Hoofdmenu  
Home English (United States)
Download  
audioE-BookPrint
AudioAudio
mp3 Download mp3mp3 is een populaire audioformaat dat op vrijwel alle mediaspelers te beluisteren is. meer info...
m4b Download m4bM4B is een Audiobook formaat voor Apple apparatuur (iPod, iPhone etc...) Uw plek wordt bewaard e.d. meer info...
E-BookE-Book
ePub Download ePubePub is de meest gangbare formaat voor E-Book readers. Het heeft geen absolute paginaindeling. meer info...
pdf Download PDFPDF is het meest ondersteunde formaat met absolute pagina indeling. meer info...
xps Download XPSXPS is een relatief nieuw formaat dat vanaf Windows 7 gelezen kan worden zonder extra software te installeren. meer info...
printPrint
book Download PDFPDF ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...
xpsbook Download XPSXPS document ingedeeld als printbaar boekje (dubbelzijdig printen en in het midden vouwen en nieten). meer info...

Zielen die nu in de gevangenis zijn

Door William Marrion Branham

1 Dank u. Laten we onze hoofden een ogenblik buigen.

     Hemelse Vader, wij zijn U vandaag dankbaar voor dit voorrecht om nog een keer samen te komen, wetend dat wij op een dag voor onze laatste keer als stervelingen zullen samenkomen, en daarna zullen we in een verheerlijkte toestand samenkomen met U, en al de verlosten van alle tijden zullen daar samengekomen zijn.

2 O, onze harten kloppen snel en met grote verwachting, wachtend op de komst van dat uur! Daarmee verdwijnt al onze vrees. Wij hebben niets te vrezen, niets te duchten. Wij zien uit naar de belofte die de eeuwige God aan ons gedaan heeft, en wij weten dat het Waarheid is. Daarom leven wij. Daar leven wij voor, dat uur, die tijd, wanneer dit sterfelijke zal worden veranderd en wij Hem zullen worden gelijk gemaakt, en daar zal geen ziekte, geen verdriet en geen hartzeer meer zijn. O, dan zal het allemaal over zijn. En met vreugde des harten, in geloof en moed, zien wij uit naar die dag.

3 Daarom zijn wij hier vandaag vergaderd, Here, om onze fouten te belijden en om genade te vragen. Daarom staan wij deze morgen voor dit altaar, omdat wij weten dat we sterfelijk zijn, en er vele fouten in ons zijn, en wij vol gebreken zijn. Maar wij komen om onze fouten te belijden, en om dan met open harten naar onze hemelse Vader te kijken voor de zegeningen en vernieuwing van kracht en geloof, hetgeen Hij ons zou geven in dit uur, daar wij hier vergaderd zijn overeenkomstig de belofte: "In hemelse gewesten in Christus Jezus". Want wij beweren dat wij zijn overgegaan van dood in leven, door Zijn belofte, en wij zijn opgenomen in een hemelse atmosfeer, nu bij Hem zittend. Moge Hij ons deze morgen de dingen onderwijzen waarvan Hij zou willen dat we die weten, en het Brood des levens geven, opdat wij ondersteund mogen worden voor de toekomst die voor ons ligt. Sta het toe, Here. Dit is ons gebed, hetgeen wij vragen in Jezus Christus' Naam. Amen.

     U kunt gaan zitten.

4 Goedemorgen iedereen. Het is erg goed om hier vanmorgen opnieuw met u vergaderd te zijn in deze hemelse atmosfeer van aanbidding.

5 Net een klein beetje te laat, omdat we slechts een paar ogenblikken geleden enkele zeer, zeer ernstige telefoontjes hadden: een jongen die daar stervende lag. En net zo zeker als dat ik hier sta, raakte de Here zijn lichaam aan en zond hem op weg. Dus...

6 En hier staat een jongen die de zoon van mijn neef is. Ze waren vanaf het begin echt Katholiek, maar zij gingen deze morgen naar de mis en iets vertelde hun om hierheen te komen. En toen... Er is een verandering. Ze komen nu naar mijn huis om zich op de waterdoop voor te bereiden. Dus dat zijn echt wonderbare dingen die onze Heer de hele tijd doet. Hij is voortdurend dingen aan het doen. Zij kwamen om binnen te komen, maar ze konden niet binnenkomen. Ze zeiden dat ze gewoon geen manier hadden om binnen te komen.

7 Ik zei: "Wel, als jullie met mij willen spreken," zei ik, "wel, kom dan naar mijn huis toe en wij zullen dat daar bespreken."

