Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Jezus wakker maken

Door William Marrion Branham

1 Goedenavond. Zoals altijd is het een voorrecht om in het huis des Heren te zijn. Wat was ik verrast deze jongeman uit Arkansas hier te zien, die al lange tijd mijn vriend is. Ik geloof dat de laatste keer dat ik je heb gezien in Californië was, is het niet? Tjonge. Ben je nog steeds in Californië? Hier? Ik denk dat ik moet verhuizen. Iedereen uit het Oosten komt naar het Westen. Welnu, is iedereen blij? Dat is goed. Wel, ik denk dat dit nu zo ongeveer de zesde dienst is en we moeten de komende week doorgaan tot aanstaande maandagavond. Vergeet dat nu niet, maandagavond het banket in Tucson en we verwachten daar deze aanstaande maandagavond een geweldige tijd.

2 Ik sprak vandaag met broeder Williams en broeder Rose en toen zei ik: "Weet u, ik zal beginnen met bidden voor de zieken." Ik zei: "Ik houd die arme mensen daar iedere avond tot ongeveer tien of elf uur vast." Ik zei: "Ik schaam me er echt voor dat ik dat doe." En ik bied mijn excuses aan dat ik u zo lang heb vastgehouden, maar zo dikwijls krijg ik u niet te zien. Ik kan dat excuus niet maken, want thuis maak ik het nog erger, ziet u. Soms begin ik 's morgens vroeg en predik tot die middag of totdat wij klaar zijn, om dan pas naar huis te gaan. En we zitten dan zo dicht bij elkaar als maar mogelijk is. We hebben dan eenvoudig een goede tijd.

     Fijn om hier te zijn, broeder Groomer. Ja, ik deed het. Hij zat een beetje verscholen voor mij. Was ik niet... Ik was hier vorig jaar toen we langskwamen, nietwaar? Dat dacht ik. Herinner me de plaats en de kerk. Ik ben zo blij hier vanavond te zijn. God zegene u allen.

3 En nu verwachten wij dat de Here vanavond de zieken geneest. We hebben het programma een beetje veranderd en ik ben... Als ik begin aan de boodschap van het prediken van het Evangelie, of over wat ik probeer te bedenken... naar mijn beste weten, en als ik dan begin, dan weet ik niet meer van ophouden. Ik blijf maar doorgaan en ik houd u te lang. Toen dacht ik dat het vanavond een goede gelegenheid zou zijn om, na zoveel avonden van prediken, nu te proberen voor de zieken te bidden. Dus we hebben ons daar vandaag enigszins op voorbereid en op de Here gewacht. En ik begon gisteravond op te merken dat de manier... Je moet toch wel op de manier gaan hoe Hij je leidt, weet u. Je voelt dat iets je beweegt en er zullen direct visioenen doorbreken en dan weet je dat er iets dichterbij komt.

     Toen ik vandaag naar buiten ging door... in de... Ik was in mijn motel en de Heilige Geest zei mij een bepaalde kant op te gaan. En daarbuiten was een zwembad en ik dacht dat er misschien een klein kind was verdronken. Toen ik daar overstak en daarheen keek zag ik enige mensen – ze zitten hier vanavond vooraan. Ze weten of dat de Here was die daar kwam, en precies datgene wat Hij zei was exact het geval. Dus toen wist ik dat het tijd was om te beginnen met het bidden voor de zieken.

     En nu zullen we Hem gaan benaderen met gebed voordat wij Zijn Woord benaderen. En u bent zo'n fijn gehoor. U bent iedere avond zo aandachtig geweest. Ik weet dat sommigen van u moeten opstaan en weggaan, soms voordat... Ik weet dat het niet is omdat u zomaar wilt weggaan. U moet de bus halen en u moet naar uw werk. Ik ben me daarvan bewust. Laten we nu onze hoofden een ogenblik buigen voor gebed. Ik bemerk dat er achterin ongeveer evenveel staan als er hier zitten. En we willen... We weten dat God hun verzoek precies hetzelfde zal beantwoorden als dat Hij dat waar dan ook doet. Welnu, hebt u een verzoek? Laat het bekend worden met een opgeheven hand. God zal luisteren.

4 Onze hemelse Vader, wij komen nu in de tegenwoordigheid van Jezus, in de... in Zijn Naam. En wij gaan naar de troon der genade om te vragen voor vergeving van onze zonden, want wij weten dat wij dag aan dag U tekort doen. Elk uur van ons leven – zelden gaat er een voorbij zonder dat wij moeten stoppen en zeggen: "Here, vergeef mij. Ik bedoelde het niet zo op die manier. Ik had het op die andere manier moeten doen." Dan weten wij, Here, dat U altijd zo vol van genade bent en gereed staat om Uw kinderen te vergeven. U luistert naar hun zwakste kreet. Wij zijn zo blij dat we een Advocaat hebben.

     En vanavond bidden wij, Vader, voor deze gemeente, voor onze geliefde broeder. Al deze jaren verblijft hij hier, kennen we hem en vinden we in hem een karakter, een wonderbare dienstknecht van Christus; wat danken wij U voor zo'n man. Ik... Het is zo'n voorrecht, Here, om temidden van hem en zijn mensen te zijn om met hen samen te werken, en tezamen te komen, om met hen rond het Woord van God vergaderd te zijn. Wij bidden, Here, dat U vanavond met de opkomende vloed wilt meekomen en deze zegeningen wilt schenken. Ik ben zo blij oude vrienden te ontmoeten die ik sedert het begin van de bediening al jaren ken.

     En nu, Here, bidden wij gezamenlijk dat U ons wilt zegenen als wij ons vanavond, tezamen vergaderen in hemelse gewesten in Christus Jezus. Wij zijn voor dat doel tezamen gekomen, Here, en wij bidden dat U vanavond in onze noden wilt voorzien en onze verzoeken aan U wilt beantwoorden door de zieken te genezen, de verlorenen te redden en degenen die ontmoedigd zijn te bemoedigen. Wij vragen het in Jezus Christus' Naam. Amen.

     Welnu, wij willen dat u – iedereen die dat vanavond wil – in het gezegende oude Woord opslaat het boek van het Evangelie van Mattheüs, het achtste hoofdstuk. En we willen beginnen te lezen vanaf... vandaag zullen we uitgaan van Mattheüs, het achtste hoofdstuk, te beginnen met het drieëntwintigste vers.

     Toen ik vandaag vertrok bij broeder... of broeder Williams en broeder Jewel Rose, vertrokken van de plaats waar we waren, toen kwam er een bepaalde gebeurtenis in mijn gedachten. Dus pakte ik... want we hadden zitten praten en de Heilige Geest was heel dichtbij ons gekomen. Dus zodra ze weg waren, dacht ik: "Oh! Nu zal Hij zeker spreken." En er kwam een bepaalde gebeurtenis uit de Bijbel in mijn gedachten, wat had plaats gevonden en snel sloeg ik het op. En ik zocht er een paar passende, kleine Schriftplaatsen bij en haalde er een tekst uit – schreef er een paar notities over op. Ik zou deze aan u willen doorgeven.

5 Laten we nu eerst in Mattheüs lezen, het achtste hoofdstuk, te beginnen met het drieëntwintigste vers:

     En toen Hij in het schip ging, volgden Zijn discipelen Hem.

     En zie, er kwam een grote onstuimigheid op de zee, zodat de golven over het schip sloegen; maar Hij sliep.

     En zij kwamen en maakten Hem wakker en zeiden: Here, help ons, wij vergaan!

     En Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen? Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en het werd volkomen stil.

     En de mensen verwonderden zich en zeiden: Wat voor iemand is deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?

     Dat is nog eens een bijzonder kleine stukje tekst, of Schriftgedeelte. Nu zal ik daaruit vandaan een vreemde tekst nemen, namelijk "Jezus wakker maken". Jezus wakker maken.

6 Het moet een zware dag voor Hem zijn geweest. Hij was vermoeid. Zijn lichaam was uitgeput. Weet u, terwijl Hij voorbij kwam, trokken de mensen God uit Hem. Zij trokken hun verlangens uit Hem en als zij dat deden... We zullen niet proberen om dit in details uit te leggen omdat niemand dat kan. Hoe kunnen wij dingen uitleggen waar we niets over weten?

7 Daarom bestaat er geen manier om ooit te worden gered tenzij u gereed bent aan te nemen wat u niet kunt uitleggen. U moet het geloven. "Wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat." Er bestaat geen wetenschappelijk bewijs voor, maar toch moet u het geloven. En als u het kon bewijzen dan zou het geen geloofsdaad meer zijn. En geloof... God heeft Zichzelf zodanig verborgen dat u wel moet geloven dat Hij bestaat; zonder dat u Hem ziet, weet u toch dat Hij daar is. Of u het nu ziet of niet, u gelooft het; u gelooft het beslist, hoe dan ook.

8 Nu, ik vind dat dit geweldig is, en dat geeft ongeletterde mensen zoals ik een kans – iedereen – om het te geloven; want wij horen het en het geloof is uit het horen, het horen van het Woord van God. Dan accepteren wij dat en geloven dat. En het is op de basis van ons geloof daarin dat wij worden gered en genezen, en wat wij nog meer van God trekken, het komt van een ongeziene bron.

9 Christenen... De hele wapenrusting van het Christendom is geloof. Alles wat wij hebben is onzichtbaar. De enige dingen die echt zijn, zijn onzichtbaar, onverklaarbaar. De dingen die kunnen worden verklaard zijn niet echt. Ze zijn oppervlakkig en vergaan, maar de dingen die niet kunnen worden verklaard zijn onsterfelijk; het gehele gebied. Kijk naar de wapenrusting van het Christendom. Liefde – welk gedeelte van u is liefde? Liefde, vreugde, geloof, verdraagzaamheid, zachtmoedigheid, geduld – ziet u? Geen enkele van deze dingen... U kunt ze niet zien. Ze zijn onzichtbaar maar toch geloven we er in. Liefde sterft nimmer. Geloof is een overwinning. Wij geloven dingen die we niet zien.

10 Welnu, in Jezus was God. God was in Christus om de wereld met Zichzelf te verzoenen en deze mensen geloofden Zijn getuigenis. En degenen die dit werkelijk geloofden konden Gods zegeningen uit Hem trekken. En als zij dit deden zei Hij dat er kracht van Hem uitging. Deugd is kracht. Met andere woorden, zoals wij het vandaag zouden noemen, Hij werd zwak als de mensen het uit Hem trokken. Wel, als dat zo in dat menselijke lichaam werkte, dan zal het ook in een andere menselijk lichaam zo werken.

11 En wij allemaal scheppen onze atmosfeer om ons heen. Je was bij mensen die werkelijk aardige mensen waren maar toch kon je nauwelijks bij ze in de buurt blijven. Dan was je bij andere mensen waar je het echt fijn vond om bij ze te zijn. U schept die atmosfeer. En oh, zou u het niet fijn hebben gevonden even bij Jezus in de buurt te zijn geweest? Wonderbaar! Denk eens hoe die atmosfeer zou zijn geweest die Hij schiep. Ik stel me voor dat het precies een enorme bundel van liefde en respect en Goddelijke vreze is geweest.

12 Nu, ik heb mensen dikwijls horen zeggen... Velen van u, vermoed ik, hebben de band al gehoord over dat laatste visioen daarboven (de reden waarom ik nu in Arizona ben), en dat was... Tjonge! Als u hem krijgt, het is "Welke tijd is het, heren?" En als u hem krijgt... ooit een band van ons kocht, neem deze dan. Welnu, ze zijn niet van mij. Ze behoren tot een ander gezelschap dat bij ons is; die hebben de banden. En ze zijn niet van mij, dus... maar ik weet dat de jongens ze hebben.

13 En ik heb nog nooit eerder zoiets dergelijks meegemaakt. Sommigen zeggen: "Als u in de tegenwoordigheid van God bent, waarom vraagt u Hem dan niet dit of dat?" Het is anders dan wat u... Kijk, wat veel mensen de kràcht van God noemen is slechts de zégen van God. De kracht van God is totaal anders dan de zegeningen van God. De kracht van God... in Zijn tegenwoordigheid weet je helemaal niet wat je moet doen. Je bent eenvoudig zo bevreesd dat je je helemaal verdoofd voelt. Het duurde twee dagen dat ik zelfs in mijn rug en de achterkant van mijn hoofd en in mijn hele lichaam van onder tot boven, helemaal geen gevoel meer had. Dus helemaal verdoofd met zo'n vreze, toen die constellatie van engelen... Stond precies zoals hier, niet... stond precies zo naar ze te kijken zoals ik nu doe. En als u denkt dat het zoiets is als: "O, wel..." Nee, als je daar echt bent en het ziet is het anders.

14 En nu moest de Here Jezus, Immanuël zijnde, vermoeid zijn geweest. Er was kracht uit Hem gegaan. En er lag een grote taak op Hem te wachten, de dag erna toen Hij aan de overkant aan land ging, zoals we allen weten, want Hij was onderweg naar Gardara. Het was daar waar Hij deze bezetene vond. Misschien dacht Hij, terwijl het schip het meer van Galilea overstak – wat waarschijnlijk een tijdje in beslag nam – dat Hij van de gelegenheid gebruik zou maken om wat rust te nemen. Dat is niet meer dan normaal, iedereen zou dat doen.

