Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
E-BookPrint
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

De weg terug

Door William Marrion Branham

1 U mag gaan zitten. [Er wordt een profetie gegeven – Vert] Amen. Buitengewoon om de eenvoud van de werking van de Geest in mensen te zien die gewoon nederig genoeg zijn om te luisteren en het te geloven en om het... Hoe danken wij voor die vermaning van God, dat wij zouden moeten wachten en dat Hij een werk onder ons wil doen. Wij danken Hem.

2 Nu, ik heb u gisteravond wat lang gehouden. Ik ben net een paar minuten geleden binnengekomen en het speet me u zo te laten staan. En ik probeer me vanavond te haasten, als het mogelijk is. Morgenochtend is het Zakenliedenontbijt in het Washington-Youree. En mij werd zojuist verteld door een broeder die de kaartjes heeft, dat de kaartjes vanavond gekocht moeten worden om zodoende genoeg plaatsruimte te hebben. Om te zien of men genoeg plaatsen verkocht heeft voor in de ochtend zodat ze de dingen gereed kunnen maken. En hij zei dat u er zeker van moet zijn uw kaartjes te krijgen. En ik veronderstel dat ze daar vanavond voorin de zaal zullen zijn.

3 En morgenavond, zo de Here wil, wil ik... Ik kan het nooit weten, maar ik denk dat, indien Hij dat wil, ik morgenavond graag over iets bijzonders zou willen spreken, namelijk: "Wij hebben alle dingen in Christus". Nu, het is een kleine bekende tekst, maar het kwam vandaag zo tot mij, en ik wil er eenvoudig morgenavond over spreken, zo de Here wil.

     En dan hebben we denk ik een zondagmorgen. En dan zondagavond, zo de Here wil, wil ik spreken over het onderwerp: "De aftelling", dat de gemeente gereed is om te vertrekken (Zie?), de aftelling. Zie? U weet wat de aftelling is. Zie? En ik geloof dat we met de Schrift kunnen bewijzen dat wij nu al in de aftelling zijn. Dus bid voor ons.

     En als u zondagochtend geen enkele kerk hebt om naartoe te gaan, zouden we blij zijn u hier te hebben, en zondagavond, want als u uw eigen kerk hebt, is dat natuurlijk uw eerste post van plicht. Wij verwachten dat u die bijwoont. Maar indien niet, wel, dan zouden we blij zijn u te hebben.

4 En ik begrijp dat we vanavond – als we er snel genoeg doorheen kunnen komen – een kleine gebedsrij zullen hebben. Billy vertelde dat hij hier enige gebedskaarten heeft uitgedeeld. Ik denk dat het zo was, ja, dat wij een gebedsrij zullen hebben om voor de zieken te bidden.

     En soms... ik... iemand... Velen hebben mij dikwijls gezegd: "U moet blijven bij het bidden voor de zieken. U behoorde niet te proberen dat andere te doen."

     Want iemand belde me niet lang geleden op en zei: "Waarom bent u altijd op die vrouwen van het vitten?" Wel, ik vit niet op hen. Hij zei: "Wel, waarom laat u die vrouwen niet met rust?" Zei: "Al die mannen over hun organisatie, en dergelijke..." Een zeer vooraanstaande broeder.

     En ik zei: "U gelooft toch niet dat het schriftuurlijk is dat zij dat doen, is het wel?"

     Hij zei: "Nee." Maar hij zei: "Riep de Here u niet om voor de zieken te bidden?"

     Ik zei: "Ja."

     Hij zei: "Wel, waarom blijft u daar niet bij?"

     Ik zei: "Dat doe ik."

     En hij zei: "Laat... als Hij u geroepen heeft om voor de zieken te bidden, laat... laat de predikers daar dan zorg voor dragen."

     Ik zei: "Maar zij doen het niet."

     Hij zei... Hij zei: "Waarom..."

     Ik zei: "Ik moet wel."

     Hij zei: "Wel, de meeste mensen in... Ik weet, ik denk dat een miljoen mensen u als een profeet beschouwen."

     Ik zei: "Ik ben geen profeet."

     Hij zei: "Maar de mensen denken zo over u. Eerlijk gezegd denk ik dat ook."

     Ik zei: "Dank u." Ik zei: "Soms toont Hij me dingen die gaan komen en Hij heeft nog nooit tegen mij gelogen en Hij zal het ook niet. En omdat Hij God is, kan Hij het niet."

     En hij zei: "Wel, als u zodanig Gods dienstknecht bent, waarom leert u die vrouwen niet om hoge geestelijke gaven te ontvangen en dergelijke, in plaats van u te blijven opwinden over het knippen van hun haar, het dragen van korte broeken, en make-up en dergelijke?" Hij zei: "U behoorde hun hogere dingen te onderwijzen, en hoe zij grote gaven kunnen ontvangen om iets te doen."

     Ik zei: "Hoe gaat u algebra onderwijzen wanneer zij niet eens naar hun abc's willen luisteren? En leer dat, en dan zullen we aan iets anders beginnen."

5 Het klinkt tamelijk heiligschennend... Een oude prediker... (Dank u.) Een oude prediker ging op een keer op een bepaalde plaats een samenkomst houden, en hij zei... predikte de eerste avond over bekering, de tweede avond over bekering, de derde avond, vierde avond, vijfde avond.

     De diakenen kwamen achterin naar hem toe en zeiden: "Broeder, we genieten van die prediking over bekering. Maar", zeiden ze, "hebt u niet nog wat anders waarover u kunt prediken?"

     Hij zei: "O ja. Maar ik wacht tot zij zich eerst allemaal bekeren en dan zullen we aan iets anders beginnen." Dus...

     Wanneer ik het huis van God binnentreed en zie dat alles in lijn is en er goed uitziet, dan beginnen we aan iets anders. Ziet u? Dus daarom zijn we... U... Ik verlang werkelijk uw gebed. Ik zeg die dingen niet uit boosheid. U weet dat. Ik ben ijverend. Het zijn Gods dochters; het zijn Gods zonen. En wij behoren ons zo te gedragen. Wij behoren zodanig te handelen en moeten proberen daarmee in overeenstemming te leven. Ik kom zo tekort en vraag uw gebeden voor mij; en ik zal voor u bidden.

     We zullen dus samen voor elkaar bidden, en misschien zal God ons op een dag allemaal bijeen brengen in een geweldig iets, hetgeen ons toch uit heel deze chaos hier vandaan zal wegnemen. Ik word dit oude pesthuis eigenlijk een beetje beu, u ook niet? Ik zou graag een solovlucht willen nemen een dezer morgens wanneer Hij komt.

6 Welnu, gisteravond gaf ik te kennen dat – na het spreken over het jubeljaar en het terugroepen tot het oorspronkelijke Pinksteren en de boodschap – toen zei ik dat ik vanavond een beetje zou willen spreken over hóé terug te keren. Weet u, het heeft geen zin om mensen te vertellen wat ze moeten doen, tenzij u ze vertelt hóé ze het moeten doen. Daar komt het op aan.

     Nu, de tekst die ik wil lezen, heb ik eerder gebruikt, maar misschien niet precies op deze wijze. Maar ik dacht dat het er goed inpast en ik moet het gewoon op die manier brengen. Ik denk er dus over om dit te brengen hoe we terug kunnen komen, en de... Er zijn vele uitgangen, maar er is maar één weg terug.

7 Ik was... Een man in de bergen zei eens... Hij was... Wij waren daarboven. Een andere man en ik, die als gidsen een vergunning hebben in Colorado... Aan de andere kant hadden we een vakantieboerderij voor toeristen. En ze hadden daar een paar knapen naartoe gebracht en de gids raakte zelf verdwaald en hij doolde daarginds maar rond. Hij kwam te paard aanrijden tot waar wij waren. Hij zei: "Hé..." Deze makker die bij mij was, meneer Jefferies, was tamelijk adrem in zijn spreken.

     Hij zei: "Hé, hoe kom je hier weer uit?"

     Hij zei: "Hoe bent u hier terechtgekomen?"

     Hij zei: "Langs die weg."

     Hij zei: "Wel, dan is dat de weg terug." Dus de weg weer terug... Zo is het dus gewoon.

8 Laten we nu lezen in het boek van II Koningen, in het eerste hoofdstuk van II Koningen, twee of drie verzen. En dan willen we een onderwerp nemen en als tekst gebruiken: De weg terug.

     En Moab viel van Israël af, na Achabs dood.
     En Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria was, en werd krank. En hij zond boden, en zeide tot hen: Gaat heen, vraagt Baäl-Zebub, de god van Ekron, of ik van deze krankheid genezen zal.
     Maar de Engel des HEEREN sprak tot Elia, de Thisbiet: Maak u op, ga op, de boden van de koning van Samaria tegemoet en spreek tot hen: Is het, omdat er geen God in Israël is, dat gij heengaat, om Baäl-Zebub, de god van Ekron, te vragen?

9 En toen hoorde ik broeder Moore enkele ogenblikken geleden daar over de intercom spreken. En hij wist niet dat ik dit als tekst zou gaan lezen om te spreken over een balsem. En ik wil dat lezen in Jeremia 8:22.

     Is er geen balsem in Gilead? Is er geen heelmeester aldaar? Want waarom is de gezondheid van de dochter mijns volks niet gerezen?

     Een vraag: "Waarom? Waarom is de gezondheid van Mijn volk niet genezen?"

     Nu zou ik graag willen zeggen dat wij heel erg gelukkig zijn om te genieten van de geweldige tijd van gemeenschap, en ik hoop dat de Heer niet één persoon hierbinnen laat komen zonder gered te worden, en niet één zonder de Heilige Geest die niet vervuld zal worden met de Heilige Geest, en dat elke zieke genezen zal worden. Ik kijk daarnaar uit, en wij geloven het.

10 Welnu, ons verhaal begint vanavond, net als gisteravond, bij een volk dat van God was afgeweken. En dit is de meest ellendige zaak die ik mij kan indenken, dat iemand, een gelovige, van God is afgeweken. En wij zien wat de reden was waarom deze koning van Samaria, Ahazia, was afgeweken van God, omdat hij het verkeerde soort onderwijs kreeg, de verkeerde soort opvoeding. Zijn moeder was een heidense en zijn vader Achab een afvallige Israëliet. En daardoor had hij tijdens zijn opvoeding weinig meegekregen over de weg des Heren, ofschoon door de mensen...

11 En God heeft nooit verzuimd een getuige van Hemzelf achter te laten. En God had een getuige in die dag, maar zijn vader haatte deze getuige. En zijn naam was Elia de profeet. En zijn moeder haatte deze getuige. Maar toch was het Gods getuige die daar stond.

     God heeft altijd ergens mensen gehad waar Hij naar kan verwijzen en zeggen: "Dat is het." O, ik verlang onder die groep te zijn. Ik weet zeker dat wij daar allen bij willen zijn. Het is de wens van ieders hart. Wij willen in die groep zijn waarvan God kan zeggen: "Dit is Mijn volk. Kijk naar hen. Zij zijn een voorbeeld van wat Ik ben. Zij reflecteren Mijn leven in het hunne. Zij hebben hun leven overgegeven en Ik reflecteer Mijn leven door dat van hen." Wat een prachtige zaak. Wat moet het God Zich goed laten voelen te weten dat Hij iemand heeft waarin Hij vertrouwen kan stellen. En Hij had een man, en zijn naam was Elia.

12 En nu had God deze man gezegend. Materiële zegeningen betekenen niet altijd dat u recht staat met God, want Hij laat de goddelozen voorspoedig zijn. Maar deze man was zijn vader opgevolgd, zijn vader was dood, en Ahazia was hem opgevolgd. En hij ging precies dezelfde kant op als zijn vader en zijn moeder die de verkeerde dingen hadden gedaan voor God. En hij viel in zijn huis door de tralies en werd ziek. Misschien was hij inwendig geblesseerd, had hij inwendige bloedingen; of er ontstond een ziekte, misschien een infectie door zijn val. Misschien had hij zijn ribben gebroken, of zijn longen doorboord of zoiets, waardoor hij erg ziek werd.

     En hij vroeg zich af of hij nog zou leven of niet. En in plaats van te gaan doen wat hij moest doen, stuurde hij enige boodschappers, misschien bewakers van het paleis waarin hij vertrouwen had, en zond hen naar Ekron naar de god Beëlzebul, een duivel, een waarzegger daarginds, om te informeren of hij wel of niet zou gaan leven.

13 Nu, dat was behoorlijk dom voor een man die koning was over een (naar men mag aannemen) geestelijk volk, een volk dat in God geloofde, maar toch ging hun eigen leider iets anders raadplegen in plaats van de zaak die hij had behoren te raadplegen. Zie? Hij had moeten weten... Hij kende de wetten; er waren priesters in het land, er waren kerken enzovoort, en er was een profeet die het Woord des Heren had. En in plaats daarvan verlangde hij ernaar de meest bekende route te nemen.

     Ik denk dat dit vandaag gaande is. Wij willen die voor de hand liggende route. En wanneer God een weg baant... De mensen raken bij Hem vandaan, en God baant voor die mensen een weg om tot Hem terug te keren (waar ik gisteravond over sprak) en als de mensen weigeren dat te doen, dan vraagt God: "Waarom?" Hij vraagt dat altijd. "Waarom deed u het niet?"

     Dus als Hij een weg baant, en wij weigeren die te nemen, dan vraagt Hij waarom we het niet deden. En ik zou het liever hier in orde maken dan te wachten tot Hij mij bij het oordeel vraagt waarom ik het niet heb gedaan. Ik... Bij sommige mensen gaan de zonden voor hen uit, bij anderen volgen ze na. Ik wil dat de mijne voor mij uit gaan, beleden zijn. Want ik wil in orde zijn wanneer die tijd komt.

14 Zoals de oude kleurlingbroeder zei: "Weet u, een lange tijd geleden sprak ik met de Here, en ik vertelde Hem dat ik mijn weg vrij wilde hebben. Ik wil geen enkele moeite hebben als ik bij de rivier aankom." Ik denk dat dat ongeveer de wijze is zoals wij er allen over denken. Dit drukt het ongeveer uit, dat wij aan de rivier geen enkele moeite willen hebben, omdat het in die tijd een verschrikkelijke tijd van spanning en druk zal worden. Daarom willen wij er zeker van zijn dat we in orde zijn.

15 Welnu, voor deze koning was in een weg voorzien om de Here te raadplegen, maar hij weigerde het te doen. En toen nam God Zijn voorziene weg, welke Zijn profeet was. En misschien hield de koning zelfs geen rekening met deze bebaarde, kaalhoofdige kerel, waarover niet zo goed werd gedacht onder de mensen. Zijn boodschap was altijd veroordelend en scherp en het duwde de mensen heen en weer, want hij kon niets anders doen. Hij was een profeet.

     Het Woord des Heren komt tot de profeet, en de profeet moet op het Woord staan. En wanneer het Woord niet wordt gehoorzaamd, blijft er niets anders over dan bestraffing. Dat is alles. Dus deze man bedoelde niet om vervelend te zijn. Hij moest het gewoon doen omdat hij niet door zijn eigen gedachten werd bestuurd, maar werd bestuurd door de Geest van God. En zo zouden wij allen moeten zijn, bestuurd door de Geest van God. En wanneer we dat zijn, dan zien wij de zonde, hetgeen ons misselijk maakt. Er gaat iets mee gepaard. Eens smartte het zelfs Gods hart dat Hij ooit een mens geschapen had, omdat de zonde zo verschrikkelijk was op aarde.

16 Welnu. Dus hij vroeg... God had een manier voor hem om het te weten, maar hij nam die weg niet. Hij nam de meest voor de hand liggende weg die er was onder de mensen. En ik haat dit om te zeggen, maar we zien voortdurend leuzen zoals: "Amerika, terug naar God", "Het uur om terug te gaan naar God" en dergelijke. Maar de kwestie is dat zij terug willen komen op de manier die de mensen voor hen hebben bedacht om terug te komen. Zij willen terugkomen volgens hun eigen wijze van denken, met hun eigen manier van doen. En gewoonlijk is het tegengesteld aan Gods manier van terugkeren. En wanneer zij dan Gods voorbestemde manier afwijzen om terug te keren, dan... Dan vraagt God hun: "Waarom? Waarom deed u het zo?"

17 Zoals wij nu iets zullen noemen... Vroeger zeiden de presidenten: "Wij roepen op voor een gebed van vijftien minuten." Alle machinerie stopte. Dat zal nooit werken. Het zal een verbreking moeten zijn. Het zal een sterven moeten zijn. Er is een wedergeboorte voor nodig. Het vereist niet een uur van gebed; het is totdat u terugkeert. Het is een terugbrengen, terugkeren naar de werkelijkheden van het geloof, en niet een terugkeer naar... Het moet niet iets zijn wat u zich voorstelt, of het voordragen van geloofsleringen, of iets door... door bemiddeling van een mens, maar het is door Christus Zelf te kennen. Hem te kennen, zelfs niet het Woord. Hij... Als u Hem kent, kent u het Woord, omdat Hij het Woord is. Daarom moet u terugkeren naar die werkelijkheid.

18 God wil Zich door Zijn mensen manifesteren, en de kerk wil zich aan de mensen manifesteren: meer leden, grotere menigten, rijkere mensen enzovoort, beter gekleed. Dat heeft ons in de chaos gebracht waarin wij zijn.

     We zouden er beter aan toe zijn als we allemaal juten zakken droegen. Het zou beter zijn als we geen baan hadden, naar elkaars huis moesten gaan om te zien of we iets te eten konden krijgen. Ik zie de kerk liever in die toestand – evenwel met de Geest vervuld – dan om haar zeer beschaafd en gekleed te zien, en prachtige dingen, maar toch stervend in de Geest.

19 God maakt een weg, en wij weigeren het. Wij keren niet terug naar de weg die Hij ons verschaft om op terug te keren. En Ahazia deed hetzelfde. Hij was zoals velen van ons vandaag. Hij was gewoon te koppig. Hij wilde het eenvoudig niet, toch wist hij dat Elia daar ergens in de woestijn was. Hij wist dat er een God in de hemel was, maar hij verlangde ernaar de gangbare weg te nemen, daarheen te gaan waar alle mensen... (Door de profetes die zij daar hadden, Izebel, Achabs vrouw, en zij was een heidense.) En zij wilden naar Ekron gaan om een van de afgoden te raadplegen of hij zou herstellen. En zijnde een koning, als hij zich had kunnen vernederen, als hij zich impopulair had kunnen maken bij de mensen...

