Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Wij zouden Jezus willen zien

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Borders. Laten we even blijven staan terwijl wij onze hoofden buigen voor gebed vanavond. Terwijl wij onze hoofden nu gebogen hebben, is er een verzoek dat u graag aan God bekend zou willen maken? Laat het weten door een opgestoken hand. God schenke elk ervan. Onze hemelse Vader, wij zijn vanavond gekomen in de Naam van Uw Zoon, de Here Jezus, de Geliefde. Wij komen biddend en gelovend dat U de verzoeken die vanavond gedaan zijn wilt toestaan, omdat wij geloven dat het uit een oprecht hart komt, Vader, dat zij werkelijk een nood hebben en de nooddruft is voor Uw heerlijkheid. En wij bidden dat U al hun verzoeken wilt toestaan.

2 En dit is nu de tweede avond in de samenkomst en wij danken U voor gisteravond, voor degenen die naar voren kwamen om Christus als hun Redder te aanvaarden, vertrouwend dat ieder die uit een teruggevallen toestand weer terugkeerde naar Huis, dat hun ervaring vernieuwd werd. Zij weten... Wij weten dat God met uitgestoken hand gereed staat om de verloren zoon, wanneer hij terugkeert, te ontvangen. En voor degenen die de doop van de Geest zochten, bidden wij, God, dat U hun harten vult met Uw goedheid en genade en kracht. Sta het toe, Heer. Wanneer wij vanavond, als het Uw wil is, voor de zieken gaan bidden, vertrouwen wij dat er vanavond geen zwak persoon meer in ons midden zal zijn wanneer de dienst voorbij is. Mogen degenen die stervende zijn aan een hartkwaal genezen worden, degenen die stervende zijn aan kankers, waartegen de dokters hard gestreden hebben om te proberen deze levens te redden, maar het schijnt hopeloos te zijn; maar God, er is een balsem in Gilead en we zijn zo dankbaar dit te weten en de beloften van God met elkander te delen.

3 Wij bidden dat U vanavond in ons midden wilt komen met zo'n groot geloof, Heer, dat het zo'n geweldige tijd zal wezen... En wij bidden dat U zo werkelijk voor iedereen wilt zijn vanavond, Heer, dat wanneer wij terugkeren naar onze huizen, wij net als degenen die van Emmaüs kwamen die dag (na de dood, begrafenis en opstanding van onze Here) zullen zeggen... Zij vroegen zich onderweg af: "Is Hij echt opgestaan of niet?" Maar toen Hij ze binnen kreeg in de avondtijd, ongeveer deze tijd of iets later, de deur... [Er wordt een profetie gegeven – Vert]

     En laat Uw vrede en Uw genade, o God, met ons zijn en help ons en verlos een ieder die aangevochten is, Heer. Laat de Heilige Geest het grote werk doen, waartoe Hij gezonden is om onder ons te doen en wij zullen onze hoofden in nederigheid en eenvoud buigen en U dank en lof geven. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

4 De broeder heeft hier net enige gebedsverzoeken neergelegd en wij vertrouwen dat de Here God dit wil toestaan en velen van... [Iemand spreekt tot broeder Branham – Vert] ... zakdoeken, en... Ja. Wij geloven in het bidden over zakdoeken voor de zieken en aangevochtenen. Nu, wij nemen dat uit de Bijbel. Op een keer in Zuid-Afrika... Ik geloof dat een van de boeken daar een foto van heeft; ik had verschillende grote zakken vol met zakdoeken die door de mensen opgestuurd waren. En er werd gezegd: "Broeder Branham is erg bijgelovig, omdat hij bidt voor – over zakdoeken." Het was niet bijgelovig; het is gewoon Schriftuurlijk, dat... Wij beseffen nu dat het...

5 Ik geloof dat Paulus zeer fundamenteel was, Schriftuurlijk in alles wat hij deed. Wij allen moeten dit geloven, daar wij de Bijbel geloven. God zou deze man niet hebben toegestaan de Bijbel te schrijven, de boeken in de Bijbel die hij schreef... Ik geloof dat Paulus van het Nieuwe Testament was zoals Mozes van het Oude. En Paulus was een zendeling-profeet voor de heidenen. Welnu, wij vertrouwen hiermee, dat mensen zullen begrijpen dat Paulus... Waar ik geloof dat hij het vandaan haalde... Weet u, Eliza op een keer, een groot profeet van de Here... Een Sunamietische vrouw verloor haar kind en zo kwam zij tot Eliza en vroeg hem omtrent het kind. En hij zei: "Neem deze staf," tegen Gehazi, zijn dienstknecht, "ga hem op het kind leggen." Ik geloof dat Paulus daar de gedachte van kreeg om zakdoeken te gebruiken. Want Eliza wist dat wat hij ook aanraakte gezegend werd, indien hij de vrouw slechts hetzelfde kon laten geloven. Maar het geloof van de vrouw was niet in wat hij aanraakte; het was in de profeet.

6 Dan ontdekken we dat men in Paulus' tijd zakdoeken en schorten nam... De mensen (groter geloof) geloofden en zij legden deze zakdoeken en schorten op de mensen en boze geesten gingen uit van hen en zij werden genezen. Wij weten dat Paulus al lang geleden is heengegaan, maar de Heilige Geest is hier nog steeds. Het is een... Hij is geen aanziener des persoons en Hij geeft mensen gunst onder het volk, predikers, om te geloven dat er iets met die man is, dat bewijst dat God met die voorganger is en men gelooft dat. En alle mensen die het volle Evangelie geloven nemen zakdoeken, schorten, enzovoort van hun lichamen en leggen deze op de zieken en gekwelden en zij worden gezond. En we hebben daarmee groter succes dan alles wat nog...

7 Een kleine Duitse vrouw hier enige tijd geleden... Ik zond ze bij duizenden uit en zij ontving er één. En zij liet haar buren binnen komen. Zij had geen voorganger, dus liet zij de buren komen om te bidden. En zij beleed al haar fouten. Eén ding is er wat u moet doen en dat is zaken rechtmaken met God, omdat de aandoening op u zou kunnen zijn voor dat doel, om u op deze wijze tot God te brengen. Belijd dus al uw zonden. En toen zij dit deed legde zij het op haar lichaam.

     Zij was al twintig jaar kreupel door gewrichtsontsteking. En ze zei: "In orde, oude duivel, het werk is nu gedaan, dus opzij, hier kom ik!" Ging recht overeind en wandelde uit de rolstoel – net zo eenvoudig. Ziet u? Ze zei: "Goed, alles is nu compleet; al het werk was gedaan, dus alleen opstaan en wegwandelen." Dat is de wijze waarop we het moeten geloven, gewoon op die manier, net zo simpel als we maar kunnen zijn.

8 De mensen van vandaag maken het Evangelie te ingewikkeld voor het volk. Ziet u? Dit is altijd de reden geweest waarom het over de hoofden van het gewone volk gaat. En het Evangelie werd voor allen gezonden, maar doorgaans zijn het de gewone mensen die het horen. Lukas zei: "De gewone mensen hoorden Jezus gaarne", de gewone mensen.

     En zo maakte God het heel eenvoudig toen Hij zei in Jesaja: "Zelfs een dwaas zou op de weg niet dwalen." Dus willen wij het nooit gecompliceerd maken. Het is simpel de eenvoud om het te geloven, alleen geloof hebben. Ga er niet bij vandaan. Blijf erbij en God draagt zorg voor de rest.

9 Gisteravond heb ik u lang gehouden. Ik zal vanavond proberen voor de zieken te bidden en ik geloof dat Billy mij een poosje geleden vertelde dat hij een stapel gebedskaarten aan de mensen had uitgedeeld. De reden waarom wij dit doen is om ze in de rij te houden om te weten wie kan komen en wie niet. En ieder die een kaart krijgt mag naar het podium komen. Maar ieder die wel eens in de samenkomst is geweest weet, dat er vijf in het gehoor worden genezen tegen één op het podium. Het is altijd meer in de gehoorzaal: geloof. Nu, veel mensen willen dat je handen op hen legt. Dat is volkomen in orde. Dat is de Schrift. Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen. Indien zij handen op de zieken leggen zullen zij gezond worden." Nu, dat is Gods Woord, zo geloven wij het. Maar hebt u opgemerkt dat dit een soort Joods gebruik was? Zo ging het niet bij de heidenen.

10 Toen Jaïrus' dochter op sterven lag, lieten zij de Here Jezus komen en toen Hij... Onderweg daarheen stierf het meisje, misschien tijdens Zijn reis van de zeekust naar het huis. En een bode komt en zegt: "Val Hem niet lastig. Zij is al gestorven." En let op wat Jaïrus zei. Hij zei: "Mijn dochter ligt op sterven. Maar kom Uw handen op haar leggen en ze zal gezond worden. Zij zal genezen zijn." Dat is Joods, omdat hij een leraar, een rabbijn was.

11 Maar hebt u de Romein, de heiden, opgemerkt? Toen Jezus kwam om zijn knecht te genezen, zei hij: "Ik ben niet waardig dat U onder mijn dak komt." En hij zei: "Alleen... Ik ben een man met autoriteit." Hij zei: "Ik zeg tegen de ene man 'Ga' en hij gaat; tegen de andere man 'Kom' en hij komt." Ziet u, hij was Jezus aan het vertellen dat hij herkende dat Hij (Christus) gezag had over alle ziekten, net zoals hij gezag had over de honderd mannen die onder hem stonden. Ziet u? "Ik ben ook een man met autoriteit. En ik zeg tegen deze man die onder mijn gezag staat: 'Kom' en 'Ga' en hij doet het. Spreek enkel het Woord; mijn dienstknecht zal leven." Dat is het. Hebt u bemerkt wat onze Meester zei? Hij keerde zich om en zei: "Zo'n geloof heb ik in Israël niet gevonden." Zie, ziet u? "Spreek enkel het Woord; dat is al wat U hoeft te doen", omdat hij wist dat iedere ziekte en elke aandoening en alles onder Christus' controle was. Al wat Hij moet doen is het Woord spreken.

     En Hij zond Zijn Woord en genas hen. Zie? Dus weten we dat wij Zijn Woord nodig hebben. Het is het Woord dat ons vrij maakt.

12 Nu, vanavond, als u teksten bijhoudt, wil ik alleen een kleine basis geven. Gisteravond, de reden waarom ik gisteravond niet voor de zieken bad... Allereerst wist ik niet of het bidden voor de zieken hier in de kerk al of niet was toegestaan. Ik wist dat zij het in een kerk hadden. Een aantal broeders had het gesponsord, maar zij hielden het in een kerk. En ik wil erg voorzichtig zijn dat ik niets doe wat een aanstoot of hinder geeft. Ik wil alleen doen zoals ik denk wat het juiste is om te doen. En toen zag ik al de zieken en aangevochtenen en een broeder zei: "Jazeker geloven zij het." Vandaag ontdekte ik toevallig dat deze 'Open Bijbel' kerk, dat...

13 O, ik heb zulke wonderbare vrienden in die kerk. Broeder Mitchell was er één van. Op een avond hielden wij een samenkomst in broeder Mitchells kerk en zijn schoonzoon had de Heilige Geest niet. Ik kende noch zijn schoonzoon noch zijn dochter. En zij was daar en zij was onvruchtbaar, had geen kinderen. En terwijl ik aan het spreken was, sprak de Heilige Geest tegen het meisje en zei: "ZO SPREEKT DE HERE, u zult het kind hebben. En uw echtgenoot zit daar verderop. ZO SPREEKT DE HERE, hij ontvangt de Heilige Geest." Hij ontving de Heilige Geest. Die avond na de dienst... Broeder Bryant had nog nooit kinderen gehad, dus begonnen zij hem "grootvader" te noemen. Negen maanden... daar was de baby.

     Dus heeft het nooit gefaald. Let erop. Wanneer het op die manier wordt gezegd is het perfect zo. Ik ben 53 jaar. Ik heb visioenen gezien vanaf dat ik een klein jongetje was. Ik heb er nooit één van zien falen en het kan niet falen. God kan niet falen. Dat is het enige wat God niet kan. Hij kan niet falen. Hij kan het gewoon niet omdat Hij God is.

14 En nu willen we graag hier in de Bijbel enkele woorden lezen, omdat ik weet dat mijn woorden het woord van een mens zijn. Deze zijn Gods Woord, dus kan het niet falen. En vanavond wil ik voor een Schriftlezing een aantal Schriftplaatsen nemen. Eerst wil ik lezen uit – gewoon als een vaste regel nu, enkel om te lezen voor een kleine gewone dienst, als basis. De boodschap, als u de zaak niet precies krijgt... U moet geloof hebben. Er is maar één manier om genezen of gered te worden en dat is door geloof. Uw emoties... dat zal u niet redden. Uw verstandelijke ideeën, ze zullen u niet redden. Het moet geloof zijn. En geloof faalt niet en kan niet en zàl niet falen, als u het werkelijk gelooft.

15 Het is jammer dat wij hier in deze stad niet ongeveer een maand hebben waar wij in een gehoorzaal alleen boodschappen over geloof kunnen houden, om de mensen daarin op te bouwen. Laat al deze zieke mensen die hier door het hele gebouw zitten, laat ze komen en avond aan avond opletten en kijken wat er plaats vindt, uitkijken naar geloof, tot er werkelijk iets een houvast krijgt. Dan ontvangen zij het. Wanneer het – wanneer geloof een houvast krijgt, zal het er blijven. Het zal nooit van zijn plaats wijken. Geloof kan door niets bewogen worden. Ik merk in een gebedsrij dat ongeveer negenennegentig van elke honderd die naar het podium komen... O, ik heb mensen horen zeggen: "O, broeder Branham, ik heb alle geloof." Wat komen ze daar dan doen? Ziet u, het is hoop in plaats van geloof. Zie? Indien het geloof is weet u iets. Het is net zo positief als dat u daar zit. Het is positiever dan dat u hier zit. Het is een zesde zintuig. De vijf zintuigen kunnen het niet aanraken. Het is het zesde zintuig. De vijf zintuigen zullen totaal geen geloof constateren. Het is het zesde zintuig en het zesde zintuig maakt de hele wapenrusting van God bekend. En één van de vijf zintuigen zal nooit de hele wapenrusting van God bekend maken. Gelooft u dit? Kijk. Geloof, liefde, blijdschap, vrede, lijdzaamheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, geduld, wie kan dit verklaren door iets van uw wetenschap? Dat kunt u niet. Het is een geloof, het zesde zintuig, dat naar voren treedt en het verklaart. "Het is de zekerheid der dingen die men hoopt en het bewijs der dingen die men niet ziet." U ziet, proeft, voelt, ruikt of hoort het niet; u gelooft het. Zo is het.

16 Wat als ik op sterven lag en een brood zou mijn leven redden en het brood kostte vijfentwintig cent. En u gaf mij de kostprijs van een brood: vijfentwintig cent. Ik zou even blij zijn met de vijfentwintig cent en me net zo verheugen als wanneer ik het brood in mijn andere hand had, omdat ik de kostprijs van het brood heb. En als u geloof hebt en het maakt niet uit hoe lang het duurt voor het gaat gebeuren, u hebt het. Dat is alles. Zie? Het zal verkrijgen waar u om vraagt. O, ik wens dat we nu direct zoveel zouden kunnen krijgen, als u slechts zou... Als u alleen maar dat beetje zou kunnen grijpen. Geen verstandelijk geloof; maar uit het hart. Geen mens, niets, waar dan ook, zou u er ooit vanaf kunnen schudden. Wanneer iets het heeft vastgegrepen, maakt dat het vast. U zou dat evenmin kunnen ontkennen als dat u zou kunnen ontkennen dat u een menselijk wezen was. Ziet u? Het is gewoon het echte deel. Wij moeten het geloven.

