Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

De gestalte van een volmaakt mens

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Neville. De Here zegene u. Het is fijn deze morgen weer terug te zijn in de Tabernakel. Een genadevolle goede morgen aan u allen. En ik vertrouw dat dit een grote dag zal zijn voor ons allemaal, in de tegenwoordigheid van onze Heer.

     En nu, ik heb voor deze morgen een les. Ik wil rechtstreeks op deze les ingaan, omdat ik denk dat het belangrijk is. En om te voorkomen dat de mensen ontstemd raken, weet u (ze moeten lang blijven en velen staan), zal ik regelrecht met de les beginnen.

2 Vanavond wilde ik spreken over het onderwerp van De Gids van mijn leven. En ik hoop dat velen die kunnen... zoveel als er kunnen, voor die gelegenheid vanavond aanwezig zullen zijn. Als u echter zelf een gemeente hebt, willen we natuurlijk dat u in uw eigen gemeente bent. Dat is uw plicht, om daar te zijn waar uw post van plicht is, om uw licht te laten schijnen.

3 Nu, we blijven hopen iedere keer als u terugkomt, dat we hier wat meer ruimte hebben. Maar we hebben aan alle kanten moeilijkheden gehad. De beheerders hebben beslist alles omgespit. Zij stuurden het op naar een bepaalde plaats, men stemde toe, dan stuurden zij het op naar een andere plaats en zij keurden het af en stuurden het terug. zij keurden het hier goed en terug... O, wat hebben we een tijd gehad! Maar u weet, dat Satan altijd een strijder is tegen dat wat goed is. Onthoud dit, u bent altijd goed...

4 Ik vraag me af waar je zat, Anthony, ik zag je niet... Ik ontmoette je vader, en ik keek uit over het gehoor. Hij zei dat je daar zat. Wij zijn blij jou en je vader hier bij ons te hebben - broeder Milano uit New York. Ik hoop... wanneer ik deze keer overzee ga, dat ik weer een "vertrekpunt" kan krijgen vanuit New York, vandaar uit misschien, als de Here wil.

     En we zijn heel blij met een ieder van u. Heel fijn dat u hier ben. En we hadden gisteravond een geweldige tijd, tenminste, ik had het, met Jesaja in de Tempel.

5 ... En vanmorgen willen we spreken over het onderwerp, of onderwijzen, liever gezegd, als we kunnen, "Het bouwen van de levende tabernakel van de woonplaats van de levende God: De volmaakte mens." - de levende tabernakel van de levende God, waarin Hij woont.

6 Ik heb begrepen, dat zij hier van die goede zangers hebben en ik heb ze niet te horen gekregen. Vanavond wil ik proberen hier op tijd te zijn. Mijn vrouw heeft mij verteld over een broeder Ungren, (ik geloof dat dat zijn naam was) uit Tennessee. Nu, hij was gisteravond hier. Ik zie hem deze morgen niet, maar ik veronderstel, dat hij hier ergens is. En ik zou hem graag vanavond willen horen zingen, als ik kan, of (Nederdalend vanuit Zijn heerlijkheid) of (Hoe groot zijt Gij). Dat zou ik graag willen horen.

     Hoevelen zouden broeder Ungren willen horen zingen? O, ik houd van goed zingen. En Meda zei, dat hij een soort bariton is, en dat herinnert mij aan onze broeder Baxter. Hij is ook een zanger, zoals wij allen weten. of

     Ik geloof dat ik hem daar nu ontdekt heb... Is dat in orde, broeder Ungren, vanavond, als u wilt? Als u tot zolang blijft. Gaat u proberen te blijven voor de dienst van vanavond? Wel, ik vertel u, hoe zou u het vinden als we... Ik wil niemand iets opdringen, maar waarom zou hij het eigenlijk niet willen, gedurende de tijd dat wij de "Zeven Zegels" prediken, als u zou komen? Ik zou het van de band willen overnemen, ziet u, om het te krijgen: en ook op die tijd?

     O, is het niet wonderbaar om de Heer te dienen? Ik weet niet wat ik zou doen als ik geen Christen was. Het is gewoon zo goed om een Christen te zijn. Ik voel me gewoon of ik op en neer kan springen en schreeuwen uit alle macht. Om een Christen te zijn - denk daar aan. Alles is verankerd in Christus!

7 Ik weet dat ik deze man z'n naam iedere keer verkeerd uitspreek - het is of "S.T.", of "T.S.", of iets dergelijks. Sumner, broeder Sumner. Ik wil hem en zijn dierbare kleine vrouw bedanken. Ik denk, dat zij ongeveer, zoiets van zes maanden heeft besteed aan het uittypen van deze "Zeven Gemeentetijdperken", en nu hebben wij het hier uitgetypt gekregen, klaar om te worden nagekeken en gedrukt te worden - de "Zeven Gemeentetijdperken."

8 Zuster Sumner, waar u ook bent, u moet ons daar zeker voor laten betalen. Dat kostte heel wat werk. Wel, het is zo dik. Het zou mij ongeveer zes maanden kosten om het door te lezen, laat staan om het van de banden over te nemen en het dan door te nemen en de herhalingen eruit te laten en er een boek van te maken. We zullen het klaar maken en het snel naar de drukker sturen, want we denken dat het iets is, wat de mensen snel in handen zouden moeten krijgen, zodat u het kunt bestuderen. En Billy liet mij zojuist zien, toen ik een paar minuten geleden achterin binnenkwam, dat het nu klaar was om naar de drukker te gaan.

     Dus zuster, de tabernakel zal u daarvoor betalen. Ik verwacht niet, dat u dat voor niets doet. Misschien kunnen we, als we het boek hebben, er een prijs voor vragen, of iets dergelijks, wij vragen een prijs, waarvan u steeds iets krijgt als zij het verkopen, wat het ook mag zijn. Spreekt u er met de beheerders over, de raad van beheerders en enigen die er mee te maken hebben en zij zullen er voor u voor zorgen. De Here zegene u in het bijzonder.

9 Kleine oude broeder en zuster Kidd zitten hier, (iets onder de honderd, slechts een klein beetje). Ik ontmoette haar enige tijd geleden en ze zei: "Wel, misschien is dit wel de laatste keer, dat ik je te zien krijg, broeder Billy", ze zei: "ik word zo oud."

10 Ik zei: "O my! Ik wil niet horen dat u dat zegt." Ze zijn net een oude moeder en vader. Wij houden van broeder en zuster Kidd, iedereen. Het doet me gewoon iets, als ik ze de kerk zie binnenlopen, zo'n klein bejaard stel, en bedenk, zij waren het Evangelie al aan het prediken, voordat ik was geboren, en ik ben een oude man. Ja. Bedenk eens, zij waren aan het prediken, voordat ik was geboren. En hier ben ik nu. Ik begin te denken: "Ik word zo oud", en denk er over om er mee te stoppen; en ik zie broeder en zuster Kidd binnenkomen: "Glorie aan God!" Ik zeg: "Niets ervan, ik voel me goed." Jazeker.

11 Om hen te zien, hoe zij kunnen... hoe zij je echt inspireren. Dan besef je, dat zij met ongeveer mijn leeftijd erbij, nog steeds op het veld gaan. Kwamen deze morgen hierheen en vroegen om boeken - zodat zij boeken konden meenemen om ze te verkopen. Ze wilden banden, zodat zij ermee konden uitgaan om zielen te winnen door deze banden af te spelen - op bijna honderdjarige leeftijd. Nu, waar zijn uw twee vleugels, waar wij de vorige avond over spraken? Ja, ik begin erover te denken: "Waar zijn de mijne?"

12 "Hoe oud bent u, zuster Kidd? [Eenentachtig] Hoe oud bent u, broeder Kidd? [Tweeëntachtig] Eenentachtig en tweeëntachtig jaar oud en nog steeds gebruiken zij hun vleugels in actie, nog steeds bezig.

13 Als er maar iets verkeerd gaat in Ohio, waar zuster Kidd iets over weet, gaat thuis de telefoon. Onlangs belde ze op en er was een kleine baby geboren (ik geloof dat het een meisje was) en de ingewanden waren buiten het lichaam - de blaas aan de buitenkant van de baby. En de dokter wist niet wat hij er aan moest doen en hij was bevreesd om de operatie te ondernemen. Wij baden... [Zuster Kidd vertelt vanuit de zaal over het geval]... deed de darmen terug tijdens een operatie en dacht dat het niet kon leven. Maar het overleefde. Had toen geen doorgang bij het rectum om het voedsel erdoor te laten. Zuster Kidd belde opnieuw. Wij baden opnieuw en nu heeft het een normale doorgang.

     Hier is zij als een getuige, de dokter eveneens. Het is een getuigenis dat de Here Jezus, de grote Schepper... Ziet u, wat Satan probeerde te doen? Het leven van die baby af te snijden. En daarna, ziet u, daarna kwam de dame, geloof ik, terug tot de Here. Zuster Kidd leidde haar terug tot Christus, nadat dit grote wonder voor haar baby gebeurde.

14 Gisteren kreeg ik een telefoontje uit Californië, een kleine broeder prediker, waar ik jaren geleden mee optrok, toen ik voor het eerst naar Californië ging. Zijn kleinzoontje was geboren met vier... drie hartkleppen die gesloten waren. En ik vertelde hem van dat geval. En ik zei: "De God die dit andere kon scheppen en het in orde maken, kan beslist ook uw kleinzoon genezen. Vertel de jongen om goede moed te hebben."

     En de jongen was in de samenkomst, toen ik hem voor het eerst ontmoette in Californië - ongeveer achttien jaar geleden nu... zestien jaar geleden was het - en ik was in Californië en de samenkomst had zo'n invloed op die jongen, dat toen zij de baby kregen en het geboren was, en zij zagen dat er iets verkeerd was...

15 Het was blauw, en ze probeerden er zuurstof in te pompen, enzovoort, en het zag er niet naar uit dat het zou overleven. De dokters onderzochten het toen en ontdekten dat er drie van z'n hartkleppen dicht zaten - totaal geen opening, zie - slechts één klep pompte.

     En hij belde z'n vader op en zei: "Pa, bel meteen broeder Branham. Zeg hem: 'Vraag slechts Christus; Hij zal het doen'." Dat is het. O my. Invloed - wat zij zien. Zie, waar gisteravond over werd gesproken: het juiste ding op de juiste tijd.

     Wel, we praten maar door en zo zullen we nooit aan de les toekomen, is het niet? Het is net als stroop op een koude morgen - net zo dik als het maar kan zijn, weet u, en alles kleeft aan elkaar. Wij zijn erg gelukkig om een gemeenschap als deze te hebben. Jazeker.

     Nu dus, laten we kalm worden en tot onze les komen. Nu, ik ga... misschien... Ik weet niet of u dat kunt zien op het schoolbord of niet. Misschien als ik dat omhoog zou zetten, over een paar ogenblikken, wel, dan kunnen we ... iemand om te... Wat zeg je? (Doc zegt: "Wil je een spotlight?") Nee, ik denk het niet, op dit moment, Doc, misschien straks. We zullen dat doen. Als ik er... Heb je een licht hier? Goed. Laten we het daar op richten. Kunt u het zien achteraan? Als u het kunt zien... steek uw hand op, als u het bord kunt zien, kunt lezen. Niet? Goed, haal het licht.

     Nu, terwijl zij dat in orde maken... Ik ben deze ochtend laat begonnen.. Nee, nee, ik ben ongeveer vijftien minuten aan de vroege kant. Laten we nu dus onze tijd ervoor nemen, want we willen niet gehaast zijn. Nu, als je gehaast wordt, zal je de dingen die je wilde zeggen alleen maar ruïneren. Onlangs luisterde ik naar een band, zoals ik u vertelde, en ik werd zo beschaamd over mezelf. Niet over wat ik zei, maar de manier waarop ik het zei - te snel. Het toppunt van nervositeit. Ik heb het gevoel dat ik moet wachten...

16 Onlangs zag ik een plaats, waar zij een grote dierentuin gaan bouwen, hier in het midden van Louisville. En meneer Brown (geloof ik) was daarheen gekomen en bood de dierentuin $ 1.000.000 aan. Wel, als ik het had, zou ik het bijna aan hen geven om deze dieren los te laten. Ik geloof er niet in, om welk dier dan ook op te sluiten. Ik ga de dierentuin in en zie die arme, oude dieren - beren en leeuwen en zo, heen en weer lopen, levenslang gevangen, ziet u. Het maakt dat u zich slecht voelt. Tenslotte zijn zij gevangen genomen door de intelligentie van een mens, die knapper is dan zij. Zie, en men vangt ze en zet ze in gevangenschap.

17 Nu, ik denk dat de duivel zoiets dergelijks doet. Hij neemt dierbare mensen, die in Gods grote plaatsen en velden en dergelijke zouden moeten rondzwerven en brengt hem dan in een gevangenis van één of andere denominatie, of een bepaalde leer, of zoiets, en bindt hem daarin vast. Wat een afschuwelijke zaak is dat.

     En ik houd niet van dierentuinen. Maar ik voel me ongeveer net als één van deze dieren, wanneer je helemaal bent opgesloten en probeert los te komen, weet u, om er uit te komen om iets te doen.

     Voordat wij tot het Woord naderen, laten we tot de Auteur van het Woord naderen, terwijl wij onze hoofden buigen voor gebed.

     Onze genadige hemelse Vader, wij zijn deze morgen opnieuw tezamen gekomen in de Naam van de Here Jezus, Uw dierbare Zoon. God in menselijk vlees kwam naar de aarde voor de verzoening van onze zonden, en is gestorven - de Rechtvaardige - zodat wij die onrechtvaardig zijn, door Zijn rechtvaardigheid, in Hem volmaakt mogen worden.

18 Wij komen belijden Here, dat wij onwaardig zijn. Er is geen goed aan ons. En we zitten allemaal in één grote gevangenis. Ongeacht in welke hoek wij staan, we zijn nog steeds allemaal in de gevangenis. De één kan de ander niet helpen. Maar God kwam in Zijn oneindige genade naar omlaag en opende de gevangenisdeuren om ons vrij te laten. Wij zijn nu niet meer opgesloten. Wij zitten niet in de dierentuin van de wereld, maar we zijn nu vrij; we zijn er buiten.

19 O, hoe hebben we Hem lief, en aanbidden we Hem! Hoe kunnen wij wandelen door de grote velden van Zijn belofte en Hem voor ons, voor onze eigen ogen gemanifesteerd zien worden; zien hoe de grote God van de eeuwigheid Zichzelf voor ons ontsluiert en Zichzelf werkelijk maakt, zoals Hij deed bij de profeten vanouds; waarvan wij weten, dat zij rusten met de verzekering, dat wij op een dag, nadat dit leven voorbij is en de opstanding komt, opnieuw zullen terugkomen met Eeuwig Leven, dat nimmer zal ophouden.

     Onze lichamen zullen niet oud worden en we zullen nooit sterven. En we zullen nooit hongerig zijn en we zullen aan niets gebrek hebben. Maar we zullen met Hem wandelen. We willen Hem horen zeggen: "Ga binnen in de vreugde des Heren, die voor u is bereid sedert de grondlegging der wereld."

20 Terug in de toestand die er was, voordat de zonde was binnengekomen. Wat had Hij voorbereidingen getroffen, zoals voor Adam en Eva, zodat zij nooit ziek hoefden te zijn of problemen hoefden te hebben. En nu maakte Hij het voor ons en Hij wist van te voren dat wij zouden komen. Zonde vormde de grote blokkade. En nu is de zonde weggenomen door het Bloed van Jezus. Nu zijn wij op weg naar het beloofde land, door de belofte van God, die eeuwig is.

     Zegen ons nu, Vader, als wij Uw Woord bestuderen. Wij willen weten welk soort mensen we moeten zijn, om daar te kunnen komen. Help ons vandaag in deze onderwijzing, zodat wij de grote Meester Onderwijzer bij ons mogen hebben, de Heilige Geest, opdat Hij zal komen en Zichzelf aan ons zal openbaren door Zijn Woord. Want wij vragen het in Zijn Naam en voor Zijn glorie. Amen.

21 Nu, ik zou eerst willen dat u met mij II Petrus opslaat, het eerste hoofdstuk, en ik wil daarvan een Schriftgedeelte lezen: II Petrus, het eerste hoofdstuk. En tot u, die potlood en papier hebt, ik geloof dat mij deze morgen werd verteld, dat ik te zacht spreek voor de band als ik mijn hoofd wegdraai. Het is echt niet mijn bedoeling om dat te doen, en ik denk dat wij eens moeten bedenken hoe wij aan een zaal-microfoon kunnen komen, om hem hier aan het plafond te hangen... Het doet er dan niet toe waar je staat, je bent precies... het zou overal precies in orde zijn. Gewoon een microfoon aan het plafond.

     Als u deze schets wilt natekenen, terwijl ik spreek, of als u het na de dienst wilt doen, ik heb het hier ook uitgetypt. Ik zal het hier vooraan met een punaise vastmaken, als u het eens wilt doen (kom dan vanmiddag wat vroeger, opdat wij het zullen begrijpen).

22 Wij komen nu aan bij de Zeven Zegels. Wij zijn zojuist geëindigd met de Zeven Gemeentetijdperken. En dit is een boodschap om te onderwijzen hoe iemand binnen getrokken wordt, die zal worden gered door het Bloed van de Here Jezus en die in dat gemeentetijdperk zal zijn, dat eeuwige gemeentetijdperk aan het einde van de Zegels.

     Nu, we weten dat wij zeven bazuinen hebben, zeven plagen, schalen, enzovoort, waar wij op in zullen gaan in de komende tijd. We wachten echter op meer ruimte, zodat de mensen kunnen zitten.

23 En ik dacht, dat dit zou aansluiten bij wat ik verwachtte... Ik was eerst niet van plan om deze schets te tekenen, maar enkele dagen geleden was ik bij enige van mijn dierbare vrienden, de familie Cox in Kentucky. Ik ging erheen, omdat ik dacht nog een extra dag te nemen om op eekhoorntjes te jagen voordat het seizoen sloot. En ik was daar in de bossen met mijn vriend Charlie, die daar staat en zijn broeder Rodney. En ik zag zelfs geen enkele eekhoorn. Ik denk dat ik ze allemaal op de vlucht heb gejaagd, toen ik daar in de bossen begon te juichen.

24 Dit is wat tot mij kwam, jongens, en zuster Nellie en Margie, toen ik jullie vertelde, dat ik er zondag over zou spreken. Dit is wat tot mij kwam over een boodschap, waar ik over zou spreken. En hoe de rest ervan er precies bij paste! En o, ik houd daarvan; ik had daar een echte, echte jubelgeest in de bossen.

25 Laten we nu II Petrus, het eerste hoofdstuk lezen, een gedeelte er van.

     Simon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus:

     Ik houd van de manier waarop het daar wordt gesteld, omdat mijn hele onderwerp vanmorgen is gebaseerd op geloof. Laat mij dat opnieuw lezen; luister aandachtig.

      Simon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus:

26 Merk op, hij zegt: "Ik heb dit geloof verkregen en ik richt dit tot hen die een even kostbaar geloof hebben verkregen." Het is niet gericht aan de buitenwereld; dit is aan de Gemeente, hen die in Christus zijn.

     Genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus, onze Here.

     Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, (Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles), wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en macht;

     Door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor (deze beloften) deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur,...

     Laat dat nu echt diep inzinken. We gaan vanmorgen niet prediken; we gaan deze les over de goddelijke natuur onderwijzen. Laat mij dat vierde vers opnieuw lezen, zodat u het niet zult missen:

      Door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor (deze beloften) deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.

27 Ziet u, de wereld: daar zijn wij nu aan ontkomen. Hij richt dit aan de Gemeente. Daarvoor zijn wij vanmorgen hier, om uit te vinden wat de weg is; wat zijn Gods vereisten? Er is hier geen persoon die God liefheeft, die niet meer gelijkvormig wil worden aan Christus - hier wordt het uitgelegd - iedere Christen.

28 Ik ben een oudgediende. Kijk hier naar broeder en zuster Kidd, misschien zijn zij de oudsten in het gebouw. Maar vraag hun: "Wat is uw hartsverlangen?" Het zal zijn: "Dichter bij God." Als u Christus leert kennen, is er iets met Hem, dat zo lieflijk is, dat je wilt proberen in Hem te komen. Excuseer mij voor deze opmerking. Ik vertelde mijn vrouw hier niet lang geleden (we worden allebei oud...) en ik zei tegen haar: "Houd je nog steeds van me, zoals je vroeger deed?"

     Ze zei: "Dat doe ik zeker."

29 En ik zei: "Weet je, ik houd zoveel van je, dat ik wou, dat ik je als het ware kon nemen en binnenin mij trekken, zodat wij werkelijk één konden zijn."

30 Nu, vermenigvuldig dat met honderdmiljoen en dan zult u ontdekken hoe de gelovige, die liefde opvat voor Christus, in Hem wil komen, want het is een liefdesaffaire. En hier gaat Hij ons aantonen hoe wij, door deze beloften, deelgenoten kunnen worden aan de goddelijke natuur van Christus - deze sterfelijke lichamen, hoe wij deelgenoten kunnen zijn.

31 Ik zou hier iets willen zeggen. De reden dat ik geloof... Nu, niet lang geleden had iemand mij helemaal verkeerd begrepen. Ik kreeg een brief van de Predikersvereniging, waarin werd gezegd, dat ik geloofde dat wij één-van-ziel moesten zijn. En wij moesten onze partner verlaten als wij niet één-van-ziel met elkaar waren, om met een ander te trouwen, waarmee wij één-van-ziel waren. O my!

32 Ik zei: "Ik ben niet schuldig aan een dergelijke ketterij." Daar ben ik altijd tegen geweest. Daar geloof ik niet in. Zeker niet. Ik geloof, dat God ons een partner geeft. Dat is waar. En dan worden we deel van elkaar. Zo is het. En voordat een man gaat trouwen, zou hij over deze dingen moeten nadenken; het bestuderen.

     Een jongeman vroeg mij onlangs: "Denkt u dat ik zou kunnen trouwen met dat bepaalde meisje?"

     Ik zei: "Hoeveel geef je om haar?"

     Hij zei: "O my, ik houd heel veel van haar."

     Ik zei: "Wel, als je niet zonder haar kunt leven, dan kun je beter met haar trouwen. Maar als je zonder haar kunt leven, zie er dan maar van af. Maar als het je zou doden, kun je maar beter doorgaan en gaan trouwen."

