Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Het onzekere geluid

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder...?... Laten we een moment blijven staan voor gebed. Zullen we onze hoofden buigen? Is er misschien een verzoek? Steek uw hand op en God zal u zien, daar ben ik zeker van. Zeg alleen in uw hart: "Gedenk mij, Heer, ik heb een bepaald iets..."

     Onze hemelse Vader, wij zijn U dankbaar, terwijl wij Uw troon van genade met dankzegging in ons hart naderen, dat U onze ziel voor eeuwig verlost hebt uit de verloren regionen van de verdoemden. En wij danken U dat wij vanavond, door de genade van God, Uw kinderen zijn. Ik bid voor elk verzoek, Vader. Mijn hand is ook omhoog naar U, God. Ik heb verzoeken. Vader, mijn verzoek vanavond is om het bekend te maken, zoals zij de hunne bekend maken in hun eigen manier van bidden; de mijne is, dat U elke verloren ziel die hier vanavond is, wilt redden, God, dat U elke zieke wilt genezen, dat U elke gelovige wilt vullen met de Heilige Geest. Kom tot ons, Here Jezus. Wij hebben U nodig. Wij blijven op U wachten. En terwijl we verder wachten, vertrouwen wij onszelf toe in Uw handen. Doe met ons zoals het U goeddunkt, want wij vragen het in Jezus' Naam. Amen. U mag gaan zitten.

2 Ik ben vanavond zo blij weer terug te zijn in de kerk en te zijn in de dienst van de Here God en vertrouw dat dit de avond zal zijn waarin de Here lof zal verkrijgen, voor wat onze vergadering vanavond ook mag zijn. Hij zei: "Mijn Woord zal niet ledig tot Mij wederkeren. Het zal datgene tot standbrengen waarvoor het bestemd is." En wij weten dat het dat zal doen.

3 De voorganger vertelde me zojuist over een meisje, dat hier zit, dat zij in de samenkomst was op dezelfde avond dat broeder Bryant Mitchels dochter en schoonzoon er werden uitgeroepen. En dit meisje werd er in de zaal uitgeroepen met een soort huiduitslag op haar gezicht. Zij werd terstond genezen en is nog steeds gezond. Ik geloof dat het dat kleine meisje is, dat daar... Ben jij het? Ja, ik denk dat u haar hebt laten getuigen. Sta op, schatje, als je wilt. Is dat niet een lief uitziend meisje? Geen uitslag meer op haar gezicht, omdat Jezus Christus haar beter maakte. Wij zijn daar zo blij om.

4 En nu wil ik u niet langer dan tot één uur houden, als het mij lukt. Is dat niet verschrikkelijk? Vergeef me. Nee, ik zeg niet: "Vergeef me." Nee, dat is verkeerd (begrijpt u?), omdat ik tot nu toe nooit iets gezegd heb waarvan ik ooit gedacht heb dat ik het terug moest nemen, daar ik met heel mijn hart getracht heb het vanuit het Woord te zeggen. En ik méén dat het me spijt dat ik zoveel mensen gepijnigd heb.

5 Mijn dierbare broeder was mij vanmiddag komen bezoeken en ik was vroeg in gebed gegaan. En mijn vrouw kwam ongemerkt binnen waar ik was en zij riep mij niet. Zij keerde terug en vertelde hem dat ik in gebed was en dat hij na een poosje terug kon komen. En hij kwam niet meer. En ik was een beetje bezorgd en dacht dat hij – zeker zou hij het begrijpen. En ik vertelde haar: "Wanneer een van de broeders komt, had je me toch moeten roepen." Maar normaal laten ze mij met rust, omdat daar soms visioenen opkomen en ik, nog voordat ik naar de kerk ga, weet wat er gaat gebeuren. Begrijpt u? Menigmaal gebeurde het daar.

6 Ik kijk nu regelrecht naar een man, een goede vriend van mij, Banks Wood. Toen zijn jongen, David,... Broeder Wood was een Jehova's Getuige, een aannemer, en hij bracht zijn jongen naar de samenkomst. En hij zag op een avond een meisje... U weet dat Jehova's Getuigen een beetje tegen Goddelijke genezing zijn. En hij kwam, hij en zijn vrouw. Zij behoorden tot de "First Church of God" [Eerste Kerk Van God], de kerk van God van de Andersonbeweging, of zoiets, van de Methodistenkerk. En zij kwamen naar de samenkomst te Louisville, gehouden in het auditorium; Fieldhouse. En daar was een meisje dat aan het verstijven was. Ik weet op het moment niet wat de medische naam ervan is. Maar zij was in een verschrikkelijke toestand, kon zich vanaf haar middel tot beneden toe niet meer bewegen. Een paar uur nadat er voor haar gebeden was rende zij de trap op en neer en alles was uitstekend! Zo hadden zij een jongen met polio en de jongen had... Kinderverlamming had zijn been opgetrokken. En daarna ging ik overzee. O nee, zij gingen naar Houston, in Texas. Hij kon niet binnenkomen. En zij waren daar op de avond toen de foto van de Engel des Heren werd genomen.

7 Tussen twee haakjes, die foto's en de boeken en banden zijn nu hier. Dit is de laatste avond dat u ze in de samenkomst kunt krijgen, omdat wij op zondag niet verkopen. Dit hebben wij als gedragslijn dat we op zondag nooit verkopen. U kunt hun uw aanvraag indienen en zij kunnen het u toezenden, maar wij verkopen ze niet.

     En de heer Wood bracht zijn... En de heer Wood bracht hun jongen naar... Ik kan maar nooit op die plaats in Ohio komen, bij het meer daar. Columbus, geloof ik dat het was, Ohio. Is dat goed, broeder Banks? Was het dat? ("Cleveland"), Cleveland, Cleveland, Ohio.

     En voordat ik die avond naar het gebouw ging (ik was helemaal op de tiende verdieping); zat ik daar te huilen. De heer Baxter kwam naar me toe. Ieder van u kent broeder Ern Baxter, denk ik. Was hier laatst bij me, zeer fijne broeder. En hij kwam er aan en ik zei: "Wat maakt mij zo zwaarmoedig?"

     Hij zei: "Voelt u zich niet slecht." Hij zei: "Zelfs grote mannen voelen zich zo." Dat maakte toen dat ik me beter voelde.

     Die avond toen wij naar beneden gingen zag ik een kleine jongen in een gele trui, die op een sweater leek, die polio had, zijn been opgetrokken, en genezen werd. Ik bleef maar over de toehoorders heen kijken en kon hen niet zien. En tenslotte... Ik geloof dat het zo was, dat de Heilige Geest hen eruit riep, ver achterin het gebouw, ergens achterin de tent was het; en de jongen was terstond genezen. De man gaf zijn baan als aannemer op en verhuisde, woont nu naast me. En heel zijn naaste familie, praktisch allemaal waren zij lezers bij de Jehova's Getuigen, ieder van hen is een Christen geworden, vervuld met de Heilige Geest.

8 David, ik wil jou niet in het zonnetje zetten. Ben jij hier vanavond, David? Sta op. Die jongen is getrouwd en heeft een stel kinderen. Daar, warempel, precies achter zit zijn vader. Dit was een jongen die kreupel was door polio en genezen werd.

     Ik herinner me zijn broer. Ik zal het nooit vergeten. Vergeef me, broeder Banks. Zijn broer, een fijne man... Maar zij verstootten broeder Banks als het ware, zodra hij de Heilige Geest had ontvangen. Men dacht dat hij een onberaden stap deed, jazeker. Als hier een Jehova's Getuige is, niet om op u neer te zien (begrijpt u?), niet in het minst. Ik heb respect voor ieders geloof. Dat is zo. Maar... Ziet u, er is een mogelijkheid dat God u wil roepen. U zult de weg van de Here meer volkomen zien. Deze man kwam binnen en hij was tegenover Banks een beetje geërgerd, weet u. En hij bracht nog een man met zich mee. En hij wilde weten wie die kwakzalver was.

     Banks zei: "Hij is daar buiten aan het grasmaaien."

9 U zou me moeten zien wanneer ik me echt ontspan, baard ongeveer zo lang, met een oude flaphoed. En o, ik predikte al twee of drie jaar met de man en ik ontmoette hem op een jachttocht. Hij zei: "Meneer, zou u mij kunnen vertellen waar ik de eerwaarde Branham kan vinden?"

     Ik zei: "Ik geloof van wel."

     Hier niet lang geleden stopte een enorme grote Cadillac voor mijn deur, weet u. En ik, ongeschoren en vuil, was buiten de ramen aan het zemen. En de man zei: "Hoe gaat het met u, meneer. Zou u mij kunnen zeggen waar de eerwaarde Branham nu is?"

     Ik zei: "Dat is zijn vrouw daar. U zou het haar kunnen vragen." En ze kon wel door de grond zakken. Ze keek me aan. Zij wist niet wat te zeggen. Ze was toevallig...

     Hij zei: "Waar is zijn volgende samenkomst?"

     En zij vertelde het hem en ze liep weg en zei: "O Bill." En ik zei...

10 Dus zijn broeder zei... Ik zat daar en de Heilige Geest zei: "Hij is een gehuwde man, heeft zijn vrouw verlaten. Hij heeft twee kinderen." Ik vertelde dat aan hem.

     Hij keek schuin naar Banks alsof hij zeggen wilde dat Banks het mij had verteld. (Dat is zijn broer hier, begrijpt u.) Ik ving dat snel op. Mensen... Zij beseffen dit niet. Wel, natuurlijk openbaart Hij het. Ik zit in zalen... Menigmaal heb ik mensen eruit geroepen die critici waren. Soms... Je wil dat evenwel niet doen. Ik deed het een keer, een voorganger was zeer kritisch. En ik riep hem eruit en zei hem: "Waarom hebt u dit gedaan en dat en nog wat." O, hij verloor de helft van zijn gemeente, enzovoort. Dus dat is niet fatsoenlijk. Begrijpt u, ik houd het voor mezelf en laat het gaan.

     Maar in ieder geval... Toen ik daar stond ving ik dat op. Het kon geen kwaad het hem te vertellen, hij zat daar met deze man. Ik zei: "Goed, u zou gedacht kunnen hebben dat Banks mij dit had verteld. Maar wat zegt u van eergisteravond, toen u met een vrouw was die kastanjebruin haar had? U was opgesloten in de kamer met haar. En een man klopte aan de deur en u ging er niet heen. U keek uit het raam. Het was maar goed ook anders zou uw hoofd eraf geschoten zijn." Daar had hij niet van terug! Het was zo. Hij wist toen dat Banks dat niet verteld had.

11 Toen kwam zijn vader, die een van de lezers was. Hij was van plan mij werkelijk met de Schrift op mijn nummer te zetten. Ik zei niets tegen hem. Wij zouden de volgende dag op een vistocht gaan. De Here sprak tot mij en zei: "Vertel hem alle dingen die zullen gebeuren, precies wat plaats zal vinden; hoeveel vis er gevangen zal worden, wie ze vangen zal en elk ding; en de terugtocht."

     Ik vertelde het hem. Ik zag hem wat vreemd naar Banks kijken; keek weer voor zich en dacht: "Nonsens." Maar die dag en die avond gebeurde elk ding precies tot in de puntjes. En toen we de volgende dag terugkeerden, zei ik: "En, meneer Wood?"

     Hij zei: "Wel", hij praat een beetje grappig, hij zei: "Ieder mens kan vis zien voordat hij ze vangt en noemt hun... roept ze eruit." Hij zei: "Ik denk dat het goed is." En zo is hij nu gered en vervuld met de Heilige Geest.

12 Op een dag zaten we... Lyle, zijn broer, en ik waren een jaar of drie geleden aan het vissen. En mijn kleine jongen, nog voor ik wegging... Wij houden niet van katten in ons huis. Welnu, als u ze hebt, dat is in orde. Ik heb het nu niet tegen uw kleine poes, maar ik houd er niet van. Dus... of een huishond. Ik kan er niet tegen. Om het babyliefde te geven, terwijl geboortenbeperking wordt uitgeoefend en die liefde aan een klein, raar snotneushondje wordt gegeven. My! Het is een schande! Excuseer me die uitdrukking. Dat is... Ik bedoel niet... U weet waarover ik spreek, nietwaar, wanneer ik het zeg. Toen kwam mijn kleine meid er aan en zei: "O, pappa, er is iets vreselijks gebeurd. Iemand heeft een arme kat weggegooid", (zij en nog een ander meisje in de straat) en ze zeiden: "Het heeft vergif gegeten." Ze zei: "Het arme ding gaat sterven. Kunt u niet... Kunt u het niet voor een poosje binnenlaten?"

     Ik zei: "Waar is de kat?" Ging de kat halen en keek ernaar. Ik zei: "Ga een doos voor haar halen" en vanzelfsprekend hadden wij de volgende morgen een stel kleine katjes.

13 Toen de volgende dag. Mijn kleine jongen, klein... (Hij is op en top een jongen), hij hield er net één in zijn hand, zó weet u, piepklein kameraadje, en hij liet het vallen. En het kameraadje tuimelde om en om. Ik vond dat zo erg, ik dacht dat het gedood werd: Ik legde het terug. Arm klein katje, hij kon het niet helpen dat hij een kat was. Dus toen begon het rond te rollen. Vervolgens waren we die avond gaan vissen. En de volgende dag ving ik koningsvis om als lokaas te gebruiken. U weet wat koningsvisjes zijn? Kleine brasem noemt men ze hier geloof ik, voor lokaas aan de lijn. Helemaal ten zuiden van ons in Kentucky, ongeveer honderdnegentig kilometer. En ik zat daar en de Heilige Geest kwam dichtbij in de boot waar wij in zaten. Hij zei: "Je zult dadelijk een opstanding ten leven krijgen." Ik draaide me om en zei dit tegen broeder Banks die hier zit. Als er ooit een goede, trouwe, eerlijke man bestond dan is hij dat, en zijn familie. En hij zei: "Wat denkt u dat het zal zijn?"

     Ik zei: "Misschien dat kleine katje dat Jozef liet vallen. Wanneer wij morgen naar huis gaan, dat katje... misschien..." U hebt het verhaal van de opossum [buidelrat] gehoord, enzovoort. Het stond in de "Business Man", enzovoort. Dus zei ik: "Dat is het waarschijnlijk."

14 Die nacht vingen wij geen vis. De volgende morgen hadden wij helemaal geen vis, dus voeren wij een kreek binnen, ongeveer even na zonsopgang, om wat grote brasems te vangen en ik had een vlieglijn uitgeworpen. Het was broeder Lyle die bij ons was, die net enige weken daarvoor gered werd. En hij had een grote, forse, lange haak en wurmde er een worm aan en hij had een grote werphengel en hield hem zo naar beneden, een hengel met een molentje. En een armzalig klein brasempje slikte het helemaal in tot in zijn maag. In plaats van hem alleen aan de haak te slaan om hem omhoog te trekken zodat hij hem voor lokaas kon gebruiken, liet hij hem het helemaal naar binnen slikken.

     Hij zei: "Kijk nu eens wat dat ding deed." En hij pakte de kleine brasem in de ene hand, wond de lijn om de andere en trok de maag met kieuw en al eruit, en wierp hem weg op het water. Het was maar een brasempje van ongeveer zo groot. En hij bewoog zich vier of vijf keer en zijn kleine vinnen spreidden zich uit en het stierf op het water. En zo keek hij naar hem en zei: "Kleine makker, jij hebt je laatste kruit verschoten!"

     Dat is een oud zuidelijk gezegde. Hoevelen hebben dat wel eens gehoord? Al u zuiderlingen hebben het wel gehoord, is het niet? En daar lag het dus. Hij dobberde daar ongeveer een half uur rond. En ik was... Ik zei: "Lyle, je hebt een te grote haak, broeder." Ik zei: "Bevestig je haak met een klein nummertje twaalf, als je die er aan kunt krijgen, en zodra de vis..." en vertelde hem hoe die kleine brasems te pakken te krijgen zijn.

     Hij zei zoiets als: "O, ik ben maar een plattelandsjongen, dit is de manier waarop wij het doen."

15 En ik zat daar ongeveer een half uur en het visje stierf en dreef overal in het rond. En het dreef terug tussen enkele lelies, precies in een soort kreekje waar ik zat. In de bergen is de rivier de Wolf afgedamd en men heeft de dam daar aangebracht voor de waterplant. En ik denk dat het water voor ongeveer tweehonderdveertig kilometer tussen deze bergen kronkelt. En plotseling kwam de Geest des Heren als een krachtig geluid van wind, met een geraas neer in de boot en zei: "Sta op!" Hij zei: "Spreek tot dat visje. Het zal zijn leven terugkrijgen." Daar lag het visje, lag daar al een half uur dood op het water. Ik zei: "Klein visje, Jezus Christus geeft je je leven. In de Naam van Jezus Christus is het zo." Ik had het nog maar net gezegd of het visje draaide zich direct om en "rrrrrrt", het zwom weg door het water. Nu, hier voor mij ligt de Bijbel. God is mijn Rechter. Broeder Banks is getuige.

16 Lyle viel bijna flauw in de boot. Hij zei: "Dit is voor mij bedoeld omdat ik tegen dat visje zei: 'Je hebt je kruit verschoten.'"

     En ik zei: "Nee."

     Broeder Banks, opgewonden, zei: "Ik voel me als Petrus. Laten we drie tabernakelen bouwen en hier blijven." Hij zei: "Dit is goed." En toen begon hij te praten over hoeveel mensen in de wereld daar graag zouden hebben gezeten en dat zouden hebben willen zien. En hij zei: "Denk eens in, wij, Jehova's Getuigen, en dan brengt God ons apart hier naartoe om al deze dingen te zien die wij van de week gezien hebben. En dit wat hier plaats vindt. Om het gisteren te horen profeteren en hier vandaag gebeurt het", enzovoort.

     Ik zei: "Nee. Dat was het niet. Dit was alleen om Zijn genade te tonen." Ik zei: "Kijk. Thuis heb ik op mijn lijst minstens dertig of veertig spastische kinderen staan, om voor hen te bidden." En ik zei: "Ik heb ik weet niet hoeveel kankergevallen, die stervende zijn. Er liggen mensen in hotels en ik wacht om te weten wat de Here wil zeggen. En hier komt Hij om te vertellen over een visje."

