Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Godslasterlijke namen

Door William Marrion Branham

1 Dank u, broeder Neville. Dit is een soort verrassing voor mij. Ik zou hier vandaag eigenlijk niet zijn, maar vanavond is het de viering van het Avondmaal en ik dacht eraan om deze morgen langs te komen. Ik belde broeder Neville op en hij zei: "Welnu, als u hierheen komt, waarom zou u dan niet even voor ons willen spreken."

     En ik dacht: "Wel, als ik er heen zou gaan, en het was mogelijk, dan zou ik niet willen prediken, maar ik zou graag een poosje tot de gemeente willen spreken over zaken, weet u, waarvan ik denk dat het de gemeente zou versterken."

2 Wij zijn zojuist teruggekeerd van onze najaarsjachttocht (de broeders hier en ik) en we hadden een geweldige tijd. Wij zijn erg dankbaar. Wij zijn allemaal voldaan en hebben het wild gekregen waar we op jaagden. En onze herder en ik weten dat het hertevlees erg, erg goed is. We kregen een paar fijne herten. En ik schoot een beer en twee herten.

     En we kwamen terug en dit zou de tijd zijn dat ik zou spreken over die laatste Zeven Zegels. Maar ze kregen de kerk niet gereed. En er is iets dat hindert dat het veroorzaakte, dat... Ik denk dat de stad het ons moeilijk maakt omdat we niet voldoende parkeergelegenheid hebben voor het aantal mensen dat de kerk zal bevatten.

3 We willen hier een nieuwe kerk neerzetten en we hebben al een behoorlijk bedrag bestemd om een grotere kerk te bouwen. Maar wanneer we deze diensten hebben, wel, u begrijpt wat het is. Het is zo'n jammerlijke zaak: de mensen staan langs de muren, buiten in de regen en dat is gewoon verschrikkelijk. Er komt zelfs kritiek van vrienden van mij die zeggen: "Broeder Branham, het lijkt wel of zij..."

     Een bevriende dokter van mij zei: "Zou het niet beter zijn dat je een plaats krijgt die... Ik voel medelijden", zei hij, "als ik er langs kom."

4 Een verpleegster die naast mij woont, zei: "Wel, ik kwam daar op een morgen om vijf uur langs. U werd daar verwacht," en ze zei: "de mensen staan daar al om vijf uur 's morgens om die kerk verzameld. U zou daar om half tien zijn." Dus, ziet u? Dat maakt het moeilijk.

5 En we willen een kerk waar wat ruimte in is en waar iedereen kan zitten. En wij geloven dat we in de laatste dagen leven, geloven dat waar het... we zouden de gemeente deze dingen moeten leren die gestalte aannemen: de dingen die zijn geprofeteerd, sommige ervan duizenden jaren geleden; en hier in de gemeente gedurende tenminste de laatste vijfentwintig of dertig jaar, dingen die zijn geprofeteerd die zouden gebeuren. En nu gebeuren die dingen onder ons. Dus we moeten deze dingen vernieuwen, maar we hebben niet voldoende ruimte.

6 Dus vanmorgen... Ik moest gisteren mijn telefoontjes en dergelijke afhandelen en ik moet er deze middag nog een paar doen, enzovoort. En dan had ik enige mensen die wilden komen: een fijne jongeman die een zenuwinzinking had, een broeder die prediker is op het veld; en o, verschillende van dergelijke gevallen; en een broeder uit Noorwegen. En we hadden in de achterkamer de korte interviews en ik zei: "Wel, we zullen er nu mee ophouden."

     En broeder Neville zei: "Wel, laten we hier weggaan en wilt u een paar woorden tot de gemeente spreken om haar wat te versterken."

     Een van de eerste dingen die ik wil zeggen... Ik schreef hier een paar dingen op dit papier, die ik wilde zeggen wanneer ik naar de gemeente zou komen. Eén ding dat ik hier had opgeschreven betrof het heengaan van onze geliefde broeder Taylor, terwijl wij weg waren.

7 Broeder Taylor is jarenlang naar deze gemeente gekomen. Ik ben er zeker van dat wij hem allen kennen. Maar als hier enige vreemden zouden zijn, het was die dierbare, oude heer die altijd een stoel voor u vond om te kunnen gaan zitten, broeder Taylor. De laatste keer dat ik hem zag, tot ik hem zal zien als een jonge man, was toen hij daar bij de deur stond, ongeveer drie of vier zondagen geleden. Hij zei: "Ik zou graag wat boeken willen hebben, broeder Branham. Ik zou deze boeken willen uitdelen."

8 Dus wij... Hij... Ik heb begrepen dat hij suikerziekte had en in coma geraakte... en ik wist niet dat hij suikerziekte had en hij stierf. Hij stierf nimmer; hij ging alleen heen om bij de Here Jezus te zijn.

     En hij was een getrouwvolle, wonderbare broeder, altijd bezorgd om andere mensen. En het was zijn vreugde om te proberen voor iemand een plaats te vinden om te kunnen zitten, wanneer zij naar de kerk kwamen. En weet u, zou het niet fijn zijn, als wij die grens mochten oversteken om broeder Taylor daar te zien, die voor ons een plaats opzoekt aan de andere zijde om te kunnen gaan zitten?

     Ik denk dat ik ter nagedachtenis van broeder Taylor... Ik was hier niet om te spreken met broeder Neville op zijn begrafenis, maar ik wil een woord van waardering spreken tot zijn weduwe, zuster Taylor. Ik veronderstel dat zij hier ergens zit deze morgen. God zegene uw getrouwvol hart.

9 Broeder Taylor zei op een dag tegen mij: "Komt u naar mij toe. Ik heb daar een meertje uitgegraven. Ik heb er wat vis in uitgezet dus u kunt komen om te vissen." Altijd denkend aan een ander en er was Iemand Die hèm indachtig was: dat was Christus, door hem redding te geven. Ik stel voor dat wij ter nagedachtenis voor deze gemeente, zoals zij deze morgen als één lichaam vergaderd is, om allen op te staan en onze hoofden te buigen voor God.

10 Onze Hemelse Vader, wij, als menselijke wezens en degenen die naar deze plaats van aanbidding gekomen zijn... Uw sterke hand heeft onder ons bewogen en een van onze dierbare broeders weggenomen die wij liefhebben en waarvan wij weten dat Gij hem liefhad. U had voor dit alles een reden, Here, anders zou het niet op deze manier zijn gebeurd, want wij weten dat onze Bijbel ons vertelt dat alles medewerkt ten goede voor hen die God liefhebben; en dat deed hij.

     En wij kijken in de wereld in het rond en wij ontdekken dat de natuur op elke manier tot ons spreekt, dat het graf hem niet kan vasthouden; want op aarde diende hij het doel waarvoor U hem hier naartoe stuurde om te doen. Hij was een goede, getrouwvolle broeder.

     En wij ontdekken dat in het leven van het plantaardige leven en in het leven van de zon die 's morgens opkomt om ons licht te geven... En in het midden van de dag komt hij op middelbare leeftijd en dan 's avonds sterft hij opnieuw, slechts om de volgende morgen weer fris en nieuw op te staan, want hij dient Gods doel.

     Wij zien de bloemen zoals zij bloeien en de aarde verfraaien en de begrafenis-aula's versieren en de bruiloftszalen en een doel dienen: om haar hart te openen en vrijuit te geven; honing voor de bij en geur aan de voorbijganger, schoonheid aan de liefhebber; zij geeft alles wat zij heeft in dienst voor God, dan buigt zij haar kopje. Maar wanneer de lente aanbreekt staat zij weer op, want zij diende Gods doel.

     Dan, in het aangezicht van de hele natuur, en de Bijbel, de belofte, en de Heilige Geest, kunnen wij ons in ons hart verheugd verblijden om te weten, Here, dat onze broeder Taylor eveneens Gods doel diende. En met te zeggen dat hij niet meer zal opstaan, zouden wij onze Bijbel ontkennen, onze God, en alle dingen die God ons heeft gegeven om naar uit te zien; te weten dat er een opstanding is. Wij kijken dus vooruit naar de tijd dat wij hem weer zullen zien, wanneer hij jong en gezond zal zijn en nooit meer ziek of oud zal worden.

     Zegen zijn dierbare vrouw, die getrouwe metgezel van hem. Wat zullen wij ze lang missen, Here, zoals wij ze samen naar de vijver zagen gaan en daarbuiten op de bankjes zitten terwijl zij visten en praatten; en hoe zij echte geliefden waren.

     Nu, wij weten dat er een grote dag komende is, wanneer de geloofshelden onder die grote triomfboog zullen doormarcheren en de engelen de lucht zullen vullen met lofliederen. Wij zullen hen in die plaats terug zien.

     Geef ons tot dan moed, Here. Zegen ons en help ons. Wij zullen broeder Taylor lang missen en iedereen die naar deze kerk komt; zoals hij daar bij de deur stond en een plaats zocht voor de bezoeker die kwam om het Woord van God te horen, om te kunnen gaan zitten in vrede en rust.

11 En op de dag dat hij overleed, Here, bad ik, dat de grote aartsengel van God daar bij de deur zou mogen staan om voor hem ook een plaats te zoeken, Here, zodat hij zou kunnen gaan zitten. Want er staat in de Bijbel geschreven: "De barmhartige zal barmhartigheid geschieden." Mogen de herinneringen in onze harten lieflijk blijven totdat wij hem weerzien, Here, tot op de dag dat wij hem in het andere land opnieuw ontmoeten. Door Jezus Christus' Naam vragen wij dit. Amen.

12 Hij zal lang onder ons worden gemist en door de vreemdelingen, enzovoort, die naar onze kerk komen, of ons gebouw hier, om te aanbidden. Moge zijn ziel rusten in vrede voor God tot op die dag. Op een dag zullen ook wij één voor één die kant opgaan, totdat wij eveneens aan het einde van de weg gekomen zijn. Laten wij nu, terwijl wij de gelegenheid hebben, onszelf gereedmaken voor die tijd die komt, want wij weten niet wanneer het zal zijn. Wij weten niet wie de volgende zal zijn. Laten wij zodanig leven dat wij op iedere dag - als het eenmaal zou komen en voor ons zou staan - wij gereed zullen zijn.

13 Nu willen wij graag een aankondiging doen. Spoedig, misschien... Ik heb nog niet met de beheerders gesproken sinds ik terug ben wat betreft de toestand van het bouwen van de kerk hier, of wat wij vervolgens moeten doen om onze kerk gereed te krijgen, zodat wij onze samenkomsten kunnen houden. Dan wil ik doorgaan met de Zeven Zegels. Daarna zijn er Zeven Schalen en nog vele zaken waar wij direct op in zouden moeten gaan.

14 Volgende week op zondagmorgen zal ik in Elizabethtown zijn, Kentucky, bij broeder L.G. Hoover, voor een inwijdingsdienst. Dat is om een nieuwe tabernakel op te dragen - of een tabernakel die zij in Elizabethtown, Kentucky, hebben gekocht: over de A 62 komt u in Elizabethtown, of over de A 31, bedoel ik, of over de tolweg. Precies bij de afslag gaat u de richting op van Elizabethtown. Het is ongeveer een uur; het is ongeveer vijfendertig of veertig mijl daarheen. Ik denk dat het over de A 31 ongeveer veertig mijl is, en ongeveer vijfendertig via de tolweg. Het is in de Mulberry Street. De inwijdingsdienst...

     Broeder Hoover zal de gebruikelijke zondagsschool om tien uur houden en ik zal de inwijdingsdienst houden van elf uur tot twaalf uur, deze aankomende zondag, 11 november.

     De gegevens staan daar op het mededelingenbord, en het zal zijn bij... U kunt vanaf daar de weg vinden. Het is in de Mulberry Street; of de aanwijzigingen hebben zij gegeven op het... Daar staat het op het mededelingenbord voorin de kerk.

15 Dan zal ik de 22e november in Shreveport, Louisiana, zijn; de 22e, 23e, 24e, 25e en 26e: vijf dagen geloof ik, in Shreveport, Louisiana, in de Life Tabernakel. Dat is bij broeder Moore. Zij vieren hun gouden jubileum. De Pinksterzegening viel vijftig jaar geleden in Shreveport, Louisiana, de 22e van deze maand. Vijftig jaar geleden werd de eerste Pinksterboodschap gepredikt en viel de Heilige Geest in Louisiana. En zij hebben een herdenking daarvan en dit is het gouden jubileum. En ik zal vijf avonden spreken op dit jubileum bij broeder Moore in Shreveport, Life Tabernakel.

16 Als u daar enige vrienden in de buurt hebt, (waar u naar zou willen schrijven of iets dergelijks) dan zouden wij blij zijn om hen erbij te hebben. En vertel hun gewoon over de samenkomsten die er aankomen.

17 En de Life Tabernakel - als iemand daar eens is geweest bij broeder Moore - hij is een wonderbare man. En daar is een wonderbare groep mensen. Deze oude Zuiderlingen, je kunt ze nauwelijks overtreffen. Dus, de Life Tabernakel, iedereen daar in Shreveport kan u vertellen waar het is. Shreveport heeft ongeveer 200.000 inwoners en het is een mooie stad en heeft ruim voldoende accommodatie, dus...

     En de tabernakel is een grote tabernakel, een erg grote tabernakel. Het heeft trappen naar boven en balkons, een begane grond en een ruimte erachter; en er is meer dan genoeg ruimte en het is recht tegenover de stadsgehoorzaal met vijfduizend zitplaatsen, zo ongeveer - alsof je de straat hier oversteekt naar de stadsgehoorzaal.

18 En het is eerwaarde Jack T. Moore, of liever gezegd de Life Tabernakel te Shreveport, Louisiana. Dat begint op de 22e. Dat zal duren van donderdag tot zondag: donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag; vier dagen in plaats van vijf, het spijt me. Dat zal zijn de 22e, 23e, 24e, en 25e (ik geloof dat dat het is) van november.

19 Dan zullen we bekijken hoe het er... wat we met de kerk hier hebben gedaan, om te zien hoe de bouw van de kerk vordert. De aannemers vertellen ons dat er genoeg mannen kunnen worden ingezet; binnen ongeveer tien dagen kunnen ze het al zover klaar krijgen dat wij binnen kunnen zitten. Ziet u? Heel snel. En zij wachten slechts op de stad om te tekenen... Weet u, wij moeten zoveel parkeerruimte hebben, en zoveel dit en, o my, het is net een labyrint waar je door moet gaan om te kunnen beginnen met iets te bouwen.

     Maar ik zou graag naar de gemeente willen komen voordat ik opnieuw het veld opga. Nu, ik kreeg een oproep voor Tanganyika, Uganda en zo verder. Joseph heeft gepland om de samenkomsten in februari te beginnen.