20 Dat is de moeilijkheid. Dat is het probleem, waardoor onze vrouwen vandaag doen zoals ze doen. Dat is de reden dat... Men is gewend om over Christendom te spreken en te zeggen: "Ik behoor bij zus en zo." Dat heeft er niets mee te maken. Ik kan bij een zekere organisatie behoren. Dat betekent nog niet dat u een Christen bent. Christendom bestaat niet uit lid worden van iets. Christendom bestaat uit een gezin, een geboorte in een gezin. U bent een Christen door geboorte.

     Maar het is zeer populair om te zeggen: "Ik ben Methodist, Baptist, Presbyteriaan, van Pinksteren, of zoiets. Ik ben dat." Maar zeg: "Ik ben wedergeboren uit de Geest van God. De Heilige Geest is op mij gekomen en ik ben een nieuw schepsel in Christus." Dat is de weg. Maar de koning wilde populair zijn. En zo nemen de mensen het vandaag. En ze kunnen wel opwekkingen door het land houden en leuzen hebben van een miljoen meer in zoveel jaar, of dat ze in hun ledenaantal en hun kennis toenemen, en wat nog meer. En het zal nooit, nooit... U wijkt steeds verder af. De weg terug... God heeft de terugweg. Ik wil over die terugweg met u spreken. En u moet terugkomen op de manier waarin God voor u voorzien heeft om terug te komen.

21 Laten we nu een ogenblik over deze koning spreken. De reden dat hij het niet wilde, was omdat hij koppig was. Hij wilde gewoon niet... Hij wilde gewoon zijn zoals de andere mensen. Hij had zijn eigen manieren en zo wilde hij zijn, en hij wilde terugkeren langs de populaire weg.

     En hij wilde niet de weg gaan die God voor hem had toebereid, daarom negeerde hij die profeet en wat de profeet zou hebben gezegd; omdat de profeet hem ongetwijfeld scherp zou hebben gezegd: "Bekeer u. Kom in orde met God. U bent niet bekwaam om een koning te zijn." En o, wat zou dit zijn aanzien voor de mensen tot schande hebben gebracht. (Zie?), als koning. O my! Hij zou daar niet tegen kunnen.

22 Wellicht zou de duivel daar, zou de afgod zeggen: "O, grote koning, doctor Zus-en-zo. U bent gewoon..." Zie? Hij kon bij de mensen geliefd zijn en een geweldig beroemde naam hebben. O, wat houden de mensen ervan over zaken geprezen te worden. En daarom dacht hij dat als hij dat kon krijgen, wel, hij dan voor de mensen in hoog aanzien zou zijn, dan zou hij een beschaafd man zijn voor de mensen. En ik hoop dat u tussen de regels doorleest wat ik bedoel.

     Hij dacht dus dat hij dan een voornaam persoon zou zijn. Maar hij wilde niet naar die man toegaan die hem de waarheid zou vertellen. En eigenlijk dacht hij dat hij hem de wol over zijn ogen kon kammen.

     Dus zond hij de dienaren: "Ga erheen en informeer bij de god van Ekron, Beëlzebul, of ik van deze ziekte beter zal worden of niet."

     En de Here God kent het hart van ieder mens. Hij weet de bedoeling. En Hij zei... (U kunt voor God niets verbergen. Absoluut niet.) Hij zei: "Ga daar de weg op en ga hem tegemoet, en vraag hem waarom hij zoiets dergelijks doet. Is het omdat er geen God in Israël is? Is het omdat Hij geen profeet heeft? Is het omdat deze dingen er niet zijn? Waarom gaat hij daar dan heen om zoiets te doen terwijl hij toch een Israëliet is?"

23 Ik vraag me af waarom mannen en vrouwen proberen mensen te laten behoren bij een denominatiegemeenschap in plaats van hen terug te brengen naar het oorspronkelijke fundament. God weet ervan, maar het is de populairste weg. "Ik behoor bij Zus-en-zo. Ik ben doctor Die-en-die van een zekere organisatie. Ik kom van Perdue. Ik heb een doctorsgraad in zus-en-zo. Ik heb mijn doctoraal in de letteren, in de filosofie." Dat betekent niets voor God, totaal niets.

     Waarschijnlijk had Elia geen graad als doctor in de filosofie of letteren. Eerlijk gezegd weten wij niets over hem. Hij kwam gewoon te voorschijn en vertrok op dezelfde manier. Wij weten niet wie zijn vader of moeder waren, weten niets over hem. Maar God kende hem wel. Hij vond een man die Hij gebruiken kon, en Hij vond een man die niet bevreesd was. Het maakte niet uit of heel het land tegen hem was, hij noemde nog steeds zwart zwart en wit wit.

     God, zend ons er nog één! Dat is juist. Zend ons iemand die niet bevreesd is, iemand die de eer en lof van mensen niet nodig heeft, iemand die alleen naar God kijkt en God gelooft en de waarheid spreekt. Aan de persoon die dat zal doen, zal God bewijzen dat die waarheid de waarheid is.

24 Vertel mij welke man de hemelen kon sluiten in de dagen van zijn gebed? Kon Ekron... de god van Ekron het doen? Kon de god van Ekron de dingen doen die Elia deed? Absoluut niet. Het liet zien dat er een levende God met Elia was. Maar deze man was zo verwaand en praalzuchtig, dat hij zich niet voor zoiets wilde vernederen. Maar Elia omgordde zich, ging erheen en stond op de weg.

     Deze oude pluizig uitziende kerel daar – had geen geestelijke pij aan, enzovoort – maar hij had een behaard gezicht, en wellicht was zijn kale hoofd verbrand door de zon, en zijn haar piekerig. U zou hem waarschijnlijk van uw deur wegjagen als hij kwam bedelen. En daar verscheen hij en stond daar zo op de weg.

     De Bijbel zei dat hij helemaal behaard was en dat hij een stuk leer om zijn middel had gebonden. Dat leek niet erg veel op een geestelijk gewaad, maar... Hij kon geen geloofsbrieven van een gemeenschap waar hij vandaan kwam, laten zien. Maar broeder, hij had het diep in zijn hart. Hij was in gemeenschap met God, want hij had het "ZO SPREEKT DE HERE". Dat is de weg terug. Hij had "ZO SPREEKT DE HERE". Hij was niet bijzonder aantrekkelijk, maar onder dat kleine magere lichaam klopte een hart waarin God leefde.

25 Hij stond daar op de weg met zijn handen gevouwen op te letten of ze eraan kwamen; stond midden op hun weg. En toen zij eraan kwamen, wel, waarschijnlijk versperde hij hun de weg en stond daar. Hij zei: "Keer u om en ga terug, en vraag hem: 'Waarom doet hij een dergelijke zaak? Is het omdat er geen God in Israël is? Heeft hij geen profeet om deze dingen aan te vragen?' Omdat hij dit heeft gedaan, zeg hem: 'ZO SPREEK DE HERE, hij zal niet van dat bed afkomen.'"

26 O my. God zal op Zijn manier werken ongeacht of iets of iemand anders er wat aan kan doen. God gaat het doen. Hij gaat het op Zijn eigen manier doen. Wij zullen het niet kunnen tegenhouden. We zullen het zelfs niet kunnen belemmeren. Dat is alles. Hij gaat het hoe dan ook doen. Hij zal een gemeente hebben. Het maakt me niet uit wie zegt van niet en hoeveel ongelovigen er oprijzen. God zal een gemeente hebben zonder vlek of rimpel. Zij zal er zijn. Hij heeft al gezegd dat Hij het zou doen. Welnu, laten wij er alleen naar streven om er een deel van te zijn; dat is alles.

     Hij zou predikers over het hele land kunnen zenden om te prediken. Iedereen zou hen kunnen afwijzen, ze in de gevangenis gooien, hen de stad uitschoppen: Hij zal de gemeente evengoed hebben. Zoals Johannes van ouds zei: "God is in staat om uit deze stenen voor Abraham kinderen te verwekken." God is nog steeds God. Hij kan doen...

     Hij nam de kleine oude Paulus, terwijl de gemeente in haar beslissing een vergissing had gemaakt en Matthias had gekozen. Maar aangaande die Paulus, een kleine haakneuzige, temperamentvolle Jood, zei Hij: "Ik zal u tonen wat Ik met hem ga doen." Hij maakte hem tot een van de grootste apostelen onder hen allen, omdat dit iets was wat een werk van God was.

27 Wij zien nu hoe deze profeet in de Naam des Heren spreekt en hem terugzendt. En de koning vroeg: "Wat voor een man hield u tegen?"

     Hij zei: "Het was een eigenaardig uitziende kerel. Hij was helemaal behaard en hij had een stuk leer om zijn middel."

     Hij zei: "Dat was Elia de Thisbiet." Hij wist nu dat zijn tijd voorbij was. Hij wist dat er iets verkeerd was. Want deze Elia had geantwoord en gezegd: "Vertel hem: 'ZO SPREEKT DE HERE, hij zal niet van dat bed afkomen.'" O my. Dat maakte het vast.

28 Dat is de kwestie met de mensen vandaag. Het is net als een patiënt die op de stoep van een dokter ligt – terwijl de dokter medicijnen heeft voor de ziekte van de patiënt – en de patiënt dat medicijn voor zijn inenting weigert. En hij kan zo dichtbij het geneesmiddel zijn dat hij precies op de drempel van de dokter zal zitten, en toch sterft hij omdat hij het geneesmiddel weigert.

     En het hetzelfde is het geval met de kerk. Nu zitten ze daar in de kerkbank en sterven als zondaren, sterven als ongelovigen. Niet omdat er geen geneesmiddel is. Er is een balsem in Gilead. Maar het ligt aan de eigen koppige wil van de mensen. Er is een overvloed van Heilige Geest, maar het zijn de mensen die het niet willen.

29 Jezus zei dat de zieken een dokter nodig hebben. Maar wat als de dokter komt en de zieke wil de dokter niet accepteren? Wat voor goed kan de dokter dan doen? Wij hebben een Dokter nodig en de patiënt moet Zijn medicijn innemen, want dit is een zieke wereld, en een zieke kerk, op een ziek tijdstip. Juist.

     Dus als de patiënt op de stoep van de dokter sterft, kunt u de dokter niet de schuld geven als hij bewijst dat hij daarbinnen het medicijn heeft voor het hulpmiddel, het medicijn daar heeft voor zijn... het middel heeft voor zijn herstel. En de patiënt zit op de stoep: "Nu, ik ga daar niet naar binnen", waarom niet, binnen is het geneesmiddel.

30 Goed, u hebt een bepaalde ziekte. Wel, hij heeft een medicijnkast vol met hetgeen die ziekte zal doden. Het is een giftig medicijn hetgeen die ziekte uitschakelt. Hier zijn anderen; zij werden genezen. Kijk naar hen. Zij hadden die ziekte en zij hebben die niet meer. En de dokter heeft volop medicijnen, en u zit op de stoep en zegt: "Wel, ik ben tot zover gekomen. Als hij wil dat ik genezen word, zal hij naar buiten komen en het hier doen."

     O nee. Nee, nee. Dat is het niet. Nu, u zult op de stoep sterven en het zal niet de schuld van de dokter zijn, noch zal het een gebrek aan medicijnen zijn. Het komt door de eigen koppige wil van de mensen die het medicijn niet wilden nemen.

     Het is hetzelfde met de gemeente. Wij hebben genoeg Schriftgedeelten. Wij hebben hetgeen de gemeente weer in orde zal brengen. Wij hebben hetgeen u terug zal zenden naar waar u vijftig jaar geleden was, maar u zult het moeten willen aannemen. U moet gezond willen worden, een geneesmiddel voor deze ziekten, deze geestelijke ziekten; dat is wat u nodig heeft.

31 Welnu, het is een gevaarlijke zaak. Wij hebben in ons land zojuist dat Salkvaccin gekregen. Ze vroegen aan iedereen, jong en oud, om het te nemen, om zich te laten inenten tegen deze verschrikkelijke polio. En iedereen, duizenden gingen het laten doen. En hoe deden ze... hoe deden zij dat?

     Ziet u, u ontdekt dat bij het innemen van een dokters medicijn... U weet dat het bij sommige mensen zal werken en dat het bij anderen niet zal werken, omdat je weet dat niet iedereen eender gemaakt is.

     Nu, we hebben deze penicilline. Ik draag een kaart in mijn portemonnee zodat, als ik ooit een ongeluk krijg, een dokter mij nooit penicilline zal toedienen. Het zou me doden. Het zal dus sommige mensen doden en anderen helpen, omdat dit serum niet bij alle mensen juist werkt.

32 Hebt u ooit gedacht aan de manier waarop men dit serum heeft gevonden? De wijze waarop zij dit doen? Zij lezen boeken, en scheikundigen nemen bepaalde kiemen en mixen die door elkaar met verschillende soorten vergif tot zij een formule krijgen, iets wat de patiënt niet zal doden maar wel de bacterie. En zo werken zij. Dan brengen ze dit bij elkaar.

     En dan gaan ze een cavia halen. En ze nemen een lange naald en duwen die in de cavia en spuiten hem er vol mee. Als de cavia het dan overleeft, dan spuiten zij het in u en kijken of u het overleeft. Welnu, dat is in orde. Ze hebben belangrijke dingen bereikt (Zie?) met dat te doen. Maar op die manier ontdekken ze hoe ze het op de mensen kunnen toepassen.

     Nu ontdekt u dat niet iedereen gemaakt is als een cavia, dus werkt het niet op iedereen. Maar ik wil u één ding vertellen: Gods inenting werkt op iedereen. Ze zal op iedereen werken. Ze zal iedereen helpen die haar neemt.

33 En God stelt de vraag: "Is er geen balsem in Gilead, of is er geen Geneesheer daar? Dan, als er daar Een is, waarom is de dochter van Mijn volk dan niet hersteld van de ziekte, Mijn dochter van de kwalen?" Dat zou de gemeente zijn, de dochter van Mijn volk, welke de orthodoxe gemeente is. Hij sprak direct tot ons. "De dochter van Mijn volk is niet hersteld van haar ziekte. Komt het omdat wij geen Geneesheer hebben, of hebben we geen... geen... Heeft zij geen medicijn om mee te werken, geen balsem, geen Geneesheer?"

34 Nu wordt ons vandaag door de medische wetenschap verteld – die wij voor deze dingen hoogachten – dat, als wij deze verschillende ziekten hebben en nalaten deze inentingen te nemen, het een gevaarlijke zaak is. Het kan je leven kosten als je die niet neemt.

     Wij leven in een dag van zonde en ziekte. Wij hebben meer ziekten dan we ooit hebben gehad, omdat er meer zonde en dingen zijn dan ooit tevoren. Daar komen ziekten vandaan. Ziekte is het resultaat van zonde. Voordat wij enige ziekten hadden, hadden wij geen zonde, en zonde volgde op ziekte. Zie? Ik bedoel ziekte volgde op de zonde (neem me niet kwalijk). Eerst had men de zonde. De gevolgen van zonde brachten toen ziekte. Welnu, dan, waar zonde toeneemt, neemt ziekte toe.

     En we hebben de beste doktoren die we ooit hebben gehad. We kregen betere medicijnen dan we ooit hebben gehad. We hebben meer ziekenhuizen dan we ooit hebben gehad. We kregen beter opgeleide mannen dan we ooit hebben gehad. En we hebben meer ziektes gekregen dan we ooit hebben gehad. Waarom? We kregen meer zonde dan we ooit hebben gehad. We hebben meer mensen gekregen, en wanneer mensen zich beginnen te vermenigvuldigen, zetten zonde en geweld in.

     Deze grote steden – niet zoals het leven op het platteland – de ommuurde steden waar wij gisteravond over spraken. Neem die ommuurde steden, daar krijg je altijd zonde van. En wanneer we deze andere soort van geestelijk ommuurde steden krijgen, vermeng je eveneens alles met haar zonde.

35 Nu ontdekken we dat de doktoren ons vertellen dat doder nummer één hartkwalen zijn. Wel, ik ben het niet oneens met de dokter, omdat ik geen dokter ben. Maar ik zeg één ding: doder nummer één is geen hartkwaal. Doder nummer één is de zondekwaal. Zonde is doder nummer één, niet een hartkwaal.

     Velen zeggen vandaag: "Weet u, broeder Branham, u zegt deze dingen te hard. We moeten elke dag een beetje zondigen. We moeten het gewoon."

     Iemand zei: "Weet u, broeder Branham, ik hoor dat u roken veroordeelt."

     En ik geloof dat mensen niet moeten roken. Ik geloof in heiligheid, reinheid, en volledig in ziel, lichaam en geest.

     En hij zei: "Wij... Ik moet gewoon roken. Ik... ik moet gewoon een beetje roken. Ik moet het gewoon."

     En we horen zovelen zeggen: "Ik moet een sociaal drankje nemen om mijn baan te behouden."

     We horen vrouwen zeggen: "Ik moet wel mijn haar knippen en moderne kleding dragen om mijn sociale aanzien in mijn kerk te behouden. Doe ik het niet, dan zeggen de vrouwen dat ik er te oud uitzie."

     Vergeef mij, maar ik ga iets zeggen. Dat is Pinkster-prostitutie. Zo is het. De reden waarom zij het doen, is omdat zij de inenting niet hebben geprobeerd. Zij hebben Gods serum voor zonde, en die dingen, niet geprobeerd. Dat is juist.

36 Nu ga ik u over de weg terug vertellen. Als u terug wilt komen, moet u ingeënt worden. U moet Gods balsem, Gods serum nemen. Hij heeft het. Het is een dubbele kuur voor zonde: het bloed van Jezus Christus. Gods eigen Zoon met de doop van de Heilige Geest reinigt u van zonde en vult u voor dienst. Zo moeten wij terugkomen, door die elementen. U hoeft die dingen niet te doen. U hoeft dat niet te doen. En de reden dat u het doet...

37 Niet lang geleden zei een zekere voorganger tegen mij: "Broeder Branham, ik geloof echt dat deze doop van de Heilige Geest waar u over spreekt de waarheid is. Ik geloof dat werkelijk." Hij zei: "Mijn kerk onderwijst de doop van de Heilige Geest, maar wij geloven dat wij de Heilige Geest ontvangen als we geloven. Het moment dat wij geloven; want Abraham geloofde God en het werd hem gerekend voor... werd hem toegerekend als rechtvaardigheid."

     Ik zei: "Dat is waar. Maar toen gaf God hem het zegel der besnijdenis als de bevestiging van zijn geloof." Ik zei: "Als u nog nooit de Heilige Geest hebt ontvangen, heeft God uw geloof nooit erkend. " Dat is juist. Wij zijn de kinderen van Abraham.

     Hij zei: "Als ik dat echter deed, broeder Branham... Als ik dat deed, dan zou ik uit mijn kerk worden gezet."