17 Het is om te laten zien dat Hij nog steeds God is, begrijpt u. In de dagen van de Here Jezus waren er duizenden melaatsen. Daar waren verminkten – lam, kreupel, blind en gekweld. En toch gebruikte God Zijn kracht om een boom te vervloeken. Een boom verdorde op de stem van de Here Jezus, alleen om ze te tonen dat Hij geïnteresseerd is in Zijn bomen, Zijn vis. Hij is in alles geïnteresseerd. Het laat zien dat Hij alles weet en dat Hij alles goed doet. Zoveel dingen zouden gezegd kunnen worden.

18 Ik zie heel wat van mijn vrienden. Ik zie mevrouw Ungren daar zitten. Ik wist niet dat u in de samenkomst was en vernam dat broeder Myers en zuster Myers hier waren. Waar zijn ze ergens? Ah... Weet u broeder Myers, u bent jonger geworden. Ik herkende u niet. Zuster Myers. Die mensen komen helemaal uit Nashville, Tennessee, hier naar de samenkomst.

     Ik wist tot aan vandaag niet dat jullie in de samenkomst waren. Ik vernam het pas vandaag. Bent u er al die tijd al geweest? Wel... ik wist het niet. Ik dacht dat uw schoonmoeder en schoonzuster vanuit de vorige samenkomst terug naar huis waren gegaan en hier zie ik ze vanavond; en ik keek daarheen en ik zei: "Hij zit hier ergens!" zodat ik hem zou kunnen zien.

19 Oud Nashville, het is een bijzondere stad, bevat vele goede getuigenissen. Heb ik tijd voor nog één uit Nashville? Is dat goed? Vergeeft u me. Ik kwam uit Dallas. Dit ene ding is toereikend voor Nashville, wat mij betreft, en dat was...

     Dit ene, dat ik een prediker uit Nashville een keer in Jonesboro eruit riep, die net buiten Nashville woonde. Sindsdien ging ik er altijd aan voorbij. Velen van u Verenigde Pinksterbroeders kennen hem tamelijk goed, een fijne broeder. Maar hij zat er ongelovig bij en ik riep hem bij zijn naam en zei het. Ziet u? En ik had hem nog nooit in mijn leven gezien. En...!... dingen... [Leeg gedeelte op de band – Vert] heel erg. En zo hield ik het toen tegen. Het was bij broeder Reed in Jonesboro, waar de man eruit geroepen werd.

20 Maar ik herinner mij een avond dat ik vanuit Memphis per vliegtuig naar huis kwam vliegen en zij kwamen in een storm en zetten mij in Memphis aan de grond. Het is al jaren geleden. En Memphis is aan de Mississippi-rivier gelegen, zoals wij allemaal weten. En zo werd ik naar dat vermaarde hotel 'Peabody Hotel', gestuurd. En ik dacht: "Tjonge, eens zal ik nog een aristocraat worden met in dat hotel te verblijven."

     En na enige tijd werd ik opgeroepen en werd me gezegd: "Wel, alles zal in orde zijn." (Ongeveer tien uur.) "Wees gereed, de vlucht vertrekt om zeven uur 's morgens."

     "Dank u, meneer."

     Hij zei: "Wees gereed. De limousine haalt u af."

     "Goed, meneer."

     Er waren daar meerderen die avond in het hotel. Dus bleef ik op tot ongeveer twaalf uur en schreef brieven naar verschillenden, bad over verzoeken die ik had gekregen, en beantwoordde wat persoonlijke post die gedurende de samenkomsten in mijn zakken was gestopt.

     De volgende ochtend stond ik vroeg op en dacht: "Wel, ik denk dat ik om zes uur naar buiten ga om een brievenbus te zoeken, dan post ik ze, weet u, doe ze daar in." Dus ging ik weg om deze brievenbus te vinden. Ging de straat op... Ik begon de straat af te lopen. En toen ik de straat een eindje uitgelopen was begon ik over te steken waar een forse Ierse politieagent stond. En hij floot en mensen konden dan oversteken. En iets zei tegen mij: "Ga terug de andere kant uit."

21 Gelooft u dat kinderen van God geleid worden door de Geest van God? ["Amen", zeggen de toehoorders – Vert] Ik wilde het u horen zeggen zodat ik het verhaal kan afmaken. Dat is waar. En Hij werkt aan beide kanten van de lijn (zie?), maakt de zaak altijd rond. En ik dacht: "Wel, misschien was ik het maar die dit dacht." Maar het klonk of een stem het mij vertelde. Daar bevond zich een sportzaak en ik houd zo van vissen en jagen. Ik ging voor de etalage van de sportzaak staan en keek daar rond om te zien of ik de aandacht van deze dikke agent niet trok, misschien zou hij me van de hoek wegjagen. En ik stond hier en keek om me heen. Niemand lette op mij; ik zei: "Hemelse Vader, was U dat? Ik wil U niet mislopen, Vader. Was U dat?"

     En een stem, net zo duidelijk als u mij hoort, zei: "Draai je om en ga terug."

22 Wel, ik draaide me om en begon terug te wandelen. En ik liep en ik liep, tot ik aan de andere kant kwam, in de kleurlingenwijk, helemaal bij de rivier. Ging verder in die richting, het was een prachtige ochtend. Ik keek omhoog. Ik zou toen over een uur vertrekken. Ik dacht: "O, het vliegtuig is weg." Doch iets bleef maar zeggen: "Blijf lopen." Ik ken God voldoende om gewoon door te gaan met wat Hij je vertelt te doen. Geloof niet uw eigen gedachte. Doe wat Hij u vertelt. Ga gewoon door. Ik bleef gewoon doorwandelen. Ik kwam tussen de kleurlingmensen, bij een klein oud huisje daar en ik keek... Onder het lopen zong ik dat liedje wat u Pinkstermensen zo vaak gewend zijn te zingen. Laat eens kijken. Ik zing het af en toe, probeer er op te komen, zoiets als...

Allen samen in de opperzaal,
Zo biddend in Zijn Naam;
Gedoopt met de Heilige Geest,
En kracht om te dienen kwam. (Hebt u dat wel eens gehoord?)
Nu, wat Hij deed voor hen die dag,
Zal Hij voor u hetzelfde doen.
Ik ben zo blij dat ik kan zeggen: "Ik ben een van hen."

23 Ik had het pas geleerd en terwijl ik doorliep, zei ik: "Eén van hen, één van hen. Heer, wat wilt U dat ik doe? Zie? Ik ben zo blij dat ik kan zeggen: Ik ben één van hen."

     En de Heilige Geest bleef maar zeggen: "Loop door, loop door." U weet hoe u door de Geest geleid wordt. Ik bleef gewoon de straat uitlopen, weet u, en zong en zong.

     Na een poosje keek ik. Daar leunend over een oude witgekalkte schutting met daarachter een kleine oude hut, stond een typisch ouderwetse "tante Koba", met een overhemd om haar hoofd geknoopt, met bolle, brede, dikke wangen. Ik stopte met zingen. Het was ongeveer de afstand tot die deur. Ik liep gewoon verder de straat door.

24 Toen ik passeerde zei ze: "Goede morgen, dominee!"

     "Hé", dacht ik: "Wacht eens even." Welnu, "dominee", dat betekent "prediker" in het zuiden. Ziet u?

     "Goedemorgen, prediker!"

     En ik draaide me om en zei: "Goedemorgen, tante." Zo eerbiedigen wij de kleurlingen daar gewoonlijk.

     "Goedemorgen, tante."

     Zij lachte, terwijl dikke tranen langs haar bolle donkere wangen naar beneden rolden: voor mij leek het op een engel die daar stond te kijken... Ze zei...

     Ik zei: "Mag ik u even vragen: hoe wist u dat ik een prediker was?"

     Ze zei: "Ik wist het." Ze zei: "Maar alleen zou u een aktentas in uw hand moeten hebben."

     Ik zei: "Ik heb hem daar gelaten en deed de brieven gewoon onder mijn arm." Ik dacht: "Aha..." en stopte.

     En ze zei: "Ik wist dat u zou komen." Ze zei: "U droeg die hoed schuin op uw hoofd en iets grijsachtigs, dat grijze pak aan."

     Ik zei: "Jazeker."

     Ze zei: "Hebt u wel eens de geschiedenis van de Sunamietische vrouw in de Bijbel gelezen?"

     Ik zei: "Jawel, mevrouw" en kwam tot dichtbij het hek.

     Ze zei: "Ik was zo'n vrouw. Ik had helemaal geen kinderen, maar was een wasvrouw. Doch ik en mijn man zijn Christenen." En ze zei: "Ik bad de Here twee jaar lang om mij een kind te geven." En ze zei: "Ik beloofde de Here, als Hij mij een kind zou schenken, dat ik hem zou grootbrengen om Hèm te eren." En ze zei: "Op een dag werd er in ons huis een lief jongetje geboren."

     Ze zei: "Dominee, ik voedde hem op naar mijn beste weten om de Here te dienen, maar hij begaf zich onder slecht gezelschap en hij kreeg een geslachtsziekte, syfilis, en wij wisten het niet. Daar wij een Christelijk gezin waren, wisten we het niet." En ze zei: "We hebben nooit... Hij heeft er nooit bij stilgestaan," en ze zei: "het ging naar zijn hart. En meneer de dokter zegt dat hij niet kan blijven leven. Bepaalde delen van zijn hart zijn afgestorven. Wij hebben hem allerlei injecties gegeven. En hij ligt nu buiten bewustzijn; dit is al de derde dag." En ze zei: "Dominee, hij ligt daarbinnen te sterven. Hij is nog niet bij kennis geweest, dit is de derde dag."

     En ze zei: "Gisteravond heb ik de hele avond gebeden. Ik bad: 'Heer, U schonk mij deze baby zoals u bij de Sunamietische vrouw deed. Maar waar is Eliza?'" En ze zei: "Ik viel in slaap en ik droomde een droom dat ik een man zag aankomen en hij had een kleine grijze hoed op en een grijs pak aan." En ze zei: "Ik sta hier sinds vanochtend al, vóór zonsopgang, bij dit hek te wachten om u de straat over te zien komen."

25 God antwoordt aan beide kanten van de lijn. Ik keek haar aan. Ik klopte haar op haar rug. Zij was vochtig van het staan daar. Ik keek haar een ogenblik aan en ze zei: "Wilt u niet binnenkomen?" En ik trad het oude hek binnen waar een punt van een ploeg aanhing als gewicht om het weer dicht te trekken.

     Toen zij de deur open deed van een simpele kleine oude hut, een gewoon eenvoudig hutje met een ouderwets ijzeren spijlenbed (Hoevelen weten wat dat is?), een klein oud ijzeren bed en geen kleed op de vloer, typisch zuidelijk, maar zij had een bord aan de deur hangen met: "God zegene ons huis."

     Ik ben in koningspaleizen geweest. Ik heb voor koning George van Engeland gebeden, weet u, toen hij genezen werd van multiple sclerosis. Ik bad voor andere koningen, potentaten en vorsten. Ik ben in enige van de prachtigste huizen in Amerika geweest, maar ik heb me nog nooit beter welkom gevoeld dan juist daar in deze kleine kleurlingenhut die ochtend.

26 Ik keek en zag daar een grote, flinke, fijne jongen op bed liggen; hij leek ongeveer honderdzeventig of honderdtachtig pond te wegen, en één meter tachtig lang te zijn. En hij had een dun dekentje, een soort lakenachtige deken in zijn hand en hij zei: "Uch, uch." Bleef maar kreunen dat het donker was. Hij zei: "Donker hier binnen."

     Ik zei: "Hij praat."

     Ze zei: "Hij zegt dit al twee dagen. Hij denkt dat hij ergens op zee is en hij zit in een boot en is verdwaald en kan de weg niet terugvinden." Ze zei: "Dominee, met heel mijn hart, als ik hem alleen maar kon horen zeggen dat hij gered is, dan mag hij sterven."

     En ik zei: "Tante, mijn naam is Branham. Ik bid voor de zieken. Hebt u wel eens van mijn bediening gehoord?"

     Ze zei: "Nee meneer, dominee Branham, ik heb nooit van u gehoord." Ze zei: "Het spijt me."

     En ik zei: "Gelooft u dat God de jongen kan genezen?"

     Zij was er zelfs niet in geïnteresseerd. Zij wilde hem gered hebben. Dat verlangde ze, zodat ze hem aan de andere zijde zou kunnen ontmoeten.

27 En ik zei: "Goed, laten we bidden." En wij knielden aan de rand van het bed. Ik voelde aan zijn voeten. Die waren koud en kleverig; ik weet niet, zie? En ik knielde langs de zijkant van het bed om te bidden en ik zei: "Tante, zou u eerst willen bidden?" Ik heb heel wat gebeden gehoord. Maar ik zal u vertellen, toen deze oude heilige tot God begon te spreken, wist je dat zij eerder tot Hem gesproken had. Het gebed dat zij uitsprak tot God die ochtend... Ze zei: "Heer, U weet dat ik U altijd heb geëerbiedigd. Ik heb U liefgehad. Ik heb gewerkt. Ik heb dit alles voor U gedaan. Niet omdat ik het verdien, Heer, maar als ik alleen maar mijn jongen kon horen zeggen dat hij gered is..." En ze stond op.

     Ik zei al die tijd niets. Ik keek alleen naar haar. Ik bad niet eens; ik lette op haar. Ze stond op, trok het dek weer over hem heen. Hij had gewoon zo'n soort gymbroek aan. En zij kuste hem op zijn voorhoofd en zei: "God zegene mamma's jongen."

28 Ik stond daar slechts... of liever, knielde neer aan het voeteneinde en keek terwijl ik zijn voeten vasthield. En ik dacht: "Dat is waar. Ongeacht hoeveel schande hij heeft gebracht, hoe groot hij is, of wat voor een erge geslachtsziekte hij ook heeft en wat hij ook tegen de familie gedaan heeft, een moeder kan haar jongen niet vergeten."

     En ik dacht: "Als een moeder haar zuigeling niet kan vergeten... Jezus zei: 'Ik kan u niet vergeten, omdat uw naam in de palmen van Mijn handen is gegraveerd.' Hoe de liefde van God... Ongeacht wat wij gedaan hebben..." Ik keek ernaar en het brak mijn hart.

     Toen zei ik: "Nu, we zullen bidden, tante. Ik zal ook bidden."

     Ze zei: "Dank u, dominee." En zij knielde opnieuw, vouwde haar handen en legde haar hoofd neer op de jongen; ik hield zijn voeten vast. Hij bleef maar kreunen: "Uch, het is donker, het is hier zo donker."

     En ik zei: "Hemelse Vader, ik ben nu twee uur te laat voor mijn vlucht, maar ik heb Uw Woord gehoorzaamd. Dit moet zeker de plaats zijn. Ik zou niet weten waar anders. Het is de enige plaats die ik heb ontdekt. En ik weet niets over deze jongen en over de vrouw, maar U leidde me op een mysterieuze wijze hier naartoe. En ze zei, dat zij gebeden had en zij zag vanmorgen in een droom mij naar haar toekomen. Dus het enige wat ik weet te doen is mij te onderwerpen en te bidden voor deze arme jongen. Ze is niet geïnteresseerd in zijn genezing, maar zij verlangt dat hij gered wordt. Ik smeek u, God..."

     En op dat moment zei hij: "Ah, mamma! Het wordt licht in de kamer." Na een paar minuten zat hij rechtop op de rand van zijn bed met ons te praten.

29 Ik ging weg, hield een taxi aan en ik was toen ongeveer drie uur te laat voor mijn vliegtuig, o, misschien wel meer dan dat. Het was ongeveer half tien. Ik vertelde het de chauffeur. Ik zei: "Breng mij naar het vliegveld." Ik had alles gemist. Ging eerst langs om mijn aktentas en dergelijke te halen en reed zo door. En net toen ik de poort binnenkwam, werd er gezegd: "Laatste oproep voor vlucht 23 voor Louisville, Kentucky!"

     De zaak waar het om draait is, denk eens in... Het eenvoudige geloof van die (excuseer me, mijn kleurlingvriend), het simpele geloof van deze onontwikkelde kleurlingvrouw liet dat vliegtuig landen en hield het daar.

30 Ongeveer twee jaar later was ik op weg naar Phoenix. Ik stapte op een trein. En weet u, op de trein moet u zoveel voor die kleine gewone sandwiches betalen en de dikte van het sneetje – het is maar ongeveer zó dun – het heeft maar één kant en dan ongeveer vijftig cent voor een sandwich. Ik kon dat niet uitstaan: te duur voor mij. Dus kwamen we in Memphis binnen. Zoals u weet komt u van het oosten en gaat in westelijke richting. De trein stopte daar om te rangeren. En toen hij dan stopte stond daar aan de overkant een hamburgerkraampje en ik sprong eruit en rende er tussendoor om een zak vol hamburgers te gaan halen, genoeg om er tot Phoenix mee te doen. U krijgt ze daar voor ongeveer tien cent per stuk. Dat was beter dan in de trein. Dus rende ik naar de overkant om een zak hamburgers te halen en ik hoorde iemand roepen: "Hallo daar, dominee Branham!"

     Ik keek er naar. En daar stond een "witkiel" met een rode pet op. Ik zei: "Hallo jongen", en liep erheen.

     Hij zei: "Kent u me niet?"

     Ik keek weer. En ik dacht, misschien heb ik hem een keer een fooi gegeven of iets dergelijks. Ik dacht: "Ik ben hier nooit geweest." Ik zei: "Nee, ik geloof van niet."

     Hij zei: "Herinnert u zich zo'n twee jaar geleden dat u hier was en op een ochtend langs mijn huis kwam? En de Here leidde u hier naartoe en u bad voor mij? Toen ik op sterven lag?"

     Ik zei: "Jij bent toch niet die jongen?"

     Hij zei: "Ja, dat ben ik." Hij zei: "Ik, ik ben genezen en ik ben nu gered, dominee Branham; nu gered, dominee Branham!"

31 Verbazingwekkende genade, hoe lieflijk het geluid. Ik zou hier urenlang kunnen staan. Ik ben nu een oude man aan het worden. Ik ben eenendertig jaar in de bediening, rondreizend over de wereld, van alles gezien. Houd gewoon samenkomsten en getuig, maar... O, wel.

