die hun studie niet konden betalen – zij hadden daar een boerderij met ongeveer vijfentwintig hectare of meer, misschien vijftig hectare – en zij plantten maïs en lieten de studenten werken voor hun studie. Zie? En ik zei: "Op een keer plantte een man een maïsveld." Hoevelen hebben ooit maïs zien opkomen? Wij zagen het allemaal. En ik zei: "De volgende morgen toen hij erheen ging, waren er twee sprietjes, of, toen hij er op een morgen heenging, stonden daar twee sprietjes rechtop." Hij zei: "Prijs de Here voor mijn maïsoogst."

     Ik zei: "Had hij dat?"

     Hij zei: "Wel, ik zou niet kunnen zeggen dat hij dat had."

     Ik zei: "Laten we dit zeggen: potentieel had hij het."

     "Ja", zei hij.

63 Ik zei: "Dat waren de Lutheranen. Uiteindelijk groeiden deze sprietjes uit tot een kwastje, iets anders. En dat waren de Methodisten door heiliging, terwijl u allen rechtvaardiging predikte; en het kwastje keek terug naar de halm en zei: 'Huh. Ik ben een kwastje. Ik heb jou helemaal niet meer nodig. Ik ben het nu.'"

     "Maar weet u, deze bloesem liet uiteindelijk deze kleine bloesemblaadjes terugvallen tussen de halmen, en hij bracht een korenaar voort zoals het originele graan dat geplant was." Ik zei: "Dat was Pinksteren, het herstel van de gaven die werden teruggebracht in de gemeente." Ik zei: "We hebben een heleboel uitwassen aan de aar, maar toch hebben wij daar ook wat graan." Zie? Ik zei: "Dat is juist. Het was de... het was het originele Pinksteren."

64 En ik zei: "Toen zei het graan: 'Ik heb geen bloesem en geen blad nodig. Ik heb noch jullie Methodisten, noch jullie Lutheranen nodig. Ik ben het graan.'" Ik zei: "Tenslotte was het leven dat in het blad was nodig om het kwastje te maken, en het leven in het blad om het graan te maken." Ik zei: "De Pinksterkerk is de gevorderde Lutherse kerk."

     Hij duwde snel zijn bord weg. Zoiets eenvoudigs deed dat: niet argumenteren over hun theologie (zie?), of met hen argumenteren, maar hun alleen maar laten zien wat de waarheid is. Zie? Laten wij... Hij zei: "Broeder Branham, wij van Bethany (het deed er niet toe wat de rest van de Lutheranen zei), wij willen God. Wat kunnen wij doen om de Heilige Geest te ontvangen?"

     Ik zei: "Sta op van de tafel, keer uw rug naar de tafel en kniel neer met uw gezicht naar de muur gekeerd." En wij liepen rond en legden handen op hen en vierhonderd ontvingen de Heilige Geest. En nu gaan ze eropuit bij de honderden om mirakelen en tekenen en wonderen te doen. Dat is dr. Hegre van de Bethany Universiteit in Minneapolis, Minnesota.

65 Broeders, we hebben het beste produkt van de wereld, maar wij behandelen het verkeerd. Zie? Dat is waar. Wat als bijvoorbeeld broeder Borders hier een timmerman is, en hij hierbuiten met een hamer op spijkers stond te slaan (ziet u?), en ik had hier een bepaald soort super-duper hamer waarin ik een hele partij spijkers kon doen, die brrrrp er zo ingingen en alle planken direct vastnagelden. En ik ging naar hem toe en zei: "Ja. Jij staat buitenspel. Wat jij hebt is niets. Jij bent hoe dan ook niets waard, je telt zelfs niet mee." Zie? Ik heb precies daar mijn produkt te gronde gericht. Ik heb hem op de verkeerde manier benaderd. Zie?

66 Als ik naar hem toe zal gaan en hem vertel hoe wonderbaar, wat een goede timmerman hij is, en mijn produkt gewoon achterlaat, dan zal het zichzelf verkopen als het enigszins goed is. Dat is juist. Daarvoor ben ik hier, vrienden. Zie? Het is een produkt van God dat een voortgezette – wat wij misschien zo noemen – bediening is voor de Lutheranen, en voor u Methodisten en Baptisten, en velen van u broeders. Wij proberen u niets op te dringen. Wij proberen u alleen maar te vertellen van een verder ontwikkelde gave die de Here aan de gemeente gegeven heeft; en moge Zijn genade ons helpen.

67 Het spijt me dat ik al deze tijd genomen heb. Ik blijf gewoon praten. God zegene u. Laten wij dit werkelijk langzaam zingen terwijl wij hier nu deze deur sluiten, de deur sluiten.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding kocht
Op Golgotha's kruis.