     Ik zei: "Wat dan nog? Dat werd ik ook."

     En hij zei: "Wel... wel, dat kan ik niet doen."

     En ik zei: "Waarom kunt u dat niet? Vertel me waarom u dat niet kunt?"

     Hij zei: "Wel, wel, ik zou nergens meer andere samenkomsten kunnen krijgen."

     Ik zei: "Onzin. Als God u roept voor het Evangelie, heeft Hij voor u een plaats om te prediken. Hij zal iemand hebben die naar u wil luisteren. Absoluut. Er zal iemand zijn die wil luisteren. Ga op de hoek van een straat staan."

     Hij zei: "Ze zullen mij in de gevangenis gooien."

     "Predik dan tegen de gevangenbewaarder. (Zeker.) Iemand..." Paulus deed het zo. Zij werden allen gered. Jazeker.

38 U zegt dat u het moet doen. Nee, u hoeft het niet. De reden dat men het doet, is omdat zij deze inenting niet hebben geprobeerd. Zij hebben het antigif er nog niet voor genomen. Er is iets wat dat zal genezen, wat die vrees die u hebt, zal genezen. Er is iets wat u zich laat kleden en gedragen als een dame. Er is iets wat zal zorgen dat u leeft als een Christen. Er is iets wat u zo vol van God doet zijn, dat u een getuigenis staat te geven waardoor de dakpannen op het huis zullen lostrillen, als u slechts de inenting wilt nemen. Maar u moet wel het antigif nemen.

     U hebt de ziekte, dus is er slechts één ding te doen: neem het antigif om er vanaf te komen. Dat is de manier om terug te keren naar gewone christelijke gezondheid. De kerk is ziek. Ze is miezerig; het is bloedarmoede. Het is kwaadaardig geworden en daarvoor bestaat geen aards geneesmiddel. Opleiding zal het niet doen. We hebben het geprobeerd. Denominatie zal het niet doen. We hebben het geprobeerd. U zult het alleen maar erger maken. Er is slechts één weg terug, en dat is door de inenting van het bloed van Jezus Christus. Kom terug naar Christus. Kom terug naar de Heilige Geest. Kom weer terug naar eeuwig leven. Dat is de manier waarop wij zouden moeten terugkeren.

39 De mensen zeggen: "Ik moet dit doen om mijn standing bij de mensen te bewaren." U hoeft het niet te doen. Het toont een oppervlakkigheid. Het toont een lafhartigheid. En een prediker die in de preekstoel zal staan en compromissen sluit met de grondbeginselen van Christus, omdat een groep bisschoppen hem domineren en hem vertellen: "U moet dit doen of wij zullen u uit de gemeenschap zetten", dan bent u een lafaard. Sta daar. Vertel de waarheid, het geeft niet wat de prijs is.

     Kijk naar Stéfanus die morgen, onze kleine Heilige Geest broeder, die voor de Raad van het Sanhedrin stond. In het zevende hoofdstuk van Handelingen staat: "Gij mannen van Israël, gij die in Judéa woont," enzovoort, hoe "onze vaderen die uit Mesopotamië kwamen", enzovoort, zo begon hij het hun te vertellen. Toen werd hij opgewonden en stak van wal. De Heilige Geest was op hem gekomen. Hij zei dat hij straalde.

     Zijn gezicht straalde als een engel. Hij zei: "Gij hardnekkigen, onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd de Heilige Geest. Gelijk uw vaderen deden, zo doet gij." Oei. Hum. Hij wist waar hij stond. Hij kende zijn positie.

     Zijn gezicht mag misschien niet gestraald hebben zoals een licht daarboven, maar een engel weet wat hij aan het doen is. Een engel is een boodschapper die door God is aangesteld. Hij hoeft nergens op terug te komen. Hij weet het precies. En dan die half miljoen huilende wolven van geestelijken daar, die die man veroordeelden voor zijn wijze van doen en de prediking die hij hield, en Stéfanus stond daar en zei: "Gij onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd de Heilige Geest; gelijk uw vaderen, alzo ook gij." Hij vertelde hun de terugweg naar de God Die de Rode Zee opende, of vertelde hun... de God Die de plagen in Egypte liet neerkomen.

     Maar zij wilden de terugweg niet nemen, daarom stenigden zij de boodschapper. Zo komt u er niet vanaf. Het hangt nog steeds boven uw hoofd. Degene die getuige was, werd weldra één van hen: Paulus. Dat is juist. Ja. Zij hebben het antigif niet geprobeerd.

40 Weet u de reden waarom zij dit doen? Zij zijn bang voor die nieuwe geboorte; ik bedoel de echte nieuwe geboorte. O, iedereen zegt: "Zeker, ik geloof dat je wedergeboren moet zijn. Jazeker." Ja. Maar wanneer het komt tot de echte geboorte... Zij geloven in de nieuwe geboorte door het geven van een hand, met het opzeggen van een stel geloofsbelijdenissen of zoiets. Zij noemen dat de nieuwe geboorte. Dat is geen nieuwe geboorte. Ze zijn bevreesd voor de nieuwe geboorte.

     Luister. Elke geboorte is een knoeiboel. Het maakt me niet uit of het in een varkenshok is of waar het ook is, elke geboorte is een knoeiboel. En dat is de nieuwe geboorte ook. Het zal... het laat u dingen doen waarvan u niet gedacht had dat ooit te zullen doen. Maar het brengt leven. En voordat u leven kunt hebben, moet u dood hebben. Voordat een zaad zich opnieuw kan voortbrengen, moet het sterven voordat... En niet alleen sterven, maar het moet zelfs rotten. Teneinde er nieuw leven uit te krijgen, moet het sterven en vanbinnen verrotten.

     En zo is het met iedere zondaar. En elk mens, het maakt niet uit hoe hoog hij is opgeleid en hoe beschaafd hij is, hoeveel titels hij in de kerk heeft, enzovoort, hoeveel van deze dingen, op hoeveel universiteiten hij is onderwezen, hij zal moeten sterven aan zijn eigen theorie. Hij zal moeten sterven aan zichzelf. Hij zal aan alles moeten sterven om wedergeboren te worden door de Heilige Geest.

     Het zal hem laten huilen, en "boe-hoe" laten roepen, in tongen laten spreken en op en neer laten springen, en laten tekeergaan als een bezetene. Maar hij heeft nieuw leven gekregen. Dat is er voor nodig. Hij moet nieuw leven hebben. Men is bevreesd voor de nieuwe geboorte. De nieuwe geboorte is een knoeiboel.

41 Nu, men noemt de nieuwe geboorte, o, van alles. "O, zeker. Ik geloof in wedergeboren te worden." En ze zeggen dat ze wedergeboren zijn en ontkennen het Woord; zeggen dat ze de Heilige Geest hebben; en als je de Schriftgedeelten neemt die de Bijbel eenvoudig leert hoe het is, dan zeggen ze: "O, dat was voor een ander tijdperk." En bedoelt u dat de Heilige Geest Die in u is, zal getuigen dat dit voor een ander tijdperk was, terwijl Hij heeft gezegd dat het voor u en uw kinderen is en allen die daar verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal?

     Hij kan niet liegen. En als er een geest in u is die ontkent dat dat de waarheid is, dan is het niet de Heilige Geest, omdat de Heilige Geest het Woord schreef. Amen. Dat is zo vast en zeker als ik het maar weet te plaatsen.

     Dood is nodig om leven voort te brengen. U moet sterven aan uw eigen gedachten. U moet sterven aan uw eigen theologie. U moet sterven aan uzelf, aan uw eigen menselijke wegen. U moet herboren zijn, een nieuw schepsel, een nieuwe schepping. Voordat u dat kunt zijn... U kunt het niet allebei tegelijk zijn; u moet sterven aan de ene om in de andere geboren te worden. Het brengt een knoeiboel teweeg en het veroorzaakt ook een knoeiboel. Maar u bent... u hebt nieuw leven gekregen. Wat maakt het uit? U moet het doen.

42 Weet u, er was een tijd dat wij de mensen zelfs niet konden inenten tegen tyfuskoorts. Ik kijk naar een vriendin van mij, een verpleegster, die mij hier gadeslaat terwijl ik hierover spreek. Maar dat is waar. Zuster Dauch, er was een tijd dat men geen inenting had tegen tyfuskoorts. Duizenden stierven eraan. Er was een tijd dat men geen inenting had tegen polio. Tienduizenden kleine kinderen stierven. Maar nu is er geen excuus. We hebben een inenting. Dat is waar. In orde.

43 Nu was er een tijd dat deze toxine, of balsem, die wij Gods toxine zullen noemen, niet al te perfect was, omdat het werd genoemd... Het was door het bloed van geiten en schapen en vee, enzovoort. Het nam eigenlijk geen zonde weg; het bedekte slechts zonde. Een mens moest jaar in, jaar uit, zijn schuldbekentenis gaan doen, enzovoort. Er was een tijd dat het goed was.

     Maar nu heeft de aanbidder, die eenmaal gereinigd is, geen zondebesef meer. En wat is zonde? Ongeloof; ongeloof in wat? Het Woord. Beslist. Als u zegt dat u God gelooft en Zijn Woord ontkent, wel, dan gelooft u Hem niet.

     Als u bijvoorbeeld zegt: "Ik geloof broeder Branham, maar hij is fout. Hij is..." Welnu, hoe kunt u dat doen? U zou het niet kunnen. Ik zou weten dat u verkeerd was, omdat u mij niet gelooft.

     En als u zegt dat u God gelooft, en u ontkent Zijn Woord, wel, dan gelooft u God niet, omdat God Zijn Woord is. U kunt dat niet zeggen. U moet het Woord aannemen. Dat is de terugweg, terug langs het pad van het Woord; en het Woord is God.

44 Welnu, wij merken dat op. En we zien dat die inenting eens niet goed genoeg was. Er was altijd een zondebesef, en hij moest jaar na jaar komen om zijn offer te brengen. Maar nu wordt ons in Hebreeën verteld dat, als de aanbidder eenmaal gereinigd is, hij geen zondebesef meer heeft, of anders gezegd, geen verlangen om te zondigen. De hele zaak is bij hem weggegaan.

     Er is geen... U hoeft niet elke dag te zondigen. U hoeft die dingen niet te doen. U doet het omdat u willens en wetens verlangt om het te doen. En de reden waarom u het verlangt, is omdat u nooit aan uzelf gestorven bent. O, broeder, ik weet dat het scherp is, maar het is goed. Wanneer u sterft aan uzelf, wordt u een nieuw schepsel. Dan zijn die dingen verdwenen.

     En als u probeert te doen alsof u ze hebt voordat u ze hebt, dan is het zoals ik onlangs zei, zoals een merel die probeert pauwenveren in zijn vleugels te steken en zegt: "Ziet u, ik ben een pauw." Hij is het niet. Dat is iets wat hij er zelf ingestoken heeft. Maar het moet van binnenuit groeien.

     En zo is het met de Heilige Geest. Het is niet iets wat u erop smeert of iets dergelijks. Het is een nieuwe geboorte. U moet wedergeboren worden. En deze deugden van de Heilige Geest moeten van binnenuit komen. En wanneer de wereld, en zonde, en haren knippen, en make-up eruit komen tegen het Woord van God in, laat dat zien dat de Heilige Geest daar niet is. Dat is een rechtstreeks bewijs.

     Dus hoe zou u het noemen? Pinkster-prostitutie. (Zo is het precies.), geestelijk overspel bedrijven met de God des hemels. Wat een schandaal, een schande is het! O, dat is afschuwelijk. Jazeker.

45 Nu zien we dat wanneer een mens (een dokter) een serum tracht te vinden om zijn patiënt tegen ziekte in te enten, hij het eerst uitprobeert op een cavia om te kijken of het werkt. Maar God deed dat niet. Hij nam nooit een cavia; Hij paste het toe op Zichzelf. Een goede dokter die een serum wil uitproberen, behoort, indien hij niet weet of het zal doden of genezen, het eerst zelf te nemen om het te onderzoeken voordat hij het aan iemand anders geeft.

     En God moest om dit serum te nemen vlees worden en onder ons wonen: een bloedverwant Verlosser. Amen. God moest mens worden zodat Hij het serum kon nemen. En Hij kreeg Zijn inenting bij de Jordaan (Amen.), toen Hij bij Johannes de rivier inliep en gedoopt werd. En toen kwam de inenting neer. De toxine viel als een duif naar beneden en zei: "Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wien Ik behagen heb om in te wonen." Hij werd ingeënt.

     En onmiddellijk nadat de inenting was gekomen, kwam de test. En bij ieder mens zal, zodra je de Heilige Geest ontvangt en ingeënt wordt, elke demon uit de hel zich tegen je keren. Soms zal zelfs uw eigen familie u verwerpen: uw man, uw vrouw, uw voorganger. U wordt de kerk uitgeschopt; u wordt uitgelachen en bespot. Het is de test. Amen.

46 God werd vlees, een van ons, opdat Hij de inenting zou kunnen nemen, werd onderhevig aan zonde. Want Hij werd geboren uit een vrouw. Hij werd op allerlei wijzen, net zoals wij, verzocht, en dat kon Hij niet zolang Hij in de Geest was. Hij moest vlees worden om verzocht te worden, om de inenting te nemen, om het serum te nemen. Hij wilde bewijzen dat Zijn serum goed was. Amen. Dus Hij nam het op de dag dat Johannes Hem doopte, toen het serum uit de hemel kwam en Hem vulde.

     Toen kwam de test. Het hield stand in ieder schijnproces. Het hield stand toen Satan Hem de koninkrijken van de wereld aanbood, om Hem de wereld te geven en elk koninkrijk. De inenting hield stand. Ze bleef overeind. De wereld keek naar Hem; de kerk keek naar Hem; de critici keken naar Hem; de duivel probeerde elke aanval op Hem uit die hij maar wist en ze hield nog steeds stand. Amen.

     Toen hij voor dat stel geleerde priesters stond, zei Hij: "Wie van u kan Mij veroordelen van zonde?" Amen. Die inenting hield daar stand. "Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet. Maar als Ik de werken van Mijn Vader doe, geloof dan de werken."

     Ze zeiden: "U, Die een mens bent, maakt Uzelf God."

     Hij zei: "Als Ik de werken van Mijn Vader niet doe, geloof het dan niet." Hij zei: "Deze zijn het die van Mij getuigen. Zij spreken over Mij. Mijn werken spreken luider dan Mijn mond kan doen."

47 Dat is absoluut waar. U bent wat u bent door de wijze waarop u leeft. U bent niet wat u bent door de wijze waarop u spreekt, of de wijze waarop u zich kleedt, of de wijze waarop u bent, maar de wijze waarop u leeft. Dat maakt u wat u bent. De buitenkant drukt uit wat aan de binnenkant is. Deze geveinsde, oppervlakkige, kaartspelende, sigaretten rokende generatie die zichzelf Christenen noemen, vrouwen met kortgeknipt haar, dansliefhebbers, televisiemaniakken, vuile moppentappers die zichzelf Christenen noemen, u hebt een inenting nodig. Opnieuw terug naar Pinksteren. Dat is waar. Wij zijn in grote nood.

48 Het hield stand bij Jezus toen Hij beproefd werd in alles waarin een mens maar getest kon worden. Elke verzoeking die ooit op een mens kwam, viel op Hem, maar die inenting hield stand. Als u wilt weten of het standhoudt of niet, of deze zaak waar is of niet, kijk dan naar Hem. Hij was uw Voorbeeld. Het hield stand bij Hem. Het hield stand in elke verzoeking. Het hield stand toen Hij daar stond en de gedachten van de mensen kon onderscheiden en zij Hem Beëlzebul noemden; het hield Hem niet tegen, Hij ging evengoed door.

     Toen Hij de gedachten in hun harten kende, toen Hij opkeek en aan de vrouw bij de bron vertelde dat zij vijf mannen had, aan Petrus vertelde wat zijn naam was, enzovoort, toen zeiden ze: "Deze Man is een waarzegger."

     Welnu, Hij zei niet: "O, misschien ben ik verkeerd. Misschien..." Het hield stand. Waarom? Hij wist waar Hij vandaan kwam.

49 Ik vroeg mijn klas gisteravond, terwijl we predikten over het derde hoofdstuk van Johannes; ik zei: "Ik laat u hierover nadenken tot de volgende samenkomst. Toen Jezus daar stond en zei: 'Niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel nederdaalt, namelijk de Zoon des mensen Die in de hemel is.'"

     Daar is een inenting voor nodig. "Niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel nederdaalt, namelijk de Zoon des mensen Die nu in de hemel is", en hier stond Hij te praten met Nicodémus. De kerk, zij halen hun neus op, ontkennen het gedurende enkele uren, verdwijnen dan onmiddellijk.

     Ik zei: "Het bewees dat Hij God was. Hij is alomtegenwoordig." Dat is precies waar. Zeker. Hij was ingeënt. "Ik ben het niet Die deze werken doe. Het is Mijn inenting. Mijn Vader Die in Mij woont, Hij is Degene Die de werken doet. En de werken die Ik doe (Johannes 12:4), hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Amen.

     Wat is er met de kerken aan de hand? Wat is er aan de hand dat zij het vandaag kunnen veroordelen en zeggen dat het van de duivel is? Ze zijn nog niet ingeënt. Ze weten niet wat het serum is. Dat is de oorzaak. Het is ongeloof, en ongeloof is zonde. Wie niet gelooft, is reeds veroordeeld. Het is ongeloof waardoor het komt.

50 Het hield stand. Ze liepen op Hem toe en bonden een doek om Zijn gelaat. Nu, Iemand Die macht had om deze dingen te doen... Dat is wat er aan de hand is met de Pinksterbeweging. Luister naar me. Ik ga iets zeggen, niet om te kwetsen, maar om te genezen. Wanneer iemand naar u toekomt die een slimmigheidje heeft waarmee hij elk van uw vragen kan beantwoorden, vergeet het dan maar. Wanneer iedereen u elke uitleg van dromen kan geven, elke ziekte kan genezen, al deze dingen kan doen, en o, als hij iemand is met iets waarmee hij alles kan doen, dan is dat tegengesteld aan het Woord. Heeft hij op alles het antwoord, dan is het tegengesteld aan het Woord. Let daar op.

51 Dat is er vandaag aan de hand. Het zijn mannen die heel enthousiast raken en van het spoor afgaan met vleselijke emoties, en ze geven er vertolkingen aan terwijl het geen vertolking is. Ik heb er zo genoeg van gekregen bij het doorkruisen van het land, om deze dingen te horen. Ik wil niemands gevoel kwetsen, maar vanavond is het de avond dat ik op de terugweg wijs, hoe we terug moeten keren naar het geneesmiddel. Dat is absoluut waar. Als een profeet profeteert, en wat hij zegt niet gebeurt, geloof hem dan niet. Dat is juist. "Maar als het geschiedt, geloof hem, omdat Ik het was Die sprak", zei de Heer.