     Wanneer wij overgestoken zijn naar die andere zijde, wens ik een afspraak met elk van u te hebben. Ik verlang met ieder van u te gaan zitten voor duizend jaar. Wij zullen niet minder tijd hebben als we klaar zijn, dan toen wij begonnen. Ziet u? Gewoon te zitten praten over elk onderwerp, is het niet wonderbaar wanneer we elkaar daar ontmoeten? De Here zegene u.

     Nu vrienden, we zijn geen pelgrims en vreemdelingen met u allen; we zijn pelgrims en vreemdelingen voor de wereld.

32 Welnu, er zijn sommige mensen hier die bezoekers zijn van buiten de stad. Nu, morgen is het zondag. Ik wil u vanavond niet erg lang houden. Ik geef er niet om als u een werkdag mist, maar ga geen zondagsschool missen voor wat u ook doet. U moet naar de zondagsschool gaan.

     Er zijn heel wat fijne kerken hier. Dit is er één van, en deze voorgangers hier op het podium zijn mannen die kerken hebben die deze samenkomst steunen. Zij vertegenwoordigen dit Evangelie. Zij houden hier stand. Zij... als zij dit niet deden, zouden zij van het podium af zijn. Zo is het. En zij houden hier stand als mannen van God die geloven en borg staan voor deze samenkomst. Zij hebben hier kerken, misschien wel van uw eigen denominationele kerk en zij zijn hier. Zij zouden blij zijn u te hebben en ik ben er zeker van dat het u goed zou doen hen morgen te gaan horen. Ik zou dat voor de zondagsschooldienst morgenochtend doen. En morgenmiddag zullen de diensten hier weer gehouden worden in de tabernakel, of in de kerk. Neem me niet kwalijk, ik blijf maar 'tabernakel' zeggen. In ieder geval, een tabernakel is een vergaderplaats. Zo is het. Het vertegenwoordigt de tabernakel in de woestijn. En dus verwachten wij u hier morgenmiddag te zien. Hoe laat? [Iemand zegt: "Half drie." – Vert] Twee uur of zoiets – twee of half drie morgenmiddag. Wees er nu zeker van de zondagsschooldienst bij te wonen.

33 En ik wil u iets vertellen. Het is een zonde uw kinderen naar de zondagsschooldienst te sturen. Weet u dat? Het is een zonde ze te sturen, u moet ze meenemen. [Broeder Branham lacht – Vert] Altijd meenemen. Begrijpt u? U gaat dan ook.

     Ik zag niet lang geleden een 'cartoon' [spotprent] in de krant: 'Modern Amerika'. Daar lagen de vader en moeder, bierflessen en blikjes over de vloer, sigaretten lagen op de grond te smeulen, enzovoort. Omtrent negen uur was de kleine jongen opgestaan, waste zijn gezicht, kleedde zich aan, klopte op de deur en zei: "Wie gaat mij naar de zondagsschooldienst brengen?" Zo is het. Zo gaat het. God heb genade.

34 Vrienden, u mag misschien denken dat ik wreed ben, maar ik bedoel zo niet te zijn. Ik... Zonde scheurt me gewoon in stukken. Wanneer ik het mijn gemeente zie binnensluipen, o, ik ijver over deze gemeente. Dat doe ik. Jazeker, God riep mij naar deze gemeente. Ik mag... U denkt dat ik uw gevoelens kwets. Ik hoop van niet. Ik hoop dat u het begrijpt. Ik hoop dat de Heilige Geest u bekend wil maken uit de klank van de stem, hoe ik het u wil laten weten. Ziet u? Gelooft u eenvoudig. God zegene u. Laten we tot de Auteur spreken voor het openen van het Woord.

35 Onze hemelse Vader, help ons nu vanavond. Deze getuigenissen, hoe zouden we hier kunnen staan en... Wanneer we aan de overzijde komen en Daniël zien en... O, ik verlang daar te staan gedurende duizend jaar om alleen naar hem te luisteren. Ik verlang Mattheüs, Markus, Lukas, Johannes, Paulus en Barnabas te zien. O, ik wil ze allemaal zien. Maar bovenal verlang ik Jezus te zien. En wanneer wij daar staan... Wanneer de engelen met gebogen hoofden rondom deze aarde gelegerd zijn en ons de gezangen van verlossing horen zingen, weten zij niet waarover wij spreken. Zij zijn nooit verloren geweest, zij hoefden niet verlost te worden. Maar wanneer wij Hem tot Koning der koningen en Heer der heren kronen, en de gezangen van Sion zingen, gered door het bloed van het Lam: wat een tijd zal dat zijn. Wij verlangen naar dat uur.

     Zegen ons vanavond. Wij komen om gemeenschap rondom Uw Woord te hebben, Heer. Help ons nu en zalf het Woord. Moge het uitgaan als een zwaard en heel de wereld van ons af besnijden. Want wij weten dat Gods kinderen aan hart en oren besneden worden door de Heilige Geest. Wij bidden dat Hij mijn hart en oren vanavond besnijden zal, en elk hart en oor hier vanavond, opdat wij horende mogen horen, ziende mogen zien en in het begrijpen mogen opmerken, en gered en genezen worden voor het Koninkrijk van God. Wij vragen het in Jezus' Naam. Amen.

36 Ja... [Een broeder maakt bekend: "Een noodoproep voor voorganger Wall, of hij naar het kantoor wil terugkeren, alstublieft." – Vert] Als het ziekte is, voorganger, maak het op het podium bekend. Kondig het ons hier aan. We zullen onmiddellijk bidden. Terwijl hij vertrokken is... Wij weten niet of het een noodgeval is. Er moet iets aan de hand zijn.

     [De broeder zegt: "Er is een man stervende in zijn kerk, die naar hem vraagt. Misschien kunnen we een gebed voor hem houden." – Vert] O... Ja, een man erg ziek, in doodsgevaar in zijn kerk. Pastor Wall, God zegene hem. Laten we onze hoofden buigen.

     Onze hemelse Vader, deze minzame voorganger die nu naar de telefoon gaat om de oproep te horen van iemand uit zijn samenkomst... Hemelse Vader, zonder twijfel herinnert deze voorganger nu de uren en de altaaroproepen en dergelijke die hij heeft gedaan, nu vertrouwend dat alles in orde is. Het is niet erg wanneer wij gereed zijn om te gaan, Heer. Het is wonderbaar. "Dierbaar in de ogen van God is de dood van Zijn heiligen."

     Vader, als het mogelijk is, spaar hem, wilt u het, Heer, voor de dienst vanavond? Laat het een andere tijd zijn. Als dit de bepaalde tijd voor de man is, laat hem een klein poosje langer leven, Heer, slechts in antwoord op gebed. Sta het toe, Vader.

     Troost de harten van degenen die naar hem kijken. Laten we niet vergeten, Heer, dat onze lichamen broos zijn. Stof zijn we, tot stof keren we weder. Maar laten wij nu onze Schepper gedenken terwijl we bij ons volle verstand zijn en gezond en bewust naar het altaar kunnen komen om Christus als onze Redder te ontvangen. Zegen broeder Wall, Heer. Ik bid voor hem en ik bid voor degene die stervende is, in Jezus' Naam. Amen.

37 Ik heb hier enkele Schriftgedeelten en wat ermee samenhangt, waarover ik voor enkele ogenblikken zou willen spreken. Kunt u mij hier vandaan goed horen? Dat is prachtig. Ik wil dat u bij het lezen van een Schriftgedeelte nu met mij meeleest. En ik wil voor morgen ook weer een grote genezingsdienst aankondigen. Wilt u... zou u morgen nog een genezingsdienst willen hebben? Hoevelen zouden er prijs op stellen? Wij willen alleen doen wat de Here ons zou willen laten doen en in de samenkomst... Hoevelen daar op het balkon denken dat we morgen een grote genezingsdienst moesten hebben om voor de zieken te bidden? Wij weten niet hoe genezing gaat, dat behoort aan God. In orde. Ik zal Billy sturen om 's middags gebedskaarten uit te delen, net voor de... U zegt dat het half drie begint? Wel, dan zal hij tegen half twee of kwart voor twee, of zoiets, hier zijn, zodat hij de kaarten kan uitdelen voor wij voor de zieken gaan bidden. Goed.

38 Nu in I Korinthe, het veertiende hoofdstuk, het achtste vers, wil ik dit lezen voor het verband:

     Want ook indien de bazuin een onzeker geluid geeft, wie zal zich tot de krijg toebereiden?

     Ik ga prediken over het onderwerp, of enkele ogenblikken spreken over het onderwerp: "Het Onzekere Geluid."

39 Welnu, wij leven in een dag van onzekerheid. Het is een onzekere tijd. En ik wil u iets vragen. En terwijl we... Ik probeer voor een moment te onderwijzen en naar deze samenhang hier en de Schrift te verwijzen. Ik zou u willen vragen... Iets wat onzeker is kan niet vertrouwd worden. Als het onzeker is, kunt u het niet vertrouwen. Paulus zei hier: "Indien de bazuin een onzeker geluid geeft, hoe zullen wij ons dan voor de krijg gereedmaken?"

     Welnu, onzekerheid. Er is nog nooit een tijd geweest waarin de dingen zo onzeker waren als vandaag. En elk ding wat onzeker is kan niet worden vertrouwd. Onthoudt dat. Alles wat onzeker is kan men niet vertrouwen. Als daar een vraag is, doe het dan niet.

40 Kortgeleden kwam een dame naar me toe, een vrouw uit mijn eigen kerk, een jong meisje. En ze zei tegen me... Men kreeg daar een soort mode, omtrent meisjes die 'schandaal'rokken dragen, of iets wat een klein stukje liet zien, zo opengeknipt, wat hun onderjurk liet zien. En ze zei: "Broeder Branham, gelooft u dat het voor ons Christelijke meisjes verkeerd is om 'schandaal'rokken te dragen?"

     Ik zei: "Waarom vraag je mij dat?"

     Ze zei: "Ik vroeg het me alleen af."

     Ik zei: "Als het een vraag in je gedachten is, doe het dan niet." Ik zei: "Als het een vraag is, laat het gaan. Je kunt er niet zeker van zijn. Kleed je op de wijze waarop je zeker kunt zijn." Ziet u? Waag niets.

     En ik zei: "Tussen twee haakjes, wat zou een..." Ik zei: "Wat is een schandaalrok eigenlijk?" Ik wist niet waarover zij sprak. En ze vertelde mij wat het inhield en ik zei: "Waarvoor ter wereld zou een Christelijk meisje haar onderjurk willen tonen; dat kan ik niet begrijpen." Ziet u? Begrijpt u? Zo is het. Ik kan daar niet bij met mijn verstand. Voor mij is het onzin. Christus is ons leven. In orde.

41 Maar als er een vraag is... Mannen komen en zeggen: "Gelooft u dat het verkeerd is om te roken?"

     "Waarom vraagt u erover?" Als het een vraag in uw gedachten is, blijf er vanaf. Elk ding wat u niet in geloof doet is zonde. Dat is waar. Het moet in geloof gebeuren. Dus hoe kunt u roken en geloof hebben? Ziet u, het ligt precies in uw eigen geweten wat aan u toont dat u fout bent. Dus als het niet zeker is, kunt u het maar beter laten, omdat dit de zaak kan zijn die u uit het Koninkrijk van God houdt. "O," zegt u, "broeder Branham, zo'n kleinigheid?" Eén kleinigheid is net genoeg, gewoon één gebod van God niet te gehoorzamen. Eén kleine ongehoorzaamheid, één gebod, veroorzaakte alle ziekte. En kijk, Jezus zei in Zijn eigen onderwerp van Zijn prediking: "Gedenk aan Lots vrouw."

     Zij had heel wat meer verontschuldigingen dan wat wij vandaag hebben voor de dingen die wij doen. De kinderen en kleinkinderen van die vrouw werden in het helse vuur, dat door God werd neergezonden, verbrand. En de arme vrouw, bij het geschreeuw en gehuil dat daar opsteeg, draaide zich alleen om om te kijken en zij veranderde in een zoutpilaar en staat er vandaag nog. En Jezus zei: "Gedenk de vrouw van Lot." Wij zullen ons aan elk Woord van God moeten houden. Begrijpt u? Maar één klein ding...

42 Daarom denken mensen soms, als ik ze uitfoeter, dat ik ruw met de mensen omga. Het is niet omdat ik u niet liefheb, het is omdat ik u juist wel liefheb. Wat als uw kleine jongen daar midden op de straat zat en u zei: "Junior, lieverd, ik... je moet daar eigenlijk niet zitten. Vader wil niet dat jij je bezeert..." Je kunt hem maar beter de huid afrossen, als u hem liefhebt. Houd hem daar van die straat af. Echte liefde is corrigerend. Zuivere liefde is corrigerend.

     Wat als uw vrouw met een andere man uitging en u zei: "Lieveling, ik... ik hoop dat je een goeie tijd hebt, maar eigenlijk geloof ik niet dat je het zou moeten doen." Zij moest u de deur uitschoppen. Dat is waar. Ja. Echte liefde is corrigerend. Zo is het.

43 Nu, onzekerheid... Het Amerikaanse gezinsleven is onzeker. Een man die een vrouw trouwt, het is stellig een probleem, jazeker. Of een vrouw die een man trouwt, het is stellig een onzekere zaak. Ze hebben zelfs in de huwelijksceremonie nu opgenomen: "Ik neem hem in voor- en tegenspoed." Daar ligt een vraag in, onbetrouwbaar. Het is goed om hierover om een antwoord te bidden, denkt u ook niet? Ik denk dat dit beter zou zijn. Doorbidden. Maar het is onzeker.

     Gezinnen worden verbroken, hertrouwen, voortdurend heel de tijd. Onzekerheid in het gezinsleven. Met echtscheidingen staat Amerika op de eerste plaats ter wereld. Bij heel de rest van de wereld staat Amerika aan de top.

     Zakenleven, onzekerheid in bedrijven. U weet niet of u een zaak wel of niet zult beginnen. Er is zoveel concurrentie; er is zoveel overal. U weet niet of u wel moet beginnen of niet. Men vraagt zich af.

     Een andere zaak is het nationale leven. We weten niet of we een huis zullen bouwen of niet. Het kan wel vóór de volgende ochtend zijn opgeblazen. Wie zal het zeggen? Rusland staat daar gereed. Ze hebben een stel projectielen geplaatst. Het enige... Zij hebben geen leger nodig. Slechts één man met klein beetje teveel wodka, die aan een touwtje trekt en we worden tot stof. Geen kans... Zij hebben het overal geplaatst. Dat is alles.

44 En onthoudt dat wij het voor hen op dezelfde wijze hebben. En elk eilandje en elk landje heeft het gekregen. Zij hoeven geen oorlogen meer te bevechten. Eén druk op de knop en ze zouden genoeg bommen hier naartoe zenden, er zou geen manier zijn om het tegen te houden. U kunt het niet ontwijken. Die zullen een gat in de grond blazen. Ze hebben die waterstofbommen die een gat in de grond boren van ongeveer honderdvijftig meter diep, geloof ik, en zo'n tweehonderdveertig kilometer in het vierkant. Hoe zult u er ooit aan ontkomen? En duizenden ervan zijn geplaatst om gelijktijdig te ontploffen... De wereld zou het niet kunnen verdragen.

     En wij rennen erheen en ballen onze vuist en zij rennen deze kant en die kant op. Er is vrees, elke natie is bevreesd. Net als het Witte Huis. We zijn als een kleine jongen die 's avonds langs een begraafplaats in het donker loopt te fluiten, en gedragen ons of wij groot en dapper zijn. Maar ondertussen staat iedereen te trillen op zijn benen. Het is onzeker. Zo is het. Het nationale vredesverdrag en al het andere is aan het wankelen. De V.N. is aan het wankelen, alles wankelt. De Bijbel zei dat het zo zou zijn. Alles wat geschud kon worden zou geschud worden. Maar wij ontvangen een Koninkrijk dat niet kan wankelen. Zie? Alles staat te wankelen. Het is onzeker.

45 De jaargetijden zijn onbetrouwbaar. Je weet niet of je een gewas zal planten, wanneer je niet een of andere soort van bevloeiing hebt. De jaargetijden zijn zo onregelmatig. Vorst, regen, van alles kan middenin de zomertijd plaats vinden. Kijk wat ze hier een keer hadden: er kwam verleden jaar vorst neer in Florida en een hittegolf in Alaska: onzeker.

     De wetenschap zegt dat de wereld aan het uitzetten is. Ik ben vergeten hoeveel kilometers het uitzet rondom de aarde, middenin zwelt het op. Finland is bijna eenderde, of een achtste groter dan het nog enkele jaren geleden was. Het komt omhoog. Het midden van de aarde zet zich uit. O, broeder.

46 Wat is het? Het rode signaal is neergekomen. Hij is komende. Wees gereed. Het staat recht voor de deur. U weet niet waarheen te gaan om veiligheid te vinden. U sluit een levensverzekering af. Hoe weet u dat er nog enig leven daarna zal zijn? Hoe gaat u... U doet van alles, maar het lijkt allemaal net een gokspel, zo onbetrouwbaar.

     Het kerkelijke leven is onzeker. Kerken, denominaties, ze zijn zo onzeker. De een weet niet wat te doen met de ander. Ze zijn zo onvast, dat zij zich tenslotte allemaal tezamen bundelen en in de Wereldraad van Kerken stappen. Hoe gaat u dat doen? Wanneer u zich mengt met gelovigen, schijngelovigen en ongelovigen, met mensen die de maagdelijke geboorte verloochenen, de doop van de Heilige Geest ontkennen, Goddelijke genezing ontkennen en ga zo maar door, en u zich onder een juk zet van ongelovigen, proberend het te doen uit veiligheid.

47 Veiligheid? Weet u, de Bijbel zei: laat het onkruid en de tarwe gezamenlijk opgroeien en Hij zal het onkruid tenslotte bundelen. Het is gebeurd. Ze worden bijeen gebundeld in één grote invloedrijke groep. Ze komen allemaal tezamen om het beeld van het beest te vormen, een kerkelijke macht, een beeld zoals Rome. O, het komt. Maakt u geen zorgen, het zal hier zijn en u zult het gaan zien. U zult niet op hoge leeftijd sterven, geen van u denk ik, om het te zien. Wij hebben het hoofd hier nu zitten, Izebel, die altijd Achabs nek draait en... U herinnert zich die dagen, is het niet? Hoevelen van u hebben mijn band over "Izebel Religie" wel eens gehoord? Het verspreidt heel wat. U weet waarover ik spreek. Goed.