20 Toen ik gisteren binnenkwam waren er enige broeders en zuster Toms en anderen van overzee aangekomen en ik vond een brief in mijn brievenbus of een uitnodiging van een samenkomst in Zuid-Afrika. Dus ik zal ze terugschrijven om te zien wat er kan worden gedaan. Misschien kan ik, als ik daar ben, verdergaan naar Zuid-Afrika, misschien op het laatst van februari en maart, gedurende die tijd.

     En wij hopen de kerk klaar te krijgen, zodat ik, indien mogelijk, deze Gemeentetijdperken kan brengen voordat de winter begint. Als het niet zo is, of wanneer ik eerst terug moet komen van overzee, als de Here Jezus vertoeft...

21 Ik luisterde gisteren, of ik geloof dat het eergisteren was, naar een band. Ik dacht dat ik hem hier vanmorgen hoorde afdraaien. Een kleine broeder uit het Zuiden had... Zijn moeder was naar de samenkomst gekomen; zij had een kwaadaardig gezwel op haar borst, en zij was overschaduwd door de dood. En de Heilige Geest vertelde haar, ik geloof dat het in een van de laatste samenkomsten was in Southern Pines, of daar ergens, over haar kwaadaardige aandoening en wie zij was en waar zij vandaan kwam; en Hij zei dat zij een zoon had die een teruggevallene was en hij zou een ongeluk krijgen en moeten voorkomen wegens doodslag en een heleboel van dergelijke dingen.

22 En deze knaap... Het gebeurde precies op de manier... En haar kwaadaardige kanker, of kwaadaardig gezwel liever, verliet haar (u weet dat een kwaadaardig gezwel kanker is). Het verliet haar en de jongen moest voorkomen wegens doodslag en alles precies zoals de Heilige Geest het had gezegd. En hij werd weer teruggeleid tot Christus. En hij maakte er een bandje van en ik hoorde het afspelen. Hebt u genoten van die oude zuiderlijke taal? Hij zei: "Hier in het zuiden in North Caroliner..." [Broeder Branham doet de uitspraak na van het zuidelijk accent van de broeder – Vert] O, ik houd daar van, van die oude zuiderlingen. De Here had hem erdoor gezegend. Hij zei: "Ik weet dat u zegt dat u geen leerstelling predikt, broeder Branham, alleen aan uw samenkomst, maar", zei hij, "wij zijn een deel van uw samenkomst." Dat was dus erg aardig van hem om dat te zeggen.

23 En nu is er een foto... Ik denk dat het misschien deze morgen op het mededelingenbord hangt. Als het er niet is, zal Billy het er ophangen. Toen ik pas begon te spreken werd er vele malen gezegd: "U verbeeldt het zich slechts, broeder Branham, dat u dat licht ziet, dat licht."

24 Er zijn er waarschijnlijk nauwelijks... Misschien zijn er hier nog een paar oudgedienden die het zich herinneren, nog voordat de foto ervan was gemaakt. Is er hier een die zich herinnert, dat ik dat zei, heel lang geleden? Kijk! Ongeveer vier of vijf handen, zuster Spencer hier en broeder en zuster Slaughter en de broeder hier en de broeder daarginds. Er zijn nog ongeveer vijf of zes van de oudgedienden overgebleven.

     Welnu, na een poosje nam het mechanisch oog van die camera die foto. En het ging naar Washington, D.C. en werd onderzocht en het kwam terug en er was geen sprake van dubbele belichting of iets dergelijks. Hij zei: "Het licht trof de lens." Dat was George J. Lacy. U zag zijn handtekening. Ziet u?

     Welnu, vele keren hoort u zeggen: "Kijk, daar is een donkere schaduw over deze persoon. Hij is overschaduwd door de dood." Hoevelen hebben mij dat vele malen horen zeggen, vele malen? Wel, toevallig legde de camera dat vast. En daarom hebben wij dat hier.

25 Er was een dame naar een zuster toegekomen en zij had haar verteld van de samenkomst in Carolina, waar wij zo'n wonderbare samenkomst hadden in Southern Pines. En daar was de dame, stervend aan kanker aan beide borsten. De doktoren hadden haar opgegeven. En de dame pakte haar toestel en nam de foto van haar precies op het moment dat ik haar vertelde wie ze was en waar ze vandaan kwam; en ik zei: "Er is een donkere schaduw over u. U wordt overschaduwd door de dood." En de dame nam daar de foto van en daar is het op... Het mechanische oog van de camera nam de doodschaduw op.

26 Heeft iemand van u de Tien Geboden gezien, en hebt u gezien hoe de doodsengel naar binnen stroomt, die donkere, naargeestig uitziende schaduw? Het staat op deze foto. Ik geloof dat het nu op het mededelingenbord hangt. Als het niet zo is - Billy kan mij horen - wel, laat hem het op het mededelingenbord hangen. Het is met een pijl aangeduid, die naar de persoon wijst. En de persoon... De schaduw verliet de vrouw en zij werd door een wonder genezen. Maar daar is iets dat als een kap van donkere rook rondom en boven de dame verzameld is, en dat tot op die kanker hangt, op die manier, want daar komt het vandaan. Want dat is de schaduw waar de dood naar binnen stroomt, vanuit die kanker.

27 Wel, ongeacht hoezeer je probeert de mensen de waarheid te vertellen, er zal altijd iemand zijn die zal wantrouwen of het de waarheid is. En als je altijd de waarheid vertelt, dan weet je dat je gelijk hebt.

28 Ik heb een vriend die in het Westen veeboer is. En "Natuurbehoud" betaalde ongeveer vierduizend dollar voor een sneeuwvoertuig om de kudde elanden te tellen die waren overgebleven bij de Troublesome Valley. Meneer Jeffereys, die hier in de kerk zit; ik leidde hem tot Christus, een volslagen ongelovige. En u hebt mij het verhaal horen vertellen hoe wij samen reden. En hij geloofde niets anders dan de leer van Darwin; en dat die baby maagdelijk geboren was, was onzin. En onlangs 's avonds kampeerden wij precies op de plaats waar hij Christus aannam.

29 Deze man vertelde hem: "Nu, u hoeft dat voertuig niet te kopen, dat sneeuwvoertuig." Hij zei: "Ik zal u precies vertellen hoeveel elanden daar boven zijn." Hij zei: "Het zijn er negentien. Het waren er eenentwintig en ik heb er twee van gedood." En hij sprak tegen de jachtopziener. Je mag er maar één schieten. Dus hij zei: "Er waren er eenentwintig en ik doodde er twee van. Blijven er negentien over."

     En hij zei: "Ja, Jeff, ik weet dat je er twee hebt geschoten."

     Hij zei: "Ik deed het!"

30 Wel, ze namen het sneeuwvoertuig en gingen daar naar boven en er waren negentien stuks elanden. Hij zei: "Billy, als je een man de waarheid vertelt, zal hij het niet geloven." Zo is het wel ongeveer. Je kunt de mensen de waarheid vertellen en toch... Er is zoveel onbegrip en leugens geweest over de dingen, dat zij niet meer geloven dat je de waarheid vertelt, wanneer je hun de waarheid vertelt. Ziet u?

31 Maar wij zijn zo dankbaar dat wij een hemelse Vader hebben Die de waarheid bevestigt met een bewijs. Het is de waarheid. Als dit dus mijn laatste dag op aarde zal zijn; zelfs het wetenschappelijk onderzoek en proeven hebben uitgewezen dat ik de waarheid heb verteld over deze dingen. Dat is juist; het is de waarheid. Het zal dus waarschijnlijk op het mededelingenbord hangen. Billy, ben je daar in de kamer? Heb je hem in je hand, de foto? Als je hem hebt, breng hem dan hier en dan kun je hem hier bovenop zetten, misschien kunnen ze het zien. Wel, ik weet het niet. Er moet een lamp op het bord schijnen.

32 En hier is de foto dan. [Broeder Branham laat de foto zien] Ik vermoed dat u het niet kunt zien, maar precies hier kunt u die schaduwkap zien van de dood over het hoofd van de vrouw. En hier achterop staat de beschrijving waar de vrouw de foto nam om te zien of het er werkelijk was; en daar staat het erop. Het is een schaduwkap van dood. Kijk, hoe het over die ene persoon hangt. Ik neem aan dat u het hebt gezien, broeder Neville?

33 Dus Billy zal hem waarschijnlijk op het mededelingenbord hangen. Billy, als je hem wilt halen en langs de voorkant lopen en het op het bord hangen, zodat iedereen het kan zien wanneer zij naar buiten gaan? Hij of Doc, één van de twee. Ik dacht dat het misschien duidelijk genoeg zou zijn dat u het kon zien, maar het is hier te donker voor dat soort foto. Maar hij zal hem daar ophangen zodat u het kunt zien bij het naar buiten gaan. Nu, denk aan alle aankondigingen.

     Deze morgen dacht ik dat we misschien een beetje zouden kunnen spreken over iets om de gemeente te bemoedigen, iets dat u wat meer...

     [Broeder Branhams broer Edgar vraagt of hij een lamp zou willen] Ja, Doc, als je wilt. Dat zou goed zijn. Ik wil deze hier gebruiken. Ik had... Enige van hen konden de laatste week niet worden aangedaan, dus we dachten dat deze vandaag misschien wat meer licht zou geven. Ik wilde erover spreken omdat het betrekking heeft op een droom die een zuster had.

34 Ik vraag mij af of zuster Shepherd vanmorgen in de kerk is? Ik ontmoette haar gisteravond. En het was voor het eerst dat ik de vrouw zag. Eerlijk gezegd, ik wist zelfs niet wie zij was. Is zij er? Ik vermoed dat zij er niet is... Ja. Zoudt u het erg vinden, zoudt u er geen bezwaar tegen hebben als ik verwijs naar die droom? Zuster Shepherd, u vindt het niet erg, nietwaar? In orde, helemaal in orde. Maar voordat wij dat benaderen, laten wij onze hoofden opnieuw buigen.

35 Genadige hemelse Vader, wij geven U dank voor al Uw goedheid en genade. En maak ons nu rustig, Here, zodat wij het Woord van de levende God mogen bestuderen, zoals het tot ons komt door visioenen en betuigd wordt door de Heilige Geest, ondersteund door de Bijbel. Wij bidden dat U ons begrip wilt geven, opdat wij mogen weten wat wij in deze laatste dagen moeten doen, daar wij zien dat de boze machten zich rondom ons verzamelen. De strijd, de eindstrijd staat op het punt los te barsten. Help ons, Here. Laten wij als echte strijders krachtig het schild des geloofs omhoog houden, met het Woord van God, het zwaard, en voorwaarts gaan. In Jezus' Naam. Amen.

36 Nu, ik denk aan het voorwaarts gaan in een gevecht, zoals een leger dat wordt opgesteld, gereed om tot actie over te gaan, een echte strijd om de strijd des geloofs aan te gaan.

37 Zuster Shepherd hier en broeder Shepherd zijn zeer dierbare vrienden van ons die naar deze tabernakel komen... En zij zijn dierbare kinderen van God. En deze zuster Shepherd... Toen ik mijn post pakte (het soort dat Billy kan beantwoorden is bijvoorbeeld dat iemand vraagt: "Stuur mij zoveel gebedsdoekjes." En ik bid erover; hij stuurt ze beantwoord terug. Maar wanneer het een persoonlijke brief is, moet ik er zelf op antwoorden. Begrijpt u?)... Dus ik pakte mijn persoonlijke post. En ik nam het mee naar huis en ik zat erin te lezen; er stond: "Van zuster Shepherd." En het was een droom die zij enige maanden geleden had gehad. En zij kon het maar niet goed begrijpen tot twee of drie zondagen geleden, toen ik onderwees over deze zeven gemeentetijdperken en de zeven vruchten uit II Petrus 1, hoe je die aan je geloof moet toevoegen.

38 Ten eerste is geloof de grondslag. Ten tweede: voeg aan uw geloof deugd toe; aan uw deugd, kennis; aan kennis, zelfbeheersing; aan zelfbeheersing, geduld; voeg aan geduld godzaligheid toe; en aan godzaligheid, broederlijke liefde - broederliefde; en dan is liefde de deksteen: zeven van deze dingen. Zeven gemeentetijdperken en zeven sterren van de gemeentetijdperken en dit alles wordt tezamen verbonden door de Heilige Geest.

     Nu, dat is er nodig om een dienstknecht van Christus te worden. Christus bouwt Zijn gemeente in zeven gemeentetijdperken, Zijn bruid, een persoon, vrouw, gemeente. De bruid wordt samengesteld en komt voort uit zeven gemeentetijdperken: sommigen uit dit tijdperk en sommigen uit dat tijdperk en sommigen uit dat tijdperk en allen samen geven zij het de vorm van een piramide.

     Zoals Henoch die de piramiden bouwde, zoals wij geloven... en de deksteen werd er nooit bovenop geplaatst, omdat de hoofdsteen werd verworpen.

     En we nemen dit nu, niet als een leerstelling, maar slechts om te begrijpen - alleen voor de gemeente hier - dat deze...

39 God vervolmaakt Zichzelf in drie. Hij vervolmaakt Zichzelf in Vader, Zoon en Heilige Geest: drie bedieningen van één God. Hij vervolmaakt Zichzelf in rechtvaardiging, heiliging en doop met de Heilige Geest; volmaakte werken van genade. Hij vervolmaakt Zichzelf in drie komsten: de eerste keer om Zijn bruid te redden; de tweede keer om Zijn bruid te ontvangen en de derde keer in het Duizendjarig Rijk mèt Zijn bruid. En alles wordt vervolmaakt in drieën. En zeven is het getal van Gods aanbidding; God wordt aanbeden in zeven, volkomenheid. Nu, volmaakt en volkomen.

     En het vreemde was (niet om dit naar voren te brengen, maar alleen om u te laten zien), het laatste hert dat ik schoot had vijf punten aan de ene kant en drie aan de andere kant: genade en volmaaktheid.

40 Nu let hierop, dat Christus... God schreef drie Bijbels. De eerste Bijbel was in de hemel, genaamd de Zodiac. Nu, als u het boek Job niet kent, vergeet het dan maar, want Job is degene die het verklaart: hoe hij omhoog keek en die dingen aan de hemel een naam gaf.

41 En merk op, waar begint het mee in de Zodiac? Het eerste in de dierenriem is de maagd. Het laatste in de dierenriem is Leo de leeuw: de eerste komst van Christus door de maagd; de tweede komst, Leo de leeuw; de Leeuw uit de stam van Juda.

42 Vervolgens voltooide Henoch de piramide in zijn dag, of in die tijd; de piramide. En het zou... Maar we hebben niet genoeg tijd om de achtergrond ervan te laten zien, hoe de piramide via kamers wordt opgetrokken, enzovoort. Het spreekt regelrecht van de eindtijd nu. Gezien de metingen zijn zij nu in de koningskamer. Maar de hoofdsteen werd nimmer op de piramide geplaatst. En het past architectonisch, of bouwkundig gezien zo perfect in elkaar, dat je zelfs het dunne scheermesblaadje... En we weten niet hoe zij het ooit konden bouwen, begrijpen het niet, dat er zelfs geen blad van een scheermesje tussen de stenen past waar het cement zou moeten zijn, en er zit geen cement tussen. Het is helemaal perfect in elkaar gezet.