     Ze waren met Hem in het schip gestapt en ze brachten Hem aan boord. En ze voeren de zee over om aan de overkant te gaan prediken en Jezus zag deze prachtige gelegenheid, omdat Hij vermoeid en zwak was, want Hij was menselijk. Hij was toen niet onsterfelijk. Hij was een mens en Hij moest sterven. Daarom moest God een mens worden gemaakt, om te kunnen sterven.

15 Nu, daar was Hij, slaperig en vermoeid. Zijn discipelen pakten de roeiriemen op en hesen het zeil. In die dagen hadden ze... als er wat wind was kon het schip zo laveren doordat het zeil de wind opving. En als dat soms te langzaam ging – het hielp toch wel een beetje om te roeien – dan pakten ze de roeiriemen en hielpen zo mee. En ook met het zeil konden ze tamelijk snel opschieten. Eén zat achterin. Gewoonlijk hadden ze op zo'n groot schip wel acht of tien man die roeiden; ze hadden een roer, één man achterin droeg zorg voor dit roer als ze zeilden. Als ze dan roeiden, wel, dan konden ze natuurlijk het roer vastzetten en aan de riemen trekken.

     Welnu, laten we er van uitgaan dat de zeilen waren gehesen, omdat er wat wind stond, wat we weten door wat er iets later gebeurde. En iedereen kent dat deel van Galilea, of daarginds – oh! – daar kan op ieder moment iets gebeuren. Dus waren ze daar onderweg, zeilden naar de overkant. En Jezus moet helemaal naar het achterste gedeelte van de kleine boot zijn gegaan en Hij trok Zijn knieën op en legde Zich neer op een kleine hoop die daar lag, zodat Hij wat rust kon nemen en kon herstellen van Zijn verlies aan kracht, voor Zijn dienst die wachtte.

     En de discipelen moeten zich met elkander hebben verblijd over wat zij Hem hadden zien doen. Het moet een wonderbare tijd voor hen zijn geweest, want waarschijnlijk hadden ze een tijd van getuigen met elkaar. En misschien discussieerden ze over enige dingen die ze Hem hadden zien doen. En laten we nu even stoppen en naar hun gesprek luisteren.

     Misschien spraken ze over de plaats waar Hij zoiets als dit had gezegd: "Ik ben die Ik ben."

16 Toen Hij zei... Ze zeiden: "Onze vaderen aten manna in de woestijn en ze stonden onder Mozes", en Jezus had gezegd: "En zij allen zijn dood." (Er waren er slechts twee die het beloofde land haalden, ziet u, Jozua en Kaleb.) "Zij zijn allen dood, maar Ik ben het brood des levens dat van God uit de hemel komt. Een mens die dit brood eet, zal niet sterven."

     Veranderd – het was anders geworden. Hoe kon Hij het brood zijn? Misschien hadden ze het daar over.

17 En misschien spraken ze over... Omdat hier misschien vreemden zijn voor de genezingsdienst zou ik dit willen zeggen. Misschien zeiden ze... Nu, dat zou één ding geweest kunnen zijn wat Hij beweerde, dat Hij die 'Ik Ben' in de brandende braamstruik was. Want ze zeiden: "U bent een man niet ouder dan vijftig en U zegt dat U Abraham hebt gezien. Nu weten we dat U gek bent; (kijk, gek betekent zonder verstand) en u bent niet ouder dan vijftig jaar (terwijl Hij pas dertig was). Maar ze zeiden: "U bent pas ongeveer vijftig jaar oud en U zegt dat U Abraham hebt gezien? Nu weten we dat U gek bent. Ziet u?

18 Maar Hij zei: "Voor Abraham was, ben Ik." Oh! Hij had niet alleen Abraham gezien maar "voor Abraham was, ben Ik." En Hij is nu evenveel "Ik ben" als Hij toen was. Nu, onthoud, "Ik ben" is niet "Ik was" of "Ik zal zijn". "Ik ben" is constant, de hele tijd, dezelfde gisteren, vandaag en voor immer; "Ik ben".

19 En misschien hebben ze toen gezegd: "Welnu, hier is een reden hoe wij weten dat Hij de Messias is, want wij weten..." (Hij ligt ondertussen te slapen.) "We weten dat Hij de Messias móet zijn, want de Schrift vertelde ons wat deze Messias zal doen wanneer Hij komt." Welnu, voor iedereen met een goede, gezonde, orthodoxe leer is dat een goede filosofie. Dat is wat ik gisteravond probeerde uit te leggen, ginds in die andere... Mesa. Oordeel nimmer door op emoties af te gaan; oordeel overeenkomstig het Woord! Het moet het Woord zijn. Welnu, let op het Woord en wat het Woord zegt en weet dan dat dit juist is, omdat God dat heeft gezegd. Dat maakt het vast. En nu waren ze Hem aan het beoordelen overeenkomstig het Woord.

20 Om er nu achter te komen of Hij de Messias was kon je teruggaan naar de man die hun de wet had gegeven. Natuurlijk had God het hun gegeven, maar Mozes had het van God van de berg naar beneden gebracht. En hij vertelde hun dat hij hen op zekere dag zou verlaten, maar de Here God zou hun een Profeet verwekken zoals hij – aan hem gelijk, een Wetgever, een Koning-Profeet, en het zou komen te geschieden dat een ieder die zou weigeren naar deze profeet te luisteren vanuit het volk zou worden uitgeroeid.

21 En nu hadden ze bemerkt dat toen Jezus kwam... En overal in de Schrift hadden ze een bevel gekregen – de Joden: "Als er iemand onder u geestelijk is of een profeet, zal Ik, de Here, Mijzelf aan hem bekend maken door visioenen. En als hetgeen hij zegt komt te geschieden, hoor dan die profeet, want Ik ben met hem. Maar als het niet gebeurt, luister dan niet naar hem." Nu, dat is nogal logisch. Dat is alleen maar normaal.

22 Zoals toen er eens een man opstond, Jeremia, een hoofdprofeet. De Here vertelde hem dat Juda gedurende zeventig jaren in Babylon zou verblijven. Hij zei: "Luister niet naar een dromer, naar een profeet of iets wat hierover iets anders zegt; leg een juk op zijn nek." En Hananja... nu, Hananja was een profeet. Niet alleen dat, maar hij was de zoon van een profeet, zijn vader was een profeet. En hij raakte onder inspiratie en nam dat juk van zijn nek af en brak het en zei: "ZO SPREEKT DE HERE: Na twee jaar komen ze terug." De mensen konden daarvoor in hun handen klappen. Tjonge, dat was goed! Ze wilden naar Hananja luisteren, maar het was in tegenspraak met het Woord. Het kwam niet met het Woord overeen, ziet u?

     Daarom zei Jeremia: "Hananja, Amen. Moge de Here jouw woorden laten geschieden. Maar wacht eens even, laten we bedenken dat er profeten vóór ons zijn geweest. En wanneer de profeet profeteert en hij is betrouwbaar..." De profeet is betrouwbaar als zijn profetie uitkomt.

23 Ik zie hier enige Indiaanse vrienden zitten. Ik las enige tijd geleden in hun geschiedenis over de vroege Christelijke dagen van de Indianen en ze moesten het wild volgen om te kunnen leven. En als er een profeet onder hen kwam en hij profeteerde en vertelde hun waar het wild was dan werd hij de leider. Maar als hij een leugen profeteerde was dat het einde van zijn weg. Ze ruimden hem meteen op. Hij leefde niet langer meer.

24 Wel, het was bij God op dezelfde basis. God zei tegen Jeremia: "Hananja heeft gelogen; Ik heb hem dat helemaal niet verteld." (Kijk, het is in tegenspraak met Zijn Woord.) "En binnen een jaar zal hij van de aarde weg zijn." In de zevende maand stierf hij. Hij nam hem van de aarde weg. Nu, u ziet, hoewel hij werd geïnspireerd, toch was het in tegenspraak met het Woord. Ongeacht hoe krachtig een prediker kan spreken, hoe goed hij het er kan laten uitzien, als het tegengesteld is aan het Woord, blijf er dan bij vandaan. Blijf er helemaal bij vandaan.

25 Het is het Woord wat Gods programma is – de complete openbaring van wat Hij was, wat Hij is en wat Hij zal zijn. Het is een doorgaande openbaring van Jezus Christus. En de complete openbaring van Jezus Christus is deze Bijbel. Iedere zaak die iets openbaart wat in tegenspraak is met Hem, wat vertelt wat Hij zou doen, wat Hij nu is... "O, dat was in de vroegere dagen", gelooft u dat niet! Het moet dezelfde Jezus zijn, (Zie?) en dat is het Woord.

26 Nu. We ontdekken nu dat deze discipelen het misschien over die zaak hadden. Misschien heeft Petrus gezegd: "Weet je, ik zat er over na te denken en ik herinner mij dat mijn vader me vertelde dat er op een dag een grote beroering zou ontstaan. Ze hebben altijd kleine opstootjes gehad. Er zou zijn... Voordat de Messias kwam zouden er waarschijnlijk valse messiassen opstaan. Maar hij vertelde mij: 'Zoon, onthoud dit ene ding: wij zijn Joden. Wij zijn Gods uitverkorenen en we kregen een bevel van onze hemelse Vader dat... om te weten dat die Messias een profeet zal zijn. En dat de profeet alleen wordt erkend als datgene wat hij spreekt komt te geschieden; zo zullen wij dan weten dat dàt de Messias is.'"

27 Toen Petrus in Zijn tegenwoordigheid kwam aangelopen, op de uitnodiging van misschien Andreas, zijn broer, die Hem had gehoord, en die op een dag had gezien dat Johannes Hem aankondigde, dat dit Hem was... Johannes, híj zag de Geest, híj hoorde de stem. Niemand anders hoorde het of zag het, alleen hij. Van al de duizenden die daar stonden zag niemand het behalve Johannes. Het werd voor hem gezonden. "Johannes legde getuigenis af, zag de Geest van God nederdalen; en een stem uit de hemel."

28 Toen Paulus door een licht werd neergeworpen, dat hem verblindde, zag niemand van de anderen het licht. Voor Paulus was het zo werkelijk dat het zijn ogen verblindde. De wijzen volgden de ster van Babylon gedurende de hele weg. En ze hielden de tijd bij aan de hand van de sterren die over hun observatorium voorbij trokken en niet één zag het. Het werd aan de wijzen getoond. God verkiest wie Hij wil verkiezen, doet wat Hij wil doen. Hij is God. En Hij zal nooit tegen Zijn Woord ingaan – altijd overeenkomstig het Woord.

29 Welnu. En misschien heeft Simon dìt gezegd: "Weet je,..." (terwijl hij roeide over dit meer en Hij lag te slapen achterin de boot), hij zei: "toen ik in Zijn tegenwoordigheid kwam, zei Hij tegen mij: 'Uw naam is Simon en u bent de zoon van Jonas.' Dat maakte het voor mij vast. Ik wist toen dat dàt echt de Messias was, omdat Hij mij precies de waarheid vertelde hoewel Hij mij nog nooit had gezien."

     Filippus kon het getuigenis hebben gehad hoe hij Nathanaël had gehaald en Hij vertelde hem waar hij was voordat hij kwam. En ze kunnen hebben gesproken over de vrouw bij de bron. Ze kunnen hebben gesproken over blinde Bartimeüs die Zijn kleed aanraakte door... misschien stond hij honderd meter bij Hem vandaan en zijn geloof in God raakte Hem aan. De vrouw die de zoom van Zijn kleed aanraakte... Al deze dingen bewezen dat Hij de Messias was. Wat een geweldige tijd!

     Welnu, vervolgens hebben ze misschien gediscussieerd over de houding van de mensen tegenover Hem (we zijn nu... ze zijn nog steeds bezig het meer over te steken); tegenover Hem. Sommigen zeiden... Sommigen geloofden, sommigen geloofden niet. Dat is hetzelfde vandaag. Sommige mensen geloven het. Nee, je kon... Ongeacht hoe duidelijk het zou worden betuigd, sommigen zullen het niet geloven. En enige anderen zijn zo geestelijk dat ze het al bij het eerste kleine knikje begrijpen; en anderen kunnen dag en nacht ploeteren en ze krijgen het nimmer.

30 Laat me hier even bij stoppen en iets uitleggen. Zaden die in de aarde vallen – als zij zijn bevrucht groeien ze als de zon er op schijnt, in vochtige omstandigheden. Maar als ze niet zijn bevrucht kan de zon er op schijnen en ze rotten eenvoudig weg. Er gebeurt niets. Wij zijn bevrucht. Onze namen werden geroepen en op het levensboek van het Lam geplaatst, voor de grondlegging der wereld. Ongeacht hoe religieus wij zijn, dat heeft er niets mee te maken. Soms is dat tegen ons.

31 Welnu, ik voel me thuis met zo'n fijne broeder hier als broeder Groomer en deze andere broeders hier. Ik voel eenvoudig om dit te zeggen. Let op Jezus. Wij weten nu dat Hij de Messias was. En toen Hij kwam en Zichzelf de Messias betoonde bij religieuze mensen – Farizeeën, Sadduceeën, allemaal van... priesters uit de lijn van Aäron... Gedurende honderden en honderden jaren waren hun bet-over-over-over-over-over-over- (helemaal terug) grootvaders priesters, die het Woord bestudeerden, de profeten bestudeerden. En de profeten spraken hier duidelijk over. Maar toen Jezus kwam en dat volvoerde, toen waren ze zo blind als een mol.