48 Nu, onzekerheid. Kerkelijk leven, mensen die tot een kerk behoren, zij zijn zo onzeker dat zij zich deze week bij de Methodisten zullen voegen: "Is dit het?" Zij stappen over en voegen zich de volgende week bij de Baptisten, gaan daarheen en tenslotte belanden ze bij de Katholieken. Zo is het. Onzeker, zij weten niet waarheen te gaan. Katholieken rennen hier en daar en overal heen. Niemand weet wat te doen, gewoon onzekerheid. De hele zaak schijnt te verbrokkelen, geen fundament.

49 Maar is er iets wat zeker is? Ja! Halleluja! Is er iets wat positief is? Zeker! Ja! Jezus zei: "Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord nimmer." Er is iets wat zeker is. Jazeker. "Hemelen en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn Woord zal niet voorbij gaan." Dan is dit zeker.

     Eén ding is zeker: dat Gods Woord nooit zal falen. Het geeft niet hoezeer kritische critici het mogen bekritiseren, hoe geleerden het mogen wegverklaren, hoe zij dit, dat, of iets anders mogen doen. Maar het zal het geen greintje tegenhouden. Het zal toch gebeuren. Zoals Johannes zei: "God is bij machte uit deze stenen kinderen voor Abraham te verwekken." God gaat het doen. Zijn Woorden zullen vervuld worden in hun tijd en niets zal het tegenhouden. Ik ben daar zo blij om, o, wat ben ik blij!

50 Paulus sprak hier in Korinthe 14:8 over het trainen van een soldaat. Hij is getraind op een geluid. Die soldaat, wanneer hij een geoefend soldaat is, kent hij elk geluid van die trompet en weet precies wat hij moet doen. Hij wordt getraind op die bazuin. Wanneer die bazuin klinkt...

     Hij zei: "Wanneer een bazuin een onzeker geluid geeft", dan weet de soldaat niet wat te doen, omdat hij alleen op het geluid van de bazuin is getraind. Hij weet nauwkeurig wat hij moet doen, omdat het bazuingeschal het hem vertelt.

     Hij zei: "Als de bazuin nu een onzeker geluid geeft dan weet hij niet wat te doen." Welnu, dat was het trainen van een natuurlijk soldaat. En ook de soldaat in Christus wordt op een bazuin, het geluid van een bazuin, getraind. En dat is de Evangeliebazuin, het Evangelie, het geluid van het Woord van God, de Evangeliebazuin. En als iemand nooit het geluid van de Evangeliebazuin heeft gekend, zou hij een beetje in de war raken. Als hij niet wist wat het Woord heeft gezegd en wat het Woord heeft onderwezen, maar alleen wat de kerk heeft gezegd, zou hij wat in de war raken wanneer hij het geluid van de bazuin hoorde. Hij zou niet weten hoe zich gereed te maken.

51 En ik denk dat de wereld vandaag daarin terecht is gekomen. De bazuin schalt precies overeenkomstig het Evangelie en de mensen weten niet hoe ze moeten handelen. Zij weten niet hoe zij zich moeten opstellen en zich voor de strijd gereed moeten maken. Zij zijn in de war omdat zij naar een andere bazuin hebben geluisterd: geloofsbelijdenis, denominatie, sektarisme en allerlei soort nonsens. En wanneer het echte Evangelie, met het waarachtige Woord gemanifesteerd wordt, wordt daar in bewezen dat de mensen niet weten wat ze moeten doen. Sommigen van hen wandelen weg en zeggen: "Het is de duivel." Een ander zegt: "Het is telepathie."

     "Het is... Ze zijn opgewonden."

     "Er is niet zoiets als de Heilige Geest. Dr. Zus-en-zo heeft zo-en-zo gezegd."

     Het kan me niet schelen wat Dr. Zus-en-zo zei. Wat heeft Gòd gezegd? Dat is het enige wat vast staat. Zijn woorden zullen falen, maar Gods Woord zal nooit voorbij gaan. Zijn woord is onzeker, maar Gods Woord is zeker. Daarom bouw ik mijn verwachtingen op niets anders dan deze Bijbel. Dat zal het moeten zijn. Maar het is vreemd. Als ik rondtrek en het Woord predik en van dingen getuig, misschien neem ik iets eenvoudigs, een bewering uit de Bijbel... Gewoonlijk is het beter dat te doen. Ik zou hier wekenlang kunnen staan om dingen door te nemen om u te tonen dat de Schrift rechtstreeks naar deze tijd verwijst, en men gelooft het niet.

52 Nu, ik gaf hier de vorige avond u, vrouwen, een uitbrander voor het dragen van kort haar. Wist u dat de Bijbel daarover spreekt voor de laatste dagen? Ja. Weet u dat het in de Bijbel de ongehoorzaamheid van een vrouw was, die het feminisme startte, een vrouw ver in het verleden, toen deze zaak allereerst de dood binnenbracht? En dat het zal eindigen op dezelfde manier? Dat de heidennatie verscheen met koning Nebukadnezar, met vreemde tongen en uitlegging, en op dezelfde wijze eindigt? Kwam binnen met de aanbidding van een beeltenis van een man, en wordt... een heilig man, Daniël (welke Beltsazar was), het beeld van Daniël, om iedereen dat beeld van een heilig man te laten aanbidden en dat het eindigt op dezelfde manier? Weet u dat elk Schriftgedeelte een meervoudig antwoord heeft, zichzelf herhaalt? Zeker doet het dat. En wij zijn in die dag. Hoe zouden we hier uren aan kunnen besteden en u precies tonen dat het de waarheid is. En je kunt het uitleggen aan de mensen en het tonen aan de mensen en ze weten niet welke richting te gaan.

53 Aan de ene kant zou je ze graag een uitbrander willen geven, maar toch heb je met ze te doen, omdat ze geluisterd hebben naar iets anders wat tegengesteld is. Maar keer altijd terug en kijk of het ZO SPREEKT DE HERE is. Als het de Bijbel is dan staat het vast! En elke jota ervan is zeker. Zelfs geen enkel kleine frase zal ooit falen: net zoals Lots vrouw haar hoofd omdraaide bij het horen schreeuwen van haar eigen kinderen en kleinkinderen, die in de helse vlammen verbrand werden. Gods wraak en oordeel werd op Sodom uitgegoten en de arme zielsbedroefde moeder draaide alleen maar haar hoofd om om te kijken. Maar de engel zei... Nu, de engel, de boodschapper van het uur voor hun mensen, zei: "Kijk zelfs niet om", en zij gehoorzaamde die boodschapper niet en draaide even haar hoofd om. En zij staat er vandaag nog.

     Ziet u vrienden, dat is de moeilijkheid. Ik heb het onder onze mensen opgemerkt. Wij hebben gewoon niet de oprechtheid, de eerbied en het respect niet dat we voor dat Woord zouden moeten hebben. En dat Woord is het enige dat stand zal houden.

54 Welnu, als iemand het geluid van de bazuin niet kent, niet weet waarover hij spreekt, dan komt hij in de war. Nu, vandaag ontdekken we dat de mensen verward zijn. Kijk eens hier. Presbyterianen, Episcopalen, Lutheranen komen met honderden binnen om de Heilige Geest te zoeken, vreemd... dat is zo. Honderden en honderden denominationele mensen komen binnen en zoeken de Heilige Geest. En de Pinkstermensen die zouden moeten weten wat er gebeurt, weten het niet. In plaats van een houvast op hun samenkomst te krijgen, en ze terug te laten keren naar het Evangelie, laten zij hen zo weelderig als ze maar wensen, gewoon verder leven.

     Weet u niet dat Jezus zei dat, wanneer de slapende maagd komt om olie te kopen, het hetzelfde uur was dat de bruidegom kwam? Toen zij kwam en vroeg: "Laat ons wat van uw olie hebben", zeiden ze: "We hebben net genoeg voor onszelf. Ga kopen." En toen zij de olie ging kopen (de slapende maagd), toen kwam de bruidegom en de bruid ging binnen. Er is nog nooit een tijd geweest waarvan ons ooit bekend is geworden dat de denominationele wereld de Heilige Geest heeft verlangd dan juist nu.

55 Het avondlicht, tekenen, wonderen, mirakelen, alles staat hier precies gereed. Jazeker. Zij zijn wat in de war. Zij weten niet... ze zeggen: "O halleluja, halleluja", ze gaan er direct op in en laten dan alle teugels vieren! Wel, we zouden alles na moeten checken. Het is opnametijd wanneer dat plaats vindt, wanneer de slapende maagd om olie roept.

     De Avondlicht-roep komt er aan. Wat is de Avondlicht-roep? Overeenkomstig Maleachi 4 is het de boodschap om het geloof van de mensen... het geloof van de vaderen te herstellen aan de kinderen; een boodschap.

56 Merk nu op. Jezus... Er waren in de hof van Eden twee bomen. Een ervan was leven en de andere was dood. Een ervan was de vrouw, de andere was de man. En leven dat door de vrouw komt, sterft. Maar het leven dat door de man komt, leeft. Jezus zei: "Ik ben het Brood des Levens dat van God uit de hemel komt." De engelen... De serafijnen bewaakten de Boom des Levens, die het Brood des Levens was dat van God uit de hemel kwam.

     En merk op dat zij het zonder een zoenoffer niet zouden krijgen. En het zoenoffer moest worden gebracht en dan konden zij het Brood des Levens nemen. Daar was die volmaakte boom, die perfecte vruchten droeg. David zag het in de Psalmen en zei: "Het is als een boom geplant aan de waterstromen." Zeker. De rivieren, vele, uit één water: vele gaven, dezelfde Geest. En Hij droeg elke vrucht volmaakt. En toen hakten de Romeinen Hem om, hingen Hem aan een door mensen gemaakte boom.

     Maar toen Hij terugkwam, verordineerde Hij op de Pinksterdag... Wat verordineerde Hij? Een bruidsboom met de Geest van Hemzelf in die boom om dezelfde vruchten te dragen. Hij kwam op gedurende de eerste driehonderd jaar en deed het uitstekend.

57 Toen kwam organisatie op en de Rooms-Katholieke kerk van vandaag was eerst de Pinksterkerk. Ieder die kerkgeschiedenis kent, weet dat. Ik heb het pas allemaal doorgenomen: De Pre-Niceavaders en het Concilie van Nicea, het Post-concilie van Nicea, Hislop's "Two Babylons", Foxe's "Book of the Martyrs [Martelaren]", o, Pemberton's "Early Age" [vroegere eeuw], dit alles. Ik heb alles doorgenomen. En de Rooms-Katholieke kerk was de eerste Pinksterkerk.

     De Rooms-Katholieke paus heeft het pas gezegd: "Al de kerken keren nu terug naar waar de kerken zijn begonnen: in Rome." Ik verlang dat enig geleerde, theoloog of geschiedkundige mij vertelt, of mij toont dat de kerk in Rome begon. Ik zal met hem teruggaan naar waar de kerk begon. Het begint in Jeruzalem op de dag van Pinksteren.

     Nu wil ik toegeven dat de Katholieke kerk, de denominationele kerk in Rome begint. Denominaties begonnen in Rome en daar keren zij naar terug, de oude moederhoer en haar dochters. Het is waar. Hij zal er naar terugkeren. Maar de oorspronkelijke kerk begint in Jeruzalem, 33 A.D., op de Pinksterdag. Daar moeten wij naar terugkeren. Ik probeer daar naar terug te keren. Maar ziet u die antichristelijke beweging die probeert die antichrist het te laten doen, wanneer de echte Geest van God hen opnieuw probeert terug te brengen naar het oorspronkelijke geloof? Kijk hier. "Wat de rups heeft overgelaten heeft de sprinkhaan afgegeten en wat de sprinkhaan heeft overgelaten heeft de kever afgegeten", enzovoort, tot het alleen nog maar een stronk is. Joël zag het. Maar hij zei: "Ik zal herstellen, spreekt de Here, alle jaren die afgevreten zijn."

58 Nu, het was ongeveer duizend jaar daar, er was niets dan een stronk. Maar u kunt niet... omdat het leven van die boom voorbestemd is een boom voort te brengen.

     Luther komt op: het begon te groeien. Wat deed het? Organiseerde zich. De Landman snoeide de takken. Groeit verder in de Methodist. Wat deed het? Organiseerde zich, evenals de moeder; de takken werden gesnoeid. Komt verder omhoog in de Pinkstermensen. Hetzelfde gebeurde, zij organiseerden zich. God snoeide de takken. Maar dat leven in de kern van die boom zal moeten leven. God zei: "Ik zal herstellen", want het avondlicht is om te rijpen. Midden in die boom zit het hart van God. Dat is de bruidsboom om de Bruidegomsboom te ontmoeten, evenals het oorspronkelijk was in de Hof van Eden – de boom, de twee bomen des levens. Neem Adam en Eva als een schaduwtype van de twee bomen die daar werkelijk stonden, leven en dood.

     En daar gaat het vandaag weer om. O, men is een beetje in de war. Zij weten niet wat ze er mee aan moeten. Wanneer zij het bazuingeschal horen, weten ze niet in welke richting te gaan. Ze zeggen: "Wel, ik, ik weet het niet." Het is jammerlijk, het is zielig! Dat is waar.

59 De kerken van Zijn dag, zij kenden de roep niet. Zie wat de kerken hadden gedaan. Zij waren kerkelijk, geleerd, knap en schrander geworden en hadden alle geboden van God genomen en ze tot tradities gemaakt. Jezus zei: "U neemt de geboden van God en maakt ze krachteloos door uw tradities." Het waren heilige, rechtvaardige mannen. Men kon geen vinger op hun leven leggen. Hij zou gestenigd worden als hij iets verkeerds deed. Hun bet-bet-betovergrootvader was priester.

     Maar Jezus zei: "U bent van uw vader de duivel." En toen Jezus kwam en de bazuin van de Messias liet klinken, kenden zij het niet! Het was een onzeker geluid. Zij wisten niet wat te geloven. Geloof mij, het is opnieuw hetzelfde. Het heeft zich weer herhaald. Het Evangelie klinkt in de zuiverheid van zijn Woord en van zijn manifestatie. En toch ontvangen zij het niet.

     Zij kunnen het niet begrijpen. Ze zijn niet getraind op die roep van de Bijbel. Zij proberen getraind te worden op een denominationele geloofsbelijdenis in plaats van de roep van de Bijbel. Daarom, wanneer de Bijbel het uitbazuint, weten ze niet waarover u spreekt. Dat is waar. Als de bazuin een onzeker geluid geeft, wie zal weten hoe hij zich gereed moet maken? De mensen gaan gewoon verder, leven net zoals de anderen. Maar als zij alleen maar de roep konden zien – God zien bewegen!

60 Billy en ik kwamen hier enige tijd geleden in India. Toen wij naar India gingen, was het in Bombay waar wij onze geweldigste samenkomst hielden die wij ooit hebben gehouden, de grootste. En ik geloof dat er... ik weet het niet, het waren waarschijnlijk honderdduizend of tweehonderdduizend mensen die Christus in één keer aannamen. We wisten niet hoe wij ze in bedwang konden houden (het leek wel alsof er kilometers zwarte handen omhoog gingen om Christus aan te nemen), toen er een totaal blinde man op het podium zijn gezicht ontving en gezond werd. En daar stonden zij.

     Maar omdat geen kerken daarmee wilden samenwerken, wat deden ze toen? Toen zij... zij begrepen de roep van het Evangelie verkeerd. Toen die Methodistenbisschop daar stond, zei hij tegen mij: "Meneer, wij geloven dat u een eervol man bent. Wij zijn het niet met u eens. U hebt een goede naam; wij respecteren u. Maar om u te ondersteunen..."

     Ik zei: "Meneer, iemand zal het daar moeten oppakken. Hier staat de burgemeester, die mij vertelde dat er op z'n minst, er zullen er op z'n minst vijfhonderdduizend mensen in die samenkomst zijn."

     Ik zei: "Daar zal iets gaan gebeuren. Kom er naartoe en neem die mensen. Leid hen om Christus te kennen, al is het alleen door het Boek."

     Maar ziet u, de bazuin had voor hen geklonken, maar ze... Het was voor hen een onzeker geluid. Zij wisten niet – zij kenden die Evangeliebazuin niet. Begrijpt u? Zij kenden alleen hun rituele bazuin, hun kerkelijke bazuin. Dat is alles wat zij wisten en ze misten het. En zij zullen op de oordeelsdag ervoor betalen. Zo is het precies.

61 Jezus liet Zijn bazuin klinken. Hij toonde hun door Zijn tekenen en wonderen dat Hij de Messias was. Jazeker. De Christelijke soldaat wordt geoefend de roep van het Evangeliewoord te horen. De echte Christelijke soldaat wordt erop getraind. Jezus zei: "Mijn schapen kennen Mijn stem." Wat is de Stem? Jezus is het Woord. "In den beginne was het Woord en het Woord was met God en het Woord was God. En het Woord is vlees geworden en woonde onder ons." Dan hoort een echt schaap van God de stem van het Woord. "Mijn schapen horen Mijn stem en een vreemde volgen zij niet." Snapt u het?

     Geloofsbelijdenissen en leerstellingen, enzovoort, worden erin geïnjecteerd. Dat zullen zij niet volgen. Zij zullen het onvervalste Woord moeten horen en het gemanifesteerd zien. Let een paar minuten een klein beetje op het Evangelie en kijk of het zo is of niet. Zij moeten wel. "Mijn schapen horen Mijn Stem."

62 Kijk. Van heel Israël, van de tienduizenden die er in die dagen waren (omtrent vier miljoen)... En daar waren er honderdtwintig die Zijn stem hoorden, uit de vier miljoen. Als de opname vanavond zou komen, het zou schrikaanjagend zijn als ik u zou vertellen wat ik denk dat er zou gebeuren. Het is waar.

     Er is heel wat, zoals ik vanmorgen tegen een broeder heb gezegd, er is heel wat zogenaamd Christendom dat over de hele aarde bloeit. Het is slechts de achtergrond in een tuin dat naar een standbeeld verwijst. Het standbeeld is de zaak om naar te kijken. Christus is dat beeld. Juist. En de echte wederomgeboren kerk is wat Hij met Zich mee zal nemen. De rest ervan is opvulling. Dat is juist.