43 Dus op die manier worden Christus en de gemeente één. Er zit geen cement tussen; er zit niets tussen, slechts God en de persoon - God, Christus, en de persoon.

     Maar de hoofdsteen hebben ze nooit gevonden. Kent u de 'Stone of Scone' die zij in Engeland hebben om koningen aan te stellen, of om hen te kronen, enzovoort? Maar de hoofdsteen...

     Let op het Amerikaanse dollarbiljet; dan zult u het zien op het Amerikaanse dollarbiljet. Aan de ene kant, de rechterkant, staat het Amerikaanse zegel, een adelaar met de speren in zijn hand. Aan de andere kant... Dit wordt het zegel van de Verenigde Staten genoemd. Maar aan de andere kant staat de piramide, en erboven is een groot oog. En hieronder staat: "Het Grote Zegel." Waarom zou het het Grote Zegel zijn in deze natie, zelfs boven het zegel van ons land? Kijk, het maakt niet uit wat u doet, God laat het toch uitspreken. Ziet u? Hij laat de zondaar erover spreken; Hij laat de naties erover spreken; alles moet over Hem spreken, of u het wilt geloven of niet. Het is er toch.

44 Merk op dat daar een oog in is, het oog van God. En daarom kwam de top er nooit op, het Hoofdzegel, omdat Het werd verworpen, hetgeen de Zoon van God is, de hoeksteen van het gebouw, het Hoofdzegel van de piramide; en al deze zaken.

45 Nu, ik houd er niet van om... Soms nemen ze dit op de band op en het komt terecht onder broeders in kerken - of andere kerken. En als dat gebeurt, krijgen de broeders soms een verkeerde indruk, dat ik iets over broeders zeg. Maar dat doe ik niet. Ik... Als u slechts kon luisteren en begrijpen dat ik tegen geen enkele broeder spreek, want het is niet betamelijk voor broeders om te spreken over, of tegen elkander. Wij behoren vóór elkaar te spreken, niet tegen elkaar. Maar wanneer ik soms spreek over een bepaalde organisatie zoals de Presbyterianen, Methodisten, enzovoort, dan zeggen zij: "Zie je wel, hij is er tegen." Ik ben niet tegen de broeder daarin of de zuster daarin. Het is het systeem dat de broederschap verbreekt waar ik tegen spreek. Gods kinderen zijn één familie en geen verschillende groepen.

46 En sommigen van hen zeggen: "Ik wil er niets mee te maken hebben, omdat het Presbyterianen zijn en ik ben Methodist." Zie? Nu, dat is geen... Ziet u, het is het systeem van die organisatie dat die broederschap opbreekt. Zie? Nu, dat...

47 Zoals ik heb gezegd: Als u de rivier zou afgaan in een oude gammel uitziende boot en u zou proberen daarmee de watervallen te passeren en ik wist dat dat niet zou lukken, wel, dan ben ik niet aan het schreeuwen om u te bestraffen; ik probeer u uit die boot te krijgen; want die boot zal kapot gaan, en u zult alleen worden achtergelaten in het water. Dus het is niet de broeder in de boot, maar ik roep naar de broeder om hem te laten zien wat er op het punt staat te gebeuren.

48 Wel, al deze systemen die mensen door hun inspanningen hebben gemaakt, moeten uiteenvallen. Dat is alles. Zij moeten komen tot... Wij moeten komen tot eenheid, tot broederschap. Mijn levensdoel is om te komen tot eenheid, en niet om een organisatie op te breken; maar laten zij hun ideeën opgeven en broeders zijn voor iedere wederomgeboren Christen. Dat is het idee; daarvoor heb ik gestaan.

49 Welnu, als de broeders het zouden willen opmerken, ik... Velen van onze broeders, zelfs in onze ranken van het Volle Evangelie, geloven niet dat de Baptisten en Methodisten en de Lutheranen en zij allen een kans hebben. Maar ik... Nu, zij mogen gelijk hebben, maar ik ben het daar niet mee eens. Ik geloof dat het tijdperk hier, van het Lutherse tijdperk, en dit tijdperk hier dat, geloof ik, het tijdperk van Sardis werd genoemd, en dan het tijdperk van Filadelfia voor de Methodisten, en dan de Pinkstermensen: het Laodicéa tijdperk.... Ik geloof dat dit tijdperken waren en God nam uit elk van deze tijdperken een uitverkoren volk. En daarbij, zoals Hebreeën 11 zegt, zijn zij niet volmaakt zonder ons. Ziet u? Maar de gemeente is daaruit vandaan gekomen, heel de tijd verder komend tot een minderheid, totdat het in het Pinkstertijdperk is aangekomen.

     Nu, de reden dat ik dit zeg is deze: dat u een idee zou mogen krijgen over wat de zuster droomde. En haar droom is zeker vergelijkbaar met wat ik heb onderwezen.

50 Merk hier nu op, dat al deze dingen die 1 Petrus, het 6e en 7e vers, u vertellen, die door uw geloof zijn voortgebracht, eerst komen. Nu, ik zeg dat mensen beweren deze deugden te hebben zonder zelfs wederomgeboren te zijn. En ik geloof dat ik een ruwe uitspraak heb gedaan met te zeggen dat het is zoals een merel die probeert pauweveren in zichzelf te steken, om van zichzelf een pauw te maken; hij kan dit niet doen. Het moet een natuurlijke veer zijn die uit hem groeit. Het innerlijk van hem moet die veer laten uitkomen.

51 En ik word er altijd van beschuldigd dat ik tekeer ga tegen onze zusters over het dragen van kort haar, en hun gezicht vol make-up en spul. Ik word er altijd van beschuldigd dat ik tegen onze zusters tekeer ga. Het is niet zo dat ik daar iets tegen heb. Ik zeg niet dat de vrouw geen goede vrouw is, dat zij een prostituée is of zoiets. Dat is mijn houding niet. Maar het is dit: wanneer zij zoveel kunstmatigheid aan de buitenkant doet, toont het dat er heel wat kunstmatigheid aan de binnenkant zit, waar het vol zou moeten zijn met Christus. Want de buitenkant drukt altijd uit wat er aan de binnenkant is. "Aan hun vruchten kent u hen." Ziet u? Daar zou Christus in moeten zijn en de zorg voor God en de zorg voor andere dingen, in plaats van zoveel kunstmatigheid; weet u, groene oogleden en een onmenselijk uiterlijk en al dat soort spul... Ik moet er niets van hebben; en ik geloof dat de Bijbel het ook niet wil. Dus ik houd ervan om te zijn wat wij zijn.

52 Nu let op, als zij helemaal geen vingernagels heeft en ze wil er enige opdoen, als zij helemaal geen tanden heeft en er enige nodig heeft, u hebt geen arm en u hebt er een nodig, hebt geen haar en u hebt er wat van nodig, als u deze dingen mist is het wat anders. Maar als u uw echte goede tanden uittrekt omdat zij alleen maar niet zo stralend zijn als zij zouden moeten zijn, dan doet u verkeerd. Als u rood haar hebt en u wilt het zwart en u gaat hier naartoe en verft het zwart, alleen omdat... U doet verkeerd. Ja, ik denk van wel. Maar de hoofdzaak... Er is geen Schriftgedeelte voor, alleen voor het afknippen van uw haar, daar is een Schriftplaats voor; daar is ruim voldoende over. Dus wij willen sterk benadrukken dat dit waar is.

53 Nu, terwijl onze zuster droomde, droomde zij dat... Wel, in de eerste plaats was zij verontrust: "Wat voor nut heeft het om door te gaan en te proberen ons door het leven te worstelen, als God van ons vereist dat wij de Heilige Geest ontvangen en wij hebben het niet?"

54 Ik geloof niet... Het is mogelijk dat zij dit op de band opnemen, maar als zij het doen, is het alleen voor de gemeente. Ziet u? En als een bepaalde broeder dit in handen zou krijgen en u hoort hierop mijn stem, broeder, ik onderricht hierover alleen mijn gemeente. Onderzoek de banden altijd voordat uw samenkomst... En als u niet wilt dat uw samenkomst ze hoort, laat hen ze niet horen. Maar ik probeer tot deze kleine groep hier te spreken - die broeder Neville en ik, door de Heilige Geest - proberen te weiden en te onderrichten...

55 Nu, het zou mogen zijn dat u het hopeloos oneens bent met sommige van deze zaken. Als dat zo is, doe dan wat ik altijd zei over het eten van gebraden kip: Als u een botje tegenkomt gooit u niet de kip weg, u gooit alleen het botje weg. Doe dat dus altijd zo. Als u tijdens het eten van kersentaart een pit tegenkomt, zou u niet de taart weggooien, u gooit alleen de pit weg. Doet u dus hetzelfde als u hier naar luistert.

56 Nu, ik geloof dat de oorzaak waarom er vandaag zoveel verwarring over de Heilige Geest is, is dat het niet juist wordt onderwezen. Ik geloof dat de doop wordt onderwezen en er wordt bijvoorbeeld gezegd: "de doop", maar dan, wees... Zoals je "auto" zegt. Nu, ik heb een paar monteurs in deze kerk zitten en ik weet er niets over, dus als ik een fout maak, broeders, bedenk dan dat ik geen monteur ben.

57 Er zijn veren nodig en pluggen en contactpunten en kleppen en al het andere om de auto te maken. En wanneer je spreekt over de doop van de Heilige Geest, houdt dat heel wat in. Ziet u? Er gaat heel veel mee samen. En hier is waarvan ik denk dat God bewijst dat de Heilige Geest hier is.

58 Petrus noemde eerst geloof. Bezie het nu heel goed. We gaan dit gedurende een paar minuten uitleggen. Geloof is het eerste. En voeg aan uw geloof deugd toe: aan uw deugd, kennis; aan uw kennis, zelfbeheersing; aan uw zelfbeheersing, geduld; aan uw geduld, godzaligheid; aan uw godzaligheid, broederlijke liefde; broederlijke liefde en dan liefde. En iedereen weet dat liefde God is. God is liefde. Ziet u?

59 En van hier uitgaande, en dit inbrengend in de zeven gemeentetijdperken, vormt God in zeven gemeentetijdperken een bruid voor Christus. Door dat van Filadelfia, Thyatira en Pergamum en Smyrna, Efeze, een gemeentetijdperk waarvan Jezus zei: "Toen de bruidegom kwam in de eerste wake, of de zevende wake, ontwaakten al deze maagden." Zij ontwaakten, de maagden van Efeze, Smyrna, Pergamum, Thyatira, Sardis, Filadelfia en Laodicéa. Hebt u dat opgemerkt? Het was in het zevende tijdperk dat Hij kwam en deze slapende maagden wakker maakte. Dat brengt hen helemaal terug tot hier (ziet u?) want hierin heeft Hij gedurende de jaren, tijdperken, een bruid gevormd, een bruid geboren doen worden, een bruid verwekt op aarde voor Christus. En op dezelfde wijze dat Hij deze bruid verwekt, heeft Hij individuen verwekt.

     Ik geef dit als achtergrond, zodat u het zult begrijpen wanneer de droom van de zuster wordt verteld.

     Nu, deze dingen hier moeten absoluut in de Christen zijn voordat de Heilige Geest hen ooit verzegelt; voordat dit er op neer komt en er een volledige eenheid van maakt.

60 Nu, de droom van onze zuster. Zij maakte zich zorgen of zij de Heilige Geest wel of niet had. Toen ze ging liggen op de bedbank, waar haar man een krant zat te lezen (en zij heeft kleine kinderen zoals ik heb en ze maken altijd lawaai en zo) en in deze situatie viel zij gedurende ongeveer tien of vijftien minuten in slaap; en zij droomde. En zij kon het nooit begrijpen of er wijs uit worden, sinds bijna een jaar geleden, totdat deze boodschap werd gebracht. Terwijl ik het aan het uitleggen was, kwam het allemaal weer bij haar naar boven.

     Zij droomde dat ze aan het bidden was. Voordat zij droomde had zij eerst over de vloer gelopen, haar handen wringend en denkend: "Here, heb ik de Heilige Geest? Kunt U het aan mij bewijzen? Sommigen zeggen het omdat ik heb gejubeld, of sommigen zeiden het omdat ik met tongen heb gesproken. (En wij geloven daar allemaal in). Maar heb ik het echt?"

     Ik geloof in al deze dingen, deze deugden: spreken in tongen en jubelen en allerlei uitingen. Ik geloof in ieder deeltje ervan. Maar als het daar is zonder dit, dan is er iets verkeerd. Ziet u nu? Kijk, u hebt een schil.

61 Merk op, zij maakte zich er zorgen over en zij ging op de bedbank liggen waar haar man zat te lezen en zij viel in slaap. En zij droomde dat zij bovenop een berg stond. En op deze berg... Het beste... Ik heb het papier niet voor me, maar ik geloof dat het ongeveer zo is: Zij droomde dat zij iets zag als een bak van steen, zoals een stellage die midden op de top van deze berg stond. En haar man stond vlak achter haar. En zij zag daar een grote man staan met werkkleren aan, mouwen opgerold, die het zuiverste water dat zij ooit had gezien erin hoosde en uitgoot in deze bak, deze stenen bak die op de top van de berg stond.

62 En de stenen bak kon het water niet binnen houden; en het stroomde eruit en nam al het vuil en takken en al het andere daarin mee en het stroomde eruit en rolde langs de berg omlaag. En het rolde over haar voeten en ze stond midden in die rommel; het bleef echter niet aan haar hangen. En toen vroeg zij waarom de bak het niet kon houden en de man zei: "Dat is geen water. Dat is de Heilige Geest," en hij zei: "niets kan het vasthouden."

63 En ze zei: "Toen liep hij weg en haalde een andere grote emmer - en deze was vol met honing - en hij goot de honing erin en zei: 'Nu, dit zal hij binnen houden.'" En zij dacht dat de stenen bak zou barsten en de honing zou verspillen, maar hij deed het niet. Tenslotte bleef hij heel en behield het.

64 Ze draaide zich om en liep de berg af. Terwijl ze de berg afliep hield ze stil aan de voet van de berg en keek terug. Ze zag vijf stromen van dit zuivere, kristalheldere water, niet vervuild door de dingen waar het doorheen was gegaan, nog steeds zuiver en helder, snel stromend. Toen vertraagde het; vervolgens verdween het bijna. En zij vroeg zich af of het ooit de voet van de berg zou bereiken - vijf stromen - en ze werd wakker. Ik geloof dat het zo ongeveer juist is, is het niet, zuster Shepherd?