33 Wat ik dus tot hem wilde brengen, is dit: als je haar zozeer liefhebt... Nu, voordat je bent getrouwd is alles koek en ei, maar nadat je bent getrouwd, beginnen de moeiten en problemen van het leven binnen te komen. Dan komt het er op aan dat je elkaar zo liefhebt, dat je elkaar begrijpt. Wanneer je in haar bent teleurgesteld, of zij is teleurgesteld in jou, dan begrijp je elkaar nog steeds.

34 Op die manier is het met Christus. Zie, we moeten zoveel van Hem houden, dat, wanneer wij om iets vragen en Hij het niet aan ons geeft, het ons niet in het minst van ons stuk brengt. Ziet u, waarom? En de enige manier waarop u dit kunt doen, is door deelhebbers te worden aan Zijn goddelijke natuur, dan zult u de reden begrijpen waarom Hij dit niet aan u kan geven. Deelhebbers aan Zijn goddelijke natuur.

35 Kijk dan hier: "...ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst", er aan ontkomen. Ziet u, aan wie het is? Het is aan de gemeente. Degenen die in Christus zijn, zijn boven deze dingen verheven. Hij verheft zichzelf niet, maar Christus bracht hem omhoog.

     Wat u betreft, mijn gekleurde broeders en zusters die deze morgen aanwezig zijn... Ik bedoel dit niet om u te kwetsen, maar ik was enige tijd geleden in een samenkomst (ik weet niet of ik dit al eens in de Tabernakel heb gezegd, ik vertelde het op vele plaatsen), er was een gekleurde zuster, die zei: "Zou ik een getuigenis kunnen geven, of getuigen?"

     "Zeker, zuster, ga uw gang."

36 Ze zei: "Ik wil dit getuigenis afleggen voor de glorie van God." Ze zei: "Weet u, ik ben nog niet wat ik behoor te zijn" en ze zei: "ik ben nog niet wat ik wil zijn, maar", zei ze, "één ding is zeker: ik ben niet meer wat ik vroeger was."

37 Ziet u, zij was ergens vandaan gekomen. Zij was hogerop gekomen. Op die manier weten we, dat we zijn overgegaan van dood in leven. We kijken terug naar de put waar wij uit gegraven zijn. Zie, we zijn niet wat we willen zijn; we zijn zelfs niet wat we behoren te zijn; maar er is één ding waar wij dankbaar voor zijn: dat wij niet meer zijn wat we vroeger waren. Juist. We zijn op weg en zijn ontkomen aan het verderf van de wereld - zijn dat ontkomen - de lust en het verderf van de wereld. U staat daar boven.

     Nu, dat is het soort persoon waar Hij tegen spreekt - de persoon die aan deze dingen ontkomen is - het verderf van de wereld.

      Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde jegens allen.

38 Nu, Hij heeft ons hier de richtlijn gegeven om iets te doen; om te weten hoe het te doen. Nu, zoals ik zei, wij proberen allemaal dichterbij God te komen. Om die reden koos ik vanmorgen deze boodschap voor de gemeente, omdat ik weet dat de mensen ver moeten reizen... Gisteravond zei ik: "Hoevelen zijn hier van buiten de stad?" Ongeveer achtennegentig procent van de mensen waren van buiten de stad. "Hoeveel zijn er hier van honderd mijl ver?" Wel, ik denk dat het meer dan tachtig procent was. "Hoeveel zijn er hier van meer dan vijfhonderd mijl ver weg?" En bijna eenderde van de mensen hier waren vanaf honderd... vijfhonderd mijl ver gekomen. Denk er aan. Aan de mensen die reizen.

39 Wel, deze mensen komen niet van zo ver naar de kerk om te worden gezien. Er is geen... de buitenwereld zou geen enkele schoonheid ontdekken aan deze plaats. Het zijn allemaal gewone mensen, arm, normaal gekleed. Er zijn geen geweldige kerkliederen van een zogenaamd kerkkoor, pijporgels en enige gebrandschilderde ramen. Je moet moeite doen om een plaatsje te krijgen op een bank en langs de muren staan.

40 Ze komen niet voor zoiets dergelijks. Maar zij komen omdat iets binnenin hen een schoonheid ziet, die het natuurlijk oog niet ziet. Het is het geestelijk oog, dat de schoonheid van Christus opmerkt. Om die reden komen zij.

41 Dagen voordat wij de dienst hebben bid ik voortdurend, ga de bossen in, neem mijn boekje mee, zeg tegen mijn vrouw: "Ik ga deze morgen op eekhoorntjes jagen." En ik doe een potlood en een bloknootje in mijn zak. Zodra het licht genoeg is om te kunnen zien, zit ik ergens tegen een boom, handen omhoog in de lucht en zeg: "Here, wat kan ik vandaag doen? Wat wilt U mij geven voor Uw kinderen?"

42 Als ik dan iets aanraak, dat van binnen schijnt te branden, komt er iets aan zoals dit: als Zijn tegenwoordigheid dichterbij komt, begin ik iets te horen dat als het ware van heel veraf komt, iets dat ongeveer zo gaat:

     Twee....maal....twee....is....vier; (dichterbij)

     Twee...maal...twee...is...vier;

     Twee..maal..twee..is..vier;

     Tweemaal twee is vier;

     [Broeder Branham spreekt iedere keer sneller als hij deze zin benadrukt] steeds maar weer en weer en weer. Het is Zijn tegenwoordigheid die naderbij komt.

43 Geef uzelf over, en na een poosje kom je los van jezelf. Daar komt het visioen: "Ga naar zo'n-en-zo'n plaats en naar zo'n-en-zo'n ding." Zie, het begint met mediteren - uw gedachten op God, weg uit de wereld, bij de wereld vandaan in de wildernis, op jezelf. Dan begint het te komen: "Eén... Eén..." Ik zeg een nummer of zoiets, iets begint geleidelijk; flauwtjes zet het in.

44 Dan komt het sneller, sneller. Je zit daar en heft je handen op; zegt geen woord. Houdt je handen slechts omhoog in de lucht. Weet u, het eerste is, dat je hele wezen wordt opgenomen. Dan zie je dingen die Hij wil dat je weet, toont je dingen die zullen gebeuren.

     Soms komt het tot op een punt, tot een bepaald punt en dan stopt het. Het gaat niet over in een visioen. Dan beginnen Schriftplaatsen tezamen te vloeien. Ik grijp mijn potlood, zodat ik het niet zal vergeten en schrijf het op. Schrijf het op en als ik thuiskom, kijk ik het na en bestudeer het; en soms begrijp ik er niets van als ik het nakijk.

45 Dan komt het na een poosje; het treft me en het begint opnieuw! Dan pak ik een boekje zoals dit en begin zo hard als ik kan op te schrijven, wat Hij mij vertelt. Ik dacht: "Here, ik ga naar de Tabernakel en vertel hun: "Kom hierheen, ik heb iets voor hen." Op die manier komt het. Precies. Totdat Hij het mij eerst geeft, kan ik het niet uitgeven.

     Het is dus vanaf deze kleine notities waarop u mij ziet kijken; en dit waarmee ik begon, dit gedeelte hier, kreeg ik niet tot op een paar dagen geleden in de bossen.

46 Nu, deze mensen zijn... Petrus zei hier, hoe wij deelhebbers moeten zijn aan Zijn goddelijke natuur. Nu, ieder van ons probeert op te groeien in het beeld van God.

47 Nadat wij door de Zeven Zegels zijn heen gekomen... Ten tijde dat de Zeven Zegels klinken, of losgemaakt worden... Natuurlijk weten wij wat een zegel is; het is om een bediening los te laten, om Zeven Zegels los te maken. En we zullen dat direct op de kaart zien. Het is om een boodschap los te laten, iets wat is verzegeld.

48 Afgelopen zondagavond predikte ik over De Sleutel, en de sleutel is geloof. Het geloof houdt de sleutel vast, de sleutel is de Schrift, en Christus is de Deur. Dus, geloof neemt de kleine scharnieren van de Schrift en ontsluit de glorie en goede dingen van God, om aan Zijn volk te geven. Dus, geloof houdt de sleutel vast, die Christus voor het volk ontsluit. Het maakt open; openbaart het. Vandaag proberen we diezelfde sleutel te nemen om de weg te nemen om een deugdzame Christen te worden, in het beeld van God en een levende Tabernakel te zijn waar de levende God in kan wonen.

49 Onthoud, God openbaart Zichzelf op drie manieren. De eerste keer dat Hij Zichzelf openbaarde was in een Vuurkolom. Dat werd het Vaderschap genoemd. Toen werd diezelfde God gemanifesteerd in Jezus Christus. Voor wie Hij een lichaam bereidde - maakte dit lichaam. Ten derde, door de dood van dat lichaam, heiligde Hij een Gemeente, waarin Hij kan wonen. Het was God boven ons; God met ons; God in ons, dezelfde God. Om die reden werd het Vader, Zoon, Heilige Geest genoemd. Niet drie goden - drie bedieningen van één God.

     Als zij dat op het Concilie van Nicea slechts hadden bedacht, zouden we niet in zo'n verwarring zijn terecht gekomen, is het niet? Geen drie goden.

50 De mensen konden niet begrijpen hoe Jezus tot de Vader kon spreken en dat Hij en de Vader één waren. Wel, dat is de kern van de zaak. Zeker, het ontvouwt zich, beslist. Ziet u, het zijn geen drie goden - drie bedieningen. Wat is het? God daalt af naar Zijn schepping.

51 God wil aanbeden worden. Het woord 'god' betekent voorwerp van aanbidding. En God probeert Zijn volk in zo'n gesteldheid te brengen, dat Hij uit hen kan krijgen, waarvoor Hij ze geschapen heeft. Hij heeft u nooit anders gemaakt dan om een zoon en dochter van God te zijn. Als u dat hebt gemist (om een zoon en dochter van God te zijn) hebt u het doel gemist. Het woord z-o-n-d-e betekent: het doel missen. Het doel missen.

52 Als ik op een schietschijf schiet, er een kopspijker in drijf vanaf vijftig meter afstand en ik schiet - neem mijn geweer en schiet, en ik mis het op tien of twaalf centimeter, wat is er dan gebeurd? Mijn geweer moet worden bijgesteld. Er is iets verkeerd. En als ik geloof in God mis, als ik het mis om een Christen te zijn... God plaatste u hier om een Christen te zijn, en als je naar één kant afbuigt, kom dan terug en wordt bijgesteld. En er is slechts één ding dat u kan bijstellen, dat is de Schrift. De Heilige Geest in de Schrift stelt u bij. Brengt u weer regelrecht terug naar het doel.

     Nu gaan we Zijn Woord bestuderen.

53 Stefanus zei in Handelingen 7 en ook in... Laten we dat lezen. We spreken over... We spreken nu over een tabernakel van God. Stefanus zei - betreffende een levende tabernakel van de levende God - Stefanus zei in Handelingen, het zevende hoofdstuk, en ik geloof dat het in Handelingen 7 is, ongeveer te beginnen bij het vierenveertigste vers:

     De tent der getuigenis hadden onze vaderen in de woestijn, zoals Hij het geboden had, die tot Mozes zeide, dat hij haar moest maken naar het voorbeeld, dat hij gezien had.

     Onze vaderen namen die over en met Jozua brachten zij haar verder, bij de onderwerping van de heidenen, welke God heeft verdreven voor onze vaderen, in het land, tot de dagen van David.

     Deze heeft genade gevonden bij God en gevraagd een woonstede te mogen vinden voor de God van Jakob.

     Maar eerst bouwde Salomo Hem een huis.

     De Allerhoogste echter woont niet in wat men met handen maakt, zoals de profeet zegt: de hemel is Mij ten troon, en de aarde een voetbank mijner voeten. Wat voor een huis zult gij Mij bouwen, zegt de Here, of wat is de plaats mijner rust?

54 Natuurlijk is er in de tabernakel een plaats waar wij kunnen rusten, verfrist worden, enzovoort, zoals uitrusten tijdens de slaap, enzovoort. Nu, in Hebreeën 10, het vijfde vers, brengt Paulus het naar voren.

     Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer (dat is Christus), Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid;

55 Wat is de tabernakel nu? Een lichaam. God getabernakeld in een lichaam.

56 God wilde... eenmaal daar boven; toen Hij op de berg neerdaalde, moest zelfs een stier of een koe die de berg aanraakte, worden gedood. God is heilig. Gisteravond spraken wij over deze engelen, die hun aangezicht bedekten - heilige serafs met heilige aangezichten - die zelfs niet weten wat zonde betekent, en zij moeten hun aangezicht bedekken in de tegenwoordigheid van God, hun voeten bedekken met nederigheid.

57 Nu, een heilig God zou geen zonde door de vingers kunnen zien. Dus niets kon de berg aanraken, waar God was. Daarna werd God vleesgemaakt en woonde onder ons in de vorm van Jezus Christus, Zijn Zoon - Zijn schepping. Toen gaf die Zoon Zijn leven, en de bloedcel van God werd gebroken, zodat het Leven uit het bloed tot ons zou kunnen komen.

58 Door dat Bloed zijn wij gereinigd en ons bloed, ons leven (hetgeen gekomen is door samenleving uit sexueel verlangen, hetgeen ons leven in de wereld bracht) wordt gereinigd door het Bloed van Jezus Christus; het verandert onze natuur, door de Heilige Geest op ons te zenden. Dan verkrijgen we de goddelijke natuur van God; dan worden we een woonplaats voor God.

59 Jezus zei: "In die dag zult gij weten, dat Ik in de Vader ben, en de Vader in Mij; Ik in u en gij in Mij." Weten, op welke manier God in Zijn gemeente is.

     De gemeente wordt nu verondersteld om de plaats van Christus in te nemen, door Zijn bediening voort te zetten. "Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer; maar gij zult Mij zien, want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot aan het einde der wereld." Daar staat het, hoe Zijn werk moet worden voortgezet.

60 Nu, God... De Bijbel zei hier, dat Stefanus sprak over Salomo die een tempel bouwde, en de Allerhoogste woont niet in tempelen met handen gemaakt. Want: "De hemel is Mij ten troon, en de aarde een voetbank mijner voeten. Of wat is de plaats mijner rust, want een lichaam hebt Gij Mij bereid." Amen! Dat is het. "Een lichaam hebt Gij Mij bereid."

     God woont in de gestalte van een mens; reflecteert Zichzelf in dat wezen: volmaakte aanbidding. God in ons, die Zijn tabernakel zijn; God Die Zichzelf manifesteert. O, we zouden hier bij kunnen stilstaan, totdat je bijna was bezweken van de hitte.

61 Bemerk, dat God altijd, te allen tijde, Zichzelf in mensen heeft weerspiegeld. Dat was God in Mozes; kijk naar hem. Een geboren leider; Christus, ten tijde dat hij werd geboren, was er een vervolging onder de kinderen, men probeerde hem te vinden: het was hetzelfde met Christus. Hij ontkwam in die tijd. Christus ook. Hij was een wetgever; Christus ook. Mozes ging de berg op gedurende veertig dagen, ontving de Wet en kwam naar beneden; Christus ging de woestijn in gedurende veertig dagen, kwam terug en zei: "U hebt de ouden horen zeggen 'Gij zult geen overspel plegen', maar Ik zeg u: 'Wie een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft reeds overspel met haar gepleegd'." In al deze verschillende dingen reflecteerde God Zichzelf.

62 Kijk naar Jozef, geboren als een geestelijke jongen te midden van een stel broers. Het waren allemaal goede mannen, ze waren allemaal patriarchen. Maar toen Jozef kwam, was hij anders. Hij kon visioenen zien, dromen uitleggen, en hij werd daarom door zijn broers gehaat. Speciaal vanwege het werk, dat God voor hem op aarde had te doen, haatten zijn broers hem. En het verwees allemaal naar het kruis.

63 En kijk, hij werd door zijn broeders voor bijna dertig zilverstukken verkocht; door z'n broeders in een kuil gegooid om dood te gaan; werd uit de kuil gehaald, en ging en zat aan de rechterhand van Farao. En niemand kon tot Farao komen, (die in die tijd de wereld controleerde) niemand kon tot Farao komen, dan door Jozef. Niemand kan tot God komen, dan door Christus.

64 En als Jozef het paleis verliet, werd er, voordat hij wegging, op een trompet geblazen en herauten gingen voor hem uit en riepen: "Buigt uw knieën, Jozef komt eraan." Ongeacht waar u was, of wat u aan het doen was, of hoe belangrijk uw werkzaamheid was, je moest op je knieën neervallen totdat Jozef was gearriveerd.

65 En wanneer één dezer dagen de bazuin schalt, zal iedere knie zich buigen en iedere tong zal belijden! Als Christus, onze Jozef, de heerlijkheid zal verlaten en komen, zal uw werk niet meer zo belangrijk zijn. Iedere knie zal zich buigen en belijden dat Hij de Zoon van God is. Dat is waar.

66 O, wat kunnen we Hem zien in David. Hoe David, een verworpen koning, door zijn broeders van zijn troon gestoten, zijn eigen zoon, op de Olijfberg zat; toen hij naar de top van de Olijfberg ging en omkeek naar Jeruzalem en weende. Want daar had zijn eigen volk, dat hij had gediend en onderwezen over God, zijn eigen volk had hem afgezet en dingen naar hem gegooid, hem bespuugd en lol over hem gemaakt toen hij de heuvel begon op te klimmen en hij verworpen was.

67 O, hoe volmaakt het beeld van de Zoon van God, achthonderd jaar later. Een verworpen Koning temidden van Zijn eigen volk, Die op de berg zat en weende over Jeruzalem, als een verworpen Koning. Wat was het? God, Die Zichzelf weerspiegelde in deze profeten, die Christus weerspiegelden.

68 Toen kwam er Eén, Die de volmaaktheid van God was. Het was God onder ons. En sedert die tijd, heeft Hij Zichzelf aan deze zijde van Golgotha gereflecteerd in Zijn gemeente. Dus, u ziet, dat wij allemaal proberen te komen tot deze woonplaats, de tabernakel van de levende God.

69 Nu, er zijn enige mensen, zoals we hier opmerken... Hij zei: "Ten eerste hebben wij geloof, deugd, kennis, zelfbeheersing, volharding, goedheid of godsvrucht en broederlijke liefde." In orde, broederliefde en dan wordt liefde jegens allen toegevoegd. Laat me dit helemaal opnieuw lezen, zodat u er zeker van bent, dat u het bevat. We zullen beginnen met het vijfde vers.

      Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde jegens allen (Hetgeen liefde is).

     Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus.

     Petrus omschrijft hier voor ons, hoe wij zover kunnen komen.

70 Nu, ik wil dit zeggen, dat er sommige mensen zijn die een deel hebben van deze deugd, kennis, wijsheid, geduld, enzovoort, die zelfs niet belijden een Christen te zijn. Wij zijn met de onderwijzing bezig, en dat is waar. Er zijn sommige mensen die hiervan een deel hebben, die zelfs niet beweren een Christen te zijn. Maar dat zal niet genoeg zijn.

71 Het is net als een zwarte vogel die probeert pauweveren in zijn vleugels te steken, om van zichzelf een pauw te maken. Hij maakt zichzelf alleen belachelijk. Het zou beter zijn een zwarte vogel te blijven. Zie? Wanneer hij deze dingen probeert in de praktijk te brengen, zonder een Christen te zijn, plaatst hij zichzelf er helemaal buiten. Het is net als een ahornboom die probeert appels voort te brengen. Hij kan het niet; hoewel hij een boom is, kan hij echter geen appels voortbrengen.

72 Het is net als een muildier, dat wol probeert te fabriceren, een schaap probeert te zijn, terwijl hij een muildier is. Hij kan geen wol voortbrengen. Dat gaat niet. Wol is een gave voor een schaap. Niet voor een muildier. Hij mag proberen te handelen als een schaap, maar hij blijft een muildier. U mag zeggen: "Ik kan eten als een schaap; ik kan handelen als een schaap", maar ongeacht wat u kunt doen, u moet een schaap zijn om wol te dragen.

73 En laat mij hier een ogenblik stoppen. Het schaap vervaardigt geen wol. Hij heeft wol, omdat hij een schaap is. Een heleboel mensen proberen te zeggen: "Wel, ik zal proberen goed te worden. Ik zal proberen om dit te doen." Produceer niets. Nee, dat kunt u niet. Een schaap wordt niet gevraagd, of verondersteld wol te fabriceren, het draagt wol. Het doet dat, omdat het een schaap is.

74 En wanneer u een Christen bent, draagt u vanzelf de vrucht van de Geest. U fabriceert het niet. U probeert het niet op te werken. U maakt uzelf niet iets wat u niet bent. U wordt slechts wat u wordt verondersteld te zijn en dan komt de rest vanzelf.

     Hebt u wel eens mensen horen zeggen: "Wel, ik vertel je, ik ben bij een kerk toegetreden; ik moet nodig met dit liegen ophouden." U probeert daar opnieuw iets te fabriceren. U kunt het niet, dus u hoeft het niet te proberen, net zomin als een muildier er voor kan zorgen dat hij wol draagt. Hij kan het niet. Of zoals een aaseter die probeert te eten met de duif; een gier die probeert een duif te zijn. Kunt u zich daar een buizerd voorstellen, die zegt: "Weet je, ik ben een duif." Steekt er een paar veren in en zegt: "Nu kijk, ik zie eruit als..." Zie? Hij lijkt helemaal nergens op.

75 Dat is een man die belijdt iets te zijn, terwijl hij het niet is. Ziet u, u kunt dat niet doen. U kunt niet zeggen: "Nu kijk, ik word verondersteld deugd te hebben, daarom zal ik deugd hebben. Ik word verondersteld godvruchtig te leven, daarom zal ik het doen." Wel, u probeert slechts veren in te steken. Hoewel zij binnen uw bereik zijn, maar u kunt de veren niet in de verkeerde vogel steken. Dat werkt helemaal niet. En het toont alleen aan wat een huichelaar die vogel is. Ziet u?

     Kunt u zich een oude buizerd voorstellen die probeert er een paar duiveveren op na te houden, die zegt: "Kijk hier, zie, ik ben een duif." Zie? Wel, wij weten allemaal dat hij een buizerd is. Dat is alles. Wij kunnen onderscheiden dat hij een buizerd is.

76 Welnu, op die manier probeert men christendom te fabriceren. U kunt het niet doen. Het eerste wat u moet doen, is wederom geboren worden. U moet worden veranderd. En wanneer u bent veranderd, wordt u een nieuwe schepping. Nu begint u in orde te komen. Nu behoeft u zich geen zorgen te maken over de veren. De rest komt vanzelf, als u wederom geboren bent. Jazeker.