63 Welnu, de kerk kende Hem niet. Waarom? Omdat zij getraind waren op de stem van de kerkelijke systemen van die dag. Het was een onzeker geluid. Zij wisten niet wat te doen, toen Jezus daar tevoorschijn trad en dingen voorspelde en dingen profeteerde. En toch vertelde hun eigen Schrift dat wanneer Hij zou komen, Hij dat zou doen...

     Maar zij hadden er tradities van gemaakt en zeiden "Wel, de Messias zal zus-en-zo zijn. Nu, Dr. Zo-en-zo en Rabbi Zo-en-zo heeft 'zus-en-zo' gezegd." Ziet u, ze namen de woorden van een mens. Het is onzeker. Maar Gods Woord is absoluut de waarheid.

     God sprak tot Mozes, Zijn profeet (en het Woord komt altijd tot de profeet), en zei dat Hij een profeet zou zijn zoals hij en zij keken daarnaar uit. En die er naar uitkeken ontvingen het. Ziet u? "Mijn schapen kennen Mijn stem."

64 Maar vandaag... In die dagen waren het de getrainde, geschoolde kerkmensen van Zijn dagen die het geluid niet kenden. Het waren goede mannen. Je kon geen vinger op hen leggen. Je kon niet zeggen dat zij overspel pleegden, dat zij logen, dat zij stalen of wat anders deden. Absoluut niet. Je kon niet zeggen dat zij niet knap waren. Zij waren bij de hand genoeg, zo scherpzinnig als ze maar konden zijn.

     Maar zij kenden het geluid niet en wisten niet wat te doen. Ze waren verward. O, hoe zou ik... ik houd gewoon iets achterwege. Ik zou het wel tegen ze uit willen schreeuwen. Over een verwarring gesproken... Ja, verward, zij wisten niet wat te doen. Zij zagen iets gebeuren en zij wisten dat zij zich voor hun mensen moesten verantwoorden. En in plaats van het Evangelie te nemen en het uit te zoeken, toen Hij daar stond en hun gedachten bespeurde en Hij... Ze zeiden dat zij hun mensen zouden vertellen dat Hij Beëlzebub was. Zij wezen het gewoon af en zeiden: "O, het is van de duivel."

     En Jezus keerde Zich om en zei: "Ik vergeef u daarvoor. Maar op een dag zal de Heilige Geest hetzelfde komen doen en één woord er tegen zal nooit vergeven worden." De onzekerheid en de zekerheid. Wanneer zekerheid bazuint, is onzekerheid in de war en wanneer onzekerheid bazuint is zekerheid verward tot hij ziet waar hij is... wàt er bazuint. Ja. Een mens die weet waar hij staat, hij kan horen wat... hoort het onzekere geluid, maar hij wil er niet naar luisteren. Dat is zo. Een vreemdeling zullen ze niet volgen.

65 Goed. Wat gebeurde er? Wat maakte ze zo? Wat deden ze ermee? Hoe deden ze het? Zij ontkenden het Woord. En wanneer u het Woord ontkent is er slechts één ding om op te bouwen en dat is het onderwijssysteem. Wanneer de waarheid wordt verloochend wordt ontwikkeling geaccepteerd. Dat is volkomen waar. Men nam ontwikkeling.

     Vandaag hetzelfde. Kijk naar onze Pinksterkerken, broeders. We kunnen maar beter onze ogen openzetten en zeggen dat het de waarheid is. Onze kerken zijn niet wat ze zijn geweest. Nu, uw kerken zijn mijn broeders. Zij zijn uitstekend. Ik houd van ze. Daarom ben ik bij ze. Als ik niet in ze geloofde, zou ik hier stellig niet in de buurt zijn en zeggen wat ik zeg. Ik houd van ze. Maar wat is er gebeurd? In plaats van die ervaringen die wij gewend waren met God te hebben zenden wij hier onze kinderen ergens naar school om een Drs. en een Dr.-titel te halen en brengen hem dan naar huis. En hij weet niet meer over God dan een Hottentot over een Egyptische duisternis. Ja! Wij brengen onze kinderen naar de zondagsschool. God heeft helemaal geen kleinkinderen. God heeft zonen. Zo is het. Maar we leiden ze binnen en zeggen: "Wel, het zijn Pinkstermensen, want hun moeder was van Pinksteren en voedde hen zo op." Dat maakt hen geen Pinksterkinderen!

66 God heeft geen kleinkinderen. Hij heeft alleen zonen en dochters, geen kleindochters en kleinzonen. Hij heeft alleen zonen en dochters. Die kleine Ricky zal dezelfde prijs moeten betalen als grootvader deed, hetzelfde doen wat grootvader had, dezelfde ervaring krijgen die grootvader en grootmoeder hadden. Zo niet, dan is hij verloren. Draai je hoofd niet om achterom te kijken. Blijf voortgaan. Kijk niet naar de wereld en naar sommige van die modieuze dingen en naar iets van die handenvol denominationele onzin die men uitgeeft. We zijn allen schuldig! Dat is waar. Kennen dat zekere geluid niet. Wij accepteren kleine leerstellingen en houden die.

67 Jezus, toen Hij kwam, kon zelfs geen één van hen krijgen. Hij nam vissers; iemand die niets wist, aan wie Hij iets kon laten zien. Jazeker. In I Timotheüs, het vierde hoofdstuk, staat dat in de laatste dagen de Heilige Geest spreekt dat er een intellectueel begrip zou zijn van de kerk. Dat is waar.

     I Timotheüs, het vierde hoofdstuk [II Timotheüs, het derde hoofdstuk – Vert]: "Weet dit: de Heilige Geest spreekt dat zij in de laatste dagen (Dat zijn deze dagen, ziet u?) zouden zijn: roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers van wellusten dan liefhebbers van God, onverzoenlijk."

     Het was een schande voor vrouwen om gemengd met mannen te zwemmen. Nu is het zeer populair. Onze Pinkstermensen, zeker... Zie? In orde. "Trouwelozen, valse beschuldigers, onmatig en verachters van degenen die goed zijn."

     U zegt: "Broeder Branham, dat zijn communisten." Dat waren kerkleden. Let op wat hij verder zegt: "Hebben een vorm van godzaligheid..." Dat waren Pinkstermensen, kunnen juichen, op en neer springen, in tongen spreken, hun haar kortknippen en onzedelijke kleding dragen. Predikers gaan er aan voorbij en plaatsen mensen in de kerk, diakenen met vier of vijf vrouwen, van alles. Alleen geld en kleding en populariteit en nemen de besten die er in de stad zijn, de Sociëteit van de stad.

     De beste uit de stad komt soms uit de achterbuurt! Dan hebt u een vrouw of man met een oprecht hart die God wil dienen. Kijk in de Bijbeltijd. Eén van de besten die kwam was Maria Magdalena, uit wie hij zeven duivels uitwierp, enzovoort... We beginnen verwaand en hoogmoedig te worden.

68 Daarom verliezen we, omdat we onze jongens nemen en ze een opleiding geven in plaats van de Bijbelse grondbeginselen en de redding van God en de kracht van de Heilige Geest. Dat is de kwestie bij deze grote opwekking, wat hebben we gedaan? "Pinksteren" heeft een geweldig grote groep uitgebroed, zoals Oral Roberts. De andere is de "Kerk van God". Billy Graham, de Baptisten, enzovoort, duizenden en duizenden. Maar waar is die kerk waar Christus over sprak? Waar zijn die grote krachten van God die Hij heeft beloofd?

69 Grensgelovigen. Israël was veertig jaar in de woestijn, wandelde steeds maar rond met de zegeningen van God. Maar broeder, ginds in het beloofde land lag voor hen de volheid van Gods zegeningen. En vandaag lopen wij steeds maar in cirkels rond, terwijl de kracht van God gereed is om ons ook binnen te brengen. Maar wat zijn we aan het doen? Zaaien intellectueel zaad, intellectuele toespraken. Geen avondlange gebedsdiensten meer – hebben haast om weg te komen. Oprechtheid is verdwenen. Waar zijn die dingen? Laat God dan iets tevoorschijn brengen, dan bekritiseren zij het: de kerk van de levende God. Denk eens in. Onzeker geluid... Ze kennen het niet. Jazeker. In orde.

70 Hij sprak hier over. Luister wat Hij ook in II Timotheüs zei: "Want van dezen zijn het die van huis tot huis gaan en dwaze vrouwen leiden, die door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden, die nooit leren, nooit tot de kennis der waarheid kunnen komen, met zonde beladen zijn (lust)." Wensen op een of andere filmster te lijken. Om een televisie programma te zien en dat tot uw voorbeeld te maken, blijft u thuis van de bidstond.

     De helft van de kinderen kunnen u meer vertellen over Davy Crockett dan over Jezus Christus. Ga de stad in, daar kunt u alles kopen van David Crockett, maar u hoort nauwelijks de Naam van Jezus Christus noemen. O, het is een schande.

71 Ik weet dat u denkt dat ik gek ben, maar een dezer dagen zult u bij de Rechtbank, wanneer ik daar aan uw zijde sta, iets anders ontdekken. Nu is het de tijd. Wacht niet tot daar. Het zal te laat zijn. Beoordeel het met het Woord en kijk of het de waarheid is. Dan weet u het. Intellectueel – men wil niet dat iemand werkelijk opstaat, de Schrift tevoorschijn haalt en het toont. Men wil iemand die getraind is er aan voorbij te gaan. Zij willen dit niet weten. O, ze kunnen daar gewoon niet tegen. Vissen en broden zijn uitstekend. Maar Jezus heeft hetzelfde gedaan. Wat een wonderbare profeet. De kleine profeet van Galilea genas de zieken en Hij was een groot man. Maar op een dag ging Hij zitten en begon de waarheid over hen uit te storten. De hele groep stond op en verliet Hem. Zelfs de "zeventig" gingen en Hij keerde Zich naar de twaalven en zei: "Willen jullie ook gaan?"

     Daar uitte Petrus die opmerkelijke woorden en zei: "Heer, waarheen zouden wij gaan?" Zeker. Toen begon Hij vanaf dat uur... Zolang Hij de zieken genas, was het prachtig. Maar toen Hij Zich in hun individuele leven ging mengen, toen werd er iets anders gezegd. Vanaf dat moment begon Zijn bediening af te nemen, regelrecht naar het kruis. En elke ware dienstknecht van God zal hetzelfde voorbeeld volgen. Jazeker, de mensen willen over hun bol geaaid en voor de gek gehouden worden. Maar wanneer het komt tot de waarheid, willen zij het niet. Nu, vergeet niet dat dit geluidsbanden zijn die de wereld rondgaan. In orde.

72 Opleiding: Ik wil u dit zeggen, dat opleiding een van de meest vervloekte zaken is geweest die het Evangelie heeft ontvangen. En vandaag is opleiding iets onontbeerlijks! Dat is waar. U moet het hebben. Kijk naar Kaïns kinderen, in den beginne. Kaïns kinderen waren knap, wetenschappelijke mensen en konden metalen bewerken, gebouwen bouwen, enzovoort. Zij waren geleerden. Maar Seth's kinderen waren nederige schaapherders, enzovoort. Absoluut.

     Jezus zei dat de kinderen van de wereld, van de nacht, slimmer en knapper zijn dan de kinderen van de dag. Dat zei Jezus. En toch leggen we zoveel nadruk op dat intellectuele. Een man die heel goed "A-a-a-men" kan zeggen, een of andere man met een Hollywood haarstijl, of een of ander iets. Hij spreekt zo aardig... Gemengd zwemmen, gaan uit en ze hebben van alles, gokpartijen in de kerk en gezellige feestjes. En men zorgt ervoor dat zij weer op hun voorganger stemmen. Paulus zei dat hij mensen verlangde die zich afscheidden. God vertelde Paulus... "Scheidt voor Mij Paulus en Barnabas af." Vandaag verlangen ze vermengers, laten hen omgaan met alles wat ze maar willen. Maar God verlangt afscheiders. Zo is het. Het is niet gemakkelijk om te doen, maar toch is het beantwoorden aan wat God vereist.

73 Schapen worden getraind de stem van de herder te volgen en de stem van de Herder is het Woord. Vandaag is opleiding zo belangrijk, het is onontbeerlijk. Een van onze grootste Pinkstergemeenten, een van onze grootste denominaties van de Volle Evangeliemensen (is mij verteld) moet een zendeling voor een psychiater laten verschijnen om te onderzoeken of hij geestelijk geschikt is het zendingsveld op te gaan. Wat een schande!

     Vandaag moet u in de universiteit ongeveer vier titels hebben, of twee titels, voordat u zelfs verordineerd wordt het Evangelie te prediken. Het kost u tien jaar voor een zekere soort titel. God deed meer in tien dagen dan zij vandaag in tien jaar kunnen doen. Ja! Mannen die zelfs hun eigen naam niet konden schrijven... Hij vertelde hun nooit om naar school te gaan. Hij... Wanneer...

74 Ik geloof dat het Hudson Taylor, de grote zendeling in China, was... Een Chinese jongen, die daar werd gered, kwam en zei: "Meneer Taylor, waar zal ik mijn kandidaats halen? Hoeveel jaren zal dit kosten? Hoeveel jaar kost het om mijn doctorstitel te halen?"

     De heer Taylor zei: "Ga nu. Wacht niet tot de kaars half opgebrand is." Dat is wat ik vandaag zeg. Wat wij heden nodig hebben is: mannen met ervaring, die weten wat God betekent en Gods ervaring volgens Gods Bijbel nemen en Gods Woord prediken, die Gods tekenen en Gods betuiging hebben.

     Als je bonen niet van koffiebonen kunt onderscheiden, predik hoe dan ook. Eén ding weet u. Als uw kaars is aangestoken, ga iemand dan vertellen hoe het werd aangestoken. Misschien zal die van hen ook aangestoken worden, aangestoken door de uwe. Dat hebben wij vandaag nodig. Dat is zeker. Wij hebben te veel psychiaters en we moeten zoveel doen op het gebied van opleiding. Jazeker.

75 God sloot twee – drie verbonden. Het eerste verbond dat Hij sloot was met Adam. Werd verbroken. Het tweede verbond was Noachs verbond. Het werd verbroken. Toen God Zijn verbond met Abraham sloot, zei Hij nooit: "Als u bepaalde dingen doet, zal Ik bepaalde dingen doen." Hij zei: "Ik heb..." Een verbond zonder conditie; God stelde vast de mens te redden. Geen onzeker teken daarover.

     "Abraham, Ik heb u gered en uw zaad na u, en Ik zweer bij Mijzelf dat Ik het zal doen." Amen. Niets onzekers daarover. Amen. "Ik heb het gedaan, reeds gedaan." Ziet u, de mens is bedorven om mee te beginnen. Alles wat hij doet is bedorven – alles wat hij doet.

76 Een broeder hier achter in de kerk (ik ontmoette hem laatst op een morgen), zijn auto... Wij beiden kochten een nieuwe Ford en toen we onderweg waren, tjonge, de mijne raakte defect en de zijne raakte defect. Billy kocht een nieuwe Chevy en hij raakte defect. Ik zei: "Alles wat de mens maakt is vergankelijk." Er is maar één ding dat onvergankelijk is. Dat is Christus. Amen! Hij leeft voor altijd.

77 Noach verbrak zijn verbond, of Noachs verbond werd verbroken. Adams verbond werd verbroken. Alles wat God met de mens sluit... Maar God was vastbesloten en zou de mens redden, omdat Hij de mens van tevoren kende. En Hij had besloten hem te redden, dus redde Hij de mens onder een onvoorwaardelijk verbond. Amen. Geen onzekerheid daarover.

     Hij zei: "Ik zal." Het is volkomen door genade en zonder conditie, wat maakt dat het uit genade is. Niet: "Als u zult." "Ik zal." O, wat ben ik daar blij om. Niet wat ik ben, maar wat Hij was. Amen.

78 Toen Abraham dat verbond hoorde, was hij zo blij en zo gelukkig, al was hij een oude man; en God vertelde hem dat hij een baby zou krijgen bij Sara. Jaren gingen voorbij en hij had de baby niet. Maar hij bleef zeggen: "Wij zullen het toch krijgen."

     "Hoe weet u dat?"

     "God zei het." Niets onzekers daarover. "We zullen het hoe dan ook krijgen. God zei het. Dat maakt het vast." Als God het zo heeft gezegd is daar niets onzekers over.

79 Noach, zijn boodschap voldeed niet aan de kerkelijke opleiding van die dag. Vergeet niet dat zij toen knapper waren dan men nu is. Zij konden een piramide en een sphinx bouwen. Men zou dat nu niet kunnen. Wij hebben helemaal niets om die keien op te tillen. Dat is juist. In die dag konden zij een mummie maken, of een lichaam balsemen dat er gedurende honderden en nog eens honderden jaren natuurlijk uitzag. Wij zijn die kunst kwijtgeraakt. Zij hadden een verfstof die wij vandaag niet hebben. Zij waren veel knapper dan wij nu zijn.

     Hoe denkt u erover als een oude man daar tevoorschijn komt en zegt: "Wel, maak je gereed. Ik ga hier een ark bouwen, want het zal gaan regenen"?

     De geleerden zouden naar de radar schieten en dan naar de maan, heen en weer terug, en zeggen: "Er is helemaal geen regen tussen hier en daarginds? Waar moet het vandaan komen?" Zoals onlangs die Rus in het heelal, die zei: "Ik ben zeventien keer de aarde rond geweest. Ik heb geen God, noch Heilige Geest, noch engelen, gezien." Onwetend, dat is alles. God zit hen gewoon uit te lachen.

     O, Noachs boodschap kwalificeerde zich niet met wetenschappelijke specificaties. Maar Noach zei: "Het zal toch gaan regenen, omdat God het zei." Jazeker. Geen onzeker geluid hierover. "Het gaat regenen."

80 Mozes was in tweestrijd. Die weggelopen profeet daarginds, achterin de woestijn, hij wist niet wat te doen. O, hij was helemaal opgejaagd en zei: "Heer, ik kan niet spreken. Ik stotter. Ik, ik kan het niet doen. Ik kan daar niet heen." Maar toen God zei: "Ik zal met u zijn" (Amen), geen onzeker geluid daarover. "Ik zal met u zijn." Amen. Dat gaf de doorslag! Mozes ging op weg, daar viel niet aan te twijfelen.