65 Nu, ik had de brief nauwelijks opgepakt en hem geopend, of ik zag haar droom, voordat ik hem las. Dat is de manier waarop dromen worden uitgelegd. Velen van u zijn met dromen naar mij toegekomen en vertellen mij dingen over dromen. Ik zeg: "Wacht een ogenblik. U hebt lang niet alles verteld", en ik begin opnieuw en noem het. Als u dan niet kunt vertellen wat u droomde, hoe weet u dan of de uitleg juist is of niet? Ziet u? U moet de droom zien. Een visioen moet de droom laten zien. En wanneer u de droom ziet die de persoon droomde en het hun kunt vertellen, voordat zij het aan u vertellen, dan weet u de uitleg...

66 Wel, ik geloof dat het in de Schrift ook zo is. Daniël zei eenmaal (is dat niet juist?)... Ja, ik geloof... Het schiet mij opeens te binnen. Maar je ziet de droom altijd, als de uitleg juist is. Een persoon begint een droom aan je te vertellen en je stopt hem gewoon en zegt: "Wacht even. En het was zo-en-zo, het was zo-en-zo, plus zo-en-zo."

     En dan zegt u: "Dat klopt precies!" Ziet u?

67 Onlangs probeerde een man mij een droom te vertellen die hij droomde. Hij zei: "Wel..."

     Ik zei: "Nu broeder, waarom liet u dat andere deel achterwege?"

     Hij zei: "Welk ander deel?"

     Ik zei: "U droomde dat u een steen in de lucht gooide en ik schoot er op en kreeg er iets van in mijn oog."

     Hij zei: "Dat is precies de waarheid, broeder Branham."

68 En gisteren haalden zij het laatste stukje eruit. Dus daar bent u er. Ziet u het? Wel, je laat niet... Vertel de waarheid erover. Maar u ziet dat het altijd openbaart wat... het vertelt u uw droom; wat u droomde. Dan weet u dat het juist is.

69 Nu, hier is de uitleg van haar droom. Zij maakte zich zorgen over de Heilige Geest. Wat betreft de bak die zij bovenop de berg zag, het was van steen, stenen bak, hetgeen, "rotsbelijdenis" betekent. Zoals Jezus in de Schrift zei... Petrus zei... Jezus zei: "Wie zegt u dat Ik, de Zoon des mensen, ben?"

     Eén zei: "Gij zijt Elia, en Mozes, enzovoort."

     En Hij zei: "Maar Wie zegt gij dat Ik ben?"

     Hij zei: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."

70 Nu, sommige mensen zeggen... De Katholieke kerk zegt, de Roomskatholieke kerk zegt wat de rots was, waarvan Jezus zei: "Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen." Zij zeggen dat het op Petrus was en Petrus was die rots, omdat Petrus "kleine steen" betekent. "En op deze kleine steen zal Ik Mijn gemeente bouwen." En zij bouwen op Petrus - door apostolische opvolging - de kerk.

     Dan zegt de Protestantse kerk: "Dat is verkeerd"; dat het betekende dat Hij de gemeente op Zichzelf bouwde.

71 Nu, niet om het oneens te zijn, maar de wijze waarop ik het zie is dat het allebei verkeerd is, want Hij bouwde haar niet op Petrus, evenmin bouwde Hij haar op Zichzelf; maar het is op Petrus' openbaring van Wie Hij was. "Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen..."

     "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."

     "Zalig zijt gij, Simon Barjona: want vlees en bloed heeft u dit niet geopenbaard (een of ander seminarie); maar Mijn Vader die in de hemelen is heeft u dit geopenbaard. Gij zijt Petrus, op deze rots (der belijdenis; op deze openbaring) zal Ik Mijn gemeente bouwen."

72 En dat is geweest... Elk gemeentetijdperk heeft die rotsbelijdenis gehad tot aan deze rotsbelijdenis van het Laodicéa-tijdperk. Nu, u kunt geen heilige kerk maken. Er bestaat niet zoiets als een heilige kerk of een heilige organisatie. Het kan dat daarin de Heilige Geest wordt gepredikt, maar u vindt daarin goeden en slechten, afvalligen, onverschilligen en al het andere. Dus een organisatie zal niet vasthouden... U kunt niet zeggen: "Wij hebben het; niet één van de overigen heeft het." Beslist niet! De Heilige Geest wordt uitgestort op individuen. Het is het individu.

73 Dus daarom is de rots... Deze laatste-dag-Pinkstergemeente, die de Heilige Geest heeft ontvangen zoals zij dat het eerst deden... Gedurende alle tijdperken ontvingen zij de Heilige Geest, maar niet in de mate dat zij het nu hebben; want het is een herstel van het eerste. Zoals wij de kandelaars namen - Alpha en Omega - hoe zij de eerste lamp aanstaken: het ging hoger en hoger, en het werd donkerder en donkerder en toen kwam het weer terug; de eerste en de laatste, enzovoort.

74 Maar in dit gemeentetijdperk wordt de boodschap in de kerk uitgegoten. Maar het kerkelijk lichaam op zich... Laten we zeggen, zoals deze tabernakel, dat is de plaats waar zij naar de kerk gaat. Deze tabernakel is geen Heilige-Geest-tabernakel. Zoiets bestaat niet. De individuen die naar deze kerk komen zijn Heilige-Geest-tabernakels. Zij zijn tabernakels die de Heilige Geest bevatten, maar de gemeente is niet het lichaam als groep. Daarom stroomt Het eruit.

75 Deze man die het water uitgoot, de boodschapper aan de gemeente, goot de boodschap in de gemeente uit... Maar wat deed het water? Het spoelde al het vuil eruit dat erin zat. Dat is wat de Heilige Geest doet: spoelt het eruit.

76 Nu, de honing vertegenwoordigde broederlijke liefde, broederliefde, hetgeen dit tijdperk is. Ik ben er juist mee klaargekomen om u te vertellen over broederliefde, de eeuw waarin wij nu leven.

     U zou mogen zeggen: "Kijk, ik mag broeder Neville helemaal niet", of: "ik mag broeder Jones helemaal niet; ik mag broeder Zo-en-zo niet", en zoiets dergelijks. Maar laat hem eens iets overkomen; broeder, uw hart is gebroken. Het doodt u bijna. Ziet u? Wij kunnen broederliefde verkrijgen en gevoel voor een ander. Maar om het vol te houden bij een groep mensen...

     Waarom bent u bezorgd om die broeder? Omdat u het brood met hem brak hier bij het altaar, zoals u vanavond zult doen; u hebt gemeenschap met hem; u schudde hem de hand; u aanbidt met hem. Hij is uw broeder. En hij mag iets hebben gedaan in het vlees waar u het niet mee eens bent en daardoor blijft u als het ware een beetje bij hem vandaan (hetgeen u niet behoorde te doen) - u mijdt hem een beetje. Maar in het diepste van uw hart zou het u bijna doden als er iets met die broeder of zuster zou gebeuren.

77 Ik ben een oude man. Eens was ik jong en nu ben ik oud. Ik heb het zien werken gedurende het tijdperk. Ik hoorde mensen zeggen: "Wel, ik wil niets meer met hem te maken hebben." En als er iets met die man gebeurt, doodt het hem bijna; hij denkt: "O God, ik heb mijn dierbare broeder laten gaan zonder het weer goed met hem te maken", ziet u? Het is broederlijke liefde. Het lijkt erop dat het niet vasthoudt, maar het houdt; de honing, het kleeft.

78 Nu, wat betreft dat zij daar vandaan ging, de heuvel af naar de voet van de heuvel... Dit glorierijke water stroomde over de heuvels in vijf stromen. Vijf is het getal van genade: J-e-z-u-s, G-e-l-o-o-f (F-a-i-t-h), G-e-n-a-d-e (G-r-a-c-e). Ziet u? Vijf is het getal van genade. Vijf stromen werden van boven bij de bak naar beneden gegoten tot hier. En ieder van deze tijdperken had die rotsbelijdenis. De heiligen slapen; wachten, wachten, wachten, wachten, tot aan dit tijdperk; maar spoedig zal de Heilige Geest, die vanuit Christus werd uitgegoten, komen en de gemeente verzegelen, dan zal de gemeente worden opgenomen. Het zal een volledige eenheid van God zijn, een bruid voor Christus, Die het Hoofd zal zijn van alle dingen. Kunt u mij nu volgen?

79 Nu, zij vroeg zich af... In haar droom vroeg zij zich af, of dit stroompje ooit de voet zou bereiken. Zie? Het droogde op. Nu, omdat zij zelf... Hierbij wil ik u bepalen. Zij was zich iets aan het afvragen over haarzelf. Had zij de Heilige Geest?

80 Ik vermeed dit een paar dagen geleden te zeggen, omdat ik dacht dat de gemeente geestelijk genoeg zou zijn om het te vatten (en waarschijnlijk kan ik beter deze band meteen afzetten, want ik wil niet dat dit onder broeders terecht komt); maar u zou in tongen kunnen spreken, u zou kunnen jubelen, u zou kunnen dansen, u zou duivelen kunnen uitwerpen, alles doen wat u maar wilt en toch de Heilige Geest niet hebben.

81 Kwamen deze discipelen niet terug zich verheugend en jubelend, omdat de duivelen aan hen onderworpen waren? En Jezus... Was Judas niet precies onder hen? Zei Jezus niet van die dag dat Hij komt: "Velen zullen tot Mij komen en zeggen: 'Here, heb ik geen duivelen uitgeworpen en in Uw Naam machtige werken gedaan?' en Ik zal zeggen: 'Gaat uit van Mij, gij werkers der ongerechtigheid, Ik heb u niet gekend.'" Deze dingen zijn geen bewijzen van de Heilige Geest. Aan hun vruchten zult u hen kennen.

82 Nu, u zegt: "Broeder Branham, zouden we in tongen moeten spreken?" Beslist, dat zijn gaven van God. Maar deze gaven van God, zonder deze deugden in hen, vormen een struikelblok voor de ongelovige. Het wordt niet door God aanvaard. Dit moet eerst komen. En wanneer u geloof hebt, deugd, kennis, zelfbeheersing, geduld, godzaligheid en broederlijke liefde - dan komt de Heilige Geest neer en verzegelt u als een eenheid, precies zoals Hij de gemeentetijdperken verzegelt als een eenheid. De wijze waarop Hij Zijn bruid maakt is dezelfde wijze waarop Hij Zijn individu maakt: gemaakt van hetzelfde materiaal, zoals Eva was gemaakt van Adam, een rib uit zijn zijde. Hier zijn de dingen die u eerst moet hebben. U kunt ze niet nabootsen; u kunt ze niet imiteren, ze moeten door God gezonden zijn en door God geboren. Imitatie veroorzaakt alleen maar verwarring.

     Het is zoals ik zei: Kunt u zich voorstellen dat u daar een buizerd ziet zitten met een duiveveer ingestoken bij zijn vleugels en zegt: "Kijk, ik ben een duif." Hij is geen duif, hij is een buizerd, een aaseter.

     Kunt u zich een merel voorstellen met een pauweveer in zijn vleugels, die zegt: "Kijk...?" Dat is iets wat hij er in gestoken heeft. Maar het moet van binnenuit komen en het brengt christendom voort. God, door de kracht van de Heilige Geest...

83 De voet van onze zuster werd nat toen zij onderaan kwam. Wij kennen zuster Shepherd allemaal als iemand die liefdadig is. Haar huis staat open. Zij en de broeder - het maakt niet uit of het een zwerver is, bedelaar, of wie het ook is, zij zullen hem te eten geven, alles doen wat zij kunnen om hem verder te helpen. O, God aanvaardde dat, haar fundament-gedeelte. En hier is...

84 Nu, vat deze les: Hier is wat er verkeerd is met de... (Ik had hier eigenlijk niet over moeten beginnen). Hier is wat er met de Branham Tabernakel verkeerd is. Ziet u? Er zijn twee verschillende soorten geloof; er zijn twee verschillende soorten deugd, zoals ik pas geleden doornam; twee verschillende soorten kennis; twee verschillende soorten zelfbeheersing. De één denkt dat het geheelonthouding is. Dat is niet het soort zelfbeheersing waar God over spreekt. Het is dat ongoddelijke, niet te controleren temperament dat u hebt en dat soort zaken - terugschelden, ruziemaken.

85 Geduld, enzovoort, er bestaat een persiflage van, een doen alsof; een natuurlijk geloof, een natuurlijke deugd. Er is een natuurlijke zelfbeheersing. En al deze dingen zijn van nature.

86 En het grootste deel van ons geloof is verstandelijk geloof. Het horen van het Woord brengt ons tot een verstandelijke erkenning van God. Maar, o broeder, als dit van boven komt, als het eenmaal dit treft, dan is er een goddelijk, geestelijk geloof. Wat doet dat geloof dan? Dat geloof erkent slechts het Woord. Ongeacht wat al het andere zegt, het erkent slechts het Woord, want: "In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. (En het Woord is nog steeds God). En het Woord is vleesgeworden en woonde onder ons,..."

87 En wanneer het Woord Zelf wordt uitgegoten in ons geloof, wordt ons verstandelijk geloof een geestelijke openbaring. "En op deze grondslag zal Ik Mijn gemeente bouwen", ziet u, niet op een verstandelijke opvatting van het bij een kerk behoren - een verstandelijke opvatting daarvan - maar op de openbaring. Wanneer deze stromen van genade in dat verstandelijk geloof dat u hebt, stromen, "Dan zal Ik hierop - een geestelijke openbaring - Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel kunnen het niet overweldigen." Ziet u? Dat toont aan dat zij er tegen zullen zijn, maar zij kunnen het niet overweldigen. O, wat een glorievolle zaak.

88 Nu, het geloof, deze vijf stromen... Ik had hier een stukje krijt, maar ik denk dat hij het hier helemaal niet heeft neergelegd. Maar de vijf stromen die u hier doorheen ziet komen mengen dit tezamen. Het is de Heilige Geest geweest die de Efeze-gemeente maakte. Het was de Heilige Geest die de Smyrna-gemeente geboren deed worden. Het was de Heilige Geest die de gemeente van Pergamum en de gemeente van Thyatira door de donkere Middeleeuwen liet gaan. Het is de Heilige Geest die die bruid heeft gebouwd, die uitverkorene, die uit al de organisatie-systemen is getrokken door al de tijdperken heen, op die manier. En er is een uitverkoren, een voorbestemde bruid van Jezus Christus die de Heilige Geest er uitgeroepen heeft, de uitverkorene. En het is de Heilige Geest geweest in dit tijdperk, dat tijdperk, dat tijdperk, dat, dat, dat, dat, dat, tot aan de top; de Heilige Geest.

89 Als dan in de individuen deze deugden en dingen zijn (kennis en zelfbeheersing) - die aan ons geloof zijn toegevoegd, dan zal de Heilige Geest, wanneer de Deksteen komt, het tezamen hechten. Daar is de doop met de Heilige Geest. Daarom komt het vandaag zo weinig voor.

     Laat mij eens zien. Ik heb hier enige teksten opgeschreven. Laat eens zien. Ik had hier een tekening gemaakt betreffende haar droom. Ziet u? U kunt het hier vandaan niet zien.