17 Nu wil ik dit zeggen, dat ik geen Goddelijke genezer ben. Mensen noemen mij dit, maar dat ben ik niet. Geen mens is een genezer. Als een man langskomt en zegt dat hij een genezer is, houd die kerel in de gaten; er is iets verkeerd. Evenmin ben ik een redder. Ik zou net zo min een redder kunnen zijn als dat ik een genezer zou kunnen zijn, omdat Hij, Christus, verwond werd voor onze overtredingen, door Zijn striemen werden wij genezen. Het is verleden tijd.

     Elke zonde in de wereld werd vergeven toen Christus stierf op Golgotha. Gelooft u dit? Er ligt een Bloed-verzoening op het altaar voor de zonden der wereld. Maar het zal u nooit enig goed doen tot u het aanvaardt en het belijdt. En Hij kan er nooit aan werken tenzij u het eerst zegt en het in geloof aangenomen heeft. Dan is Hij een Hogepriester om voorbeden te doen op onze belijdenis. Hij kan niet bewegen, ziet u, Hij is gebonden; er is niets wat Hij kan doen, tenzij u het eerst aanneemt en het belijdt en het vanuit uw hart gelooft. Dan raakt het Hem aan en dan kan Hij aan het werk gaan en bemiddelingen voor u doen. Daar bent u er.

18 Dus wanneer dan iemand zegt: "Ik heb genezing in mijn handen. Ik heb genezing..." O, als het in uw handen zit, wat gebeurde er dan op Golgotha? Ziet u? Wat gebeurde er met het Bloed van de Here Jezus? Als olie afdrukken, of bloed, rook, vuur of wat het ook mag zijn, genezing is, wat is er dan op Golgotha gebeurd? Wat is er dan met het Bloed van Jezus Christus gebeurd? Geen wonder dat de mensen zo in de war zijn. Als men slechts even een moment zou kunnen stilstaan om te beseffen dat een vervalsing absoluut alleen verklaart dat er een echte is. Maar de mensen zijn net... Zij weten niet welke richting te gaan.

     Er is zoveel voortgekomen in de Naam van Heilige Geest, er is zoveel gekomen in de naam van Goddelijke genezing, dat bewust denkende mensen... U kunt hen nauwelijks kwalijk nemen dat zij bevreesd zijn. Maar vriend, vergeet niet: zo zeker als er een bestaat die niet goed is, moet er een zijn die wel goed is.

19 Maar wat is zonde? Ongeloof. Wat is gerechtigheid? Geloof. En zonde is alleen verdraaide gerechtigheid. Wat is een leugen? Het is de waarheid verkeerd voorgesteld. Wat is overspel? Het is de juiste handeling verkeerd voorgesteld op een verkeerde wijze. Ziet u, alle dingen... Er zijn slechts twee dingen. Dat is goed en verkeerd. En Satan is geen schepper. Er bestaat slechts één Schepper. Dat is God. Satan verdraait wat God heeft geschapen. Doch zolang u geloof in de Schepper hebt, in Hem, brengt God het terug naar de juiste plaats.

20 Wat als er een korenhalm ging groeien en er lag een blok op? Het zou krom groeien. Haal het weg, verwijder elk obstakel dat in de weg staat en de zon, waar het zich naartoe keert, zal die korenhalm tenslotte weer recht doen groeien. Een boze geest wordt uitgeworpen, dan zeggen de mensen: "Wel, er is niets met me gebeurd." U moet weer helemaal recht groeien. Als u dit gelooft en weet dat er iets met u is gebeurd, is er niets wat u ervan kan weerhouden weer helemaal recht getrokken te worden. Houdt u zich daar gewoon aan vast. Het is zoals de zon. De zon heeft alle plantenleven onder controle. De z-o-n beheerst heel het botanische leven. Wanneer het lente wordt kunt u dat zaadje dat in de grond ligt, niet verbergen. Het geeft niet of u er een steen overheen legt, het zal zijn weg omhoog vinden van onder dat beton uit en zijn kopje opsteken en God prijzen. Het is leven. Jazeker. Daarom, u kunt in de zee begraven worden, u kunt uw lichaam tot as verbranden, maar u zult... Het maakt niet uit wat men ooit met u doet, u zult weer opstaan. Waar bevindt zich in de lente bij u het meeste gras, als u uw beton, uw stenen pad erover heen legt? Precies aan de rand van uw pad. Waarom? Dat komt door al dat leven daaronder. Wanneer die zon naar beneden begint te schijnen, hoewel het onder beton ligt, moet het zijn weg naar buiten vinden, zijn kopje omhoog steken en God prijzen. Net zo zeker als de zon het begint te raken, komt het op.

21 En even zeker als de Z-o-o-n, die heel het eeuwige leven beheerst, dat kiemkrachtige, voorbestemde zaad treft, gebeurt er iets. Het krijgt een houvast en blijft het vasthouden, kronkelt zich een weg door elk obstakel dat er is. Tenslotte steekt het zijn hoofd omhoog en zegt: "Prijs God, ik wist dat het zo was." Zo is het. Dat is geloof. Geloof het. Geen schijngeloof; wees een gelovige, een echte. Daarom deed ik gisteravond eerst mijn altaaroproep, voordat we aan de gebedsrij begonnen. Wij hadden de gebedsrij gisteravond kunnen hebben, maar wij hadden mensen bij het altaar. Wij moesten eerst het fundament gelegd hebben.

22 Je moet... Omhoog springen en iets grijpen, dat is de Amerikaanse methode: grijpen, zoals een aap zich uitstrekt naar alles wat glinstert. Laat ons terugkeren en het Evangelie-fundament, Christus, leggen en daar op die Rots uw geloof bouwen, op Christus; niet op een of andere mythologie van een kerel die langskomt en een hoop reclamebluf en kunstmatigheid heeft. Keer terug naar dat Woord en blijf op dat Woord staan. En verlaat dat Woord niet. Als het tegengesteld is aan het Woord, blijf er vandaan; als het met het Woord overeenstemt, geloof het.

     En het is de verstandige, gezonde leerstelling van de Bijbel: Goddelijke genezing. Als er geen Goddelijke genezing bestaat... Het is het onderpand van onze opstanding. Ik heb een man, die er als een schaduw uitzag en op sterven lag aan bindweefselkanker, volmaakt genezen zien worden. Ik heb mensen die gestorven waren, waar doktersverklaringen van waren uitgeschreven, die al vierentwintig uur dood waren, weer levend op zien staan. Ik kan dit bewijzen met doktersverklaringen. Ziet u?

23 Ik weet dat het echt is. God is God. Hij kan niet falen. Zijn Woord is zo, maar u moet het geloven, niet het u alleen maar verbeelden; geloof het! (Zoveel tijd gaat heen met tot u te spreken, dat ik niet eens tot mijn tekst kom.) Welnu, wij verlangen... Als u mij iets hoort zeggen, iets onderwijzen wat niet Schriftuurlijk is, bent u verplicht het mij te vertellen. Jazeker. Het moet uit deze Bijbel komen. Het moet een belofte van God zijn. En dan weten we dat daar...

24 Een dokter vertelde me eens... Een fijne man. Ik wenste dat ik tijd had zijn geschiedenis te vertellen, hoe hij tot bekering kwam, maar... Hij zei: "O, ik geloof, Billy, als iemand die paal daar zou kunnen aanraken en het geloven, dat zij gezond zouden worden door dat te geloven."

     Ik zei: "Dokter, wie zou geloof kunnen hebben in het aanraken van een paal? Geloof is geen mythe. Het moet ergens op gefundeerd zijn. Wat is meer eeuwig dan Gods Woord?" Zoals de oude kleurling uit het Zuiden zei: "Ik zou liever op de Bijbel dan in de hemel willen staan." Zijn baas vroeg hem waarom. Hij zei: "Wel, de Bijbel zei: 'Hemelen en aarde zullen voorbij gaan, maar Mijn Woord niet.'" Dus als hemel en aarde weg zijn, is hij daar nog steeds, omdat hij op het Woord staat. En dat is het: staan op het Woord. Het is de waarheid. God zei het. Geen ander... Niets anders ter wereld kan die plaats innemen. Geen instelling, geen denominatie, niets kan de plaats van Gods Woord innemen. En elk ding dat daar tegengesteld aan is, is naar mijn mening verkeerd.

25 Laat ons nu hier in onze dierbare Bijbel lezen uit het Evangelie van Johannes, het twaalfde hoofdstuk, het twintigste vers. Dan wil ik Hebreeën 13:8 nemen, voor een kleine ondersteuning. En dit is altijd het campagne thema. Nu, het Evangelie van Johannes, hoofdstuk twaalf, het twintigste vers... Gewoonlijk neem ik deze tekst de eerste avond nog voor de genezing en iedere keer probeer ik het een beetje anders te benaderen.

     En er waren sommige Grieken uit hen die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden;

     Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaïda in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien.

     Filippus kwam en zeide het Andreas; en Andreas... weer zeiden het Jezus.

     En in Hebreeën 13:8 zei de Bijbel, in het dertiende hoofdstuk van Hebreeën, het achtste vers, dat Jezus Christus gisteren, heden en voor immer dezelfde is.

26 Wij willen nu deze vraag benaderen. En nu hoop ik dat het niet te lang duurt voor deze arme, lijdende mensen die hier in deze rolstoelen zitten en op bedden en draagbaren liggen. En zij verkeren in een slechts toestand, zo gebrekkig. Maar vergeet niet dat zij... Misschien kunnen deze mensen wel een normale levenstijd leven, terwijl ze kreupel zijn, maar er kan daarginds ook een man zitten met een hartkwaal en het niet weten. Hij zal de zijne misschien nu moeten hebben of hij zal vannacht sterven. Ziet u? Wij weten het niet. Laten we de Schrift zo helder en duidelijk maken als we kunnen met de hulp van God, dat we in staat zijn om de hele groep te helpen, te laten zien waarover wij spreken.

     Ik heb hier enkele Schriftgedeelten uitgeschreven waar ik naar wil verwijzen en nu wil ik dat u voor mij bidt terwijl ik spreek.

27 Nu, de vraag is... Als zendeling had ik de ervaring allerlei soorten godsdiensten aan te treffen. Pas geleden werd ik in Bombay, India, gastvrij ontvangen met zeventien verschillende soorten godsdiensten en allemaal ontkenden ze Christus en God. Ziet u? Dat is nog maar een klein aantal van hen. Ziet u? En daar zijn allerlei soorten goden, van alles wat. Daarom kan ik niet... Vraag ik me af of wij in Amerika, onder één God, met een kerk op elke hoek, niet samen kunnen komen en gemeenschap kunnen hebben? Ik kan het gewoon niet begrijpen. Die mensen daar kan ik wel begrijpen, met een verschillende god. Maar wat met ons? Zie?

     Nu, elk van hen heeft zijn mystieke denkbeeld. Maar elk van hen, hun stichters waren mannen die geleefd hebben en stierven en begraven zijn en daar nog steeds liggen. Maar er is er maar één van die waar is en dat is het Christendom. Want de Stichter van het Christendom heeft geleefd, stierf en stond weer op om te bewijzen dat Hij God was en al tweeduizend jaar bij ons heeft geleefd. Dat maakt Hem gisteren, heden en voor immer dezelfde.

28 Nu, ik las uit Johannes. We keren terug naar het eerste hoofdstuk van Johannes en beginnen een poosje over Jezus te spreken om wat over Hem te weten te komen. Nu, als ik tot alle Katholieken hier zou zeggen: "Gelooft uw kerk dat Hij gisteren, heden en voor immer dezelfde is?"

     "Ja."

     Lutheranen, Baptisten, Pinkstermensen, Kerk van God, Gemeente van God, o, iedereen zou "Jazeker" zeggen. Wel, toch is er ergens zoveel verschil. Er moet iets verkeerd of ergens iets goed zijn volgens mij. Het is teveel verscheurd. Nu is er slechts één manier waarop wij heden kunnen uitvinden of Hij vandaag dezelfde is als Hij gisteren was, door uit te vinden wat Hij gisteren was en dan te onderzoeken of Hij vandaag dezelfde is. Welnu, Hij is gisteren, heden en voor immer dezelfde.

29 Deze Grieken die naar de Here Jezus kwamen, of naar Filippus van Bethsaïda, waren zelf nieuwsgierig. Zij hadden van Jezus gehoord en wilden Hem zien. Nu is er een oud gezegde: "Eerst zien en dan geloven." Nu, die Grieken waren een beetje zo. Zij wilden Hem zien. Ik geloof niet dat iemand ooit Zijn wonderbare Naam heeft horen fluisteren of ze wilden Hem zien. Ik geloof dat als ik vanavond in deze gehoorzaal zou vragen: "Hoevelen van u zouden Jezus willen zien", dat ieder van u zijn hand op zou steken. Is dat waar? Ieder van ons, overal, zou Hem willen zien. Goed dan, de Schrift kan niet liegen en als deze Grieken hun verzoek om Hem te zien, verkregen, waarom wíj dan niet als Hij dezelfde is? Nu, denk daar eens aan. Ik ga de tijd nemen. Ik wil niet dat u nerveus wordt. Zit gewoon rustig en overdenk het terwijl we spreken.

30 Welnu, als Hij dezelfde is (en God vergeve me dat ik dit woord gebruik om een punt te brengen – "als Hij is" – wij weten het), waarom kunnen wij Hem dan niet zien, als zij Hem te zien kregen? Nu, Hij is dezelfde, gisteren, heden en voor immer. De enige manier waarop wij kunnen uitvinden of wij gelijk hebben of niet is: terug te gaan en uit te vinden wat Hij gisteren was en dan is Hij vandaag dezelfde en zal het voor immer zijn.

31 Als u wilt weten wanneer deze uitspraak werd gedaan, hij werd in het Nieuwe Testament gedaan. Het was Paulus, geloven wij, die het boek van de Hebreeën aan de Hebreeërs schreef en de wet van genade scheidde. En wij ontdekken hier dat hij zei: "Jezus Christus is dezelfde, gisteren (in het Oude Testament), vandaag en voor immer." Wel, dan geloof ik dat het in het Oude Testament nog steeds Jezus Christus was. Ik geloof dat de Vuurkolom, die volgde – Israël door de woestijn leidde, Christus was. De Bijbel zei het. Elke leraar weet dat het de Verbondsengel was, welke Christus was.

     En toen Jezus dan hier op aarde was, zei Hij: "Een weinig tijds en de wereld ziet Mij niet meer, doch gij zult Mij zien. Ik kom van God en Ik ga naar God." En nadat die Vuurkolom vlees werd gemaakt in de vorm van een mens, Gods Zoon die onder ons woonde, Zich manifesteerde en God bewees, want Hij was de manifestatie van God in vlees... God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende.

32 Daarna, na Zijn dood, begrafenis, opstanding en hemelvaart, was Saulus van Tarsus op weg naar Damascus om die mensen, die Pinkstermensen waren geworden, in hechtenis te nemen. En op weg daarheen werd hij door een groot Licht getroffen, dezelfde Vuurkolom, tot God teruggekeerd: kwam van God, keerde terug tot God. En Hij zei: "Saulus, Saulus, waarom vervolgt gij Mij?"

     Hij zei: "Wie zijt Gij, Heer?"

     Hij zei: "Ik ben Jezus (Zie?) en het is hard voor u tegen de prikkels te slaan."