81 David, toen hij daar naast Goliath stond en naar hem keek en die groep nietige soldaten daar zag staan (die verondersteld werden Gods leger te zijn), lafaards die zich terugtrokken; David zei: "De God die de leeuw in mijn hand gaf, en ik versloeg de beer, diezelfde God zal die onbesneden Filistijn in mijn hand geven." Nu niet: "Ik hoop dat Hij het doet, waarschijnlijk zal Hij het doen." Hij zei: "Hij zàl het doen." Geen enkele onzekerheid daarover.

     Er bestaat een geluid dat zeker is en dat zekere geluid is Gods stem. Halleluja! Geen enkele onzekerheid daarover. David zei: "Hij zal het doen."

82 Johannes was daar in die woestijn zo zeker dat hij Jezus Christus zou zien; hij was er zo zeker van dat hij Hem zou zien, dat hij zei: "Hij staat nu in uw midden en u kent Hem niet." Hij was absoluut zeker. Niet: "Ik hoop dat Hij daar is. Misschien zal Hij komen terwijl ik nog leef."

     Johannes had rechtstreeks een boodschap van God. Hij ging niet weg om op school iets te leren, hij ging de woestijn in, op zijn knieën. Zijn boodschap was te belangrijk om nog enige schoolse gedachten er op na te houden. Dus ging hij heen tot hij God vond en God vertelde hem: "Op Wien gij de Geest zal zien nederdalen en verblijven, Hij zal met de Heilige Geest en vuur dopen."

     Johannes was er zeker van. Dus was hij zo zeker dat hij zei: "Hij staat nu in uw midden. Iemand die u niet kent." Amen! Hij was er, maar Hij had Zich nog niet gemanifesteerd.

83 Wat zou ik hier nu graag iets willen zeggen. [Broeder Branham klapt in zijn handen – Vert] Amen! Ik geloof dat Hij hier is, maar Hij heeft Zich nog niet gemanifesteerd! Ik geloof dat Christus hier is. Ik geloof dat Hij nu precies hier is, in de vorm van de Heilige Geest, in de volheid van Zijn kracht om nu alles te doen wat wij Hem vragen. Hij heeft dat gezegd. Maar wanneer Hij Zich manifesteert... Herinner, Hij verscheen voordat Hij kwam. Maar wij zullen Hem een dezer dagen zien komen, die Glorieuze waarnaar wij hebben uitgekeken. Ja. Amen.

84 Jezus was absoluut zeker van wat Hij deed. In het Evangelie van Johannes, hoofdstuk 5, vers 19, zei Jezus: "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen." Dat is het vlees, dat God schiep, Zijn eigen Zoon. Gelooft u dat Hij de Zoon van God was, geschapen? Zeker. God schiep een lichaam, een tabernakel, voor Zichzelf om in te wonen. Hij was de Zoon van God. En Hij zei: "De Zoon kan niets uit zichzelf doen. Maar wat Hij de Vader ziet doen, dat doet de Zoon desgelijks." Dan was Hij absoluut zeker, omdat God Hem toonde wat te doen. Hij was zeker van zichzelf. O...

85 Wat was Elia zeker. Trad daar naar voren en sneed die ossen in stukken en stapelde ze daar op en vertelde hun: "Roep uw god, Baäl." Hij zei: "Ga door, roep wat langer. Misschien is hij op jacht. Wellicht is hij ergens op een vistocht. Misschien is hij plotseling doof geworden." Liep daar op en neer. Waarom?

     Ze zeiden: "Omdat, o, hij is een man van geloof." Hij is een man die een visioen zag! Geen mens heeft iets gedaan zonder het eerst in een visioen te zien. Jezus zelf ook niet. Hij zei dat Hij het niet deed.

     Maar wat zei hij? Toen hij dat allemaal had klaar gezet, zei hij: "Heer, ik heb dit gedaan op Uw bevel." Amen. Hij was zeker. Hij zei: "Nu Heer, laat het bekend worden dat Gij God zijt en ik Uw profeet." En het vuur van God begon te vallen overeenkomstig zijn profetie: "Laat de God die spreekt, antwoorden met vuur." Geen onzekerheid daarover. Hij wist wat Hij aan het doen was.

86 Laat de God die God is, spreken als God. Laat de God die antwoordt met vuur God zijn. Laat de God vanavond... Als uw systemen beter zijn dan het Woord, laten zij dan spreken en de zieken genezen en de gedachten onderscheiden en doen wat God zei dat Hij zou doen. Amen! Als uw denominationele systemen beter zijn dan het Woord van God, laten die dan spreken. Laat ons ze een kerk zien stichten met hun Roomse dogma's en iets voortbrengen zoals Jezus Christus deed. Laat ons zien dat zij met dogma's het Woord weer tot leven brengen.

     Zij gaan tegenwoordig met hun dogma's en geloofsbelijdenissen aan het Woord voorbij, omdat zij bang zijn het probleem onder ogen te zien. En zij gaan er aan voorbij en funderen de mensen op intellectueel onderricht in plaats van op de kracht van de opstanding van Jezus Christus en de manifestatie van Zijn Wezen. Amen! Geen onzekerheid daarover. Probeer het. Zeker is het de waarheid. Absoluut.

87 Jezus zei: "Ik doe niets tenzij de Vader het Mij toont." Jazeker. Jezus was zo zeker van Zijn bediening dat Hij zei: "Onderzoek de Schriften." Een man zal dat niet zomaar zeggen: "Onderzoek de Schriften, want hierin denkt u eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen."

     Met andere woorden: "Weet u niet dat Ik het Woord ben? En dat Ik hier ben om het Woord dat beloofd werd te manifesteren? Wat God beloofde dat de Messias zou doen? Ik ben hier om het te bevestigen."

     Waarom dan die Pinksterkerk vanavond niet? Dezelfde werken die God beloofde dat de kerk zou doen, wij zouden moeten opstaan in de Naam van Jezus Christus en het doen!

88 Toen Elia, de oude profeet, Christus vertegenwoordigde, volgde de jonge profeet Eliza hem over de Jordaan. Toen hij terugkeerde had hij een dubbel deel. En de gemeente volgde Christus naar Golgotha en de mantel van Christus viel neer met de doop van de Heilige Geest. En Jezus zei: "Deze dingen die Ik doe zult u ook doen en zelfs groter (meer) dan dit zult u doen, omdat Ik naar Mijn Vader ga." Amen! Waar is de God van Jezus Christus? Waar is de God die deze belofte in de Bijbel deed? Wij hebben meer Eliza's nodig. Ja. Wij hebben meer mensen nodig die daarin geloven. Wij hebben meer gelovigen in de waarheid nodig, omdat er zoveel verwarrende geloofsbelijdenissen en dergelijke zijn gekomen; het is een onzeker geluid voor de mensen. Ik probeer u te vertellen om terug te keren naar de Bijbel!

89 Laat niemand u vertellen dat de dagen van wonderen voorbij zijn. Laat niemand u vertellen dat de Heilige Geest niet meer hetzelfde is als het ooit was. Laat niemand u vertellen dat Jezus Christus niet leeft en hier niet in Zijn kerk is vanavond om dezelfde dingen te doen die Hij gedaan heeft. Niets geen onzekerheid hierover; Hij beloofde het! Maar de mensen met hun kerkelijk besluit, zij beginnen te denken: "O ja, weet u, dat is een soort van..." net zoals zij met Jezus deden. Ze zeiden: "Wel, Hij is Beëlzebub. Hij is een waarzegger, een duivel." Beëlzebub was een duivelse geest. Zij zeiden dat Hij het deed zoals een waarzegger, een Beëlzebub. En iedereen weet dat waarzeggen een duivel is. Jazeker. Al die seances en zwarte magie en rommel is van de duivel. Absoluut. Het is de duivel die probeert Christus na te bootsen. Omdat er een duivel is, laat dat zien dat er een Christus is. Zolang er een "verkeerd" bestaat, bestaat er een "goed" waar het vanaf komt. Amen. Zolang wij een waarzegger hebben, toont het dat wij ergens een echte profeet hebben. Dat is waar. O, wat dank ik God voor Zijn goedheid.

90 "Onderzoek de Schriften. Daarin denkt u eeuwig leven te hebben en zij getuigen van Mij." Luister wat Hij opnieuw zei: "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe (als Mijn werken niet dat betrouwbare geluid van het Evangelie laten weerklinken), geloof het dan niet." Tjonge, dat was Hij. Geen enkele onzekerheid daarover. "Als Ik niet de dingen doe die God zei dat Ik doen zou, gelooft u Mij dan niet." Daar is geen enkele twijfel over.

     "U beweert een Schriftuurlijke groep te zijn en als Ik niet de dingen doe, die God zei dat Ik zou doen, geloof Mij dan niet. Als de Schriften zich niet door Mij heen laten betuigen, wel, geloof Mij dan niet." O, daar is geen onzekerheid over! Nee, vast niet. "Als Ik de werken niet doe, geloof Mij dan niet. Maar als Ik de werken wel doe, geloof Mij dan." Daar bestaat stellig weer geen onzeker geluid over. En verder zei Hij dit, luister nu: "Ik heb macht om Mijn leven af te leggen en Ik heb macht het weer op te nemen." Amen. Geen enkele onzekerheid daarover, nietwaar? (Ik sla heel wat Schriftgedeelten over omdat het laat gaat worden.) "Ik heb macht om Mijn leven af te leggen. Ik heb macht het weer op te nemen."

91 Luister! Jezus heeft gezegd, de Bijbel, Christus, in Johannes 14:12: "Wie in Mij gelooft..." Niet gemaakt geloof, maar: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Zàl; niet misschien, zàl, behoort, Hij zàl het doen. Geen enkele twijfel daarover. Hij zei: Zij zullen. Wat voor soort werken deed Hij? Wat voor werken toonde Hij? Wat werd Hij ervoor genoemd? Een duivel door dat te doen. "Indien zij de Heer des huizes Beëlzebub noemen, hoeveel temeer zullen zij het van Zijn discipelen zeggen?" Geen onzekerheid. Hij zei: "Indien hij in Mij gelooft, zal hij de werken die Ik doe ook doen." Niets onzekers...

     Verder zei Hij in het Johannes Evangelie: "Als gij in Mij blijft en Mijn Woorden in u blijven, vraag dan wat u wilt en het zal voor u gedaan worden." Geen onzekerheden, "Het zal u gegeven worden!" Het zal worden gedaan! Geen onzekerheid. O, laten we uit die schildpaddenschaal kruipen.

92 Broeders, mannen van God, vrouwen van God, wat is er met ons aan de hand? Iets zal moeten gaan bewegen. We zijn schildpadden aan het vangen! Toen ik een kleine jongen was... Weet u wat een zeeschildpad is, een landschildpad? We hebben ze in het Oosten. Een oude moerasschildpad, noemen we die. Ik en mijn broer zagen er eens één. Wij waren maar kleine jongetjes. En het was het grappigste wat u ooit hebt gezien, hij bewoog zich zo. En toen we bij hem kwamen ging hij 'floep', trok zich in. Het doet me aan sommige mensen denken, wanneer je het Evangelie aan ze predikt. Je draagt het Evangelie uit en zij doen 'floep': "Onzin, de dagen van wonderen zijn voorbij. Zoiets bestaat niet." Ouwe schildpad! "Weet je wat?" zei ik, "Ik zal hem laten lopen." Ik ging er op uit en pakte een tak en begon op hem te slaan. Dat deed geen enkel goed. Zodra ik hem sloeg, dook hij in elkaar. Je kunt ze slaan, afranselen, doen wat je wilt en het zal geen greintje goed doen. Ik zei: "Ik zal hem krijgen." Ik nam hem mee naar de kreek en doopte hem. Ik hield hem onder water, tot de bellen gewoon opborrelden. En dat is al wat er met hem gebeurde. Water zal het nooit doen. Je kon net zo goed ophouden met je zo uit te sloven. Ik hield hem daar tot al de luchtbellen gewoon maar bleven opborrelen en hij deed helemaal niets. Maar weet u wat ik heb gedaan? Ik pakte een stuk krant en maakte een vuurtje en zette die ouwe jongen er boven op. Toen liep hij!

     Dat is wat wij vanavond nodig hebben, de doop met de Heilige Geest en vuur en niet zozeer kerkgeloofsbelijdenissen om de zaak te steunen. Zoals de voorvaderen het in het begin hadden, hebben wij nog een Pinksteren nodig dat u in orde brengt met de Heilige Geest, dat mensen op hun knieën brengt, mensen naar hun Bijbel zendt om de Schriften te onderzoeken en ernaar uit te kijken.

93 Het geeft geen onzeker geluid. Het geeft precies wat de Bijbel zei dat het zou doen, wat Jezus zei dat het zou doen. "Blijft gij in Mij en Mijn Woorden in u, vraag dan wat u wilt." Waarom? U bent in Christus door geloof en het Woord is in u. Dat is de Heilige Geest in u en het is het Woord. Dan manifesteert dit gedrukte Woord zich en wordt het tot leven gebracht. Jazeker. Na Zijn dood, begrafenis en opstanding machtigde Hij Zijn gemeente. Hij zei in Markus 16: "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal behouden worden, die niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. En deze tekenen zùllen de gelovigen volgen..."

     Geen onzekerheid. Niet: misschien zullen ze, behoorden ze, maar: zij zullen degenen volgen die geloven. Niet: zij zullen de prediker de hand schudden en zo nu en dan de 'koosjer' nemen, hun tong uitsteken en de priester drinkt de wijn. Daarover is nooit iets gezegd. Hij zei: "Deze tekenen zullen volgen..." O, zij zullen hun schulden betalen en hun tienden in de kerk betalen en het zijn goede, voorspoedige mensen. Hij heeft dat nooit gezegd. Hij zei: "Deze tekenen zullen, zùllen degenen die geloven volgen. In Mijn Naam zullen zij duivels uitwerpen; zij zullen met nieuwe tongen spreken; als zij slangen opnemen of dodelijke dingen drinken zal het hun niet schaden; als zij hun handen op de zieken leggen zùllen zij herstellen." Amen. Niets ervan onzeker, het was waar!

94 De Bijbelse profeet vertelt ons dat het Licht zàl zijn in de avondtijd. De Bijbel voorspelt dat er een Zoon van de God in de laatste dagen in de avondtijd zàl schijnen, net zoals het in de eerste tijd scheen, een Bijbelse kerk, een Bijbels Evangelie; zoals het was, zo zal het zijn.

     Jezus zei in de Schriften: "Zoals het was in de dagen van Noach, waarin acht zielen werden gered..." Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal... Nu niet: "Misschien, Ik denk dat Ik..." Ik blijf hier even bij stilstaan, om het goed door te laten dringen. "Zoals het was in de dagen van Noach, acht zielen werden gered, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen. Want eng is de poort en smal is de weg, maar weinigen zullen hem vinden." O God! Laat ons... Laat ons die weinigen zijn.

     Wat gaan we doen? Bent u van plan een entourage te zijn of gaat u het onderwerp worden? Er is maar één manier om het te doen: u wordt het Woord en het Woord wordt u, God in u. U blijft in God en God in u.

95 Opnieuw, Jezus beloofde dat het in de laatste dagen zo zal zijn, dat de heidenen in de eindtijd hetzelfde teken zullen ontvangen als zij in Sodom ontvingen, voor haar verbranding. Kijk nu aan deze Westkust, waar zonde is binnen komen golven. Zo is het binnengekomen. Het komt altijd uit het Oosten. Toen de Indianen hier woonden... Iemand... Ik sprak hier of ergens anders, een poosje geleden met een zendeling. Ik dacht, ik zal hem weer bezoeken en sprak met hem, een zendeling voor de Indianen. Toen zij hier woonden was het vredig. Het enige wat zij wel eens hadden was een stammenoorlog. Geen immorelen waren er onder hen. Toen de blanke man binnentrad, kwam hij met drank en vrouwen en immoraliteit. En het komt van het Oosten en hoopt zich op naar het Westen. Het kan niet verder gaan. Er is een geluidsbarrière die God precies hier heeft. Wanneer Oost en West elkaar ontmoeten. Het komt binnen, raakt deze Westkust, en blijft daar hangen en hangen en hoopt zich almaar op. En telkens wanneer het zo komt, wordt het steeds maar goddelozer.

     Zoals na de Lutheranendag de Methodistendag kwam, toen kwam de Baptistendag en vervolgens de Kerk van God, de Nazarenen en toen de Pinkstermensen. Telkens wanneer de vijand als een vloed binnenkomt, richt de Geest van God er een standaard tegen op. Dit alles, tot we nu aan de eindtijd zijn, dat laatste teken dat Hij geeft. Wij hebben genezingen en wonderen, spreken in tongen, uitwerpen van duivels en dergelijke, gehad. Doch hier zijn wij.

96 Evenals die Engel met Zijn rug naar de tent gekeerd was, waar zij binnen zat, en nauwkeurig vertelde wat zij daar zei; Jezus zei: "Zo zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen." Het zal op die wijze zijn. Israël ontving het daar. De Joden, Samaritanen en nu de heidenen... Het zal zo zijn. Waarom? De Bijbel heeft gezegd: "Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Daarover bestaat geen onzekerheid. Hij is dezelfde. En wanneer Hij in Zijn volheid in deze laatste dagen komt en Zich manifesteert, bewijst Hij dat Hij dezelfde is. Amen. "Ik doe niets tenzij de Vader het Mij eerst toont." O, hoe wenste ik dat ik het de mensen kon laten zien. Ik wenste dat ik het kon. In orde.

97 Niets twijfelachtigs. Jezus Christus is gisteren, vandaag en voor immer dezelfde. Hebreeën 13:8. Is dat waar? Zeker is dat zo. U zegt: "Wel, broeder Branham, ik weet niet wat te doen." De Bijbel zei in Handelingen 2:38: "Bekeert u, ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen." Niet u zult misschien, u zùlt. Geen enkele onzekerheid daarover. Geen grijntje onzekerheid.

     Hij zei dat u het zùlt ontvangen. "Want de belofte is voor u en voor uw kinderen en voor degenen die verre zijn, zovelen als de Here onze God zal roepen." Hij beloofde het te doen. Er is geen onzekerheid. U zùlt het ontvangen; niets onzeker.