     Wat is er gekomen, uitgaande van de Heilige Geest? Dan zal Hij aan u bovennatuurlijk geloof geven, geestelijk geloof, hier bij de bodem. Dan erkent dat geestelijk geloof alleen het Woord. Ongeacht wat iemand anders zegt, het helpt toch niet. Dàt kent alleen het Woord. Als iemand zegt: "De dagen van wonderen zijn voorbij", dan kent dat geloof alleen maar het Woord.

     Iemand zegt: "Er bestaat niet zoiets als de doop met de Heilige Geest." Dat geloof kent alleen het Woord. Dat is echt geestelijk geloof. Ziet u het? Dat is juist. Zie? Het kent alleen het Woord.

     Daarna, dat was nummer één. Nummer één: precies hier komt de Heilige Geest naar u toe, naar uw verstandelijk geloof, komt neer in uw verstandelijk geloof en maakt er een geestelijk geloof van. Dan erkent het geestelijk geloof slechts het Woord.

90 En nummer twee, drie... Dan zult u geestelijke - u zult de Heilige Geest hebben, Die al deze dingen in u zal verzegelen, wanneer de Heilige Geest dit overdekt. Verzegelt u in Christus vanaf uw geloof tot aan de Heilige Geest; dan wordt u één. Amen! (Haal dit ding weg. Het is hard aan je armen). U wordt één. U en Christus leven samen. "In die dag zult u weten dat Ik in de Vader ben, de Vader in Mij, Ik in u en u in Mij." Ziet u? Dat is dan een verzegelde eenheid van de Here God. Waarom? Dan zijn zij betuigd en geplaatst. Wanneer die tijd aanbreekt, worden zij betuigde zonen en dochters van God.

91 Herinnert u zich in het Evangelie van Mattheüs, het 17e hoofdstuk, het 1e tot het 5e vers, Jezus op de Berg der Verheerlijking? U hebt mij gehoord... Hoort gij Hem, die prediking die ik hier ongeveer een jaar geleden predikte, die zo bekend is geworden: Hoort gij Hem. Ook in Efeze 1:5 staat over het plaatsen van een zoon: "God heeft ons voorbestemd tot aanneming van zonen."

92 Kijk, wanneer er een zoon in een gezin wordt geboren, dan is het een zoon. Maar die zoon heeft opvoeders om hem op te voeden. En als die zoon er nooit toekwam om de juiste soort zoon te zijn, dan werd hij nimmer erfgenaam. Maar als hij de juiste zoon was, de zoon die zijn vader zou gehoorzamen, dan werd die zoon aangenomen of in zijn positie geplaatst. Hij werd erfgenaam van wat de vader had.

93 En dat was het wat God deed op de Berg der Verheerlijking. Toen Hij Zijn eigen Zoon nam, nadat Hij had bewezen de juiste Zoon te zijn en alle verzoekingen had doorstaan, en Hij bracht Hem naar boven op de Berg der Verheerlijking en overschaduwde Hem.

94 U weet dat zij in het Oude Testament een zoon namen, hem kleedden in een heel mooi kleed en hem buiten aan het publiek voorstelden. En zij hielden een plaatsingsceremonie; of zoals wij het noemen "aanneming". Ik geloof dat er in Galaten door Paulus naar verwezen wordt als het aannemen van zonen.

     Nu, tijdens het plaatsen van een zoon... Predikers zullen het begrijpen en geestelijke Bijbellezers, het plaatsen van een zoon. Met andere woorden, de zoon was een zoon als hij werd geboren.

     Daar is het waar onze Pinkstermensen hun vergissing hebben gemaakt. Het is juist om in de familie geboren te worden door de Heilige Geest, maar dan moeten we het goede soort kinderen zijn, opgevoed door de juiste opvoeder. Ziet u?

     Als een man in de oude tijden aan zijn zoon dacht en hij wilde dat hij de juiste soort zoon zou zijn, dan nam hij de beste opvoeder die hij kon vinden, de beste leraar; want hij wilde dat zijn zoon zou opgroeien en op zijn vader lijken. Zie? Dus hij nam de goede opvoeder.

     Nu, als een man op aarde aan de beste opvoeder zou denken, wat dan met God, onze Vader? Hij nam nimmer bisschoppen en kardinalen en priesters; Hij nam de Heilige Geest om onze Opvoeder te zijn. En de Heilige Geest is onze leraar. En Hij is in de gemeente en Hij brengt bericht over aan de Vader.

     En dan, wat als de leraar er aankomt en zegt: "Wel, vader..." Nu, hij zal geen leraar nemen die een veer op z'n hoed wil krijgen, weet u, een pluim zoals wij dat noemen; bijvoorbeeld: "O, als ik de vader iets vertel over... Die kleine jongen is een schurk hoe dan ook, maar als ik de vader vertel over... dan zal de vader mij loonsverhoging geven." Dat zou niet het goede soort opvoeder zijn. Een goede opvoeder is eerlijk, vertelt de waarheid. En de Heilige Geest vertelt betreffende ons de waarheid wanneer Hij voor God komt. Ja.

95 Dus Hij komt eraan. Wat denkt u? Hij zou vandaag blozen om te moeten zeggen: "Uw dochters knippen allemaal hun haar af, en U vertelde hun om het niet te doen. Uw zonen zijn zo organisatie-gezind dat ze eenvoudig geen oog meer voor elkaar hebben. En zij nemen dit voor dit aan en dit voor dat." Wat moet Hij blozen. Maar wat zou die Opvoeder ervan houden om te komen en te zeggen: "O my! Die zoon is een echte zoon. Hij is precies eender als de Vader." O, wat zou Hij dat graag zeggen. Zie?

     Dan zwelt de Vader van trots en zegt: "Dit is Mijn zoon."

96 Dat is precies wat God deed op de Berg der Verheerlijking. Merk op dat daar Mozes en Elia verschenen. En Petrus raakte helemaal opgewonden toen het bovennatuurlijke plaats vond; Petrus raakte opgewonden, hij zei:

     "Laten we drie tenten bouwen: één voor U, en één voor Mozes en één voor Elia."

     Terwijl hij nog aan het spreken was, legde God hem het zwijgen op. Hij zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon in wien Ik Mijn welbehagen heb. Hoort Hem!" Ziet u? God plaatste Zichzelf op de achtergrond en zei: "Dit is Mijn Zoon."

     Mozes vertegenwoordigde de wet. De profeten vertegenwoordigden Zijn rechtvaardigheid. Wij konden niet leven door Zijn wet. Wij konden niet leven door Zijn rechtvaardigheid. Ik vraag niet om gerechtigheid; ik wil genade, geen recht. Ik kan Zijn wet niet houden en ik kan Zijn gerechtigheid niet vervullen; maar ik heb Zijn genade nodig. En God zei dat de wet en de gerechtigheid in Hem zijn vervuld.

     "Hij is Mijn geliefde Zoon. Hoort Hem. Dit is Hem, dit is Degene."

97 Als in het Oude Testament die zoon was aangenomen of geplaatst in de familie, dan was zijn naam net zo goed op de cheque als die van zijn vader. Jazeker! Zij hadden geen... Zij hadden een ring in die dagen, een stempel, zegelring; en zij zouden er op spugen [Broeder Branham maakt een spugend geluid en slaat met zijn vuist op de preekstoel] en hem neerzetten. Dat was een zegelring. Dat was gewoon een... Hij droeg de ring van zijn vader, zijn zegelring; en dat was net zoveel waard als die van zijn vader.

     Nu, toen Jezus gehoorzaam was geweest, Jezus ten opzichte van God, toen plaatste God Hem in Zijn positie: "Dit is Hem."

98 Wanneer nu het lid in de familie van God geboren is door de Heilige Geest, en heeft bewezen deze deugden in zich te hebben, zodat God in hem deugd kan zien, kennis, zelfbeheersing, geduld, broederlijke liefde en godzaligheid, dan verzegelt God hem of plaatst hem. En dan ziet u daar de zonen en dochters van God.

99 Daarbij zegt Efeze 4:30: "Grief niet de Heilige Geest van God waarmede gij verzegeld zijt tot aan de dag van uw verlossing." Nu, wat enige van u Baptisten betreft, die het willen betrekken op eeuwige zekerheid, als u bij dat gedeelte komt, ben ik het met u eens dat het eeuwige zekerheid is - als u tot die plaats komt. Maar om iets te noemen, iedereen zegt: "Ik zal naar de Baptistenkerk gaan en mij daarbij voegen"; "Ik ben een Presbyteriaan"; "Ik heb eeuwige zekerheid"; dat is verkeerd. Uw eigen leven bewijst dat u het niet hebt. Totdat dit daar is en God u heeft aangenomen en u heeft verzegeld door de Heilige Geest in Zijn Koninkrijk, dan bestaat er geen 'er uitgaan' meer. U bent voor eeuwig verzekerd. "Grief niet de Heilige Geest van God waarmede gij geheel, en uw goddelijke deugden, zijn verzegeld tot aan de dag der verlossing."

100 Ik geloof dat er een bruid is die is voorbestemd. Ik geloof dat God zei dat Hij een gemeente zou hebben zonder vlek of rimpel. Ik geloof in uitverkiezing: dat de bruid is uitverkoren: zij moet er zijn. Ik hoop dat ik bij haar hoor. Dat is... Ziet u? Ik hoor bij haar. Nu, het is mijn zaak mijn eigen zaligheid te bewerken bij God, totdat deze dingen door God worden goedgekeurd en daarna verzegeld in het Koninkrijk van God. Daar is de Heilige Geest. Daar zijn de oorspronkelijke werken van God. Zij worden verzegeld tot aan de dag der verlossing.

     Dat was haar droom. Ik vond dat het prachtig was.

101 Daarom, wanneer zij dat doet, wanneer die gemeente tot deze plaats komt, of de individu... De gemeente zal er zijn. Laat mij het heel duidelijk zeggen zodat u het begrijpt: "De gemeente is voorbestemd om daar te zijn. Ik wil erbij behoren, maar de enige manier waarop ik erbij zal zijn is door er een deel van te zijn.

102 Hoe word ik er een deel van? Door er in te zijn. Hoe kom ik er in? Door de doop, door één Geest. 1 Corinthe 12: "Door één Geest zijn wij allen gedoopt in één lichaam", één lichaam; er in gedoopt.

     Maar u kunt deze dingetjes er niet insteken, bijvoorbeeld: "Ik sprak in tongen. Ik heb het." U gaat hier weg en bent kwaad, zweert en gaat tekeer (ziet u?), dat is het insteken van pauweveren in de Vlaamse gaai. Ziet u? Dat kunt u niet doen. Uw eigen leven bewijst dat het er niet is. Maar wanneer deze dingen in u werkzaam zijn door God, dan bent u verzegeld. Dan is er geen namaak bij. U bent gewoon uzelf. Dan worden visioenen en volmaakte werken van de Heilige Geest openbaar. Waarom? Omdat u en Christus één worden (ik hoop dat het wordt begrepen), u en Christus worden één.

     Ik had hier nog iets anders opgeschreven wat ik wil noemen. Het brengt ons tot de plaats van leven, dan wordt u... dan hebt u eeuwig leven.

     Ik heb hier het Griekse woordenboek, de Emphatic Diaglott. Ik studeerde onlangs op een woord.

103 In Johannes 14 - of Johannes 3:16 ontdekken we een plaats, waar wordt gezegd: "heeft eeuwigdurend leven"; op een andere plaats staat: "heeft eeuwig leven." Maar in de Griekse versie, in het Hebreeuws staat er: "leven zonder eind." In het Grieks hebben ze het woord a-i-n-i-o-a-n. Het lijkt veel op "aeon". [onmetelijke tijdsduur] Aeon is een ruimte die niet kan worden... Het is een getal dat niet kan worden geteld. Het gaat verder dan miljoenen, triljoenen en biljoenen. Maar dit is een aionion van tijd: eeuwig leven. En het Engelse woord ervoor is eternal. Wij kennen het als eeuwig, aionion, of leven zonder eind. Ziet u?

104 En als u leven hebt gekregen zonder eind, hoe kunt u omkomen? U bent een deel geworden van het eeuwige, en er is slechts één ding eeuwig. Satan is niet eeuwig. Nee! Hij werd Satan. De hel is niet eeuwig. De hel werd geschapen; die is niet eeuwig. En deze lichamen zijn niet eeuwig; zij werden geschapen. Maar de Geest van God is eeuwig. Het had nooit een begin en het zal ook nooit een einde hebben. En de enige manier waarop wij eeuwig leven kunnen hebben (van dat Griekse woord zoe, hetgeen "Gods eigen leven" betekent), is dat wij een deel van God worden, dat wij zonen en dochters van God worden, en dan hebben wij aionion leven. Het gedeelte dus dat leeft, (wij), dat dit Woord erkent van hier tot daar, dat erkent, dat is aionion leven; leven zonder eind. Het is Gods eigen leven in ons. Amen.

105 Een paar dagen geleden had ik onderweg een gesprek met een Jehovagetuige. Nu, niet om neer te zien op iemands geloof. We hebben er hier heel wat zitten van de Jehovagetuigen, die zijn bekeerd. Een van onze beheerders van de gemeente was een Jehovagetuige en werd gered; hij en zijn familie. Zijn vader was voorlezer, broeder Woods en de overigen. Al zijn broers en zusters, praktisch allemaal zijn ze binnengekomen en hebben de doop met de Heilige Geest ontvangen, door de visioenen van God die hun vertelden wat zij deden en wat zij... Ziet u? Dat deed het.

106 Maar hier staat in het boek van de Jehovagetuigen dat de adem die je inademt de ziel is. Nu, dat kan niet juist zijn. De adem die u inademt is niet de ziel. Als dat zo is, bent u, bent u... Iemand anders heeft die ziel ingeademd. Kijk waar u terecht zou komen. De adem is wind (lucht) en wind is wat u door uw neus inademt.

107 Zij nemen daarvoor het Schriftgedeelte: "En God blies de adem des levens in zijn neusgaten, alzo werd hij een levende ziel." Nu wil ik iets vragen. Als hij een mens was, wat voor soort adem ademde hij dan in voordat God deze levensadem in hem blies? Wat voor soort adem... Hij was een ademende, levende man. Wel, dan - als dat zo is - is ieder dier een levende ziel, want zij ademen een menselijke ziel in, en onze ziel, en van iedereen. Dan zou Jezus niet hebben behoeven te sterven; het dierlijke offer zou voldoende zijn geweest. Ziet u? Dus, broeder, het argument blijft niet staande.

108 Maar wat God deed was, dat Hij de adem van eeuwig leven blies. (Amen!), toen werd hij een levende ziel, een ziel die niet kan sterven. Let nu op. We zullen nu tot aan onze ellebogen in de honing terechtkomen. Merk op, Hij blies de adem van eeuwig leven in zijn neusgaten. En hij werd een eeuwige ziel omdat God blies (niet wat de natuur had gedaan, maar wat God deed) - blies de levensadem in zijn neusgaten en hij werd een levende ziel.