68 Nu, deze kleine ondergrond voor genezing leggend... Nu, vanavond wil ik, als het in orde is voor de predikers en iedereen, een avond nemen voor redding (zie?) om te zien... Kijk, tenslotte zullen deze mensen die genezen zijn, als ze lang genoeg leven, misschien weer ziek worden. Maar als zij op een keer gered worden, dan hebben zij eeuwig leven. Dat is juist. Zij zullen in de opstanding komen.

     Nu, Jezus... Wij hebben de deuren gesloten en bidden tot onze Vader Die in het verborgene ziet. Kunnen we nu een ogenblik gewoon onze hoofden buigen voor een woord van gebed.

69 Hemelse Vader, nerveus, gehaast, kunnen wij geen recht doen aan deze taak. Maar ik hoop dat we deze morgen op de een of andere manier door Uw tegenwoordigheid hier deze plaats zullen verlaten met onze harten vol van vreugde.

     Zegen deze aardige mensen, Here, die ons de plaats lieten hebben voor deze samenkomst. Wij bidden dat zij een voornaam werk zullen doen. Het lijkt erop dat zij fijn zijn. Voor ons, een uitgestoten groep mensen, veracht door de wereld, openden zij toch de deuren en zij lieten ons binnenkomen. Wij zijn daar dankbaar voor. Zegen hen. En mag iedereen... Mag deze man die deze plaats toebehoort, al de helpers, mag er zo'n veroordeling zijn als deze serveersters in deze kamer komen, dat de tranen van berouw over de zonde over hun wangen zullen stromen. Sta het toe, Here, dat zij allen gered zullen worden en gevuld met de Geest, en een grote kracht voor God zullen worden.

70 Dank u voor deze gemeenschap, deze fijne mannen en vrouwen, met wie ik verwacht in de eeuwigheid te leven, door alle tijdperken die nog zullen komen, of werelden zonder einde. Zegen onze broeder voorzitter hier en zijn vrouw, elke prediker en zijn vrouw, alle bezoekers die deze morgen bij ons zijn.

     En, Vader, in deze geweldige tijd waarin wij leven, net nu de avondlichten dimmen, de zon hier ondergaat aan de westkust, zal er spoedig een dag van moeite zijn zoals we nog nooit gekend hebben. Dan zal hij die vuil is, vuil blijven; hij die heilig is, heilig blijven. God, sta toe dat wij alles zullen doen wat in ons vermogen ligt om elke ziel in het Koninkrijk van God te krijgen voordat het te laat is. God, sta het toe.

71 Zegen deze bediening van deze, mijn broeders, God, hun kleine gemeenten, en het werk van mijn zusters en broeders die hier vanmorgen zitten. God, zij zijn hier. Ik heb deze kleine Pinkstergroep wereldwijd ontmoet, ver weg daar in deze jungles, waar mensen nauwelijks durven heen te gaan, en dan was daar een kleine, niet gesponsorde Pinksterman, die de lichtkandelaar vasthoudt, door niemand ondersteund, een nederige man of vrouw die daar staat: misvormd en opgegeten door amoeben, met gescheurde kleding, maar de lichtkandelaar hoog houdend. Zoals Paulus zei in Hebreeën: "Welker de wereld niet waardig was; zij doolden in schaapsvellen en geitenvellen, verlaten en verdrukt." God, alleen het grote oordeel zal dat openbaren.

     Hoe dank ik U voor zulke mannen en vrouwen, en om verbonden te zijn met zo'n groep, te zitten in hemelse plaatsen in Christus Jezus. Zegen hen allen, Vader. Wij bidden dat Uw genade en goedheid op hen zal rusten.

72 Vergeef onze vele zwakheden, Here. Wij hebben niet de bedoeling om iets verkeerds te doen, Here, maar door ons vlees maken we dagelijks fouten. Dus ten einde levend te blijven in Christus, moeten wij sterven aan onze eigen gedachten. Houd ons dus dood aan onszelf en levend in Hem. Laat onze lichamen en onze ziel zodanig onderdanig aan Hem zijn, dat mensen de reflectie van Christus in ons zullen zien als we gaan of komen, of wat we ook maar doen.

     Zegen ons tezamen, Vader. Help ons vanavond in de dienst; help ons morgen; help de zondagsscholen, de kerken. En moge daar een vuurvlam van God zijn in iedere gemeente en in elk hart totdat Jezus komt. Wij vragen het in Zijn Naam. Amen.

     Terug naar de voorzitter, en de broeder ...?...