98 Kleine Zacheüs in de Bijbel... Zijn vrouw, Rebekka, was een volgeling van de Here Jezus. Het was haar invloed die hem hielp daar te komen, wordt ons door de geschiedenis verteld. Zij wilde zo graag dat Zacheüs Jezus geloofde, dat Hij een profeet was. En zij vertelde hem en zei: "Lieverd, die Man is een profeet. Ik heb Hem gezien; Hij stond daar en zei wat die persoon... bespeurde in hun hart. Nu, kijk hier, de Schrift zei... Hier is het absolute bewijs dat Hij..."

     "Och, Rabbi Kabinski (Ik hoop niet dat er hier een is, maar...), Rabbi Kabinski vertelde me dat het niets anders dan een hoop illusie is. Wat volgt Hem? Een stel domkoppen die nog nooit in hun leven één dag naar school zijn geweest." Die oude duivel is nooit gestorven. Zo is het. Dus zei hij: "Wat zijn ze? Ik geloof het niet."

99 Maar weet u, zij bad voortdurend voor hem. En op de dag dat Hij naar de stad kwam, kwam hij op het idee Hem te gaan ontmoeten om te zien hoe Hij eruit zag.

     Hij geloofde niet dat Hij een profeet was, dus zei hij: "Ik ga Hem misleiden. Ik klim de boom in en bekijk Hem wanneer Hij langskomt." Dus verborg hij zich en klom in een boom. Hier komt Jezus de straat inlopen, wandelt zo langs. Hij komt recht onder de boom, kijkt op, de boom in en zegt: "Zacheüs, kom naar beneden." Geen enkele onzekerheid daarover. Zacheüs zei: "Ja, Heer. Hier ben ik. Als ik iets verkeerds heb gedaan, zal ik het in orde maken." Hij wist wie hij was en wist ook dat hij daarboven in de boom zat.

     "Zacheüs, kom naar beneden. Ik ga met u mee naar huis om te eten." Hij liet zich van de takken glijden en daar kwam hij. Hij wist dat dit de Messias was. Daar was geen onzeker geluid bij. Hij wist het.

100 Maar vandaag kan ditzelfde gebeuren door te zeggen: "O wel, het was wel een tamelijk goede samenkomst, dacht ik." O mensen, dit onvervalste Evangelie wordt gepredikt aan een verdraaid geslacht, het is zo'n erbarmelijke zaak. Maar toch dwingt Gods genade het hoe dan ook voort te zetten, niet willend dat iemand verloren zou gaan, maar dat allen tot bekering mochten komen. Ja.

101 Hij wist niet alleen dat hij in de boom zat, maar Hij wist wíe hij was. "Kom naar beneden." Dat nam alle vormelijkheid uit hem weg. Weet u, hij werd volkomen lid van de Volle Evangelie Zakenlieden organisatie daarginds, geloof ik, daar in – daarginds. Welzeker. Hij was overtuigd dat dit de Messias was. Het gaf niet wat Rebekka deed, of wat Rebekka zei, hij zag het zelf. Jazeker!

102 Nathanaël, die goedgetrainde geleerde waar wij onlangs 's avonds over spraken, kwam eraan wandelen en zei: "Ik ga het zelf ontdekken."

     En toen hij kwam, zei Hij: "Zie daar, een Israëliet in wie geen bedrog is."

     Hij antwoordde: "Hoe kende U mij, Rabbi?"

     Hij zei: "Voor Filippus u riep toen u onder de vijgeboom zat, zag Ik u."

     "Gij zijt de Koning van Israël. Gij zijt de Zoon van God." Daarover geen onzekerheid. Hij wist precies dat hij onder de boom zat. Jazeker. Hij zei nooit: "Wel, die Farizeeërs zeiden dat het Beëlzebub was." Maar niet Zacheüs. Hij wist wie diegene was onder de boom. Geen onzeker geluid voor Zacheüs. Zijn naam is onsterfelijk vanavond en zal het altijd zijn omdat hij gered was.

103 Die kleine vrouw aan de bron, zij had zoveel negatieve ervaringen meegemaakt wat betreft al hun godsdiensten en kerken en theologie van die dag, tot ze er beu en ziek van was. Zij ging nergens meer heen. Ik weet niet, maar ik denk dat zij net zo goed af was. Arm kind, was misschien door slechte ouders te vondeling gelegd en zij was een prostituée geworden. Misschien had die arme kleine geen...

     Laat me u zeggen dat er heel wat slechte vrouwen zijn. Dat weten wij. Maar weet u, u kunt geen slechte vrouw zijn zonder dat er een slechte man is. Dus moet er iemand zijn die haar slecht maakt. Dus... En soms zijn die kinderen door een slechte moeder zo geworden, omdat ze naar café's en dergelijke gingen.

104 U spreekt over jeugdmisdaad, ik zeg dat het oudermisdaad is. U spreekt over de onontwikkeldheid van de mensen uit Kentucky, sommigen van die ouderwetse mammie's daar... Laat hun dochters eens 's ochtends thuiskomen met lippenstift op hun hele gezicht en het haar helemaal verward en kleding half afgezakt, half...!... met een sigaret in de hand. Zij zouden een houten lat nemen of een van die jonge takken van de notenboom en ze zou het weten wanneer ze de volgende keer uitging. Dan zegt u onontwikkeld? Zij kunnen dit stel terroristen leren hoe ze kinderen moeten opvoeden. Dat is... O, misschien had ik dit niet moeten zeggen. O nee, ik neem het niet terug. Ik zei dat terwijl de Heilige Geest mij zalfde. Dat is waar, precies juist. Jazeker. Vandaag, uh... O my.

105 Die kleine vrouw ging er die morgen op uit naar de put, misschien met allemaal loshangende krullen. Misschien was ze de hele nacht uit geweest. Ik weet het niet. Ze kwam om ongeveer elf uur naar buiten om water voor die dag te halen. En toen zij opkeek en daar die Jood zag, zei die Jood: "Ga uw man halen."

     Ze antwoordde: "Ik heb er geen."

     Hij zei: "U vertelt de waarheid. U hebt er vijf gehad en degene waarmee u leeft is de uwe niet." Lieve deugd. Ze zei: "Meneer." (Geen onzeker geluid, daarover geen enkele twijfel.) "Ik bemerk dat U een profeet bent. Ik weet wanneer de Messias komt, en ieder van ons hier in Sichar, wij Samaritanen zijn onderwezen, dat wanneer de Messias komt, Hij dit zal doen. Ik vraag me af wie U bent."

     Jezus zei: "Ik ben Hem." Geen onzeker geluid. Hij zei: "Ik ben Hem."

     Iemand zei dat Hij nooit heeft beleden de Zoon van God te zijn. Wat hier dan mee? Hij zei: "Ik ben het, die tot u spreekt." Let op.

     Broeder, ze zei niet: "Zal ik nu naar school gaan en wat theologie leren?" Zij rende de stad in en zei: "Kom een Man zien die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb. Is dit niet de Messias!" Geen onzekerheid daarover. Geen kwestie van! Zij wist het. Ze zei: "Ons is geleerd, wanneer de Messias komt, dat dit is wat Hij doen zal."

106 Welnu, de Rabbi dacht dat Hij zus-en-zo moest doen. Deze denominatie dacht dit en die had weer hùn wijze en ze waren allemaal afgescheiden en dergelijke, en heel deftig en stijf en opgevoed en gezeteld... En o, zoals enige van die vrouwen die zich als een knakworst in deze moderne kledingstukken proberen te hijsen of er op een of andere wijze inkomen zodat van boven naar beneden het er aan alle kanten uitsteekt. [Het gehoor begint te lachen – Vert] Ik zeg dit niet als een grap! Dit is geen plaats voor grappen. Dit is een plaats om de waarheid als waarheid vast te stellen. Zo is het. Het is een schande en schandalig.

     En dit is niet schandaliger dan wanneer de mensen een of ander soort dogma nemen en dat op iemands nek proberen te schuiven. Als u naar een restaurant ging en een kop soep bestelde en daar zat een spin in, zou u dat restaurant er aansprakelijk voor stellen. Doch u laat enige van die oude koude lijkenhuizen hier, met hun geestelijke thermometers duizend beneden normaal, toe om u een injectie te geven met wat van die balsemvloeistof die zij daar hebben, wat u al de dagen van uw leven dood houdt; en u zegt er dan niets van. Wanneer dat lichaam hoe dan ook zal moeten sterven, toch zal die ziel ergens voor eeuwig leven. Wat is er aan de hand? Daarbij klinkt een onzeker geluid.

107 Jezus zei: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Daar is niets onzekers bij. "Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen." Zo is het. "Die in Mij gelooft, al ware hij dood, toch zal hij leven en wie leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven." Daarover geen enkele onzekerheid. De opstanding is zeker. Ja.

     "Die Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven en Ik zal hem op de laatste dag opwekken. Maar wie het onwaardiglijk eet en drinkt, eet en drinkt zichzelf een oordeel, niet onderscheidend het lichaam des Heren." Geen enkele onzekerheid hierover. Ja. Als u het waardiglijk eet, wandelend in het Woord, in het geloof, beloofde God de opstanding. Als u het onwaardiglijk eet, bent u op dat moment dood terwijl u leeft. De Bijbel zei: de vrouw die in lusten leeft is dood terwijl ze leeft. Precies. De Bijbel zei dat. Dat is het oneindige Woord van God. Het kan niet veranderen. Zeker. O, geen onzeker geluid.

108 Niet lang geleden was ik hier in Mexico (tot slot). Wij hielden een grote samenkomst. Generaal Valdena, velen van u kennen hem, die voorname Mexicaanse generaal, ging naar de gouverneur en kreeg voor mij vergunning om binnen te komen. En de bisschop in Rome, of Roomse bisschop, Katholieke bisschop, ging naar hem toe en zei: "Meneer, deze man die binnenkomt is geen Katholiek." Hij zei: "Onze regering moest zoiets niet toestaan."

     "O," zei de bisschop [de gouverneur], "generaal Valdena brengt hem binnen. Ik vermoed dat hij een goed bekendstaand persoon is. Hij... Men zegt dat hij grote menigten van mensen heeft, enzovoort."

     "O," zei hij, "niemand gaat naar zulke dingen luisteren dan de onwetenden en ongeleerden." De president zei tegen hem: "Meneer, u hebt hen al vijfhonderd jaar gehad. Waarom zijn zij onwetend en ongeleerd? En wat mij betreft kan hij komen."

109 O! Ik kon daar doorheen wandelen en zeggen: "Hm, ja, ja." Liep verder door, ging daar binnen en had de samenkomst. Die arme Mexicanen... Net ongeveer drie avonden, dat was alles. Wij hadden ruimte, plaats om te staan, waar duizenden keer duizenden...

     Hoevelen kennen broeder Espinosa, de Mexicaanse verta... hier, de broeder hier in Californië? Hij was mijn tolk. Ik heb enkele handen van u zien opgaan. Hij vertaalde mij.

     Die avond toen ik op het podium kwam... Men had nog nooit zoiets dergelijks gezien. Zij stonden daar allemaal, geen plaats om te zitten. Zij waren daar al van negen uur 's morgens tot negen uur 's avonds, wanneer ik daar zou komen en leunden tegen elkaar, terwijl ze hun zieken er met groepen tegelijk in lieten gaan. Heeft broeder Espinosa u de foto's laten zien van de karrenvrachten met rolstoelen en draagbaren?

110 Toen men die ene avond langs het podium kwam, kwam er een oude Mexicaan en hij ging... Hij was blind. Hij had een oude hoed met gevlochten touw dichtgenaaid. Geen schoenen aan zijn voeten, barrevoets aan de onderkant, broekspijpen ver omhoog, gescheurd, een oude gerafelde jas aan, helemaal onder het stof, kwam naar boven, blind. Hij greep in die oude gerafelde zak en haalde er een kruisbeeldje uit. Hij stond op het punt een "Weest gegroet, Maria" op te zeggen. Ik vertelde hem door broeder Espinosa: "Steek dat ding in uw zak" en hij kwam daar aangelopen.

     En ik keek naar de arme, oude kerel en dacht: "Ach." Zo blind als hij maar zijn kon. Ik dacht: "Als mijn vader geleefd had, zou hij ongeveer die leeftijd hebben gehad." Hier stond ik met een goed pak aan, een paar goede schoenen en daar stond die oude man met niets. Ik dacht: "Misschien heeft hij nooit een behoorlijke maaltijd in zijn leven gehad en ik eet goed."

     Ik schoof mijn voet naast de zijne om te zien of mijn schoenen hem zouden passen. Zodat ik eruit kon glippen en de samenkomst het niet zou merken. Ik hield mijn schouders naast de zijne, om te zien of mijn schouders zouden passen – hem zouden passen voor mijn jas. Vanzelfsprekend was hij veel groter, en zijn voeten veel langer, en het ging niet. "O God. Kijk daar eens." Voor u ooit voor mensen zou kunnen bidden, moet u hun toestand aanvoelen. U moet gevoel voor hen hebben.

111 Wat ik vandaag niet kan begrijpen is dat onze organisaties zich uitbreiden en gebouwen van miljoenen dollars bouwen en prediken dat de komst van de Here aanstaande is, terwijl arme, kleine zendelingen aan de andere kant nog zelfs geen schoenen aan hun voeten hebben en dit Evangelie van Jezus Christus uitdragen.

     Toen hij daar een offer inzamelde, liep een oude kleine vrouw er naartoe. Zij had niets dan een paar kleine sandalen die ze aan had, en zij stopte die erin als offer. Zij dacht dat een andere vrouw ze misschien beter zou kunnen gebruiken dan zij. En vanavond, wij met onze veel... O God, laat me daar niet over beginnen. Jazeker. Hoe kunnen we miljoenen dollars erin steken en zeggen: "Wel, zij behoren niet tot onze groep." God, heb genade! Wanneer een mens zijn gedachten van de groep afkrijgt, is het... Daar praten wij over... sta daar op dit Woord. Die arme mensen die zelfs niet weten wat hun linker- of rechterhand is, verlangen Christus te kennen.

112 Daar stonden die arme Mexicanen tegen elkaar aangeleund. Ik keek naar de oude man en ik dacht: "God wees genadig." Ik kan maar één ding doen. Ik kan zijn taal niet spreken. Ik trok hem naast mijn zij. En ik zei: "Hemelse Vader, ik bid voor deze oude man." Zij vertalen niet het gebed. Ik zei: "Ik bid voor hem." Ik zei: "Alstublieft..."

     En ik opende mijn ogen en daar stond hij voor mij, naar me te kijken. Daarover niets onzeker, broeder, nee, nee. In een ogenblik hoorde ik hem schreeuwen: "Gloria a Dios." Dat betekent: "Glorie aan God." Daar stond hij, kon net zo goed zien als ik. Sprong op en neer daar tussendoor, jubelend en God prijzend.

113 En de volgende avond (het was ongeveer drie of vier keer zo groot als dit podium), lagen daar stapels oude sjaals en gerafelde jassen zó hoog, om over gebeden te worden. Hier konden zij... Zij moesten mij met een touw om mijn middel in die arena of zoiets, laten zakken om mij te brengen waar de mensen waren. Ik kwam daar en het had de hele dag geregend en daar lagen ze, boven op elkaar gestapeld en van alles, heel de dag.

     En daar die avond was er een kleine vrouw geweest, een kleine Katholieke vrouw, de vorige avond. Zij had een zieke baby. Zij kon niet binnenkomen waar het gehouden werd. En de volgende ochtend was zij met haar baby bij de dokter. Het stierf precies in de spreekkamer van de dokter aan longontsteking, om negen uur. En zij brachten de kleine baby. Zij was daar weer teruggekomen om ongeveer half elf. Stond daar die hele dag in de regen en toen de broeder de gebedskaarten uitgaf... (Een broeder, ik noemde hem "Manana", omdat hij zo langzaam was. Hij deed gewoon niets. En hij kwam – hij zou me om zeven uur ophalen en haalde me om negen uur. Ik zei: "Manana" – wat betekent "morgen", weet u.) Zo was hij de gebedskaarten aan het uitgeven. En hij deelde zijn gebedskaarten uit en zij kreeg er geen.

114 Toen ze mij in de arena hadden neergelaten kwam ik daar op het podium terecht. Ik begon te spreken: "Geloof is de vaste grond voor dingen die men hoopt." Ik zei: "Nu, Jezus Christus in de Bijbel... Velen van u hebben de Bijbel gelezen." (Broeder Espinosa gaf de vertaling.) Ik zei: "Wat Hij was; Hij moet dezelfde blijven. Wat hij was... Hij zei, dat Hij niets deed tenzij de Vader het Hem toonde. Wat de Vader Hem toonde, deed Hij. Met andere woorden, Hij handelde in een drama. Het is positief." En terwijl ik dat zei, zei ik: "Dat is Zijn geloof, omdat de Vader het Hem had getoond. Hij wist precies wat te doen."

     En omtrent die tijd kwam Billy me aan mijn jas trekken en zei: "Pa, u zult iets moeten gaan doen."

     Ik zei: "Wat is er?"

     Hij zei: "Ik heb daar beneden zeshonderd medewerkers staan, en daar is een kleine vrouw met een dode baby in haar armen en zij klimt over hun ruggen en rent tussen hun benen door en zij heeft geen gebedskaart gekregen en wij... Er zijn niet genoeg helpers (zeshonderd) om haar van het podium te houden."

115 Broeder, zij was vastbesloten. Ja. Zij was volhardend. Zij had echt de bedoeling daar te komen. Dat is alles. Zij geloofde! Er was een geluid geweest dat haar getroffen had en het was niet onzeker. Zij wist, als God ooit God was, dan was Hij vandaag nog God.

     Ik zei tegen broeder Jack Moore... Velen van u kennen hem, van Shreveport. En ik zei: "Broeder Jack, zij kent mij niet. Ga er naartoe. Ga door die medewerkers heen en bid voor de baby. Zij zal niet eens het verschil weten. Ga je gang."

     Hij zei: "Goed, broeder Branham." En begon erheen te lopen. En broeder Espinosa zei: "Wat zal ik zeggen?"

     "Ga gewoon door en zeg zoals ik gezegd heb." Ik zei: "Zoals ik al zei, zei Jezus dat Hij..."

     Ik keek. Voor mij stond... precies daar in de schaduw gezeten, recht voor mij, zat een kleine Mexicaanse baby – geen tanden, enkel tandvlees – naar mij te lachen.