     Dan zegt u tegen mij: "Adam stierf, broeder Branham." Maar bedenk, voordat Adam stierf had hij een lam dat hem verloste! Halleluja! Dezen die Hij van tevoren kende, heeft Hij geroepen. Hij nam een lam om hen te verlossen.

109 Hij was een type. Adam viel. Toen werd er voor Adam in het lam voorzien, want in zijn neusgaten was reeds de adem van de eeuwige God gekomen; en hij werd een levende ziel. Hij was een zoon van God. Niet zijn adem, zoals het Afrikaanse woord (ik weet op dit ogenblik niet wat het Griekse woord er voor is), maar in het Afrikaans noemen ze het amoyah, wat "de wind, een ongeziene kracht" betekent. Dieren ademen amoyah in. Zondaren ademen amoyah in.

110 Waarom zouden wij dan worstelen voor eeuwig leven als dat de eeuwige ziel is die wij met ademhalen inademen? Waarom zouden wij ons inspannen voor eeuwig leven? Het klopt niet, broeder. Ziet u? Dat kan het niet zijn. Maar God blies speciaal op Adam met de adem van eeuwig leven en hij werd een eeuwig persoon bij God. Hij had kracht zoals God: hij was een amateur-god. Hij was god van de aarde, niet de God des hemels; god van de aarde.

     En op een dag zullen de zonen Gods opnieuw goden worden. Jezus zei het zo: "Staat er niet in uw wet geschreven: 'Gij zijt goden'? Als u dan degenen die Hij riep goden kunt noemen, die God bezocht, zeg Mij, hoe kunt u Mij dan veroordelen als Ik zeg dat Ik de Zoon van God ben?" Nu geraken we in iets dieps. Let hier nu op als we hier op ingaan.

111 Hier zijn zij nu. Hij is nu een zoon van God, maar hij maakt een fout. Hij weet dat hij verkeerd doet. Bedenk, dat Adam niet is verleid geworden. De Bijbel zei het zo in 1 Timotheüs 3: "Adam is niet verleid geworden, maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest." [1 Timotheüs 2-14 – Vert] Adam wandelde met Eva mee omdat het zijn vrouw was. Evenals Christus - niet verleid door Satan - maar Hij wandelde de dood in met de bruid. Hij ging heen om bij de bruid te zijn, zodat Hij de gemeente kon verlossen.

112 Adam wist dat hij fout was, maar hij ging met Eva mee. Ziet u? Maar er was voor hen in een lam voorzien, opdat zij verlost zouden zijn. En voor deze lammeren vandaag, die van tevoren door God werden gekend en door God zijn geroepen, is er een Verlosser. "Geen mens kan tot Mij komen tenzij Mijn Vader hem trekke; en al wat de Vader Mij gegeven heeft zal tot Mij komen." Is dat juist?

     Er is dus een toebereid Lam vanaf de grondlegging der wereld, waarbij hun namen zijn geplaatst op het Levensboek van het Lam. Er was een lam toebereid om een weg van genade te maken voor ieder van hen die in de opstanding komen. Een toebereid lam, Adams lam.

     Merk op, zoals Adam een toebereid lam had. Nu, dat is de gemeente van vandaag. Ik bedoel de kerk niet. Weet u wat? Ik zeg dit niet om heiligschennend te zijn en het is niet mijn bedoeling iemands gevoelens te kwetsen. Ik ben niet hier om dat te doen, want ik heb dit al uitgelegd over mijzelf; ik ben hier om te helpen. Maar wat ik probeer te doen... Weet u wat? Eigenlijk zijn deze kerken geen kerken of gemeenten. Er bestaat slechts één kerk. Deze zijn loges (clubs); zij zijn verenigingen. Ik heb niets tegen... Het is in orde, maar ik wil dat over een paar minuten aan u bewijzen dat zij louter clubs zijn. U behoort tot de Methodistenclub, tot de Presbyteriaanse club, of tot de Pinksterclub, voor zover dat gaat, dat is... Ziet u? Clubs! Zie? U kunt niet... Kijk, kerken zijn eigenlijk clubs waar mensen met hetzelfde idee samenstromen. Maar de gemeente is één. En u kunt zich niet voegen bij de Gemeente; u wordt er in geboren. En wanneer u er in geboren bent, bent u er een lid van.

113 Precies zoals mijn familie. Ik ben gedurende drieënvijftig jaar in de Branham familie geweest; zij hebben nooit aan mij gevraagd of ik mij bij de familie wilde voegen. Waarom? Ik hoef mij niet bij mijn familie te voegen. Ik ben als een Branham geboren. En u bent in de gemeente geboren. Nu, deze anderen zijn clubs. Hebt u daar ooit aan gedacht? Jazeker!

114 Op een dag was ik het gras aan het maaien en ik was aan het nadenken over de, wel, zoals zij het noemen: de grote, heilige Katholieke kerk. Ik was zo aan het gras maaien en Iets liet mij stokstijf stilstaan en zei: "Noem dat niet zó." En ik keek om mij heen. Ik begon weer te maaien en Het stopte mij weer en zei: "Noem ze niet zó." Zei: "Zij zijn een club zoals de andere. Zij zijn geen gemeente. Er is één gemeente." Ziet u? Zij zijn leden van een club, want u kunt zich voegen bij een club, maar u kunt zich niet bij de gemeente voegen. De gemeente, daar wordt u in geboren. U wordt er een lid van door de nieuwe geboorte, dan bent u een lid van de familie, een broeder of zuster in haar.

115 Laat mij u nu iets voorlezen uit de Emphatic Diaglott, uit Openbaring 17:3, in de Apocalypse van de Emphatic Diaglott en merk op hoe het hier staat en hoe mooi het past bij Openbaring 16... 17. In orde! Laten we nu enige ogenblikken lezen. Luister hier heel goed naar. Openbaring 17:3.

     En een van deze zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak tot mij... (Ik lees u voor uit de Lexicon): Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer, die zit aan vele wateren:... (En wij weten allemaal dat dat het Vaticaan is).

     Wij hebben hier Our Sunday Visitor van de Katholieke kerk, die ons precies vertelt wat het is. En in het antwoord staat: "Maar wacht eens even. Er zijn allerlei namen die samen 666 zouden vormen."

     Ik zei: "Maar even een ogenblik!"

     Hij zei: "Uw naam zou zeshonderdzes..."

     Maar ik zei: "Ik zit echter niet op zeven heuvelen om de wereld te regeren." Zie? Dat is juist.

     ...tonen het oordeel over de grote hoer, die zit aan vele wateren:... (Wateren, Openbaring 17:15, zijn massa's en menigten van mensen).

     met wie de koningen der aarde gehoereerd hebben en zij die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij... (Let nu op).

     En hij voerde mij in de geest naar een woestijn:... (De Emphatic Diaglott, nu)... en ik zag een vrouw zitten op een beest met een scharlakenrood kleed, dat vol was van godslasterlijke namen,...

116 Nu, in de King James vertaling staat: "vol van namen van godslastering." (Even een ogenblik. Ik heb het hier zo. Openbaring 3). In orde, hier is het. In orde, Openbaring, ik bedoelde 17, niet 7:17. Luister nu naar het derde vers:

     En hij voerde mij in de geest naar een woestijn; en ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, vol van namen van godslastering,...

     Dat is de wijze waarop het in het Engels staat, maar in het originele Grieks van de Diaglott staat het in Openbaring 17:3 op deze manier. Luister nu.

     En hij voerde mij in de geest naar een woestijn; en ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen,...

     Er is een heel verschil tussen "namen van godslastering" en "godslasterlijke namen". Wat is het?

117 Zij was een moeder van hoeren. Wij weten dat allemaal. Wat is het? U hoeft niet... Wel, dat is waar. Dat zou de Roomskatholieke kerk zijn, maar zij is vol van godslasterlijke namen: Methodist, Baptist, Presbyteriaan, Lutheraan enzovoort; ze noemen zichzelf kerken van God - godslasterlijke namen. Er is heel wat verschil tussen "namen van godslastering" en "godslasterlijke namen". Ze noemen zichzelf 'Church of God' en tonen zich aan de wereld met kaartpartijtjes en drinken en tekeer gaan en soepmaaltijden en al het andere en allerlei spul, totdat... Er is slechts één kerk. U bent er in geboren. U komt daar niet in tenzij u bent gewassen in het Bloed van het Lam en wegverzegeld door de Heilige Geest.

     Wat een verschil tussen "namen van godslastering" en "godslasterlijke namen". Begrepen? Ik ontving dat deze morgen toen ik aan het lezen was terwijl ik hierheen kwam. Iets zei tegen mij: "Ga je kamer binnen; pak de Diaglott." Nee, het is slechts gehoorzaamheid, dat is alles. Liep naar binnen en zocht Openbaring 17 op. Ik dacht: "Waarom wilt U dat ik dit lees?" En ik begon te lezen. Zodra ik daar op kwam: "Daar is het." Ik pakte een pen en schreef het op. Ik zei: "Daar is het."

118 Nu, zij hebben een grote mond tegen mij, dat ik tegen organisaties aantrap. Het zijn deze godslasterlijke namen die zichzelf 'kerken van God' en, 'kerken van Christus' noemen en kerken van Methodisten en kerken van... Het zijn clubs, geen kerken. Er is één kerk, dat is de kerk van de Here Jezus Christus. En wat is zij? Het mystieke lichaam in actie op aarde, opgebouwd uit leden van ieder van deze vergaderingen, die leden zouden zijn van Christus' lichaam. U moet erin geboren worden; niet eraan worden toegevoegd. En je daarbij aansluiten betekent: godslasterlijke namen.

119 Deze vrouw, deze vrouw, haar kracht... En u ziet precies nu, dat ze alle mensen die vreemde ideeën over godsdienst hebben willen oppakken en naar Alaska sturen. U hebt dat gezien. Al onze vreemde geloofsrichtingen... En wat is het? De Raad, de Wereldraad van Kerken. En de Katholieken zijn nu bezig met hun grote drukte in het Vaticaan, waarbij zij proberen... En al deze bisschoppen, enzovoort, zij proberen tot een overeenstemming te komen om het communisme te bestrijden; de wereld bestrijdt het communisme en het enige wat zij doen is zich bij het Katholicisme scharen.

120 En het is precies zoals het vandaag is: hier zijn we dan, zoals ik zei: "Wij zijn bijna bankroet. We lenen, besteden nu het geld van belastinggelden die over veertien jaar vanaf heden moeten worden betaald." Zover zijn we al afgezakt. Wie heeft het geld van de wereld? De Katholieke kerk. Hoe wordt het geleend aan de Verenigde Staten? Door deze tabaks- en whiskymaatschappijen en dergelijke te beschermen. Zeker, zij zullen het lenen van... Wanneer zij dat doen, verkopen zij hun geboorterechten regelrecht aan de Roomskatholieke kerk. Wij bevestigen het. U ziet het net zo duidelijk, het is duidelijker dan het lezen van de krant; hier is het. Ziet u?

     Zij zijn Methodist, Baptist, Presbyteriaan, enzovoort; noemen zichzelf de kerk van God. Katholiek, en al dat soort gedoe, het is de kracht van dit beest vol van godslasterlijke namen. Noemt uzelf: "Ik ben..."

     Niet lang geleden ging ik naar het ziekenhuis om te gaan bidden voor een persoon. Ik zei: "We zullen gaan..." Het was mijn moeder. Ik zei: "We zullen gaan bidden voor moeder."

     En de dame zei: "Trek dat gordijn dicht."

     Ik vroeg: "Bent u geen Christen?"

     Ze zei: "Wij zijn Methodisten."

     Ik zei: "Dank u, ik dacht dat u misschien een gelovige was."

     Ik trok toen het gordijn om mij heen. Ziet u? Als u dus geen Christen bent, is het anders (zie?), maar: "Wij zijn Methodisten." Dat is godslastering!

121 Het beest, kerken, zogenaamde kerken, zij zijn geen kerken. Laat mij er zeker van zijn dat het op de band komt. Zij zijn geen kerken; zij zijn clubs. Mensen voegen zich bij hen, maar u kunt zich niet voegen bij de gemeente van de Levende God. U wordt er in geboren door de doop van de Heilige Geest. En wanneer u met de Heilige Geest bent gedoopt, zijn deze deugden in u verzegeld door de Heilige Geest; en daarom "Zondigt hij niet die uit God geboren is." Hij kan het niet. Daar bent u er. O my! We zouden er de hele dag over kunnen praten, is het niet?

122 De gemeente is het mystieke lichaam van Christus, geboren uit de adem van God. Hebt u het begrepen? De gemeente van God is geboren uit de adem van God. God ademde - geestelijk - adem in de neusgaten van Adam en hij werd een levende ziel. Wist u dat de Pinkstermensen, of de ware Pinkstergemeente geboren is uit de adem van God?

123 Laat mij iets daarover aan u voorlezen, voor een ogenblik. Laat me even zien. Johannes is het, geloof ik, waar ik heenga; en we zullen ontdekken of de gemeente uit God is of niet. Johannes... Laat eens zien, ik geloof dat het ongeveer 16, 19, 20 is. In orde. Hier, ik geloof dat we het hier hebben. In orde. Laat mij het aan u voorlezen en zien of de gemeente wordt geboren uit de adem van God of niet, zoals Adam in den beginne. Let op.

     Toen het dan avond was op die eerste dag der week en ter plaatse, waar de discipelen zich bevonden, de deuren gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus en stond in hun midden en zeide tot hen: Vrede zij u!

     En na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De discipelen dan waren verblijd, toen zij de Here zagen.

     Jezus dan zeide nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.

124 Let op! De Vader die Hem gezonden had, ging in Hem. En wanneer Jezus een discipel zendt, gaat Hij in hem. Het is Dezelfde die gezonden wordt.

     En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest... (de gemeente geboren uit de adem van God).

125 Wanneer dit beeld zichzelf in die staat naar boven toe heeft gevormd, ademt Gods adem op hen; zij ontvangen de Heilige Geest. Dan bent u een zoon van God. U kunt zich bij alles voegen wat u maar wilt, maar u bent geboren in de gemeente van de levende God, geboren door de adem van God. God blies op hen en zei: "Ontvangt [broeder Branham maakt een blazend geluid] de heilige Geest." O my, daar bent u er. Niet: "Kom erbij, zet je naam daarop", en uw soepmaaltijden en alles wat erbij hoort. U hoort bij een vereniging. U kunt bij een Methodistenclub horen, Baptistenclub, Presbyteriaanse club, Katholieke club, of een Pinksterclub, het maakt niet uit waar u bij wilt horen; maar u hoort bij een vereniging. Maar wanneer u een kind van God wordt, bent u geboren door de adem van God. Amen! Ik kan het nu beter laten rusten. In orde.