77 Zoals ik al zo vaak heb gezegd: Je neemt een varken, schrobt hem, trekt hem een smoking aan en laat hem buiten los. Hij zal regelrecht naar een modderpoel toe gaan en zich er in wentelen, want, ziet u, het zal geen enkel nut hebben. Hij is een varken. Dat is zijn natuur. Wentelen in modder is zijn natuur. U moet zijn natuur veranderen, en de rest zal vanzelf komen.

78 Let op. U moet wederom geboren worden; dat betekent: veranderd. Er moet een verandering plaats vinden. U zegt: "Wel, broeder Branham, ik ken deze vrouw; wel, ze heeft nog nooit iets verkeerd gedaan. Ze is een goede vrouw." Of: "Deze 'zo-en-zo' man is een goede man. Hij doet nooit iets; hij doet niemand kwaad." Dat betekent niets. Hij mag een goede buurman zijn, maar hij is geen Christen tenzij hij wederom geboren is.

79 Jezus zei: "Tenzij iemand wederom geboren is (Johannes 3) kan hij het Koninkrijk zelfs niet zien." Nu, dat zien betekent begrijpen. U kijkt naar iets en zegt: "Ik kan het niet zien", u bedoelt dat u het niet begrijpt.

80 Iemand kan niet begrijpen waarom mensen juichen. Iemand kan niet begrijpen hoe de taal van een menselijk wezen zou kunnen veranderen en hij in tongen kan spreken. De natuurlijke mens kan niet zien, hoe de glorie van God over de ogen van een mens kan komen zodat hij een visioen kan zien, en iemand over zekere dingen kan vertellen en wat hij moet doen - hun dingen vertellen die op het punt staan te geschieden, dingen die zullen gebeuren - zoals de Here hier gisteravond voor ons deed.

     De natuurlijke gezindheid probeert uit te vinden: "Wel, wat deed hij?" of "Welk bedrog gebruikt hij? Welke truc past hij toe?"

     Zij zien dat iemand in tongen spreekt, en iemand geeft de uitleg en vertelt aan een zeker lid van het lichaam precies wat zij hebben gedaan, en wat zij niet zouden moeten doen.

81 Ziet u, zij denken dat het doorgestoken kaart is. "Ze hebben iets met elkaar afgesproken." Zij kunnen het niet begrijpen, totdat die man is wedergeboren. Als hij dan is wedergeboren, dan is hij in staat om gemeenschap te hebben, omdat hij een nieuwe schepping is. Dat oude, achterdochtige, twijfelende karakter dat hij had, is dood; hij is nu een nieuwe schepping. U ziet dus, dat hij nu niets hoeft toe te voegen, omdat het automatisch zal worden toegevoegd.

82 Merk op, u moet wederom geboren worden. En wanneer u wederom geboren bent; u kunt niet wederom geboren worden zonder dat u geloof hebt. Dat is waar. Dus u ziet hier op mijn kaart, dat ik als het fundament heb gemaakt... geloof is het fundament van alles. "Want zonder geloof is het niet mogelijk God te behagen, want die tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en dat Hij een beloner is van hen, die Hem ernstig zoeken." Dat moet Hij zijn. En wanneer u sceptisch staat tegenover de Bijbel, wanneer u er sceptisch over bent, dat het Woord juist is, kunt u zich maar beter op de achtergrond houden, totdat u het gelooft.

83 Wat is zonde? Ongeloof. Er zijn slechts twee elementen die het menselijk wezen controleren. Dat is twijfel of geloof, de één of de ander. U wordt door één beheerst, die uw leven domineert. Het hangt er helemaal van af hoeveel geloof u hebt, hoe hoog u kunt komen. Maar er moet om te beginnen geloof zijn. Laat mij een poosje bij dat fundament blijven.

84 Nu, geloof is datgene wat u moet geloven. Geloof is wat... "Geloof is de vaste grond van de dingen die men hoopt..." U hebt het reeds, wanneer u geloof hebt, want het wordt geopenbaard door geloof. "Geloof is de vaste grond van dingen die men hoopt..." (Hebreeën 11) Het bewijs, welk soort bewijs? Een heilig bewijs.

85 Daarom, als u zegt: "Broeder Branham, ik geloof dat God een Geneesheer is." Wel, als u dat gelooft en Hem dan aanneemt als uw Geneesheer, en niet liegt, maar echt gelooft dat u door Zijn striemen bent genezen, is er niets wat u er vanaf kan brengen. Het is een afgedane zaak. Nu, u zou hoop mogen hebben, u neigt naar dit en helt over naar dat; maar als u geloof hebt, weet u het, omdat het het bewijs is dat u het reeds hebt.

86 Hoevelen hebben Oral Roberts vanmorgen gehoord, toen hij vanmorgen predikte, Oral Roberts? Ik hoorde hem zoiets zeggen als, dat er een geloof van bevrijding was; hij zou het gebed bidden van geloof voor bevrijding. Hij zei: "Maakt u contact door de radio aan te raken; maakt u contact door iets aan te raken, zodat..." De man deed dat, zodat het de mensen iets zou geven waar ze hun handen op konden leggen, iets om te kunnen zeggen: "Ik heb het nu, want hij zei mij, dat ik mijn radio moest aanraken." "Ik heb het", zie. Nu, dat is in orde.

87 Maar echt, oorspronkelijk geloof hoeft niets van dat spul aan te raken. Nu, ik veroordeel broeder Oral niet, helemaal niet. Hij doet een groot werk en is een godvruchtig man, en ik denk heel wat van Oral Roberts. Het is erg, dat we er niet meer van hebben.

88 Maar wat ik probeer te zeggen is: geloof heeft niets nodig. Geloof gelooft Gods Woord! Want geloof komt door aanraken? Nee. "Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het Woord van God." Dat verankert het. Daar is het. En (zoals ik zei) het is geen geloof op afstand. Geloof is er op dit moment. Geloof is hier.

89 Bijvoorbeeld, als er iemand is... Zoals die kleine baby onlangs. Die moeder, tot wie zuster Kidd en anderen hadden gesproken, van die kleine baby waar de darmen aan de buitenkant waren, zonder opening bij het rectum om het voedsel er door te laten.... Nu, deze dame hoorde zuster Kidd en anderen getuigen en zij geloofde dat als zij in contact kon komen en ik voor die baby zou bidden...

90 Nu, God geeft ons mensen, zie... Sommigen van ons hebben zulke echte ervaringen met God, dat God wordt... zoals ik hier naar binnen ga om met broeder Neville te praten, of iemand waarmee je bekend bent. En soms vragen we deze mensen om voor ons te bidden. Wij worden verondersteld dat te doen. Als wij dan geloof hebben, dat die man, vrouw, of wie dan ook voor ons bidt, tot God spreekt, dan heeft ons geloof een houvast. Het is beklonken; het is een afgedane zaak.

     Hier. De Romein ging op weg op Jezus te ontmoeten en hij zei: "Ik ben het niet waard, dat U onder mijn dak komt. Ik ben het niet waard; ik wil daar geen aanspraak op maken." Maar hij zei: "Mijn zoon is erg ziek en als U slechts het Woord spreekt, zal mijn zoon leven."

     Wat was het? Afstand maakte niets uit, want God is alomtegenwoordig. God is almachtig. En als God overal is, is daar Zijn almacht. En als God alomtegenwoordig is, maakt dat dat God overal is - overal. Ziet u, God is even groot op ditzelfde ogenblik in Duitsland, in Zwitserland en in Afrika, als dat Hij hier is. Daar bent u er!

     Nu, hij zei dus: "Ik ben het niet waard, dat U onder mijn dak komt; spreek slechts het Woord." Wat was het? Het was het geloof van die Romein. Hij geloofde het.

     En Jezus zei: "Ga heen, uw zoon leeft."

     En hij ging op weg (twee dagreizen). En de dag voordat hij zou thuiskomen, ontmoette hij enige van zijn dienaren die hem tegemoet kwamen. En zij zeiden: "Uw zoon leeft."

     En de Romein was zo ontroerd, dat hij zei: "Op welke tijd van de dag begon hij beter te worden? Welk deel van de dag?"

     Hij zei: "Ongeveer om elf uur begon hij op te knappen." En de Romein wist dat het precies die tijd was geweest dat Jezus had gezegd: "Uw zoon leeft", en hij het geloofd had. Amen.

91 Almachtig, alomtegenwoordig, alwetend, oneindig - dat is God. Als zij dus opbellen en zeggen: "Bid!", maakt dat contact en uw geloof brengt God naar voren! Het is iets dat het gebed en God samen op het toneel brengt. Gebed, geloof verandert van hier naar hier! Het brengt het bij elkaar!

92 "Spreek het Woord. Al wat ik wil dat U doet is: zeg het Woord, en alles zal in orde zijn." Hij hoefde daar niet te zijn, slechts het Woord te spreken. Waarom? God is alomtegenwoordig. Hij heeft alle macht. Hij is net zo krachtig beneden op aarde als boven de aarde, of aan de ene of aan de andere kant. Hij is God. "En het enige wat U moet doen is het Woord spreken", zei hij.

     Geloof doet de rest. Geloof doet de rest. U moet dus geloof hebben als een fundament. Het hele Christendom, alles wat u bent, alles wat u ooit zult zijn, is gebaseerd op geloof in het Woord.

93 Dat is de reden dat ik het Woord geloof. Ik kan mijn geloof in niets anders stellen. Als ik het in de kerk zou stellen, in welke kerk zou ik het moeten stellen? Katholiek, Luthers, Methodist, Baptist, Pinksteren? In welke zou ik het moeten stellen? Ik weet het niet. Zij zijn allen tegenstrijdig en dergelijke, totaal verstrikt, enzovoort, maar wanneer ik mijn geloof in Zijn Woord stel, is het verankerd. Niemand legt het uit, hier is het. "ZO SPREEKT DE HERE". Dan geloof ik dat. Daar is een basis.

94 Dokter Sam Adair, een fijne kleine dokter, (hier in de stad) een vriend van mij. Wij trokken als jongens samen op. U kent Sam allemaal. En hij zei tegen mij, hij zei: "Bill..."

95 Nadat dat visioen gekomen was. Ik vertelde hem waar hij zijn kliniek zou bouwen, hoe het er uit zou zien. Nu, ga naar binnen en vraag hem eens of dat niet waar is. Twee of drie jaar voordat het gebeurde, vertelde ik hem waar het zou zijn. Ik zei: "Je zult dat stadsdeel bijna helemaal in gebruik nemen." En er ontbreekt nog maar één ding tussen hem en dat, en dat is dat herstellingsoord. Dokter Adair kreeg de rest, en de apotheek. Dat is alles.

96 Dokter Adair vervulde dat visioen precies, terwijl hij van die plek had gezegd: "De eerste vijfentwintig jaar kan er geen sprake van zijn, zeggen de instanties."

     Ik zei: "Dokter, de Here geeft het aan jou, vanwege je nederigheid."

     Hij zei: "Ik ben niet goed."

     Ik zei: "Je bent een schildpad. Je hebt een schild gekregen aan de buitenkant, een korst waarmee je je naar je vrienden wendt, maar van binnen ben je een echte kerel. Kom van achter dat schild vandaan." Ik zei: "God geeft het aan je."

     Hij zei: "Ik heb nooit aan je getwijfeld, Bill, maar dat moet ik betwijfelen."

     Ik zei: "Ga maar naar je kantoor." Dus hij ging weg.

     De volgende morgen belde hij me op en zei: "Ik heb gewoon de bibbers."

     Ik zei: "Wat is er aan de hand?" Het was ongeveer juli. Ik zei: "Wat is er aan de hand, Doc?"

     Hij zei: "Ik heb de plek al gekocht, Billy. Gisteravond hadden ze een vergadering in Boston en ik heb de plek vanmorgen al gekocht."

     Ik zei: "Ik zei het je toch?"

     Ik was daar laatst en sprak met hem; nadat het geweer in mijn gezicht was geëxplodeerd. Hij zei: "Ik denk dat ik dat al aan duizend mensen heb verteld, die hier komen, (zo ongeveer)." Wat is het? Nu, als God iets spreekt, moet het gebeuren!

97 Gisteravond kwamen een paar vrienden langs. Zij hadden over dat visioen gehoord, dat vertelde over die kariboe die horens had van honderdenvijf centimeter (42 inches) en de zilvertip grizzly beer. Ik weet niet hoeveel mensen al naar ons huis zijn gekomen die dat wilden zien. Ik zei: "Hier is de rolmaat, leg het maar over de horens." U hoorde het vertellen voordat het gebeurde, zie. Waarom? Als God iets zegt, moet het gebeuren! Dat is de oorzaak: het is gebaseerd.

98 Nu, hier is het verlossingsplan. En als dan Zijn visioenen volmaakt nauwkeurig plaatsvinden, op de wijze waarop zij worden verteld - en deze gemeente hier weet dat het waar is - wat dan met Zijn Woord? Dat is zekerder dan de visioenen. Als het visioen niet overeenstemt met het Woord, is het visioen verkeerd. Maar het Woord komt eerst, omdat het Woord God is. Hij is dus alomtegenwoordig. Hij sprak dat hier en liet het in Canada plaatsvinden. Amen. Ziet u, Hij is alomtegenwoordig.

99 In orde, u moet eerst wederom geboren worden en dan, wanneer u wederom geboren bent, hebt u geloof. U gelooft het Woord. Totdat u wederom geboren bent, zult u er tegen redeneren. Als u alleen naar het religieuze overhelt en u hebt een beetje menselijke kennis, dat u goed behoort te doen, zult u nooit in staat zijn overeen te stemmen met het Woord van God. U zult het nooit doen. U moet wederom geboren worden; en de wedergeboorte brengt geloof voort. In orde. Nadat u dan geloof gekregen hebt, precies hier, g-e-l-o-o-f (geloof), bent u pas in de positie gekomen om te groeien.

100 Nu, vele mensen gaan naar het altaar, bidden en zeggen: "Here, vergeef mij." En een geweldige ervaring van heiligmaking komt over hen, en zo. Zij hebben een geweldige tijd, staan juichend bij het altaar op. U gaat weg en zegt: "Prijs God, ik heb het." Nee, u bent tot een plaats gekomen waar u kunt groeien. U hebt nog niets gedaan. Ziet u, het enige wat u hebt gedaan is het fundament leggen.

     Nu, u gaat een huis bouwen en u stort het fundament en zegt: "Zo, ik ben klaar." Zie, u hebt het fundament gelegd om uw huis op te bouwen. Nu moet u het huis bouwen. Nu zijn wij tot het punt gekomen, waar wij deze morgen over willen spreken. In orde.

101 Een huis; ten eerste dit fundament. Wat is het fundament van het Christendom? Geloof in het Woord van God. Dat is uw fundament. Daarna begint u te groeien. Dan begint u. U begint aan dit fundament toe te voegen.

102 Om een huis te bouwen plaats je eerst steigers en dergelijke. Broeder Wood en enige van deze timmerlui en aannemers hier zouden ons kunnen vertellen hoe je je huis moet bouwen, zie. Maar ik ga u vertellen hoe u uw geestelijk huis moet bouwen, waar God in kan wonen. Hij wil in u wonen. Hij wil u maken zoals Hijzelf is. Hij wil u... Zijn wezen laten weerkaatsen.

103 U weet hoe zij vroeger, toen zij goud bewerkten, dat zij, voordat het naar de smelter ging om te worden verhit, zij het goud uitklopten, de modder er uit sloegen, het ijzer en koper en de rommel er uit sloegen en ermee bleven doorgaan, het omkerend en slaan. De Indianen doen dat nu. Goud beslaan; en zij slaan er op.

104 Weet u hoe zij konden zeggen dat al het ijzer eruit was en al het vuil en de rommel, en alle droesem eruit was? Wanneer degene die aan het slaan was, zijn eigen beeltenis er in kon zien, zoals in een spiegel. Het was dan schoon en helder genoeg, om degene die sloeg te reflecteren.

105 Dat is de wijze waarop God het doet. Hij neemt het goud dat Hij in de aarde heeft gevonden en Hij slaat er op door de Heilige Geest, keert het steeds weer om, en slaat erop totdat Hij Zijn beeltenis kan zien. En dat is wat wij worden verondersteld te doen: de Zoon van God te weerkaatsen. En nu worden wij verondersteld Zijn werk te doen. Hij zei: "Die in Mij gelooft..." (Johannes 14:12), "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."

106 U begint de werken van Christus te weerkaatsen. Maar zovelen van ons proberen de werken van Christus te doen, voordat de weerkaatsing van Christus in ons is. Nu, daar is de moeilijkheid. Wij zien deze dingen gebeuren. U weet het. Ik weet het. Wij zien deze misstappen langs de weg. Wij vinden de schroothopen van predikers, van Christenen, torenhoog langs de weg. Het komt omdat zij niet op de juiste wijze zijn binnengegaan.

     Daarom ben ik deze morgen hier, om te proberen deze kleine kerk en mijzelf te onderwijzen hoe wij de woonplaats van de levende God kunnen worden. Hoevelen zouden dat willen zijn? De woonplaats van de levende God.

107 Nu, hier is wat wij doen. Wat is het eerste? Heb geloof en word wederom geboren; dat is het leggen van het fundament. Daarna, nadat we het fundament hebben gelegd, ten tweede, voegen we toe aan uw fundament. "Voeg bij uw geloof", zei Petrus hier. Voeg toe aan uw geloof - eerst hebt u geloof, daarna voegt u deugd toe aan uw geloof. Dit is de volgende rubriek. Eerst stort u uw fundament: geloof. Daarna voegt u aan uw geloof deugd toe.

108 Nu, precies daar storten velen van ons in elkaar. Beslist. Ja, voeg deugd toe aan uw geloof. Dat betekent niet een maagdelijk leven leiden, weet u, zoals een vrouw of man, enzovoort. Dat heeft er niets mee te maken. De Bijbel zei... We lazen het in het Evangelie van Lucas, waar werd gezegd: "Kracht ging van Hem uit." Is dat waar? Als wij moeten worden zoals Hij, moeten wij kracht hebben. [Het engelse woord virtue betekent deugd, kracht – Vert] Wij moeten het hebben om te zijn zoals Hij.

109 Het eerste lied waar ik ooit van gehouden heb, van de geestelijke liederen (een van de fijnste) was: Te zijn als Jezus. Wel, als ik zal worden zoals Jezus, moet ik kracht hebben en een doorgang, zodat het vanuit mij naar de mensen kan gaan, want kracht ging van Hem uit naar de mensen: kracht. En voordat u het kunt laten uitgaan, moet u het eerst hebben. Als u het niet hebt, zal het er niet uitkomen. Er is niets dat er uit kàn komen.

110 Wat als iemand zou proberen kracht uit ons te putten? De cheque zou terug komen: "onvoldoende saldo." Nee, niets om uit te putten, een lege cheque. Iemand zou naar u kijken als een Christen en morgen ziet hij u tekeer gaan als een zondaar - daar kan niet veel kracht uit worden geput. Ziet u, dat is waar. In ons moet kracht zijn. En totdat wij kracht krijgen... Als wij dan echte kracht krijgen, dan kunnen wij het aan ons geloof toevoegen. Dat is de volgende muur van het fundament. Eerst moet u geloof hebben. Geloof alleen zal niet genoeg zijn. U moet... Petrus zei: "Voeg daarna kracht toe aan uw geloof." U moet kracht hebben om het aan uw geloof te kunnen toevoegen.

111 Welnu, misschien hebt u het niet omdat veel kerken van vandaag onderwijzen dat u het niet hoeft te hebben, of dat de dagen daarvan voorbij zijn. "U hoeft het niet te hebben. Het enige wat u moet doen is bij een kerk horen. Ja, die dagen zijn voorbij." Kracht - iedereen weet wat het woord kracht betekent; en wij moeten het hebben.

112 Als kracht van Hem uitging om de vrouw te genezen die ziek was, verwacht Hij dezelfde kracht in Zijn Gemeente, want Hij was ons voorbeeld. En als Hij kracht had om aan de mensen te geven, verwacht Hij van ons dat wij kracht hebben om aan de mensen te geven.

113 En wat is deugd? Deugd is sterkte, kracht. Sommigen van hen geloven zelfs niet in de kracht van God. Zij zeggen: "Dat is voorbij. Het enige wat u hoeft te doen is uw naam in het boek zetten. Laat u besprenkelen of begieten, dopen of wat meer en dat is alles wat u hoeft te doen."

114 Maar Petrus zei hier: "Voeg kracht toe." Nu, Petrus spreekt over het bouwen van het huis van God, de tempel van God, om het te brengen tot een plaats... En nadat u kracht hebt, moet u... nadat u geloof hebt, moet u ook kracht hebben. Dat is waar. Heb kracht voor de hele wereld.

115 Ongeveer twintig jaar geleden, geloof ik, predikte ik een prediking over voorganger meneer Lelie - Lelie, de herder. Betrok het van de tekst uit het Woord waar Jezus zei: "Aanmerk de leliën, hoewel zij niet werken of spinnen, was Salomo, zeg Ik u, in al zijn schoonheid niet gekleed als één van hen."

116 Kijk naar de lelie. Zij komt diep uit de modder vandaan en elk moment van de dag moet zij trekken uit de aarde. En wat doet zij met deze kracht die zij trekt? Zij deelt het uit. Zij laat iets prachtigs zien aan de bewonderaar. Zij opent zichzelf vanwege de honing, om de bij te laten komen om haar deel te halen. Zij klaagt niet, zij kreeg het slechts om het uit te delen. Wat als de bij daar inkwam: "Onvoldoende saldo; geen honing." Die kleine bij zou op haar hoofd krabben en zeggen: "Wat voor lelie is dat?"

     Als een man langs komt die probeert redding te vinden en naar de kerk gaat waar men gelooft dat de dagen van wonderen voorbij zijn... Zoals Jack Coe eens zei, toen hij een restaurant binnen ging en een hele grote menukaart kreeg. Hij begon het door te lezen "T-bone steaks", en dergelijke. Hij zei: "Ik zal een T-bone nemen."

     "Wel, dat was voor een dag geleden. We hebben het niet." Je kunt net zo goed de menukaart neerleggen en weggaan. Dat is waar, want ze hebben toch niets om te eten. Je kunt dus beter naar een restaurant gaan waar ze wel iets te eten hebben.

117 En een geestelijk mens heeft om te groeien iets eetbaars nodig. Dat is het Woord van God. Ik geloof er ieder woord van.

"God heeft de tafel gedekt
Waar Gods heiligen worden gevoed,
Hij nodigt Zijn gekozen volk
'Komt en eet'.