     En o, broeder, daar was geen enkele onzekerheid over. Ik zei: "Een ogenblikje broeder Jack. Vertel haar de baby hier te brengen." De medewerkers maakten plaats en deze kleine, mooie kleine vrouw kwam daar naar boven rennen en viel op haar knieën en schreeuwde: "Padre." ("Padre" betekent "Vader".) En ik zei: "Sta op!"

     En broeder Espinosa vertelde haar op te staan. En zij hield deze kleine baby vast met een deken erover, een wat stijve vorm, nat als het maar kon zijn – ze had daar gestaan sinds tien uur in de ochtend. Het was op die tijd ongeveer tien uur in de avond.

116 En ik zei: "Broeder Espinosa, vertolk dit niet. Ik zag zojuist een visioen. Ik weet niet wat het betekent. Ik zag die kleine baby, het zag er zo uit, terwijl ik hier stond." Ik legde mijn handen op dat koude vormpje en zei: "Hemelse Vader, ik weet niet wat dit betekent, maar U sprak. En ik was net aan het vertellen dat U zei dat U niets deed tenzij de Vader het U toonde. Wat betekende die kleine baby, toen het vlak voor mij lachte?"

     Tegen die tijd begon de baby: "Eh, èh, èèh!" Geen onzeker geluid. Iedereen begon te schreeuwen en te vallen. Men deed de touwen om mij heen, hees mij weer uit de arena om mij weg te krijgen van de aankomende menigte, daar de mensen zo snel ze maar konden, kwamen aanrennen.

     Ik zei: "Broeder Espinosa, ga dit niet publiceren. Allereerst, alles wat wij publiceren moet gedocumenteerd zijn." Jazeker. Ik zei: "Ik weet niets over de vrouw. Ik zag alleen de baby." En hij plaatste een man bij de vrouw. En de volgende morgen ging deze mee, ging naar de dokter en de dokter tekende een verklaring. Het stond in "de Stem" van de Volle Evangelie Zakenlieden. Wanneer dat soort dingen gepubliceerd worden, moet het iets hebben om het te staven. En daar was een dokter die ondertekende: "Ik verklaar dat die baby zonder polsslag die ochtend om negen uur dood was en de volgende ochtend was hij zeer levend in mijn spreekkamer." Wat betekent het? Dit is geen onzeker geluid. Dit betekent dat Jezus Christus dezelfde is, gisteren, heden en voor immer. Wat geloof ik Hem! Gelooft u het?

117 Laten we dan onze hoofden buigen. Ik wil gewoon niet verder gaan. Ik kom een andere keer terug om de rest van deze Schriftgedeelten voor u te brengen. Ja, geloof. Als de bazuin een onzeker geluid geeft, wie zal zich voor de strijd gereed maken? O, er zal een strijd komen voor ieder van u, en dat is de doodstrijd. U zult het onder ogen moeten zien. Herinnert u zich gisteravond? Maar er was een groot krijgsman die voor u uitging en de angel voor u eruit trok. Hij stond op uit de dood. Hij is voor eeuwig levend. Geen onzeker geluid, levend voor altijd. Hij is hier nu. Hij faalt niet. Hij is Christus. Gelooft u Hem? Heb enkel geloof. Hoevelen hier hebben geen gebedskaarten? Ik ben te laat om nu een gebedsrij te houden. Ik wil ze morgen hebben. U, zonder gebedskaart, steekt uw hand op, zodat ik het kan zien. Goed. Het is vrijwel overal, zoals gewoonlijk. Geloof!

118 Gelooft u dat Hij dezelfde is, gisteren, vandaag en voor immer? De Bijbel zei dat Jezus Christus een Hogepriester is die aangeraakt kan worden door het voelen van onze zwakheden. Is dat zo? Daarover geen onzeker geluid. Dat is de Bijbel. Gelooft u dat het het juiste geluid geeft? Ieder woord ervan is waar. Het heeft geen enkele uitleg nodig. De Bijbel zei dat de Schrift niet voor eigen uitlegging is. Het is reeds verklaard zoals het geschreven staat. Er hoeven geen dogma's te worden toegevoegd om het op die wijze te maken. Het moet enkel zijn op de wijze zoals het is. "Wie één woord eruit zal nemen of één eraan toe zal voegen..." Gelooft u.

     Als Hij gisteren, heden en voor immer dezelfde is, dezelfde Hogepriester, en u hebt geloof en raakt de zoom van Zijn kleed aan, welke aan de rechterhand van de Majesteit van God in de hemel gezeten is; kijk of Hij u niet antwoordt. Welnu, wat ik onderwezen heb, zullen vergeefse woorden zijn als God – als Christus stierf en niet weer opstond, als Hij niet was opgestaan.

119 Ziet u, vriend, ik probeer u te vertellen dat dit nog niet is geweest... Er is geen vermelding van. Vraag elke Bijbellezer, vraag elke geschiedkundige. Er is nooit een vermelding gegeven dat dit in de Christelijke kerk werd gedaan sinds de dood van de apostelen; nergens in de geschiedenis.

     Maar hier is het in de avondtijd. Het is nu de tijd voor de heidenen. God beloofde het. Kunt u niet zien dat het de Schrift is? Nu geloof. Kijk naar mij. Geloof met heel uw hart dat Jezus Christus de Zoon van God is en Hij zond me als een boodschapper naar u toe. En ik heb niet mijn eigen woorden gesproken; ik heb Zijn Woorden gezegd. Ik geloof mijn woorden niet; ik geloof Zijn Woorden. Als mijn gedachte tegengesteld is aan Zijn Woorden, is mijn gedachte fout.

     En als Zijn Woorden hier binnen verblijven en de belofte die Hij sprak: "De werken die Ik doe zult u ook doen." En de Bijbel zei dat het Woord van God scherper is dan een tweesnijdend zwaard en een onderscheider van de gedachten van het hart... Geloof dan.

120 Hoevelen hebben de foto van die Engel, dat Licht, gezien? Ik denk dat u de geschiedenis wel gehoord hebt. De manager en zo, hebben u erover verteld. Het is op dit moment nog geen halve meter van waar ik sta. Daar is geen onzeker geluid over. Het is de waarheid. Ik kan niet genezen. Niemand kan genezen. Er is geen dokter die genezen kan. Geen dokter zal u vertellen dat hij het kan. Medicijnen genezen niet. Het is slechts een hulpmiddel. De Mayo broeders hebben gezegd: "Wij beweren niet geneesheren te zijn. Wij verklaren slechts de natuur te helpen. Er is één geneesheer; dat is God!"

     De dokter kan uw arm zetten, maar wie geneest het? Wie schept de cellen? Een dokter kan een kies trekken, maar wie geneest de holte die ontstaan is? Een dokter kan een gezwel van u weghalen, maar wie geneest de plek? Hij haalt een rib weg, maar wie geneest het gat dat ontstaan is? God is de enige Geneesheer. Hij is de Schepper en er is een Schepper nodig om dat te doen. Men kan geen cellen vermenigvuldigen. Dat kan God alleen. Heb slechts geloof.

121 Iemand zonder gebedskaart nu, die niet in de rij zal zijn. Geloof slechts... Er is een dame hier recht voor gezeten, een vrouw van ongeveer middelbare leeftijd, wat ouder, die een roze jurk draagt. Zij heeft last van een bronchiale hoest. Als zij met heel haar hart zal geloven zal de hoest haar verlaten. Gelooft u het en wilt u het aanvaarden? Steek uw hand op en zeg dan: "Ik aanvaard het." God zegene u. Ik heb de vrouw nooit in mijn leven gezien.

     Kunt u dat Licht daar boven de vrouw nog zien hangen? Nu, hier beweegt het, komt hier naartoe... Wees eerbiedig. Wees eerbiedig, alstublieft. Beweeg niet. Ieder van u is een geest, zie. En wanneer die zalving komt, wanneer u beweegt... Ziet u, het is – het is gevoelig voor elke geest. Ziet u? Hoevelen weten dat de Bijbel heeft gezegd dat de profeet onderworpen is... Wees echt eerbiedig. Houd u stil. Het heeft me verlaten...

122 Het is een man die geplaagd wordt door een hartkwaal. Meneer Bailey, als u met heel uw hart zult geloven, zal God u genezen. Aanvaardt u het? Goed, meneer. Ga op uw voeten staan en aanvaard het en uw hartkwaal zal u verlaten. Daar is hij. Ik ken de man niet. Ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien. Wij zijn volkomen vreemdelingen. Maar die man zat daar toen te bidden of de Here Jezus zijn lichaam wilde aanraken. Is dat juist, broeder Bailey? Geloof nu met uw hele hart en het zal verdwenen zijn.

     Hier, een ogenblikje. Hier verschijnt een andere man, iemand bidt. Het is een man met een maagkwaal... Meneer Cooper, geloof met heel uw hart. Uw maagkwaal heeft u verlaten, meneer. Het is een nerveuze maag geweest, die u al een lange tijd last heeft bezorgd. Het is nu weg. Ik ken de man niet. Ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien. Vraag hem als u het weten wilt. Kent u hem? Goed. Is dat wat de kwaal was en wat er ook gezegd werd, is dat de waarheid? Dat is uw voorganger. Geloof! Twijfel niet.

     De man die hier naar me zit te kijken heeft problemen met zijn ogen, last van zijn benen. Hij is een vreemdeling voor mij, uit Brits Columbia, Canada. Als hij met heel zijn hart zal geloven zal het hem allemaal verlaten. Als u wilt geloven, goed. God zal het u toestaan.

     Kleine vrouw, die aan deze kant zit te bidden, heeft een maagkwaal. Zij heeft zoiets als schildklierafscheiding aan de maag. Ik ben een vreemde voor de vrouw. Het is een gezwel, water in de klieren. Ik denk dat men het schildklierafscheiding aan de maag noemt. Ik ken u niet, dame. U schijnt een gelovige te zijn. Zijn wij vreemden voor elkaar? Gelooft u dat ik Gods profeet ben? Kijk dan naar me. U bent niet hier vandaan. U bent uit Idaho. Dat is waar. Uw naam is mevrouw Smith. Keer terug naar huis. Het ding zal u verlaten, indien u het alleen maar wilt geloven, in de Naam van Jezus Christus. Gelooft u het?

123 Luister, toehoorders. Er was eens een kleine schaapherder door zijn vader uitgezonden om de schapen te hoeden. Een leeuw kwam binnen, pakte een schaap en nam het mee. Hij had niet erg veel om ermee achter hem aan te gaan, maar hij had geloof in God. Hij pakte een kleine slinger en ging er op uit en kreeg dat schaap en bracht het terug, omdat zijn vader dat schaap nodig had.

     Ik ben gewoon een kleine schaapherder. De Vader heeft mij hier naartoe gezonden. Kankers, ziekten en kwellingen hebben Zijn schapen gegrepen. Ik heb niet erg veel om u achterna te gaan; ik heb gebed en geloof, maar ik kom u achterna. Ik wil u vanavond terugbrengen naar de schaduwrijke groene weiden van goede gezondheid. Ik kom nu voor u in gebed. Gaat u mij geloven? Leg elkaar dan de handen op.

124 Er is geen onzeker geluid. Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen." Ook hier, er is hier heel veel ziekte. Ik heb u tegengehouden. Ik heb u tegengehouden, omdat u predikers en zangers bent. U bent geen... Denk niet dat ik niet weet wat u doet. Leg elkaar de handen op. Twijfel niet! Elke gelovige, bid niet voor uzelf, bid voor degene op wie u uw handen hebt gelegd. Hij bidt voor u. Bid op de wijze waarop u gewend bent te bidden. Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen die geloven volgen. Indien zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Er is geen onzekerheid over! Dit is een zeker geluid.

125 Hemelse Vader, kleine David van vroeger, hij wist dat de vader van die schapen hield en hij was verantwoordelijk voor ze, hoewel hij zijn stok moest nemen en ze terug in de rij moest duwen en ze soms een beetje hard moest slaan. Maar zij waren vaders schapen. God, een leeuw kwam op een dag binnen en pakte er één en hij ging er achteraan. U was met hem en bracht hem terug. God, ziekte, kwalen, kwellingen zijn binnengekomen en hebben sommige van deze kleine lammeren gepakt en hij heeft ze meegenomen om ze te doden. Ik kom vanavond tot u, Heer, en liet ze elkaar de handen opleggen, het zekere teken, waarvan God gezegd heeft, dat het de gelovigen zou volgen. Zij staken hun hand op dat zij gelovigen waren en wij komen ze terughalen.

     Satan, in de Naam van Jezus Christus, laat hen los. Laat hen gaan. In Jezus Christus' Naam beveel ik de duivel van ongeloof dit gebouw te verlaten.

126 Houdt uw handen op elkander. Het gelovige gebed zal de zieke redden. God zal hen oprichten. Houdt uw handen op elkaar; blijft bidden; blijft ingesloten met God. Het zal in orde zijn. O, sluit in met God, geen onzeker geluid. Die stem die u vertelt, die stem die tegen u spreekt, is God. Het is geen onzeker geluid.

     U, Pinkstermensen, behoort die stem van de Heilige Geest te kennen. Het is geen onzeker geluid. Dat is Zijn kracht die in u komt. Geloof het. Heb geloof in God. Gaat u er niet aan twijfelen! Twijfel er niet aan. Verbreek die sfeer van ongeloof om u heen. Laat de Heilige Geest bezit nemen.

     Heer, zalf deze zakdoeken voor de zieken en de gekwelden, in Jezus' Naam.

127 Terwijl u elkaar nog de handen hebt opgelegd, als er hier één is die nooit eerder geloofd heeft, die vanavond zijn geloof in Gods Zoon, in de tegenwoordigheid van de Heilige Geest, wil belijden... Ik zal u niet vragen naar het altaar te komen, ga slechts staan. Ga staan en zeg: "Ik wil vanavond mijn geloof belijden. Het was zeer zwak, maar nu ben ik gesterkt. Ik geloof Hem met heel mijn hart." Ga op uw voeten staan, ieder die deze belijdenis wil doen, zeg: "Ik geloofde vroeger niet, maar nu ben ik een gelovige." God zegene... als daar enigen van u zijn... Sommigen van u die daar opstaan... God zegene u, meneer. God zegene u, meneer. God zegene u, meneer.

     Nog iemand die opstaat en zegt: "Ik sta als een getuigenis"? O, wat zult u verlangen dat Hij zal staan voor u op die dag. "Die van Mij zal getuigen..." God zegene u. Nog iemand anders, ga op uw voeten staan en zeg: "Ik... mijn geloof is versterkt." God zegene u. "Nu, mijn geloof is versterkt." God zegene u. Ga staan en zeg: "Nu geloof ik. Ik wil iedereen laten weten dat ik geloof dat ik op dit moment in de tegenwoordigheid van Jezus Christus ben. Ik heb Zijn Woord gemanifesteerd zien worden. Ik geloof dat wij in de laatste dagen zijn. Ik sta hier als een getuige. Ik wil dat Hij goed voor me is en alles van mij wil wegnemen wat Hem mishaagt en mij volledig de Zijne wil maken."

     God zegene u, meneer. Nog een, nog een.

128 Kom, sta op, mannen, vrouwen. Hoevelen van u mensen belijden: "Ik ben fout geweest. Ik wil God nu nemen." God zegene u. God zegene u. God zegene u. God zegene u. Nu zijn het predikers en al die staan.

     God zegene u. Hierboven, overal waar u maar zijn wilt, boven op het balkon, ga staan en zeg: "Nu geloof ik. Ik accepteer het nu. Ik ben wat sceptisch geweest, maar nu geloof ik."

     Er is geen onzeker geluid. Christus redt zondaren. Christus stierf voor dat doel. Sta op. God zegene u. God zegene u. God zegene u, u, o, de hele groep, velen staan daar. God zegene u. Nog een? Blijf staan: "Ik geloof. Ik geloof. Ik aanvaard het nu. Zonder enige schaduw van twijfel geloof ik nu in de Zoon van God. Ik geloof nu dat wij in de laatste dagen zijn. Ik geloof nu dat ik in de tegenwoordigheid van Jezus Christus ben. Ik geloof nu dat Zijn Woord is bevestigd. Ik geloof het. Ik accepteer het." Sta op. Nog iemand?

129 Hemelse Vader, ik bid het gebed voor hen met heel mijn hart. Ik geef ze aan U. Zij zijn trofeeën van de boodschap. Zij zijn trofeeën van Uw bezoek, terwijl zij hier vanavond zijn en U onder ons zien wandelen en werken zien doen die nog niet zijn gedaan sinds de grondlegging der wereld tot op deze laatste dagen. Hier zijn ze. Ze zijn Uw kinderen.

     Ik beveel ze aan U, Heer. U gaf ze aan ons en wij geven ze aan U. In de Naam van Jezus Christus, waak over hen en wek hen op in de laatste dag. Ik mag misschien nooit in staat zijn hun handen hier op aarde te schudden. Maar wanneer de strijd voorbij is en de laatste bazuin heeft geklonken en de doden uit het graf zijn verrezen en de levenden tezamen met hen zijn opgenomen om de Here in de lucht te ontmoeten, moge ik dan gemeenschap met Jezus Christus en de Zijnen rondom de troon hebben en door de oneindige eeuwen heen, die nog komen. Sta het toe, Heer. Zij zijn de Uwe, in de Naam van Jezus Christus. Amen.

130 Allen die hen welkom willen heten in de gemeenschap van Jezus Christus, gaat bij hen in de buurt opstaan en schudt hun de hand. Sta vlak naast hen op, schud ze de hand en zeg: "Welkom, broeder. Welkom, zuster. Welkom in het Koninkrijk van God." Amen. Wonderbaar. Dat is goed. God zij geprezen!

     Zoek nu een goede kerk op, word gedoopt en roep de Here aan om de Heilige Geest. Laten we nu allen onze handen tot God opheffen en zingen: "Ik houd van Hem, ik houd van Hem, omdat Hij mij eerst liefhad."

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,
En mijn redding verwierf,
Op Golgotha's kruis.

     Voelt u zich goed? Zeg: "Amen." Voelt u zich hier helemaal gereinigd in de tegenwoordigheid van de Heilige Geest? Laten we, terwijl wij het nu opnieuw zingen, de hand schudden met iemand die naast u – aan beide kanten – voor u en achter u staat, terwijl we het nu opnieuw zingen.

Ik heb Hem lief...