     Nu, om terug te gaan en uit te vinden zien wij dat... Nu, wij zullen het gedurende de week een breder fundament geven, het duidelijker maken. Maar ik heb mijn horloge vanavond niet op alarm gezet. Ik let op die klok daar. Dus zullen we proberen het zo te laten.

33 Hij was in het Oude Testament een Vuurkolom; Hij was op aarde de Zoon van God gemanifesteerd, dezelfde God in vlees; en nu is Hij in de vorm van de Heilige Geest: dezelfde God in drie ambten, Vader, Zoon en Heilige Geest. Dat is de reden waarom Mattheüs zei: dopen in de naam van Vader, Zoon en Heilige Geest. Het was het vaderschap, zoonschap, en Heilige Geest, dezelfde God die drie verschillende functies gebruikt: God die zich neerbuigt.

34 God, die heilig was, kon niet tussen de zonde komen. In orde. Zelfs een beest dat de berg aanraakte moest doorstoken worden. Zo groot was de beving dat men zelfs uitschreeuwde: "Laat Mozes spreken en niet God", omdat zonde afschuwelijk was. En toen God vlees onder ons werd, werkte bij ons... I Timotheüs 3:16: "En buiten alle twijfel, groot is de verborgenheid der godzaligheid, want God werd gemanifesteerd in vlees." Daar was Hij in vlees, zichzelf bekend makend, iets dichter bij ons. Hij stierf om een gemeente te verlossen en dat alles was in Hem. Nu is Hij gekomen in de vorm van de Heilige Geest: God boven ons, God bij ons, God in ons. Ziet u? God in ons, gisteren, heden en voor immer dezelfde, de Heilige Geest die werkt, uitvoert, de werken van Christus volvoert die in Christus waren. Herinner u nu, al wat God was, goot Hij uit in Zijn Zoon, Jezus Christus. En al wat Christus was goot Hij uit in Zijn gemeente. Ziet u? Dat maakt Christus gisteren, vandaag en voor immer dezelfde.

35 Merk nu op. Laten we uitvinden wat Hij was. In den beginne nu, Johannes, het eerste hoofdstuk, vers 1. We zullen vanavond in Johannes blijven. Morgenavond zullen we in een ander lezen en zo verder, een andere schrijver, ergens anders in de Bijbel. Maar let op. Nu, in Johannes' schrijven begint het daar met: "In den beginne was het Woord." Wat is een woord? Een woord is een uitgedrukte gedachte. U moet denken voor u het uitdrukt. Dat is de reden waarom Jezus tegen de Farizeeërs zei: "Jullie huichelaars, hoe kunt u zeggen 'goed', Mij goed noemen..." enzovoort, terwijl Hij wist dat zij in hun hart kwaad van Hem dachten.

     En Hij zei: "Vanuit het hart... de mond spreekt vanuit het hart." Zo niet, dan zijn het uw gedachten die zich uitdrukken en u drukt iets anders uit. Dan is het huichelarij en komt het niet uit uw hart.

36 Dus "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God." Het was nog niet uitgedrukt. "En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons." Het Woord, Christus is het Woord. Toen Hij nu op aarde kwam... In den beginne was het Woord, het Woord in gedachten, en toen het Woord eenmaal in Eden werd uitgedrukt, werd het een realiteit. God kan niet iets zeggen en het ooit terugnemen. Daarom bouwen wij onze hoop op God, omdat God die oneindig is niet kan veranderen. Als ik vandaag iets kan zeggen, zal ik morgen misschien anders denken. Volgend jaar kan ik wellicht heel wat pienterder zijn; ik kan anders denken. U kunt het. Maar God niet. Elk besluit is perfect. Als God eenmaal iets zegt is het eeuwig zo. Het kan nooit veranderd worden.

     En nu, God... Dit is de reden dat Jezus het Lam van God was, geslacht vóór de grondlegging der wereld, omdat het in Gods gedachten was. En toen het Woord werd uitgedrukt, werd het vlees en woonde onder ons. O, daar houd ik van. Dat geeft mij zoveel hoop. Ik heb het lief, omdat het de verzekering geeft dat de grote oneindige God die wij dienen alle dingen wist en ons kende voor de wereld ooit geschapen werd. Wat een heerlijkheid is dat.

37 De mensen worden bevreesd. Waar bent u bevreesd over? Degenen die Hij van tevoren kende, heeft Hij geroepen; die Hij geroepen heeft, heeft Hij gerechtvaardigd; die Hij gerechtvaardigd heeft, heeft Hij reeds verheerlijkt. Waarover bent u bevreesd? Krijg een houvast aan God als kleine kinderen en houd er aan vast en geloof God uw Vader. Hij heeft u lief. Hij heeft alles gedaan wat Hij kon om u te redden. U bent... En de Bijbel zei, dat de antichrist al diegenen op de aarde verleidde wiens namen niet in het Levensboek van het Lam geschreven waren vóór de grondlegging der wereld. God zag u door Zijn voorkennis, zette uw naam in Zijn Boek en daarom bent u hier vanavond, omdat u aan die roep beantwoordde. God kende u en riep u en u accepteerde Zijn roep. Nu, zegt u, kan men... ik... Ieder mens zoekt zijn eigen redding uit onder vrezen en beven. Ik hoop dat mijn naam daar tussen stond. Maar als het zo was, en mijn naam ooit op het Boek des Levens stond, werd hij daar gezet vóór de grondlegging der wereld, toen het Lam in de gedachten van God voor mij geslacht werd. Hij is oneindig. U drijft geen zaak enkel op goed geluk. Ik beheer mijn zaak zo niet en u de uwe niet. En God evenmin. Christus kwam om diegenen te verlossen waarvan God van tevoren zag en wist dat die tot Hem zouden komen. Bent u niet blij dat u gekomen bent?

38 En nu, met eerbied zegt u: "Broeder Branham, ben ik daar?" Ik weet het niet. Als u in de gemeente bent, bent u daar. En de enige echte manier om in de gemeente te komen is: door één Geest zijn wij allen gedoopt in één lichaam door de Heilige Geest. Wij sluiten ons er niet bij aan. Aansluiten bij een kerk is goed, maar ik behoor al drieënvijftig jaar bij de Branham familie en zij hebben mij nooit gevraagd lid van de familie te worden. Ik werd er in geboren. Dus ik werd een Branham door geboorte. En zo wordt een mens een Christen, wanneer hij geboren wordt door de Heilige Geest. En dan, als u uit de Heilige Geest geboren bent, dan zult u het worden, door Christus... Gestorven zijnde in Christus neemt u Abrahams koninklijke zaad aan en bent u erfgenamen met Abraham overeenkomstig de belofte.

39 Waar is de gemeente bevreesd over? Ik heb me altijd afgevraagd wat er met de Pinkstermensen aan de hand is. Zij hebben... Zij hebben voldoende geloof om de wereld op te blazen en zij hebben genoeg geloof voor alle soorten genezingen, maar ze zijn bevreesd het te gebruiken. Dat is de duivel. Als wij die schaduw van donkerheid onder de mensen konden verbreken, gaat er iets gebeuren. En dat is mijn doel hier.

     Ik bemerk twee soorten mensen, twee klassen. Een ervan is een fundamentalist. O, zij weten door Christus aan te nemen, waar zij positioneel staan, geplaatst in Hem; maar zij hebben geen enkel geloof. En ik bemerk de Pinkstermensen; heel wat geloof, maar weten niet wie zij zijn. Net zoals een man die geld op de bank heeft en geen cheque kan uitschrijven; en de ander heeft geen geld op de bank en kan wel een cheque schrijven. Als u ooit die twee bij elkaar kon krijgen, hebt u iets. En als ik ooit de Pinkstermensen zou kunnen laten beseffen dat zij zonen en dochters van God zijn, reeds nu gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus, die God vóór de grondlegging der wereld reeds kende, ons heeft voorbestemd tot priesters... Waar bent u bevreesd over? Het geeft niet wat er aan de hand is, werp het eruit. Neem Gods Woord en geloof het.

40 Zit als een baby en u zegt dat u Abrahams zaad bent; terwijl Abraham de dingen die niet waren, noemde alsof zij waren, omdat God het zo zei. Een man van vijfenzeventig jaar, zijn vrouw vijfenzestig en zeiden dat zij een baby zouden krijgen. Wat denkt u dat zij deden? Naar de dokter gaan en zeggen: "Maak dingen gereed. Wij gaan een baby krijgen." Wel, zij zouden zeggen: "De man is gek." Ieder die Gods Woord neemt zal door de wereld gek genoemd worden. Paulus zei: "De wijze die ketterij (gek) genoemd wordt, dat is de manier waarop ik de God van onze vaderen aanbid." Ik ben blij dat ik hem vanavond de hand kan reiken. Dat is waar. Allemaal heel fundamenteel in het Woord, om...

41 Let nu op. Wat was Hij? Wat Hij ooit was, is Hij altijd geweest en zal Hij altijd zijn. Nu wil ik dat u opmerkt dat Hij het Woord was. Hij was Gods gedachte van een Verlosser uitgedrukt. Dat was Hij. Hij was het Woord. En in Hebreeën, het vierde hoofdstuk, vers 12, zei de Bijbel dat het Woord van God levend en krachtiger is dan een tweesnijdend scherp zwaard... zelfs een onderscheider van de gedachten en van het hart. God weet zelfs wat in uw gedachten leeft. Houdt dat vast! "Het Woord van God is krachtiger, scherper dan een tweesnijdend zwaard en het is een onderscheider van de gedachten van het hart." Dat is het Woord.

42 Dat is de reden waarom zij Jezus niet konden geloven. Zij konden Hem niet begrijpen. Hij zei tegen hen: "Onderzoekt de Schriften. Zij zijn het die van Mij getuigen. Onderzoekt de Schriften." Hij zei tegen die geleerde priesters, geleerden: "Onderzoekt de Schriften. Zij zijn het die van Mij getuigen." Met andere woorden: "Zij... Ik manifesteer de Schriften. Ik ben Gods Woord werkelijkheid aan het maken. Onderzoekt de Schriften." Zij hadden hun eigen gedachten erover; maar Hij had de juiste wijze.

     De wijze waarop zij dachten: dat de Messias waarschijnlijk langs de gouden galerijen naar beneden zou komen om Kajafas, de hogepriester, de hand te schudden als Hij op hun manier kwam. Maar kijk hoe Hij komt. Hij komt nooit tegengesteld aan de Schriften. Hij komt precies op de wijze zoals de Schriften het hebben gezegd. Hij zei: "Onderzoekt de Schriften. Deze zijn het die van Mij getuigen. Ik manifesteer de Schriften; en als Ik door Mijn werken de manifestatie niet doe, geloof Mij dan niet." O, wat een bewering. Een man die het geschreven Woord van God kon nemen en het recht voor hen kon laten gebeuren, en nog steeds wezen zij Hem door hun traditie af. Geen wonder dat de weg breed is die leidt naar vernietiging. Dat is waar. Eng is de poort en smal de weg die leidt tot leven. Christus die daar staat...

43 Iedereen verlangt naar iets prachtigs, wat een hoop valse schijn over zich heeft. Christus is nederigheid. Hier niet lang geleden was een zekere man, een vriend van mij. Ik werd verondersteld naar Chicago te gaan om in een conventie te spreken. En omdat ik op de banden een uitspraak had gedaan dat het geen appels waren die Eva at, wees de man het af. En toen hij dat had gedaan, verkoos hij een zekere man – een belangrijke leider van een voornaam instituut van Chicago, en de man kwam om te spreken. En toen hij kwam had hij alles opgeschreven in een boek, ongeveer zo dik. Een intellectuele prediking, u zou geen betere gehoord kunnen hebben. Maar hij ontdekte terwijl hij sprak dat het er bij de Volle Evangeliemensen niet inging, de intellectuele ideeën. Hij kwam daar met vooruit gestoken borst en gooide het eruit. En hij stak zelfs de gek met hen, en zo verder. Maar toen hij zo deed, ontdekte hij dat het niet zo best ging. Dus bemerkte hij dat hij verkeerd was. Hij sloot zijn boeken en wandelde met gebogen schouders, nederig naar beneden.

     Daar tegenover in de hoek zat een oude heilige, die degene naast hem aanstootte en zei: "Als hij naar boven gekomen was op de wijze zoals hij naar beneden kwam, zou hij naar beneden zijn gekomen zoals hij naar boven ging." Zo is het dus ongeveer.

44 Mensen die uit de Geest van God geboren zijn, kennen God door een ervaring en het is nauwkeurig in overeenstemming met het Woord. En wanneer men u vertelt: "De Heilige Geest is opgewondenheid. Het is dit niet, het is dat niet..." is het tegengesteld aan het Woord. Het Woord zegt dat het goed is. Petrus zei op de Pinksterdag: "De belofte is voor u, voor uw kinderen en degenen die daar verre zijn, zovelen als de Here onze God zal roepen." Het is voor wie wil, die kome.

45 Merk nu op. Jezus kon daar staan en zeggen: "Als Ik niet de werken doe die Mijn Vader zei dat Ik doen zou, geloof Mij dan niet. Welnu, onderzoek de Schriften. Als u zich afvraagt wat Ik aan het doen ben, onderzoek dan de Schriften; want daarin gelooft u dat u eeuwig leven hebt en die zijn het die van Mij getuigen. Kijk nu in de Schriften en zie in welke dag u leeft."

     Hij zei: "Gij huichelaars, u ziet de zon ondergaan. U zegt: 'O, zij gaat rood onder. Morgen zal het regenen. Als zij helder ondergaat zal het morgen een mooie dag zijn.'" Hij zei: "Gij kunt het uiterlijk van de hemel onderscheiden, maar het teken van de tijd niet. Als Ik de werken van Mijn Vader niet doe, geloof Mij dan niet." Nu, dat is een uitspraak! Dat maakte Hem dezelfde als God. Als de Zoon van God stond Hij gelijk met God. Zoals de Bijbel sprak: het werd van Hem geen roof geacht, omdat Hij God was, gemanifesteerd in vlees.

46 Nu, dat... Let op wat we nu trachten vast te stellen: dat Hij dezelfde is, gisteren, heden en voor immer. Hier stond Hij; het Woord van God voorspelde wat in die dag plaats zou vinden en hier stond Hij en deed het. En Hij zei: "Onderzoekt de Schriften, want daarin denkt gij eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. Als ik niet de werken van Mijn Vader doe, gelooft Mij dan niet; maar als Ik de werken doe en u kunt Mij niet geloven, gelooft dan de werken."

47 Let nu scherp op, welke Schriftplaatsen in de Bijbel, het Oude Testament, van Jezus getuigden. Hij zei: "De Schriften, die zijn het die van Mij getuigen." Nu, als Hij dit heeft gezegd... Alle Schriften zijn geïnspireerd en ik wil die kerel zien die mij vertelt dat het zichzelf tegenspreekt. Het spreekt zichzelf niet tegen. Het is perfect in harmonie. Het is verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen, zei Jezus, maar zou aan baby's worden geopenbaard, zulken die willen leren.

48 De Farizeeërs dachten er dus op hun manier over; maar hier komt God met Zijn manier. Ziet u? De Farizeeërs dachten dat het op deze manier moest zijn. Hij was totaal buiten de Schriften volgens hun gedachten; maar Hij was perfect in de Schriften volgens Zijn eigen manier van denken. Dus moet u de gedachte die in Christus was in u hebben om de Schrift te kennen.