32 Religieus tot op het bot; knap, intelligent, net zo intellectueel als ze maar konden zijn (veruit boven één van ons vandaag), getraind in het Woord, van kinds af aan ermee opgegroeid. En toen de echte waarheid voor hen oplichtte en dat licht scheen, zeiden ze: "Deze man... dat kunnen we niet plaatsen, daarom moet Hij wel een duivel zijn, Beëlzebub. Hij heeft een bijzonder sterke geest. Hij kan de gedachten van de mensen lezen." Vandaag zouden we het een telepaat noemen. Ze begrepen het niet.

33 Maar kijk nu. Eens op een dag in Sichar, een stadje in Samaria, toen Jezus er doorheen kwam en tegen de muur aan zat. En een kleine vrouw met een slechte reputatie, slechte naam; had een aantal echtgenoten die ze niet behoorde te hebben. En hier komt ze aan om wat water te halen en Jezus zei tegen haar: "Geef Me wat te drinken. Breng iets te drinken." Ze vertelde Hem dat ze dat niet konden doen. Dat was niet juist. Kijk, het was beledigend voor haar om te... voor Hem om een Samaritaanse vrouw iets dergelijks te vragen. En snel zei Hij tegen haar: "Als je wist tot Wie je sprak..." (Nu, ze wist dat niet.) Hij zei: "Als je wist Wíe het is tot Wie je spreekt, dan zou je Mij te drinken vragen."

     Het onderwerp ging nog even zo door. Na enige tijd zei Jezus tot haar, omdat Hij daar naar de bron was gestuurd: "Ga je man halen."

     Ze zei: "Ik heb er geen." Ze was nog steeds verblind, ziet u, want iedere man kan theologie onderwijzen, ziet u, of hij kan elk soort bewering doen. Hij kan zeggen wat hij maar wil – maar dat maakt het nog niet waar.

     Hij zei: "Ga je man halen."

     Ze zei: "Ik heb helemaal geen man."

34 Hij zei: "Je hebt de waarheid verteld, want je hebt er vijf gehad en degene met wie je nu leeft is niet van jou. Je hebt de waarheid verteld." Let op dat licht! Dat trof de levenskiem! De plant begon te groeien. Snel, magisch, snel, deze bespotte prostituée, eruit geschopt... Niet een getrainde priester; een vrouw van slechte zeden. Maar ze was verordineerd tot eeuwig leven, en toen dat licht het trof herkende zij het snel.

     Ze zei: "Meneer, ik begrijp dat U een profeet bent. Nu hebben wij er gedurende vierhonderd jaar geen gehad, maar toch weten wij dat er een Messias komt. En die Messias zal een profeet zijn en Hij zal ons deze dingen vertellen." Kijk, zij wist dat een man die haar dat vertelde haar geen leugen zou vertellen.

     En Hij wist dat en Hij zei: "Ik ben het, die met u spreekt." Ze stelde geen enkele vraag meer, maar rende de stad in en zei: "Kom, zie een man..." Kijk naar het verschil! Kijk, als dat licht treft, zal het òf verblinden òf tot leven brengen. Dat moet zo zijn – leven, Bijbel, de Schrift.

35 Nu, er kunnen vele dingen zijn geweest waar mensen over hebben gesproken. Sommigen zeiden zoiets als dit: "Nimmer sprak een man zoals deze Man." Sommigen van hen geloofden. Ze zeiden: "Deze Man schijnt een autoriteit te bezitten. Hij lijkt zo positief te zijn over wat Hij zegt. We hebben nog niet eerder een man gezien die kon opstaan en dergelijke dingen beweren. We hebben priesters horen praten. We hebben rabbi's gehoord, priesters en van alles en nog wat en lezingen, enzovoort; maar deze Man spreekt met autoriteit. Hij weet waarover Hij spreekt. Nimmer sprak een man zoals deze Man."

     Sommigen zeiden: "Hij is Beëlzebub."

     Het moet Johannes zijn geweest (een jongeman, weet u, kon snel denken), hij moet het zijn geweest die zei: "Denk daar eens aan. Degene die vijf broodjes en twee visjes kon nemen en er vijfduizend mee voeden (Amen!), Degene die de geheimen van het hart kent – Hij is bij ons in het schip. We hebben Hem regelrecht hier! Broeders, jullie waren aan het getuigen." Toen zal hij misschien wel gezegd hebben: "Maar Degene aan Wie wij denken, is precies hier bij ons."

     Dat is nu precies dezelfde zaak – Degene over Wie wij prediken, Degene over Wie wij spreken... Wat goeds zou de God van Mozes zijn, als Hij niet dezelfde God vandaag is? Degene waar we over spreken is hier met ons. O, wat een zaak om over na te denken!

36 En dan waren ze ook nog eens op een gevaarlijk meer, ziet u. En wat een veilig gevoel om te weten, terwijl ze over een opgezweept meer zeilden, dat er Iemand bij hen op het schip lag! Wat kunt u veilig zijn. Als de zeeën in beroering zijn, als ze niet in beroering zijn – dat maakt totaal geen verschil, zolang u weet dat Hij precies daar ligt, wat maakt het dan uit? Laat komen of gaan wat er wil, het maakt totaal geen verschil. Het is daar, ik weet het. U zegt: "Ik... prijs de Here." Als de doktoren zeggen dat u zult gaan sterven aan kanker, zeg dan: "Glorie aan God. Wellicht een snelle reis naar huis." Ziet u, het maakt hun niet uit.

     Ik sprak onlangs met een aantal dokters. Hij zei: "Ik las uw boek over Goddelijke genezing."

     Ik zei: "Ik vermoed dat u het bekritiseerde."

     Hij zei: "Beslist niet. Ik vind dat u gelijk hebt."

     Ik zei: "Dank u, doctor Scheen."

37 Hij zei: "Broeder Branham, wij hebben vastgesteld dat wanneer wij een persoon vertellen dat hij iets kwaadaardigs heeft of iets dat hem zal gaan doden, een maagzweer die op het punt staat open te barsten of tuberculose, dan hangt het er vanaf welke houding ze aannemen. Als ze helemaal in paniek raken," zei hij, "dan sterven ze regelrecht. Maar als ze de houding aannemen van 'Wel, sterven hoort bij het leven: het is in orde als ik sterf'", hij zei, "wist u dat het die zaak bijna geneest?"

     Nu, ik dacht slechts: "Als die verstandelijke opvatting dat kan bewerken, wat zal er dan niet gebeuren als de Heilige Geest de binnenkant van die mens aanraakt? Dat is het." Ik vroeg hem dat.

38 Hij zei: "Zeker, dat is juist. Als je in een plaats kunt komen, daarin kunt komen..." (Een van de beste chirurgen en doktoren die er in het Zuiden zijn.) Hij zei: "Als het... Meneer Branham, het kan worden bewezen. Als iemand zal... tot die plaats kan komen dat zelfs zijn eigen verstand niet weet dat hij het heeft (eraan denkt dat hij het heeft) en er geen enkele aandacht aan besteedt, dan zal dàt het gevolg zijn, ziet u, als hij dat kan geloven."

39 Dat is waar. Kijk, de geestelijke houding die u daarover aanneemt, dat zal brengen... Nu, de geest zal het niet bewerken, maar als u die houding aanneemt ten opzichte van iets waar leven in is, dan komt dat leven naar beneden en bewerkt het. Niet uw geestelijke houding – dat brengt u slechts in de tegenwoordigheid van Hem. Dat is wat u doet. Uw geest... De vijf zintuigen zijn in orde zolang zij God niet ontkennen. Maar zodra zij God gaan ontkennen, laat ze dan gaan. God houdt ze onder controle. Dat is de Schepper.

     Welnu, zoals ik zei, wat een zekerheid is het om deze gevaarlijke zee te bevaren en te weten dat Hij precies in de boot ligt. Er was iets gedurende die nacht met deze discipelen zoals het vanavond bij ons is: zij verheugden zich over de effecten van een samenkomst na de opwekking, feestend op de resultaten van de opwekking.

40 Nu, broeder Groomer en broeder... hier en vele anderen, we kwamen ongeveer vijftien jaar geleden door dit land en er was een opwekking. Oh! En weet u wat we vandaag aan het doen zijn? Er alleen over praten. De opwekking is voorbij. Het is al een lange tijd voorbij. We leven slechts bij de resultaten ervan en wachten.

     En deze discipelen deden hetzelfde, verheugden zich, leefden op wat ze hadden zien doen, waarschijnlijk de vorige dag en de week ervoor en een jaar daarvoor. Ze getuigden erover, o, legden er een geweldig getuigenis van af.

     Hoe weten wij dat... Jezus lag in hun dagen te rusten tussen twee opwekkingen in. Hoe weten wij of Hij nu misschien wel tussen de opwekkingen aan het rusten is? Ja. O, u zegt: "Nu, wacht even, nu gaat broeder Branham een beetje van het pad af. Jezus hoeft niet te rusten." Ja, dat deed Hij wel. De Bijbel zei dat God de hemel en de aarde in zes dagen maakte en op de zevende rustte Hij. Deed dat beslist. Hij rustte. Jezus was vermoeid en lag in de boot; hij lag te slapen en rustte. En misschien rust Hij nu na de inspanning van de opwekking die pas voorbij is zoals Hij toen deed. Ik hoop dat dat het is. En de discipelen waren zich aan het verheugen over wat zij Hem hadden zien doen, ziet u, en wisten dat Hij bij hen was.

41 Zo ongeveer is het met de menselijke gezindheid. Het verstand van een mens spreekt altijd over en verheugt zich over wat God hééft gedaan en ze zeggen wat Hij zal doen en gaan voorbij aan wat Hij aan het doen is. (Hij sliep niet echt – we zullen daar over een paar ogenblikken aan toe komen, zie.) Ze zullen geloven in wat Hij heeft gedaan en erover juichen; ze zullen erover praten wat Hij zal gaan doen en God verheerlijken; maar wat Hij precies nu doet, negeren ze. Dat is precies de menselijke natuur. Dat is precies de manier zoals hij het doet.

42 Toen, terwijl zij van de zegeningen van hun gemeenschap met elkaar genoten en oh, het allemaal bij elkaar optelden wat ze hadden zien doen, toen kwam er opeens moeite opzetten. En dat is zo ongeveer hoe Satan dat doet, zie, precies als u een getuigenissamenkomst hebt of zoiets. Vaak had ik... Hier niet lang geleden was ik in een samenkomst en stond op het punt een altaaroproep te doen, toen een oude man voorover op de grond viel, zo dood als hij maar kon zijn, ziet u, door een hartaanval. En de hele plaats was in rep en roer. Ik ben vergeten... Het was in Shawano, Wisconsin. En ik dacht: "God, wat kan ik doen?" Ik keek deze kant op en ik zag de oude man in een visioen de deur uitlopen. Toen wist ik wat ik moest doen.

43 Niet lang geleden, bij deze grote sponsor van Oral Roberts, dokter... ginds in Philadelphia, wat is dat... hij is een... ik ben nu even z'n naam vergeten. Hij is een tandarts en hij is een belangrijke sponsor van zijn televisieprogramma. Ik kan niet op zijn naam komen. En wij – Barton – we hielden een samenkomst en ik stond op het punt een altaaroproep te doen. En ik merkte een vrouw op die erg vreemd deed en haar dochter haastte zich er naartoe en begon over haar gezicht te wrijven. En ik dacht: "Wel, het is goed mogelijk dat ze flauw valt." En opeens gingen haar voeten recht vooruit en haar handen gingen zo naar achteren.

     Dokter Barton rende naar de plaats waar zij was, nam haar pols op. Ze had er geen. Hij keek op naar mij en schudde zijn hoofd. Wel, ik probeerde de aandacht van de mensen vast te houden die daar in die grote menigte zaten, probeerde er geen aandacht aan te besteden op die manier, ging gewoon door met spreken. Dus toen zei hij: "Ga de kleine Branham halen." (Dat was Billy.) En Billy zag die dode vrouw. Daar had hij niets mee te maken, zie; dat wilde hij niet.

44 Wel, precies toen ik weer begon te spreken (nu, u zou dokter Barton ernaar kunnen vragen, als u hem kent), weer begon te spreken, zei ik: "Wees nu allemaal niet opgewonden. Blijf rustig." Soms, als je ziet dat een demon uit een persoon probeert te komen, worden ze zo oneerbiedig, de menigte raakt in paniek. Dat is de verkeerde zaak om te doen. "Zit stil; raak niet opgewonden. Hij is hier." En terwijl ik zo sprak – ik weet niet hoe dit kon gebeuren – maar ik keerde me naar haar toe en noemde haar naam: "Mary, kijk hierheen!" En toen ze dat deed, kwam ze tot zichzelf, kwam bij. Ziet u, het is die verwarrende tijd. Plotseling rijst er moeite op, precies op die tijd.

45 Nu, nu, u mag dokter Barton daarover navraag doen. Ik ontmoette hem de volgende dag en hij zei: "Broeder Branham, die vrouw had geen hartslag. Ik onderzocht haar hier onder haar boezem en ik onderzocht haar hart en in haar nek en overal." Hij zei: "Ze was overleden." En dan, ze kwam uit een echt rijke familie en het was de eerste keer dat ze ooit in een dergelijke samenkomst was en ze... Ik ging... Hij nam me mee naar haar huis en ze zei: "Ik hoorde u mijn naam noemen", en ik had de vrouw nooit eerder in mijn leven ontmoet. Maar het was de Heilige Geest. Ziet u.