8 Ik dacht er dus aan, nu ik onderweg ben naar New York naar deze aankomende samenkomst, dat het gewoon zo fijn zou zijn... Ik weet dat ik verfrist zou worden als ik hier zou binnenvallen om geholpen te worden mijn vuur te ontsteken met het vuur dat u allen had, en wij stopten voor een dag, deze morgen. En gisteren... eergisteren kwamen we binnen, rond twaalf uur 's middags.

9 En dan moeten wij vertrekken. Ik was van plan vanmiddag te vertrekken, maar ik denk dat ik... En we vertrekken vroeg in de ochtend, echt vroeg. We zouden tussen hier en New York wat sneeuw en dergelijke op de wegen kunnen hebben. We moeten door Virginia gaan, door de bergen, en ook door het Alleghenygebergte, en dan door het lage gedeelte van het Adirondackgebergte.

10 Wij beginnen dus in... ik ben het vergeten, het is in de arena daar, een nieuwe. Ze hebben de oude Sint Nicolaas arena gesloopt, begrijp ik. Ze bouwden deze nieuwe. En voor zover ik weet, krijgen wij zo ongeveer een van de eerste avonden dat hij ooit werd verhuurd. Dus wij zijn daar dankbaar voor, voor de Pinkstermensen van de New Yorkse regio. En ik geloof dat we verschillende gemeenten hebben die samenwerken, en we verwachten een geweldige tijd.

11 En we zullen op een bepaalde tijd weer terug zijn, de volgende week, zo de Here wil. En als het Gods wil is, wel, dan hopen we voor de zondag een stop te kunnen maken, over een week, voor de zondagmorgendienst.

12 En dan kom ik opnieuw rechtstreeks in het vaarwater van onze herder, zoals ik altijd doe, ziet u, want ik dacht daaraan, misschien als ik aankom, en zelfs zonder het te vragen... En dan, omdat er hier een fijne groep is en ik mensen zie van buiten de stad die hier zijn, daarom dacht ik dat we misschien vanavond – als de herder niets speciaals heeft – dat we vanavond een kleine dienst zouden kunnen hebben, slechts een korte, en, wel, misschien bidden voor de zieken. [Broeder Neville en de samenkomst verheugen zich – Vert] Dank u.

13 Wij hopen vanavond voor de zieken te bidden, over Goddelijke genezing te spreken en voor de zieken te bidden. We beginnen vroeg, zodat we vroeg kunnen uitgaan. En als de voorganger het wil... hoe... U begint gewoonlijk om half acht. Is dat zo? Wat als wij vanavond om zeven uur beginnen, zeven uur? [Broeder Neville zegt: "Amen." – Vert] En laat mij dan doorgaan tot half acht, en dan kan ik om acht uur of half negen klaar zijn, en dat zal de mensen dan tijd geven om te gaan, als dat... als dat goed is. Iedereen lachte toen ik "acht of half negen" zei. Ik... ik hoop op die tijd klaar te zijn. Met bidden voor de zieken, weet u, weten we het nooit.

14 We hebben dus een geweldige tijd gehad sinds wij u vroeg in de afgelopen herfst verlieten, en de Heer heeft ons in vele grote dingen gezegend. Dat... En vanavond, zo de Here wil, wil ik u vertellen over het laatste bezoek dat ik van God heb gehad in Colorado, enkele weken geleden. En dat is wat ik dacht dat ik u nu zou brengen, het stimuleert misschien geloof voor een goede genezingsdienst vanavond, voor de zieken en die aangevochten zijn.

15 Nu, vanmorgen, om rechtstreeks tot de dienst over te gaan, ik... Ongeveer een maand geleden trof iets mijn hart. En het zou kunnen zijn, nu, ik denk dat ze... nemen ze dit op de band op? Nemen ze dit op? Ja. In orde. Zodat ik zal weten vanwaar, als de band uitgaat naar anderen. Ik kan niet zeggen dat hetgeen waarover ik vanmorgen zal spreken... Ik kan niet zeggen dat het is... Ik weet dat het juist is, zie, het Boodschapgedeelte zal juist zijn. Maar hetgeen ik wil doen, is een vraag in mijn gedachten. Het ziet er zo werkelijk uit. En toch, sinds ik binnenkwam, en sinds ik... het aan mij geopenbaard werd, ben ik zo bang geweest dat ik het verkeerde zou zeggen, en bij mensen de verkeerde indruk zou kunnen achterlaten. En het is een... En ik...