Met Zijn manna voedt Hij ons,
Hij voorziet in elke nood:
O, 't is heerlijk om met Jezus
te dineren heel de tijd!"

     Zo is het. Hij heeft het, jazeker; de Gemeente heeft het. De Gemeente van de levende God is opgebouwd in deze volmaakte mens van de kennis van Christus. Nu, u moet kracht hebben.

118 Ik zei toen, het eerste, weet u, dat iemand graag zou willen is de geur ruiken. Hij is niet zelfzuchtig. Hij heeft geur. Voordat hij geur kan uitdelen, moet hij het hebben. Voordat hij honing kan uitdelen, moet hij het hebben. Voordat hij schoonheid kan uitdelen, moet hij het hebben. Voordat u kracht kunt laten uitgaan, moet u het hebben. Voeg dus aan uw geloof deugd toe. Amen Begrepen? We kunnen daar een lange tijd bij blijven staan, maar onze tijd zou opraken. Voeg kracht toe aan uw geloof.

119 Nu, ten eerste is het geloof, daarna kracht en dan ten derde voegt u kennis toe. Kennis - dat betekent niet wereldse kennis, want dat is dwaasheid voor God, maar kennis om te oordelen. Wat oordelen? Goed van kwaad.

120 Hoe beoordeelt u het? Dan, als u Christelijke kennis hebt gekregen bij uw kracht en geloof, oordeelt u of het Woord goed is of verkeerd. En als u al uw leerstellingen en al uw ongeloof kunt afleggen, en alles waar u aanspraak op maakt wat u hebt gedaan, dan hebt u kennis om te geloven dat God niet kan liegen. "Laat ieders woord een leugen zijn, maar het Mijne de Waarheid." Ziet u, nu krijgt u kennis. Dat is de hoogste kennis.

121 U hoeft niet vier graden te hebben op een hogeschool of iets dergelijks om het te hebben, omdat al deze deugden door God aan u worden gegeven om op het fundament van uw geloof te plaatsen, opdat u zou mogen komen tot de volle gestalte van een echte levende man van God. Jazeker. Voeg kennis toe, omdat... kennis van Zijn Woord. U moet het op die wijze geloven. Bijvoorbeeld, u zou moeten geloven en aanvaarden dat vandaag de tijd van wonderen niet voorbij is. Kennis over wat God zegt, dat God in staat is dat te doen.

122 Abraham geloofde dat en toen hij honderd jaar oud was, twijfelde hij niet aan de belofte van God door ongeloof. Kijk, hoe belachelijk dat Woord er uitzag. Hier is een man van honderd jaar oud, die uitziet naar een baby, die in zijn huis geboren moet worden uit een vrouw van negentig jaar oud. Ziet u, bijna vijftig jaar voorbij de tijd van kinderen krijgen. Hij had met haar geleefd sinds zij een jong meisje was, of een teenager, en hier is hij.

123 Zijn levensstroom was dood en Sara's schoot was dood en alle hoop was vervlogen (hoop in zover). Maar toch, tegen hoop in, geloofde hij in hoop, omdat hij kennis had, dat God toch in staat was alles te volvoeren wat Hij beloofde. Nu, als u het op die manier hebt, voeg het dan toe aan uw geloof. Als u echte deugd hebt, voeg het toe aan uw geloof.

124 Als u hier op straat kunt wandelen: leef als een Christen, handel als een Christen, wees een Christen; voeg dat toe aan uw geloof. Als u kennis hebt,... U zegt: "Wel, ik weet nu niet of dit Schriftgedeelte wel waar is. Hier is Handelingen 2:38, ik weet niet wat ik er mee aan moet; Handelingen (Mattheüs) 28:19..."

125 In orde. Voeg niets toe, want u hebt het nog niet. Wat gaat u doen? Want u hebt nog niet genoeg kennis van God om te weten dat de Bijbel zichzelf niet tegenspreekt. Laat het gaan. Zeg er niets meer over. Laat het gaan.

126 Maar wanneer u kunt zien dat de Schrift niet tegenstrijdig is, als u dat kunt zeggen... en door de openbaring van God kunt zien dat het hele Woord in geheimenissen is geschreven, en alleen de kennis van God het kan openbaren... Als u dat hebt en zegt... ieder woord van God met een "Amen" bekrachtigt, voeg dat dan toe aan uw geloof.

     O, u begint nu al aardig een goede man te worden, zie. U begint omhoog te komen. Waarmee? Met geloof, daarna met kracht, daarna kennis. Ziet u hoe het deze man opbouwt? U ziet, dat er geen manier is om er aan te ontkomen. Dit is de manier om in de volledige gestalte van Christus te komen. Jazeker.

127 Om te oordelen, goed te oordelen; om te oordelen of het goed of verkeerd is om Gods Woord te geloven. Om te oordelen of het goed of verkeerd is een leerstelling te dienen of God te dienen; om te oordelen of het goed of verkeerd is dat ik wedergeboren zou moeten worden, of bij een kerk moet behoren. Als u dan begint, oordeel goed.

128 Als de prediker zegt: "De dagen van wonderen zijn voorbij." De Bijbel zegt: "Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en voor immer." Wie gaat u geloven? Als u zegt: "Ik zal God nemen."

     Nu, u zegt dat niet om te zeggen: "Wel, ik neem het aan omdat u mij overtuigd hebt. Maar iets in u, uw geloof, drukte het uit. Daar bent u er. Uw geloof zegt: "Ik weet dat Hij dezelfde is. Ik kan er van getuigen dat Hij dezelfde is. Er is niets dat het bij mij vandaan kan krijgen. Ik weet dat Hij werkelijk is." Voeg dat dan toe aan uw geloof. Let het neer op het fundament.

     U begint nu omhoog te komen. Regelrecht omhoog naar het Koninkrijk. Kom tot deze plaats; in orde.

     Nu, het volgende dat de prediker u zal vertellen en veel mensen zeggen is: "Deze dingen die u in de Bijbel leest waren voor een andere tijd. Ik zal u vertellen waarom: Omdat wij deze dingen vandaag niet nodig hebben. Wij hebben het niet nodig. Zie je, wij hoeven het niet of wij hoeven deze dingen niet in de praktijk te brengen: goddelijke genezing; wij oefenen het spreken in tongen in onze kerk niet uit om onze gemeente op orde te houden. Wij doen dit niet." (Wij komen daar nog aan toe; ik heb er hier een Schriftgedeelte over opgeschreven, of wij het zouden moeten doen of niet).

     Men zegt: "Ik weet het niet, wij zouden dat vandaag niet hoeven te doen. Ik denk, dat het enige wat wij zouden moeten doen is: Wij zouden moeten leren duidelijk te spreken voor de samenkomst; wij zouden naar de psychiater moeten gaan en ons verstand laten testen om te zien of wij bekwaam genoeg zijn om in staat te zijn onszelf te presenteren, of ons I.Q. wel hoog genoeg is om het te doen, enzovoort, op die manier. Ik denk dat wij dan de grootste samenkomsten hebben; we bouwen onze organisatie op."

129 Wij bouwen geen organisatie. Ik ben vanmorgen niet hier om een organisatie op te bouwen! Christus heeft mij nooit gezonden om een organisatie op te bouwen! Christus zond mij om individuen op te bouwen in de gestalte van Jezus Christus, zodat zij de krachtcentrale mogen worden en de verblijfplaats van de Geest door Zijn Woord... door Zijn Woord. Om de individu op te bouwen tot die plaats. Geen organisatie bouwen om tot een grotere denominatie te komen, maar om individuen op te bouwen tot zonen en dochters van God. Dat is de gedachte.

     Voeg deugd toe aan uw geloof; voeg aan uw deugd kennis toe. Wel, u komt nu tot een plaats.

130 Wanneer zij beginnen te zeggen: "Wel, dat hoeven wij vandaag niet te accepteren." U moet het wèl. Het moet. De Schrift kan niet liegen en mag niet eigenmachtig uitgelegd worden, zei de Bijbel. U gelooft het precies zoals het daar is geschreven. Ziet u, u moet deze dingen hebben. En de enige manier waarop u ooit in staat zult zijn dit te hebben, is door 'van de hemel-geboren' kennis. En 'van de hemel-geboren' kennis zal het Woord betuigen.

131 Ziet u, u moet het geloven, niet schijnbaar geloven. Geen van deze zijn schijngeloof. Zie, als u probeert te zeggen: "Ik heb het", wees dan geen merel die pauweveren insteekt, want zij zullen er meteen uitvallen. Zij zijn daar niet op natuurlijke wijze in gegroeid; zij zijn er slechts in gestoken.

132 Ik denk aan wat David daar zei in Psalm 1, hij zei: "Hij zal zijn als een boom geplant aan waterstromen." Weet u, er is een verschil tussen geplant te zijn en te zijn uitgezet als een stek. Zoals de oude eik die geplant is; hij spreidt zijn wortels uit onder de grond en krijgt een goed houvast. Je weet niet wat er gebeurt met die kleine oude stek, die er in de grond gestoken is. Heeft geen wortels; heeft geen fundament. Zie?

133 Dat is net als sommige mensen die van een seminarie of zoiets afkomen. Ze hebben niet die... "Wel, doctor Zo-en-zo bevestigde mij in de bediening." Het maakt totaal niet uit wat dat was. Christus liet u erin geboren worden, door uw geloof. U bent verwekt en erin geboren. Als u er dan in geboren bent, zijn dit de dingen die Hij daarna van u verwacht dat u die toevoegt. Blijf ze toevoegen. Nu komen we waar we zijn moeten.

134 Nu, er is nog iets over deze kennis, waar wij over willen spreken: goddelijke kennis. Heeft de Bijbel in deze dag zijn betekenis verloren? Ziet u, heel veel mensen vertellen u dat de Bijbel dat niet precies zo bedoelt. Als God over mij waakt en mij in mijn zonde corrigeert... En als ik een zoon van God ben, doet Hij dat. Hij doet het bij u op die wijze. Zonen en dochters, als u iets verkeerd doet, corrigeert Hij u.

135 Als God u dan zo bijzonder vindt, dat Hij over u waakt en u corrigeert, hoeveel te meer heeft Hij Zijn Woord bewaakt; wat uw voorbeeld is; hetgeen Hijzelf is:

     In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.

     ... en het werd vlees gemaakt en woonde onder ons.

136 Het Woord is de openbaring van Jezus Christus. De Bijbel zei het zo. Christus wordt geopenbaard in Zijn Woord. En als Hij over u heeft gewaakt, toen u deze wetten overtrad (Hij veroordeelt u ervoor), hoeveel te meer heeft Hij gewaakt over Zijn wet, die u veroordeelt? Amen!

137 Kom nou, vertel me zulke onzin niet. Ik geloof in oorspronkelijke Heilige Geest kennis. Heilige Geest kennis zal het Woord altijd bekrachtigen met "Amen". Wanneer u deze dingen in de Bijbel tegenkomt die elkander lijken tegen te spreken, gaat u zitten en bestudeert het biddend, op die manier. En het eerste wat gebeurt, weet u, is dat de Heilige Geest begint te bewegen. Na een poosje ziet u dat het bij elkaar past en dan begrijpt u het. Dat is kennis.

138 Sommigen van hen zeggen: "Welnu, de Bijbel zei dat Hij dezelfde is, gisteren, vandaag en voor immer. En de kerk zegt: 'In zekere zin is Hij dezelfde'." Ja, ja. U hebt precies daar een bres geslagen. Jazeker.

     Beslist. Hij is dezelfde. Jazeker. Jezus Christus is dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Er is totaal niets aan Hem veranderd. Hij leeft in Zijn Gemeente en doet dezelfde dingen.

139 "Een korte tijd", zoals ik zojuist citeerde... "Een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij zult Mij zien." Want Hij zei: "Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld." Eveneens zei Hij: "De werken die Ik doe, zult gij ook doen." Opnieuw zei Hij: "Ik zal de wijnstok zijn, gij zult de ranken zijn." En de rank leeft slechts door het leven van de wijnstok. Wat er ooit in de wijnstok is, komt er door de rank uit. Glorie! Dan is Christus dezelfde gisteren, vandaag en voor immer; het brengt het Leven voort van de Here Jezus Christus. Amen.

140 Kennis, niet van deze wereld, het redeneert. Iedere vorm van wereldse kennis redeneert. Zie, maar geloof heeft geen redenatie. Als God aan u een bepaald iets openbaart, dat bepaalde dingen zullen gebeuren, al kon iedere wetenschapper in de wereld zeggen dat het anders is, dat het niet kan gebeuren, u gelooft het hoe dan ook. Beslist. Het redeneert niet.

141 De Bijbel zegt dat wij redenatie terneer werpen. U redeneert niet met geloof. Geloof heeft geen redenatie. Geloof weet waar het staat. Geloof handelt! Geloof houdt vol! Het kan niet bewegen. Niets kan het bewegen. Het kan me niet schelen wat ooit dit, dat of wat anders ook zegt; het beweegt geen duimbreed. Het blijft daar precies staan. Wachten, wachten, wachten, wachten - het maakt geen enkel verschil, het blijft precies daar staan.

142 God vertelde aan Noach dat deze dingen zouden gebeuren. Hij geloofde het. God vertelde aan Mozes dat deze dingen zouden gebeuren; hij geloofde het. God vertelde aan de discipelen dat er zekere dingen zouden gebeuren: Ga met Pinksteren naar boven en wacht. Zij bleven precies daar. Ja. Goed.

143 Nu, kennis... Nu, geen wereldse kennis maar hemelse kennis. Het is hemelse kennis en als God de bron is van alle kennis en God is het Woord, als u dan hemelse kennis hebt gekregen, gelooft u het Woord en u beredeneert alles door het Woord.

144 Tijdens die belastingzaak waar de gemeente in betrokken is geweest, of waar ik in betrokken ben geweest, zei iemand van de mensen tegen mij tijdens een klein verhoor,... Ik zei... Zij konden niets verkeerds ontdekken. Dus begonnen zij te... Ik zei: "Wel, als er niets verkeerd is, waarom gaan jullie dan niet van mijn rug af?"

     Hij ging door met mij enige Schriftplaatsen voor te houden. Hij zei, (een hele grote kerel met een sigaret in zijn hand): "Meneer Branham, ik ben een Bijbelstudent."

     Ik zei: "Ik ben blij dat te horen."

145 Hij zei: "Ik wil weten wat voor soort bijgeloof het is met deze zakdoeken die u opstuurt en waar u voor laat betalen; dat soort bijgeloof van bidden over de zakdoeken en ze opsturen; die gezalfde doeken, zoals u ze noemt, doeken." Hij zei: "U laat ze er voor betalen."

     Ik zei: "Nee meneer, er zijn geen kosten aan verbonden."

     En hij zei: "Wel, wat betreft dat bijgeloof..."

     Ik zei: "U noemt het bijgeloof, meneer? Een paar minuten geleden vertelde u mij dat u een Bijbelstudent was."

     Hij zei: "Dat ben ik."

146 Ik zei: "Citeer mij Handelingen 19:11." Kennis, hij trapte midden in zijn eigen val, probeerde van onderwerp te veranderen. Ik zei: "Citeer mij dan Johannes 5:14." Hij kon het niet. Ik zei: "Jakobus 5:14 dan." Hij kon het niet. Ik zei: "Weet u Johannes 3:16?" Kennis, knap, de wereld, maar als...

     Hij zei: "Maar meneer Branham, u bent aan het proberen deze zaak te winnen door een Bijbel. Wij proberen het te winnen door de wetten van het land."

     Ik zei: "Meneer, zijn de wetten van het land niet gebaseerd op de Bijbel? Dan is het rechtvaardig." Amen!

     Zeker, kennis - geen wereldse; geestelijke kennis van het Woord, weten wat God zei. Doen wat God zei. Dat is goed. Als u dat dan hebt en al deze dingen kunt geloven, dat Hij dezelfde is in al deze dingen, dat wat het Woord zegt waar is, u ieder Woord bevestigt met een "Amen", dan is het in orde; voeg dat toe aan uw geloof. Dat is in orde.

     Ja, als iemand u probeert te vertellen dat de Bijbel Zijn kracht heeft verloren, dat er niet zoiets is als de doop van de Heilige Geest, voeg dat niet toe. Het zal niet werken. Het zal er afvallen. Zoals klei op een rots plaatsen, het zal niet blijven staan. Het zal afbrokkelen.

     Dan vertellen mensen u: "De Bijbel kan vandaag niet worden vertrouwd. Wees nu maar voorzichtig. Ga niet geloven wat..." U hebt dat al zo vaak gehoord.

147 Er is een gezegde: "Je kunt de Bijbel niet vertrouwen." Wel, als u dat in uw gedachten hebt, probeer dat niet toe te voegen, want het zal niet werken. Het hele gebouw zal precies daar in elkaar storten. Het moet door de Heilige Geest aan elkaar gemetseld worden, ik bedoel, worden samengevoegd, het cement verbindt het. En dezelfde zaak die het verbindt...

148 U weet dat een gevulcaniseerde binnenband langer meegaat dan een opgelapte band, een beetje warmte zal die plek van de band kapot laten gaan. U weet dat als die band een beetje warm wordt, u een beetje snel rijdt, het er weldra afsmelt. Jazeker. Ziet u? Dat is er vandaag met een heleboel mensen aan de hand: zij proberen hun kennis op wereldse kennis te hechten, met een beetje oude aardse lijm. En wanneer de moeiten komen: "Wel, misschien was ik verkeerd", en daar gaat de lucht eruit. U loopt binnen een paar minuten leeg. Al uw juichen en op en neer springen heeft u helemaal geen goed gedaan. De mensen zien u weer regelrecht in dezelfde knoeiboel. Dat is waar!

149 Maar als u daar blijft met genoeg hitte van de Heilige Geest totdat het u en de band tot één heeft gemaakt...! Dat is het! U en de band worden één! Wanneer u daar blijft, totdat u en elke belofte van God één worden, voeg dat dan toe aan uw geloof. Als u het niet doet, voeg het dan helemaal niet toe.

150 U zegt: "Het Woord kan niet worden vertrouwd." Probeer dat niet toe te voegen. Als u zegt: "De beloften die hier staan over de doop met de Heilige Geest waren alleen bedoeld voor de twaalf apostelen", zoals sommige kerken vandaag zeggen, probeer dat niet toe te voegen. Daar is het waar hun fundamenten geheel verbrokkeld zijn.

     Zoals Uzzia gisteravond, toen hij zag hoe het fundament van deze man die hij had vertrouwd, geheel verbrokkelde, geslagen met melaatsheid. Het was niet goed.

151 Nu: "Slechts voor de twaalf apostelen, alleen voor de twaalf apostelen." Ik was op een avond bij broeder Wright (ik denk dat ze ergens achteraan zitten) en daar was een prediker. Ik sprak daar, vier of vijf predikers bij elkaar. Deze prediker stond op en zei: "Nu, ik wil u dierbare mensen iets vertellen. O, ik vind u echt fijne mensen."

     Ik had tegen iemand gezegd: "Let op die ene, die daar zit." En Junie Jackson, die daar zit, was juist klaar met spreken en hij zei... (sprak over de genade van God)... O, hij zat te popelen om iets te gaan zeggen. En hij stond op en deed een poging.

     Hij zei: "Nu, ik wil zeggen dat meneer Branham hier, dat vertel ik u, een antichrist is", en hij begon op die manier...

152 In orde, enige van de predikers begonnen... Ik zei: "Nu, wacht even, zeg niets broeders. Hij is maar alleen en wij zijn met een hele groep." Ik zei: "Laat hem maar begaan, hij heeft het op mij gemunt." Ik wilde zelf zo graag, ik wist niet wat ik moest doen, zie.

153 Hij zei: "Meneer Branham is een antichrist" en hij ging verder en zei van alles, u weet wel over... Hij zei: "Een doop van de Heilige Geest... De Bijbel zei dat er slechts twaalf waren die de doop met de Heilige Geest kregen. Over goddelijke genezing gesproken: slechts de twaalf apostelen hadden goddelijke genezing." Hij zei: "Wij spreken waar de Bijbel spreekt en zwijgen waar de Bijbel zwijgt."

154 Ik wachtte totdat hij na een half uur was uitgerateld en ik zei: "Wacht even. Ik heb hier nu al zoveel opgeschreven", ik zei: "Geef mij een gelegenheid om er enige te beantwoorden." En nadat ik was opgestaan, zei ik: "U bent er allen getuigen van dat deze heer zei, dat hij sprak waar de Bijbel sprak (dat deed zijn kerk) en zweeg waar de Bijbel zweeg."

     "Ja."

     Ik zei: "Nu, hij zei dat er slechts twaalf waren die de Heilige Geest ontvingen. Mijn Bijbel zei dat het er bij de eerste uitstorting honderdtwintig waren." Amen! Werp dat soort kennis uit, ziet u. Hij probeerde...

155 Ik zei: "Dan veronderstel ik dat Paulus de Heilige Geest niet ontving toen hij zei dat hij het ontving." Ik zei: "Toen Filippus naar Samaria ging en tot hen predikte waren ze alleen gedoopt in de Naam van Jezus. De Heilige Geest was nog niet op hen gekomen. En zij stuurden mannen om Petrus en Johannes te halen om hen de handen op te leggen en de Heilige Geest kwam op hen. Ik veronderstel dat zij de enige twaalf waren."

156 Ik zei: "Handelingen 10:49 (44) zegt dat Petrus op het dak van het huis was en dat hij een visioen zag om naar het huis van Cornelius te gaan; terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op hen die het Woord hoorden." Ik zei: "De Bijbel spreekt nog steeds; waar blijft uw kerk?" Zij is achter gebleven in "zo zal het wel zijn." Dat is waar, ziet u.

157 Ik zei: "Goddelijke genezing. U zei dat slechts de twaalf apostelen goddelijke genezing hadden. De Bijbel zei dat Stefanus naar Samaria ging en duivelen uitwierp en de zieken genas en dat er grote vreugde was in de stad. En hij was niet één van de twaalven. Hij was geen apostel, hij was een diaken." Amen!

     Ik zei: "En Paulus was niet een van de twaalven die in de bovenzaal waren en hij had de gave van genezing." Ik zei: "Als we kijken naar gaven van genezing, zien we zelfs dat hij dertig jaar later bij de Corinthiërs nog steeds de gave van genezing in het lichaam plaatste."

158 Nu, dat soort kennis dat u uit een of ander boek leert, kunt u beter in de vuilnisbak gooien. Kom tot deze kennis, waarvan God zei: "Hij is dezelfde, gisteren, vandaag en voor immer." Zeg: "Amen!" Jazeker. Beslist. Niet voor de twaalven, het is voor allen. Als u dat soort geloof krijgt, als uw geloof ieder deeltje met een "Amen" bekrachtigt, dan zegt u: "In orde." Voeg dat er aan toe.