     Nu, plotseling rees er moeite op. Het schip begon te dansen, de golven werden hoog en het zeil... misschien kwam de wind wel met een boze vlaag naar beneden en rukte het van de mast af. En het schip bonkte en de grote golven hadden witte schuimkoppen en smeten het water in de boot en de boot begon vol te lopen met water. Moeite! Iedere hoop op overleven scheen verdwenen te zijn. Hoewel ze Hem zovele dingen hadden zien doen... Ze hadden het gezien, maar toen de moeite kwam opzetten was alles vergeten.

46 En ik vraag me af of dat vanavond ook niet zo ongeveer het geval is. We weten wat we God hebben zien doen in deze opwekking. U predikers, weet dat. U hebt Zijn kracht gezien, Zijn... hoe Hij de doden heeft opgewekt, met doktersverklaring. Hij voorzegde de dingen die gebeurden tot op de letter. Hij genas de zieken. Duizendmaal duizenden rondom de wereld zijn genezen. Maar nu er een kleine stilte is gekomen en moeite ons treft, zijn wij dat dan zo snel vergeten?

47 Precies zoals Israël deed toen Hij al de plagen in Egypte had veroorzaakt en de grote dingen had gedaan die Hij deed. Want toen ze bij de Rode Zee kwamen moest Mozes het uitschreeuwen: "Jullie hebben tien wonderen gezien en twijfel je nog steeds aan God?" Toen ze bij het oude watergat geen water vonden waren ze aan het murmureren, klagen. Zo zijn menselijke wezens. Ze vergaten al de wonderen die Hij deed, zie. Wij doen dat ook. Misschien hadden deze discipelen dat ook wel, want... tijd van moeite.

     Nu, wanneer wij een... Ze waren in een probleem terecht gekomen waar ze geen remedie voor konden vinden. Zolang wij een remedie kunnen vinden houden we precies daar aan vast. Maar ze waren in een probleem terecht gekomen waarvoor ze geen oplossing konden vinden en ze werden bevreesd. Ze schreeuwden het uit. Ze waren bevreesd omdat ze geen oplossing hadden. (Ik had mezelf beloofd dat ik de kerk hier om negen uur zou laten vertrekken, dus... Ik zou daar lang bij stil kunnen staan, maar ik probeer alleen de hoogtepunten aan te roeren zodat u het kunt begrijpen.)

     Broeder, er is vanavond heel wat moeite waar we geen remedie voor hebben. Ik heb een lijn van... hier een lijst van nationale problemen. Ze kunnen de oplossing niet vinden. Ze weten niet hoe ze het moeten doen. V.N.'s, Volkerenbonden en al dit gepraat – het wordt alleen maar slechter en slechter.

48 Die avond in Finland, toen die kleine jongen die dag op straat was gedood... De burgemeester van de stad liet het opschrijven en ik kreeg het met zijn zegel bekrachtigd. Zag er jaren geleden een visioen van toen ik hier door Arizona kwam en u erover vertelde: er zou een jongetje uit de dood worden opgewekt en hoe hij eruit zag. U kunt het zich allemaal herinneren, velen van u. Nu, het gebeurde precies op die manier. Ik vertelde u dat het in "Voice of healing" zou verschijnen. En dat gebeurde ongeveer twee of drie jaar later, zie. Welnu, ze waren allemaal ontzet en alles was in rep en roer, maar er was een remedie. God had de remedie en Hij genas de kleine knaap.

49 Toen ik die avond over straat liep in Kuopio... En toen we op straat liepen waren er ongeveer zes van deze kleine Finse jongens... Ze hadden pas die oorlog gehad. En die jonge knapen hadden zich nog nimmer geschoren. Het was... Ze moesten jonge jongens in het leger nemen. Die Russen hadden ze afgemaakt. En daar liepen ze met deze grote, oude, lange sabels om de menigte tegen te houden, terwijl ik op weg was naar de... wat ze de Messuhalli noemen, waar ze er ongeveer vijfendertig duizend binnen lieten en dan zorgden ze ervoor dat ze naar buiten gingen en lieten me voor een andere vijfendertig- of veertigduizend spreken.

50 En langs de straat stonden Russische soldaten en toen ik er langs liep... met een Russisch saluut, de tranen liepen over hun wangen. En toen ik voorbij kwam, grepen ze die Finse soldaten en omhelsden ze. Broeder, iedere zaak die zal maken dat een Rus een Fin omhelst, of een Fin een Rus omhelst, zal oorlogen doen ophouden. Ze zijn over de zaak die oorlogen doet ophouden heen gestapt, maar ze zullen nimmer in staat zijn om de oplossing te vinden door menselijke inspanningen. Het is reeds ontdekt. Een Man stierf voor dat doel.

51 De kerk heeft problemen waar ze geen enkele remedie voor hebben. Hoe zullen al de Methodisten de Baptisten zover krijgen dat ze allemaal Methodist worden? Ik vraag het mij af. Hoe zullen al de Assemblies het voor elkaar krijgen dat iedereen van de Eenheid Assemblies wordt of omgekeerd? Hoe zullen al de Pinkstermensen al de Presbyterianen, Lutheranen, kunnen winnen? En hoe zullen de Katholieken de hele zaak kunnen overnemen? Ziet u? Ze kunnen maar niet uitmaken wie er van hen zal gaan regeren, zie. Ze weten het niet. Ze hebben geen oplossing. In orde.

52 Maar weet u, ze hadden de remedie niet om die storm te stoppen, maar de remedie lag daar. En laat mij dit zeggen, broeder: vanavond in al onze moeiten hebben we de remedie nog steeds. Hier is het, want Hij is het Woord. Het ligt precies hier en Zijn Geest is precies hier om het te manifesteren. Dus we hebben de remedie, maar we proberen andere dingen te vinden. We beginnen een andere organisatie. Dat zijn wij, zie. We kunnen het niet onder controle krijgen. Het is reeds onder controle gebracht. We schieten slechts tekort om in de weg te wandelen die voor ons is overwonnen. Maar ze waren in moeilijkheden.

     "Als ze ginds bij Groomer een genezingsdienst zullen houden, wel, weet je, er is iets met die mensen waar ik niet van houd. Het zijn heilige rollers. Ik heb geen zin daarheen te gaan." Daar hebt u het. Dat is het. Dat is precies zoals het gaat, zie. Maar Christus is die remedie. Hij is de zaak die er voor kan zorgen. Vandaag komen Zijn discipelen in een heleboel moeilijkheden en weten de remedie niet. Dat is juist. En laat mij dit zeggen: dikwijls komen Zijn dierbare heiligen ook in lichamelijke moeilijkheden. Maar hier hebben we de remedie. Amen! We hebben het geneesmiddel.

53 Als ik denk aan deze vrouw die hier zit met longproblemen – met deze zuurstof – hoor haar er in ademen. Ik denk er aan hoe dat arme ding 's nachts moet slapen. Denk aan de kosten die daar aan verbonden zijn. Zuster daar, ik weet de remedie. Die is hier. U hoeft dat niet te doen; maar u moet het gebruiken. Nu raken de discipelen in lichamelijke problemen, problemen waar de doktoren geen remedie voor hebben.

     Precies zoals deze discipelen – ze hadden moeilijkheden. Ze waren discipelen en ze hadden problemen die niet konden worden opgelost door stuurmanskunst. Niemand kon het oplossen, maar de remedie lag precies daar. En misschien hebt u vanavond een probleem dat de dokter niet kan verhelpen, maar we hebben Hem nu precies hier; precies hier. Hij is precies hier. Dat is juist. Wij – zoals deze mensen – wij zijn vergeten Wie dit is in het schip. We worden niet geleid door een kerk of slechts door een aantal regels, maar het is de Schepper van hemel en aarde.

54 Misschien rust Hij nu uit van een opwekking. Hij zond er een. Misschien aan het rusten. Hij had er de volgende dag één in het vooruitzicht – een maniak moest worden genezen – maar op dat moment was Hij aan het rusten. En er kwam moeite opzetten en Hij sliep, rustte uit. Maar zij vergaten in de verwarring Wíe het was. "Wel, oh, trek aan die riem, Simon!"

     "Andreas, harder aan die riem! Wat moeten we doen?"

     Ziet u, daar heb je het. Waar bent u allemaal zo verward over? "De dokter zei dit; de dokter zei dat." Wel, dat is misschien wel zo. Misschien heeft de man gelijk. Dat is wat hij zei, maar wat zegt Dit? Dat is de volgende zaak, zie.

55 En nog iets anders. Omdat zij Hem zo goed kenden hadden ze behoren te weten dat een Man die de gedachten die een man dacht kon vertellen en het einde van het begin wist, hoe dan ook wist dat dit zou gebeuren. Amen. Mis dit niet. Hij wist dat dit zou gaan gebeuren. Ik betwijfel ten zeerste of Hij sliep. Maar Hij wist dat dit zou gaan gebeuren. Hij was God en God is oneindig, daarom wist Hij dat dit ging gebeuren. En Hij wist wanneer dit ging gebeuren en het gebeurde alleen om hun geloof te testen. Zei Hij dat later niet?

56 En dat is misschien de reden waarom u vanavond ziek bent. Daarom is er een teruggang in de opwekking, om te zien wat u ermee gaat doen, wat u hebt zien doen. Zult u dit aangrijpen om er een andere organisatie uit te vormen? De God die op het toneel verscheen toen deze zuster die hier zit... Ze brachten haar die dag hier in die kleine Mexicaanse kerk in de rij, met kanker in haar hart. Haar dokter heeft de röntgenfoto. Haar man zit daar. Ze zeiden: "Er is een dode vrouw in de rij."

     Ik zei: "Breng haar naar voren." Ik was er zeker van dat Hij daar was. Zuster Waldrop, dat is een lange tijd geleden – zestien jaar. Ziet u, stervend aan kanker. Onthoud, dezelfde God is nog steeds in het schip; raak niet opgejaagd. Dat is een getuigenis dat Phoenix, de Maricopa Vallei of de wereld, op z'n kop zou kunnen zetten, één uit de tienduizenden.

     Hij is nog steeds hier, maar we raken allemaal opgejaagd, ziet u, zoals zij. "Oh! Trek aan deze riem! Wat moeten we dan nog doen?" Nu, denk daar niet aan. Zolang Hij in het schip is vergeet dat maar. Beslist. Welnu, Hij deed dit alleen maar om hun geloof te testen en vertelt onze Schrift ons niet dat deze beproevingen die ons overkomen voor ons kostbaarder zijn dan goud? We denken daar niet zo over, maar de Bijbel heeft gelijk.

57 Kunt u zich voorstellen dat Job zich verheugde toen de zweren bij hem uitbraken en hij al deze dingen verloor, al zijn rijkdom verloor en zijn kinderen en alles? Dat was niet zo gemakkelijk. Maar God was Satan aan het bewijzen dat Hij iemand had in wie Hij vertrouwen kon hebben. Misschien is Hij aan het proberen datzelfde in uw geval te doen en de overigen van u. "O, ze zullen u in de steek laten. Ze zullen..." O nee. Job... ze konden Job dat niet laten doen. Beslist niet.

58 Kijk, Hij was alleen aan het proberen ze op de proef te stellen. U herinnert zich dat Hij na enige minuten zei: "O, gij kleingelovigen. Heb je het niet begrepen bij het breken van het brood waardoor vijfduizend werden gevoed? Weten jullie niet dat Ik dezelfde Jehova ben die hen gedurende veertig jaar ginds in de woestijn heb gevoed met hetgeen uit de ovens van de hemel kwam, toen Ik dat iedere nacht uitstrooide? Waar zijn jullie zo bang voor? Weten jullie niet dat Ik op zekere dag de Rode Zee opdroogde? Weten jullie niet dat Ik de aarde opende en de ongelovigen verzwolg? Op een dag bepaalde Ik de afmetingen van de aarde en wierp haar ginds de ruimte in."

59 Hij is in het schip. Dat is nu geen mythe, dat is de waarheid. Hetzelfde nu. Hij probeert ons te beproeven om te zien of we zullen standhouden of niet. Neemt de opwekking weg en laat een meningsverschil in de gemeente oprijzen alleen om te zien wat u zult doen. Laat Satan onder u los om te zien welk standpunt u zult innemen. Laat hem u door iets treffen om te zien hoe u zich zult opstellen. Job zei: "Hoewel Hij mij slaat, toch zal ik Hem vertrouwen." Amen! Dat is het.

60 Sadrach, Mesach en Abednego zeiden: "Onze God is in staat ons te bevrijden van dat vuur; maar hoe dan ook, wij geven het niet op."

61 Zeker, maar wij worden allemaal gefrustreerd, weet u, zoals de discipelen. Wij zijn menselijk, precies zoals zij. En Hij had bewezen wie Hij was. En toen nog, nadat Hij had bewezen de God van de schepping te zijn... Hij was de Schepper. Hoe maakte Hij... Vertel mij wat Hij aanwendde om dat brood te bakken en de vis te bakken. Wel, Hij schiep niet alleen de vis maar Hij bakte de vis tegelijkertijd. Dat is de waarheid. Waar kwam dat manna vandaan dat uit de hemel kwam? Letterlijk voedsel dat de mensen gedurende veertig jaar in leven hield, brood dat uit de hemel viel. Hoe kwam Hij eraan?