16 Van wat ik aan notities had opgeschreven over wat ik zou gaan zeggen, heb ik een deel doorgestreept zodat ik het niet te sterk zou maken. Omdat, ziet u, als een persoon... Ik heb de Here God lief, en de enige wijze waarop ik weet dat ik Hem liefheb, is omdat ik u liefheb. Zie? Dat is de enige manier waarop ik het weet. En toch wil ik niet iets hebben wat aan mij geopenbaard is en het u dan niet vertellen als het aan u verteld moet worden. En dan ben ik bang dat als ik iets een beetje te sterk zeg, het iemand zou kunnen kwetsen. En, weet u, het is een... Je moet eigenlijk gewoon naar het podium gaan en je dan geleid voelen om te zeggen wat je zult gaan zeggen. Dat is alles. En dan zou je soms iets kunnen zeggen en iemand zou er een andere richting aan kunnen geven, en ze zullen overhellen naar die kant; en dan zou iemand zeggen: "O, dit is dit, zie."

17 Maar ik wil dat u weet dat wat ik zal gaan zeggen gewoon veronderstellend is, en het woord veronderstellen betekent 'wagen zonder autoriteit'. Dus ik ben... Ik zeg niet dat dit waar is, maar het is gewoon een kleine gedachte die ik aan u zou mogen doorgeven, opdat u het zou kunnen overwegen en zien wat u erover denkt. En dan zal het natuurlijk schriftuurlijk zijn, omdat ik niets zou willen prediken...

18 Maar is dat al het uur? Is dit gekomen tot dit uur, en hebben deze dingen dat betekend? Ik bid met alles wat in mij is dat het niet zo is. Zie? Ik bid dat het niet juist is, dat het niet dat uur is. Het zal komen, maar is het al tot die tijd gekomen? Zie, dat is wat ik mij afvraag. Nu, begrijpt iedereen volledig dat ik het niet weet? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Ik... Is het deze tijd? Als het zo is, God zij ons genadig. Maar als het die tijd niet is, dan zal die komen.

19 Nu, zodra wij kunnen, wij hebben een groot reisplan voor ons liggen, zo de Here wil. En ik moet meteen na Kerstmis overzee gaan, naar Europa en Azië; Europa in het bijzonder. En dan kom ik hier terug naar de Verenigde Staten voor een paar diensten, en dan ga ik terug naar Zuid-Afrika. Ik begin twee september in Durban, en ga vanaf de tweede, geloof ik, tot ongeveer de tiende, en dan heb ik drie dagen om vandaar naar Johannesburg te gaan en opnieuw te beginnen. Maar ik denk dat het de maand april is dat we in de Scandinavische landen beginnen, in Noorwegen en Zweden en Finland; en Holland en Zwitserland en Duitsland, en door Europa daar. Dus wees voor ons in gebed.

20 Wij hebben hier een paar samenkomsten, nu met kersttijd en vlak na de Kerst. Tussen twee haakjes, wij willen met Kerst hier zijn, thuis. De kinderen willen naar huis komen met Kerst. En we... wij houden van Arizona, maar weet u wat we missen en waar we gewoon niet overheen kunnen komen, dat is deze gemeente en u mensen. Het maakt niet uit waar we heengaan, wat we doen, het is gewoon... de kinderen, ik, mijn vrouw en iedereen. Er is gewoon geen plaats zoals deze. Dat is juist. Er is gewoon niet zo'n plaats.

21 Ik heb de zeven zeeën bevaren en ik ben overal geweest, maar er is geen plaats die mij zo geheiligd schijnt te zijn dan juist deze kleine plaats hier. Dit is het. Ga er gewoon een keer bij vandaan, als u het wilt weten. Er is gewoon iets met deze plek. Ik heb over vrijwel de hele wereld gepredikt en ik heb nooit te eniger tijd, op welke plaats ook, ooit de Geest van God met zoveel vrijheid enzovoort gevoeld als ik doe wanneer ik hier sta. Dit is het.

22 "God, laat het..." Zoals ik zei op de dag dat ik de hoeksteen daar legde: "Here God, laat het niet vallen."

     Mensen zeiden: "Binnen twee maanden zal het een garage zijn."

23 Ik zei: "Laat het niet vallen, Here. Laat het blijven staan, en dat mensen hierbinnen U prijzen wanneer Jezus terugkomt." Ik vertrouw dat het zo zal zijn.