159 Ten vierde... We zullen moeten opschieten, want ik ben pas... Ik voel me zo goed om hier te staan en erover te praten. Ten vierde... (Dank u) voeg zelfbeheersing toe. We komen bij zelfbeheersing. Nu, u hebt eerst geloof. Dat moet u hebben om mee te beginnen. Dan voegt u deugd toe aan uw geloof; als het de juiste soort deugd is. Daarna voegt u kennis toe; als het de juiste soort kennis is. Nu gaat u zelfbeheersing toevoegen.

160 Zelfbeheersing betekent niet: ophouden met alcohol drinken of zoiets. Nee, nee. Zelfbeheersing betekent niet een anti-alcohol kuur. Niet in dit geval. Dit is Bijbelse zelfbeheersing; Heilige Geest zelfbeheersing. Dat is slechts een van de lusten van het vlees. Maar wij spreken over Heilige Geest geduld. Dat betekent dat je weet hoe je je tong onder controle moet houden; om geen kwaadspreker te zijn; hoe je je drift moet beheersen, niet iedere keer op te vliegen wanneer iemand u tegenspreekt. O my, tjonge, heel wat van ons zullen afvallen voordat we zijn begonnen. Is het niet? Dan vragen we ons af waarom God in Zijn Gemeente geen wonderen en dergelijke doet zoals Hij vroeger deed. Jazeker!

161 Voeg deze dingen toe. Voeg er zelfbeheersing aan toe. Zelfbeheersing, om in vriendelijkheid te antwoorden wanneer er in toorn tot u wordt gesproken. Iemand zegt: "Jullie stelletje heilige rollers daar." Ga nu niet overeind springen en uw mouwen opstropen, zie. Dat niet, maar spreek met goddelijke liefde. Zelfbeheersing, vriendelijkheid. Is dat de wijze waarop u wilt zijn?

162 Als ze u nijdig maken, doe niet zo terug. Laat Hem uw voorbeeld zijn. Toen zij zeiden: "Indien Gij Gods zoon zijt, verander dan deze stenen in brood", had Hij het kunnen doen en bewijzen dat Hij God was, maar Hij had zelfbeheersing. Toen ze Hem "Beëlzebub" noemden, zei Hij: "Ik vergeef u dat." Is dat waar? Ze trokken handenvol baard uit Zijn gezicht en spuwden in Zijn gelaat, en zeiden: "Kom van het kruis af."

     Hij zei: "Vader, vergeef het hun, zij weten niet eens wat zij doen."

163 Daar Hij de gave had... Hij wist alle dingen, want in Hem was de volheid van de Godheid lichamelijk. Zij hadden Hem wonderen zien doen, door mensen te vertellen wat er met hen verkeerd was, enzovoort, en dergelijke. Zij deden zo een lap om Zijn hoofd, voor Zijn ogen en sloegen Hem op het hoofd met een stok en zeiden: "Profeteer, vertel ons wie U sloeg, dan zullen wij U geloven." Hij had zelfbeheersing.

     Nu, als u het op die manier hebt, voeg het toe aan uw geloof. Als u nog steeds opvliegt en bekvecht en ruziet en stampt en tekeer gaat. O, o. U hebt nog geen... U kunt dat niet toevoegen, want het zal niet lukken.

164 Zie, het zal niet vulcaniseren. Je kunt niet een stuk rubber nemen, weet u, en dat versmelten met een stuk ijzer. Dat werkt niet. Nee, het moet soepel zijn zoals het rubber, ziet u. En wanneer uw geloof en uw zelfbeheersing dezelfde soort Heilige Geest zelfbeheersing worden die Hij had, dan zal het met Hem vulcaniseren. U wordt er aan toegevoegd.

165 Als uw deugd gelijk is aan Zijn deugd, dan zal het worden toegevoegd. Als uw kennis gelijk is aan Zijn kennis: "Ik kom om Uw wil te doen, o God." Met het Woord van de Vader versloeg Hij iedere duivel. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar het Woord zal dat niet. Ziet u, wanneer u dat soort kennis hebt, zal het versmelten met uw geloof. Wanneer u de juiste soort zelfbeheersing hebt, zoals Hij had, dan zal het samensmelten.

166 Als u het niet hebt, slechts een door mensen gemaakt, halfslachtig, opgewerkt geloof, of zelfbeheersing: "O, ik zou hem in elkaar willen slaan, maar ik kan het maar beter niet doen, omdat zij misschien daarom mijn naam in de krant zullen zetten." Dat is niet het soort zelfbeheersing waar Hij over spreekt. Probeer niet dat toe te voegen; het zal niet werken.

167 Maar wanneer u echt met de liefelijkheid van uw hart ieder mens kunt vergeven en u rustig houden, en het kunt laten begaan, zie, dan zal het vulcaniseren. Dan kunt u aan uw geloof toevoegen. Oei! Geen wonder dat de kerk zo tekort schiet. Is dat niet waar? Geen wonder.

168 Als ik zeg: "Bekeer u en word gedoopt", zei de Bijbel: "in de Naam van Jezus Christus", en een strenge drieëenheidsgelovige gelooft dat niet en zou zeggen: "Die oude antichrist; hij is een 'Jezus' Naam'; hij is een 'Jezus alleen'," kijk uit, jongen! Ik weet dan nog niet direct hoe het er met uw zelfbeheersing voorstaat.

169 Waarom komt u niet en zegt: "Laten we dit samen bespreken, broeder Branham. Ik zou graag willen dat dit werd uitgelegd." Kom dan langs en luister ernaar; en dan wordt het voor u duidelijk gemaakt en dan wandelt u weg. We zullen daar over enige ogenblikken toe komen, bij godzaligheid.

     Maar wanneer u opvliegt, bij iedere conclusie wilt opspringen, o, o; dat is het niet. Zie? U hebt nog geen Bijbelse zelfbeheersing als u dat doet. Hoe te antwoorden. Dan, als u dit allemaal hebt, kunt u dit aan uw geloof toevoegen.

170 Daarna, na dat, ten vierde, wilt u geduld toevoegen aan uw geloof. "Als u geloof hebt, werkt het geduld uit", zegt de Bijbel. Dit is dus geduld. Nu, dat is het volgende dat dit beeld zal opbouwen. U weet, dat God echt goed materiaal gebruikt in Zijn gebouw. Ziet u hoe wij tekort schieten, broeders, zusters? Ziet u waar we aan toe zijn? Jazeker.

171 Kijk, we hebben glorie, we hebben gejuich en dergelijke, omdat wij geloof hebben. Maar wanneer we tot deze dingen komen, dan kan God ons niet in dat beeld opbouwen. Hij kan ons niet tot die soort plaats krijgen. Met al die andere dingen die we hebben gekregen vallen we en glijden ermee uit. Hij kan Zijn Gemeente niet bouwen.

172 Geduld met wat? Welk soort geduld? In de eerste plaats, heb geduld met God. Wanneer u echt oorspronkelijk geloof hebt, zult u echt oorspronkelijk geduld hebben, want geloof brengt volharding voort. Als God iets zegt, gelooft u het. Dat is alles. Dan hebt u geduld.

     "Wel, gisteravond vroeg ik Hem mij te genezen en vanmorgen ben ik nog even ziek." O my! Wat een geduld!

     God vertelde iets aan Abraham en vijfentwintig jaar later was er zelfs nog geen teken; hij geloofde het nog steeds. Hij had geduld met God. Plaats Hem altijd voor u. Laat Hem het eerstvolgende zijn waar u aan voorbijgaat. U kunt Hem niet voorbijgaan, plaats Hem dus voor u. Hij zei het, nu moet het gebeuren. Houd Hem voor u. Dat is juist.

     Noach had geduld. Ja! Noach had echt goddelijk geduld. God zei: "Ik ga deze wereld vernietigen door regen" en Noach predikte honderdentwintig jaar - had heel wat geduld. Er viel zelfs geen dauw van de hemel. Er was niets. Het was net zo stoffig als het honderdentwintig jaar geleden was, maar hij was geduldig.

173 Dan beproeft God uw geduld. Dat is waar. God beproeft hen. Nadat Hij het Noach had verteld, zei Hij nu: "Noach, Ik wil dat je vertrekt en in de ark gaat. Ik zal de dieren naar binnen brengen. Ik wil dat je naar binnen gaat en omhoog klimt, zodat je uit het dakraam kunt kijken. Nu, Ik wil dat je daar naar binnen gaat. Ik wil dat je deze mensen vertelt: 'Morgen zal dat, waarover ik honderdentwintig jaar predikte in vervulling gaan'. In orde, je gaat daarheen en vertelt het hun."

     Wat was het eerste teken? Noach ging de ark binnen. Er was geen regen. Noach maakte zich gereed, trok z'n regenjas aan, enzovoort, zodat hij af en toe naar buiten kon kijken, maakte zich gereed; maar de volgende dag...

174 Misschien heeft hij tegen z'n familie en z'n schoondochters en zo, gezegd: "O my, morgen zullen jullie iets zien wat je nog nooit hebt gezien, want de hele hemel zal zwart worden, er zal donder en bliksem komen. Gods grote zwaard zal de hemel doorklieven. Hij zal deze troep zondaars die ons gedurende deze honderdentwintig jaar verworpen hebben, gaan veroordelen. Letten jullie maar op en kijk."

     Ziet u, sommigen van die halfslachtige gelovigen hangen rond en komen nooit naar binnen, weet u; (we hebben ze nog steeds) ze kwamen er dus aan en zeiden: "Wel, de oude man kan gelijk hebben gehad, dus we zullen er naartoe gaan en een paar dagen of 's morgens een paar uur wachten en kijken."

     De volgende dag kwam in plaats van een donkere wolk de zon op, precies zoals altijd. Noach keek naar buiten. Zei: "Hé, er zijn helemaal geen wolken!"

     Die knaap kwam eraan, zei: "A-a-a-a-h, ik wist wel dat je een van hen was. Ik zie dat je hier rondhangt!"

     "Wel, neem mij niet kwalijk meneer, ha-ha; misschien was ik... Weet u, gewoon een beetje enthousiast... ha-ha-ha."

     Maar Noach had geduld. Zei: "Als het vandaag niet kwam, zal het morgen hier zijn." Waarom? God zei het.

     "Wanneer vertelde Hij je dat, Noach?"

     "Ongeveer honderdentwintig jaar geleden. Ik heb het zo lang volgehouden, dus ik wacht hier nu."

     Ziet u, tenslotte ontdekken wij dat God ook zo lang op de gemeente moest wachten. Maar ze zal daar zijn, maak u niet bezorgd. Hij beloofde het. Wachtte al die tijd op een opstanding. Er zal er één zijn, maak u niet bezorgd. God beloofde het. Wacht slechts geduldig.

175 U valt in slaap; u mag een dutje doen voordat het plaatsvindt, maar u zult op die tijd ontwaken: Hij beloofde het. Wat wij een doodsslaap noemen, weet u; wat wij "dood" noemen: is slechts een dutje, of slapen in Christus. Er bestaat niet zoiets als sterven in Christus. Leven en dood bestaan niet tezamen. We doen slechts een dutje. Een dutje, waar onze vrienden ons niet uit wakker kunnen maken. Hij is de Enige die kan roepen. "Hij zal roepen en ik zal Hem antwoorden", zei Job. Job slaapt nu al vierduizend jaar. Maak u niet bezorgd, hij zal wakker worden, maak u niet bezorgd. Hij wacht nog steeds.

     Noach wachtte; de vierde dag ging voorbij: geen regen. "Het is in orde, het zal gebeuren."

     Ik kan horen dat mevrouw Noach er aan komt en zegt: "Pap, ben je er zeker van?"

     "Praat toch niet op die manier". Hij had geduld, omdat hij geloof had. Jazeker. Hij had deugd. Hij had kennis dat God gelijk had. Hij had zelfbeheersing. Hij stoof niet op en zei: "Wel, ik weet niet wat er aan de hand is. Ik ben ginds al mijn populariteit kwijtgeraakt." Nee, nee. "De mensen willen niets meer met mij te maken hebben. Ik ga daarheen en begin helemaal opnieuw." Nee, nee. Hij had geduld. God beloofde het; God zal het doen. God zal het doen, omdat God het zei.

     Ik kan zijn zoon aan zien komen en hij zei: "Pap, weet u..." (Streek met z'n hand over zijn lange grijze haar, weet u. Hij was honderden jaren oud, zoals hij daar zat, weet u) hij zei: "Ik weet dat u een oude patriarch bent. Ik houd van u, pap, maar zou het mogelijk kunnen zijn dat u het een beetje fout had?"

     "O nee, nee."

     "Hoezo?"

     "God zei het."

     "Wel, vader, we zitten hier al zes dagen boven, zitten hier boven in deze grote, oude, droge ark, zitten hier alleen maar. Het is van binnen en van buiten volgesmeerd met pek en wij hebben er al deze jaren aan gebouwd; en u stond daar buiten te prediken totdat u grijs en kaal bent geworden en nu bent u hier boven en probeert dergelijke dingen te zeggen en de mensen lachen en gooien rotte tomaten en dergelijke tegen de zijkant van de ark. Kijk wat u aan het doen bent. Wel, u weet..."

     "Wees geduldig, zoon."

     "Bent u er zeker van?"

     "Het zal regenen!"

     Zijn schoondochter zei: "Vader, weet u, ik..."

     "Het zal regenen!"

     "Maar wij hebben al deze jaren al gewacht; wij hebben ons gereed gemaakt en u vertelde ons een week geleden dat het zou gaan regenen. En wij zitten hier binnen, en de deuren zijn allemaal op slot en hier lopen wij binnen rond en de zon brandt op ons neer zoals altijd."

     "Maar het zàl regenen!"

     "Hoe weet u dat?"

     "God zei het."

176 Nu, als u het op die manier hebt, voeg het toe. Maar als u het niet op die manier hebt, probeer het niet toe te voegen. Het zal niet werken. Het zal niet werken bij genezing, het zal niet werken bij iets anders. Zie? Het moet samensmelten met hetzelfde materiaal waarmee het is gevulcaniseerd. Dat is juist. U moet het toevoegen. Geduld met Gods belofte. Jazeker. Noach geloofde het en hij had honderdtwintig jaar geduld met God.

177 Mozes had geduld met God. Jazeker. "Mozes, Ik heb het geroep van Mijn volk gehoord. Ik heb hun moeite gezien. Ik ben neergekomen om hen te bevrijden. Ik ga u er heen zenden."

     Daar was een klein verschil tussen hem en God en God toonde hem Zijn glorie. Hij zei: "Ik zal gaan." Toen hij eenmaal de glorie van God had gezien, ziet u, toen had hij geloof.

     Hij zei: "Wat is dat in uw hand, Mozes?"

     Hij zei: "Een staf."

     Hij zei: "Werp hem neer." Hij veranderde in een slang.

     Hij zei: "O my."

178 Hij zei: "Raap hem op, Mozes. Als Ik in staat ben hem in een slang te veranderen, kan Ik hem ook terugbrengen." Amen! Als God mij een natuurlijk leven kan geven, kan Hij mij ook een geestelijk leven geven! Als God mij de eerste geboorte kan geven, kan Hij mij de tweede geboorte geven! Amen! Als God dit door goddelijke genezing kan genezen, kan Hij het in de laatste dagen opwekken tot Zijn glorie! Juist.

     "Als Ik deze staf kan neergooien en in een slang veranderen, kan Ik hem terug veranderen in een staf. Pak hem op bij zijn staart!" Mozes bukte zich en pakte hem. Toen was het een staf. Toen begon hij kennis toe te voegen.

     "Wat is er verkeerd met uw hand, Mozes?"

     "Niets."

     "Doe haar in uw boezem."

     "In orde, hoe is het er nu mee?" Wit van melaatsheid.

     "O Here, kijk naar mijn hand!"

     "Doe haar terug in uw boezem, Mozes." Deed haar zo terug, trok haar eruit en ze was zoals...

     Hij begon toen die dingen zoals deze toe te voegen. Jazeker.

     Hij ging erheen, en de eerste confrontatie... hij ging erheen. Kwam eraan en zei: "De Here God zei: 'Laat Mijn volk gaan'. Farao, ik wil u dit laten weten: ik ben hier als een vertegenwoordiger van God. U moet mij gehoorzamen."

     Farao zei: "Gehoorzamen? Weet je wel wie ik ben? Ik ben Farao. Jou gehoorzamen, een slaaf?"

     Hij zei: "U zult mij gehoorzamen of omkomen. U kunt het één of het ander doen." Waarom? Hij wist waar hij over sprak. Hij had een opdracht. Hij was daarginds geweest en hij had met God gesproken. Hij had geloof. Hij wist waar hij aan toe was.

     "Jij wilt dat ik jou gehoorzaam? Maak dat je wegkomt!"

     "Ik zal het u bewijzen."

     "Laat mij een teken zien." Hij wierp een staf neer; hij veranderde in een slang.

179 "Wel", zei hij, "wat een goedkope tovertruc! Kom even hier. Kom hier, Jannes en Jambres. Gooi jullie staven neer." Zij wierpen ze neer en ze veranderden in een slang.

     Hij zei: "Nu, jij prutsfiguur, je komt hier naar mij toe, een Egyptenaar, een Farao van Egypte. En jij komt hierheen met een paar van jouw goedkope tovertrucjes." Wat van dat bedrog, weet je - gedachten lezen. U wel wat ik bedoel. Ik hoop dat u het snapt. Geestelijke telepathie of zoiets.

     "Je kwam hierheen met zoiets dergelijks." Hij zei: "Wel, wij kunnen hetzelfde als wat jij doet."

     Wat deed Mozes? Hij zei niet: "O meneer Farao, neemt u mij niet kwalijk, meneer. Ik zal uw slaaf zijn." Beslist niet. Hij stond stil! Amen! Bleef precies daar staan!

     God zei, (er was geen twijfel in zijn hart): "Blijf rustig, Ik zal u iets laten zien."

180 Wanneer u precies hebt gedaan wat Hij zei en het lijkt erop dat het verkeerd gaat, blijf staan. Wees geduldig. Mozes zei: "Weet u, toen ik op dat fundament werd gelegd, werd er geduld op gelegd, dus ik zal gewoon wachten en zien wat God zal doen."

181 Daar waren die oude slangen, rondkruipend, blazend en sissend naar elkander. Weet u, het eerste wat er gebeurde was, dat de slang van Mozes er naartoe ging; "Slok, slok, slok", en slokte hen allemaal op. Hij had geduld.

Zij die wachten op de Here,
Zullen hun kracht vernieuwen.
Zij zullen opstijgen met vleugels als een adelaar. (Is dat waar?)
Zij zullen lopen en niet moede worden,
Wandelen en niet bezwijken...

     Wacht dus op de Here. Heb geduld. Jazeker.

182 Toen stond Israël op het punt uitgeleid te worden. De grote confrontatie kwam en Mozes wachtte. Toen kwam hij in de woestijn. Het is slechts ongeveer zestig kilometer of een reis van drie of vier dagen, het is ongeveer zestig kilometer vanaf waar hij overstak, precies daar waar zij nog eens overstaken. Maar Mozes wachtte veertig jaar in de woestijn. Geduld. Amen. Dat is juist. Hij wachtte veertig jaar. O, beslist.

183 En wij zouden ook geduld moeten hebben met elkaar. Soms raken we zo ongeduldig met elkaar. Laten we bedenken dat we als Mozes moeten zijn. Mozes had geduld met het volk. Kijk, dat veroorzaakte dat ze niet konden oversteken.

184 Als u probeert iets te doen, zoals ik heb geprobeerd deze boodschap tot deze tabernakel te brengen, om er op toe te zien dat ieder lid van de tabernakel zo wordt, is het moeilijk om dat te doen. Ik heb geprobeerd geduld te hebben. Dit duurt al drieëndertig jaar. Heb geduld. Vrouwen knippen nog steeds evengoed hun haar, maar wees geduldig. Heb geduld, wacht. Je moet wel. Als u het niet hebt, probeer niet op deze hier te bouwen. Heb geduld.

185 Eens was die rebellerende groep mensen zo ongeduldig, dat zij er de oorzaak van waren dat Mozes iets deed wat verkeerd was. Maar toch, toen het er op aankwam, werd God toch ziek van hun handelingen. Hij zei: "Scheid uzelf af, Mozes. Ik zal dat hele stel doden en opnieuw beginnen."

     Hij wierp zichzelf in de bres en zei: "God, doe het niet." Waarom? Geduld met het volk dat tegen hem opstond.

     Ik vraag mij af of wij dat zouden kunnen? Als u het niet kunt, probeer dan niet hier op te bouwen, want het verandert niet. Dat is de manier hoe de eerste hierin is gevulcaniseerd en dat is de wijze waarop zij allen moeten worden gevulcaniseerd. Als u het niet doet, komt u niet tot die gestalte van de woonplaats van de levende God. U hebt geen geduld, geduld met elkaar. In orde.

     De Hebreeën-kinderen hadden geduld. Zeker hadden ze dat. God had hun verteld: "Gij zult u niet voor enig beeld buigen."

186 Maar zij hadden geduld. Zeiden: "Onze God is bij machte, maar wij zullen desondanks niet voor uw beeld buigen." Geduld, dit wetend, dat God hen in het laatst der dagen zal doen opstaan. Dit leven betekent tenslotte niet zo veel. God zal het in het laatst der dagen opwekken.

     "Maar als het er op aankomt dat wij voor een beeld moeten buigen, doen wij dat niet. Nu, wij zullen de keizer geven wat des keizers is, maar wanneer het er op aankomt dat de keizer in strijd is met God, komt God eerst. God zei: 'Buig niet voor dat beeld' en ik zal het niet doen. Onze God is bij machte ons te verlossen en als Hij het niet doet, zal ik toch niet voor het beeld buigen."

     Hij zei: "In orde, daar is de oven."

     "Wel", zeiden ze, "ik neem aan dat het vanavond hard zal regenen en het helemaal zal uitdoven." Maar het regende niet. Nog steeds geduldig.

     De volgende morgen werd het voor het gerechtshof gebracht; daar zat Nebukadnezar, hij zei: "In orde, jongens, zijn jullie van plan mij te erkennen als jullie koning?"

     "Zeker, leef in eeuwigheid, o koning."

     "Nu, buig dan voor mijn beeld."

     "O nee!"