126 Dan is Gods leven ook in u. Jezus zei (een ogenblikje) - Jezus zei: "Ik ben de wijnstok, gij zijt de rank." Nu kijk. Waar maakten ze ruzie om met Jezus? Hun twist met Jezus was dat Hij, Die een man was, Zichzelf God maakte. Hij was God. God was in Christus. Ziet u? En Hij zei tegen hen, Hij zei: "Kijk niet naar Mij. Ik ben het niet; het is Mijn Vader, en Hij woont in Mij." Ziet u?

127 Ze keken naar dat kleine lichaam dat uit Maria geboren was. Ziet u? Dat was God niet; dat was de Zoon van God, maar God was in dat lichaam. Het was God. Hij zei: "Indien Ik de werken van Mijn Vader niet doe, beschuldig Mij dan. Maar wie van u kan Mij beschuldigen van zonde (ongeloof in het Woord)? Welk woord heeft God gesproken, dat niet in Mij is vervuld? (Zonde is ongeloof). Wie van u kan Mij beschuldigen van zonde? (Zonde is ongeloof). Toon het Mij. Indien Ik de werken van Mijn Vader niet doe, geloof Mij dan niet. Maar indien Ik de werken doe van Mijn...; ofschoon u Mij niet kunt geloven, geloof dan de werken die Ik doe, want zij getuigen." Met andere woorden: "De Vader Die in Mij is, getuigt van Zichzelf", want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Begrijpt u het? Welnu, hetzelfde leven dat in de wijnstok is, is ook in de rank. Hoe zult u zichzelf daarin voegen? U kunt het niet.

128 Ik zag niet lang geleden in de tuin van broeder Sharrit in Arizona een boom met negen verschillende vruchten er aan. Wat was het? Het was een sinaasappelboom, een navelsinaasappel, maar hij had een citroen, een mandarijn, een tangelo [een kruising tussen een mandarijn en grapefruit] en een grapefruit; hij had allerlei soorten. En ik stond te kijken naar die boom en ik zei: "Broeder Sharrit, wilt u mij vertellen dat die boom een sinaasappelboom is?"

     Hij zei: "Zeker."

     En ik zei: "Wel, hoe kan dat?" Ik zei: "Ik zie hier een grapefruit en hier een mandarijn en hier een citroen en al deze andere vruchten. Hoe komen ze daar?"

     Hij zei: "Wel, ziet u, zij zijn er ingeënt."

     "O", zei ik. "Wel, ik wil u iets vragen. Als u deze grapefruit en citroen afplukt, wat zal er volgend jaar dan gebeuren? Zal dat dan een sinaasappel voortbrengen?"

     "O, nee!" Hij zei: "Het zal een citroen voortbrengen!"

     "O", zei ik. "Dank u." Ziet u?

     U kunt dat niet doen. U kunt niet bijvoegen. Maar hij zei dat iedere keer als die boom een jaar ouder werd en een nieuwe tak deed uitlopen er sinaasappels aankwamen, wanneer de wijnstok zelf de rank deed uitlopen.

129 En wat wij hebben geprobeerd te doen is leden toevoegen aan Hem en wij leven onder de naam van Christendom, want wij zijn (om het op een gewone manier te zeggen) - "Wij zijn de citrusvrucht", de christelijke kerk. Maar wanneer de wijnstok zelf een wijnrank voortbrengt, zal hij hetzelfde zijn als de eerste wijnstok deed uitkomen. Als zij, van de eerste wijnstok die voortkwam, een Boek der Handelingen schreven en nalieten, zal men, wanneer het nog eens een andere doet uitlopen, opnieuw een Boek der Handelingen schrijven en nalaten. Dat is juist.

130 Dus u behoort slechts tot clubs. Maar wanneer u uit de wijnstok geboren bent... U hebt een vrucht; dat is waar. U hebt een vrucht, maar wat doet u ermee? U hebt een vorm van godzaligheid en ontkent de kracht ervan. U ontkent tekenen; u ontkent wonderen; u ontkent de Heilige Geest. U ontkent spreken in tongen; u ontkent visioenen; u ontkent profetieën. U ontkent genezing en toch geeft u zichzelf een naam. Geen wonder dat de Heilige Geest zei: "Een kracht van groepen mensen vol van godslasterlijke namen (zeker!), die zichzelf Christenen noemen, met vormen van godzaligheid maar die de kracht ervan verloochenen. Keer u af van dezulken, want dit is het soort dat dwaze vrouwen verleidt met velerlei lusten."

     Allerlei soorten organisaties, de kerk stopt het zo vol met dit soort gemeenschap en dat soort gemeenschap. Wat met de gemeenschap van Jezus Christus? Ziet u? Wij hebben al deze andere dingen en we drukken de kerk naar beneden. Nu, daar bent u er.

131 U kunt nooit bij een gemeente behoren; u behoort bij een club. U bent een lid van een club, van een groep mensen, net zoals een vereniging (loge) is. "Wij geloven in dit; wij hebben onze orden en wij hebben onze geheimhouding, enzovoort." U doet hetzelfde wanneer u zich bij een zogenaamde kerk voegt, maar u kunt zich niet bij de gemeente voegen. U voegde zich bij een vereniging van leden, maar niet bij een gemeente, want u wordt in die gemeente geboren. En de wijnstok zelf... Wacht een ogenblik. Let op! En ik zal dadelijk afsluiten.

132 Let op! Neem me niet kwalijk, ik bedoelde dat niet te zeggen. Kijk. Wanneer God deze Bruid versmelt met die Geest, dan versmelt Hij de individu samen met die Geest. Ziet u? Dan bent u in dat Koninkrijk geboren en dan is hetzelfde leven dat in deze gemeente was in die gemeente en die, die, die, die. En hetzelfde leven dat in het omhulsel was, de Wijnstok, Jezus, is in het lid dat Hij heeft voortgebracht. Glorie! "Met dezelfde dingen die Ik doe; de werken die Ik doe, zult gij ook doen." Daar is het ware lid van het lichaam van Christus; niet een soort naam die er aan opgehangen wordt. De werken van die individu bewijzen waar hij vandaan komt. Daar is het leven dat getuigt wat hij is.

     "Bent u... Welk lid, tot welk lichaam behoort u?"

     "Het Lichaam van Christus!"

     "Wel, waar hebt u zich erbij gevoegd?"

     "Dat deed ik niet; ik werd er in geboren", zie. "Ik werd er in geboren."

     U hoeft hun dat niet te vertellen. Zij weten wat er is gebeurd. "Hoe kunt u een kaars aansteken en er een korenmaat overheen zetten?" zei Hij. Zie? Nee, nee!

133 Wanneer u in dat Koninkrijk van God geboren bent, dan is het leven, hetzelfde leven dat in Jezus was... Dan bent u in zielen geïnteresseerd. Dan hoeft u mensen niet te smeken om naar het altaar te komen. U hoeft niet iemand te smeken om te komen zoeken met hen die bij het altaar staan. Die dingen vloeien automatisch voort, omdat het in u is verzegeld. U bent een onderdeel van God. U bent verzegeld met de Heilige Geest.

134 Weet u wat de Heilige Geest betekent? Het betekent niet dat ik ben opgesprongen en heb gejubeld en dat ik een vreemd gevoel had. Die dingen zijn in orde. Ik ben opgesprongen en heb gejubeld en had vreemde gevoelens. Ik sprak in tongen. Ik geloof dat de Heilige Geest in tongen spreekt. Zeker! Ik heb uitgelegd. Beslist! Dat geloof ik ook. Maar dat is het niet. Daar spreek ik niet over. Er kan hier ergens een lek zijn. Er kan hier een lek zijn in uw geduld. Laat iemand u eens op één kant van uw gezicht slaan. Keert u de andere toe? Maar u zegt: "Die vuile huichelaar." Dan is er ergens iets lek gesprongen. We kunnen dat beter met rust laten. In orde. Maar weet u wat ik bedoel? Maar wanneer u in het lichaam van Christus bent verzegeld, dan bent u Geest-vervuld, en u bent een zoon van God.

     O, ik wilde wel dat ik ongeveer tien minuten had om hier iets te lezen, maar ik... zou u het nog eens tien minuten met mij willen uithouden? Ik wil iets lezen. Nu, een klein stukje. Ik zal... Eerlijk, de bonen zullen niet aanbranden; ik zal u gewoon geruststellen, als we dit even enkele minuten lezen. Het is gewoon te goed om over te slaan. Ik heb hier een paar dingen die in mijn gedachten komen die ik zou willen zeggen.

135 Laten we Johannes het derde hoofdstuk opslaan waar gesproken wordt over eeuwig leven. Laten we ontdekken wat er hier wordt gezegd over dit probleem van eeuwig leven, Gods leven. Nu, let op, hier.

     En er was iemand uit de Farizeeën, wiens naam was Nicodemus, een overpriester der Joden;

     Deze kwam des nachts tot Hem en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is.

136 Nu, dit hof van het Sanhedrin erkende dat Hij de Zoon van God was. Zij wisten het. Hier stond hun leider Hem te vertellen: "Wij weten dat Gij een leraar zijt die van God komt, want hetzelfde leven van God vloeit door U heen." Ziet u? "Wij weten dat Uw leer niet van Uzelf komt; het komt van God, want God bewijst het." Zie? "Het leven van God vloeit direct door U heen." Let nu op!

     Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien. (O my! "Tenzij u mijn kerk bezoekt..." O, ziet u hoe u het kwijtraakt? Zie, zie?)

     Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan.

     Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit den Geest geboren is, is geest.

     Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.

     De wind blaast, waarheen hij wil, ... (Ziet u? Opnieuw. Komt er op terug. Zie?)... De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zó is een ieder, die uit den Geest geboren is.

     Nicodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kan dit geschieden?

     Jezus antwoordde en zeide tot Hem: Gíj zijt de leraar van Israël, en deze dingen verstaat gij niet?... (Kijk daarnaar, broeder, een Doctor in de Godgeleerdheid; een dominee; doctor in de wijsbegeerte, zie)... en deze dingen verstaat gij niet?

     Voorwaar, Ik zeg u: Wij spreken van wat wij weten en wij getuigen van wat wij gezien hebben, en gij neemt ons getuigenis niet aan... (Wij weten deze dingen. Wij hebben ze gezien; wij weten het en u neemt zelfs ons getuigenis niet aan, kerkganger!)

     Indien Ik ulieden van het aardse gesproken heb, zonder dat gij gelooft, hoe zult gij geloven, wanneer Ik van het hemelse spreek?... (Luister nu hiernaar. Let op!)

     En niemand is opgevaren naar den hemel, dan die uit den hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen, die in den hemel is.

137 Zoek dat maar eens uit. U weet dat Hij op een keer zei: "Wat dunkt u van de Christus? Wiens Zoon is Hij?"

     Zij zeiden: "De Zoon van David."

     Hij zei: "Waarom zei David dan, in de Geest, tegen Hem: 'De Here zei tegen mijn Here: Zet U aan Mijn rechterhand'." Hoe kan Hij Zijn Here zijn en Zijn Zoon? Niemand vroeg hem meer iets.

     In Openbaring zei Hij: "Ik ben de Wortel en het Geslacht van David." Zie? "Ik ben de Wijnstok en de Rank. Ik ben het Begin. Ik was voor het begin; Ik was het Begin en Ik was ook zijn Geslacht."

     Hier zei Hij: "Niemand is uit de hemel nedergedaald dan de Zoon des mensen, die nu in de hemel is."

     Op een keer stelde een dame mij een vraag; ik zei: "Beantwoord deze voor mij."

     Ik zei: "Tot wie zou Jezus hebben gebeden in de Hof van Gethsemané?"

     Ik zei: "Over wie sprak Hij toen Hij zei: 'Niemand is opgevaren naar de hemel, dan Hij die uit de hemel nedergedaald is, dan de Zoon des mensen, die nu in de hemel is'?"

138 Hier is Hij, staat daar precies op het dak van een huis tot Nicodemus te praten en zegt: "Ik ben in de hemel." Is dat juist? Laten we dat laten liggen tot vanavond, wat zegt u ervan? Het wordt anders te laat. O my! Laten we dat een poosje overdenken deze middag.

     Hoe komt u in de gemeente? Door geboren te worden! Door wat? De adem van God!

Adem op mij, adem op mij;
Geest van de levende God, adem op mij.

     Dat is mijn gebed. Laat slechts de Heilige Geest ademen. O my, voor de adem van God. Wat is het? Wegverzegeld in het Koninkrijk van God, wetende dat toen ik voor het eerst beleed: "Ik geloof Jezus Christus"... Ja.

     Dan voeg ik aan mijn geloof, deugd toe, goddelijke deugd. Dan voeg ik aan mijn deugd, kennis van het Woord toe. Aan mijn kennis voeg ik zelfbeheersing - zelfcontrole toe. Ik houd daarvan: "Mijn land, dat is van u... Kroon mijn ziel met zelfcontrole... Van zee tot blinkende zee." Geduld. O my! Beproefd: maak u geen zorgen, Satan zal ze voor u uitproberen.

139 Ik ben nu bezig de ladder op te klimmen. Zie? Ik heb deugd toegevoegd, kennis, zelfbeheersing; nu moet ik geduld toevoegen. Ik heb nog steeds de Heilige Geest niet. Dan, nadat ik geduld toevoeg, voeg ik godzaligheid toe. Weet u wat dat is? Zoals God. Ik voeg dat toe. Misdraag mij niet; wandel zoals een christelijke heer behoort te doen. Laat dat geen namaak zijn. Iets in mij, de liefde van God die opborrelt... Zie, zie? Zeg niet: "Ik - ik... Jongen, ik zou het wel kunnen doen, maar misschien doe ik het maar beter niet." Ziet u? Uhum, uhum! Het zit er toch. Het is een geboorte. Ik ben geboren in dit, in dit, in dit, in dit, in dit, in dit, in dit, en dan komt de liefde van God, Christus, naar beneden en verzegelt dat alles in mij voor dienstbaarheid. Ziet u?

140 Wat doet Hij dan als Hij mij de Heilige Geest geeft? Hij zet u apart in een afgescheiden plaats op uzelf; merkt u. U bent dan een ander persoon. U bent niet meer van de wereld, u bent anders bekleed. U bent anders gekleed. Niet deze buitenkant-mantel. Nee, nee! U hoeft er niet vreemd en typisch uit te zien, met een boord achterstevoren en een lang ceremonieel gewaad of zoiets. Nee, nee! Doet u dat niet. U kleedt zich lichamelijk als... Het is slechts de geestelijke jas die telt. Het huwelijkskleed is op u gelegd. Wat bent u? Als Jezus.