24 Laten we nu de Bijbel opslaan en van de Here verwachten dat Hij ons van Zijn zegeningen geeft. En we willen enige Schriftgedeelten lezen. Ik heb hier een paar Schriftgedeelten opgeschreven waar ik naar wil verwijzen en wat aantekeningen. En ik wil uit drie plaatsen uit de Bijbel lezen en ik zal ze eerst aan u geven. Ik wil in Judas 5 en 6 lezen. Judas is slechts één boek, weet u. En dan wil ik II Petrus, het tweede hoofdstuk, 4 en 5 lezen. En dan wil ik I Petrus 3:18–20 lezen.

25 En mijn onderwerp is deze morgen, zo de Here wil: Zielen die nu in de gevangenis zijn. Uh-huh. Zielen die nu in de gevangenis zijn, opgesloten, voor altijd veroordeeld. Nooit, er is geen manier om gered te worden, zie, zielen die nu gevangen zijn.

26 Nu, laten we eerst lezen in het boek van Judas. Ik geloof dat ik hier als eerste plaats Judas heb opgeschreven; en dan in II Petrus, en dan in I Petrus. Nu, Judas, ik zou het graag helemaal lezen; maar slechts om tijd te besparen, omdat het al half elf is, zal ik beginnen met het vijfde vers. Nu, Judas was een broer, een pleegbroer van Jezus Christus, zoals wij allen weten. Zie? Hij was de zoon van Jozef.

     Maar ik wil u indachtig maken, daar gij dit eenmaal weet, dat de Heere, het volk uit Egypteland verlost hebbende, wederom degenen, die niet geloofden, verdorven heeft.

27 Redde hen eerst, bracht hen uit Egypte en moest hen toen vernietigen omdat zij niet doorgingen met hun boodschap, ziet u.

     En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder de duisternis bewaard.

28 Engelen die eens in de hemel verbleven en hun beginsel niet bewaard hebben en de wijze waarop zij waren, vielen weg, en zijn nu in eeuwige ketenen van duisternis, altijddurende ketenen van duisternis, worden in deze toestand bewaard tot het oordeel van de grote dag, wanneer zij geoordeeld zullen worden met de rest van de ongelovigen.

29 Nu in II Petrus, het tweede hoofdstuk, beginnend met het vierde vers, wat slechts een of twee boeken hierachter zal zijn, zie.

     Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden;
     En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, en acht personen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht;

30 Heeft de engelen niet gespaard; legde hen in ketenen der duisternis, en veroordeelde de hele wereld door de vernietiging van Noach.

31 Nu in I Petrus, het eerste hoofdstuk en het... I Petrus, het derde hoofdstuk, en beginnend met het achttiende vers, lezen we opnieuw. Nu, luister nu aandachtig.

     Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest;... gedood in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest;
     In Welke Hij ook, heengegaan zijnde, de geesten, die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft,... Hij heeft gepredikt tot deze mensen die in de gevangenis zijn;
     Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, toen de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water.
     Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is van de vuilheid van het lichaam, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus;
     Die is aan de rechterhand Gods, opgevaren ten hemel, de engelen, en machten, en krachten Hem onderdanig gemaakt zijnde.

     Laten we opnieuw bidden.

32 Nu, hemelse Vader, met zo'n rij van Schriftplaatsen hier, drie getuigen, drie plaatsen in de Schrift die getuigenis afleggen. En Gij hebt in Uw Woord gezegd: "In de mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan." Nu, ik bid U, o God, dat Gij tot de mensen zult komen en dit Woord, deze Boodschap, zult uitleggen in het licht waarin het zou moeten zijn, zodat elke man, vrouw, jongen of meisje, zou mogen begrijpen in het vermogen dat U voor hen bestemd hebt om het in te begrijpen, om nu te beseffen dat deze drie getuigen getuigenis afleggen van de Waarheid.

33 En ik bid dat U de Heilige Geest nu op ons zult zenden. En we zullen naar Hem kijken, Die onze Koning is, vanmorgen in ons midden zijnde, de Here Jezus Christus; in Wie wij nu door geloof zijn opgeheven, zittende in deze hemelse gewesten in Hem. Wij wachten op Zijn Boodschap. Spreek het door ons heen, Here, hoor het door ons heen, daar wij U vragen de lippen die spreken en de oren die horen te besnijden, opdat het zal mogen zijn tot de eer en heerlijkheid van Hem Die de Schrift is. Want wij vragen het in Zijn Naam. Amen.

34 Nu, denk aan de diensten van vanavond, een genezingsdienst. Ik denk niet dat het nodig zal zijn om gebedskaarten uit te geven want we zullen gewoon voor de zieken bidden. Ik heb iets dat ik u wil vertellen, en ik hoop dat het de gemeente tot zo'n plaats zal brengen, dat er gewoon allerlei soorten van genezing zullen zijn. Ik weet dat het zal gebeuren als wij het slechts op die wijze zullen geloven.