62 Waar haalden die kraaien dat vlees en brood vandaan om Elia te voeden? De intelligentie van een kraai – om wat vlees te bakken, en een koe te doden en te slachten en daarvan iets te braden, en biefstukjes te maken, om het op brood te leggen en dit te bakken om het dan naar Elia te brengen!

63 Hij is God! Als we het niet geloven zijn we ongelovigen, dat is alles. We moeten geloven. Dat is wat Abraham deed. Noemde alles wat daaraan tegengesteld was alsof dat zelfs niet gebeurde. Ongeacht hoe oud hij werd of hoeveel... hij bleef God prijzen voor de belofte, ging ermee verder.

64 Welnu, Hij bewees wat Hij was door Zijn Woord en de tekenen getuigden ervan. Hij zei: "Als Ik de werken die van Mij beschreven staan niet doe, geloof Mij dan niet", zie. Nu, daar is het hoe u het kunt vatten. Ik vertrouw dat dit u echt diep aan het nadenken zal zetten. Let altijd op dat Woord.

65 Daarmee werd Eva door Satan aangevallen in de hof van Eden, hij redeneerde haar eruit door redenatie. Maar toen hij terugkwam en Christus aanviel toen wierp Hij de zaak regelrecht naar hem terug. Hij zei: "Indien Gij de Zoon van God zijt, zou ik nu wel eens een wonder willen zien. U weet dat ik er nog nooit een heb gezien. Ik zou graag zien dat U deze dingen verandert... U hebt honger. Maak van deze stenen brood."

     Hij zei: "Er staat geschreven..." Tjonge! Alstublieft. Op de dakrand van de tempel: "Er staat geschreven..." Bovenop een hoge berg: "Er staat geschreven..." Bleef precies bij dat Woord en zette de oude knaap precies op de plek waar hij behoorde.

66 Nu zei Hij tegen deze mannen die Hem niet geloofden – die dachten dat Hij een waarzegger was of de een of andere Beëlzebub, een duivel onder inspiratie, zodat Hij de gedachten van de mensen wist die in hun harten waren en dergelijke, of dit probeerde te doen – Hij zei: "Wie van u kan Mij beschuldigen van zonde?" Hij zei ook: "Als u Mij niet gelooft, onderzoek dan de Schriften. Want daarin denkt u eeuwig leven te hebben en zij zijn de zaak... zij zijn het die van Mij getuigen. Zij zijn het die Mijn bediening maken tot wat het is." Ziet u wat ik bedoel? "Zij zijn het die van Mij getuigen." Kijk, waarnaar verwees Hij? Precies weer terug naar de Schriften. "Zij zijn het die van Mij getuigen. Zij vertellen u wie Ik ben." Amen! Glorie aan God!

67 De Schrift vertelt u of u een gelovige bent of niet. De Schrift vertelt u of u in de pas loopt of niet. Op die manier kent u iemand, door zijn getuigenis; niet door wat hij erover zegt, maar hoe hij met de Schrift in de pas loopt. Waar. Op die manier weet u het.

68 Jezus nodigde hen uit dat te doen. "Als Ik niet heb voldaan aan alle vereiste eigenschappen van de Messias, vertel Mij dan waar Ik het heb gemist." Tjonge! Dat is goed, is het niet? "Vertel Mij waar Ik het heb gemist dat ik niet aan alle vereisten heb voldaan, als ik niet exact heb gedaan wat de Schrift heeft gezegd dat Ik zou doen." O Christenen, als we daarmee in overeenstemming zouden kunnen komen, doen wat in de Schrift staat wat Christenen behoorden te doen!

69 Ze behoorden te hebben geweten dat Hij de God van de schepping was en kunnen... Juist Hij was Degene die het water en de wind had geschapen. Dat behoorden ze te hebben geweten. En als ze wisten dat Hij dat was, hadden ze dan niet kunnen begrijpen dat deze schepping van de Schepper Zijn Woord zou moeten gehoorzamen? Oh! Als Hij het schiep... Wie is de grootste, de schepping of de Schepper? Zoals Jezus zei: "Wie is de grootste, hij die gezonden wordt of hij die hem zendt?" Wie is de grootste, de schepping of de Schepper? De Schepper. En ze hadden gezien en Hij had bewezen dat Hij die Schepper was. En als Hij dan die Schepper was, kon... zou Zijn schepping Hem dan niet gehoorzamen?

70 Laten wij ons ook herinneren dat Hij onze lichamen schiep. Zouden onze lichamen Zijn bevel niet gehoorzamen? "Spuug die kanker uit", zegt Hij tegen het lichaam en weg gaat het. Neemt u slechts dat Woord en plant het hier binnen en kijk wat er gebeurt. Zeker. Beslist, onze lichamen moeten Zijn bevel gehoorzamen. U zegt dat u een Christen bent. Ik geloof dat u dat bent. Gelooft u... Waar rust u in? Op een dag zal Hij onze lichamen doen opstaan nadat zij absoluut, volledig zijn vergaan.

71 Als u dat niet gelooft, waarom gaat u dan naar de kerk? Als er geen opstanding bestaat, zijn wij dan niet de meest jammerlijke van alle mensen? Maar Zijn Woord van belofte is: "Wie in Mij gelooft zal, al ware hij gestorven, toch leven." Amen! "Ik ben de opstanding en het leven." Amen! "Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem in het laatste der dagen opwekken." Oh! Waarom? Het lichaam, de as, het vulkanische as waaruit wij zijn gemaakt gehoorzaamt Zijn bevel omdat Hij de Schepper daarvan is.

72 Het leven dat in ons is, is niet alleen een geschapen leven, maar het is een deel van Zijn eigen leven. Om die reden hebben wij de autoriteit om tegen een duivel te spreken, omdat, als u bent gezalfd, het Gods eigen scheppende leven is, ziet u. Correct. Niet u. U bent het niet die spreekt maar de Vader die in u woont. "Neem u niet voor wat u zult spreken omdat het op die tijd zal worden toebediend." Ga slechts door. Blijf erbij. O, daar houd ik van!

     Nadat de discipelen ontdekten dat ze ten einde raad waren, moet het bij enigen zijn gaan dagen dat Hij nog steeds bij hen was. Nadat ze ten einde raad waren moet het bij iemand zijn gaan dagen: "Wel, tenslotte waren we hier dit getuigenis aan het geven. Daar ligt Hij, precies daar. Hij neemt even rust tussen de opwekkingen door. En hier zijn we aan het ruziën en bekvechten en zo bezorgd en verward en vertwijfeld en bang en al het andere, en de Schepper ligt precies hier in de boot." Oh! O God laat het opnieuw gaan dagen bij iemand van ons. Laat het gebeuren, Here, dat het kan zijn... het bij ons kan gaan dagen.

73 Dat is dezelfde God die u nam... u vanaf uw moeders schoot afscheidde, dezelfde God die u de Heilige Geest schenkt. Hij is op dit moment evenveel God als Hij was toen Hij u de Heilige Geest schonk. Hij is net zo dichtbij u als Hij toen was. Dat is precies juist. U moet bedenken dat Hij er altijd is – altijd. Dat is juist. Het daagde bij enigen van hen dat de Schepper bij hen in de boot was.

74 Ik vraag mij vanavond af of de zieke mensen – ik zal over een paar ogenblikken tot de zieken gaan spreken – of het bij u kan gaan dagen dat dezelfde God waar u in vertrouwt, de Schepper van hemel en aarde, die uw lichamen maakte, precies hier is. Hij is vanavond precies even groot als Hij altijd was. Hij is God. Hij kan niet een beetje minder worden en toch God blijven zolang Hij God is. U zegt: "Is dat waar, broeder Branham? Is dat de Schrift?" Hebreeën 13:8: Jezus Christus dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Hij is dezelfde.

     Wat behoort dus vanavond ons dringend verzoek te zijn, broeder Groomer? Broeder Noel? Wat is ons verzoek? Maak Jezus wakker! Als er moeite rondom is, laten we Hem op het toneel roepen. Amen. Maak Jezus wakker, want we hebben Hem bij ons. Hij is bij ons. Dat is Hij beslist. Precies hetzelfde als Hij altijd was. Ze hadden gezien hoe het Schriftwoord dat God over Hem sprak door Hem werd gemanifesteerd. Precies zoals wij dat hebben.

75 Weet u, daar op de Pinksterdag stond Petrus op, geïnspireerd door de Heilige Geest. En de mensen waren allemaal aan het lachen en spotten over dat handjevol Joden daarginds dat aan het stamelen en spugen en huilen was en zich gedroeg als een troep dronken mensen, en deze voorname, religieuze mensen stonden daar en zeiden: "Wel, deze mannen zijn vol nieuwe wijn." En Petrus stond op en ze werden diep in hun hart getroffen toen ze die prediking hoorden die die prediker predikte. Hij hield hun het Evangelie erg goed voor.

76 Hij zei: "U mannen van Judéa en u die in Jeruzalem woont, laat dit u bekend zijn en luister naar mijn woorden. Dezen zijn niet dronken zoals u veronderstelt want dit is pas het derde uur van de dag. Maar dit (Misschien? Nee!), dit is dat waarover gesproken werd door de profeet Joël: 'Het zal komen te geschieden in de laatste dagen, zegt God, dat Ik van Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: op Mijn zonen en mijn dienstmaagden en dienstknechten zal Ik Mijn Geest uitstorten; en Ik zal wonderen doen in de hemel boven en vuur en rookwalm; en op Mijn dienstmaagden, en zij zullen profeteren. En uw oude mannen zullen dromen dromen en uw jonge mannen zullen visioenen zien.'" Klopt dat?

     En ze zeiden: "Wat moeten we doen? Hoe kunnen we dit krijgen?"

77 Hij zei: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." En door anderen werd ons verteld dat het daar eindigde, maar zij... dat is... als je daar stopt dan zou het daar eindigen; maar ga door met wat hij hier zei: "Want de belofte is voor u en voor uw kinderen en voor degenen die verre zijn, zovelen, als de Here, onze God, ertoe roepen zal." In het aangezicht van een koude kerkwereld hebben we bewezen dat dat waarheid is. Amen! Als dat deel van het Woord waar is, dan is de rest ervan waar. Ja. Ze zagen de Schrift door Hem worden betuigd. Dat hebben wij ook.

78 Het was niet moeilijk om Hem op het toneel te roepen. Het is heel gemakkelijk om Hem te roepen. Let eens op Hem als Hij in actie komt. Daar houd ik van, om Hem te zien als Hij Zich mengt onder de groep van mensen. Let op Hem als Hij... Ze zeiden: "Meester, wij vergaan!"

79 Hij wreef Zijn ogen uit, zei: "Jullie kleingelovigen, waarom twijfelen jullie? Hebben jullie niet alles gezien wat Ik heb gedaan? Heeft niet... is de Schrift niet door Mij bewezen? De hele Schrift verwees naar Mij en jullie hebben steeds gezegd dat je Mij geloofde. 'Ja, Here, wij geloven U. We zullen dit, dat en dat andere doen.' En als er een beetje moeite opkomt dan gaan jullie er vandoor."

80 Zijn wij dat niet vandaag? Beslist wel. Juist. Ja. "Jullie zeiden dat je in Mij geloofde, maar waarom deden jullie dat niet? Waarom twijfel je?"

     Een vrouw zei enige tijd geleden tegen mij... Misschien heb ik dat al eens verteld. Maar het is niet erg om het nog eens te herhalen. Ze was van de Christian Science. En ze zei: "Broeder Branham, ik waardeer uw uitspraken die u over de Schrift maakt, maar", zei ze, "er is slechts één fout die u maakt."

     Ik zei: "Dank u. Slechts één? Tjonge!" Ik zei: "Ik heb beslist genade gevonden in uw ogen."

     En ze zei: "Deze fout is dat u teveel opschept over Jezus."

     Ik zei: "O, tjonge! Als dat de enige fout is die ik heb! Ik hoop dat Gòd van mening is dat ik slechts één fout heb als ik daar kom. En als dat de enige is, weet ik zeker dat ik daar binnen zal gaan." Ik zei: "Als ik tienduizend tongen had zou ik nog niet genoeg over Hem kunnen opscheppen. Het doet er niet toe wat ik zou zeggen, ik zou niet genoeg over Hem kunnen opscheppen."

     Ze zei: "Maar, broeder Branham, u maakt Hem Goddelijk. U maakt Hem God!"

     Ik zei: "Dat was Hij en dat is Hij. En als Hij dat niet was, was Hij de grootste misleider die de wereld ooit heeft gehad." Dat is juist.

     Ze zei: "Oh..."

     Ik zei: "Gelooft u dat niet?"

     Ze zei: "Oh, meneer Branham, ik geloof dat Hij een leraar was en ik geloof dat Hij een profeet was, maar Hij was gewoon een normale profeet zoals de anderen."

     Ik zei: "Oh! U vergist zich zeer."

     Ze zei: "Ik zal het aan u bewijzen."

     Ik zei: "Hoe?"