     Jezus zei nu: "Die zijn het die van Mij getuigen." We zouden nu kunnen nemen tot – nog een uur of twee kunnen doorgaan en nog lang niet alle dingen kunnen nemen die over Jezus geschreven staan, alle verschillende wijzen. Hij is het Zaad van de vrouw uit de Hof. Jesaja 9:6 is één die vertelt over Zijn geboorte en alles over de maagd die zal ontvangen; en alles waarover wij spraken. Maar nu zullen wij dit overslaan, de Schriftgedeelten die vertellen over hoe Hij zou komen. U allen weet hoe Hij geboren werd, dat zij er mijlenver naast zaten. Nederig, gezeten op het jong van een ezelin, kwam hij binnen en zij faalden het te zien; kwam uit de kleine stam van Juda, enzovoort. "Gij Bethlehem van Judéa, gij zijt de geringste onder alle vorsten, maar uit u zal de Christus, de Verlosser komen." En zij faalden dat allemaal te zien.

49 Maar we gaan er nu allemaal aan voorbij en brengen het nu naar de Schriftplaatsen die hebben getuigd van Zijn werken, omdat Hij eenvoudig gezegd heeft: "Als u Mij niet kunt geloven, geloof dan de werken die Ik doe, want zij getuigen van Mij." Met andere woorden: "U kunt niet geloven dat Ik werd geboren door maagdelijke geboorte. U kunt al deze dingen die door de Schrift gesproken zijn niet geloven. Als dit alles u verblind heeft en u kunt het niet zien, beproef dan of de werken die Ik doe van Mij getuigen, omdat zij in de Schriften staan geschreven." Ziet u? Omdat Hij het Woord is. En Hij was het Woord in het Oude Testament; Hij is het Woord in het Nieuwe Testament; en Hij is nú het Woord, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Dus kan Hij het niet veranderen. Het is altijd het Woord.

50 Welnu, Zijn werken... Laten we nu terug bladeren in het Oude Testament vanavond en één ding nemen dat getuigd werd – waar Zijn werken van getuigden... We zullen opslaan en noteert u het, schrijf het op, Deuteronomium, het achttiende hoofdstuk. Lees gewoon het hele hoofdstuk door. Het zal u goed doen het helemaal te lezen. Deuteronomium 18. Nu, we weten dat Mozes Egypte liet vallen, de wraak van de koning niet vrezende, en hij volgde de Engel van God, omdat hij zei dat hij de schande van Christus als groter rijkdom achtte dan die van Egypte. Houd het in de gaten. De mensen waarop Egypte neerkeek als slaven en modderkruipers, beschouwde Mozes als de uitverkoren kinderen van God. Nu, hij was een geroepen profeet. Profeten zijn van tevoren gekend. Zij worden in de gemeente geplaatst, zoals de bedieningen, de vijf bedieningen in de gemeente. Allereerst zijn er apostelen, profeten, leraars, herders en evangelisten. Zie? Deze bedieningen plaatst God in de gemeente. Dan zijn daar negen geestelijke gaven in die gemeente, welke zijn: spreken in tongen, profeteren, enzovoort, op die manier. Er is heel wat verschil tussen profeten (een man die een profetie geeft) en een profeet. Een profetie moet door twee of drie beoordelaars beoordeeld worden; een profeet is een geboren profeet en is opgewekt als een profeet. Ziet u? Het is voor dat tijdperk door God voorbestemd.

51 Merk op, Mozes, die degene was die God had verwekt, en op zijn reis (in Deuteronomium 18) sprak hij tot de kinderen van God en zei: "De Here, Uw God, zal een profeet verwekken zoals ik!" Mozes, de leider, degene die Israël verloste, sprak: "De Here onze God zal uit het midden van u, uit uw broederen, een profeet verwekken, zoals ik. En God zei dat het zal geschieden dat wie die profeet niet zal geloven uit het midden van het volk zal worden afgesneden." Dus er zou een profeet worden verwekt.

     Nu beseffen wij dat hij de God-superprofeet moest zijn. Ik geloof dat David, de profeet David, de Geest van God in zich had. Hij moest... Jezus was de Zoon van David. Kijk naar David, de verworpen koning – door zijn eigen volk – kwam boven op de top van de Olijfberg, keek om en weende over de stad, omdat hij verworpen was. Achthonderd jaar later weende de Zoon van David, een verworpen Koning, over Jeruzalem. Wat betekende dit? De Geest van Christus, een deel ervan, was in David.

52 Kijk naar Jozef, geboren temidden van zijn broeders, gehaat door zijn broeders, geliefd door zijn vader, hem werd een veelkleurige mantel gegeven, perfect zoals Christus. Merk op, verkocht voor ongeveer bijna dertig zilverstukken, in een put geworpen, verondersteld dood te zijn. In zijn beproeving, de schenker en de bakker, de één verloren en de andere gered: hetzelfde bij Christus aan het kruis. En hij werd uit deze put genomen en ging heen en was gezeten aan de rechterhand van Farao en niemand kon Farao zien zonder eerst bij Jozef te komen. En Jezus werd opgewekt en is gezeten aan de rechterhand van God en niemand kan bij de Vader komen, dan door de Zoon. En wanneer Fa... Wanneer Jozef komende was, werd de bazuin voor hem geblazen en elke knie moest buigen: "Jozef komt!" En wanneer Jezus die troon verlaat om naar de aarde terug te keren, zal een bazuin schallen en elke knie zal zich buigen en elke tong zal belijden. Hoe zouden wij door de profeten kunnen gaan en aantonen dat dit de Geest van God was, van Christus, in deze profeten. Gelooft u dit? Ziet u, hij stelde gewoon iets voor; hij schilderde Christus. Dan komt het in de volheid van de profeten.

53 Kijk naar Mozes, hoe hij in de biezen verscholen werd zoals Christus, en zo verder, naar Egypte gebracht; en o, gewoon van alles, een wetgever en wat nog meer. Hij beeldde precies Christus uit. Toen Christus dan kwam, was in Hem de volheid van die Geest. Ziet u? Dat was de volheid van de Godheid lichamelijk in Christus. Zíj hadden het in mate. Hetzelfde vanavond met de Heilige Geest. God... Op de Pinksterdag brak die Vuurkolom in vele tongen van vuur uiteen, gevorkte tongen, en zette zich op... God verdeelde Zich onder de mensen. Die dag was God in één persoon, Christus. Nu is Hij in de gehele gemeente, universeel. Amen.

54 Tjonge, dat doet mij mezelf religieus voelen. Lof aan Jehova God! Halleluja! Laat me u niet bang maken. Ik ben niet gek. Als ik het ben, laat me gewoon zijn zoals ik ben. Ik voel me zo beter. Dus, ik... Denk eens in. Iets ontroert mij! Te zien, dat ik vanavond door de genade van Jezus Christus gered ben. Als Hij komt, wat maakt het voor verschil? Wij zullen met Hem meegaan. Amen. Het is meer waard dan al de miljarden werelden, beladen met allerlei zaken, en genoeg leven om een honderd miljoen jaren te leven, toch zou ik absoluut niet van plaats willen ruilen met die persoon. Om in het gezin van God te zijn aangenomen en één van Zijn kinderen te zijn, wat een voorrecht is dat! En mensen keren naar zoiets hun rug toe.

55 Opgelet: "De Here uw God zal een profeet doen oprijzen zoals ik en het zal geschieden dat wie niet naar deze profeet zal luisteren uit het midden van het volk zal worden afgesneden." Dat was een onderwijzing geweest. Lees nu verder tot onderaan van uw achttiende hoofdstuk. God zegt daar: "Hier is waar u een profeet aan zult herkennen." Israël werd altijd geleerd hun profeten te geloven. Is dat juist? Dat is juist. Tot wie kwam het Woord? Tot profeten. Het Woord van de Here kwam tot Jeremia de profeet. Het Woord van de Heer kwam... Het was het Woord van de Here. En wij weten dat deze man het hele Woord van God was. Halleluja, Hij was het Woord.

56 En Israël werd onderwezen hun profeten te geloven. Welnu, wat zei Hij? "Als er iemand onder u komt die geestelijk is, of een profeet, zal Ik, de Here, Mij aan hem bekend maken in visioenen, tot hem spreken door dromen. En indien geschiedt wat deze profeet zegt, luister dan naar hem. Maar als het niet geschiedt luister dan niet naar hem." Dat is verstandige taal. Zeker. Als hij het gezegd heeft en het gebeurt niet, is het verkeerd. Als een profeet langskomt en profeteert, en het gebeurt niet, let dan op en kijk of het gebeurt. Als het niet gebeurt, dan is het verkeerd. Als het wèl gebeurt, is het de waarheid. Dat is de manier waarop Israël hun profeten kende.

57 Bij de geboorte van Jezus waren er vierhonderd jaar lang geen profeten geweest. Maleachi was de laatste profeet. O, zij hadden heel wat valse profeten gehad, maar ik bedoel echte profeten. Op een dag, daar helemaal in Bethlehems stal kwam een baby tevoorschijn. Er waren wijze mannen uit het Oosten die Zijn teken hadden gevolgd; de ster leidde hen naar Hem toe. Er waren herders op de heuvelrug die naar beneden kwamen om Hem op te zoeken. Hij groeide als baby op; Hij speelde als een jongen. Op een dag kwam er een profeet uit de woestijn met de naam Johannes. Hij zei: "De tijd is op handen; bekeert u en maakt u gereed." Houthakker, stoer; o, en een ruw uitziende man; als hij aan uw deur zou komen, zou u hem wegjagen. En hij... Een onbeschaafd uitziende kerel kwam daar aan en stond op de modderige oever van de Jordaan en zei: "Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij." En hij foeterde die denominaties uit en vertelden hun waar zij behoorden. Hij had een stuk schapenvacht om zich heen. Hij haatte zedeloze vrouwen. Waarom? De geest van Elia was op hem. Elia foeterde hen net zo uit, het Israël in die dag, en vertelde hun wat al hun geloofsbelijdenissen waren en hoe zij verliefd waren geworden op de eerste dame van het land, net als Amerika, en zich gedroegen zoals zij, en zich kleedden zoals zij; en dat Izebel... En hij vertelde haar erover. Jazeker. Hij wond er geen doekjes om.

58 Daar kwam het opnieuw in de vorm van Johannes de Doper, en opnieuw is het beloofd in de laatste dagen om weer uit te gaan; Maleachi 4. Niet Maleachi 3, toen Johannes kwam: "Mijn boodschapper voor Mij uit." Mattheüs 11:6 [vers 10]. Maar eveneens (ziet u?), wanneer deze Elia komt zal onmiddellijk daarna de wereld met vuur verbrand worden en de rechtvaardigen zullen op de as van de goddelozen treden. Dat was Johannes niet.

     Let op hem. Hij zal het geloof van de kinderen terugherstellen tot de vaders. En toen deze eerste kwam, herstelde hij het geloof van de kinderen naar de vaders. Ziet u? De nieuwe boodschap daar zou naar de patriarchen-vaders gaan. En vandaag zouden zij zich er vanaf keren. En op een bepaalde tijd komt er één, die zal losbarsten. Niemand weet waar hij vandaan komt of hoe hij gaat. Maar hij zal regelrecht binnenkomen en het oorspronkelijke Pinkstergeloof terugherstellen dat zij... de Rooms-Katholieke kruidworm en rups hebben die kostbare boom tot een stronk kaal gevreten. Maar God heeft gezegd: "Ik zal herstellen, spreekt de Heer; het zal licht zijn in de avondtijd." Wanneer die avondzon opkomt, zal daar een boom zijn met vruchten er aan om te rijpen. Amen!

     Let op Hem terwijl we Hem zien. Hier komt Hij op een dag en werd door Johannes in de Jordaan gedoopt. Johannes getuigde ervan. Niemand anders zag het. Niemand heeft de ster die de magiërs zagen, gezien. Men keek er niet naar uit. Dat is zo. Hij komt alleen naar degenen die ernaar uitkijken. Johannes wist het; hij keek uit naar een teken. Dat is de manier, op de hoogte te zijn met de Schrift en u zult het echte teken van God zien. God beweegt zich altijd door tekenen.

59 Let op die magiërs, zij keken uit naar een teken, omdat zij wisten dat er een ster van Jakob zou opgaan. Daniël was hun leraar toen hij... U weet waar zij vandaan kwamen – de oude Meden en Perzen. Zij zitten nog steeds eender in de straten, drie in een groep, en bestuderen het. En toen zij die hemelse bezoeker zagen verschijnen, wisten zij dat er iets op het punt stond te gebeuren. En zij volgden het, tot zij de Messias hadden gevonden. En toen zij door Jeruzalem trokken, vragend: "Waar is Hij, de Koning der Joden?" wist de grote kerk er niets van. Even erg als het vandaag is, dezelfde zaak. Daar was het opnieuw.

60 We ontdekken dat Johannes toen zei: "Hij, die in de woestijn tegen mij zei: 'Ga met water dopen', zei: 'Op Welke gij de Geest zult zien neerdalen en op Hem blijven, Deze is het, Die met de Heilige Geest en vuur zal dopen.'" En Johannes stond daar oplettend te wachten op een teken. Hij zei: "Er staat Eén in uw midden..." Hij was zo absoluut zeker dat het zou gebeuren. Hij zei: "Er is nu iemand in uw midden die u niet kent. Er is hier één, als u oplet."

     Na een poosje zag hij het teken boven Hem. Hij zei: "Ik zag Hem. Ik heb Zijn Messiaanse teken herkend. Daar kwam dat Licht van God als een duif op Hem neerdalen en de stem van de hemel zei: 'Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wien Ik een welbehagen heb om te wonen.'" Toen trok Hij de woestijn in, werd veertig dagen en nachten door Satan verzocht, gereed gemaakt voor Zijn bediening. Toen Hij optrad in Judéa begon Hij van daaruit te bidden voor de zieken. Tekenen en wonderen volgden Hem. De mensen begonnen te geloven. Sommigen van hen bespotten Hem. Sommigen van hen die door Johannes waren voorbereid, herkenden Hem.

61 Een van hen daar was Andreas, de broer van Simon Petrus. Hij bleef de hele avond bij Hem tot hij overtuigd was, dat Hij de Messias was. Toen ging hij het Simon vertellen, bracht Simon. Welnu Simon... zij waren geleerden, als u hun levens wel eens gelezen hebt. Hun vader was een echte leraar, een Farizeeër. (Let nu op, we komen hier gelijk middenin iets. Mis het niet.) En Andreas kreeg Simon zover met hem mee te gaan naar de samenkomst. En zodra Simon kwam aanwandelen in de tegenwoordigheid van de Here Jezus, van wie Andreas hem had verteld dat Hij de Messias was...

62 Ik kan in mijn gedachten Simon horen zeggen: "Ik zal Hem kennen. Ik zal weten hoe Hij eruit ziet. Mijn oude vader vertelde me op zekere dag: 'Simon, ik word oud. Ik dacht dat ik de Messias zou zien. We hebben Hem door de eeuwen heen verlangd te zien, maar nu word ik te oud. Ik zal Hem waarschijnlijk niet zien. Maar jongens, wordt niet misleid. Als Hij in jullie generatie komt, vergeet dan niet dat er heel wat valse erediensten mee gepaard zullen gaan. Maar onthoudt, jullie zijn Hebreeërs. Jullie moeten het Woord van God geloven. En luister, wanneer deze Messias komt, zal Hij precies zijn wat het Woord heeft gezegd dat Hij zou zijn. Mozes, onze profeet heeft gezegd: 'De Here onze God zal een profeet uit het midden van ons verwekken.' Het is nu al honderden jaren verder en we hebben er nog geen gehad. Wij hebben allerlei dingen gehad, maar we kijken naar Hem uit."