52 Hier stond Jezus. Wat een prachtig Voorbeeld was Hij. Wat een voorbeeld was Paulus. Hij had daar macht om een man met blindheid te slaan, de zieken te genezen, genezing uit te spreken over invalide mensen, al deze dingen. En zou u zich dan het laatste deel van zijn bediening kunnen voorstellen, toen hij daar stond en toeliet dat de kopersmid zijn samenkomst stopte en hem het land uitdreef? Ik neem aan dat sommigen van de critici hebben gezegd dat hij zijn kracht had verloren om met blindheid te slaan. Nee. Nee, hij gebruikte geen foefje; hij had de Heilige Geest. Hij hield alleen rekening met God.

     Dan denk ik... Hij liet zijn vriend Trófimus ergens op een plaats ziek achter; ik denk dat hij zijn kracht om te genezen was kwijtgeraakt. Ook nam hij een dokter met zich mee; een Goddelijke genezer die een dokter bij zich had: Lukas. God stond op het punt zijn bediening te kronen, omdat Paulus altijd wilde lijden voor wat hij Stéfanus had aangedaan. Het was zijn verlangen.

     Weet u niet hoe de Heilige Geest tot hem sprak en hem vertelde om niet naar Jeruzalem te gaan? Hij wist dat hij erheen ging om voor Jezus te sterven. Dat was zijn hartsverlangen, om voor Hem te sterven.

53 Kijk naar Jezus Die de zieken kon genezen en de doden doen opstaan, en al deze dingen deed, en voorspelde en het de mensen vertelde en de gedachten van het hart kende; stond daar in Pilatus' binnenhof met een lap over Zijn ogen gebonden, op die manier. En daar, een Romeins soldaat, een stel van hen dronken, met hun speeksel op Zijn gelaat en de baard uit Zijn gelaat getrokken, sloegen Hem met een rietstok op Zijn hoofd en gaven dan de stok zo door aan de volgende en zeiden: "Zeg..." Haalden de doek weg, en zeiden: "Nu, vertel ons; U bent een Profeet. Vertel ons wie U geslagen heeft, dan zullen we U geloven." Hij deed Zijn mond nooit open. Zeker. Hij had geen foefjes; het was God.

     "Trek Uw handen van het kruis en kom naar beneden, dan zullen we geloven. Echt, wij zijn de priesters; wij zijn Gods dienstknechten. Als U het slechts wilt bewijzen en van het kruis afkomen, dan, wel, dan zullen wij weten dat U Gods Zoon bent, dat U onze Koning bent. Kom van het kruis af en wij geloven U." Hij deed Zijn mond niet eens open om een woord te spreken.

     Waarom? Dat stel huichelaars daarginds waren hetzelfde lied aan het zingen wat diezelfde Geest Die voorheen in David was, had uitgeroepen: "Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Zij hebben Mijn handen en Mijn voeten doorboord (Psalm 22), zij hebben gedobbeld om Mijn kleed en wierpen het lot", enzovoort; zongen daarginds hetzelfde lied dat David door de Heilige Geest ongeveer achthonderd jaar eerder uitriep, en zeiden hetzelfde. En hier is Hij en kreunde het uit, en zij wisten het niet.

54 En deze zogenaamde theologen en denominaties vandaag, hebben over deze dingen van het vroegere Pinksteren gelezen en zien precies hetzelfde in werking, en noemen het dan "heilige rollers". Wat een schande! Dan noemen we onszelf de grote christelijke kerk, Pinkstermensen. Ik betwijfel dat. Merk op. Niet als organisatie kunnen we Pinkstermensen zijn, we kunnen Pinkstermensen zijn als individuen. Dat is de enige manier waarop wij het kunnen zijn, omdat het een ervaring is.

55 Toen zij nu probeerden Hem iets tot hen te laten zeggen, toen Satan probeerde te zeggen: "Indien Gij de Zoon van God zijt... Welnu, U weet dat U macht hebt, verander deze stenen in brood. Help Uzelf. U bent al veertig dagen zonder voedsel. Dan zal ik U geloven en mij bekeren", deed Hem dat aan Satan denken. De inenting werkte. Hij wist wanneer Hij wel en wanneer Hij niet moest spreken.

     Dat is vandaag de moeilijkheid. Wij spreken soms teveel. We moeten weten wanneer te spreken en wat te zeggen. Zeg niets totdat God het zegt. Hoe kunt u dat? Als u het niet weet, als God het u niet persoonlijk vertelt, dan doet u iets verkeerds. U lastert, wanneer u dat doet. Weet zeker dat het God is. Laat God rechtstreeks tot u spreken, zeg dan dat het ZO SPREEKT DE HERE is.

     Als ik ergens heenging en zei: "Jack Moore vertelde me zo-en-zo", en hij heeft het niet gezegd, dan zou ik liegen. O my. Wat wij moeten doen, is terugkeren naar de inenting, terug naar de kracht van Pinksteren, terug naar de Heilige Geest. Jazeker. Wij raken er steeds verder bij vandaan. Onze geloofsbelijdenissen en kerken en denominaties scheiden de mensen vaneen en drijven steeds verder weg.

56 De inenting werkte bij Jezus. Het werkte aan het kruis. Het werkte toen Hij van dat kruis had kunnen afkomen. Billy Sunday zei: "Elke boom zat vol met engelen." Ze zeiden: "U hoeft niet van het kruis te komen, wijs slechts met Uw vinger en wij zullen de situatie veranderen."

     Maar Hij zei: "Ik doe altijd wat de Vader behaagt." Wat? De inenting werkte. Het Woord en de wil van God bleven in Hem, ongeacht of Hij op de rug werd geklopt en de jonge Rabbi van Galiléa, of dat Hij Beëlzebul, de duivel, de waarzegger werd genoemd, wat het ook mocht zijn, de lastering die zij over Hem vertelden: de inenting hield stand.

     Toen hielden ze Hem in de gaten hoe Hij zich hield... of Hij zou schreeuwen en aan het kruis het allemaal zou herroepen. Maar het hield stand. Amen. Alles liet Hem in de steek: Zijn gemeente, Zijn volk, en zelfs God verliet Hem, alles. Maar de inenting hield stand.

Temidden van scheurende rotsen en donkere luchten,
Boog mijn Redder Zijn hoofd en stierf.
De geopende sluier openbaarde de weg,
Naar hemelse vreugde en eindeloze dag.

57 Dat is de weg, die weg terug. Het hield stand. Het maakte niet uit wat er gebeurde, het werkte evengoed. De inenting bleef van kracht. Zij zagen Hem sterven, niet als een lafaard, maar als een Prins. Hij deinsde nooit terug. Hij verdroeg het als een Prins. Hij wist hoe Hij het moest doen omdat Hij was ingeënt door de Heilige Geest.

     Toen werd op Paasmorgen bewezen wat het was. De inenting bleef van kracht want Hij stond op uit de dood. Hij zei: "Al vernietigt u deze tempel, Ik zal hem op de derde dag doen herrijzen." Halleluja. Wat deed Hij? Het Woord van God opnieuw aanhalen, hetgeen God door David had gesproken, die weer Zijn vader op aarde was. Hij had gezegd: "Ik zal Mijn Heilige geen ontbinding doen zien, noch zal Ik Zijn ziel in de hel achterlaten." En Hij wist dat binnen tweeënzeventig uur de ontbinding inzet. Daarom zei Hij: "Vernietig deze tempel en Ik zal hem weder doen herrijzen." Waarom? Het Woord van God had gesproken dat Hij het zou doen.

     Zei dezelfde Heilige Geest niet: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven"? Hoe in de wereld komen we hier onderuit? Het is... U hebt het als u bent ingeënt.

58 Hij zei tegen de vrouw: "Kunt u de beker drinken die Ik drink? Kunt u worden ingeënt met de inenting waarmee Ik ben ingeënt? Ik kan u niet de rechter- en linkerhand voor uw zonen geven; maar als u deze beker kunt drinken en dit doet, zal het in orde zijn." Beslist. "Het is niet aan Mij om dat te geven. Maar als u de beker drinkt die Ik drink, ingeënt bent met dezelfde Geest waarmee Ik ben gedoopt, dan zal alles in orde zijn."

59 Toen die discipelen daar met Pasen stonden, een groep kleine vrouwen daar bij het graf, en ze hadden bemerkt dat... Maria begon huilend weg te lopen. Ze was bedroefd. En zij hoorde iemand haar naam noemen. Ze keek om zich heen; zij zag dat Hij het was. Hij was niet dood, Hij was weer opgestaan.

     Hij zei: "Ga Mijn discipelen vertellen dat Ik ze daar in Galiléa zal ontmoeten. Ik ben terug, precies zoals Ik heb gezegd. De inenting hield stand. Ik stierf zoals de Bijbel heeft gezegd dat Ik zou sterven. Mijn ziel daalde af naar de hel zoals de Bijbel het heeft gezegd, en Ik heb de sleutels van dood en hel. Ik ben... stond weer op, en Ik leef voor eeuwig." Het bewijsstuk, het bewijs dat de inenting had standgehouden. Amen. O my.

60 Toen die discipelen dit zagen, zeiden ze: "Wij willen die inenting ook. Dat willen wij."

     Hij zei: "Ga naar de stad Jeruzalem en wacht daar totdat Ik het serum zendt. Als u eeuwig leven wilt hebben, als u deze zaak wilt hebben die Ik heb, deze zaak die Ik heb voor een opstanding, als u de zaak wilt hebben die u zal bewaren zoals het Mij heeft bewaard, als u de zaak wilt hebben die u zal laten sterven zoals Ik gestorven ben, u iets wilt hebben wat u zal doen opstaan uit het graf, dan zal Ik het op u terugzenden. Ga er direct heen en wacht."

     Welnu, Hij zei nooit: "Ga uw doctorsgraad in de rechten halen." Hij zei niet eens: "Ga uw abc's leren." Hij zei: "Wacht tot u bent ingeënt, aangedaan met kracht van omhoog. Nadat dit, de Heilige Geest op u gekomen is, dan zult u Mijn doctors zijn." Amen. Amen. "Wacht. Blijf daarboven en wacht; niet: ga vier jaar naar een seminarie en al dit andere gedoe om al deze graden te halen, om al deze balsemvloeistof in u ingepompt te krijgen. U bent geen cavia; u bent een zoon. Wacht totdat u met kracht wordt aangedaan, totdat de inenting van eeuwig leven op u komt, en Ik zal u op de laatste dag weer doen opstaan."

61 Tjonge, Hij had direct enige kandidaten. Toen ik het voor het eerst hoorde, was ik er ook één van. Het maakte mij niet uit wat ze tegen me zeiden, dat wilde ik. En ik heb altijd gezegd: "Als dit dát niet is, wil ik dit houden totdat dát komt." Ja. Dat is wat ik wilde hebben, die inenting.

     Zij gingen daar naar boven en wachtten tien dagen. O my. O, toen plotseling de inenting neerkwam van de hemel als een geweldige gedreven wind, vulde het eenieder van hen en werden er honderdtwintig ingeënt. O, wat een tijd was dat. Dat was de weg terug. O my. Zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, begonnen in andere tongen te spreken, tongen van vuur zetten zich op hen, God, de grote Vuurkolom, Die de kinderen van Israël volgde, God.

     Niet drie goden, één God, één God, niet drie goden, maar één God in drie ambten genaamd Vader, Zoon en Heilige Geest. Vader God in een Vuurkolom, God de Zoon in Zijn eigen Zoon, God de Heilige Geest in u, dezelfde God Die heel de weg naar beneden komt, neerdalend, Zijn weg banend om in mensenharten te komen. Jazeker.

62 Daar zagen ze het bewijs ervan, de belofte van Jezus. Daar zagen zij deze Vuurkolom onder hen neerkomen en zich verdelen. En tongen van vuur, gedeelde tongen van vuur zetten zich op ieder van hen, dezelfde Vuurkolom Die met de Israëlieten door de woestijn was meegekomen.

     Daar was God Zich aan het verdelen onder Zijn gemeente. Zoals een man en zijn vrouw één zijn, zo is God en Zijn gemeente één. Er is er één. "Die dag zult u weten dat Ik in de Vader ben, de Vader in Mij, Ik in u en u in Mij." Dat is de inenting. Dat is de inenting die Hij had. Dat is de inenting die Hij ontvangen had. "Ik ben het niet Die de werken doe. Het is de Vader in Mij, Hij doet de werken. Ik ben het niet Die deze visioenen zie, het is Mijn Vader. Ik kan niets doen... De Zoon kan niets uit Zichzelf doen, maar wat Hij de Vader ziet doen, dat doet de Zoon eveneens."

     Dat is de inenting tegen ongeloof. Het verankert u in een vast geloof in Christus. Het verankert u.

     Daar weet u dat u bent overgegaan van dood in leven. Geen mens kan u eruit praten. Niemand kan het van u weg verklaren. U bevond zich op die geheiligde gronden met God alleen, en u weet dat u werd wedergeboren. Heel uw leven is veranderd en u bent een nieuw schepsel in Christus. Er zijn niet genoeg duivels in de hel om het van u weg te nemen. U bent een nieuw schepsel, een nieuwe schepping. U bent ingeënt met de kracht van God, het serum van Gods Heilige Geest heeft u veroverd. Amen.

63 Hij is de Lelie der valleien, weet u. Opium komt van de lelie. Dat weten we. O, wat is het? Wanneer die "pijpdromers" opium te pakken krijgen, denken ze dat dat iets is! O, zij moesten eens een keer met dit worden ingeënt. Eenmaal is genoeg voor altijd. Het is geen "pijpdroom" maar een hemelse realiteit die diep in uw ziel zal verankeren door de doop met de Heilige Geest. Het doet u inslapen – niet in slaap, maar dood voor de dingen van de wereld en levend in Christus...?... Christus Die eeuwig leeft. Het doet iets aan u waar niemand iets vanaf weet, alleen u. U was degene die het serum kreeg. U was degene die de inenting kreeg. U weet wat er aan de hand is. Waarom? U voelde het, u wist het. U zag wat het aan u deed, het heeft u iets gedaan. U bent gebrandmerkt. Amen. U weet waar u bij hoort.

64 Wij waren gewend om kalveren te brandmerken. Eens kwam er een vrouw op een paard aanrijden, die zei: "Schaamt u zich niet om dat te doen, dat arme kleine ding, om dat merk op hem aan te brengen?"

     Ik zei: "Het doet eventjes pijn, maar dan weet hij waar hij bij hoort." Amen. Zo gaat het.

     God bezeert u een beetje, maar daarna weet u waartoe u behoort. Wanneer Hij Zijn inenting van brandend ijzer van de Heilige Geest uitgiet op een man of vrouw, verandert Hij hem van wat hij was tot wat hij is. Hij weet bij welke weide hij hoort. Hij laat zich niet door een of andere huurling rondleiden. Hij heeft een tehuis gekregen; hij heeft een weide; hij heeft een plaats waar hij thuishoort. En de Heilige Geest is die Leidsman, Degene Die hem leidt aan stille wateren en hem eeuwig leven geeft.

65 Toen ze zagen hoe deze mensen al hun trots verloren... Ze begonnen in de Geest te dansen; begonnen in tongen te spreken, verdeelde tongen van vuur vlogen uit hen vandaan. En hier kwamen zij allen naar buiten, een groep Galileeërs die in elke taal onder de hemel spraken. Men wist niet wat dit alles betekende. Deze doctors in de godgeleerdheid waren echt verbaasd. Men wist niet wat er gebeurd was, maar zij waren ingeënt.

     Weet u, ze begonnen zich af te vragen: "Wat betekent dit allemaal?" Toen de vragen begonnen op te rijzen: "Is er enige balsem in Gilead overgebleven? Is daar nog een geneesheer?" Zij hadden een Geneesheer. Zij hadden een grote Geneesheer; en zij hadden een aardse geneesheer. Weet u hoe zijn naam was? Dokter Simon Petrus. Hij ging een kleine zeepkist halen, ging erop staan en gaf hun een onderwijzing.

     Zij zeiden: "Wij zijn kandidaat daarvoor. Wat moeten we doen om gered te worden?"

     "Willen jullie dit, broeders?"

     "Ja."

     "Wel, dit... ik zal jullie vanuit de Schrift vertellen waar het vandaan komt..." (Elke goede dokter gaat terug naar zijn recept.) Ah, o, o. Ga terug. "Dit is hetgeen gesproken is door de profeet Joël. 'En het zal geschieden in de laatste dagen,' zegt God, 'dat ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees.'"

     Ze zeiden: "Petrus, dokter Simon Petrus, wat kunnen wij doen om gered te worden?"

     Hij zei: "Ik ga u een recept voorschrijven en het zal geen recept zijn dat veranderd kan worden. Het is een eeuwig recept." Zei: "Bekeert u, ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden. En gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want dit recept is voor u, en voor uw kinderen, en voor allen die daar verre zijn, zovelen als er de Here, onze God, toe roepen zal." Dat is het recept. O, broeder. Voer het gewoon uit. Er is genoeg balsem overgebleven in Gilead en wij hebben hier een overvloed aan dokters. Dat is zo.

66 Wist u dit? Als een dokter een recept uitschrijft en een kwakzalver krijgt het in handen en doet er dan teveel tegengif in, of niet genoeg, dan zal hij uw patiënt doden. Dat is er vandaag aan de hand geweest. Het recept is voorgeschreven, dat eeuwigdurende recept op de Pinksterdag. Teveel kwakzalvers die zichzelf dokter noemen, hebben daar een andere stof in geïnjecteerd, en het heeft de kerk gedood totdat er een stel kortharige vrouwen, korte broeken dragende... Dat is er aan de hand. Dat is de reden waarom onze vrouwen hun haar afknippen en onze mannen zich aansluiten bij een kerkgenootschap enzovoort, en niet genoeg moed hebben om er tegenin te gaan. Zij hebben het recept niet letterlijk uitgevoerd.

67 Wilt u de weg terug weten? Dát is het. Dat is wat Petrus zei, dokter Petrus, degene die de inenting heeft gegeven. Christus heeft het op Zichzelf getest en het werkte. Petrus had het en het werkte. Ik kreeg het, en het doet echt goed. Dat is het recept.