     Ze zei: "In de Schrift, toen Lazarus – Johannes, het elfde hoofdstuk, toen Lazarus stierf, zegt de Bijbel daar dat Jezus weende." En ze zei: "Hoe kon Hij Goddelijk zijn en wenen?"

     Ik zei: "Dat was het menselijke deel dat huilde – dat was de mens. Het onsterfelijke deel was van binnen. Dat was God in Hem."

     Ze zei: "Ach, onzin!"

81 Ik zei: "Ik wil u iets vragen. Die nacht daar op het schip... Hij was een man die daar lag te slapen; dat is waar. Hij was slaperig en vermoeid zoals een mens. Maar toen Hij Zijn voet op de reling van die boot had gezet en zei: 'Rustig, wees stil!' en de winden en de golven Hem gehoorzaamden... Hij mag een mens zijn geweest die huilde, maar toen Hij zei: 'Lazarus, kom er uit!' en een man die vier dagen dood was geweest kwam te voorschijn... Hij was een mens toen Hij van de berg afkwam en hongerig uitkeek om iets te eten en naar een boom keek; maar toen hij vijf broodjes nam en twee... voedde Hij er vijfduizend mee; dat was de Schepper. Dat is juist." Beslist; in actie. God in actie!

82 O, daar houd ik van! Geen afgodsbeeld, geen ingebeelde gedachte, dat je over een beeld moet wrijven, geen totempaal, maar een echte, levende God in actie! Amen! Amen. Niet iets dat was; iets dat er precies nú is. Het klinkt dwaas voor de wereld, maar o, wat is het genadevol voor de heiligen die het geloven. Hoe wonderbaar! Beslist. Hij is dezelfde gisteren, vandaag en voor immer.

83 Weet u, Hij was meer dan een profeet; en toch was Hij een profeet. Hij was een God-profeet, ziet u, want de profeten waren het Woord. De Bijbel zegt dat het Woord tot de profeet komt en dat zo lang de profeet het Woord sprak, dat hij en God... De man wist niet wat hij deed. Hij sprak slechts het Woord van God, zie. Wist niet wat hij deed, hij profeteerde onder inspiratie, zie. Dan was het niet het woord van de man, het was God die door lippen sprak.

84 Nu, God verkoos om de mens te gebruiken. Welnu, Hij had ervoor kunnen kiezen de zon te gebruiken om het Evangelie te prediken. Hij had ervoor kunnen kiezen de wind te gebruiken om het Evangelie te prediken. Hij had de sterren kunnen kiezen. Hij had ieder ding dat Hij maar wilde, kunnen kiezen, maar Hij koos de mens en iemand zal het gaan doen. Dat is zo. Iemand.

85 Nu, als Hij slechts een man zou kunnen vinden voor Zichzelf, één man die Hij in Zijn hand kon houden, dan zou Hij dat doen. Hij heeft zo'n zware tijd gehad om die ene man te vinden. Ik denk aan Simson. Hij vond een man met meer dan genoeg kracht en Simson wijdde zijn kracht toe aan God, maar zijn hart wilde hij niet geven. Dat gaf hij aan Delila, ziet u. God wil uw hart, kracht, ziel, lichaam, geest – alles wat u hebt. Dat is de enige manier hoe Hij u kan gebruiken; de hele mens gebruiken. Ja.

86 Zo was Jezus. In Hem woonde de volheid van God lichamelijk. Wij hebben het met mate, omdat, toen die Vuurkolom neerkwam op Pinksteren... Hebt u opgemerkt dat in de Bijbel staat dat er verdeelde tongen als van vuur zich op hen zetten? Wat was dit? Die Vuurkolom verdeelde zich en verdeelde zich onder Zijn volk. Wat een genadevolle zaak, ziet u. God in u, zie, God in Zijn volk. Nu, let op.

     Iemand zegt nu vanavond in de kerk, zou dit kunnen zeggen... Vandaag zeggen de mensen: "Als we slechts konden weten dat Hij hier bij ons is. Bestaat er een mogelijkheid?" Ziet u, zij konden naar Hem kijken. (Luister nu aandachtig voordat we een gebedsrij oproepen.) Zij konden naar Hem kijken en zeggen: "Daar ligt Hij in de boot. Nu, Hij is daar."

     Nu, als we maar een manier hadden om zoiets te doen. Als we maar ergens naar Hem konden kijken, dat we konden zeggen: "Daar is Hij, precies daar."

87 Welnu, maar Hij is zo dichtbij. Hij is zelfs dichterbij, want: "Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld." Is dat niet zo? Hij is dichterbij dan Hij bij hen was, want zij moesten over het dek van de boot gaan tot helemaal achterin om Hem wakker te maken. U hoeft dat niet te doen. Oh! Oei! Oh, ik voel me nu precies religieus. Ik begin me nu helemaal goed te voelen. Oh! Hebreeën 13:8 zegt dat Hij dezelfde is gisteren, vandaag en voor immer. En ook zei Hij: "Ziet, Ik ben altijd met u, zelfs tot het einde" – de avondtijd, waar ik gisteravond over predikte. "In de avondtijd zal Ik nog steeds bij u zijn." Ook: "Ik zal u nimmer verlaten." Ongeacht wat de boot aan het doen is, hoeveel hij op en neer, en heen en weer slingert of iets dergelijks, "Ik zal bij u zijn, bij u zijn tot de eindtijd, u nimmer verlaten."

88 U zegt: "Hoe kan dit, broeder Branham?" In Johannes, het twaalfde... het veertiende hoofdstuk, twaalfde vers staat dat Hij dit zou bewijzen. Kijk: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen."

     U zegt: "Ik wenste dat u mij kon bewijzen en tonen dat Hij precies zo is als Hij altijd was. Als u het aan mij zou kunnen bewijzen..."

89 Wel, hier is waar Hij de uitdaging voor het bewijs deed. "Wie in Mij gelooft, de dingen die Ik doe..." Met andere woorden, u zult een amateur-messias zijn – messiëtte. Dat is precies zo. Want als Zijn leven in u is, bent u het niet, Híj is het. En u wordt opgedragen Zijn werk voort te zetten. "Wie in Mij gelooft, aan die zal Ik bewijzen dat Ik de Messias ben. En wie in Mij gelooft zal hetzelfde doen." Welnu, Hij kan niet liegen en zijn wat u denkt dat Hij is en wat ik van Hem weet dat Hij is, en u gelooft ook wat Hij is, ziet u.

90 Weet u wat Hij doet? Hij is hier vanavond aan het wachten om bewezen te worden. Dat is juist. Weet u wat we zouden moeten doen? Wij behoorden te doen zoals zij... Jezus wakker maken die in ons is, Jezus wakker maken in ons eigen leven. De God die onze ziel in vuur zet met de Heilige Geest, de God die deze blinde ogen van mij nam en ze opende, de God die mij van een doodsbed deed opstaan, de God die ik de doden zag terugbrengen nadat ze gedurende uren dood waren geweest (de dokter verklaarde ze dood en schreef er een verklaring voor), vijf verschillende keren – maak die God wakker! Maak Hem wakker! We behoren Jezus aan te roepen en Hem wakker te maken en Hem op het toneel te roepen! We hebben Hem nodig. Ja zeker. Roep Hem dan om Zijn Woord te bevestigen.

91 Als we Hem dan wakker maken, laten we Hem dan in beweging brengen in onszelf, totdat de eigen twijfels en frustraties zijn weggegaan; roep Hem nu aan en zeg: "Here, U hebt beloofd dat na een kort poosje de wereld U niet meer zou zien en ik ben niet van de wereld. U bad dat ik niet van de wereld zou zijn en ik ben niet van de wereld. Ik ben van U. En U zei: 'De wereld zal Mij niet meer zien, toch zult u Mij zien.' Here, ik wil U lastig vallen. Ik wil U uit mijn eigen slapende lichaam laten opstaan, mijn eigen slapende hart, uit deze omstandigheden."

     Maak Jezus wakker. "Kom tot Mij, dan zullen je twijfels en angsten verdwijnen."

     Al de frustraties en zorgen maken over... "Oh, de dokter zei dit en hij zal dat gaan doen en ik weet niet wat ik moet doen. Ik..." Het zal allemaal verdwijnen omdat Hij God is. Hij spreekt en al het andere houdt zich stil.

     Nu, we zouden nog over verschillende bladzijden met notities kunnen spreken, maar laat mij u nu iets vragen want het is bijna... ongeveer tien voor negen. Natuurlijk is dat twee uur vroeger dan gisteravond, dat weet u ook. Maar kijk, laat mij dit zeggen, ik zal nu meteen stoppen en ik kan dit een andere keer afmaken. Kan God falen? Evenmin kan Zijn Woord dat, omdat Hij Zijn Woord is. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God... en het Woord werd vleesgemaakt en woonde onder ons." "Nog een korte wijl en de wereld zal Mij niet meer zien, toch zult u Mij zien, want Ik (en ik is een persoonlijk voornaamwoord), Ik zal met u zijn, zelfs in u tot de voleinding der wereld, het einde der tijd. Bij de eindtijd zal Ik daar zijn." Het licht zal schijnen in de eindtijd.

     Hij is dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Het staat geschreven in Hebreeën 13:8. Gelooft u dat? Het staat geschreven in Hebreeën 13:8. Als het dus zo is geschreven, laat het dan nu worden gedaan. Amen. Wees niet bevreesd om Zijn Woord op de proef te stellen. Het is daar. Hij is hier. De enige zaak die u hoeft te doen is Hem wakker maken.

     U... we ademen zoveel van de ongefilterde geest in, zoveel om te maken dat we... het probeert ons aan iets anders te herinneren en laat ons denken: "Ik ben moe. Ik ben zo lusteloos. Ik heb dit al eens zien doen..." Waarom wijst u naar een schipbreukeling? Het zal maken dat u... U zegt: "Ik ken iemand die in God vertrouwde en stierf." Ik weet dat er miljoenen op dezelfde tijd onder doktershanden stierven. Ziet u? Zeker. Zeker. Als de dokter alles heeft gedaan wat hij kan doen, dan blijft er niets anders voor u over dan op God te vertrouwen. En als u het gelooft...

     Welnu, u kunt niet zomaar zeggen: "Wel, ik zal Hem gaan vertrouwen." Dat is het niet. Het is het ook werkelijk doen! Dat is het niet; u moet Hem lastig vallen totdat u kunt zien dat Hij binnenkomt.

     Kunnen onze gebeden Hem niet beroeren? Kunnen onze gebeden Hem niet uit Zijn rust halen, Hem op het toneel brengen? Dat deden zij! Ze schreeuwden het uit: "Here, wij vergaan!" En Hij kwam op het toneel. Nu kunnen wij hetzelfde doen. Nu, gelooft u dat? Laten we dan bidden.

     O Here, deze simpele kleine gedachte – Jezus wakker maken – Here, wij hebben Zijn Geest en Zijn geloof zo lang niet gebruikt, dat dit min of meer als het ware in onze zielen in slaap is gevallen. Laten we ons vanavond schudden. Laten we ons oprichten en onze slaperigheid van ons af krijgen, zodat we kunnen zien dat Hij nog steeds in de boot is.

92 O Here, vandaag heb ik geprobeerd mijn ziel te schudden. Ik wist dat ik hier vanavond voor een groepje mensen moest staan en ik schud mijzelf. Here Jezus, word wakker, treed naar voren! Ik heb Uw Woord voor de mensen geplaatst. Het wordt op de proef gesteld. Bewijs vanavond aan dit gehoor, Here, dat U nog steeds leeft, dat U nog steeds hier bij ons bent. Uw Woorden zijn waar: "Ik ben altijd met u, zelfs tot het einde der wereld." U bent dezelfde gisteren, vandaag en voor immer.

93 U bent nog steeds in het schip, Here, het oude schip van Sion dat ons over de wilde zeeën draagt. En als de duivel een storm op ons loslaat, wat maakt het dan uit zolang Hij in het schip is? Wees nu met ons, Vader, en wilt U vanavond regelrecht de harten van de mensen binnen wandelen.

94 Wilt U binnen wandelen in mijn hart, ziel, lichaam, geest, ogen, lippen. Laat deze toewijding van mijzelf een bevestiging zijn van Uw Woord dat U beloofde in Johannes 14:12: "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen." Moge het dan naar het gehoor gaan zodat zij het op deze manier mogen geloven: "Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, toch zult u Mij zien." En terwijl wij vanavond in deze hemelse plaats zitten, in Christus Jezus, manifesteer Uzelf, Here. Het is Uw belofte. Uw Woorden zullen niet falen.

     En dan natuurlijk, laat het dan zijn op de basis van het geloof van de mensen dat zij U dan kunnen ontvangen. Dat is alles wat wij kunnen doen. Ik bid, God, dat U glorie verkrijgt voor Uzelf. Ik draag dit gehoor, de boodschap, het zaad dat is gezaaid, op. Moge de Heilige Geest binnen komen, Zijn licht laten schijnen. Zoals ik sprak over het zaad van die kleine Samaritaanse vrouw, moge de gelovige het snel – zodra het licht opflitst – het snel zien. Moge de zieke man het zien, de zieke vrouw, jongen of meisje. En degenen die iets voor anderen wensen, mogen zij het snel zien en gezond worden in Jezus' Naam. Amen.