35 Nu dit: zielen nu in de gevangenis; zielen die nu in de gevangenis zijn!

36 Nu, de ziel van de mens is niet het lichaam van de mens, het is de ziel. En de ziel is iets wat de natuur van de geest is. En dan, wanneer de natuur van een mens... Toen hij zei: "Wij zijn gestorven", vertelt de Schrift ons duidelijk dat "wij zijn gestorven, en dat onze levens zijn verborgen in God door Christus; daar verzegeld door de Heilige Geest." Nu, het was niet dat uw lichaam stierf; het was niet dat uw geest stierf. Het was de natuur van uw geest die stierf; zie, de natuur, wat de ziel is. De natuur van uw ziel is God als u wederom geboren bent. Als ze dat niet is, is ze van de wereld. Alles wat begint, moet eindigen, dus daarom is de enige manier waarop u eeuwig leven kunt hebben door een leven te hebben dat nooit begon. En uw leven begon natuurlijk toen u geboren werd, toen God de adem des levens in uw neusgaten blies en u een levende ziel werd, toen begon u. Maar wanneer u...

37 Met die natuur die in u was – van nature was u van de wereld, vervreemd van God – toen was u feitelijk een dier. Dat is precies juist. Iedereen weet dat wij zoogdieren zijn. Hoevelen weten dat? Wij, wij zijn zoogdieren, wij zijn een warmbloedig dier, maar dat zijn wij door onze aardse schepping. Maar, ziet u, wat ons verschillend maakte van andere zoogdieren, was dat God een ziel in ons plaatste. Zie? Nu, de andere zoogdieren hoeven geen kleren te dragen. Geen ander dier hoeft kleren te dragen om zijn schaamte te bedekken, behalve wij. Wij zijn de enigen die dat doen, omdat wij een ziel hebben. Maar, ziet u, God wist in den beginne hoe de mens zou zijn. En Hij schiep de aarde, en bracht allerlei soorten dieren voort, van de allerlaagste tot de hoogste; en het hoogste dier dat voortkwam, was de mens.

38 En toen de mens eerst gemaakt werd, was hij een geestmens, in het beeld van God.

39 Want: "God is een Geest", Johannes 4. Nu, "Hij is een Geest. En die Hem aanbidden, aanbidden Hem in geest en in waarheid. En Uw Woord is de Waarheid." Nu, wij aanbidden Hem in geest en waarheid. Hij is een Geestwezen.

40 Toen was er geen mens om de grond te bewerken, en vervolgens formeerde God de mens uit het stof der aarde.

41 Daarna nam Hij uit zijn zijde een bijproduct, een rib; en scheidde die af van deze mens die een tweevoudige natuur had, welke zowel vrouwelijk als mannelijk was. En Hij nam het vrouwelijke deel eruit, omdat het liefde was, en Hij plaatste het in een persoon genaamd Eva, die Adam Eva noemde, die zijn vrouw was. Dat is waarom zijn liefde, natuurlijk, phileoliefde, vasthield aan zijn vrouw. Dat is de wijze waarop een man vandaag behoort te zijn, en zij ten opzichte van haar man. De man, het mannelijke; de vrouw, het vrouwelijke.

42 En toen, zie, nadat Hij de mens in Zijn eigen beeld gemaakt had – "Hij schiep ze, man en vrouw" – was er geen mens om de aarde te bewerken. En Hij plaatste hem in het stof van de aarde, en daarom werd hij... was hij die mens. Deze menselijke man was een zoogdier, zie, hij was dierlijk; maar Hij plaatste deze geest van God, een leven, in hem, en stelde hem op de grondslag dat hij een keuze kon maken. En toen deze mens...

43 Nu, wij denken dat we iets zijn. Bedenk slechts, wat zijn wij? Een kluit stof. Dat is alles. "En omdat gij stof zijt, zult gij tot stof wederkeren." Dus wanneer u deze man door de straat ziet lopen die denkt dat hij iemand is, weet u, en een beetje onderwijs en dergelijke heeft gehad; bedenk dan dat het een kluit stof uit Indiana is. Dat is alles. En die vrouw die zich alleen maar kleedt met korte broeken, en sigaretten rookt, en zich door de straat heen kronkelt, zich draaiend alsof ze het hele land bezit, het is een kluit stof uit Indiana, en zo zal het terugkeren. Dus u bent niet erg veel om mee te beginnen, zie. Dus, dat is juist, dat is wat u bent.