63 En hier komt Simon aanwandelen tot in de tegenwoordigheid van de Here Jezus. En Jezus kijkt naar hem en zegt: "Zie daar, uw naam is Simon en u bent de zoon van Jonas." Dat kreeg hem uit de plooi. Ziet u, niet alleen wist Hij wie hij was, Hij kende die godzalige oude vader van hem. Hij zei: "Uw naam is Simon en u bent de zoon van Jonas."

     En Petrus herkende toen direct dat dit die Profeet was, omdat Hij precies de waarheid had gezegd. En hij viel aan de voeten van Jezus neer en Jezus maakte hem tot hoofd van de kerk van Jeruzalem, met niet genoeg opleiding om met zijn eigen naam te ondertekenen. Maar hij had de openbaring. Dat is wat nodig is. Zo is het. Het behaagde God hem te plaatsen, omdat hij Schriftuurlijk herkende dat dit de Messias was.

64 Daar stond er één met de naam Filippus; het ontroerde hem zozeer dat... Hij had Bijbelstudie gedaan met een man, Nathanaël genaamd. Van waar Jezus predikte tot waar Nathanaël woonde was ongeveer 24 kilometer, als u het natelt. Waarschijnlijk kostte het hem een dag om er te komen. En hij kwam daar en vond Nathanaël onder een boom in gebed. Ik kan me voorstellen dat Nathanaël zei: "O, Jehova, wij kijken uit naar het komen van de Messias. O, wij verkeren onder Romeinse slavernij. Hoelang moeten we zo lijden? O, grote Jehova, zend Hem."

     En ik kan me voorstellen dat Filippus daar staat en bij zichzelf denkt: "Prijs God! Wacht tot ik het hem vertel. Wacht maar tot ik het hem vertel." Toen hij na een poosje "Amen" zei en opstond, praatte hij niet met hem over de sinaasappel- of de citroenboomgaard, of wat hij ook had. Hij zei: "Kom, kijk wie we gevonden hebben, Jezus van Nazareth, de Zoon van Jozef. Dit is de Messias."

     O, ik kan me indenken hoe Filippus... of Nathanaël tegen hem zei: "Nou, een ogenblikje hier. Wacht eens even. We hebben samen te veel goede Bijbelstudies gedaan, dat je zo'n onberaden stap zou doen. Daar is iets fout."

65 Goed, laten we even in hun conversatie inbreken. Ik kan sommigen van hen horen zeggen – Filippus horen zeggen: "Wacht eens even. Is ons niet geleerd overeenkomstig de Schriften, dat wanneer de Messias komt, Hij een profeet zal zijn?"

     "Absoluut. Dat zei Mozes. Wij geloven onze profeten en Hij zal een profeet zijn."

     "Ken jij die oude visser daarginds, waar je die vis van gekocht hebt, die de kwitantie niet kon ondertekenen?"

     "O, Simon? Ja. O, ik heb zelfs zijn vader gekend, Jonas. Jazeker. Ik ken hem goed."

     "Zijn broer Andreas bracht hem gisteren naar de samenkomst. En zodra hij in de tegenwoordigheid van deze Jezus van Nazareth kwam, vertelde Hij hem, dat zijn naam Simon was en hij de zoon van Jonas was. Wat zeg je daarvan?"

     Ik kan Nathanaël horen zeggen: "Ik ga zelf kijken."

66 Hij heeft meer respect dan menig Amerikaan. Die blijven thuis en bekritiseren. Zij willen niet gaan, zelfs niet om te proberen er achter te komen. Dus zullen zij... Hier komen ze. En ze gingen pratend de bocht om. En toen hij dan in de tegenwoordigheid van Jezus kwam... Nu, let op. En zodra hij in Jezus' tegenwoordigheid kwam, keek Jezus naar hem en zei: "U bent... Zie daar een Israëliet in wie geen bedrog is." Dat was Jezus gisteren. "Zie daar een Israëliet in wie geen bedrog is", en Hij keek naar hem.

     U zegt: "Wel, dat komt door de manier waarop hij gekleed gaat."

     Zeker niet. Ieder van hen ging hetzelfde gekleed, de Oosterse mensen, een gewaad aan. En hij zou een Griek geweest kunnen zijn, of een Egyptenaar, met de tulband, iedere... Ziet u, Hij kende hem niet door zijn kleding. Hij zei: "Een Israëliet, in wie geen bedrog is." Niet enkel Israëliet, maar hij is een eerlijk man.

     En hij stond stil en keek naar Hem. Hij zei: "Rabbi," (wat leraar betekent,) "wanneer hebt U mij ooit gekend? Dit is onze eerste ontmoeting. Hoe kent U mij?"

     En Jezus zei: "Eer Filippus u riep, toen u onder de boom was, zag Ik u." Ik kan me voorstellen dat hij om zich heen keek en daar stond bisschop Zo-en-zo, die zei: "De eerste die één van die samenkomsten bijwoont moet uit de kerk gezet worden." Maar dat maakte geen enkel verschil. Hij zag een Schriftuurlijke Messias en hij rende naar Hem toe en viel aan Zijn voeten neer en zei: "Rabbi, Gij zijt de Koning van Israël. Gij zijt de Zoon van God." Dat is de wijze waarop Jezus zich gisteren identificeerde. Zo wisten zij wie Hij was.

     Kijk naar Jezus die Zich omkeerde en zei: "Omdat Ik u dit verteld heb, gelooft u? U zult grotere dingen dan deze zien." Dat was Zijn identificatie.

     Hoe zouden wij naar blinde Bartimeüs kunnen gaan en zo verder, naar vele, vele anderen en zo maar door.

67 Nu zijn er slechts drie klassen – rassen van mensen op aarde. Ik weet dat u het niet gelooft. Of, ik zeg niet dat u het niet gelooft. Velen geloven het niet. Deze samenkomst... Dit wordt op de band opgenomen, het gaat over de hele wereld. Er zijn veel mensen die het niet geloven. Er zijn dus veel mensen die niet geloven. De reden dat ik dit op deze manier zeg, op deze wijze spreek, is niet precies voor u, maar dit gaat overal heen. Ziet u? Het wordt in zevenentwintig verschillende talen overgezet. Dus mensen die niet geloven... maar er zijn slechts drie rassen van mensen. Dat zijn Cham, Sem en Jafeth. En dit waren Joden, Heidenen en Samaritanen. Kijk naar Petrus, met de sleutels op Pinksteren, ging op weg naar de Samaritanen en daarginds naar het huis van Cornelius en vandaar uit ging zij open; drie rassen van mensen. Ziet u?

68 Nu waren er twee rassen van die uitkeken naar een Messias. Dat waren de Joden en de Samaritanen. En Jezus moest naar Samaria gaan. Kijk hoe Hij zich identificeerde onder de Joden, als zijnde de profeet waar Mozes over sprak. Hij gaat nu naar de Samaritanen. Ging naar Sichar op Zijn reis naar Jericho, maar maakte een omweg door het land van de Samaritanen. Zij moeten het weten, zij moeten Hem herkennen. Dus komt Hij naar deze stad, Sichar, en daar was een kleine, mooi gelegen bron – hij is er nog steeds. En Hij ging daar zitten, vermoeid van de reis en zond de discipelen naar de stad om eten te kopen. En terwijl zij weg waren, kwam daar een lieflijke vrouw aan. Zij was een vrouw van lichte zeden. Zij had vijf mannen gehad. Zij was een zeer populaire filmster van vandaag. Maar zij had vijf mannen gehad en leefde met de zesde. Zij zou er vandaag precies bij gepast hebben. Maar zij kwam uit de stad om water te halen. Ze kon niet tegelijk met de fatsoenlijke vrouwen komen. Als u wel eens in het Midden-Oosten bent geweest, zult u ontdekken dat men een onderscheid tussen hen maakt; en de maagden gaan vroeg naar de bron. Zij kwam er ongeveer om elf uur aan en hier zet zij haar grote kruik neer, u weet wel, die enorme grote dingen met een lange hals en oren er aan. Ik heb gezien dat zij één op hun hoofd zetten, één op de ene en één op de andere heup en dat ze net zo rechtop lopen; ze praten zoals vrouwen dat kunnen, weet u, en morsen nooit één druppel water. Dat is waar. Wandelen daar rechtdoor. Ze doen het nog steeds. Zij zijn sinds die dag nog niets veranderd.

69 En dus ging Hij bij deze bron zitten. Zij bevestigde de ketting aan de oren om ze in de put te laten zakken en zij begon de kruik naar beneden te laten zakken. Toen hoorde zij een Man zeggen: "Vrouw, breng Mij wat water." En zij keek en daar zat een Jood van middelbare leeftijd. Hij was slechts drieëndertig, nog geen drieëndertig jaar. Maar vergeet niet dat in Johannes 6 werd gezegd, dat Hij er als vijftig uitzag. Er staat: "U bent een man van nog niet ouder dan vijftig en zegt dat u Abraham hebt gezien?"

     Hij zei: "Voor Abraham was, ben Ik." Ziet u, zij beseften het niet. Maar Hij zei...

70 Het kan geweest zijn... Man van middelbare leeftijd, rond de vijftig, Hij leek vijftig jaar, zittend bij de bron. En ze zei: "Het is niet gebruikelijk voor u Joden, om mij, een Samaritaanse vrouw, zoiets te vragen. Er is hier rassenscheiding. Wij hebben geen omgang met elkaar."

     Hij zei: "Maar vrouw, als u wist met Wie u sprak, zou u Mij om water vragen. En Ik zou u water geven, dat u hier niet kunt komen putten."

71 Ziet u wat Hij deed? Hij was nu in contact aan het komen met de geest van de vrouw. Herinner u nu dat Jezus Zelf zei in Johannes 5:19: "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen." Hoevelen kennen dit Schriftgedeelte? Amen. Niet: "Wat Ik de Vader hoor zeggen"; "wat Ik de Vader zie dóen." Ziet u? Precies zoals al de profeten, de kleinere profeten, vóór Hem deden, net zoals God hun vertelde.

     Hij zei: "Ik doe niets tenzij Ik het de Vader zie doen."

72 Welnu, de Vader had Hem hier naar Samaria gezonden, naar de Samaritanen, om hun het getuigenis van de Messias te geven. De Joden hadden het ontvangen. Sommigen van hen, de meesten van hen, keerden Hem de rug toe, negentig procent van hen, negenennegentig procent. Ja, nog meer wezen Hem af. Maar wanneer Hij hun toonde Wie Hij was, dan moest Hij Samaria tonen Wie Hij was.

     En deze vrouw zei tegen Hem: "De put is diep en U hebt niets om mee te putten."

     Hij zei: "Het water dat Ik geef is Leven, opspringend." Wat deed Hij? Contact leggen met haar geest. Zij begonnen te spreken over waar te aanbidden, in Jeruzalem, en ze zei: "Onze vader Jakob..." De Samaritaanse vrouw noemde Jakob haar vader. Dit was de bron die hij aan Jozef gaf, natuurlijk. Hij dronk eruit en gaf het aan zijn kinderen, enzovoort. "En U zegt dat dit water dat U hebt beter is dan dat?" en zo praatten ze verder.

     Na een poosje zag Jezus wat haar moeite was. U weet hoe het ging. Hij zei: "Ga uw man halen en kom hier."

     Ze zei: "Ik heb geen man."

     Hij zei: "U hebt de waarheid verteld, want u hebt er vijf gehad en waar u nu mee leeft is uw man niet."

73 Let nu op. De Farizeeërs zagen Hem dat doen, deze voorname geleerden van die dag en ze zeiden: "Deze man is Beëlzebub, een waarzegger." En iedereen weet dat waarzeggen van de duivel is. Het is een misleidende geest.

     En Jezus zei: "Spreekt u een woord tegen Mij, Ik zal het u vergeven. Maar op een dag zal de Heilige Geest dit komen doen en één woord ertegen zal nooit meer vergeven worden." Het zoenoffer was toen nog niet gebracht. Nu wel.

74 Let op deze vrouw. Hij zei: "Ga uw man halen en kom hier."

     Ze zei: "Ik heb geen man."

     Hij zei: "U hebt goed geantwoord. U hebt er vijf gehad en degene waarmee u nu leeft is uw man niet."

     Let op haar. Broeders, zij wist meer over God dan de helft van de predikers in de Verenigde Staten; in die toestand. Nu, is dat niet zo?

     Ze zei: "Heer, ik bemerk dat U een profeet bent." De anderen zeiden: "Beëlzebub." En ze zei: "Ik zie dat U een profeet bent. Wij weten dat, wanneer de Messias komt, Hij zo zal doen." Tjonge! Zij hadden beter onderwijs. Die vrouw, in die toestand, zag het snel.

75 Wat was het? Eén van die levenszaden, voorbestemd vóór de grondlegging der wereld. En ongeacht hoe religieus... Wat ik u gisteravond probeerde te vertellen. Er zullen zovelen veroordeeld worden die denken dat ze heilig en vroom zijn. "Niemand zou kunnen komen tenzij Mijn Vader hem trekt. En al wat de Vader Mij gegeven heeft zal tot Mij komen." En zodra dat licht over dit kleine voorbestemde zaad flitste kwam het snel tot leven. Alle anderen waren Schriftuurlijk onderricht en waren dit, dat en nog wat onderwezen. Maar zij wist het. Ze zei: "Heer, ik weet dat, wanneer de Messias komt, Hij ons deze dingen zal vertellen."

     Hij zei: "Ik, die met u spreek, ben het."

     Ze rende naar de stad. Zij had niets anders nodig. Zij rende de stad in en zei: "Kom een Man zien, Die mij de dingen verteld heeft die ik gedaan heb. Is dit niet de Messias?" En de Bijbel zei dat de mensen van de stad in Jezus geloofden door het getuigenis van de vrouw. Zij wisten dat dit de Messias zou zijn. Als Hij dit gisteren was, zal Hij het vandaag moeten zijn. Is dat juist?

76 Bedenk nu: wanneer God een beslissing neemt, kan Hij het niet veranderen. Dit is de wijze waarop Hij Zichzelf telkens identificeert. Dat is de manier waarop Hij Zich aan de Joden identificeerde. Dat is de manier waarop Hij Zich aan de Samaritanen identificeerde. Nu wij heidenen... Niet eenmaal in de Schrift werd dit ooit gedaan bij een heiden. Zeker niet. Waarom? Zij keken niet uit naar een Messias. Wij droegen een knots op onze rug en aanbaden in die dagen een afgod, wij Angelsaksen. Maar merk op; Jezus profeteerde dat de Heilige Geest zou komen en hetzelfde zou doen. Tot slot zou ik dit willen zeggen. Zoals Abraham... En wij die in Christus zijn, nemen Abrahams zaad aan. Welnu, mis het niet.

77 Merk op. Toen de tijd van afscheiding van Abraham en Lot aanbrak, ging Lot Sodom binnen. En dan komt het tot die plaats waar God zich zou manifesteren. En op een dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. Hij vertegenwoordigde de gemeente, geestelijk. Nu zijn er drie klassen mensen: de ongelovige, schijngelovige en gelovige. De ongelovige was de Sodomiet. De schijngelovige was Lot, de algemene kerk, de denominationele kerk. En de... Abraham vertegenwoordigde de uitverkoren gemeente, uitgeroepen, afgescheiden. Hij was om te beginnen niet in Sodom. O my! Let op. Die Engel ging nooit naar die andere kerk. Hij kwam naar de uitverkoren gemeente.