     Gelooft u nu? Nu, ik geloof... Wel, ik zal het proberen. Ik kan er slechts een paar per keer laten komen, dus laten we beginnen met een paar mensen naar voren te laten komen om voor ze te laten bidden. En ik weet dat het tamelijk vol zit. Blijft u zitten, prediker-broeders. Ik zal juist hier achteraan tegen de... neemt u hier plaats. In orde.

     Nu, twijfel niet; geloof. Wilt u dat doen? Alles is mogelijk voor degenen die geloven. Dat is juist. Alles is mogelijk voor degenen die geloven. In orde. Nu, u móet geloven. Nu, u móet geloven dat Gods Woord de waarheid is. In orde.

     Nu, laten we... Hoeveel kunnen er tegelijk staan? Ongeveer 8? 10? In orde. laten we beginnen met 1, en nummer 1 tot ongeveer 10 of 15 oproepen. A, nummer 1 tot 15. Wie heeft gebedskaart A, nummer 1? Ik zie dat er hier vanavond zowel Spaanse als Indiaanse mensen zijn. Misschien zijn ze niet in staat het te verstaan. In orde, hier komt een vrouw aan, kom hier. Nummer 2? Precies hier. Hierheen. Goed. Nummer 2? 3, nummer 3? In orde, komt u hier staan als u wilt. Nummer 4, 5, 6, 7, 8? Laat iemand dat jongetje vasthouden zodat ze niet op hem gaan staan. 8, 9, 10. Nu, dat zijn er ongeveer 10.

     In orde. We zullen zien hoe we... enigszins... o, we zijn... Ik weet het niet, we zouden er nu teveel kunnen hebben. In orde, 10. Dat is goed. Laat ze in een rij worden gezet. Dat is fijn. Hoevelen geloven nu met heel uw hart? Welnu, we hebben er hier niet teveel. 10, 11, 12, 13, 14, 15. In orde.

     Nu wil ik dat u allemaal echt eerbiedig bent. Ik heb nu ongeveer een uur of iets meer gesproken. Wat ik zeg betekent niets tenzij God het bevestigt. En als Hij het niet bevestigt, kijk, dan is het Woord nog steeds juist, of Hij het nu doet of niet. Hij heeft het voorheen gedaan, ziet u, en Hij heeft mij nog nooit in de steek gelaten. En ik weet dat Hij dat niet zal doen omdat Hij zei dat Hij dat niet zou doen, zie. En ik weet dat Hij het zal doen. Maar we moeten het geloven. We moeten het geloven met geheel ons hart.

     Nu, voor zover ik weet... ik wil dat u in de gebedsrij naar deze kant kijkt – een ieder die in de gebedsrij zal komen. Ik geloof dat zij allen vreemden voor mij zijn. Ik geloof dat ze allemaal vreemden zijn. Als dat waar is steek dan uw hand op. Als ik u allen niet ken, steek uw handen dan zó op. In orde. Welnu, ik ken deze mensen niet. Er zijn er hier niet veel... Ik ken er een paar in deze rijen hier. Ik ben er niet zeker van maar ik denk dat dit de vrouw van broeder Noel is. Ik weet het niet zeker. Het is lang geleden, dus...

95 Hoe gaat het met broeder Johnson? Ik geloof dat hij een beroerte heeft gehad, is het niet? Oh! Wat zegt u? Is dat zo? God zegene haar. Deze mensen waren als een vader en moeder voor mij toen ik pas in de dienst begon – deze kleine groep mensen uit Arkansas. Ik zal Arkansas nimmer vergeten. Beslist niet. Ik ben nimmer ergens in een samenkomst geweest of het zat vol met "Arkies". Hoeveel zitten er hier vanavond, steek uw handen op, uit Arkansas? Nu, dan komen de overigen uit Oklahoma. Daar kan je rustig van op aan. Zo gaat dat. Maar we zijn allemaal bestemd voor de hemel, zitten tezamen in hemelse plaatsen in Christus Jezus.

96 Zuster Jones, broeder Jones, toen ik jaren geleden naar uw kerk kwam (ik geloof dat het Moark was, nietwaar?) , herinnert u zich nog dat toen ik daar kwam, de enige manier die ik wist om de problemen van de mensen te ontdekken was door... U bracht ze op het podium en ze legden hun hand op de mijne. En dan wachtte ik daar even en dan probeerde ik niet mijn eigen stem te gebruiken maar het sprak, bijvoorbeeld: "tumor, grauwe staar..." En ik vertelde u dat er een tijd zou komen – wat Hij mij daarginds vertelde – dat als ik oprecht zou zijn, dat ik dan zelfs het geheim van hun hart zou weten, ziet u. Dat is juist. Hoevelen herinneren zich dat toen ik voor het eerst naar Phoenix kwam? Is dat gebeurd? Kijk, onthoud nu (let op deze band), we stappen nu direct een treetje hoger, ziet u, gaan direct een beetje hoger. Onthoud, het... Onthoud het slechts.

97 Welnu, wij willen Jezus zien. Ik wil Hem zien. Nu weten wij dat Zijn lichaam niet naar de aarde zal terugkeren totdat Hij komt voor Zijn gemeente, want het moet daar als een offer blijven. Is dat waar? Het moet op het altaar zijn. Hij zit vanavond op de troon van God en Hij moet daar blijven want door Zijn striemen... Hij is het offer en het offer ligt op het altaar, zie. En Zijn lichaam kan niet komen, maar Zijn leven dat in Christus was keerde terug en dit komt op de gemeente terug in de vorm van de Heilige Geest. En de Heilige Geest...

98 Het was hoe dan ook niet dat lichaam dat het deed. Hij zei: "Ik ben het niet die de werken doet. Het is Mijn Vader die in Mij woont; Hij doet de werken." Nu, wij geloven dat, is het niet? Als ik u vertelde dat de geest van een gangster in mij is, dan zou u van mij verwachten dat ik grote geweren had en gemeen was, ziet u; met de geest van een kunstschilder zou u verwachten dat ik een kwast en verf zou pakken. Als ik u vertel over de Geest van Christus dan zal het de werken van Christus doen. "Wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe..." Precies zoals het leven van de ene druif in de andere brengen – het zal de vruchten dragen van het leven dat in de wijnstok is.

99 Nu weet ik niet of Hij dit zal doen. Ik kan het niet zeggen. Maar als ik, door een gave... Het is nu niet nodig dat uit te leggen. Dat kan ik niet. Maar velen van u weten dat ik de wereld over ben geweest, er verschillende keren overheen ben gegaan, stond eenmaal voor een halfmiljoen mensen tegelijk, vijfhonderd duizend mensen, ziet u, met zoveel verschillende talen dat ik moest noteren wat ik had gezegd, om te wachten totdat het via vijftien of meer tolken was gegaan, om dan terug te komen op de zaak die ik had gezegd, en zag dat de Geest van God er precies naartoe ging en precies hetzelfde deed als Hij hier doet, ziet u. Alle naties, talen – ze zijn zonder excuus.

100 Onthoud nu dat het niet naar iedereen zal gaan. Toen Jezus op aarde was wist nog niet één derde van het Joodse ras dat Hij zelfs op aarde was. U weet dat. Hij kwam tot de uitverkorenen en zij ontvingen Hem. Dat is waar. Dat is waar de Geest vanavond naartoe gaat, naar de uitverkorenen. Als u nu kunt geloven dat Jezus voor uw zonden stierf en u hebt Hem als uw Redder aangenomen en Hij heeft uw leven genomen en dit opnieuw gevormd, onthoud dan dat wij door Zijn striemen werden genezen, ziet u. Nu, u was – u bent reeds genezen. Gelooft u dat? De Bijbel zei dat we dat waren. Is dat waar? Niet zullen zijn, we zijn het reeds; we hebben reeds...

101 Het hele zondevraagstuk was voorbij toen Jezus stierf op Golgotha. Gelooft u dat, broeders? Kijk, Hij is het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. Nu zal dat u geen enkel goed doen tenzij u uw vergeving accepteert. Kijk, u moet het aannemen. En u moet uw genezing op dezelfde manier aannemen. Als een man eraan komt en zegt: "Ik zal u genezen", welnu, dan is hij fout. Dat is niet in overeenstemming met de Schrift. Hij kan u hier laten zien waar Jezus het voor u deed en het is gebaseerd op uw geloof. God kan nimmer iets doen... God kan niet tegen uw eigen geloof in werken. U moet het geloven.

102 Luister wat de Bijbel zei over Jezus toen Hij naar Zijn eigen mensen kwam: "Hij kon veel machtige werken niet doen vanwege hun ongeloof", nadat Hij had getoond dat Hij de Messias was. Welnu, in die dag bewees Hij dat Hij de Messias was. Moge God mij helpen mijn geest zodanig te vernederen dat ik kan bewijzen dat Hij nog steeds de Messias is; dat dezelfde God die op aarde was een sterfelijk lichaam kan nemen dat aan Hem is overgegeven en daardoor op precies dezelfde manier werken als Hij beloofde te doen. Zou dat niet overtuigend zijn? Zou dat niet aantonen dat Hij... dat Hij niet in slaap is; Hij is wakker. Hij staat voor u gereed om in actie te komen.

103 Hoe zit het dan met mij die hier vanavond staat? Wat behoor ik te doen? Er zijn hier honderdvijftig mensen, vermoed ik, iets dergelijks. Of het er nu honderdvijftig zijn of dat het één persoon is of dat het er vijfhonderdduizend zijn, dat maakt geen enkel verschil. Precies hetzelfde, zie. Welnu, als iemand denkt dat dit namaak is en niet juist, dan vraag ik u naar boven te komen en mijn plaats in te nemen en dezelfde zaak te doen. U weet wel beter dan om dat te proberen. Merk op. Maar nu moet God bewijzen of Hij gelijk heeft of niet. Als nu de Here God...

     Is deze van de...? Geef uw kaart aan die jongen daar. Kom hier. Hier is een dame die een stuk jonger is dan ik. Ik heb haar nog nooit eerder in mijn leven gezien. Ik veronderstel dat wij vreemden zijn voor elkaar? Dat is waar. We kennen elkaar niet. Als u nu thuiskomt, lees dan Johannes het vierde hoofdstuk en onderzoek dan of dit niet een... zelfs een kleine ronde plaats...

104 Was iemand ooit eens in Palestina, ginds in Sichar? Die kleine bron is daar nog steeds waar die vrouw was, een kleine ronde plek met wijnranken er tegenaan. En Jezus zat tegen de muur aan toen de vrouw er aankwam. Hij stond daar in dat kleine panorama toen de vrouw de straat kwam aflopen, ernaar toeliep om water te halen aan het einde van de straat. En ze kwam eraan en nu begon Hij een gesprek met haar totdat Hij ontdekte wat haar probleem was. Toen vertelde Hij haar wat haar probleem was.

105 En toen Hij dat deed, zei ze snel: "Meneer, u moet een profeet zijn", zie, want u zou moeten hebben... Als Hij dan een profeet was, dan was dat het Woord van God dat tot Hem kwam. Maar ze zei: "Wij weten dat wij naar de Messias uitzien en wanneer Hij komt is dat wat Hij zal doen." Hoevelen weten dat dit de Schrift is? Dat is de Schrift.

     Nu ligt mijn hand hier op deze Bijbel. Zover ik weet heb ik de vrouw nog niet eerder in mijn leven gezien en ze zegt dat we volkomen vreemden voor elkaar zijn. Nu moet het Woord goed òf fout zijn. Het is goed òf fout. We kunnen er niet iets anders van maken. Nu dame, ik zou even met u willen spreken zoals onze Here deed bij de vrouw. Als Hij mij kan vertellen... Als ik tegen u zou zeggen: "O, natuurlijk had u een gebedskaart. U komt hierheen; u bent ziek", ziet u... Wel, als ik dan zou zeggen: "Glorie voor God (leg mijn handen op u), glorie voor God, u zult gezond worden"; dat is in orde, niets verkeerd daarmee. Dat is precies wat men moet doen, zie. Dat is goed. De Bijbel zei dat als ze handen op de zieken leggen, zij zullen herstellen. Dat is waar.

     Maar dan zou u op uw hoofd kunnen krabben en u afvragen: "Zei hij dat wel goed? Zal ik echt beter worden?" Welnu, wat als Datgene wat uw leven kent, wat u bent geweest, wat u hebt gedaan en... of wat er verkeerd met u is – zoals Hij die vrouw vertelde wat haar probleem was – en als Hij u die dingen kon vertellen, wel, dan zal Hij beslist, als Hij weet hoe het is geweest, weten hoe het zal worden. Is dat zo? Zeker.

     Welnu, als de vrouw ziek is... Ze zou hier voor iemand anders kunnen staan. Het zou ziekte kunnen zijn, het zouden financiële problemen kunnen zijn, het zouden huiselijke problemen kunnen zijn – ik weet het niet. Ik kan het u niet vertellen. Dat is waar. Maar wat het ook is, als Hij het zou zeggen zou zij weten of het de waarheid is of niet. Zij zou het weten. Zij zou weten of het zo is of niet. En dan, als het fout was, dan was het niet de Geest van God, want de profeet had dat gezegd en zijn profetie was verkeerd; maar als het waar is dan was het de Geest van God, ziet u. Nu, zou ons dat niet vertroosten en ons wonderbaar doen voelen, als wij wisten dat Jezus hier vanavond bij ons was? Zou dat u geloof geven? Beslist.