44 Maar die ziel die daarin is, zie, die ziel is het waar God aan werkt, zie. Als Hij slechts die natuur, die geest ertoe kan krijgen met Hem overeen te stemmen, dan sterft die natuur, de natuur en de liefde van de wereld sterft, en de dingen van de wereld zijn dood. Zie? Want: "Zo u de wereld liefheeft, of de dingen van de wereld, de liefde van God is niet in u." Zie? En een mens moet wederom geboren worden. Dus deze natuur moet sterven, en de natuur van God komt en leeft in u. En God is het enige wat er is dat nooit begon en nooit kan eindigen.

45 Dus daarom is Hij een partnerschap aangegaan, ziet u, en heeft deze aardse mens genomen en deze eeuwige Geest en heeft ze samengevoegd. Omdat God Zichzelf daarin weerspiegelde dat Hij een Mens werd toen Hij Christus Jezus werd, en Hij was God, zie. God was in Christus; dat is het, leefde in Hem, de wereld met Zichzelf verzoenende. En door die volmaakte Mens wordt ieder van ons – onvolmaakt zijnde – die in God gelooft en dat heeft aanvaard, de volmaaktheid van Hem.

46 En Hij liet Zijn lichaam nooit verderf zien, noch liet Hij Zijn ziel in de hel achter, maar wekte Hem de derde dag op, en Hij leeft voor eeuwig. En wij zullen een lichaam hebben zoals Zijn eigen verheerlijkte lichaam.

47 Daarom worden wij in Zijn Naam gedoopt, opdat wij voort mogen komen in Zijn Naam, in Zijn dood, in Zijn opstanding, opdat wij weer opstaan, aan de wereld getuigend dat wij nieuw leven hebben, dat de oude mens dood is. Wij begroeven die eerste natuur. Zie? Die eerste natuur is weg, en nu zijn wij de natuur van Hem. Hij leeft in ons, en wij doen onze eigen wil niet. Wij doen Zijn wil. Wij denken onze eigen gedachten niet. De gezindheid, de gezindheid is datgene wat denkt. De gezindheid die in Christus Jezus was, is in elke gelovige. Kijk, dat is de ziel, en daar spreken wij over. Nu, dat is het deel waar ik nu aan denk, dat wat binnenin ons is, de ziel.

48 Nu, als wij hierin opmerken, soms gebeuren er veel dingen en we vragen ons af waarom ze gebeuren, en we twijfelen aan onszelf, en we twijfelen aan anderen. Maar tenslotte ontdekken wij na een poosje, als we Christenen zijn, dat het op een of andere manier allemaal precies goed uitwerkt. U hebt dat gezien. Alle Christenen zien dat. We vragen ons af waarom we het deden.

49 Ik vroeg mij eens af, toen ik de eerste keer de Bijbel las: "Waarom liet God Abraham, die grote man, daar ooit staan en zeggen dat Sara zijn vrouw niet was?" En hoe Hij hem daar liet staan en daarover liegen, en de dingen die hij deed, en dan hoe Hij ooit Abraham het beloofde land liet verlaten terwijl Hij hem had verteld het niet te verlaten? Elke Jood die het beloofde land verlaat, is teruggevallen, omdat God dat aan hen gaf en hun beloofde daar te blijven, zie, en zij verlieten het. Want hij ging heen naar Gerar. Maar als dat niet was gebeurd...

50 Toen werd Abimelech, die koning daarginds in het Filistijnse land, verliefd op Sara en zou haar gaan trouwen, en hij was een goede man, een rechtvaardig man. En nadat hij waarschijnlijk... Dit klinkt lachwekkend, maar om het heel werkelijk voor u te maken. Nadat hij zijn avondbad had genomen en zijn pyjama had aangetrokken en zijn gebeden had opgezegd en naar bed ging, verscheen de Here aan hem en zei: "U bent zo goed als een dode man", en de man had niets gedaan. Zie? Hij was absoluut misleid, door zowel Abraham als Sara. Dat is juist. Hij zei: "U hebt de vrouw van een andere man, zie. En Ik zal uw gebeden niet verhoren, ongeacht hoeveel u bidt. U bent zo goed als dood. Maar die man is Mijn profeet." Zie?