78 Drie van hen kwamen aanlopen. En let op. Toen zij eraan kwamen, kwam Abraham naar buiten en zei: "Mijn Heer, kom nader. Gaat u zitten", zittend in zijn tentopening. Er was iets met deze mannen. Het waren vreemdelingen, stof op hun kleding. Maar wie het waren, dat was God zelf en twee engelen. Zo zei de Bijbel het. Abraham noemde Hem: "Heer, Elohim." Dat is waar. Here God, Jehova, de in zichzelf bestaande. En Hij komt aanlopen en gaat zitten en zij spraken met Abraham.

     En twee van hen stonden op en gingen naar Sodom. En Abraham pleitte voor Sodom. Of Hij er vijftig kon vinden, of Hij er twintig kon vinden en zo verder of Hij er tien kon vinden en Hij beloofde ze te sparen terwille van tien. Merk op. In Sodom kwamen twee boodschappers binnen, die geen enkel teken of wonder deden, een moderne Billy Graham. Het enige wat hij deed was hen verblinden; en het prediken van het Evangelie verblindt de ongelovige. Let op. En hij... Zij predikten het Evangelie en riepen Lot eruit. En zijn vrouw draaide zich om en keek achterom. Wij kennen het verhaal.

79 Maar degene die bij Abraham bleef, let op Hem. Hij zat met Zijn rug naar de tent en Hij zei: "Waar..." Vergeet nu niet dat hij tot de vorige dag Abram was geweest en zij was de vorige dag Saraï geweest. maar nu is het S-a-r-a en hij is A-b-r-a-h-a-m. Hij zei: "Abraham, waar is uw vrouw Sara?" S-a-r-a.

     Hij zei: "Zij is in de tent achter u."

     En Hij zei: "Ik ga u bezoeken overeenkomstig de tijd des levens."

     Hoe wist Hij dat hij getrouwd was? Hoe wist Hij dat hij een vrouw had; en hoe wist Hij dat haar naam Sara was? Maar hebt u bemerkt: "Ik..." "Ik ga u bezoeken" overeenkomstig de belofte die Hij gedaan heeft. "Ik" is een persoonlijk voornaamwoord. Het was God. Ziet u? En Hij zei: "De tijd des levens met Sara. Het zal gebeuren... Ze zal de baby nu krijgen." Zij was dichtbij de honderd jaar. En Sara, binnen, lachte in zichzelf. En de Engel die buiten gezeten was, met Zijn rug naar haar gekeerd, zei: "Waarom lachte Sara bij zichzelf, zeggend: 'Deze dingen kunnen niet gebeuren'?" Wat voor soort telepathie was dit? En tenslotte gaf de Man het teken. En Jezus heeft gezegd: "Zoals het was in de dagen van Sodom, zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des Mensen."

80 Is het niet vreemd dat in de enige tijd van heel de wereldgeschiedenis men daar onder de denominationele kerken een man heeft met een naam zoiets dergelijks als Abraham: A-b-r-a-h-a-m, G-r-a-h-a-m. Vreemd, is het niet? De natuurlijke kerk krijgt haar bezoek?

     Wat probeert God te tonen? Wat deed Hij daar? Dat was God in een lichaam van vlees, tonend dat God in de laatste dagen in Zijn gemeente zou zijn, in een lichaam van vlees, een lichaam van menselijke wezens, in Zijn vlees, en hetzelfde zou manifesteren. Omdat, als de Joden dit hadden... Dat was het laatste teken dat de Joden kregen. Dat was het laatste teken dat Abraham kreeg vóór het vuur viel. En hier gebeurt het weer, tot dezelfde tijd vandaag.

81 Als Jezus Christus in de gemeente gekomen is door de doop van de Heilige Geest, en in tongen sprak en de zieken genas en wonderen verrichtte, wat hetzelfde is als wat Hij deed met Abraham gedurende de reis, dan was dit het laatste teken vóór het vuur viel. Het was het laatste teken voordat God zich van de Joden afwendde.

     Hier is het. Dan moeten de heidenen hetzelfde krijgen, dat is: de uitverkoren gemeente en de kerk-in-naam. Daar is Hij ginds, en hier is de Heilige Geest vanavond: dezelfde Jezus Christus die gisteren was, en vandaag en voor altijd, om hetzelfde te doen. Hij is dezelfde Christus. Hij kan niet falen. Hij is Christus.

82 Wij zouden Jezus willen zien. Als ik vanavond de straat opging en een man voor u haalde en hem hier binnenbracht met spijkerlittekens in zijn handen en littekens hier over zijn gezicht en bloed dat uit de spijkerwonden naar beneden stroomde, elke huichelaar zou dat kunnen doen. Maar het leven... God wekte het lichaam van Jezus Christus op en het is aan Zijn rechterhand gezeten. Gelooft u dat? Dat is de... Hij is een Hogepriester die daar zit om voorspraak te doen op onze belijdenis. Hij is Gods Hogepriester.

83 Maar het Leven dat in Hem was, de Geest die in Hem was, is hier beneden. "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Waarom kon Hij hun vertellen waarover zij dachten, wat zij deden en wie zij waren? Omdat Hij het Woord was. "Het Woord van God", zei Hebreeën 4, "is scherper dan een tweesnijdend zwaard, en een onderscheider van de gedachten van het hart." En dan, als dit Woord... geloof binnengekomen is in dit Woord, en God Zijn gemeente op orde heeft gezet, wordt dat Woord hetzelfde. Dat maakt Jezus Christus dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer, hetzelfde. Gelooft u het? Ik daag u uit het te geloven. (Het wordt laat. Ik blijf maar spreken.) Ik daag u uit te geloven dat het de waarheid is.

84 "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Wat beter zou het zijn, als hier een man binnenkomt met bloed over zich heen en nagellittekens en dergelijke? Jezus, als Hij komt zal ieder oog Hem zien, iedere knie zal zich buigen en elke tong zal belijden, wanneer het lichaam van Jezus terugkeert. Ik geloof in Zijn letterlijke komst, tastbaar lichaam, neerdalend van de hemelen met een roep, met de stem van de Aartsengel, de bazuin van God. De doden in Christus zullen opstaan. Maar Zijn Geest is hier bij ons. En zoals de gemeente, als de piramide, uitloopt in een punt, zo deed de kerk het in de dagen van Luther, de dagen van Wesley en de dagen van Pinksteren. En nu net voor de Hoofdsteen erin komt, zal de gemeente zo perfect geslepen moeten worden totdat dezelfde bediening, die Hij hier deed, Zijn zelfde Geest, zo overheersend, er precies datzelfde lichaam in zal brengen en de hele zaak weer doet opstaan. Zo is het precies. Amen. Geprezen zij God.

85 Kijk op de achterkant van uw Amerikaanse dollar. Aan de ene kant staat: "Het Amerikaanse Zegel", de arend met de dingen in zijn hand. Waarom plaatsten zij het Egyptische zegel en zeggen: "Het Grote Zegel" aan de andere kant? Geen piramideleer, dat is onzin. Ik spreek over iets wat zij zeggen... Evenals: waarom doet een vrouw telkens wanneer zij in het huwelijk treedt een sluier over haar gezicht? Zij komt naar haar echtgenoot, het hoofd, evenals Rebekka. Zij deed een sluier over haar gelaat om Izaäk te ontmoeten. Zij heeft geen hoofd meer; Izaäk is haar hoofd. En de gemeente behoort zo onderworpen aan Gods Woord te zijn, dat het haar eigen gelaat sluiert. Zij heeft geen hoofd. Het is... De natuur van een vrouw is zich te onderwerpen aan een man. En dat is wat de gemeente behoorde te doen, zich onderwerpen aan Christus, aan Zijn Woord, aan Zijn leer, aan Zijn beginselen. Zij neemt geen gedachte van zichzelf. Zij heeft geen hoofd. Christus is haar Hoofd, niet een of andere kerkelijke groepering. Maar Christus is haar hoofd, het Woord. En het Woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons. Halleluja. Jezus Christus, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer, diezelfde manifestatie van het Woord. Gelooft u het? Laat ons bidden.

86 Hemelse Vader, er is één ding waarvoor Uw dienstknechten verantwoordelijk zijn: het Woord prediken. Dat is alles wat we kunnen doen, slechts het Woord prediken. Iets valt langs de kant van de weg. Sommigen zullen opstaan en weggaan. Sommigen zullen het zich afvragen. Sommigen zullen het ontvangen; het valt in goede grond. Het zal de resultaten opleveren. Het is altijd zo geweest. U zei dat het zo zou zijn en dat is de wijze waarop het gaat. Het is altijd zo geweest.

     En Vader, vanavond bid ik dat het in deze kleine groep hier, op ieder persoon voor honderd procent zal vallen. Laat hun weten dat de komst van de Here Jezus dicht nabij is. Wij weten het uur niet. Niemand weet het. Slechts de Vader weet het. Jezus beleed dat Hij het niet wist. Alleen God weet wanneer Hij Hem gaat zenden. Maar, Heer, U geeft ons tekenen, wij weten dat die tekenen aan het verschijnen zijn. Wij zien aan de Schrift dat het laatste bezoek dat de Joden hadden; en nu, het laatste bezoek dat de Samaritanen hadden; het laatste bezoek dat de heidenen zullen ontvangen, werd geprofeteerd, verteld: Jezus Christus, dezelfde, gisteren, vandaag en voor altijd.

87 O God, als U mij vanavond met de Geest van Christus zou zalven, zou het geen goed doen tenzij U Uw gemeente op dezelfde wijze zalfde. Wij zijn beiden nodig. Wij zijn niet verdeeld; we zijn één lichaam, Heer. Ik bid dat U het wilt toestaan. En moge er, wanneer de dienst voorbij is, geen zwak persoon in ons midden zijn. Moge er... ieder van hen, moge dit Woord in hun hart vallen en mogen zij het ontvangen. En mogen grote tekenen en wonderen worden gedaan.

     Als U het schenkt, Heer, zullen wij doorgaan met Goddelijke genezing. Zo niet, dan gaan we gewoon verder met redding. Laat Uw wil geschieden, Heer, om te tonen dat wij in het volle Evangelie geloven en geloven dat U dezelfde bent, gisteren, heden en voor immer. U bent de gezalfde God des hemels en U bent dezelfde en wij geloven dat U dezelfde bent; dat U leeft tot in alle eeuwigheid, voor immer gezeten aan de rechterhand van de Majesteit, voor altijd levend om voorspraak te doen op onze belijdenis. Wij geloven het, Vader.

     Wij bidden dat U ons nu in het Koninkrijk van God wilt insluiten en dat U zich aan ons wilt manifesteren. En laat de mensen weten, wanneer oordeel deze plaats treft, Heer, dat er dan geen excuus zal zijn. Laat het bekend worden, in Jezus' Naam. Amen.

88 Ik heb u lang gehouden. We zullen niet al te veel oproepen. Misschien krijgen we de rest van hen morgenavond. Ik geloof dat hij me vertelde dat hij gebedskaarten heeft uitgegeven. Wat was het? A-1, A-1 tot en met honderd. Goed. We kunnen ze niet allemaal tegelijk laten staan. We plaatsen gewoon zoveel we kunnen, wat we ook maar kunnen plaatsen. Nu zijn er verschillenden van hen hier in rolstoelen en dergelijke. Wij zullen u moeten oproepen. En wanneer dat gebeurt, zullen wij erop toezien dat u hier naartoe gebracht wordt, wanneer uw nummer wordt afgeroepen. Maar alleen als... Wij nemen ze één voor één, omdat er veel kreupel zijn.

     Nu, wie heeft gebedskaart nummer 1, A nummer 1? Steek uw hand op, wie het ook is. Gebedskaart A nummer 1, A-1. Kunt u lopen? Goed. A nummer 2? Wie heeft A nummer 2? De dame... wat wordt er gezegd? Nummer 1? Er is iets verkeerd. Kijk op haar kaart en kijk welke kaart zij heeft. De dame heeft het verkeerd begrepen. Zij heeft geen gebedskaart. In orde. A nummer 1? U... Een ogenblikje, dame. Als u geen kaart hebt gekregen... U hoeft er geen te hebben. Zit daar gewoon en geloof en let op wat de Heilige Geest wil doen. Ziet u? In orde.

89 Hoevelen weten dat er meer daar genezen worden zonder gebedskaarten dan hier? Hoevelen hier hebben geen gebedskaart? Steekt uw hand op; en u weet dat God u kan genezen? Let u nu op Hem, voor enkele ogenblikken, of Hij komt. A nummer 1? Wie was de vrouw die de kaart A 1 had? In orde. Sta op. Is het nummer 1? Nummer 2? Wie heeft nummer 2? Nummer 3, kom even hier naartoe, u – u vrouwen. Nummer 2, 1, 2. Nummer 3, wie heeft nummer 3? Nummer 3, kom aan deze kant, u allemaal naar deze kant als u kunt lopen. Als u het niet kunt, steek dan uw hand op. We zullen u hier naartoe brengen. Ziet u? Nummer 1, 2, 3, 4. Wie heeft gebedskaart nummer 4, steek uw hand op. Nummer 4. Die dame daar. Kom direct hier. Nummer 5. Nummer 5? Goed. Nummer 6. Verzamel hier aan deze kant hier. Nummer 6. Helpers, iemand, ga er naartoe, broeder Roy, iemand van u, en help de mensen. In orde. Nummer 6. 1, 2, 3, 4, 5. Nummer 6. Wie heeft gebedskaart nummer 6? 1, 2, 3. Nummer 6. Goed dame, precies in de rij. Nummer 7. Ja, hier, kunt u opstaan? O, oké. Nummer 7. Nummer 8. Goed. Daar dame. Nummer 9. Direct hier, goed dame. Nummer 10. Nummer 10? Gebedskaart nummer 10. Hoe zeg je dat in het Spaans? Zijn er hier veel Spanjaarden? Nummer – nummer 10. In orde meneer. Nummer 11?

90 Wij willen u... ieder met een gebedskaart. Wij gaan voor hen bidden, omdat wij verplicht zijn het te doen. Houd uw kaart gereed. Nummer 11? Hadden we die? Nummer 12. Dat is fijn. Nu nummer 13. Even wachten. Deze dame hier. Is dat haar nummer? Goed. Nummer 14. In orde. Nu nummer... is dat 13? 13. Daar. Nu is een verkeerde opgestaan. Ziet u? Is dit 13? 14? In orde. Dat is fijn. Goed.

     Hoe krijgt u... Komen ze helemaal in de andere ruimte te staan? Laten we wachten en dezen er doorheen brengen. Dan kunnen we de overigen er in laten als we zover komen. Als u dat wilt verschuiven, als het verschoven kan worden, of... O, zij kunnen er omheen gaan denk ik, als... Ja, goed.

91 Nu, elk van u hier; er is hier niemand, voor zover ik weet, die ik ken, tenzij dit broeder Evans' zoon is die hier zit. Ik geloof dat het Ronnie Evans is. Is dat zo, Ronnie? Goed. Dat is de enige persoon die ik in het gebouw zie, die ik werkelijk ken, buiten broeder Borders, de manager, en mijn zoon, waar die ook is heengegaan en de voorganger hier. Alle anderen zijn vreemdelingen.