     Probeer er niet mee te knoeien. Probeer er niet iets aan toe te voegen. Als u er teveel gif bij doet, dan doodt u uw... u zult uw patiënt doden, zo zeker als de wereld. De dokter weet de juiste verhoudingen voor dat recept. Zo is het.

     Als u dus wilt weten wat het recept inhoudt, Hij heeft het hier in Handelingen laten opschrijven. Zo moet u het doen. Juist. Niet door de prediker zijn hand te schudden en een paar druppels water op u gesprenkeld te krijgen en dergelijke. Hij geeft hier precies het recept, en als u het letterlijk uitvoert, zal hetzelfde resultaat volgen (Dat is absoluut waar.), omdat Hij het nooit op een cavia uitprobeerde, maar omdat Hij het op Zichzelf uitprobeerde. En God is vlees geworden en woonde onder ons, en iedere zoon van God die uit de Geest van God geboren is... "Het is voor u en voor uw kinderen, en allen die daar verre zijn, zovelen als er de Here, onze God, toe roepen zal", dit recept zal werken. Amen. Ik ben niet gek, maar ik ben ingeënt (Amen.), er beweegt zich iets hierbinnen. Ik weet dat het juist is. Ik heb het beproefd. Ik weet dat het de waarheid is. Dezelfde resultaten die zij hadden...

68 "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. De werken die Ik doe, zult gij ook doen. Christus in u, de Hoop der heerlijkheid. Laat de gezindheid die in Christus was, in u zijn." Als diezelfde gezindheid daarin is met dezelfde kracht die daarin is, zult u dezelfde werken doen als die Hij deed. Als u al het vergif eruit neemt en alles wat zeer doet...

     Iemand zegt bijvoorbeeld: "Ik ben bang om u te vertellen..." Slappeling. God wil mannen hebben.

     "Ik zeg niet graag..."

     O, sommige... Ze hebben nodig dat... ik weet niet wat. Zij hebben een inenting nodig. Jazeker. Wat wij nodig hebben, is inenting. Jazeker. Het is voor u en voor uw kinderen, voor hen die daar verre zijn.

69 Welnu, als je... Kijk, als je er teveel vergif in doet, zul je je patiënt doden. Dat is waar. Je wilt niet ruw en hard zijn, en dwingen en doordrijven (Zie?) met een waarheid die je hebt gevonden. Daar maakte u, Eenheidsbroeders, de fout. Welnu, we gaan terug naar de weg. We gaan terug naar de genezing. En u, Assembly broeders, die zich hebt afgescheiden, elk van u, daar hebt u uw fout gemaakt. Wanneer er een waarheid wordt toegevoegd, ga dan gewoon door. Laat het met rust. God zal daarvoor zorgdragen. Geen mens kan hoe dan ook tot Hem komen tenzij Hij hem roept. Juist.

     De weg terug, broeder, is gemeenschap met alle broeders. Dat is juist. Inenting tegen haat, inenting tegen boosheid, inenting tegen wereldsgezindheid, terug naar de inenting van de Heilige Geest, naar de kracht die Jezus uit het graf deed opstaan en de gemeente op de Pinksterdag in vuur zette. Terug naar die inenting.

70 Hier is het recept. "Hier is water. Wat verhindert u?" Hier is de Geest door heel de gemeente heen. Wat is er aan de hand? Op een dag zal God vragen: "Waarom?" Beslist. Als u uw hele recept eruit neemt, en bang bent iets tegen uw gemeente te zeggen, en bevreesd bent dat uw denominatie u eruit zal zetten, wat doet u dan? U zou ze evengoed een slok water kunnen geven. Daar zit helemaal geen medicijn in. Dat is de reden waarom zij zo doen. Dat is juist.

     U heeft de inenting nodig. Dat is de weg terug. Dat is de manier waarop het begon. Zo begon God Zijn gemeente. En wanneer u van die weg afraakt, bent u van het pad af. Toen wij onze kerk organiseerden, en handen schudden en besprenkeling aannamen voor de doop, en het schudden van handen aannamen voor de Heilige Geest, of het innemen van een hostie in uw mond voor de Heilige Geest, toen bent u van de weg afgegaan.

71 De veldprediker zei eens... Toen een man door een machinegeweer was getroffen, zei hij: "Kapitein, kent u God?"

     Hij zei: "Eens heb ik Hem gekend."

     Hij vroeg: "Wanneer kende u... Wanneer heeft u Hem gekend?"

     Hij zei: "Ik kan er niet opkomen."

     Hij vroeg: "Waar hebt u Hem verlaten? U zult terug moeten gaan naar waar u Hem verliet om Hem te vinden."

     Hij zei: "Ik weet het niet."

     Hij zei: "Uw longen lopen vol, meneer. U kunt maar beter rustig en snel nadenken."

     Hij lag daar dus een poosje... Een grote vrede kwam over zijn gelaat. Hij zei: "Ik herinner het mij. Ik weet waar ik Hem verliet."

     Hij zei: "Waar was het?" Hij zei: "Begin daar precies."

     Hij zei: "Nu leg ik mij neer om te slapen. Ik bid de Heer om mijn ziel te bewaren. Als ik zal sterven voor ik ontwaak, bid ik de Heer om mijn ziel te nemen." Hij haalde zijn laatste adem terwijl het borrelende bloed zijn longen vulde en hij stierf. Wat had hij gedaan? Hij vond Jezus precies waar hij Hem had verlaten.

     Daar is het waar de gemeente Hem zal vinden. U zult Hem nooit in een denominatie vinden: Hij is daar niet. U zult Hem nooit in een of ander onderwijsprogramma vinden: Hij is daar niet. U zult Hem vinden in de doop van de Heilige Geest, en dat is de enige plaats waar u Hem zult vinden. Amen.

72 Dit is de waarheid, broeder. Terug... Dit is de terugweg. Knoei niet met het recept. Neem het. Geloof het. Wees vervuld met de Heilige Geest. Het is voor elke generatie.

     Kijk, de belofte is voor u en voor uw kinderen, en voor degenen die daar verre zijn, zovelen als de Here onze God zal roepen. Dit recept is voor elk persoon. Het is geen handen schudden of zoiets. Maar het recept is precies zoals Petrus het hier sprak en het opschreef, en God schreef het door de Heilige Geest in Handelingen 2:38. Het is niet zo dat ieder van u zal zeggen: "Wat, bekeren? Welnu, ik zal naar de kerk gaan en lid worden." Dat betekent het niet.

     "Wel, ik ga erheen om gedoopt te worden, en dat zal voldoende zijn." Nee meneer. Water redt u niet. Bekeer u, of kom om. Geen doop om herboren te worden, ik weet dat sommigen van u dit geloven. Maar hoe kunt u dat ooit aannemen? Nee meneer. Bekeer u.

     Het voorschrift heeft gezegd dat bekering eerst komt. Word dan gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden. Nadat u zich bekeerd hebt, bent u een kandidaat voor de doop van de Heilige Geest. En de belofte is voor u en voor uw kinderen, voor degenen die verre zijn.

73 O, u Methodisten, Baptisten, Presbyterianen, Nazareners, Pelgrims Heiligheid, Katholieken, Pinkstermensen, wat scheelt u? Wat is er aan de hand?

     Wanneer God neerkomt om in Zijn kracht en heerlijkheid te spreken, dan vraagt u zich af wat er allemaal gebeurt. Daardoor komt het dat u deze geloofsbelijdenissen en dergelijke hebt, en deze dogma's en dingen injecteert zodat het ver afwijkt. Kinderen, kom terug. Dat is de weg terug. Neem het recept. Raak deze zondeziekte kwijt, dit ongeloof. Keer terug naar God. Geloof het met heel uw hart. Laten we bidden.

74 Ik geloof u, Here. Ik kom vanavond met deze gemeente. Ik geloof, Here, met mensen die zo eerlijk van hart zijn als ik ooit zou kunnen ontmoeten. Ik bid, Here, dat zij niet zullen denken dat we deze dingen uit onszelf zeggen. Mogen zij begrijpen dat het een last, een hartzeer is om deze dingen te moeten zeggen. Maar toch zal een ware dokter trouw zijn aan zijn recept. Here, mag het vanavond in ieders hart worden voorgeschreven.

     Als hier mensen zijn die alleen de doop van Johannes hebben ontvangen – zoals Paulus diegenen vond – mogen zij beseffen dat er een andere doop is, dat er een doop is van de Heilige Geest. Als het enige wat zij weten is om een voorganger zijn hand te schudden, of een geloofsleer aan te hangen, mogen zij dan gevuld worden met de Heilige Geest. Sta het toe, Here.

     Mogen zij nederig komen en dit voorrecht hebben om weer terug te keren naar Azusa Street, om opnieuw de hele weg terug naar Pinksteren te komen, naar het Koninkrijk en de heerlijkheid van God. Ik bied hen U aan voor Uw gouden altaar waar ons Offer, Jezus Christus, ligt. Ontvang ons, Vader.

75 U bent God. U bent altijd God geweest. U zult altijd God zijn. Uw woorden kunnen niet falen. Want U stond hier op aarde in Uw eigen vleesgeworden Zoon, een tabernakel die U bouwde om in te wonen, en hoe verblindt dat de mensen. Wel, bouwt een timmerman niet evengoed een huis voor zichzelf om in te wonen? Bouwde God, de grote Bouwmeester, niet een huis voor Zichzelf om in te wonen?

     O God, laat hun zien dat het niet het huis is; het is wat in het huis is: de Bouwmeester van het huis. En mogen zij beseffen dat deze Heilige Geest door de dood, begrafenis en opstanding van dat Huis waar God in woonde, door dat onbevlekte bloed van Zijn eigen schepping, de weg reinigde, opdat God door genade in het hart van ons, zondaren, mocht wonen.

     U zet nu Uw werk voort door Uw gemeente door bemiddeling van een mens, wat altijd Uw wijze van doen is geweest. God, mogen mannen en vrouwen hier vanavond diep in hun hart hongeren en dorsten. We bevinden ons nu in de tijd van het jubeljaar. Here, wij vieren deze week het jubileum omdat Uw grote genade en heiligheid hier in deze staat vijftig jaar geleden werd uitgestort op Uw gemeente.

     En Vader God, dit is de tijd van het jubileum, en de mensen weten hoe ze terug moeten keren. Het is de manier waarop zij de eerste keer van start gingen. Het is terugkomen naar de Heilige Geest. Terugkeren naar het verwerpen van deze leerstellingen die de denominatie erin heeft gebracht. Terugkomen en genezen worden door de kracht van God. Sta het toe, Vader.

76 Wij weten nu dat deze dingen allemaal ten goede hebben medegewerkt overeenkomstig Uw belofte, omdat U er in Israël een type van hebt gegeven zoals wij het gisteravond hebben behandeld. Nu, laat de God van Jezus Christus, laat Hij Die Immanuël was, laat Hij Die hier op aarde stond, en zei: "Hij Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen", laat het gedaan worden, Here.

     Wij dragen de dienst op, het Woord... Vergeef de gebrekkige manier waarop het gedaan is, Here. Maar ik bid dat U het in ieders hart wilt laten inzinken en dat het een heilige gemeente zal voortbrengen, vervuld met de Heilige Geest; opnieuw terug naar de dag van Pinksteren. In Jezus' Naam geef ik het aan U. Amen.

77 Gelooft u? Voor een paar ogenblikken wil ik uw onverdeelde aandacht. Ik wil dat u met heel uw hart gelooft.

     De Bijbel zei; de Here God heeft ons beloofd dat zovelen als er geloofden, gered werden. Nu, dat klinkt verschrikkelijk gering. Maar, ziet u, wanneer u echt gelooft, is dat alles wat u kunt doen. Dan... God zal... Wanneer u het werkelijk gelooft, dan stort God de Heilige Geest op u uit. En dan bewijst God Zijn Woord.

     Nu zei de Bijbel... Wacht even. Ik geloof... Voordat ik dit doe; ik geloof dat er een gebedsrij zou zijn. Is dat juist? Ja. In orde. Hoevelen willen teruggaan naar Pinksteren? Steek uw hand op. Hoevelen geloven dat het recept nog steeds goed is? Amen. Zeker is het dat: de doop van de Heilige Geest; geen opleiding, niet ervoor gaan om uw doctorstitel in de letteren te halen en dan...

78 Toen Nicodémus naar de Here Jezus kwam, Jezus... Hij zei: "Wat moet ik doen om eeuwig leven te ontvangen?" Een man van tachtig jaar die heel zijn leven priester was geweest: "Wat moet ik doen om eeuwig leven te ontvangen?"

     Jezus zei niet: "Ga uw kennis een beetje bijscholen." Nee. Hij zei niet: "Zoek een hoger ambt in uw organisatie." Nee. Botweg vertelde Hij het hem. Hij... Hij... Hij berispte hem om een man van zijn kaliber te zijn en dan die dingen niet te weten, dat je wedergeboren moet worden. Jazeker.

     Dat is vanavond hetzelfde. Kijk, wij nemen het te lichtvaardig op. We nemen gewoon een of andere sensatie en zeggen: "Ik werd wedergeboren" en gaan verder. En uw leven laat zien dat het niet zo is. Er is iets verkeerd. Jazeker.

     O, zegt u: "Maar ik weet dat die man een goede man is." Het geeft niet hoe goed hij is, dat heeft er niets mee te maken.

     U ontmoet geen fijnere mensen dan Mohammedanen, enzovoort, lieflijk en van alles. Absoluut niet. O nee. Soms zijn heidenen, afgodenaanbidders, zo lieflijk en nederig als maar zijn kan. Dat betekent niets. Nee.

79 "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Dat is wat de Dokter zei. Dit zijn de resultaten van de inenting. Zo is het. Jazeker. Daar komt het van op aan. De Dokter zei: "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Zei Hij dat? Dat is het teken van een gelovige.

     Wij nemen als teken dat een goede man naar de kerk gaat en zijn tienden betaalt. Dat is goed. Dat is fijn. Maar dat is niet wat Jezus heeft gezegd. "Deze tekenen zullen degenen volgen... De werken die Ik doe, zal hij doen." Want als het leven dat in een perzikboom zit uit de perzikboom kan worden genomen en in een appelboom geënt kan worden, zal hij geen appels meer dragen maar perziken, omdat de levenskiem van perzikleven in de appelboom zit, daarom moet hij perziken dragen. Zo is het precies.

80 Broeder Williams zit hier tegenover mij, een zeer persoonlijke fijne vriend van mij. Ik... Hij belde broeder Sharitt vanmorgen op. En ik bad voor hem over de telefoon. Op een keer stond ik met broeder Sharitt in een citrusboomgaard en daar stond een boom, een boom van... ik geloof dat het een sinaasappelboom was, en hij had... er zaten ongeveer vier of vijf verschillende soorten vruchten aan. En ik zei: "Wel, welke soort boom is dat, broeder John?"

     Hij zei: "Het is een sinaasappelboom."

     "Wel," zei ik, "ik zie een grapefruit, een mandarijn, een citroen, al deze verschillende vruchten."

     Hij zei: "O, ja."

     Ik zei: "Hoe kan dat?"

     Hij zei: "Ze zijn er in geënt."

     "Wel," zei ik, "nu, dat is wonderbaar, is het niet?"

     Hij zei: "Ja. Alles met een citrusleven zal erin leven." Dat is heel mooi. Ik stopte. Iets stopte mij. Ik keek opnieuw.

81 Zoals ginds die dag in Finland toen dat jongetje daar dood lag; ik zei: "Broeder Moore, dat is dat kereltje waarover ik u hier in Shreveport vertelde. Een jongetje zou in een bepaalde plaats uit de dood worden opgewekt." Ik zei: "Dit is hem. Hij zal terug moeten komen. De dood kan hem niet meer tegenhouden. God heeft gesproken." Ik zei: "Dood, laat hem los." En daar was hij. Amen. God kan niet liegen. Nee, nee.

82 Ik zei: "Broeder John, ik zie iets." Ik zei: "Kijk, ik wil je nu iets vragen, broeder John, want ik wil hier een prediking uit halen." Ik zei: "Nu, zullen al die citrusvruchten, zoals citroen en mandarijn en grapefruit, als ze er vanaf gevallen zijn volgend jaar sinaasappelen voortbrengen?"

     Hij zei: "O nee, nee, nee, nee." Hij zei: "Ze zullen hun eigen soort voortbrengen." Hij zei: "De boom waarin een citroentak is aangebracht, zal citroenen voortbrengen, en degene die voortbrengt... waar een mandarijn in zit, zal mandarijnen voortbrengen."

     "Waarom," zei ik, "ik dacht dat je zei dat het een sinaasappelboom was."

     Hij zei: "Ja."

     Ik zei: "Hield hij op met sinaasappelen te dragen?"

     Hij zei: "Nee. Wanneer de oorspronkelijke boom een oorspronkelijke tak voortbrengt, draagt hij een sinaasappel."

     Dat is het. Dat is het. Deze organisaties zijn erin geënt. Zij dragen nog steeds denominationele vruchten, lidmaatschap, enzovoort. Maar wanneer de boom opnieuw een oorspronkelijke tak voortbrengt, zal er daarna een boek Handelingen geschreven worden.

     "Ik ben de Wijnstok; gij zijt de ranken." Waarom? Wanneer het leven van de oorspronkelijke Wijnstok is geïnjecteerd, brengt het een tak voort; het is een pinkstertak met pinksterresultaten, want het leven van Christus is in de tak en doet Zijn werken.

     Ik heb niet de gave van spreken in tongen, maar ik voel zeker dat ik het graag zou willen doen. O, wat getuigt de Geest in mijn ziel. Hij getuigt met het Woord dat deze dingen waar zijn.

83 Gelooft u? Hoeveel van u hierbinnen hebben een gebedskaart? Steek uw hand op. Doe uw handen nu naar beneden. Hoeveel hier hebben geen gebedskaart en toch bent u ziek, en verlangt iets van God? Steek uw hand op. In orde. Geloof.

     Onze hemelse Vader, ik weet dat ik voor een gehoor sta waarvan heel wat mensen nieuw zijn en voel Uw Geest Zich vestigen. Ik heb Uw Woord gesproken en Uw voorschrift voorgelezen. Ik heb de mensen verteld dat dit de terugweg is.

     Nu, Nicodémus herkende het en het Sanhedrin ook, toen zij U in vlees zagen. Zij zeiden: "Rabbi, wij weten dat U een man bent door God gezonden, want niemand zou deze dingen kunnen doen die U doet tenzij God met hem is." En dezelfde groep die dat wist, door de werken die Hij zei dat Hij deed, en door de belofte dat Zijn gelovigen hetzelfde werk zouden doen, noemden Hem Beëlzebul en zeiden dat Zijn leer de mensen misleidde.