51 Kijk, het is moeilijk om dat te begrijpen, zie. Maar als dat er niet was, zouden wij niet weten wat genade was.

52 Waarom ging hij met Hagar trouwen, hoewel hij een lieflijke vrouw als Sara had? En hij wilde het niet doen, zie, maar Sara zei het tegen hem. En toen zei de Here tegen hem: "Luister naar wat Sara u zei." Waarom? Er moest een Ismaël zijn "opdat de dienstmaagd en haar kind geenszins zouden erven met de vrije en haar kind." Ziet u wat ik bedoel?

53 Al deze dingen zijn typen. Waarom moest die profeet een hoer trouwen en... met deze kinderen, twee kinderen bij haar verwekken? Als een teken. Waarom lag er één gedurende driehonderdveertig dagen op zijn rechterzijde, om daarna zoveel dagen op de andere zijde te liggen? Als een teken. Eén trok zijn kleren uit en wandelde voor Israël. En nu, al die dingen waren typen en schaduwen, zie; en wij moeten deze dingen hebben om het te vervullen.

54 En dikwijls gebeuren er dingen met ons waarvan we ons afvragen waarom het gebeurt. Het is God Die ons iets van tevoren toont.

55 Nu, als een kleine jongen – en u kent mijn levensgeschiedenis – ik geloofde altijd, zolang als ik mij kan herinneren. Een van de eerste dingen die ik mij herinner... Nu, wat dit betreft, u zou mij gisteren iets verteld kunnen hebben en ik zou het vandaag vergeten zijn. Maar er zijn sommige dingen in het verleden, die in onze jonge jaren gebeurden, velen van ons zijn zo, die we ons altijd herinneren. En dit klinkt bijna belachelijk om dit te zeggen, maar ik herinner mij dat ik kroop, met een lange jurk aan. Kleine baby's – nu, sommigen van u mensen van mijn leeftijd zouden zich dat kunnen herinneren – maar baby's droegen hele lange jurken. En ik herinner mij dat ik kroop, en sneeuw van de voet van mijn oom oppakte en dat opat, toen hij binnenkwam en bij de haard stond.

56 En dan het volgende wat ik mij herinner wat in mijn leven plaatsvond, was een visioen, het eerste dat ik ooit had, en het vertelde mij dat ik een groot deel van mijn leven dichtbij een stad genaamd New Albany zou wonen. En ik was een kleine baby daarboven in de bergen, waar zelfs geen dokter was toen ik geboren werd. En ik... U weet dat ik hier ongeveer vijftig jaar heb gewoond, precies hier; een visioen.

57 En dan, hoe ik altijd wist dat God ergens was, en als een kleine jongen sprak Hij tot mij om "nooit te roken of te drinken of mijn lichaam te verontreinigen", dat betekent immoreel om te gaan met vrouwen en dergelijke. Ik heb er altijd een angst voor gehad als jongeman.

58 En eens toen ik op jacht was, wat voor mij een tweede natuur schijnt te zijn om van jagen te houden. En ik was uit jagen met een jongen, Jim Poole, een lief joch. Ik denk dat zijn zoon hier naar de gemeente komt, kleine Jim, een fijne familie, deze mensen. Ik ken de Pooles. Jimmy en ik sliepen samen en leefden samen sinds wij kleine schooljongens waren. Wij schelen ongeveer zes maanden in leeftijd. En Jimmy liet zijn geweer afgaan en het schoot door mijn beide benen heen, heel dichtbij me, met een jachtgeweer. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht en lag daar stervende, geen penicilline of iets in die dagen. En nu, ze hadden een rubberen laken onder mij gelegd en ik wist die nacht... De volgende morgen zouden ze gaan opereren.

59 Ze maakten alleen de wond schoon, en grote stukken vlees waren uit elkaar gesprongen, en ze namen scharen en knipten het af, en ik moest de handen van een man vasthouden. En ze hadden Frankie Eich, hij pleegde pas geleden zelfmoord, en ze moesten mijn handen vasthouden... van zijn polsen loswringen toen ze klaar waren. Ik schreeuwde en huilde, en hield mij zo vast, toen zij dat stuk van het been wegknipten. Ik was veertien jaar oud, nog maar een jongen.

60 En die nacht probeerde ik te gaan slapen en zij... Ik werd wakker, er spatte iets. En hier was bloed, bijna twee liter denk ik, wat uit die aderen was gekomen. En ze hadden een röntgenfoto genomen en ze zeiden dat het schot zo dichtbij die slagader lag, langs beiden kanten, dat slechts een kleine schram het precies in tweeën zou snijden, en dan zou ik beginnen te bloeden. "Wel," dacht ik, "dit is mijn einde." En ik deed mijn handen zo naar beneden en hief ze op en het bloed stroomde langs mijn handen, het was mijn eigen bloed waar ik in lag. Ik riep, belde. De verpleegster kwam en ze dweilde het slechts op met handdoeken, omdat er niets was wat ze konden doen.