     Nu, ik zag dat ongeveer negentig procent van u ziek was. Nu, ook op het balkon, het maakt niet uit waar u bent, als u daarboven ziek bent, geen gebedskaart hebt, steek uw hand op en zeg: "Ik ben ziek." In orde. U daarboven, geloof! Herinner u nu. Laat mij u, terwijl hij ze in de rij brengt, nog een Schriftgedeelte geven. Ik wil dat u die Schriftverzen opschrijft en ze onthoudt. Welnu, prediker-broeders en allen hier, hoevelen weten dit, dat de Bijbel gezegd heeft dat Jezus een Hogepriester is, op dit moment, die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden? Hoevelen weten dat dat de waarheid is? Als Hij dan dezelfde Hogepriester is, die Hij gisteren was, zou Hij vandaag op dezelfde wijze handelen als Hij gisteren deed. Is dat waar? Gelooft u dat? Steek uw hand op.

92 Nu ga ik vragen, als u wilt, of u nu een paar minuten niet heen en weer wilt lopen. Zit even eerbiedig. Beweeg helemaal niet. En, ouders, houdt uw kinderen nu zo dicht mogelijk bij u, omdat wij niet te maken hebben... Wij spelen geen kerkje. En vaak... Hoevelen weten dat deze van de een naar de ander gaan? U hebt het zien gebeuren. Jazeker, vele keren. Mensen die rechtop in hun stoel zitten, zakken in elkaar, verlamd. We zagen ze precies in de... precies op de... precies op het podium dood neervallen. Dat is waar. Wij spelen geen kerkje. U moet eerbiedig zijn. Nu, dit is heilig. De Bijbel zei dat Jezus Christus gisteren, vandaag en voor immer dezelfde is. En er staat dat Hij de Hogepriester is die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden. Iedereen getuigt dat dit de waarheid is. Hoe weet u nu dat u Hem hebt aangeraakt? U... Hij zou op dezelfde wijze handelen als toen Hij hier was. Wel, hoe handelde Hij? Laat me u een voorbeeld geven, omdat ik u probeer te laten geloven dat Hij dezelfde is. Hij is niet veranderd. De Bijbel... Mijn Bijbelvers zegt dat Hij dezelfde is.

93 Nu, wanneer dat... in de... Er was een vrouw, laten we zeggen, die geen gebedskaart had. Maar zij wilde er in komen om... Zij geloofde dat Hij een heilig man was, een profeet. En ze zei: "Als ik alleen maar de zoom van Zijn kleed kan aanraken, zal ik gezond worden." Kent u het verhaal? En zij drong zich door de menigte tot zij Hem aanraakte. Nu, zij... Hij heeft het nooit lichamelijk gevoeld, dat weet u, omdat de Palestijnse mantel los hangt. Daaronder zit ook nog een kleed. Maar Hij voelde het nooit lichamelijk. Omdat Petrus Hem berispte, toen Hij zei: "Wie heeft Mij aangeraakt?" En Petrus zei: "Heer, waarom..." Berispte Hem door te zeggen: "De hele menigte raakt U telkens aan."

     Hij zei: "Maar Ik bemerk dat Ik zwak ben geworden. Kracht is van Mij uitgegaan." En Hij keek overal rond. Ziet u, Hij werd aangeraakt met een ander soort van aanraking. En Hij draaide Zich om, Hij keek over het gehoor, tot Hij die kleine vrouw vond die Hem had aangeraakt. En Hij vertelde haar over haar bloedvloeiing en zei: "Uw geloof heeft u behouden." Was dat Jezus gisteren?

     Wel, als Hij dezelfde vandaag is, een Hogepriester die aangeraakt kan worden door onze zwakheden, kan Hij dan u niet aanraken als u Hem zult aanraken? Kan Hij niet hetzelfde werk doen?

94 Nu, onthoud; Hij zou mijn stem kunnen gebruiken. Als dat zo is, ben ik net zoals deze microfoon. Het is 'stom' als er niemand doorheen spreekt. Dat is waar. Ik ken u niet. Maar Hij kent u. Dus u zou mij kunnen aanraken. Het zou u geen greintje goed doen. U raakt de voorgangers aan; het zou totaal geen goed doen. Het zijn mannen net zoals ik. Maar raakt u Hem een keer aan, let op wat er gebeurt. Nu, u hoeft hier niet te zijn. U hoeft niet op het podium te zijn. Geloof gewoon alleen.

95 Welnu, dit is een beeld waarover ik vanavond sprak, in het Evangelie van Johannes, het vierde hoofdstuk, als u het wilt lezen wanneer u thuiskomt. Hier zijn een man en een vrouw. Ik ken de vrouw niet, heb haar nooit in mijn leven gezien. Zij is voor mij totaal een vreemdeling. Een poosje geleden zijn er enkele gebedskaarten uitgedeeld en zij kreeg er een. De jongen komt hier boven ten aanschouwen van u allemaal, schudt de gebedskaarten, zodat hij niet weet welke hij aan iemand geeft. Dus overhandigt hij ze slechts aan wie maar wil. En het gebeurde haar... En ik roep ze vanaf elk punt op. Misschien kan ik morgenavond wel bij vijfenzestig beginnen, of vijfenveertig, of vijfentwintig, of negentig en tel zo terug. U weet dat. U bent in de samenkomsten geweest. Zo gebeurde het gewoon vanavond.

96 Ik zie die klok daar maar ronddraaien. Ik wil u niet vasthouden. Maar deze vrouw kreeg toevallig nummer 1, waarmee ik ben gestart. Ik geloof dat u de vrouw bent, is het niet? U bent de – u bent de persoon? Goed. Wij zijn vreemdelingen voor elkaar. Wij kennen elkaar niet. Dit is onze eerste ontmoeting. Hier is een klein panorama. Hier is een man en een vrouw, die elkaar voor de eerste keer ontmoeten, zoals Jezus en die vrouw aan de bron. Twee mensen, die elkaar nooit eerder hebben ontmoet, en hier staan we.

     Als ik nu tot de vrouw zei: "De Here zond mij om voor de zieken te bidden. Ik zal mijn handen op u leggen." Het zou geen ziekte hoeven te zijn waarvoor zij hier staat. Misschien zijn het huiselijke moeilijkheden; misschien is het wel financiële moeite. Misschien is het iets anders. Misschien is zij niet eens een Christen. Ik weet het niet. Maar als Hij haar kan vertellen wat geweest is en haar dan kan vertellen wat zal zijn, zou zij zeker kunnen geloven wat zal zijn, als Hij kan vertellen wat is geweest. Is dat zo? Hoevelen geloven dat nu? In orde. Als iemand nu denkt dat er iets verkeerd mee is, dat u een beter programma, beter denkbeeld hebt, bent u vrij om hier mijn plaats in te nemen. Zo niet, houdt u zich er dan stil over. Zie?

97 Let op. Hier is het nu. Ik heb zojuist het Woord gepredikt dat Christus dezelfde is, gisteren, vandaag en voor immer en met de Schrift bewezen dat Hij vandaag in Zijn gemeente leeft en dat Hij komt. En het laatste teken dat Hij gaf aan de Joden, de Samaritanen en nu aan de heidenen... Wij hebben... de Joden hebben vierduizend jaar gehad om te geloven dat er een profeet komt in zijn hoogste rang, terwijl de kerk voortging. De heidenen hebben tweeduizend jaar van kerkelijkheid gehad. En nu verder komend tot spreken in tongen en Goddelijke genezing; en nu regelrecht in de eindtijd gekomen waar de grote Messias in de volheid van Zijn geest niet maar in één persoon beweegt, maar in de hele gemeente stroomt.

98 Nu geeft het niet hoeveel ìk geloof, deze vrouw zal ook moeten geloven. En u die daar nu bent en niet in de gebedsrij zal zijn, zie omhoog naar God en zeg: "God, die kleine man die daar staat kent mij niet, weet niets over mij. Maar ik ben in een ernstige toestand. Laat mij Uw kleed aanraken en spreekt U terug tot hem en vertel mij iets." Probeer het. Kijk of Hij dezelfde is, gisteren, heden en voor altijd. Probeer het niet, gelóóf het. Iedereen kan het proberen. Wij proberen Christus niet; wij nemen Hem gewoon en geloven Hem. Hij komt niet op proef. Als de Heilige Geest zal openbaren... Ik zal een ogenblik met haar moeten spreken.

99 Nu kijk. Ik ben in Spokane. Waarom kwam ik naar Spokane? Wij hadden zelfs moeite om hier te komen, moesten samenkomsten met een ander land verwisselen. Ik werd verondersteld hier later te zijn, maar moest het omzetten. Maar toch, en wij... ik geloof dat zij geen gebouw konden krijgen, zij moesten komen om de kerk van de broeder te nemen en deze andere broeders, wonderbaar, kwamen en gingen samenwerken met de broeder hier, dat is heerlijk, lieflijk. Dat is de wijze waarop ik wens dat de kerk wordt.

     Hier zijn we, staan hier op die manier. En hier ben ik. Waarom? God heeft me hier naartoe gezonden. Ik voelde om hier te komen. Het maakt me niet uit hoeveel strijd ik zal krijgen. Hij zei hier te komen en hier ben ik. Niet omdat ik geen andere plaats had om heen te gaan. Vraag het de manager. Wij hebben een boek vol uitnodigingen, wereldwijd, honderden. Maar ik voelde gewoon om hier te komen. Waarom? Ik weet het niet. Misschien zal Hij een opwekking laten uitbreken. Misschien ontvangt u uw laatste boodschap. Ik weet het niet. Ik kan het u niet vertellen. Maar Hij zond me hierheen; ik weet niet waarom. Hier ben ik. Jezus begaf Zich naar Samaria. Waarom? Hij wist het niet. Een vrouw kwam er aan. Hij begon gewoon tegen haar te spreken. Toen ontdekte Hij haar moeite. En zij snelde heen vertelde aan iedereen: "Dit is de Messias!"

100 Welnu, dame, als de Heilige Geest mij iets, waarvoor u hier bent, zou openbaren, of iets wat u gedaan hebt of wat het ook is, u weet dat ik u niet ken. En als Hij het zou openbaren, weet u dat het moest komen van een geestelijke kracht. Het moest komen... U weet dat, nietwaar, broeders? Het zou tot de zuster moeten komen. Dan moest het door een geestelijke kracht komen. Gelooft u dat, die hier zit? Dan hangt het af van wat u denkt dat het is. De Farizeeërs zeiden: "Hij is Beëlzebub." Maar de gelovigen zeiden: "Het is de Messias." Zij waren Schriftuurlijke mensen, die de Schriften geloofden.

101 Nu ga ik gewoon tot de vrouw spreken en blijf alstublieft op uw plaats zitten. Ga nu niet lopen, omdat... U zegt: "Broeder Branham, u treuzelt ergens voor." Jazeker. Heeft men de foto van deze Engel hier hangen? Daar is het, in Washington D.C., enzovoort, het enige bovennatuurlijke Wezen dat ooit wetenschappelijk bewezen werd, dezelfde Vuurkolom waarvan ik u vertelde dat die met Israël was. Toen het vlees werd gemaakt... we zien wat het deed in vlees.

     Welnu, als dat dezelfde Vuurkolom is, zal het zich op dezelfde wijze manifesteren. Het is hetzelfde leven. Als u het leven van een druif in een pompoenrank zou zetten, zou het druiven voortbrengen. Jazeker. Het is het leven daarin dat vrucht draagt. Christus zei: "Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken." Hij voer omhoog en zond Zijn leven terug. Zijn leven getuigt ervan.

     Nu, als dat... Ik wacht op die zalving. En als het niet komt, zal ik de vrouw gewoon de handen opleggen en voor haar bidden en verder gaan. Ik weet het niet. Ik kan het niet zeggen. Het laat op zich wachten of ik ben aan het dralen, erop aan het wachten. Dat is absoluut waar.

102 Wat is er met iedereen aan de hand? Wat is er? Kunt u niet geloven? Heb geloof, vrienden. De Schrift ligt hier voor u, en een persoon loopt hier naartoe en durft voor een gehoor van mensen Gods Woord te nemen en daarmee de hele wereld uit te dagen? Geloof. Heb geloof. Amen.

     Nu, in de Naam van Jezus Christus, de Zoon van God, neem ik elke geest hier binnen onder de controle van de Heilige Geest, die mij gezalfd heeft. Heb nu geloof. Kijk hier een ogenblik, zoals Petrus en Johannes zeiden: "Kijk naar ons." Ik geloof voor u. Ik weet het niet. U staat hier slechts, een vrouw. Maar als de Heilige Geest mij iets wat in uw leven is, wil openbaren, zult u weten of het de waarheid is of niet.

     Ik spreek nu persoonlijk tot u, dat is de reden waarom ik iemand hier heb, om alleen een contact te krijgen. De Geest zalft mij en dan kan ik met het gehoor beginnen, of waar het ook is, om te zien waar Hij mij dan ook leiden wil. Ik spreek nu enkel tot u om uit te vinden, enkel om te zien wat Hij mij zou willen vertellen. Ik weet het niet. Dat zou aan Hem zijn om het te zeggen. Maar ik ben er zeker van dat Hij het zal doen. Jazeker. De dame gaat weg van mij, beweegt zich weg. Zij zou nu direct kunnen getuigen dat er een gevoel om haar heen is als een echt lieflijk, nederig gevoel, daar het licht zich precies over de vrouw vestigt. De vrouw lijdt aan een keelkwaal. Dat is waar. Dat is waar, dame. Gelooft u?

103 Waarom is het constant, iedere keer, dat iemand wil denken: "Hij heeft dat geraden"? Ik heb een goed idee om te kunnen zeggen wie het deed. Doe het niet. Geloof. Ik heb het nooit geraden bij die vrouw. Zij weet dat ik dat niet zou kunnen doen. Hoe zou het perfect kunnen zijn, en... Hier net... Zij schijnt een lieflijke persoon te zijn. Laat me even tot haar spreken. Nu, wat Hij u ook vertelde, ik zou het niet weten. Het staat op de band. Ziet u? Ik ben ergens anders. Het is als in een andere dimensie. Het is een visioen. Ziet u? Ja... Het is een... Het is uw keel. U had een keelaandoening en u wordt lastig gevallen door nervositeit. U schijnt buitengewoon zenuwachtig te zijn. Wel, u hebt gewoon complicaties; u hebt last van veel dingen: wordt laat in de avond echt afgemat, vermoeid, uitgeput, om uw werk klaar te hebben. Dat is waar. Nog iets, er is iemand anders waarin u geïnteresseerd bent, waarvoor u bidt. Ik zie een man verschijnen. Het is – het moet – het moet uw echtgenoot zijn. Het is in dezelfde plaats. De man is nu hier. Gelooft u dat ik u kan vertellen wat er met uw man aan de hand is? Zou u willen geloven dat ik Zijn dienstknecht ben? Uw man lijdt aan een hartkwaal. Ook hij is nerveus. En u bracht iemand van een... het is uw zuster. U bracht haar van een verpleeghuis. Zij zit hier precies. Dat is waar, kreupel. Gelooft u? Nu, is Hij dezelfde gisteren, heden en voor immer? Wat brengt dit dan? Christus hier met ons. Gelooft u met heel uw hart? Ga dan heen en ontvang waarvoor u gevraagd hebt. Twijfel niet. U kunt hebben waarvoor u gevraagd hebt en God zij met u.

104 Beweeg nu niet heen en weer. Zit werkelijk stil, zit stil – zit stil. Eerbiedig... Ziet u, ieder van u is een geest en wanneer u beweegt kan ik... kan je het gewoon vertellen. Het beweegt. Er is iets verkeerd. Zie? Wees slechts echt eerbiedig, rustig.