     De tijd is niet veranderd, Vader. Wij bevinden ons in een andere oogst. Maar U hield vol. Ongeloof stopte U niet. U ging gewoon verder met te doen wat de Vader U vertelde te doen, waarbij U Uw duidelijke verklaring aflegde en zei: "Ik doe niets... De Zoon kan niets doen uit Zichzelf, maar alleen wat Hij de Vader ziet doen."

84 U kon Filippus vertellen waar hij onder de boom zat toen Nathanaël hem vond. U kon Simon vertellen dat hij de zoon van Jonas was, noemde zijn naam en zijn vaders naam. U vertelde het de vrouw bij de bron. U... Het geloof van een blinde man deed U stilhouden. Een kleine vrouw met de bloedvloeiing raakte de zoom van Uw kleed aan, totaal onmogelijk voor U om het lichamelijk te voelen, maar U hield stil en vertelde haar wat haar moeite was, en zei dat het was opgehouden.

     Laat dat leven dat in Christus was slechts enige ogenblikken in deze groep komen, Here, opdat zij mogen weten dat U nog steeds God bent. Ik ben net klaar gekomen met hun Uw Woord te vertellen, Here. Er komen mannen langs die dit en dat, en elke kleine vondst vertellen, maar Here, waar getuigt het van? Dat er ergens iets echts is. Here God, laat het vanavond voortkomen. Laat de Heilige Geest spreken en niet een mens.

     Geef geloof aan deze gemeente, Here. Ik ben me ervan bewust dat U niet slechts één van ons zou kunnen zalven. U moet er velen van ons zalven. Zalf ons gezamenlijk, Here, als Uw gemeente, en laat het bekend worden dat U God bent en ik de waarheid heb verteld. Ik sta op Uw Woord ondanks tegenstand, maar ik heb geprobeerd trouw te zijn. Ik zeg dit niet voor mijzelf, Here, en niet opdat deze mensen naar mij zouden luisteren, maar ik bid omdat de ontmaskering op handen is. Ik bid dat U vanavond Uw Woord wilt bevestigen, Here, dat het de Waarheid is, dat het leven dat in Christus was in Zijn gemeente leeft en in Zijn gelovigen. Sta het toe Vader, door Jezus Christus' Naam. Amen.

85 Ik wil dat iedereen zo eerbiedig is als u maar kunt zijn. Wie van u hier zijn onbekenden voor mij? Steek uw hand op. Ik kon het gewoon voelen. Zie? U bent nooit eerder in de samenkomsten geweest?

     Welnu, Jezus Christus heeft in Zijn Woord, in het Evangelie van Johannes 14:12 gezegd: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Gelooft u dat? De Bijbel zei: "Jezus Christus is gisteren, heden een voor immer Dezelfde." Gelooft u dat? Hebreeën 13:8. Goed. In orde.

     De enige manier om te weten of het Christus wel of niet is, is niet het kleed, want Hij kleedde Zich als een gewone man. Als Hij vanavond hier was, zou Hij een pak aan hebben zoals wij. Het was niet Zijn kleed. Het was niet omdat Hij een baard had of geen baard had. Het was het leven dat in Hem was hetgeen bewees wat Hij was.

     Heel veel mensen in die dagen waren gekleed zoals Hij, maar zij waren Hem niet. Dat is waar. Veel mensen doen vandaag hetzelfde, maar dat verandert er niets aan. Het is het leven. Nu, de wijze waarop zij konden weten dat Hij de Christus was, was doordat zij moesten gaan volgens de wijze waarop de Schrift had gezegd dat de Christus zou zijn. Klopt dat?

     Nu, wat had Mozes hun verteld dat Christus zou zijn? Hij zou een profeet zijn zoals híj was. Is dat juist? En zij keken er allemaal naar uit, omdat God hun had verteld: "Indien er onder u iemand is die geestelijk is of een profeet, zal Ik, de Here, tot hem spreken. En als dat zo is, dan zal het waar zijn. Is het niet zo, luister dan niet naar hem." Dat is alleen maar logisch.

86 En nu, toen Jezus was opgegroeid, en toen Zijn bediening een aanvang nam en Simon er aankwam, Petrus, toen vertelde Hij hem dat zijn naam Simon was en zijn vaders naam Jonas. Is dat waar? Dat maakte een gelovige van hem.

     Filippus ging weg en vond... Of Nathanaël ging weg en vond Filippus onder een boom, en zei: "Kom en zie Wie wij gevonden hebben." En toen hij hem vertelde wat er gebeurd was, scheen het hem niet zo te beroeren. En toen hij daar aangekomen was, keek Jezus hem recht aan en zei: "Zie daar, een Israëliet in wie geen bedrog is." Nu, hij was een leraar. Hij was een man die ermee bekend was. Hij zei: "Rabbi, hoe hebt U mij ooit gekend?"

     Hij zei: "Eer Filippus u riep, toen u onder de boom zat, zag Ik u."

     Hij zei: "Rabbi, U bent de Zoon van God. U bent de Koning van Israël." Dat maakte het vast. Zie?

87 Toen Hij tot de vrouw bij de bron sprak – en velen door heel de Schrift heen wisten dat wanneer Hij kwam Hij een God-profeet zou zijn. Dat was Zijn teken. Dat is het altijd geweest, en is het nog steeds – dan merkt u op, wanneer we deze vrouw zien komen dat Hij zei: "Vrouw, breng Mij wat te drinken", want Hij wilde een gesprek met haar beginnen.

     Ze zei: "Het is voor Joden niet gebruikelijk om aan mij, een Samaritaanse vrouw, zoiets te vragen. Wij hebben geen omgang met elkaar."

     Hij zei: "Maar als u wist met Wie u sprak, zou u Mij om drinken hebben gevraagd."

     Ze zei: "De bron is diep. U hebt niets om mee te putten", enzovoort.

     Hij zei: "Ga uw man halen en kom hier."

     Ze zei: "Ik heb geen man."

     Hij zei: "Dat is waar. U hebt er vijf gehad, en degene waarmee u nu leeft, is uw man niet. U hebt de waarheid verteld."

     Ze zei: "Meneer..."

88 Nu, toen de Farizeeërs Hem dat zagen doen, zeiden ze: "Hij is een waarzegger, Beëlzebul." Zie?

     Maar die prostituee zei: "Heer, ik bemerk dat U een profeet bent. Wij weten dat wanneer de Messias komt, Hij deze dingen aan ons zal vertellen. Dat zal het teken van de Messias zijn. Wij weten dat wanneer Hij komt, Hij ons deze dingen zal vertellen."

     Hij zei: "Ik ben het Die tot u spreek."

     En ogenblikkelijk rende zij de stad in en zei: "Kom, zie een Man Die mij de dingen vertelde die ik gedaan heb. Is dit niet de echte Messias?" En de mannen van de stad geloofden de vrouw en geloofden in Christus. Is dat juist?

     Geen wonder dat Hij zei: "Als Ik de werken van Mijn Vader niet doe, geloof Mij dan niet."

89 Nu, we hoeven niet knap te zijn, we hoeven niet geschoold te zijn. We moeten geloven. We moeten ons vernederen en ons ontledigen zodat God Zich door ons heen kan manifesteren. Ontledig uzelf, krijg uzelf uit de weg. De grootste vijand die u hebt, bent uzelf. Nu, u, geloof God. Doet u dat?

     Welnu, als God, onze Vader, Die de Heilige Geest is... De Vader van onze Here Jezus Christus is de Heilige Geest. Dat weten wij. "Hetgeen in haar ontvangen is, is van de Heilige Geest." En als die Heilige Geest in u en mij kan komen en hetzelfde leven dat Christus leefde, vertoont, waar is dan uw plaats voor twijfel? Dan heb ik u de waarheid verteld over terugkeren, om terug te gaan. Gelooft u dat?

     Als Hij het zal doen... Ik zeg niet dat Hij het zal doen. Bedenk nu dat mensen geloven dat deze dagen voorbij zijn, maar Hij heeft het voor deze laatste dagen beloofd.

90 Elkeen van ons heeft een bediening. Wij moeten getrouw zijn aan deze bediening. God... Het is het Woord. Het Woord is vlees geworden en woonde onder ons. En het Woord is vanavond in ons vlees om Zich te manifesteren, te bewijzen dat Hij God in ons is. Het draagt vruchten van Hem. Jazeker.

     Als ik u vertelde dat de geest van Dillinger in mij was, zou u van mij verwachten dat ik geweren had. Als ik u vertelde dat de geest van een kunstenaar in mij was, zou u van mij verwachten dat ik een schilderij zou schilderen. Als ik u vertel dat de Geest van Christus in mij is, dan doe ik de werken van Christus. Dat heeft Hij gezegd.

91 Zou het u helpen te geloven? Laat mij u iets vertellen. Ik sprak onlangs op een Kiwanis bijeenkomst tot enige doktoren. Ik had een lichamelijk onderzoek aangevraagd bij een goedbekendstaande dokter. Ik ga naar het buitenland. Ik onderging een lichamelijk onderzoek. Ik deed dit met een doel. En hij liet mij... Hij gaf mij een G.I. van top tot teen. En nadat hij het hart, bloed enzovoort had onderzocht... Dank God dat het snel ging.

     Dus toen ik deze bariumpap had gedronken, zette ik me echt schrap en hij drukte op mijn maag. Hij keek door het röntgenapparaat. Hij zei: "Broeder Branham?"

     Ik zei: "Ja meneer."

     Hij zei: "Uw maag voelt normaal, maar er komt niets uit."

     Ik zei: "O nee?" En ik zei: "Wordt er verondersteld van wel?"

     Hij zei: "Ja meneer." Hij zei: "My, ik begrijp het niet."

     Ik zei: "Wat zal ik doen?"

     Hij zei: "Denk aan iets wat echt goed is om te eten."

     Ik zei: "Waarom wilt u dat ik dat doe?" Ik wist wat hij van plan was te zeggen.

     Hij zei: "Een lekkere grote sappige biefstuk."

     Ik zei: "Is een bord gebraden eekhoorn met pintobonen ook goed?"

     En hij zei: "Goed. Begin maar." Ik veranderde en begon te denken.

     Hij zei: " Daar gaat ze."

     Ik zei: "Hoe komt dat, Dok?"

     Hij zei: "Een kleine elektrische draad in uw hersenen zendt een boodschap naar uw maag."

     Ik zei: "Is dat zo?"

92 Toen we met elkaar spraken, zei ik: "Herinnert u zich de kleine draad?" Ik zei: "Dokter, wat laat u dromen? Hebt u wel eens gedroomd?"

     Hij zei: "Ja."

     Ik zei: "Wat is het, welk deel van u droomt?"

     Hij zei: "Je onderbewustzijn."

     Ik zei: "Bij een normaal mens is hier een bewustzijn en daar een onderbewustzijn. Je moet gaan slapen om in dat bewustzijn te geraken."

     Ik zei: "U hebt mij zojuist verteld: 'Broeder Branham, ik heb iets ontdekt. En ik kan dat evenmin verklaren.'" Hij zei: "Het zijn niet uw zenuwen." Hij zei: "Het is iets binnenin uw zenuwen."

     Ik zei: "Mijn ziel?"

     Hij zei: "Ja." Hij zei: "Ik... Het is precies wat u doet zijn wat u bent."

93 En ik zei... Ik vroeg hem over visioenen. Hij wist er niets over. Toen vertelde ik hem... Ik zei: "Eén bewustzijn is hier, de andere is hier. Je moet uit dit bewustzijn komen, het buiten werking stellen, teneinde hier binnen te komen. Maar een zeker deel van u ging ergens naartoe, omdat u zich dromen kunt herinneren en plaatsen waar u jaren en jaren geleden was in uw dromen."

     Hij zei: "Dat is waar."

     Ik zei: "Ziet u, dat is normaal. Maar God plaatst het bij sommigen van ons zo dat ons eerste bewustzijn en onderbewustzijn precies bij elkaar liggen. Wij gaan niet slapen. God gebruikt het zo om dingen te zien die waren, en die zijn, en zullen komen. Dat is profetisch."

     Hij zei: "Meneer Branham, ik heb uw boeken over genezing gelezen." Hij zei: "Ik ben het zeker met u eens. Ik zal u wat vertellen. Wij hebben hier absolute gevallen die ik wetenschappelijk kan bewijzen..." (Als er een dokter in de buurt is, kan hij u dat vertellen.) Hij zei: "Stel dat een persoon iets kwaadaardigs heeft, of tuberculose, of een maagzweer, of iets wat werkelijk erg is... Wij weten dat het hem zal doden en vertellen het aan hem." En hij zei: "Als hij helemaal verscheurd raakt, geagiteerd, boos, van streek, enzovoort, zal die patiënt heel snel sterven. Maar stel dat die patiënt... Gewoonlijk als hij een Christen is of zoiets, maakt het hem niet uit om te sterven. Het is gewoon een van de dingen die wij moeten doen, aangezien sterven een deel van het leven is, dus gaat hij gewoon verder en neemt het zo: 'Ik leef tot het mijn tijd is'." Hij zei: "Die houding zorgt er bijna voor dat die zaak geneest." Hij zei: "Hij zal heel langzaam aftakelen voordat het hem doodt."

94 En ik zei: "Goed, dokter. Laat ik mijn verhaal afmaken." Ik zei: "Doe een leugendetector om je arm en sta daar, en probeer je best te doen een leugen te vertellen die klinkt als de waarheid, dan zie je dat die naald negatief uitslaat." Waarom? Het is de vibratie in je zenuwen. Je werd niet gemaakt om te liegen; je werd gemaakt om de waarheid te vertellen. Een leugen is zo'n afschuwelijk ding dat het je zenuwen onderbreekt. Je bent niet gemaakt om boos te zijn. Je wordt verondersteld in de rust te zijn met God zoals een kind. Zie? Je wordt niet verondersteld opgejaagd te zijn. Je wordt verondersteld geloof te hebben en te wandelen met God. Zie? Ik zei: "Dat is de zaak."

     Ik zei: "Nu, dokter, als deze man die in dit eerste bewustzijn leeft de houding kan aannemen dat hij als hij sterft, hij gered is – want wat maakt het uit? – zal het de zaak een lange tijd vertragen. Wat zal er gebeuren wanneer het uit dat eerste bewustzijn terugvalt in het tweede? Op de doop van de Heilige Geest; dit zal de zaak volkomen wegnemen."

95 De dokter stond op en zei: "Wonderbaar", tranen liepen over zijn wangen.

     Ik zei: "Dokter, weet u wat er aan de hand is?" Ik zei: "Onze kerken leren dat niet."

     Hij zei: "Meneer Branham, dat is de waarheid."

     Ik zei: "Wij moeten terugkeren naar Pinksteren."

     Hij zei: "Ik ben een Presbyteriaan. Mijn vrouw is Presbyteriaan."

     Ik zei: "U hebt u bij een Presbyteriaanse loge gevoegd."

     Hij zei: "Dat is het zo ongeveer."

     Ik zei: "Dokter, een Christen is wedergeboren. U kunt geen lid worden. U moet geboren worden."

     Hij zei: "Meneer Branham, dat is de waarheid", en tranen begonnen over zijn wangen te rollen. Ik ga hem nu binnenkort dopen. Dat is juist.

96 Wat? Als uw ongerustheid dat daar zal vasthouden, en uw ene bewustzijn het zal neerleggen – wat ervoor zorgt dat uw lichaam goed functioneert – wat zal er dan wel niet gebeuren wanneer u de Heilige Geest laat binnenstromen? Het zal alles wat Christus beloofd heeft, uitvoeren. U wordt een instrument van de Heilige Geest.

     Toen ik werd geboren, hing daar een Licht. U hebt de foto hier ergens. Dat is waar. Al sterf ik op dit podium, de wetenschap heeft bewezen dat het de waarheid is.

     Nu, wat mij betreft, ik ben een mens, ik ben niets. Ik ben gewoon uw broeder. Ik ben niets bijzonders. Maar het is de Heilige Geest in uitverkiezing met voorbestemde gaven; God heeft in de gemeente geplaatst, niet omdat een oudste zijn handen heeft opgelegd. God plaatst in de gemeente ten eerste apostelen, dan profeten, enzovoort. God plaatst hen daarin. Het zijn geestelijke gaven die zijn voorbestemd door God.

     Nog voordat de profeet Jeremia geboren was, zei God: "Ik kende u al voor u zelfs in uw moeders schoot was, en bestemde u voor om een profeet voor de naties te zijn, voordat u zelfs uit de baarmoeder kwam." Is dat juist? Hij had er niets mee te maken. God doet dat. Hij is nog steeds God.

97 Geloof nu met heel uw hart. En u die ziek bent of iets nodig heeft van God, zeg gewoon: "Here God, ik heb deze boodschap gehoord; het verbaasde mij. Ik heb deze man horen beweren dat U God bent en dat U hier nu temidden van de mensen bent." Als Hij dit niet is, vertelde hij iets verkeerds.

     "Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in hun midden." Waarom? Hij is toch in u. En nadat Hij Zich onder u heeft verdeeld, komt het weer terug in een eenheid. Nu, u moet een deel van die eenheid zijn om te geloven dat dit deel van de eenheid kan werken.

     Als Hij mij een bediening geeft, zal Hij iemand hebben die het gelooft, anders zou het niet nodig zijn mij een bediening te geven. Zo is het. Geloof met heel uw hart en zie of God het niet doet.

98 Nu, ik wil niet u mensen met gebedskaarten; ik wil u, mensen die geen gebedskaarten hebben, daar ik de gebedskaarten zal gaan oproepen. Ik wil dat u dit in uw gedachten houdt. Wees nu echt eerbiedig.

     Christus... Nu, Christus kon genezen omdat Hij genas door een visioen wanneer de Vader het Hem had verteld. Dat is juist. Hij genas nooit iemand, of verrichtte enig wonder, tenzij Hij eerst een visioen had gezien. Hoevelen weten dat? In het Evangelie van Johannes, 5:19, zei Hij het Zelf. Hij is God en kan niet liegen.

     Maar genezing is nu reeds verworven, ziet u. Het offer is gebracht. Hij kan Zich nog steeds door profetie bekend maken en Zijn tekenen tonen. Maar voor genezing moet u Hem geloven. Als Hij vanavond hier stond en u zou zeggen: "Here, wilt U mij genezen?", dan zou Hij zeggen: "Ik heb het reeds gedaan. Gelooft u het niet?" Want Hij werd verwond om onze overtredingen; door Zijn striemen werden wij genezen. Begrijpt u dat? Welnu, geloof het en zie of Hij nog steeds leeft.