     "Wel, jullie zullen verbranden. Jullie zijn wijze mannen, jullie zijn knap. Jullie zijn een grote hulp voor ons geweest. Jullie zijn een zegen geweest voor ons koninkrijk. Kunnen jullie niet begrijpen dat ik dit niet wil doen, maar ik heb hier een aankondiging gedaan en dat moet worden nagekomen. Ik wil jullie daar niet ingooien. O mannen, wat is er aan de hand met jullie?"

     "Ik weet dat het goed klinkt, maar onze God is in staat ons te verlossen, maar desondanks..." Heb geduld.

     Ze begonnen de helling op te lopen; de één keek de ander aan: "Is alles in orde?"

     "Het is in orde. Wij hebben geduld."

187 Liepen één stap - God was er niet. Twee stappen - Hij was er niet. Drie stappen... vier stappen... vijf stappen; ze liepen gewoon door; Hij was er nog steeds niet. En hij stapte regelrecht de brandende oven in. Zij hadden geduld; maar daar was Hij. Ziet u, net voldoende vuur trof hen om de banden van hun handen en voeten te verbranden. En toen zij de bodem van de put bereikten, was Hij daar. Zij hadden geduld.

188 Daniël, op dezelfde manier. Daniël had geduld. Zeker. Hij zou het niet opgeven. Beslist niet. Wat deed hij? Hij opende die ramen en bad hoe dan ook, het was een vereiste van God. Hij had geduld. Hij wachtte op God, wetend dat God in staat was Zijn Woord te houden. Zij wierpen hem in de leeuwenkuil; ze zeiden: "Wij laten u door de leeuwen opeten."

     Hij zei: "Dat is in orde." Hij had geduld. Waarom? "Wel, ik heb al deze tijd al op God gewacht. Als ik nog een paar duizend jaar langer moet wachten, zal ik in het laatst der dagen weer opstaan, dus ik heb geduld; ik wacht."

     Paulus was geduldig. Dat was hij zeker. Kijk wat Paulus moest doen.

189 Over geduld gesproken; wat met de mensen op Pinksteren? Net zo lang, nadat zij de opdracht hadden gekregen: "Wacht totdat - wacht totdat u bent aangedaan met kracht."

     "Hoe lang?"

     "Het is niet de vraag hoe lang het zal duren", kregen zij ten antwoord. "Wacht totdat". Zij gingen daar naar boven en zeiden: "In orde, jongens, misschien is over een kwartiertje de Heilige Geest op ons gekomen en dan zullen wij onze bediening hebben." Een kwartier ging voorbij; niemand. Een dag ging voorbij; niet één. Twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Sommigen van hen mogen hebben gezegd: "Hé, denk je niet dat we het al hebben?"

     "Nee, nee, nee, nee."

     "Jullie kunnen maar beter vertrekken, jongens."

     De duivel zei: "Je weet, dat je al hebt gekregen wat je wilde. Ga naar buiten en begin je bediening."

190 "Nee, nee, wij hebben het nog niet, want Hij zei: 'Er zal een...' (wat zou plaats vinden in de laatste dagen). 'Met stamelende lippen en vreemde tongen zal Ik spreken tot dit volk, en dit is de rust, waarvan Ik sprak'." (Jesaja 28:19). Hij zei: "Dit is het. U zult het krijgen als... u zult het weten wanneer het komt."

     "Wij zullen het weten wanneer het komt. Wij zullen het weten; het is door de Vader beloofd." Zij wachtten negen dagen en toen, op de tiende dag... daar was Hij. Zij hadden geduld om te wachten.

191 Nu, als u dat soort geduld hebt, nadat God u een belofte heeft gegeven en u het in de Bijbel ziet: "Het is van mij", wacht dan. Als u dan dat soort geduld hebt, voeg het toe aan uw geloof. Ziet u hoe hoog u nu komt? U komt nu hier helemaal bovenaan. In orde. (De wijzer van de klok gaat ook gestaag door). Goed.

     Voeg dit toe aan uw geloof, plaats Hem altijd voor u en onthoud dat Hij het was die het beloofde. Ik was het niet, die het beloofde; het was de voorganger niet die het beloofde, (onze broeder Neville); het was niet een andere prediker die het beloofde; het was niet een of andere priester of paus; het was geen man van deze aarde. Het was God die de belofte deed, en God is in staat alles wat Hij beloofde na te komen.

     In orde. Als u dat soort geloof hebt en weet dat God het beloofde... Bijvoorbeeld: "Broeder Branham, ik ben ziek. Ik heb heel hard genezing nodig." Aanvaard het. Het is een gave die aan u is gegeven. Jazeker, indien gij kunt geloven.

     "Wel", zegt u, "ik geloof." Vergeet het dan. Dat is alles. Het is al voorbij. Ziet u, heb geduld.

192 Als u geduld hebt... Als u het niet hebt, dan brokkelt u van dit gebouw af. Het zal al het andere er ook afgooien; door die ene zaak. U moet dat hebben. Voeg het niet toe, want het zal uw gebouw ruïneren, als u geen geduld hebt. Als u geen deugd hebt om aan uw geloof toe te voegen (waarvan u zegt dat u het hebt) en u hebt helemaal geen geloof en probeert er deugd op te plaatsen, dan zal het uw geloof juist afbreken.

     Als u dus zegt: "Welnu, wacht eens even. Misschien berust dit allemaal wel op een fout. Misschien is God niet God. Misschien bestaat er geen God." Ziet u, u breekt de zaak in tweeën. Maar wanneer u oorspronkelijk geloof hebt, plaats er dan oorspronkelijke deugd op, dan oorspronkelijke kennis, dan oorspronkelijke zelfbeheersing, dan oorspronkelijk geduld. U beweegt zich nu regelrecht omhoog langs de lijn.

193 In orde, ten vijfde, voeg godsvrucht toe. O my. Godsvrucht om toe te voegen. Wat betekent 'godsvrucht'? Ik keek in vier of vijf woordenboeken en kon zelfs niet ontdekken wat het betekende. Tenslotte was ik daar bij broeder Jefferies en wij vonden het in een woordenboek. 'Godsvrucht' betekent "te zijn als God". O my. Nadat u geloof, deugd, kennis, zelfbeheersing, geduld hebt gekregen, wees dan als God.

194 U zegt: "Dat kan ik niet, broeder Branham." O ja, u kunt het wel. Laat mij hier even enige Schriftgedeelten voor u lezen, Mattheüs 5:48. Wij zullen deze nemen en zien wat er staat: Mattheüs 5:48, en zien of u verondersteld wordt te zijn als God.

195 U weet dat de Bijbel zegt: "Gij zijt goden." Jezus zei dat. Waarom? Alle deugden - alle dingen die in God zijn, zijn in u. Mattheüs 5:48: "Weest gij..." (Jezus spreekt de zaligsprekingen uit).

     Weest dan gijlieden v-o-l-m-a-a-k-t (wat is dat?) volmaakt, gelijk uw Vader die in de hemelen is, volmaakt is.

     Voordat u dat moet doen, bent u al helemaal hier bovenaan gekomen. Al deze dingen moeten eerst worden toegevoegd. Dan zijn wij hier aangekomen, nu heeft Hij u gevraagd volmaakt te zijn - godvruchtig - zonen en dochters van God. Dat is waar. Hoeveel dingen zou ik over dit onderwerp kunnen zeggen.

196 Laten we Efeze 4 opslaan en ontdekken wat hier... in het boek der Efeziërs wordt ook over deze zaak gesproken, over hoe wij zouden moeten handelen. Efeze, het vierde hoofdstuk en beginnen met het twaalfde vers. Efeze 4, te beginnen met het twaalfde vers. In orde, laten we hier met het elfde vers beginnen.

     En Dezelve heeft gegeven sommigen tot apostelen en sommigen tot profeten, (herinner u gisteravond; probeer niet de bediening van een ander te nemen) en sommigen tot evangelisten en sommigen tot herders en leraars;

     Tot de volmaking van God, (Staat dat er? Volmaking van wat? Heiligen. Wie zijn de heiligen? De geheiligden, degenen die hier onderaan zijn begonnen). ...volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, (de bediening van Jezus Christus) tot opbouwing van het lichaam van Christus; (voor de opbouwing, het opbouwen, opbouw)

     Totdat wij allen zullen komen tot de eenheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, (tot de zekerheid, o my) tot de mate van de grootte der volheid van Christus.

197 Volmaaktheid; daarvoor is godsvrucht nodig. U moet aan uw geloof godsvrucht toevoegen. Kijk, u begint hier beneden met deugd, dan gaat u naar kennis, dan gaat u naar zelfbeheersing, dan door naar geduld, nu bent u bij godsvrucht. Godsvrucht. O my, onze tijd raakt op, maar u weet wat 'godsvrucht' betekent. U zingt het lied:

Te zijn als Jezus, te zijn als Jezus;
Op aarde verlang ik te zijn als Hij.
Door heel deze levensreis,
Van de aarde naar de Heerlijkheid,

     Wens ik slechts te zijn als Hij.

198 Dat is godsvrucht. Toen Hij op de ene kant van Zijn gezicht werd geslagen, keerde Hij de andere toe. Toen er ruw tegen Hem werd gesproken, sprak Hij niet; Hij schold niet terug. Zie, goddelijk. Lette altijd op één ding: "Ik doe altijd wat de Vader behaagt." Jazeker, altijd. Dat is godsvrucht.

     Kijk, nadat u hier vandaan bent gekomen, naar hier, naar hier, naar hier, naar hier, naar hier; nu komt u tot de volle gestalte van een zoon van God. Maar u moet dit hebben plus dit allemaal. En u kunt zelfs niet beginnen totdat u dit hebt gekregen.

199 Nu, denk aan de merel met pauweveren. Vergeet hem niet, zie. Probeer het niet toe te voegen totdat u echt wederom geboren bent, want het zal niet werken. U kunt het niet laten werken. Als het tot dit komt, of tot dit hier, zal het ergens afbrokkelen. Maar wanneer u hier begint met een echte wederom geboren duif, dan voegt u niets toe. Het voegt toe aan u; groeit op. In orde. We komen nu toe aan volmaaktheid.

200 In orde, ten zesde, laten we toevoegen (de Bijbel sprak hier van toevoegen) broederlijke liefde, broederliefde. Nu, dat is een goede. Precies hier, de zesde. Zevende. In orde, voeg broederliefde toe. In orde, als we daar toe komen (broederliefde), plaats uzelf dan in zijn situatie. Nu, u zegt... "Mijn broeder zondigde tegen mij." Petrus zei: "Zal ik hem vergeven?" Hij zei: "Zeven maal per dag?"

     Hij zei: "Zeventig maal zeven", ziet u.

201 Broederlijke liefde. Nu kijk, als een broeder helemaal uit de orde is, wees dan niet ongeduldig met hem. Nee. Wees vriendelijk tegen hem. Ga hoe dan ook. Niet lang geleden zie iemand tegen mij: "Hoe kunt u op deze manier, waarop u die dingen gelooft, nog steeds naar de Assemblies van God gaan en de Eenheidsmensen en naar al die andere plaatsen?"

202 Broederlijke liefde, hopend dat op een dag... Zie, geduld met hen, zelfbeheersing; het volhouden met hem; kennis om te begrijpen wat hij gelooft. En bedenk, wat er in zijn hart is, daar gaat het om. Deugd hebben in jezelf, om het uit te laten gaan met liefde, zachtmoedigheid ten opzicht van hem, gelovend dat God hem op een dag zal binnenbrengen. Broederlijke liefde: het zevende. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Zeven dingen.

203 Nu gaat het erom. Het volgende is dan naastenliefde, hetgeen liefde is. Dat is de deksteen. Eén dezer dagen zal in de gemeente... Nu, alstublieft, laat het bekend zijn op de band en verder, ik leer dit niet als een leerstelling, wat ik nu ga zeggen. Maar ik wil u aantonen, door de hulp van God, wat het echt is, wat...

204 De eerste Bijbel die God ooit schreef was de dierenriem in de hemel. Deze begint met een maagd. Het eindigt met Leo de leeuw. En wanneer ik toekom aan dat zesde en zevende zegel, zult u ontdekken, dat toen dat andere zegel werd geopend, het teken van de dierenriem op die plaats kanker was, de kreeft. Dat is het kankertijdperk waarin wij nu leven, geopenbaard. En het volgende dat het zegel lostrok, openbaarde Leo de leeuw: de tweede komst van Christus. Hij kwam het eerst tot de maagd; vervolgens komt Hij als Leo de leeuw.

205 Ik zal dit naar voren brengen gedurende deze... Nu, ik weet niet of wij vanmorgen tijd hebben... Ik zal mijn best doen om u aan te tonen dat deze stappen precies zo zijn terug te vinden in de pyramiden, de tweede Bijbel die God schreef. Henoch schreef ze en plaatste ze in een piramide.

206 En ten derde (God is altijd volmaakt in drieën) maakte God Zichzelf, als Zijn Woord. Nu, onthoud, in de piramide... (ik vermoed dat velen van u, soldaten en zo, in Egypte waren), de piramide heeft geen afdekking gekregen. Nooit gehad. De Steen van 'Scone' en van alles heeft men gehad, maar toch...

207 Als u een dollarbiljet in uw zak hebt en u kijkt naar het dollarbiljet, zult u ontdekken dat er aan de rechterkant een adelaar staat met de Amerikaanse vlag. En er staat op: "Het Zegel van de Verenigde Staten." Aan de andere kant staat een piramide met een hele grote deksteen en het oog van een mens. Aan deze kant staat: "Het Grote Zegel." Wel, als dit de grote natie is, waarom zou dit grote zegel niet zijn eigen zegel zijn, van de natie? God laat hen getuigen ongeacht waar zij heengaan.

     Ik sprak eens met een dokter, en hij legde mij het vuur aan de schenen over goddelijke genezing. Wij stonden op straat. Hij zei: "Meneer Branham, u maakt de mensen alleen in de war." Hij zei: "Er bestaat geen genezing, dan alleen door medicijnen."

208 Toevallig keek ik om en keek naar het embleem op de auto; daar stond die slang op de paal. Ik zei: "Dan kunt u maar beter dat embleem van uw auto afhalen, want uw eigen embleem getuigt ervan dat God een genezer is." Een echte dokter gelooft dat. Dat zijn die kwakzalvers. De slang op de paal; Mozes hing de slang op aan de paal en zei: "Ik ben de Here die al uw krankheden geneest", en zij keken naar die slang voor goddelijke genezing. En toch getuigen zij er tegen, hoewel hun eigen embleem tegen hen getuigt!

209 Hier zegt onze natie hoe de zaken staan en ze maakt deze dingen belachelijk, en haar eigen geld, haar betaalmiddel getuigt ervan dat God het zegel van de hele wereld is. Ziet u dat oog daar bovenaan op dat dollarbiljet? Dat is het grote zegel. Het werd nooit op de top van de piramide geplaatst. Zij konden het niet begrijpen. Waarom? De deksteen werd verworpen, het Hoofd, Christus. Maar op een dag zal het komen.

210 Nu, over het bouwen van de deugd, het bouwen van dit monument, het bouwen van deze gestalte. Kijk, het begint bij de fundamentsteen: geloof, deugd, kennis, zelfbeheersing, geduld, godsvrucht, broederliefde. Nee, wat heeft dat tot gevolg? Dan wachten zij op de hoofdsteen, die liefde is; want God is liefde, en Hij controleert en Hij is de kracht van elk van deze dingen. Jazeker.

211 Regelrecht hierin, ziet u? Ik heb hier tussen al deze werken in deze kleine golfjes getekend. Wat is dat? De Heilige Geest die naar beneden komt door Christus, de Heilige Geest. De Heilige Geest is boven dit alles en smelt dit tezamen. Bouwt een wat? Een volmaakte Gemeente voor de deksteen om haar af te dekken! Wat doet het opnieuw? Het wordt gemanifesteerd door zeven gemeentetijdperken en zeven gemeenteboodschappers.

212 Het begon hier... Waar werd de gemeente voor het eerst opgericht? Waar werd de Pinksterkerk voor het eerst opgericht? Door Paulus in Efeze, de ster van het Efeze-gemeentetijdperk; Efeze. Het tweede gemeentetijdperk was Smyrna: deugd - Irenaeüs, die grote man die het Evangelie van Paulus ophield. Het volgende gemeentetijdperk was Pergamus; Martinus was de man die erbij bleef. Paulus, Irenaeüs, Martinus. Daarna in Thyatira kwam Columba. Onthoud, hier is het precies uitgetekend - Columba. Na Columba kwamen de donkere Middeleeuwen.

213 Toen kwam Sardis hetgeen dood betekent: Luther. Halleluja! Wat daarna? Wat kwam toen? Na Sardis, Luther; dan komt Philadelphia: godsvrucht. Wesley: heiligheid; "De rechtvaardige zal leven door geloof", zei Luther. Heiligmaking door Wesley. Dan komt broederlijke liefde binnen door het Laodicéa-tijdperk. En wij geloven dat de grote boodschap van de tweede verschijning van Elia in de laatste dagen door het land zal zwiepen.

214 Hier bent u er: zeven gemeentetijdperken, zeven treden. God bouwt Zijn kerk als één persoon die in een individu komt... in Hem Zelf. De glorie, de kracht van God komt hier doorheen naar beneden, smelt ons tezamen.

215 Daarom weten de Pinkstermensen, die de Lutheranen er buiten hebben gelaten, de Wesleyanen er buiten hebben gelaten, enzovoort, niet waar zij over praten. Ziet u, zij leefden in dit gedeelte van de tempel. Op die manier kunnen sommige mensen tot zo hoog komen en dan vallen zij af. Maar er is een echt gedeelte dat blijft doorgaan met dit gebouw te vormen, dat verder komt. "Ik zal herstellen", spreekt de Here.

216 Herinnert u zich De Bruidsboom? Herinnert u zich de prediking over De Bruidsboom? Zij aten hem op, maar Hij snoeide hem. Hij kreeg denominatietakken; Hij snoeide ze er af. Zij maakten een andere kerk, denominatietakken; Hij snoeide ze er af. Maar de kern van die boom bleef doorgroeien.

217 "In de avondtijd zal het licht zijn." Dat is wanneer Christus, de Heilige Geest, komt. Jezus komt naar beneden en zet Zichzelf aan het hoofd van de Gemeente. Daarna zal Hij Zijn Gemeente opwekken als Zijn eigen lichaam. Daarin is het lichaam. En de wijze... God verwacht van ons dat wij als individuen opgroeien, zoals Hij Zijn Gemeente er in bracht om op te groeien. Elk gemeentetijdperk; het wordt één grote gemeente.

218 Ziet u, van deze mensen werd niet hetzelfde vereist als van deze mensen. Van die werd niet verwacht wat van die werd verwacht. Hij bracht Zijn Gemeente omhoog op dezelfde manier als Hij zijn volk omhoog brengt. Petrus noemt hier eerst: (zeven dingen), geloof, deugd, (omhoog komend), kennis, zelfbeheersing, geduld, godsvrucht, broederliefde en broederlijke naastenliefde en dan de liefde van God; de Heilige Geest.

219 Christus in de persoon van de Heilige Geest komt op u door de echte doop van de Heilige Geest en u krijgt al deze deugden in u verzegeld. Dan leeft God in een tabernakel, die genoemd wordt het gebouw, de levende Tabernakel van de woonplaats van de levende God.

220 Als een man dit soort dingen bezit, dan komt de Heilige Geest op hem. Het doet er niet toe of u in tongen spreekt, u mag elke gave die God heeft nabootsen. U mag dit doen, maar totdat deze deugden hier in u komen, bent u niet op het echte goede fundament van geloof. Maar wanneer deze deugden er in groeien en u voegt deze hieraan toe, dan bent u een levend monument. U bent een levend, bewegend beeld.

221 U weet dat de heidenen neerknielen voor een afgodsbeeld, een denkbeeldige god. En op een denkbeeldige manier geloven zij dat die denkbeeldige god tot hen terugspreekt. Dat is heidendom.

     Dat is Rooms. Zij buigen voor allerlei heiligen en al het andere. Ze hebben de heilige Cecilia, huisgod, en zoveel andere dergelijke dingen. Zij buigen ervoor en zij geloven dat werkelijk op een ingebeelde manier. Hetgeen een type is van de echte levende God.

222 Maar wanneer wij, niet op een ingebeelde manier, maar ootmoedig ons neerbuigen voor een levende God, een levende deugd, een levende kennis, een levend geduld, een levende godsvrucht... Een levende kracht die komt van een levende God, die een levende man een levend beeld maakt in de gestalte van God!

223 Wat doet hij? Dezelfde dingen die Jezus deed: wandelend op dezelfde manier als Hij wandelde. Doende dezelfde dingen die Hij deed, want het is geen ingebeelde zaak! Er is een werkelijkheid die het bewijst! Ziet u wat ik bedoel? Ziet u hoe deze deugden, deze bouwmaterialen typerend zijn voor de gemeenteboodschappers, met de gemeentetijdperken?

     Een dezer dagen zullen wij elk van deze woorden nemen en ze bestuderen en het bewijs hiervan aantonen. Het gaat allemaal samen. Zeker. Ziet u? O my, wat is dat wonderbaar, om te zien hoe het past.

224 Nu, dat is het huis waar God in woont. Niet een gebouw met een grote klok er bovenop en een hoge toren, maar: "een lichaam hebt Gij Mij bereid": een lichaam waar God in kan wonen, God in kan wandelen, God in kan zien, God in kan spreken, God in kan werken. Amen! Het levende instrument van God. God die op twee voeten in u wandelt. Glorie! "De voetstappen van de rechtvaardige zijn door God geordineerd." God die in u wandelt, "want gij zijt geschreven brieven, gelezen door alle mensen." En als het leven dat in Christus is in u is, zult u het leven dragen dat Christus droeg.

225 Zoals ik altijd heb gezegd: "Neem het sap uit een perzikboom en als u het door een transfusie kon overbrengen in een appelboom, zou de appelboom perziken voortbrengen." Zeker zou hij dat. Het doet er niet toe hoe de takken er uit zien, er zit appelboomsap in. Ziet u, of welke boom het ook is.

226 U haalt het leven uit een appelboom, haalt alles eruit en u geeft hem een "saptransfusie" en laat het van de perzikboom overvloeien in de appelboom, wat gebeurt er? Hij zal geen perziken meer dragen. Beslist niet. Als het leven van de perzikboom in de appelboom komt, liever gezegd, zal hij geen appels meer dragen. Hij zal perziken dragen, omdat hij dat leven in zich heeft.