     Wat betreft het genezen van de vrouw, dat zou ik niet kunnen. Dat kan ik niet. Het is reeds volbracht, ziet u. Het is volbracht en nu wordt het gebaseerd op haar geloof om het te geloven. Als Hij nu hier Zelf zou staan met dit pak aan, dan zou Hij haar niet kunnen genezen. Hij zou zeggen dat Hij het reeds had gedaan. "Indien gij kunt geloven, zie, dat Ik het heb gedaan, dan is het allemaal voorbij." Dat is het.

106 Maar het enige wat Hij nu kon doen was bewijzen dat Hij inderdaad de Messias was, de Goddelijke profeet die moest komen. En Hij beloofde dat Zijn discipelen hetzelfde zouden doen. Dus zo is het, zie. Het brengt het regelrecht terug naar de Schrift; en dat is de Schrift, broeders. Ik weet dat het lijnrecht tegenover het moderne geloof staat, maar het is Gods geloof, het is Gods manier, want Hij zei het zo. Daar is de Schrift die u zelf kunt lezen. Ze proberen het slechts te verdraaien en er iets anders van te maken.

     Nu, ik wil u iets vragen. De vrouw is een gelovige. Ik wil... er zal iets gebeuren. Onthoud, er zal iets plaats vinden. Welnu, als dat zo is, hoevelen zullen het dan aannemen en zeggen: "Dat maakt het vast voor mij?" Gelooft u dat, dame? Gelooft u het daarginds? Geloven de overigen van u dat? Laat God de rechter zijn.

107 Ik had dat nog niet gezegd of... De reden waarom ik dat zei... Hoevelen hebben het licht wel eens gezien, die foto van dat licht van de Engel des Heren, die van George J. Lacy, weet u wel. Dat licht bevindt zich nu precies tussen haar en mij. En het heet u welkom en ik weet dat zij een gelovige is. Waar wilt u mij voor laten bidden? Zweren, zweren op uw lichaam. Nog iets, het zijn allemaal complicaties. U hebt zoveel dingen. Maar wacht even, ik ben in contact met uw geest. U staat op het punt geopereerd te worden. Dat is waar. Wacht op een operatie. Nu, hij zei dat het aan de galblaas was. Dat is zo. Wat denkt u nu? God zegene u. Geloven alleen, dat is het. Is Hij niet Christus? U mag het de dame vragen als u dat wilt.

108 Dat is... Nu, dat is Hem gisteren, heden en voor immer. Kijk, uw geloof heeft Hem nu doen opstaan, ziet u. Hij is op het toneel om dingen te doen die u helpen, om u te zegenen en u die dingen te geven die u verlangt om te hebben.

109 Nu, dat ene visioen heeft me meer verzwakt dan die preek van anderhalf uur, zie. Je voelt dat je beverig wordt, zwak wordt. Eigenlijk is dit de eerste keer dat ik een dienst had... Onlangs kwam de Heilige Geest op een avond neer in een kerk die ik ken en Hij riep er drie of vier mensen uit. En toen dat gebeurde, reageerden ze niet snel genoeg en toen was Hij gegriefd. Hij ging direct weg, ziet u. Hij liet me daar staan. U moet Hem antwoord terug geven. Jazeker. Onthoud dat Hij u niets verplicht is; dat bent u aan Hem.

     Wij zijn vreemden voor elkaar. U zag mij eens. Hier in Arizona? In een gebedsrij! Hoe lang is dat geleden? Een lange tijd geleden.

110 Ik herinner mij dat de langste gebedsrij die ik ooit in mijn leven heb gehad hier in Phoenix was, 's middags in... ik ben de naam van die kerk vergeten, er was een... Het was een kleine, korte man die daar vroeger de kerk had. Ik ben vergeten hoe... Een zeer grote kerk hier in Phoenix. Was het Fuller? Nee, broeder Fuller ken ik. Wat zegt u? Ik herinner me Garcia, maar dit is een zeer grote kerk waar doctor Sutton vroeger de herder van was of zoiets. Wat was de naam van die grote kerk daar? Het is een van de grootste Volle Evangelie kerken in het land. Faulkner – dat is het. Dat is het. Faulkner, het was in zijn kerk.

     Herinnert u zich die rij? Ik begon die middag, bad die avond door tot middernacht, geloof ik dat het was. Legde slechts handen op de mensen. Ik werd zo zwak dat ik me nauwelijks nog kon bewegen.

111 Dat was voordat er visioenen kwamen. Ze kwamen wel, maar erg weinig, zo nu en dan. En dan, als ik soms alleen was, dan vertelde Hij me wat er zou gebeuren en dan vertelde ik u alles wat Hij mij vertelde over iets wat zou plaats vinden. Het gebeurde altijd, is het niet? Nu, wat zegt Hij? Geloof het, God bevestigt het, ziet u.

     Welnu, terwijl de dame zoveel jaar geleden... ik vermoed dat ik sindsdien voor tweeëneenhalf miljoen mensen rondom de wereld heb gebeden, weet u. Misschien wel meer dan dat. Maar ik zou nimmer weten wie... over u, of iets erover. Maar nu zei de Bijbel dat op een keer...

112 Trouwens, die duisternis die over die vrouw was heeft haar verlaten. Dat is waar. Ik weet het niet... U voelt zich anders, is het niet? Als u slechts dat geloof vasthoudt, dat is alles wat nodig is. Vul dat nu met vreugde en geloof, omdat het met vijf andere zal terugkomen, zeven andere die erger zijn, ziet u. Blijf precies daar staan en zeg: "Ik geloof en dat maakt het vast."

     Welnu, wij die vreemden voor elkaar zijn, ik wil dit zeggen voor twee getuigenissen... De Bijbel zei dat in de mond van twee getuigen (of drie was het geloof ik, nietwaar?) twee of drie getuigen, drie getuigen, laat ieder woord de waarheid zijn. Ik wil liever de rest van mijn tijd hier, als ik kan, besteden aan de rij die voor genezing komt; daarom wil ik niet teveel tijd nemen voor onderscheiding, alleen om het u te laten weten.

113 Tussen twee haakjes, die dame die daar zit met aanvallen van duizeligheid, ze zullen u niet meer overkomen als u het slechts gelooft. Vertel mij wat zij aanraakte. Ik zag dat licht hier cirkelen en rechtstreeks naar die hoek gaan en ik zag de vrouw in het visioen haar hoofd zo houden en van voor naar achter, enzovoort, bewegen. Wat deed zij? Zij raakte Zijn kleed aan, niet... De Bijbel zei dat Hij de Hogepriester is (is dat zo?) die kan worden aangeraakt door het gevoelen van onze zwakheden. Dat is wat zij deed. Kijk hoe snel zij reageerde. Toen gebeurde het, zie. Geloof slechts.

     Dat behoorde alles vast te maken. Dat maakt het de waarheid. Nu ziet u waarom ik niet snel door de rij heenga. Ik probeer me zoveel mogelijk in te houden want ik wil morgenavond nog een rij. Alleen dat u zou zien dat Hij op het toneel is gekomen. Dat is Hem. Ik kan het niet zijn. Ik heb die vrouw nooit eerder in mijn leven gezien, weet niets over haar, zie.

     Het is zo eenvoudig dat de grote intellectuele mensen van vandaag regelrecht over zo'n toppunt van eenvoud struikelen, ziet u. Dat is de reden waarom zij het missen. Ze proberen het te begrijpen. U kunt het niet uitdenken; u gelooft het. U gelooft het slechts.

114 Dat Indiaanse meisje dat last van hoofdpijn heeft, als zij het eenvoudig gelooft dan zal het ook haar verlaten. Ik heb haar nimmer gezien. Ze is zelfs niet... zie? Zie? Raak Hem aan. Raak Hem eens aan en ontdek of het niet waar is. Kijk, deze mensen zijn onbekenden. Vraag de dame. Ik heb haar niet eerder in mijn leven gezien. Dat is voor God de waarheid, voor zover ik weet. Kijk, Hij is op het toneel als u Hem kunt geloven. Maar struikel er niet over; geloof het. Het zal iets voor u doen als u het zult geloven. Hij zal u genezen. Ieder van u kan worden genezen als u het slechts gelooft. Ziet u, hier staat een vrouw op het podium en de Heilige Geest beweegt Zich daar door het gehoor heen en geneest de mensen. Bewijst dat Hij overal is, alom tegenwoordig, alwetend en almachtig. Amen! Glorie! Maak Jezus wakker in uzelf. Laat Hem die in u komt in de vorm van de Heilige Geest door u heen bewegen.

115 Ik ken u niet maar God kent u. Als de Here God mij iets kan openbaren waarvoor u hier bent, zou u mij geloven nietwaar? In orde. Kijkt u naar mij. Ik bedoel daarmee zoals Petrus en Jakobus, weet u, die zeiden: "Kijk naar ons." Alleen om je weg te krijgen van... Het komt overal vandaan. Ik geloof dat er binnen enkele ogenblikken een echte genezingsdienst zal komen, ziet u. Zie?

     Een ding, u hebt last van uw ogen. U bent al bijna blind geworden. Zenuwen in uw ogen sterven af.

116 De eerste keer sinds lange tijd dat ik dat opving, iemand zei: "Hij raadde dat." Dat deed ik niet. Dat deed ik niet. Onthoud nu, ik vang hier uw gedachten op door de Heilige Geest. Laten we zien of ik dit raadde. Kijk hierheen, zuster. U bent een gelovige. U hebt last van uw borst; kanker, huidkanker aan de achterkant van uw nek. Gelooft u nu dat God het zal wegnemen? Wilt u teruggaan naar New Mexico waar u vandaan komt, en geloven dat God u gezond maakt? In orde, mevrouw Watkins, ga terug en als u daar aankomt...

     ... gij kunt geloven; heb slechts geloof. Wij zijn vreemden voor elkaar. U hebt mij in de samenkomsten gezien maar ik bedoel om u te kennen, om te zeggen dat ik u ken, dat is niet zo. Nu, slechts even. Ik ben ver over mijn tijd heen, maar u weet beslist dat Hij hier is. Nog een keer bij deze vrouw die hier staat, dan zullen we voor hen bidden. Ik denk dat het er minstens drie zijn geweest, nietwaar? O ja. Dat is door het hele gehoor heen.

     Ik heb geen idee. U ziet er wat mij betreft gezond en sterk uit. Ik ken u niet, maar God kent u. Maar er is iets op uw hart. Het is iets wat u verlangt en het is voor iemand anders. Ik zie een jonge man – nee, twee jonge mannen. Het zijn uw zonen. Nee, een ervan is uw zoon en de andere is uw schoonzoon. En zij hebben beiden een maagkwaal en ze hebben beiden zwarte schaduwen over zich heen. Ze zijn allebei zondaren. Dat is 'ZO SPREEKT DE HERE'. Gelooft u nu? Hoevelen zullen met haar geloven? Laten we bidden.

     Here Jezus, wij geloven U nu voor dit verzoek voor onze zuster. Ik zegen haar in Uw Naam. Moge zij heengaan en ontvangen wat zij heeft gevraagd, voor Uw heerlijkheid. Amen.

     Gelooft ieder van u nu met uw hele hart? Nu, kom deze kant op. Gelooft u dat Hij mij kan vertellen wat er verkeerd is? Zou dat niet fijn zijn als die oude astmatische kwaal zou ophouden en u naar huis kon gaan en gezond zijn? Wel, als u het gelooft zal het gebeuren.

     Spreekt u Engels? Hartproblemen, maagkwaal. Geloof de Here Jezus en het zal u verlaten. Amen. Kom dame. Spreekt u Engels? Moeite met ademhalen, astma. Ga en geloof. Adem en geloof in de Naam van de Here Jezus. Kom zuster. Spreekt u Engels? Gelooft u dat ik Gods profeet ben? Uw probleem is in uw rug. Geloof, het zal u geen last meer bezorgen.

     Gelooft u dat ik Zijn dienstknecht ben? U hebt last van artritis. Ik zie dat u probeert uit bed te komen. U kunt het 's morgens bijna niet. Ga, geloof en u zult dat niet meer zo hoeven te doen en u zult gezond worden.

     Gelooft u? Met uw hele hart? Maak Jezus nu in u wakker. Christus is hier. Hij is op het toneel. Gelooft u dat allemaal? Leg nu uw handen op elkaar. Leg nu even uw handen op elkaar.

117 Ik ga een Schriftgedeelte aanhalen. Jezus zei: "Gaat in de gehele wereld (Tempe, Arizona), predikt het Evangelie. Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven. In Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen, met nieuwe tongen spreken. Slangen opnemen en dodelijke dingen drinken maar het zal hun geen kwaad doen. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen zij herstellen." Nu, met Jezus die hier aanwezig is... Als u gelooft dat Hij aanwezig is, zeg: "Amen!" Dezelfde Geest die in Jezus Christus was is hier vanavond in deze kerk. Bidt u nu voor de persoon waar u uw handen op hebt gelegd. Bid oprecht. Zeg: "Here God, genees deze persoon." Zij bidden voor u.

     Here Jezus, ik bid, God, dat U Uw kracht en Geest op dit gehoor wilt zenden, op deze kleine vrouw hier, Here, met dit masker op haar gezicht. Ik bid dat U ze zult genezen, Here. Moge de duivel, de stormen, worden gestild en de kracht van God dit gehoor overnemen en iedere boze kracht en ongeloof uitwerpen.