99 Wat een uitdaging. Ik deed die uitdaging voor een half miljoen mensen die mij tegenstonden in Bombay, India. Ik deed de uitdaging voor tweehonderd en vijftigduizend in Durban, Zuid-Afrika, en zag God op het toneel verschijnen. Dertigduizend oorspronkelijke inboorlingen wierpen hun afgodsbeelden neer en werden op dat moment Christenen. En vrouwen, spiernaakt, vouwden hun armen en liepen weg zodra Christus op hen kwam.

     En dan knippen vrouwen in een Pinksterkerk vandaag hun kleren af en gedragen zich... En zeggen dan nog steeds dat ze de Heilige Geest hebben. Er is iets... Ik... ik ben... Ik heb u lief. Dat weet u. Maar ik ben... ik ben... ik heb een ijver voor u.

     Wanneer ik mijn zuster, Gods dochter, daar buiten zie; zie hoe lafhartig mijn broeder is dat hij moet staan achter een soort van een... faalt om het Woord van God te prediken waarvan hij weet dat het de waarheid is. Als ik mijn zuster zich zie gedragen als een tippelaarster in plaats van een heilige van God; zie hoe sommige mannen bevreesd zijn om op te staan en de waarheid te verkondigen, bang dat zijn denominatie hem eruit zal schoppen: een zoon van God... Ik weet niet... Dat bloed stroomt niet juist. Echt oorspronkelijk Christendom gelooft het Woord en houdt het vast, houdt die belofte vast.

100 Welnu, u bent onbekenden. Nu, rondkijkend; ik ken broeder Williams die hier zit. Ik zie zuster Moore. Ik denk dat dit zuster Boutliere is die naast haar zit. Ik heb haar gisteravond niet opgemerkt. Ik probeer te zien of ik iemand zie die ik ken. Deze broeder hier, ik kan niet op zijn naam komen, hij is... Wat? Broeder Harris. Ik ken hem. Broeder en zuster Dauch uit Toledo, ginds in Ohio, zitten hier. Dat is het zo ongeveer. Ik geloof dat ik broeder Collins zie, is dat juist, broeder Collins? Een echt goede Methodistenjongen, ontving de Heilige Geest, is nu een van mijn diakenen in de kerk. God zegene u, broeder Collins, zuster Collins.

101 De Heilige Geest komt nu binnen. Ik... Het wordt verblindend. Ik wilde dat ik dit kon verklaren. Je kunt God niet verklaren. U moet God geloven. Heb gewoon geloof; twijfel niet. Heb geloof in de Here Jezus Christus. De Bijbel zegt dat u gered zou worden als u het gelooft.

     Zeg: "Heer, ik ben als de vrouw die het kleed van de Meester aanraakte. Ik probeer niet die prediker aan te raken. Hij is een man. Maar de Bijbel zei dat U een Hogepriester bent Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden." Zei Hij dit? Dat is het Nieuwe Testament.

     Welnu, als u dan de Hogepriester aanraakt, hoe zou u weten dat u Hem hebt aangeraakt tenzij Hij hetzelfde deed als wat Hij gisteren heeft gedaan? En als Hij Dezelfde is, zal Hij hetzelfde handelen. Is dat zo? Klopt dat? Hij is een Hogepriester Die kan worden aangeraakt door het voelen van onze zwakheden. En wat gebeurde er toen die vrouw Hem aanraakte en wegliep en ging zitten zoals u zit, of wat ze ook deed? Jezus draaide Zich om en zei: "Iemand raakte Mij aan."

     Petrus zei: "Wel, de hele groep heeft U aangeraakt. Waarom zegt U zoiets?"

     Hij zei: "Maar Ik bemerk dat er kracht van Mij is uitgegaan. Ik werd zwak." Hij keek rond totdat Hij de vrouw had gevonden en vertelde haar over haar bloedvloeiing, en zei: "Uw geloof heeft u behouden."

     Hij is vanavond dezelfde God. Hij is dezelfde Hogepriester. Nu, u, geloof. Geloof. U die mij niet kent, u die geen gebedskaart hebt, vraag God en wees er nederig onder. Vergeet nu niet dat uw geloof ervoor nodig is om Hem aan te raken. Ik kan Hem niet voor u aanraken; u moet Hem zelf aanraken. Het is uw eigen geloof. Maar geloof. Hoevelen geloven er? Zeg: "Ik geloof." Indien gij kunt geloven... Laten we gewoon rij voor rij beginnen. Het is zojuist gekomen.

102 Ik verlang dat u nu werkelijk... Ga nu niet opstaan en heen en weer lopen. Zit werkelijk stil. Moge de Here God aan Zijn gemeente het bewijs toestaan. God, ik heb de waarheid verteld. Voor zover ik weet is het juist. Moge de hemelse Vader, voor Wie wij zullen komen te staan, dit laten gebeuren om Uw volk te helpen, Here, Uw mensen te helpen. Na hard te hebben gepredikt, moet je... Het is een verandering; het is een andere zalving: dezelfde Geest, maar alleen een andere bediening.

     De dame die daar zit, precies hier aan het einde van de rij, die naar mij kijkt, met het kleine witte ding op, gelooft u? Gelooft u? Gelooft u dat ik Zijn dienstknecht ben? U hebt Hem nodig, is het niet? Het is voor uw keel. Vraag haar of dat de waarheid is. Mevrouw Sparks, gelooft u met heel uw hart? U wenst ook gebed voor het kind dat daar zit. Jazeker. Hij heeft bloedarmoede, is in een nerveuze toestand. Dat is waar, is het niet? Ik ken de vrouw niet, heb haar nooit in mijn leven gezien. Leg uw hand op het kind. In de Naam van Jezus Christus. Als deze vrouw genoeg geloof had om dat te doen, laat het dan bekend worden, Here. Mag het weggaan in Jezus Christus' Naam. Amen. Twijfel niet.

103 Nu, Hij is hier. Zie? Wij waren Hem aan het prijzen totdat Hij kwam. Nu is Hij hier.

     Hier is een kleine vrouw die daarginds achter die vrouw zit. Zij heeft haar handen opgeheven; ze heeft een zakdoek in haar hand. Zij bidt. Zij zit aan het eind. De vrouw lijdt aan een maagkwaal. Het is over, zuster. Hebt u een gebedskaart? Nee? U hebt hem niet nodig. U hebt het niet meer. Ga naar huis en eet uw maaltijd. Het is helemaal voorbij. "Als gij kunt geloven..." Gelooft u? Vraag deze mensen. God in de hemel weet dat ik hen nooit in mijn leven heb gezien voor zover ik weet. Als het niet dezelfde Christus is...

     Hier, hier zit een kleine vrouw, precies hier. Ze heeft een rode jas aan. Hebt u een gebedskaart, dame? Die heeft u niet? U heeft er geen nodig. U bent niet ziek, maar u heeft een vraag in uw gedachten waarover u met mij wilt spreken. En die kwestie is een geestelijk probleem. U wilt weten of u met uw werk moet stoppen om volledig in het werk van de Here te gaan. U komt niet hier vandaan, u komt uit Texas, Houston. Wacht af, Hij zal u roepen wanneer Hij de tijd rijp acht voor u. Ik heb de vrouw nog nooit in mijn leven gezien. Ik daag u uit het te geloven.

104 Wat? Helemaal achterin. Hier, hier is een goed contact van een man met de Geest; een man die hier precies achteraan zit, wit overhemd, enigszins kaalhoofdig. Hij komt uit Arkansas. Hebt u een gebedskaart? Gelooft u dat ik Gods profeet ben? Uw maagkwaal verliet u. U kunt naar huis, naar Arkansas teruggaan, u verheugend. Ik heb hem nog nooit in mijn leven gezien.

     Hier zit een man met astma, een hernia. Hij komt uit Texas. Meneer Cobb – dat is juist – ik ben een onbekende voor u. Gelooft u? Keer terug naar Texas en wees gezond, in de Naam van Jezus Christus. Hij is God. Gelooft u?

     Hier, hier zit een klein mollig meisje. Heb je een gebedskaart, lieverd? Geloof je dat ik Gods profeet ben? Als Gods dienstknecht, geloof je wat ik een poosje geleden in die boodschap gezegd heb dat het de waarheid is? Jouw nierkwaal zal je verlaten. Ga naar huis, wees gezond, in de Naam van Jezus Christus. Geloof het.

     Een vrouw, die hier aan het einde van de rij zit met een oorontsteking. Gelooft u dat God u gezond zal maken? Ga naar huis; geloof het; wees gezond.

     Daar zit een vrouw met een hartkwaal, ze draagt een paarse hoed, mevrouw Lambert genaamd. Gelooft u met heel uw hart? Uw hartkwaal zal u verlaten, u kunt naar huis gaan en gezond zijn.

105 Gelooft u? Gelooft u? Ik daag u uit het te geloven. Steek uw handen omhoog. Here Jezus, Zoon van God, laat deze dingen niet voorbijgaan, Here. U doet deze dingen niet tevergeefs. U bent God, de eeuwige God. U leeft voor eeuwig. Laat het vanavond bekend worden dat U hiervan de Auteur bent. Het recept is juist. U bent in ons midden, en U bent God. Laat de mensen nu in U geloven, en laat hen genezen zijn, een dubbel geneesmiddel voor al het ongeloof.

     Bovenal geven wij U lof, onze genadige God, onze hemelse Vader. In Jezus Christus' Naam vertrouwen wij hen aan U toe.

106 Gelooft u met heel uw hart? Spreek met enige van deze mensen. Ik heb ze nog nooit in mijn leven gezien. Ik weet niet wat er nu met hen verkeerd is. Dat is de Heilige Geest. Dat is een bewijs dat ik u de waarheid heb verteld. De terugweg is de weg die ik u gewezen heb.

     De gemeente is in de wildernis verdwaald, dwaalt rond. God, onze Vader, is hier onder ons en in ons zoals Hij was in Zijn Zoon Christus Jezus. Alleen was Hij in Hem zonder mate, in ons met mate, maar dezelfde Geest. Kunt u het niet zien? Weet u het niet? Geloof het met uw hele hart.

     Waar zijn wij aan toe? Heb geloof in God. Geloof deze dingen die Jezus zei. Hoe zou Hij de Zoon van God kunnen zijn en liegen? Hoe kan Hij een belofte doen als het niet waar is? Het is omdat wij niet zijn ingeënt. Keer terug naar de Balsem. Kom terug en laat de echte Heilige Geest, niet een emotie, niet een opwinding – hoewel het opwinding is, hoewel het emotie is – maar laat het binnenkomen en zichzelf betuigen. Open uzelf. Het zal de dingen doen die Hij altijd heeft gedaan. "Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen." Gelooft u het nu?

107 Hoevelen nu hebben gebedskaarten? Steek uw hand op. Als u gelooft dat ik een dienstknecht van Christus ben.

     In de laatste opdracht aan de gemeente zei Jezus: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Ik voel me geleid. Ik was van plan weg te lopen. Maar Iets zei tegen mij: "Doe dat niet. Deze mensen willen dat u hun de handen oplegt." God is goed. Hij stopte mijn eigen gedachten. Wat stopte het? U deed het met uw verlangen. Hij wil u uw hartsverlangen geven. Vorm een rij, u met de gebedskaarten. Kom direct naar deze kant en ga in de rij staan. Hij is goed.

     Ik heb Hem een vliegtuig zien laten dalen, het hield mij daar de hele nacht en heel de volgende dag vast vanwege het geloof van een kleurlingvrouw wier zoon stervende was. Beslist. Gelooft u? Gelooft u de boodschap? Als u de boodschap niet kunt geloven, wel, dan zult u nooit de boodschapper geloven, daar ben ik zeker van. Maar als het de boodschap is, zal God het bewijzen.

108 Nu ziet u wat visioenen doen. Ik... Visioenen komen van God. Visioenen genezen u niet; visioenen maken God bekend. De Bijbel zei: "Als er zich iemand onder u bevindt die beweert een profeet te zijn, dan zal Ik, de Here, tot hem spreken. (Hoe zou Hij spreken? Zoals Hij altijd heeft gesproken.) En als hij de waarheid vertelt, zal Ik bewijzen dat het de waarheid is."

     Neem dan het recept en ga terug. Ga terug naar pinkstergeloof. Wees een broeder, Eenheid voor de Drie-eenheid, en Drie-eenheid voor de Eenheid. Wees een broeder, Kerk van God voor de Nazarener, Nazarener voor de Kerk van God. Wees een broeder, wees een zuster. Laat denominaties u niet vaneen scheiden. God heeft Zijn gemeente voorbestemd. Zij bevinden zich ergens in de vijver. Wij moeten er op uitgaan en ze te pakken krijgen. De Heilige Geest onderzoekt hier vanavond ieder hart. Moge de God des hemels het toestaan.

109 Nu, wanneer u, mensen, voorbijkomt, als ik u kon genezen, zou ik het doen. Maar als ik u vertelde dat ik u kon genezen, zou ik liegen. U bent reeds genezen. Jezus heeft u genezen toen Hij op Golgotha stierf, want: "Hij werd verwond voor onze overtredingen; door Zijn striemen werden wij genezen." Wie geloven dat het de waarheid is, zegge "Amen". Het enige wat ik kan doen is mijn handen op u leggen en de zegen uitspreken. God, sta deze zegen toe. Dat zal u helpen, daar ben ik zeker van, indien u het gelooft. Zoals Oral Roberts eens zei dat het een punt van contact is.

     Ik verlang van elk persoon die hierbinnen is nu te geloven, terwijl wij onze hoofden buigen en bidden. Ik wil dat deze mensen zich hier vlakbij opstellen. En terwijl zij langskomen, ga ik bidden en leg u de handen op. Het wordt al laat, bijna tien uur, en ik zal voor u gaan bidden.

     Ik zal meteen voor u gaan bidden. Ik zal handen op u gaan leggen. Ik ga de prediker broeders vragen, zodat u zult zien dat ik het niet alleen ben. Ik ben niet de enige. Elke prediker heeft het recht om voor de zieken te bidden. Van iedere voorganger die godvrezend en door God gezonden is, die geloof heeft in God, zal God zijn gebed verhoren, evenals Hij dat van enig ander zal doen. Zij mogen misschien niet in staat zijn om te onderscheiden en dergelijke dingen. Zij... Dat gebeurt niet al te vaak. Dat is waar. Maar dat maakt de persoon die dat doet niet belangrijker dan iemand anders.

110 Ik kan niet prediken zoals de predikers doen. Ik kan niet onderwijzen zoals de leraars doen. Ik kan niet in tongen spreken als de gave van tongen. Ik heb geen vertolking. Het overkwam mij... O, één of twee keer. Ik heb vier of vijf keer in mijn leven in tongen gesproken. Maar ik had nooit... ik... ik voelde beslist vele keren om het te doen, maar het kwam er niet uit. Dat is verscheidene keren geweest.

     Ik sprak eens gedurende een uur in tongen. Ik sprak een keer in tongen en wist niet eens dat ik het deed. Ik keek om me heen om te zien wie het was die sprak. Ik dacht: "Waar is die Duitser, of wie het ook is?" Keek rond, ik was het die het sprak. Ik hield me heel stil. En op datzelfde moment was er een vrouw die aan het doodbloeden was, ongeveer zestien kilometer daar vandaan, proberend naar de kerk te komen. En toen zij daar aankwam, gaf zij getuigenis dat zij onmiddellijk werd genezen. Het was de Heilige Geest Die bemiddeling deed. Jazeker.

     Deze dingen zijn geen verzinsels, vrienden. Ze zijn waar. God in de hemel weet dat het waar is. Duizenden zoals dat, tienduizenden. Dus is het God, vrienden. Het is God. Geloof nu met heel uw hart.

111 Broeder Moore, enigen van u, broeders, broeder Tracy, elk van u prediker broeders die hier bij mij willen staan terwijl ik handen opleg. Broeder Don, u zou hen daar kunnen helpen, broeder Brown, elk van u broeders die een Christen is en gelooft, kom hier en bid. Laten wij nu allen onze hoofden buigen.

     Genadige God, wij zijn hier om te helpen. Ik bid dat U wilt helpen, Here. Zij weten dat U hier bent. Zij weten het door de vrucht van de Geest; zij zien daar de handelingen van de Heilige Geest dat U hier bent. Here, wij zijn maar mensen. Wij staan hier om onze bediening uit te voeren. Deze tekenen zullen degenen die geloven, volgen. Zij zullen hun handen op de zieken leggen; zij zullen gezond worden. Here, laat het zijn dat elke persoon die voorbijkomt genezen mag zijn, als wij hun onze handen opleggen als blijk van onze sympathie voor hen, en ons geloof in God.

112 Om mee te beginnen, leg ik mijn handen op deze baby en veroordeel ik dit waterhoofd. In de Naam van Jezus Christus, moge het slinken. Moge de vrouw terugkeren en tonen hoeveel het hoofd van deze baby is geslonken. Mag het leven voor het Koninkrijk van God. Amen. Zegen hem, Here.

     Mijn hand op de broeder, in de Naam van Jezus Christus mag hij gezond worden.

     Mijn hand op mijn broeder, in de Naam van Jezus Christus, mag hij zijn genezing ontvangen.

     In de Naam van Jezus Christus, mag mijn broeder genezen zijn.

     In de Naam van Jezus Christus, mag het kind genezen zijn.

     God, in de Naam van Jezus Christus, laat onze zuster genezen zijn.

     In de Naam van Jezus Christus... In de Naam van Jezus Christus, laat onze broeder genezen zijn.

     In de Naam van Jezus Christus, laat onze broeder gezond zijn.

113 Laten alle Christenen nu bidden, iedereen in gebed. In Jezus' Naam, genees onze zuster. Leggen handen op haar in de Naam van Jezus Christus en onze zuster...?...

     June, kom naar voren. Geloof toch niet wat je denkt. Je zult in orde komen, June. Een moeder, dit overkwam jou. Maar toen het mij gisteravond werd verteld, legde ik het voor in gebed. Je zult...?... zoals...?... meer, of iets in die richting. Maar je zult in orde zijn...?... Moge de God des hemels Zijn zegeningen op deze jonge vrouw laten rusten...?...

     In de Naam van Jezus Christus, moge elke zenuw losgelaten worden. Mag zij snel terugkeren naar dat punt waar deze gouden stem, dit talent – dat voor het Koninkrijk van God werd gegeven – dat we die opnieuw mogen horen klinken door het land.

     Ik wedersta de duivel die geprobeerd heeft haar ogen te verblinden en probeert haar gedachten te vergiftigen voor deze dingen. Maar moge de God des hemels doorbreken met het daglicht van het licht van Christus.