227 Als u ons neemt, niets anders dan een "wilde pompoen", een klit, en wij zijn niets waard, want wij zijn allen dood in zonde en overtredingen. Wij zijn allen in dit soort toestanden. En als wij onszelf dan kunnen vernederen, ons eigen ik kunnen opgeven, totdat God Zijn transfusieslang neemt, de Naam van Jezus Christus, - want er is geen andere naam onder de hemel gegeven waardoor een mens kan worden gered - en het leven van Christus in ons doet vloeien, dan hebben wij dit soort geloof: het geloof dat Christus had.

228 En het geloof van Christus rustte niet in die Farizeeën of Sadduceeën, of in hun potten, ketels, pannen of in hun wasvoorschriften. Het was gebaseerd op het Woord van God. Amen! Zodanig, dat Christus het Woord was, het Woord werd vleesgemaakt.

229 Als wij dan zodanig doorstroomd kunnen worden door Zijn kracht dat wij aan ons eigen denken sterven en ons geloof een oorspronkelijk geloof wordt... (halleluja!) dan wordt het leven van Christus in ons overgebracht en wij worden levende schepselen Gods, een woonplaats waar de Heilige Geest Zijn glorieuze zegeningen doorheen kan zenden en dan zijn wij in de gestalte van Christus.

230 Jezus zei: "U veroordeelt Mij omdat Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben en staat het niet geschreven? Staat er niet geschreven dat gij goden zijt? Zegt uw eigen wet dat niet?" Zoals Mozes, zoals Elia, zoals die profeten die zo dicht bij God leefden dat God Zichzelf geheel in hen overhevelde en zij spraken, niet zijzelf, maar God. "Neem u niet voor wat u spreken zult, want u bent het niet die spreekt, maar het is de Vader die in u woont; Hij is het die spreekt." Zijn woorden zijn niet van hem, want zijn leven... hij is dood.

231 Als u sterft haalt u het bloed uit de man. U balsemt hem. Het probleem is dat veel van hen nooit worden gebalsemd. Als u het bloed uit iemand haalt, is hij dood. Het enige wat u dan kunt doen is ander bloed in hem brengen om hem opnieuw te laten leven. U haalde zijn bloed eruit.

232 En nu brengen wij het bloed van Jezus Christus erin! En dat brengt het geloof van Jezus Christus, de deugd van Jezus Christus, de kennis van Jezus Christus, de zelfbeheersing van Jezus Christus, het geduld van Jezus Christus, de godsvrucht van Jezus Christus, de broederlijke liefde van Jezus Christus, en de liefde van God, hetwelk Jezus Christus is! Hij is het hoofd dat u controleert! En uw voeten zijn het fundament: geloof. Amen! Gecontroleerd door het hoofd. Neemt de...?... Daar bent u er. Daar is de volmaakte man van God, wanneer hij deze deugden bezit.

233 Dan stelt God Zijn gemeente voor als een bruid, een vrouw. God stelt Zijn gemeente voor als een bruid en op dezelfde manier als Hij ieder individu Zijn zoon laat worden om in die bruid te gaan, zo heeft Hij ook de bruid door alle eeuwen heen gebracht, totdat Hij deze ene complete kerk hierin brengt.

234 Mijn voeten bewegen. Waarom? Omdat mijn hoofd het zei. Nu, het kan niet bewegen zoals mijn hand, omdat het mijn voeten zijn. Luther kan de dingen niet doen die wij deden; net zomin als de Methodist, want zij waren iets anders. Ziet u, de voeten bewegen omdat het hoofd het zei. En het hoofd zegt nooit: "Nu, voeten, jullie worden handen. Oren, jullie worden ogen."

235 Maar in ieder tijdperk heeft God deze zaken in Zijn gemeente geplaatst en er een model van gemaakt door aan te tonen dat ieder individu deze kwaliteiten in bezit heeft. En dit "wezen" is, wanneer het voltooid is, de gemeente van God die in de opname zal gaan! En dit "wezen" is, als het voltooid is, een dienstknecht van God in de gemeente van God, die in de Opname zal gaan. Glorie! Ziet u wat ik bedoel? Daar bent u er. Daar is de volledige zaak.

236 Hier kwam een man, Paulus, die het fundament legde. Irenaeüs begon dit hierop te gieten, en de volgende goot dit uit, en de volgende goot dit uit, de volgende dat, en dat en dat en maar door, totdat het tot het laatste tijdperk komt. Maar wat is het? Dezelfde Geest. Dezelfde geest die in mij woont en zegt: "Handen, pak die tas", dezelfde geest zegt: "Voeten, maak een stap." Ziet u wat ik bedoel?

     Dan wordt de gehele gestalte van uw wezen geregeerd en gecontroleerd door deze dingen. Maar het kan niet volledig worden gecontroleerd totdat het deze eigenschappen volledig bezit.

237 Hebt u dit ooit eerder gehoord? Laat mij u dit nu vertellen en onthoud heel... Knoop dit in uw luisterend oor. Een ketting is op z'n sterkst bij z'n zwakste schakel. Dat is waar! Hij is niet sterker dan z'n zwakste schakel. Het doet er niet toe hoe sterk deze zijn opgebouwd, deze is opgebouwd, als hij een zwakke schakel heeft, zal hij daar breken. En hij is niet sterker dan die zwakste schakel.

238 Nu, als u dit bezit... U zegt dat u dit hebt, dit, dit; maar u hebt dit niet, dan zal hij daar breken. Als u dit hebt en dat niet, zal hij precies daar breken. U hebt dit en dat niet, hij zal breken. Dit en hebt dit niet, hij zal breken. Dit en hebt dit niet, hij zal breken. Ziet u? En u kunt niet dit hebben zonder dit te hebben. Als u dus uw gehele wezen overgeeft, dan stort de Heilige Geest Zich uit in deze deugden. Dan bent u een levende tabernakel.

239 Dan kunnen mensen naar u kijken en zeggen: "Dat is een man vol van deugd, kennis, die het Woord gelooft, met zelfbeheersing, geduld, godsvrucht, broederlijke liefde, vol van de liefde van de Heilige Geest, die daar wandelt." Wat is het? Een gestalte waar ongelovigen naar kunnen kijken en zeggen: "Daar is een Christen. Daar is een man of vrouw, die weet waarover ze praten. Je hebt nog nooit een aardiger, lieflijker, goddelijker persoon gezien."

240 U bent verzegeld. Een zegel is aan twee kanten geldig. Of u gaat of komt, zij zien hetzelfde zegel. Daar bent u er. Wanneer een man, of een vrouw dit bezit, komt de deksteen naar beneden en verzegelt hen in het Koninkrijk van God, hetgeen de Heilige Geest is.

     Dan manifesteert het Woord, dat hier vandaan komt, Zichzelf door ieder van deze wezens. En maakt dit volledige wezen een tabernakel van de levende God: een wandelend, levend voorbeeld van Christendom.

241 Wat Christus was, zijn deze mensen, omdat Zijn leven hierin is. Zij zijn in Christus en hun leven is dood en verborgen in Christus door God en daar binnen verzegeld door de Heilige Geest; 1 Korinthe 12. Dat is waar. U houdt uzelf voor dood. Dan bent u geboren uit geloof, daarna deugd en deze andere dingen die aan u worden toegevoegd, totdat u het volmaakte levende beeld van God bent.

242 Is dat niet wonderbaar? En dan heeft God daar doorheen ook de zeven gemeentetijdperken gebracht om de zeven stappen te laten zien die Hij gebruikt om Zijn individuen op te bouwen in Zijn gelijkenis. Hij heeft een volledige gemeente gebouwd in Zijn gelijkenis. En bij de opstanding zal dit gehele lichaam opstaan om voor altijd met Hem te leven, want het is een Bruid. Dat behelst dus ieder tijdperk, ieder tijdperk dat opkomt.

243 En onthoud, er wordt nog meer vereist. Onthoud wat Paulus hier zei in Hebreeën 11. Laat ik hiervan iets voor u lezen voordat wij over enige ogenblikken gaan sluiten en dan zult u... Het doet u een beetje eigenaardig voelen, als u... altijd wanneer ik dit lees. Ik zoek Hebreeën 11 op en ik zal beginnen bij het 32e vers.

     En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuël en de profeten,

     die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der beloften verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd, de kracht van het vuur gedoofd hebben.

     Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in den oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen.

     Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terug ontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben. (Hier helemaal onderaan, ziet u. In orde).

     Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap.

     Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, door midden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling (de wereld was hunner niet waardig) (Let op, het staat in uw Bijbel tussen haakjes.) zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde.

     Ook dezen allen, hoewel door het geloof (hier staat: een goed getuigenis door het geloof) een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen.

244 Snapt u het? Deze mensen hierin die stierven, zijn van ons afhankelijk en wachten op ons. Deze gemeente moet dus tot volmaaktheid komen om de opstanding te bewerkstelligen, en daar onder... zielen onder het altaar, wachtend op deze gemeente totdat zij tot haar volmaking komt, dat wanneer Christus komt...

     En deze kerk, ziet u, wordt steeds kleiner in aantal. Het is een heel stuk scherper dan dat, maar net zoiets als dat kruis daar dat ik heb getekend, ziet u, komt het omhoog tot aan een naalddunne punt, totdat de kerk in de minderheid op een plaats is gekomen, dat het dezelfde soort bediening heeft als die hier is weggegaan; want wanneer deze hoofdsteen terugkomt...

245 Het heeft een uitstulpsel zoals hier, waar het zou moeten passen op de plaats van een normale piramide. Het is niet zoiets als een kap die bovenop de top zit; het is een kleine flens. [Overhangende rand – Vert] En het moet daar zitten omdat daar het water afvloeit. En wanneer het komt, moet deze kerk geslepen zijn.

246 Heel de rest van deze stenen in de piramide liggen zo volmaakt, dat je er geen scheermesje tussen kunt krijgen, terwijl ze tonnen wegen. Hoe men ze daarboven heeft gekregen weet men niet, maar ze werden gebouwd. En hier bovenaan, als de kap van de piramide komt, zal de piramide zelf, het lichaam van Christus, moeten worden geslepen. Niet slechts door een of andere geloofsbelijdenis, leerstelling, of iets waar wij uit vandaan komen. Het zal zo volmaakt op Christus moeten lijken, dat wanneer Hij komt, Hij en die bediening precies nauwkeurig tezamen zullen passen. dan zal de Opname komen en het naar huis gaan.

247 Kijk waar wij nu in leven, in Laodicéa, waar de gemeente het slechtste gemeentetijdperk was dat er ooit was geweest. In de Bijbel zien wij, dat dit het enige gemeentetijdperk was waar God aan de buitenkant van de kerk stond, kloppend, proberend terug te komen in Zijn eigen gebouw. De geloofsbelijdenissen en denominaties hadden Hem zelfs uit Zijn eigen kerk gezet.

248 "Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand dorst heeft en de deur wil openen, zal Ik binnenkomen en maaltijd met hem houden." Hier is Hij in dit gemeentetijdperk en gaandeweg wierpen zij Hem eruit, tot zij Hem er helemaal uitgezet hadden. Zij willen er niets mee te maken hebben.

249 Nu, u ziet waar wij vandaag naartoe gaan. Aan het einde van het Laodicéa tijdperk zal het zelfs zo formeel zijn, dat het met het Katholicisme (hetgeen dit hier verbrak), samengaat en zich als één grote kerk verenigt. Met een federatie van kerken, is het hetzelfde als Katholicisme.

250 Er is slechts één verschilpunt. Als zij u kunnen overhalen, (dat is het nemen van het avondmaal), dat is het... Er is slechts één ding in het bisdom dat Katholicisme en Protestantisme ervan weerhoudt samen te gaan, dat is de dienst van het avondmaal. De Katholieke kerk zegt: "Het is het Lichaam." En de Protestantse kerk zegt: "Het vertegenwoordigt het Lichaam."

251 De Katholiek houdt er een mis bij. Een mis betekent het avondmaal nemen in de hoop, dat zij zijn vergeven. De Protestant neemt het door geloof, God dankend tijdens het avondmaal dat zij vergeven zijn. De Protestant zegt: "Wij zijn vergeven." De Katholiek zegt: "Wij hopen dat wij vergeven zijn"; mis en avondmaal; Zij noemen het een mis; wij noemen het een avondmaal. Een 'mis' is hopen dat het zo is. Een 'avondmaal' is weten dat het zo is en Hem ervoor danken. Dat is het enige waardoor zij niet tezamen kunnen komen.

252 Zij zullen samenkomen. O, het ziet er heel mooi uit. Zij zullen zich verenigen om de... Het zal al de... Wel, de Bijbel zegt: "En deze dieren geven hun kracht aan de hoer." Ziet u, ze verenigden zich met elkaar. Precies wat de Bijbel zei dat zij zouden doen, doen zij nu. Precies deze week is het op gang gebracht.

253 Niet dat ik iets tegen Katholieke mensen heb, niets meer dan tegen Protestantse mensen. U, Methodisten en Baptisten en een heleboel van u Pinkstermensen, toen uw kerken rechtstreeks in deze raad van kerken zijn gegaan; toen zij daar in New York dat grote lijkenhuis hebben gebouwd, van die raad van kerken, is dat hetzelfde als wat zij deden in de Verenigde Naties en dergelijke: zij proberen al het Protestantisme te verenigen.

254 Nu, de Katholieken zijn daar knap in en brengen deze paus Johannes de 23e, of 22e, (of wat hij ook is) naar voren. Hij probeert op een hele nederige manier al het Protestantse geloof en het Katholieke geloof tot één geloof te brengen: precies wat de Bijbel zei dat zij zouden doen. Daar bent u er.

     En al de Protestanten vallen ervoor, nemen haak, lijn en dobber mee. Waarom? Waarom? Omdat zij deze dingen niet bezitten. Kennis: het Woord is waar; geduld: "Zij die wachten op de Here..." Ziet u wat ik bedoel?

255 Zoals onlangs die Methodistenbisschop zei, toen zij het hadden aangenomen - en iedereen weet wie dat inspireerde - toen zij een bepaald gebed in de kerk erdoor probeerden te krijgen, op school, en wilden dat... Ik geloof dat het een Presbyteriaans gebedenboek was of iets dergelijks en de ouders vervolgden de school, omdat zij niet wilden accepteren dat dit gebed op school werd opgezegd.

     Deze Methodistenbisschop was een wijze oude man. Hij stond op en zei: "Dat is fout." Hij zei: "Dat is ongrondwettig." Hij had er lucht van gekregen. Hij zei: "Zoals in onze Methodistenkerk..." Hij zei: "In onze Methodistenkerk spreken veel van onze mensen altijd over het schandalige van Hollywood en vijfennegentig procent van hen gaat er toch naar kijken." Wat is er aan de hand? Zij hebben dit afgelegd. Precies, zij hebben dat afgelegd.

256 Onlangs sprak ik hier in deze ruimte met een ambtsdrager van een van de grootste Methodistenkerken die er in Falls City is; een van de geestelijkste Methodistenkerken die er in Fall City is... U ziet dat het Methodistentijdperk vlak voor ons tijdperk, het Pinkstertijdperk komt. En hij zei: "In St. Louis, Missouri, deden zij een onderzoek (ongeveer drie of vier maanden geleden) en ontdekten..." Deze man zou hier vanmorgen kunnen zitten. Wel, hij is een aannemer die dit bouwt, het gebouw voor ons in orde maakt. Hij behoort tot de Main Street Methodisten, waar broeder Lum en de anderen voorganger zijn.

257 Toen ontdekten wij dat daarin, ik geloof dat het ongeveer zeventig procent van de Methodisten mensen was in het onderzoek, volgens een rapport, in St. Louis, dat aantoonde dat ongeveer zeventig procent van de Methodisten rookte en dat achtenzestig procent van hen alcoholische dranken dronk. Een Methodist!

     En het vreemde was, dat toen er in het onderzoek een vergelijking werd gemaakt tussen mannen en vrouwen, dat het bij de vrouwen zeventig procent was ten opzichte van de mannen met ongeveer vijftig procent. Er rookten en dronken meer vrouwen dan mannen. Zeventig procent, zeventig en nog wat procent; meer vrouwen dan mannen.

258 Nu, wat als wij zouden komen tot de Bijbelse leer van het dragen van shorts, haren knippen en dat soort spul? Wel, het is goddeloos. Vrouwen die godsvrucht en heiligheid belijden - kaartavonden en al het andere, roddelaars, kletskousen, niet in staat hun tong in toom te houden, overal rondgaand. Wat met de mannen? Kaartavonden, golfwedstrijden, daarbuiten half aangekleed, met van die kleine, oude smerige kleren aan, die daar met die vrouwen rondhangen. Geen wonder!

259 Hebt u vanmorgen die vuile intrige gezien rond die predikant, (gevangenispredikant) Jazeker. Ik geloof niet dat die man daar schuldig aan is. Wat deed men? Als broeder... ik kan niet op z'n naam komen. Ja. Dan Gilbert, gevangenispredikant. Toen die man hier naar binnen rende, en een paar maanden geleden Dan vermoordde... En nu is zijn vrouw in verwachting. Natuurlijk kunnen zij nu Dan dood is de bloedgroep niet onderzoeken. Ze zei dat Dan haar had verkracht en dat dit Dan's baby was. Ik geloof daar niets meer van dan dat ik geloof dat een kraai duiveveren heeft. Beslist niet. Ik geloof dat het een leugen is. Ik geloof dat Dan Gilbert een man van God was. Ik geloof dat het een intrige van de duivel is.

     Zoals die zaak om te proberen die gebeden over te nemen. Die oude Methodistenbisschop was verstandig genoeg om dat te vatten. Als dat erdoor gekomen was... Dat was slechts geïnspireerd door iets anders. Dat is juist.

260 Net zoals het probleem van de rassenscheiding in het Zuiden: dezelfde zaak. Ik geloof dat mensen vrij behoren te zijn. Ik geloof dat deze natie vrijheid voorstaat. Ik beschuldig meneer Kennedy niet dat hij de troepen erheen zond, ofschoon ik geen "New Dealer" [Economisch Herstelplan der V.S. – Vert] en geen Democraat ben; ik ben geen Republikein; ik ben een Christen. Maar daar geloof ik niet in.

261 Ik geloof evenmin dat de gekleurde mensen hun geboorterecht zouden moeten verkopen voor zulk spul. Het was de partij van de Republikeinen... het bloed van Abraham Lincoln bevrijdde deze mensen, omdat hij een godvruchtig man was. Ik denk dat je minstens verplicht bent bij de partij te blijven als je zou gaan stemmen.

     Maar ik vertel u één ding. Die jongen was daar niet heengegaan omdat daar scholen zijn. Die jongen is een inwoner. Hij is een Amerikaan. Dat betekent vrijheid voor allen. De kleur van een man zou hem niet anders moeten maken. "Wij zijn allen..." God zei: "Wij zijn allen uit één man voortgekomen, elk bloed, elke natie." Wij zijn allen één.

262 Maar die jongen, hij was een soldaat; hij was een oudgediende. Hij vocht voor dat wat goed is. Hij had een recht om naar school te gaan. Dat is waar, maar hij had genoeg scholen waar hij heen kon gaan. Daar gaat het om. Als u er achter kunt komen, het is dat opgewerkte spul van de hedendaagse denominaties die dat inspireren. Waarom? Zij bewegen deze kleurlingen stemmen ertoe om van Republikein naar Democraat te gaan en zij verkopen daardoor hun geboorterechten. Precies de waarheid. De Heilige Geest is daar niet in. "Laat hem die wijsheid heeft, laat hem die kennis heeft..." Precies.

     Precies zoals deze gemeente in deze huidige dag zichzelf verkoopt. Kunt u niet zien wat er gaat gebeuren? Het maakt mij niet uit of dit op de band komt, hier komt het! Wat is er aan de hand? Mijn eigen moeder zei vaak: "Geef de duivel wat hem toekomt."

263 Er was één man die iets verstandigs deed. Dat was Castro daarginds. Jazeker. Hij ging er heen - de kapitalisten hadden al het suikerriet, enzovoort. Het heeft een goudstandaard, net als de Verenigde Staten. Wat deed hij? Hij kocht al die obligaties op, verkreeg het geld op elke wijze die hij maar wist. Wat deed hij toen? Hij vervalste de valuta en veranderde het, bracht ze regelrecht terug... Dat is het enige wat deze natie kon doen.

264 Hebt u onlangs 's morgens geluisterd naar Life Line? Weet u, het is hetzelfde als wanneer u obligaties verkoopt op goudbasis. De obligaties zijn al weg en de huidige regering besteedt geld van wat? Van belastinggeld dat zij pas zullen innen over veertig jaar vanaf nu. Het is afgelopen met haar. Het kwam op Life Line, regelrecht uit Washington D.C., door het hele land.

265 Belastinggeld; zij besteden en proberen buitenlands... te kopen. Wel, zij geven het op elke mogelijke manier uit. Ziet u het niet, dat is precies wat zij zullen gaan doen. Ziet u wat het is? Nu, als deze natie failliet gaat... Het enige wat zij kan doen is failliet gaan. Het enige wat zij kan doen is bankroet gaan. Dat is het enige verstandige wat zij kan doen: de valuta veranderen.

266 Maar zij zullen het niet doen. Onder deze huidige administratie bezit de Roomskatholieke kerk het goud van de wereld en wat zij zullen doen is zichzelf verkopen. Deze rijke mannen, enzovoort, van de aarde, zullen zoals de Bijbel zei... Wat zullen zij doen? Voordat zij de... loslaten - de Brown and Williamson Tobacco Company (de meesten van hen zijn toch Katholiek) en al die andere zaken; wat zullen zij doen? Zij zullen dat accepteren en het geld van Rome nemen en dan heeft zij haar eigen geboorterecht verkocht! Rome staat achter haar. Jazeker. Zij zal er achter staan.

     En zij krijgen nu genoeg politici; krijgen er genoeg van hen om zich heen. Brengen het in het kabinet. Kijk waar meneer Kennedy om vraagt.

267 En als u dat pas geleden hebt gezien: je stem uitbrengen is helemaal niet meer nodig. Wat heeft stemmen voor zin? Toen zij het in de krant zetten en het voor het publiek bewezen en weigerden er iets aan te doen; toen zij bewezen dat de telmachines door het hele land zo waren afgesteld, dat zij meneer Kennedy kozen door een valse stemming. Zei de Bijbel niet dat hij zou binnenkomen door bedrog, een leugen?

268 Nu, ik ben niet tegen de Democratische partij, niet meer dan tegen de Republikeinse partij, maar ik noem feiten vanuit de Bijbel. Wat heeft het voor zin om te stemmen? Zij weten al wie het wordt.