141 Let op, Hij werd overschaduwd en Hij werd voor hen veranderd. En Zijn kleed straalde als de zon. Daar stond Hij, Jezus, God die Zijn eigen Zoon plaatste. Ziet u? En toen kwam Mozes erbij. Toen kwam Elia daarboven. En Petrus zei: "Weet je, het is goed om hier te zijn." Ziet u hoe de mens wordt? O, het bovennatuurlijke vindt plaats... Hij zei: "Laten we drie tenten opslaan. Laten we er één voor Mozes opslaan en één voor Elia en één voor U."

142 En voordat hij klaar was met spreken, bracht God het geheel tot zwijgen en zei: "Deze is Mijn geliefde Zoon. Al deze dingen die Ik vereiste van Mozes en de wet die uitging van Mozes; de rechtvaardigheid door de profeten, aan dit alles heeft Hij voldaan. Hoort gij Hem. Ik verdwijn nu naar de achtergrond. Luistert slechts naar Hem. Luistert slechts naar Hem." O my, wat prachtig.

143 Als wij dan voldaan hebben aan deze vereisten en vol worden met de deugden van God en de dingen van God, dan komt de Heilige Geest neer en verzegelt ons in het Koninkrijk. Maakt u geen zorgen. Iedereen zal weten dat u het hebt. U zult niet hoeven te zeggen: "Wel, prijs God, ik weet dat ik het heb; ik sprak in tongen. Glorie voor God; ik weet dat ik het heb; ik danste eens in de Geest." U hoeft er geen woord over te zeggen; iedereen zal weten dat u het hebt. Maakt u geen zorgen; het zal voor zichzelf getuigenis afleggen. Hij zal het onder de mensen bekend maken.

144 God zegene u. Ik ben zo blij om hier deze morgen bij u te zijn om deze tijd van gemeenschap te hebben. Luister! Ons kerkje is klein en we hebben tot nog toe niet genoeg ruimte voor de mensen die hier komen. Wij zijn geen organisatie. Wij geloven en hebben gemeenschap met iedere organisatie. U bent hier gewoon gekomen omdat u wilde komen. En wij hebben u lief en wij willen iedere organisatie, iedere persoon...

     Ik geloof dat er in al die organisaties mensen zijn die Christenen zijn. Zij zijn broeders en zusters in Christus. Dus daarom hebben wij geen bepaalde banden, niets om je bij te voegen, niets om te doen, maar wees slechts een Christen.

145 Zoals E. Howard Cadle placht te zeggen: "Wij hebben geen wet dan de liefde; geen boek dan de Bijbel; geen leer dan Christus." En dat is juist. Kom en verblijf bij ons. Wij zijn blij om... Wij geloven het volle Evangelie, ieder deeltje van het Woord. Wij geloven het op precies dezelfde manier... Wij voegen er niet één ding aan toe; nemen er niet één ding vanaf; of voegen er enig organisatiespul aan toe. Wij laten Het precies zoals het is. Dat is het. En we zijn altijd blij om u te ontvangen. Kom ons bezoeken wanneer u kunt. Wij bidden voor de zieken. Wij geloven alles waarover de Bijbel spreekt. Wij "vergeten onze zwakheden die achter ons liggen en we jagen naar het doelwit der hoge roeping."

146 Nu, nog één ding. Wilt u mij toestaan het te zeggen? Eergistermorgen... U zult op het mededelingenbord buiten een visioen kunnen opmerken. Ik had een visioen. Het was ongeveer vijf uur 's morgens, zoals mijn vrouw daar achteraan weet, of zes uur. Ik werd wakker. We zouden opstaan om de kinderen gereed te maken om naar school te gaan. Die heb ik zo nu en dan; en u weet allemaal, ieder van u hier, dat zij nooit falen. Zij zijn absoluut perfect (zie?); zij falen nooit.

147 En ik dacht dat ik de gelukkigste persoon was die ik ooit heb gezien. Ik stond in de zon, z-o-n, en was het Evangelie aan het prediken tot een enorm grote samenkomst (ik wilde even zien of het op de band werd opgenomen) - een enorm grote samenkomst. En zij zaten in een bos, en de stralen van de zon schenen zo hier en daar op hen, die het opvingen, het Woord opvingen.

148 En ik ben zoals gewoonlijk te langdradig, te laat, predik te lang. En ik predikte zo lang, dat de gemeente honger kreeg naar natuurlijk voedsel. En sommigen van hen werden vermoeid, daarom stonden zij op en gingen weg om wat voedsel te halen; begonnen weg te lopen. Ik zei: "Ga niet weg, ga niet weg."

149 Ik had twee hoogtepunten in mijn prediking waar ik aan toe wilde komen. De Here had ze aan mij gegeven. En iedere prediker weet dat, wanneer je echt weet dat God het aan je gegeven heeft, je gewoonweg in brand staat om het aan de mensen te vertellen. En ik was aan het prediken (Charlie!) zo hard als ik maar kon prediken, terwijl ik het uiteenzette, weet je, en ik zei: "Al deze grote dingen... Kijk naar dit wat God aan het doen is. Hij onderscheidt de gedachten van het hart. Wat is het? Het Woord", en zo verder op die manier.

150 O, ik wou dat ik mij kon herinneren wat ik zei, wat mijn tekst was. Ik kan er niet opkomen, ziet u. Ik ging maar door met prediken en ik keek naar mezelf terwijl ik het deed. En toen ik daar stond te kijken en oplette hoe ik het zelf naar voren bracht... En ik predikte tot "hen die het niet wilden hebben." En na een poosje stond ik op, weet je, en ik dacht: "Glorie voor God." Ik zei: "Kijk naar deze wondervolle dingen, en dit, dat..."

151 Direct merkte ik op dat de mensen zich begonnen te gedragen alsof zij lichamelijk honger hadden. En omdat zij genoeg hadden in geestelijke zin, begonnen zij weg te wandelen en sommigen van hen [broeder Branham gaapt om te illustreren] begonnen weg te lopen. Ik dacht: "Wat is er aan de hand met iedereen?" En ik keek en hier waren enige jonge stellen die langs mij heen liepen en ik stopte; ik zei: "Een ogenblik, vrienden, een ogenblik. Jullie zullen weer terug zijn wanneer de avondschaduwen vallen." Ik zei: "Jullie zullen weer terug zijn. Maar laat mij jullie die eerste climax geven. Waar komen al die dingen vandaan die ik jullie heb getoond? Waar komen ze vandaan?" Ik zei: "Hier zijn zij. Zij staan in het Woord van God. Zij zijn ZO SPREEKT DE HERE, Zijn belofte, want", zei ik, "jullie zijn het allemaal met mij eens, zijn hiervan getuige, dat mijn bediening is: 'Blijf bij het Woord'." Ik zei: "Wat is er met jullie allemaal aan de hand? Kunnen jullie het Woord niet begrijpen? Je moet het begrijpen."

     En iemand zei: "Man, ik wil wat broodjes hebben en een paar.." zoiets dergelijks.

152 Wel, ik dacht: "Prijs God. Als zij broodjes willen, laten ze het dan gaan halen." Dus ik draaide me om; ik dacht: "O, maar weet je wat? De schaduwen zullen over een poosje vallen. Zo direct." En ik zei: "Vanavond dan, als die samenkomst weer tezamen komt... Nu, ik heb de climax tot hen gebracht en vertelde hun dat de dingen die zij mij hebben zien doen, gevonden worden in het Woord van God, niet in een of ander mythisch boek of enige organisatie, het wordt gevonden in het Woord, ieder deeltje ervan in het Woord, want ik ben daartoe verordineerd." Ik dacht: "Weet je, ze zullen vanavond allemaal terug zijn. Dus zal ik dit doen: ik zal een achtergrond geven; een soort achtergrond." U weet wel, de manier waarop ik het doe bij deze gemeentetijdperken en dergelijke, ik zeg wat ik eerder heb gezegd. "Ik zal het terugbrengen tot het Woord en dan komen tot deze grote, geweldige climax..." Ik zei: "Wat zal dat een tijd zijn. Geprezen zij God!" En ik zag mijzelf heel klein worden en hoorde dat: "Geprezen zij God." Ik zag mijzelf op die manier uit het zicht verdwijnen en toen stond ik hier.

153 Nu, hier is de uitleg daarvan. Het eerste wat ik heb gedaan: De dingen die zijn gedaan zijn mysterieus geweest voor de mensen - voor de meesten van hen. Ik bedoel niet de mensen van het volle Evangelie en de heiligen van God; maar ik bedoel de meeste mensen. En je wilt helemaal niet kijken naar de wereld, kosmos, als zijnde de boodschap van God. Wanneer je ergens naar toe gaat, laten we zeggen...

154 Zoals Bozé zei: "Ik heb altijd..." Hij zei: "Ik had jaren geleden een droom, dat God mij naar Chicago zou sturen en Chicago zou schudden voor de glorie van God."

     Ik zei: "Joseph, Hij heeft het al gedaan."

     "Hoezo", zei hij, "zij zijn niet opgewekt sinds Moody."

155 Ik zei: "Ik spreek over de gemeente. Dat daarbuiten is kanonnevoer. Dat is slechts stof der aarde; dat stel dat door de straten dromt, die beschilderde Izebels en alles..." Ik zei: "Dat is buiten. Die grote oude loges en dergelijke zullen daar in de straten verbrokkelen en instorten. Ik zei: "Hij spreekt over de gemeente. De gemeente heeft de openbaring van Jezus Christus gemanifesteerd gezien en zij herkennen het. Het zouden er nog geen vijftien kunnen zijn uit Chicago. Het zouden er nog geen tien kunnen zijn die in deze generatie uit de hele stad Chicago voortkomen."

     Hebt u daar ooit aan gedacht? Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen, waarin acht zielen werden gered. Hoeveel kwamen er uit Sodom? Ziet u wat ik bedoel? Ik betwijfel of het er een handvol zijn. Ziet u?

     "Maar de gemeente zelf heeft de opwekking ontvangen. Zij hebben het herkend. Zij kenden het Woord. Zij zagen het Woord toen het werd gematerialiseerd en zij vatten het. Nu, kijk daar een ogenblik naar."

156 Deze eerste boodschap, toen zij het zagen, ging iedereen er achteraan; zeiden: "O, glorie voor God. O, als ik dit, dat en het andere zou kunnen zien..." en ze zouden regelrecht weggaan in dezelfde richting waarin ze gekomen waren. Ziet u? En nu denken ze: "Wel, ik weet het niet. Waar zou je je moeten aansluiten? Als je niet met dit komt, zal het op die manier zijn; en ik zal er hier worden uitgezet en ik zal hier niets te doen hebben."

     En broeders gingen zitten en zeiden: "Wel, wat zou ik moeten doen als ik...?" Ziet u dat? Ze willen niet lang genoeg stilstaan om te herkennen dat het het Woord is, hetgeen God beloofde te manifesteren en zij wandelen weg. Maar maak u niet bezorgd, de schaduwen staan op het punt te vallen. Ziet u?

157 Als ik terugkeer naar het veld... U herinnert zich die avond de boodschap die Hij mij lang geleden gegeven heeft, toen ik de hoeksteen legde. Precies, Hij zei: "Doe het werk..." Zei: "Als u uit dit visioen komt, lees II Timotheüs 4." U weet dat het daar in de hoeksteen ligt - sinds drieëndertig jaar. Zei: "Doe het werk van een evangelist. Verricht uw dienst ten volle, want er komt een tijd dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar naar hun eigen begeerten zich tal van leraars zullen bijeenhalen, kittelachtig van gehoor zijnde, en zich van de waarheid zullen afkeren naar de verdichtsels." Als dat niet woord voor woord heeft plaatsgevonden!

158 Maar herinner u, onlangs 's avonds, dat ik nog nooit de rest ervan gelezen had. De dertig-en-zoveel jaar dat ik in deze tabernakel heb gepredikt, ben ik nog nooit verder gegaan dan tot zover, en ik weet niet waarom. Ik heb het mij vaak afgevraagd, tot ik op een dag zag dat Jezus de boekrol oppakte en begon te lezen en Hij las de helft van de profetie en stopte, en zei (daar in Kapernaüm): "En deze dag is deze profetie vervuld." Waarom las Hij de rest er niet van? Het heeft betrekking op Zijn tweede komst. Ziet u?

159 En ik had dat daar gelezen zonder te weten... Ik pakte dat op, en daar kwam het mij helder voor de geest in Southern Pines, South Carolina. Op die morgen, toen ik daar buiten, geleund tegen een auto, stond te praten tegen Joseph Bozé [Broeder Branham knipt met zijn vingers] vatte ik het plotseling. Paulus zei: "Allen hebben zich tegen mij gekeerd. Niemand staat mij bij. Demas heeft mij in de steek gelaten uit liefde voor deze hedendaagse wereld. En ik... (kijk!) En de kopersmid heeft mij veel kwaad berokkend."

160 Kijk naar wat Demas moet hebben gedacht. "Wel, ik heb Paulus het Evangelie zien prediken en de zieken genezen; en hier zit hij zelf lijdende, en neemt de hele tijd een dokter met zich mee op reis, Lukas; een man die goddelijke genezing predikt... Wel, ik heb hem een man met blindheid zien slaan; zei: 'De Here bestraffe u, en gij zult voor een bepaalde tijd blind zijn'; en hij laat een kopersmid hem uit een samenkomst wegjagen. Ik vermoed dat hij zijn kracht heeft verloren om een man met blindheid te slaan. Tenslotte heeft hij zijn kracht van goddelijke genezing verloren. God heeft Zich tegen hem gekeerd."

     Ik geloof niet dat Demas de wereld inging, want hij kwam uit een... Als u zijn geschiedenis kent, hij kwam uit een grote, rijke familie; en hij wilde meedoen met de rest van de menigte.

161 Maar Paulus, arme kleine Paulus, wat was het? God laat een bediening altijd op die manier gaan en dan bekroont Hij haar. Hij liet Jezus tot een plaats komen (kijk daar naar!) dat Hij de doden kon opwekken, dat Hij alles kon doen wat Hij maar wilde, en liet een Romeinse soldaat de baard uit Zijn gezicht trekken en in Zijn gezicht spugen. Sloeg Hem op Zijn... Bond een lap om Zijn gezicht en zei: "Nu, weet je, ze vertellen mij dat jij een profeet bent..." Ze stonden er allemaal omheen met hun rieten stokken en sloegen Hem op Zijn hoofd en zeiden: "Vertel ons nu wie jou sloeg." Hij wist wie Hem sloeg. Zeker wist Hij dat! Ziet u? Maar Zijn bediening stond op het punt te worden gekroond. Het komt altijd tot die plaats waar het lijkt dat het erg, erg zwak is, op het punt van ophouden, dan kroont God het. O, Here, laat het gebeuren. Laat het gebeuren, Here. Laten we onze hoofden buigen.

Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad, (Nu, aanbid Hem; we hebben een moeilijke onderwijzing gehad!)
En kocht mijn redding op het kruishout van Calvarie.

     Laten we nu onze handen opheffen tot Hem.

Ik heb Hem lief. (Wees nu in de geest. Zie? Ik heb Hem lief.) Ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad,...