     Ik eis dit meisje voor U op. U hebt gezegd: "Als u tegen deze berg zegt: 'Word opgeheven', en niet twijfelt in uw hart, maar dat gelooft wat u hebt gezegd, dan zal wat u hebt gezegd, gebeuren. U kunt krijgen wat u hebt gezegd." Ik verklaar dit meisje genezen te zijn in de Naam van Jezus Christus. Het is gezegd, laat het nu worden gedaan.

114 In de Naam van Jezus Christus, laat dit worden gedaan voor onze broeder.

     Mevrouw Schrader, ik kreeg uw briefje. (Ik ken zuster Schrader.) U vroeg mij omtrent de bandopname. Ik ben nog niet thuis geweest om die te horen. Ik zal hem krijgen wanneer ik thuiskom.

     Zuster Schrader, u bent een goede vrouw. Ik heb u lief, mijn zuster. U was degene die ik niet kende toen ik naar binnen liep waar iemand in tongen sprak, en u gaf de vertolking en sprak precies hetzelfde als wat dat Licht zei toen het boven mij naar beneden kwam toen ik pas een Baptistenprediker was. Het zei: "Zoals Johannes de Doper werd gezonden om de eerste komst van Christus vooraf te gaan, zo bent u gezonden; en uw boodschap zal de tweede komst voorafgaan."

     Toen die Baptistenprediker, waar ik ingezegend werd, toen hij dat hoorde, zei hij: "Iemand met slechts zeven jaar onderwijs zal voor potentaten gaan prediken?"

     Ik zei: "Dat is wat Hij zei."

     De krant zei: "Mystiek Licht hangt boven prediker", het was in de Associated Press. Daar niets over wetend, sprak elf jaar later iemand in tongen en gaf dezelfde uitleg, terwijl ik daar stond. God is met u, zuster Schrader. De duivel is tegen u. Ik ben uw broeder. O God, Schepper van hemel en aarde, deze tengere kleine vrouw wier dierbare geliefde is heengegaan, o Here, laat de kracht die onze Redder uit het graf deed opstaan, laat Hem op dit broze kleine lichaam komen voor Uw glorie, degene die profeteert in Uw Naam. Laat het geschieden. En moge deze gave die omver gerukt is, mag die goed terugkomen. Mag zij herstellen, Here. Ik spreek het over haar uit in de Naam van Jezus Christus. Het is nu gezegd, Here, laat het geschieden voor Uw heerlijkheid. God zegene u, zuster. Moge uw ziel zijn...?...

115 Onze hemelse Vader, in de Naam van Jezus Christus zegen deze jonge zuster en geef haar wat zij vraagt, in Jezus' Naam.

     God, zegen onze broeder, en geef hem zijn genezing in de Naam van Jezus Christus.

     God, zegen onze zuster. Geef haar haar genezing, in de Naam van Jezus Christus.

     God, zegen onze broeder. Geef hem zijn genezing, Here. Laat de mensen die hier voorbijkomen het beseffen, Here, niet zomaar voorbijlopen, maar komend met een geloof, gelovend. Dat is de manier om het te ontvangen...?... Sta het toe, Here. Mogen zij niet zomaar komen...?... en voorbijlopen, maar mogen zij beseffen dat zij onder de zegeningen van God komen die vanavond in de kerk bewezen zijn, dat Hij hier is, en dat Zijn Woord betuigd en bewezen werd. Here, dat Uw genezende kracht is in...?... U kunt het doen. Wij voldoen slechts aan de voorwaarden daar wij werden opgedragen om mensen te gaan dopen. Hij heeft beloofd dat Hij de Heilige Geest zou geven. Al wat wij kunnen doen is dopen. Hij is Degene Die doopt. Dan kan ik het Woord prediken, Hij betuigt het, en ik leg deze mensen de handen op. God, maak hen...?... uit hen, in Jezus' Naam...?...

116 God, hetzelfde aan deze broeder, geef het hem eveneens in Jezus' Naam.

     Hemelse Vader, in Jezus' Naam, genees onze zuster.

     In de Naam van Jezus Christus, genees deze, onze zuster. Mag het vanaf vanavond voorbij zijn, Here, Uw grote gemeente hier is aan het bidden, Vader. Laat het zo zijn dat...?... genezen zijn.

     In de Naam van Jezus Christus, laat het genezen zijn.

     In de Naam van Jezus Christus, genees onze broeder.

     In de Naam van Jezus Christus, moge het voor onze zuster gedaan worden.

     In de Naam van Jezus Christus, mag het gedaan worden...?...

     In de Naam van Jezus Christus, mag het voor onze zuster gedaan worden.

     In de Naam van Jezus Christus, moge...?... neem zijn ...?... nu dadelijk weg, omdat hij hier nu in de tegenwoordigheid van de Zoon van God is, in de alomtegenwoordigheid. Moge Hij uw bevrijding vanaf dit uur toestaan.

     Eveneens aan onze broeder, moge hij...?... Here, terwijl hij voorbijgaat.

     Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven. U hebt gezegd dat als zij hun handen op de zieken leggen, zij zullen herstellen. Ik geloof U hiervoor. En in de Naam van Jezus Christus, leg ik handen op deze zieke mensen.

     In de Naam van Jezus Christus leg ik handen op mijn broeder.

     Uw Vader, moge Hij toevoegen aan de zegening die zij heeft gehad...?... God schenk in Jezus' Naam de genezing van onze zuster.

     In de Naam van Jezus Christus, schenk de genezing van deze broeder.

     God, schenk het verlangen van onze broeder, in Jezus' Naam.

117 Hemelse Vader, schenk het verlangen van onze zuster, in Jezus Christus' Naam.

     Hemelse Vader, in de Naam van Jezus Christus, schenk onze zuster...?...

     In Jezus Christus' Naam, schenk dit aan...?...

     In de Naam van onze Here Jezus Christus vraag ik voor genezing, Vader.

     In de Naam van Jezus Christus, genees onze broeder.

     In de Naam van Jezus Christus, Here, genees onze broeder.

     In de Naam van Jezus Christus, vragen wij een overwinning...?...

     In de Naam van Jezus Christus, schenk de genezing van onze broeder.

     In de Naam van Jezus Christus, schenk de genezing van onze broeder,

     Genees onze zuster, Vader...?...

     In de Naam van Jezus Christus, genees onze zuster, Vader.

     In de Naam van Jezus Christus, genees onze zuster.

     In Jezus' Naam, genees onze broeder.

     In de Naam van Jezus Christus, genees onze zuster.

     God, sta het toe in Jezus Christus, genees onze broeder.

     Nu, Here, in de Naam van Jezus Christus, genees deze...?... in deze baby voor Uw glorie.

     In de Naam van Jezus Christus, genees deze, onze zuster.

     In de Naam van Jezus Christus, Here, genees deze, onze zuster, bid ik.

     In de Naam van Jezus Christus, zegeningen van God op...?...

     In de Naam van Jezus Christus, genees onze zuster.

     In Jezus Christus' Naam, genees onze broeder.

118 Terwijl u nu voorbijkomt, geloof. Geloof. Hoe kan Hij deze dingen doen die Hij doet, als Hij niet hier is? Hij is net zo groot... Precies dezelfde zalving hier als elke andere keer.

     In de Naam van Jezus Christus, genees deze, onze zuster.

     In de Naam van Jezus Christus leg ik handen op onze zuster, Here. In de Naam van Jezus Christus, geloof dat. Amen. Gelooft u dat nu, zuster? God zegene u.

     In de Naam van Jezus Christus met mijn handen...?... in Jezus' Naam.

     In de Naam van Jezus Christus, geloof ik voor onze zuster.

     In de Naam van Jezus Christus...?...

     In de Naam van Jezus Christus, onze zuster...?...

     In de Naam van Jezus Christus, onze zuster...?...

     In Jezus Christus' Naam...?...

     In Jezus' Naam, laat onze broeder genezen worden.

     In de Naam van Jezus Christus, laat onze zuster genezen worden.

     Genees onze zuster, Here, in Jezus Christus' Naam.

     In de Naam van de Here Jezus, genees deze, onze zuster.

     Genees onze zuster in Jezus Christus' Naam.

     Vader, in Jezus' Naam, genees onze zuster, bid ik.

     In de Naam van Jezus Christus, genees onze broeder...?...

119 Dit... We zetten de microfoon daar uit. Dit hier mag zeer vreemd lijken, maar het is slechts gehoorzamen aan een handeling van God. Als u gelooft dat u zich bekeerd hebt en bent gedoopt, dan bent u kandidaat voor de Heilige Geest. Zie? Maar hoe? Door een prediker, een dienstknecht van Christus, die u de waarheid heeft gebracht en het Woord van God aan u heeft bediend. Wanneer dan God in Zijn Woord komt – en zij prediken het Woord – en de Heilige Geest komt neer en bewijst dat het de waarheid is... Kijk, vrienden, wat er zojuist gebeurde, ik... ik weet het niet. God in de hemel weet dat ik het niet weet. Zie? Maar wat het ook was, het moet glorieus zijn geweest, omdat mijn hart echt snel klopt van blijdschap. Het was iets.

     Welnu, het lijkt mij dat een wedergeboren gemeente die aanspraak maakt op de nieuwe geboorte, met de wetenschap dat de tijd van de komst van Christus nabij is... Wel, met het bewijs, een positief bewijs...

     Wanneer hier een man stond met een lang kleed aan en littekens in zijn handen, met bloed dat uit zijn gezicht stroomt, zou dat nog steeds niet de Christus zijn. Elke bedrieger zou dat kunnen doen. Maar als het leven dat in Christus was opnieuw wordt voortgebracht, dan weet u dat het Christus is.

120 Ik zal een dezer avonden over een "Paradox" prediken, en dat was een paradox wat u zojuist hebt gezien. Het is iets wat niet kan worden verklaard. Zie? Het is een wonder hoe de God des hemels zoiets kan voortbrengen. Nu zegt u: "Zou u mij kunnen genezen, broeder Branham?" Dat is onmogelijk. U bent reeds genezen.

     Als Hij hier stond met mijn kostuum aan, dat Hij mij gaf, kon Hij niet méér doen. Al wat Hij zou kunnen doen om te betuigen dat Hij Christus is, is door te bewijzen dat Hij hier is. U zult Hem moeten geloven. "Ik kan het, indien u gelooft." Zo is het nu. Als u het gelooft, is dat alles wat nodig is. Het lijkt mij dat het behoorde te schokken. Het zou mensen tot bekering moeten brengen. Het behoorde mensen te brengen tot het zoeken naar de Heilige Geest. Het behoorde iets meer te doen dan het nu doet.

     Is het voedsel... Is het Woordzaad gevallen op steenachtige bodem? Dames, wat is het antwoord? Broeders, gemeente, wat is het antwoord? Wat kan God nog meer doen? Hij heeft nooit iets anders beloofd. U zult nooit iets groters zien dan de tegenwoordigheid van Jezus Christus die werkt in Zijn gemeente, en de dingen verricht die Hij beloofde te doen.

121 Maar weet u, er is iets met de gemeente gebeurd. Wat denkt u dat er zou hebben plaats gevonden als dat vijftig jaar geleden zou zijn doorgebroken? Kijk, het zal nu krachtiger moeten zijn om de kerk harder te schudden. "Als de vijand binnenkomt als een vloed, rijst de Geest van God er een standaard tegenop." Een dezer dagen zal het de gemeente geheel van haar plaats wegrukken, de wedergeboren heiligen.

     "Twee in een bed, één zal Ik nemen en de ander achterlaten; twee in het veld, één zal Ik nemen en de ander achterlaten." Het zal de gemeente omhoog brengen in de tegenwoordigheid van Christus om voor eeuwig te leven. Ik zeg dit niet om ruw te zijn. Ik zeg dit met goddelijke, broederlijke, oprechte liefde, met een verlangen in mijn hart om de gemeente van God te zien als de gemeente van God: een lichaam van mensen.

122 Mensen kunnen niets voor u doen wanneer u zo door de rij komt en er handen worden opgelegd; u hebt zo veel nieuwtjes horen vertellen en zoveel: "Ik ruik..." en al dit soort onzin hetgeen zelfs niet schriftuurlijk is. Het heeft uw geest bijna verlamd. Kijk, de duivel deed dat om u afkerig te maken van de waarheid. Het Woord is de Waarheid, en het Woord is vlees geworden. Begrijpt u het? God zegene u allen. Ik heb u lief. Hier zijn zakdoeken... [Een zuster geeft een getuigenis – Vert] Amen. God zij geprezen.

123 Here Jezus, de Roos van Saron, de Lelie der Valleien, de Morgenster, de Wortel en Spruit van David, de Alfa en Omega, het Begin en het Einde, Hij Die was, Die is en komen zal, zend Uw zegeningen, Here, op deze mensen. Zegen hen, Here, met een ouderwetse opwekking. Zend hen terug, Here, naar een ervaring die hun vaders en moeders vele jaren geleden hadden en die wij in deze samenkomst herdenken.

     Hier zijn zakdoeken. Vijftig jaar geleden werden die van het lichaam van die gezegende oude heiligen genomen en de zieke werd genezen. Tweeduizend jaar geleden deden zij hetzelfde, en zij werden genezen. U bent vanavond dezelfde God, dezelfde Heilige Geest, komend in grote mate en krachten die aan de gemeente zijn teruggegeven om de gemeente uit haar sluimering wakker te schudden. Laat iedereen die een van deze zakdoeken bij zich draagt, genezen worden, Here. Moge de kracht van God ieder van hen gezond maken. Ik zend ze in de Naam van Jezus Christus voor de genezing.

124 Zegen de mensen nu. Ik draag hen aan U op, Here. Het Woord is gepredikt. U hebt Uzelf gemanifesteerd. U hebt bewezen dat U hier bent. U hebt bewezen dat U niet dood bent, maar dat U uit de dood bent opgestaan en dat U eeuwig leeft, Dezelfde gisteren, heden en voor eeuwig, Die Uw geboden houdt, Uw Woord en Uw beloften houdt van generatie tot generatie, voor wie ook in Uw Naam zal geloven: de grote Heilige Geest, Die naarstig zoekt om iemand te vinden die...

     O God, Hij vond eens een Irenaeus. Hij vond eens een Polycarpus. Hij vond eens een Paulus. Hij vond eens een Martinus. Hij vond eens een Luther. Hij vond een Wesley; Hij vond een George Whitefield. O God, Hij vond een Billy Sunday. God, laat Hem ons vanavond vinden. O God, iemand van het uur die de gemeente op zo'n wijze met het prediken van het Evangelie kan schudden als een Charles Finney, of iemand, Here, die de gemeente opnieuw naar haar plaats zal terugbrengen. Als dan de Heilige Geest Zelf, een werk van Hemzelf – niet een man – Zich onder de mensen beweegt en Zichzelf verklaart zoals Hij vanavond heeft gedaan, dan zijn we U dankbaar, Here.

     Ontvang onze dankzegging, en geef ons van Uw zegeningen. In Jezus Christus' Naam vragen wij het.

125 Ik heb Hem lief, ik heb Hem lief,

Omdat Hij mij eerst liefhad.

     Laten we nu onze ogen sluiten. Laten we onze handen opheffen en laten we Hem prijzen. U weet dat Hij hier is. Hoevelen geloven het van ganser harte, ieder die gelooft dat Christus hier is, zegge: "Amen."

     Laten we nu gewoon voor Hem zingen met al wat in ons hart is, en Hem, zo goed wij maar weten, alle lof toebrengen. Nu, in orde.

Ik heb Hem lief (Sluit uw ogen nu, zing in de Geest.), ik heb Hem lief,
Omdat Hij mij eerst liefhad.
En mijn redding verwierf
Op Calvarie's kruis.

126 O, wonderbaar. [Er wordt een profetie gegeven – Vert] Amen. Weet u wat dat is? Wat is het? Wat is spreken in tongen en vertolking? De hartslag van de Heilige Geest die iets uitspreekt waarvan je niet weet wat je zegt. Zie?

     Ik heb over een terugweg aan u verteld. Ik geef u een uitnodiging. Hoevelen hier zouden graag die route nemen en het voorschrift opvolgen? Velen van u hier die nog nooit zijn gedoopt, en gedoopt zouden willen worden, steek uw hand op en zeg: "Ik geloof. Ik ben gereed. Ik zal mijn eerste werken overdoen. Ik kom weer terug. Ik wil naar Christus komen." Steek uw hand op. Er zal hier morgenavond een doopdienst zijn.

     Een Baptistenbroeder liet net weten: "Ik ben gereed." Goed, broeder, ik kom ook uit uw kerk. Zij lazen mij het recept verkeerd voor, maar ik las het zelf. Ik ontdekte – nadat ik het veranderde en het las en het deed op de manier waarop Hij zei om het te doen – dat er iets met mij gebeurde. O God. Zend het licht voort. Kijk naar Hem Die roept. Ik vraag me af waarom wij... waarom wij het doen?

127 Ik waardeer uw geduld, hoe wij op elkaar zitten te wachten, want het is de Heilige Geest Die probeert iets in ons te krijgen. Hij probeert iets te injecteren, begrijpt u? Uw geduld is geweldig en dat doet goed.

     Als u zegt: "O, ik begrijp het niet, maar ik ga ervoor zitten om het te begrijpen; ik moet erop letten", dan zal God elk hunkerend hart vullen dat zich echt zal uitstrekken. Wanneer u het ziet, wacht dan geen minuut langer. Strek u uit en grijp het meteen. Het komt langs. Misschien komt Hij niet opnieuw langs die weg voorbij. Dat is juist.

Amen. Amen.

128 Luister even, ssst... [Tongen en vertolking – Vert] Amen. De Here zij gedankt. Hebt u het opgemerkt? Hij zei dat Hij hier was om onze lofprijzingen te ontvangen. U kent dat koor "Amen", dat broeder...?... voor mij zong? "Amen"? U zingt het, is het niet? In orde, broeder Don...?... Hu?

     Kom, Ernie. Wij gaan Hem lofprijs geven met een "Amen" lied. U... Hoevelen kennen het? O, we kennen het allemaal, geloof ik. Heel mijn gemeente kent het, geloof ik. Of ik... ik dacht dat u misschien... Wat zegt u? O broeder, ik zou dat niet kunnen leiden. Ik... ik kan niet zingen. O, maar ik denk dat dit nu prachtig zou zijn om "Amen" te zeggen op alles wat Hij heeft gezegd. O my!

Amen, amen,
Amen, amen, amen.
Amen...

     Laten we onze handen omhoog heffen en geef Hem...?... Prijs U, Heer...?... en zegeningen... Zend de Heilige Geest, Here. Kom vanavond en verbreek elk hart terwijl wij U prijzen...?...