     Dit is de dame. Ja. De Engel van het Licht waar ik op let, het verscheen hierboven ergens, precies hier in. Wees echt eerbiedig. Blijf bidden. Nu, als ik naar beneden kijk en zeg: "Wel, die persoon die op een veldbed ligt is kreupel, of heeft gewrichtsontsteking. Het zal..." U zou zeggen: "Zeker. Kijk maar. Zeker is het dat. Dat kun je wel zien." Maar deze persoon hier ziet er volkomen normaal uit. Wat is er verkeerd met haar? Dat is het precies. Nu, kijk even deze kant op, dame. Wij zijn vreemden voor elkaar, onze eerste ontmoeting. De grote Heilige Geest is hier. [Dame zegt: "Ik voel het." – Vert] Gelooft u dat? U voelt het. Is dat niet een aangenaam gevoel? Ziet u, het voelt net... Wetend dat u een Christen bent, om het welkom in die Geest te bespeuren, het lijkt alsof Hij precies zo handelt. Ik zei, het is een echt aangenaam nederig gevoel. Het is zoiets wonderbaarlijks om een Christen te zijn.

105 Nu, als de Here Jezus mij alleen iets over u wil vertellen, of waarvoor u hier staat, wat u van Hem verlangt, u zou het geloven, als Hij u zou kunnen vertellen wat het was.

     Welnu, als ik u kon genezen, zou ik het doen. Maar ik kan het niet. Ziet u? Als Hij hier stond met dit pak aan dat Hij me gaf, zou Hij u niet kunnen genezen, omdat uw genezing al gekocht is. Hij zou u bekend maken dat Hij het was, en hoe Hij het zou doen, door te bewijzen dat Hij dezelfde is gisteren, heden en voor altijd, precies wat ik gepredikt heb. De toehoorders... Ik geloof dat wij dat allen geloven. Ja.

     Nu, geloof gewoon. U lijdt aan een hernia. Dat is zo. Het is waar. Verder mankeert u iets aan uw rechterzij. U hebt pijnscheuten en het gaat vanuit uw zij helemaal naar beneden tot in uw voeten. Dat is waar, is het wel? Gelooft u dat dit Christus is waarmee u nu gezalfd bent? Accepteer Hem als uw Geneesheer, een volbracht werk. Het zal u allemaal verlaten en u zult het nooit meer hebben, als u het zult geloven. God zegene u. God zegene u. God zegene u, mijn zuster.

106 Ik genees niet. Ik... Als Hij hier stond, zou Hij niet kunnen genezen. Hoevelen weten dat? Hij heeft het al gedaan. Ziet u, Hij laat u enkel weten dat Hij hier is. Hij is opgestaan uit de dood. Dit is het enige wat Hij zou kunnen doen: Zichzelf bekend maken, dat Hij nog steeds de Messias is.

     Hoe gaat het met u? Ik veronderstel dat wij vreemdelingen voor elkaar zijn. Ik heb u nog nooit in mijn leven gezien en wij staan hier gewoon voor de eerste keer, een man en een vrouw die elkaar ontmoeten... Er is een man die voor mij blijft komen, ziet u, het is iemand die bidt. Blijft u bidden, dat is in orde. Dat is goed. Raak Hem slechts aan. Ik vraag u alleen in de Naam van de Here Jezus te geloven wat ik verteld heb de waarheid te zijn. Want ik heb de waarheid verteld en u weet dat het zo is. Het komt uit het Woord. En als ik de waarheid heb verteld is God verplicht aan Zijn eigen Woord. Ziet u? Hij is het niet aan mij verplicht, Hij is het verplicht aan Zijn Woord. Ziet u? En ik spreek enkel Zijn Woord.

107 Nu, ik ken u niet, maar als de Here Jezus aan mij iets zou willen vertellen over u, of over iets wat u hebt gedaan, of iets wat u niet zou moeten hebben gedaan of iets over uw moeite die u hebt en misschien is het financiële, huiselijke, ik weet het niet... Maar als Hij het wil verklaren, zult u weten dat het een soort van kracht moet zijn. Het zal het Woord van God moeten zijn, omdat het een onderscheider van de gedachten van het hart is. Dat is waar. Gelooft u dat God dit in de laatste dagen heeft gezonden en dat het Christus is die getuigt van Zijn spoedige komst? Als u dit gelooft, dan zal God stellig uw verzoek inwilligen.

     U hebt een breuk, twee stuks. Dat is zo. U mankeert nog iets, een blaaskwaal. Dat is waar, is het wel? Gelooft u dat Hij weet wie u bent? Mevrouw Peterson. Dat bent u. Nu, ga in geloof, u zult het niet meer hebben. Heb geloof. Twijfel niet. Gelooft u? Heb enkel geloof in God. Twijfel niet. Twijfel niet. [De dame zegt: "Dank u..." – Vert]

108 Wij zijn vreemden voor elkaar, maar de Here Jezus kent ons beiden. En denkt u dat Hij iets zou kunnen doen, of mij iets over u zou kunnen vertellen, wat u zou helpen? Zou u het geloven? Nu, u beseft de toestand waarin ik op dit moment ben geraakt. Ik beef over heel mijn lichaam. U zegt: "Waarom, broeder Branham? Hoe komt dat?" Wel, als één eenvoudige vrouw, die de zoom van Jezus' kleed aanraakte, de Zoon van God zwak maakte, wat denkt u dat het mij zou doen, een zondaar gered door geloof? De enige manier waarop ik hier ook maar één ding zou kunnen doen is, omdat Hij heeft gezegd: "De werken die Ik doe zult u ook doen. Meer dan dit zult u doen." King James zegt "groter", maar het is niet juist vertaald. De goede vertaling is "meer". Wie zou nog grotere kunnen doen? Hij genas de zieken; Hij wekte de doden op; Hij stopte de natuur. Hij heeft alles gedaan wat gedaan kon worden. Ziet u? U doet er alleen meer van, omdat Hij moest worden verdeeld onder Zijn gemeente: "meer dan dit."

109 Nu, hier is een kleine dame, veel jonger dan ik. Ik ken haar niet, nooit ontmoet. Wij zijn vreemden voor elkaar. Maar de Heilige Geest kent ons beiden. En wanneer de Heilige Geest iets dergelijks aan mij bekend wil maken, zal het dan de hele zaal doen geloven? Iedereen? Hier is mijn hand. Hier is de Bijbel. Ik ken de vrouw niet. Zie? En daar staat ze. Zij mag misschien ergens in een samenkomst zijn geweest. Bent u wel eens eerder in een van mijn samenkomsten geweest? Zelfs nooit eerder in een samenkomst geweest. Zij staat hier gewoon. Wij zijn volkomen vreemden voor elkaar. Goed. Moge de Heilige Geest uw verzoek toestaan, zuster... Ja... De dame lijdt aan een rectaalkwaal. Zij heeft dikke darmontsteking, wat dit heeft veroorzaakt. U heb heel wat kwalen in uw leven gehad, is het niet? Ik zie u naar een ziekenhuis gaan. Nee. Een, twee, drie, vier, vijf, zes keer, operaties. Dat is ZO SPREEKT DE HERE. Geloof met heel uw hart en het is allemaal voorbij. Gelooft u het?

110 Kom hierheen. Leg handen... [Niet te verstaan – Vert]

     Gelooft u dat God uw hartkwaal kan genezen? Goed. Ga uw gang, het podium af. [De man rent het podium af en de hele zaal breekt uit in gejuich – Vert] Gelooft u? Hier, u die uw handen opheft, gelooft u dat Hij die prostaatkwaal die u hebt geneest en u gezond maakt? Goed, als u het gelooft, kunt u het eveneens hebben. Heb enkel geloof.

     Hoe maakt u het, dame? Gelooft u dat Hij gewrichtsontsteking geneest? Wel, blijf dan gewoon lopen en Hij zal u gezond maken, Hij zal het gezond maken als u het zult geloven. Wat met u, dame? Zou u over die maagkwaal heen willen komen en gezond worden? Blijf voortgaan en zeg: "Dank u Heer. Ik ontvang het."

111 Indien u kunt geloven. Wat betekent... Alle dingen zijn mogelijk voor hen die geloven. Gelooft u? Wat als ik niets tegen u zeg en u alleen de handen opleg; zou u het geloven? Gelooft u dat u gezond zal worden? Kom hier. In de Naam van Jezus Christus, moge zij genezen zijn. Dat is iemand die niet iets wilde zien. Ziet u? Zij geloofde gewoon dat, wat het ook was, het in orde was.

     Kom dame. Wat als ik niets tegen u zei. Zou u hetzelfde geloven? Wel, als u dat doet zal de vrouwenkwaal... ik heb het u al gezegd, dus ga uw gang. Dat is een vrouwenkwaal, het zal u verlaten en verdwijnen en u zult in orde zijn, als u slechts gelooft met heel uw hart. Geloof.

     Gelooft u met heel uw hart? Ga heen en eet uw avondeten en zeg: "Dank de Here voor mijn genezing." Amen. God zegene u, meneer. Heb geloof. Twijfel niet. Geloof slechts met uw hele hart.

     Kom dame. U hebt al heel lang een nerveuze maag. U hebt er heel veel moeite mee gehad. Het is nu allemaal voorbij. Gelooft u het? Goed, ga heen en zeg: "Dank U, Heer!"

112 Hoevelen geloven daar? Met heel uw hart? Gelooft u dat Hij de Zoon van God is? Dezelfde gisteren, heden en voor immer? Gelooft u het? Begin dan het podium af te lopen en zeg: "Dank U, Heer."

     Er is iets wat mij gezalfd heeft, is het niet? Ik leg u de handen op en zeg: "Prijs de Heer."

     Kom... zalving. Kom. Gelooft u? Heb geloof. In de Naam van de Here Jezus, ga heen en wees genezen. Geloof.

     Kom. Als ik niets tegen u zeg, zou u dan toch geloven? Wel, u bent nerveus. Wel, u bent... U bent al een lange tijd nerveus. Inderdaad, het is de overgang, die menopauze is wat u zo van streek maakt. U krijgt echte droefgeestige aanvallen en u... Iedereen zegt: "Kom tot jezelf", maar u kunt het niet. Er is iets wat u bang maakt. Maar het is nu verdwenen. Het zal wegblijven. Ziet u? Geloof het slechts met heel uw hart. Ga en geloof met heel uw hart.

113 Gelooft u? Laat iemand daar in de zaal geloven. O, gelooft u? "Here, we zouden Jezus willen zien." U weet dat ik het niet kan zijn. Wel, Wie denkt u dat het is? Wat met deze kleine Mexicaanse vrouw, die hier zit en lijdt aan duizelingen. Dat is waar. Gelooft u? Wie hebt u aangeraakt? U raakte de Hogepriester aan. U hebt mij niet aangeraakt, u bent te ver van mij vandaan. In orde, uw duizelingen hebben u verlaten. Amen. Amen. Vraag haar of dat waar is. Zie? Heb gewoon geloof in God. Geloof God.

     Wat met u die daar op de stretcher ligt? Ja, u. Gelooft u met heel uw hart? U wees met uw vinger. Gelooft u dat ik Gods profeet ben of Zijn dienstknecht? Ik zal het op die manier zeggen. Mensen vallen daarover. Gelooft u het? Als... Ik kan u niet genezen, meneer. Maar God wel. Als u daar ligt zult u sterven. Dokters kunnen u geen goed doen. Eén ding is: u hebt een maagkwaal en u hebt artritis in uw rug. Maar niemand kan dat genezen dan God. Maar als u God zult geloven en handelt naar het Woord, kunt u opstaan, uw bed opnemen en naar huis gaan.

     Wat met u op de volgende stretcher daar? Gelooft u? Daar gaat hij! Prijs God. Ziet u hem zich uitstrekken? Daar gaat hij? Laat ons God de lof geven. Amen. Gelooft u Hem? Amen. Is Hij niet gisteren, vandaag en voor eeuwig dezelfde? Ik kan niet genezen. Ik kan niet gezond maken. Christus wel!

114 Waar bent u bevreesd over? Toen ik dat enkele minuten geleden zei over die vrouw die nerveus was, deed u me pardoes omdraaien. U bent bevreesd. Er zal u niets overkomen. U zult in orde zijn. Gelooft u dat? Hoe kon u het geloof van God trekken? Wie hebt u aangeraakt om te laten weten dat het nervositeit was dat u hinderde?

     Gelooft u God? Geloof Hem en neem Hem op Zijn Woord! Gelooft u dat ik Zijn profeet ben? Dan, in de Naam van Jezus Christus, sta op van die draagbaar en ga naar huis en vergeet het. Gelooft u het? Kom eruit. Sta op. Raap op wat u hebt en ga naar huis. Wees gezond. Heb geloof in God!

     Gelooft u? Als zij enkel zou geloven... U was aan het bidden. Er hangt een Licht over u. Als u gelooft, zult u over die polio heen komen en gezond worden. Keer terug naar het zendingsveld. Twijfel niet.

115 Gelooft u Hem? Wat omtrent u daar? Rugkwaal, blaaskwaal, complicaties, alles neemt... Niets zal u enig goed doen. Christus is de Enige die u kan genezen. Is dat waar? Waarom gelooft u Hem niet? Gelooft u dat ik Zijn profeet ben? Zou u mijn woord als het Zijne willen nemen, als ik u zeg dat Hij dezelfde is, vandaag, gisteren en voor eeuwig? Hoe kan Hij hier staan en alles over uzelf vertellen zonder dat Hij een contact met u heeft? Wilt u Hem niet geloven, opstaan, uw bed nemen, naar huis gaan en gezond worden? Als u het wilt aanvaarden, kom dan van het ziekbed. Geloof de Here Jezus Christus. U hébt geloof, geloof.

     Deze kleine dame die hier in deze rolstoel zit, ik kan u niet genezen. Maar als u met heel uw hart zult geloven, zal die suikerziekte u verlaten en zult u naar huis gaan en gezond zijn. Heb geloof in God. Geloof het. Stap eruit, ga naar huis. Wees gezond.

     Wat met u die daar ligt en lijdt aan bloedingen in de keel, van alles. Gelooft u met heel uw hart? Als u met heel uw hart gelooft... Alles is verkeerd met u, maar waarom komt u niet overeind en stapt uit dat bed, komt uit dat ziekbed? In de Naam van Jezus Christus, sta op. Amen. Daar zijn ze.

116 Ieder die gelooft, gelooft u het? "Heren, wij zouden Jezus willen zien." Gelooft u het? Leg dan uw handen op elkaar, heel snel. Leg uw handen op elkaar, iedere gelovige. Hier zijn de rolstoelen leeg, de ziekbedden. Leg elkaar de handen op en bidt.

     Hemelse Vader, in de Naam van de Here Jezus Christus, moge Satan zijn kracht onder deze mensen verliezen, wanneer hij de kreupelen, degenen die artritis hebben, de gebochelden, voorwaarts ziet komen en gezond worden. Sta het toe, Heer, dat zij het zullen geloven. In Jezus' Naam, moge Satan hen verlaten. Amen.

117 Iedereen die in Hem gelooft, Hem nu aanneemt als uw geneesheer, sta op uw voeten in de Naam van Jezus Christus en wees gezond. Amen! Daar is het. Ieder van hen staat. Laten wij Hem lofzingen. Heft uw handen op en geeft Hem lof. Heren, wij zouden Jezus willen zien. Hij is gisteren, heden en voor altijd dezelfde. Hij faalt nooit. Hij is de Zoon van God voor eeuwig, en Hij kan nooit falen. Geloof in Hem met heel uw hart. Wees gezond. Sta op en ga naar huis.