269 Hoevelen herinneren zich de televisie-uitzending waar twee vrouwen waren die opstonden en één zei: "Ik ga stemmen voor..." Een Protestantse vrouw zei: "Ik ga stemmen voor meneer Kennedy."

     Ze zeiden: "Waarom?"

     Ze zei: "Omdat ik geloof dat hij een knappere man is dan meneer Nixon. Hij zal een betere president zijn."

     Toen zeiden ze: "Dit is een Katholieke vrouw. Op wie gaat u stemmen?"

     Ze zei: "Ik ben Katholiek, een Rooms-katholiek, een loyale Katholiek."

     Ze zei: "Ik ga stemmen op meneer Nixon."

     "Waarom?"

     Ze zei: "Omdat ik denk dat meneer Nixon een betere president zal zijn, omdat hij meer ervaren is met de dingen. Hij weet meer af van het communisme." Die vrouw vertelde een leugen.

270 Ik heb wat zij "De feiten van ons geloof" noemen, het hoogste Katholieke boek dat je kunt kopen. En daarin wordt gezegd: "Als er op een stembiljet een Katholiek staat die het opneemt tegen een Protestant, als een Katholiek stemt voor die Protestant worden zij geëxcommuniceerd uit de gemeenschap van de Katholieke kerk." Juist! En als er twee Katholieken meedingen voor dezelfde betrekking, zullen zij de Katholiek eruit halen die het meest loyaal is aan de moederkerk en voor hem stemmen.

271 Ziet u dat bedrog? Wat proberen zij te doen? Geven geld uit om te kopen... Waarom? - zij proberen het te breken! - en zij doen het, en zij is gebroken.

272 Wat is het? Het is op de goudstandaard en de Katholieke kerk (de hiërarchie) bezit het goud van de wereld: honderdachtenzestig miljard. Daar bent u er. Werp haar terug op de goudstandaard. En u mensen behoudt gewoon uw huizen en dergelijke, maar u behoort aan de Katholieke kerk. De natie behoort aan de Katholieke kerk. De hele zaak is op die manier ingenomen, door hun valuta.

273 Spreekt de Bijbel daar niet van? Is dat niet het beeld dat de Bijbel voor ons uittekent? Broeder, wat ik probeer te zeggen is, dat zij vandaag zullen zeggen: "Dat zal er een fijne kerk van maken. Het zal het Protestantisme verenigen." Voor het natuurlijk oog ziet het er goed uit, maar de kennis van deze wereld is dwaasheid voor God en het behaagde God door de dwaasheid der prediking diegenen te redden die verloren zijn, door de goddelijke bediening die Hij in Zijn Gemeente aanstelde om de Gemeente te bouwen op deze geestelijke kwaliteiten en niet op iets dat aan de wereld toebehoort.

274 Petrus zei: "En omdat gij ontvloden zijt aan het bederf dezer wereld door de begeerte naar geld en de begeerte naar een grootse tijd, en plezier, eten, drinken en de begeerte die wij hebben, omdat u daaraan ontvloden bent, bent u nu opgebouwd in een levende hoop." Hij zei: "Ik richt dit aan de gemeente."

     Daar bent u er. Hebt u het gelezen? Hebt u het begrepen? Hebt u het gehoord toen wij het daarstraks hebben gelezen in II Petrus? Luister naar wat hij hier zegt; hoe prachtig dat hier is beschreven, hoe hij het adresseert. In orde, luister nu naar hem als hij spreekt. In orde:

      Simon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus:

     Genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus, onze Here.

     Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, (Wie zullen de aarde beërven en alle dingen? Het behoort zeker... ja, in orde) wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht;

     door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, (luister hier naar) dat door de begeerte in de wereld heerst.

275 Begeerte naar geld. Begeerte naar grote dingen. Begeerte naar populariteit. Deze dingen zijn dood voor de gelovige! Wij maken ons niet druk om een tent of een hut! Waarom zou ik mij zorgen maken? Leven of sterven; zinken of verdrinken; dìt is de zaak waarin ik geïnteresseerd ben: het Koninkrijk van God! Ongeacht of ik mijn huis behoud; ongeacht of ik mijn familie behoud; ongeacht of ik wat dan ook behoud; laat mij Christus behouden, de hoop der heerlijkheid!

276 Bouw mij hierin op, o Heer: laat Christus mijn Hoofd zijn! Laat op mijn fundament, mijn geloof dat in Hem is, door mij heen werken. Laat deugd, kennis, zelfbeheersing, geduld, godsvrucht en broederliefde in mij werken, o Heer, is mijn gebed. Het maakt mij niet uit: leven of sterven; zinken of verdrinken; denominatie of geen denominatie; vriend of geen vriend; laat dat in mij werken. Laat de deugd van Christus, Zijn kennis, stromen, zodat ik in staat mag zijn hen te onderwijzen, want God heeft in de gemeente gezet, apostelen, profeten, leraars, herders en evangelisten, allemaal voor de volmaking en het naar binnen brengen van al deze deugden, tot de volmaking van het komen van de Zoon van God.

     Elk van deze stenen is materiaal dat van die ene komt. Dit is materiaal hiervan. Elk van deze deugden behoort in Hem en zij worden door Hem uitgegoten door hen heen. Amen!

     Het is twaalf uur. Waar gaat het allemaal heen? Amen.

     Hebt u Hem lief? Gelooft u dat? Luistert, kleine kinderen...

277 Zuster Kidd zei deze morgen: "Broeder Bill, ik weet niet of ik u nog eens terug zie." Het leek mij te doden. Zij denkt dat ze oud wordt; en dat is zij ook. Ik bid dat God haar en broeder Kidd nog lange tijd zal sparen. Laat mij u vertellen, dat wij niet weten hoe lang wij elkaar zullen hebben. Ik weet niet hoe lang ik bij u zal zijn. God zou mij van de aarde kunnen oproepen. Hij zou mij naar een ander zendingsveld kunnen roepen. Hij zou u ergens kunnen roepen. Wij weten het niet.

278 Maar laten wij dit vasthouden, laten wij dit niet zomaar over ons heen laten gaan. Laten we het aannemen. Daar staat het in de Bijbel. Hier wordt het voorbeeld gegeven van elk ander ding, en als ik maar genoeg tijd had - je kunt het niet doen op één dag, u weet dat - dan zou ik de hele zaak tezamen kunnen voegen. Kijk wat de Heilige Geest deed daar op de muur, toen wij klaar waren met die boodschap, weet u nog? Hoevelen waren hier toen? Zeker. Kwam regelrecht naar beneden en tekende hetzelfde na - de engel van de Here.

     Ziet u, het is de waarheid. Laat het niet aan u voorbijgaan. Houdt er aan vast, kinderen. Houdt daar aan vast. Onthoudt: bouwt op uw geloof deugd, kennis, geduld...

279 Nu, ik dacht dat ik hier een stuk papier had, als ik het niet ergens heb laten vallen terwijl ik aan het prediken was. Hier is het. (Dank u, broeder. Dank u wel). Als u er naar wilt kijken en bezien of hier iets is wat u zou willen - misschien is het een iets betere tekening dan die daar, zodat u er een paar van deze kunt natekenen. Ik zal het hierboven vastprikken en dan kunt u er zeker naar kijken en het overnemen en uittypen.

280 Nu, ik wil dat u dit neemt, het bestudeert, het vergelijkt en er dan naar handelt. Bestudeer het niet alleen, vergelijk het, maar handel er naar wanneer u dat doet. Neem het oprecht voor uzelf. Zeg niet: "Wel, ik heb mij er in verheugd door er naar te luisteren." Dat deed ik ook. Maar er naar te luisteren en het dan aan te nemen is anders. Ziet u, het is anders.

281 Er zijn zeven vereisten om de gestalte van God te maken. Er zijn zeven gemeentetijdperken waarin God de gemeente tot deze vereisten heeft gebracht en Hij heeft zeven boodschappers om dit te doen. Daar zijn zeven, zeven, zeven. Zeven is Gods getal van voltooiing en drie is Gods volmaakte getal. Daar is dus drie en zeven drieën. Dus rekenkundig, geestelijk, door het Woord, door het getuigenis van de Heilige Geest, door dit allemaal is de zaak in z'n geheel voleindigd.

282 Laten we het bestuderen. Laten we dan deze dingen aan ons geloof toevoegen, opdat wij in de volle gestalte van Christus mogen komen; samengevoegd met goddelijke liefde, vreze voor God, eerbied in ons hart voor elkaar, diep respect voor elkaar, broederlijke en zusterlijke liefde, nooit vulgair. Niets anders dan de zuiverheid van het leven van de Heilige Geest; leef samen, wees een Christen; wandel met geloof; laat de deugd van God door u heen stromen. Laat de kennis van God, wanneer het aankomt op goed en kwaad... Wanneer de duivel iets voorstelt wat niet helemaal Schriftuurlijk is, wandel erbij vandaan. Dat is juist.

283 Ik kan mij voorstellen dat die apostelen nooit handelden zoals wij. Zij liepen rond, waarschijnlijk mannen van weinig woorden totdat zij op de preekstoel kwamen. Zij wandelden naar binnen, zij deden wat zij verondersteld werden te doen en wandelden naar buiten. Jazeker, zij hadden kracht. Zij hadden deugd. Zij argumenteerden niet met mensen; zij wisten waar zij stonden. Dat is alles, zij wisten in Wie zij geloofden. Zij bleven doorgaan met in de Geest te wandelen en deden slechts...

284 Zoals ik de vorige avond zei: "Eén klein knikje. Dat was alles wat God had te doen, daarna zou niets hen kunnen tegenhouden." Zij stelden geen vragen, studeerden, aarzelden, of waren gedrukt zoals wij, of zij dit of dat zouden moeten doen. Zij gingen er op af en deden het hoe dan ook. Slechts één knikje van God. Dat deed het, zo eenvoudig.

285 Waarom? Hoe konden zij weten dat het een knikje van God was? Zij hadden hier van binnen al deze deugden, al deze vereisten, en het eerste knikje van God stemde overeen met ieder stukje hiervan en met Zijn woord; zij wisten dat het het Woord van God was en daar gingen ze. Zij hoefden zich over niets anders zorgen te maken. Als God sprak, gingen zij.

     Wij spreken... God spreekt tot ons; en wij zeggen: "Wel, we zullen beginnen. We zullen wel zien of wij dit leven kunnen leven." Het eerste, weet u, is dat iemand u tegenstaat. Zeker, dat is de duivel!

286 U had hem moeten zien hoe hij mij probeerde weg te houden van deze samenkomst vanmorgen. U zou dat eens moeten meemaken. O genade, ik moet vechten, iedere keer als ik een samenkomst noem. En als ik voor zieken ga bidden en iemand is stervende die ongered is, zullen er binnen tien minuten dertig telefoontjes binnenkomen (als zij zo snel kunnen binnenkomen), om mij erbij vandaan te houden. "O, broeder Branham, u moet dit doen", maar daar staat een ziel op het spel.

287 Onlangs 's avonds werd ik naar een plaats toe geroepen. Een jonge man... Ik sprak een paar jaar geleden tot hem hier in de - hoe noem je dat? - supermarkt. Hij werd een drankverslaafde. Ik kende de jongen, een goede, fijne jongen; maar hij was een zondaar. Dus zijn moeder belde op. Ik geloof dat zij Doc een paar keer belde, en belde Billy op, en tenslotte kreeg ik de boodschap.

     En toen ik de boodschap had gekregen, eerlijk waar, heb ik nog nooit in mijn leven zo moeten vechten om bij die jongen te kunnen komen. En toen ik daar kwam, was de arme kerel al zo ver weg dat hij mij niet meer herkende. Daar lag hij, buiten bewustzijn. Hij lag te woelen. Zijn vader probeerde hem gerust te stellen en zei: "Lieverd", (en de man is ongeveer vijftig, eenenvijftig jaar oud) en zei: "Lieverd, dit", en "lig stil."

     Hij probeerde overeind te komen; zijn kleine oude armen ongeveer zo dik. De jongen had zoveel kanker, totdat hij niets anders meer was dan enkel kanker. Al de organen van zijn lichaam hadden kanker. Zelfs zijn bloedstroom was kanker. Alles. En daar probeerde hij overeind te komen, en was in de war, op die manier.

     Ik pakte hem bij zijn hand; ik zei: "Woodrow, Woodrow, dit is broeder Branham."

     Zijn vader zei: "Weet je het niet, dit is broeder Bill, Woodrow; dit is broeder Bill."

     Hij zei: "Huh, huh, huh", zoiets.

     En zijn vader keek en zei: "Billy, je komt een beetje laat."

288 Ik zei: "Nooit te laat. Hij is hier. Ik heb een hele strijd gehad." En dan die andere jongens... Enige jongens (zondaars) stonden daar, enkele van zijn familie. Ik zei: "Je ziet het, jongens, maak jezelf gereed, want je zult tot deze plaats komen. Je zult hier terecht komen. Misschien niet door kanker; misschien kom je door iets anders hierin terecht, zodat je buiten op een snelweg doodbloedt, of zoiets. Je zult tot deze plaats komen." Wij spraken tot hen.

     Ik wachtte om te zien wat de Geest zou zeggen om te doen; wachtte. Voor ik het wist voelde ik dat knikje. "Leg je handen op hem."

289 Ik liep erheen en zei: "Laat iedereen zijn hoofd buigen." Zij bogen allemaal hun hoofden (twee of drie jonge kerels waren daar binnen). Ik legde mijn handen op hem. Ik zei: "Here God, laat de jongen het bewustzijn hebben om te weten wat hij gaat doen, want hij moet deze zaak onder ogen zien. Hij is stervende. Deze duivel heeft hem verstrikt en hij gaat heen. Hij heeft zichzelf gedood met drinken. Hier is hij in deze toestand; ik bid dat U hem genadig wilt zijn." En toen ik voor hem gebeden had... De volgende morgen zat hij met z'n vader te praten.

290 Busty Rodgers, zij belden mij niet lang geleden op, of ik hier naar het ziekenhuis wilde komen. Ik was die dag ergens anders nadat ik had gepredikt in Milltown, waar de kleine Georgie Carter was genezen; u herinnert zich dat allemaal.

291 Daar was broeder Smith, een Methodisten prediker die zei: "Als iemand ooit werd gedoopt in de Naam van Jezus Christus, kan hij nu uit mijn tent vertrekken!" Op die manier, daar in Tottensford waar hij die samenkomst hield. O, hij beschuldigde mij van alles waar je maar aan kunt denken. Ik zei nooit een woord. Ging gewoon door.

     Ik had een opdracht. De Here had mij een visioen getoond, dat daar ergens in de woestijn een lam zat vastgehaakt. U herinnert zich allemaal dat visioen. Ik neem aan dat u dat doet; herinnert u het zich? In orde, ik ging daar door de woestijn om het op te zoeken.

292 Ik ging naar Tottensford. Broeder Wright daar weet het. We gingen er heen, niet wetend wat te doen. Ik kocht een kleine zeepkist voor een kwartje. Ik zou daar ergens gaan staan en prediken op dat opstapje. Hij zei dat hij de heuvel op zou gaan om wat zaken te doen. Ik ging met hem mee. Daar boven stond een grote, oude Baptistenkerk, leeg. De Here zei tegen mij: "Stop hier."

293 Ik zei: "Laat mij hier uitstappen, broeder Wright", en ik stopte. Hij ging verder naar boven en kwam terug. Ik ging erheen en kon de deur niet open krijgen. Ik zei: "Here, als U hier in betrokken bent en U wilt dat ik de kerk binnenga, opent U dan de deur voor mij." Ik ging daar zitten en dacht na.

     Ik hoorde iemand aankomen, liep erheen en hij zei: "Hoe maakt u het?"

     Hij zei: "Wilde u in deze kerk?"

     Ik zei: "Ja meneer."

     Hij zei: "Ik heb de sleutel hier."

294 Ik begon een samenkomst. De eerste week: bijna niemand. De eerste avond had ik een groep mensen: broeder Wright en zijn gezin. Het eerste, weet u, aan het eind van de week konden zij nauwelijks in de tuin staan. Maar dat lam was nog niet gekomen. Broeder Hall werd gedurende die tijd gered, de herder daar nu. Ik kon niet ontdekken waar dit lam was.

295 Tenslotte, in de kerk van Christus, onder aan de heuvel, daar was dat meisje, dat negen jaar en acht maanden zich niet had bewogen; lag daar. U kent allemaal dat verhaal. Jazeker.

296 Die namiddag, toen ik daar naar buiten ging, stond Busty Rodgers daar (hele grote, stevige veteraan) en daar stond de samenkomst van broeder Smith mij uit te lachen, maakten lol over mij omdat ik doopte in de Naam van Jezus.

297 Ik liep die modderige wateren van Tottensford uit, waar een kreek was, waar het water zo hard stroomde als het maar kon. Een paar diakenen liepen met mij mee. Ik zei: "Ik sta hier deze middag als een vertegenwoordiging van Gods heilige Schrift." Ik zei: "Ik lees hier in de Bijbel waar Petrus zegt, 'Een ieder van u bekere zich en worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden'."

298 Ik draaide mij om, gaf het boek aan een van de diakenen, liep naar voren en zei: "Een ieder die deze bekering van zonden wil, komt in aanmerking om te komen." Ik liep het water in en ik zei: "Het komt mij voor of er op iedere boomtak engelen zitten te kijken", en ik liep het water in.

299 O my, op het moment, dat ik er twee of drie had gedoopt liep zijn hele samenkomst - deze vrouwen met fijne zijden jurken aan - het water in, het uitroepend zo hard als zij maar konden. Ik doopte zijn hele samenkomst in de Naam van Jezus Christus! U weet dat. Ik heb de foto ervan.

     Daar was het. Wat was het? Voeg toe aan uw deugd, zie. Laat het los. God weet wat Hij moet doen. God weet hoe Hij deze dingen kan laten plaats vinden. Laat ze maar zeggen wat ze willen. Het maakt geen enkel verschil. Blijf gewoon doorgaan.

300 Busty Rodgers die daar stond, zei, toen hij dat zag: "Dan geloof ik het met heel mijn hart", en hij liep regelrecht met zijn goede kleding aan het water in en werd gedoopt in de Naam van Jezus Christus.

     Ongeveer drie of vier jaar geleden werd ik opgebeld om naar het ziekenhuis te komen, hier in New Albany. Daar lag hij stervende aan kanker; het had hem verteerd. De dokters hadden hem nog tijd gegeven tot de volgende morgen om te leven. Hij zei: "Hij zal dan gestorven zijn, kom direct."

     Ik ging de kamer binnen. Toen ik daar stond en bad, zei hij: "Billy, daar cirkelt een regenboog in die hoek."

     Ik draaide mij om om te kijken. Ik zei: "Busty, het is een verbond. Je zult niet gaan sterven. Het verbond van het Bloed redt jou." Ik legde mijn handen op hem en zei: "Here God, door dat visioen daar, dat bewijst dat U hier bent; Uw verbond is: door Zijn striemen zijn wij genezen." Ik legde hem de handen op en daarna werd hij gezond. Ze stuurden hem naar huis.

301 Ongeveer vier of vijf jaar - ongeveer vier jaar - deed hij gewoon zijn werk, viste de rivier af en alles ging door. En waar de kanker om zijn slokdarm was geweest, bij zijn maag, was een verharding gekomen, het was een grote, harde knobbel. De dokters, de oudgedienden van het ziekenhuis vertelden hem dat zij hem een kobaltbehandeling konden geven om dat uit te rekken; zodat er meer voedsel tegelijk door kon. Het was moeilijk voor hem om veel te eten; hij moest heel langzaam eten. Hij ging er naar toe om het te laten doen. Ik wist niet dat hij daar was.

302 Toen zij hem echter opereerden, raakte hij in een stuiptrekking en werd getroffen door een beroerte. Zijn ene kant raakte op die manier verlamd en het enige wat hij kon doen was zo'n beetje huilen. Hij had een potlood en hij zou het zo opschrijven "uh, uh, uh", en hij probeerde te schrijven, en schudde op die manier met zijn goede hand. Zijn linkerzijde was verlamd. Zijn hand... "Jezus redt, negentienhonderd en nog iets" en het lukte hem niet.

303 Toen zijn vrouw dus zei: "Broeder Branham, ik weet niet wat hij daarmee bedoelt." Zei ik: "Mevrouw Rodgers, wat hij bedoelt is, dat hij in negentienhonderd en nog wat is gered en gedoopt in Jezus' Naam op die plaats. Dat loont hem nu. Hij is niet bevreesd om te sterven."

304 Ik zei: "Here God, spaar zijn leven! Ik bid in Jezus' Naam dat U zijn leven zult sparen." Ik legde hem de handen op. De beroerte verliet hem, de stuiptrekkingen hielden op en hij kwam uit zijn bed en hij is nu op en geeft zijn getuigenis.

305 Voeg aan uw geloof deugd toe; voeg aan uw deugd kennis toe; aan uw kennis zelfbeheersing; aan uw zelfbeheersing geduld; aan uw geduld godsvrucht; aan uw godsvrucht broederlijke liefde; aan uw broederliefde de Heilige Geest, en Christus zal komen; want net onder Hem, de Heilige Geest, is de Geest van Jezus Christus in de gemeente om deze deugden te manifesteren. (O my, het is alweer kwart over twaalf).

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad...

     (helemaal hier, voordat u iets was)

En betaalde (wat deed Hij?) mijn redding,
Op het kruis van Golgotha.

     Hoe weet u dit? - omdat Hij mij eerst liefhad.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad... (dat is de oorzaak)
En betaalde mijn redding
Op het kruis van Golgotha.

     Ik beloof Hem deze morgen met heel mijn hart, dat door Zijn hulp en door Zijn genade, ik bid dat ik dagelijks zonder ophouden zal zoeken, totdat ik voel dat elk van deze vereisten door deze kleine oude gestalte van mij stroomt; totdat ik een manifestatie van de levende Christus mag zijn. Want Hij werd zonde zoals ik, opdat ik gerechtigheid Gods zou worden zoals Hij. Hij nam mijn plaats in. Here, laat mij nu de Zijne innemen, want dat was het doel waarvoor Hij stierf.

     Hoevelen willen datzelfde beloven door de genade van God. Met onze hoofden gebogen nu en onze handen opgeheven:

Ik heb Hem lief...

     (Ik beloof het, Here. Deze gemeente belooft het. De volle gestalte van Jezus Christus.)

Omdat Hij mij eerst liefhad,
En betaalde mijn redding
Op het kruis van Golgotha.