61 En de volgende morgen, onder die verzwakkende omstandigheden – ze gaven geen bloedtransfusies in die dagen, weet u – opereerden ze me. En ze gaven mij ether. En toen ik... Die ouderwetse ether – ik denk dat u het zich herinnert – is het oude verdovingsmiddel. En onder die ether, toen ik bijkwam, kwam ik na acht uur bij van die ether. Ze moesten mij zoveel geven, maar ze dachten dat ik niet meer zou bijkomen. Ze konden mij niet wakker krijgen.

62 Ik herinner me dat mevrouw Roeder bij mij stond, daarginds in het ziekenhuis. Ik zal die vrouw nooit vergeten. Ongeacht wat er ooit gebeurt, ik zal haar nooit kunnen vergeten. Ze was toen nog een jonge vrouw. Haar man was de opzichter bij de autogarage hier. En ik herinner me dat ze naast mij stond, zij en mevrouw Stewart. En zij waren trouwens degenen die mijn ziekenhuisrekening betaalden. Ik... Wij hadden zelfs geen voedsel om te eten in huis, dus hoe zouden wij een ziekenhuisrekening van honderden dollars kunnen betalen? Maar zij, door haar kerkgenootschap, en de Ku Klux Klan, betaalde de ziekenhuisrekening voor mij, vrijmetselaars. Ik kan hen nooit vergeten. Zie? Het geeft niet wat zij doen of iets, ik heb nog steeds... er is iets en dat blijft me bij, zie, wat zij voor mij deden. En zij betaalden de rekening aan dokter Reeder. Hij leeft nog steeds, woont hier in Port Fulton, en kan u het verhaal vertellen.

63 Toen ik uit die ether bijkwam, was er iets wat mij daar overkwam. Ik heb altijd geloofd dat het een visioen was. Omdat ik zo zwak was, en ik... Ze dachten dat ik stervende was. Ze huilde. Toen ik mijn ogen opende en kon kijken, kon ik haar horen spreken, en toen viel ik weer in slaap, en werd wakker, twee of drie keer. En toen had ik een visioen. En toen had ik...

64 Ongeveer zeven maanden later moest ik teruggaan om schrootstukken en vuile jachtkleren te laten weghalen uit mijn benen; de dokter had het niet te pakken gekregen. En daardoor had ik bloedvergiftiging, beide benen waren opgezwollen en twee keer zo dik geworden onder mij, en ze wilden beide benen bij de heupen amputeren. En ik zei: "Nee, kom gewoon hoger en haal het er hierboven af." Ik kon het gewoon niet verdragen, zie. En tenslotte voerden dokter Reeder en dokter Pirtle uit Louisville de operatie uit, en sneden erin en namen het eruit; en vandaag heb ik door Gods genade wonderbare benen.

     Maar tijdens het laatste visioen dat ik had...

65 Het eerste visioen was toen ik bijkwam, en daarna in deze trance kwam. En ik dacht dat ik in de hel was, gewoon zo duidelijk...

66 [Een broeder in de samenkomst zegt: "Excuseer me, meneer." – Vert] Uh-huh. ["Er is hier een vrouw die flauwgevallen is, precies daar."] In orde, laat iemand haar de handen opleggen en zij... breng haar mogelijk even in de frisse lucht. Nu, wie daar ook staat, leg uw handen op haar.

     Laten we bidden.

67 Dierbare Here Jezus, mag onze zuster die vanmorgen ziek is en is flauwgevallen in de zaal, moge Uw genade en sterkte en kracht... er zijn nu handen op haar gelegd die U vertegenwoordigen. En de Schrift heeft gezegd: "Deze tekenen zullen hen volgen die geloven. Als zij hun handen op de zieken leggen, zullen ze herstellen." En nu, mag onze zuster uit deze onpasselijkheid komen, en gezond gemaakt worden voor de heerlijkheid van God. In de Naam van Jezus Christus vragen wij het, en dragen haar aan U op. Amen.

68 Nu, breng haar in de frisse lucht. Het is verschrikkelijk benauwd. Ik kan het hier voelen, werkelijk heel, heel erg. Het is gewoon een wee gevoel hier op het podium. Ik heb het hier vier of vijf keer gevoeld. Als er... zodra ze zich een beetje beter voelt, wel, breng haar dan daar waar ze frisse lucht kan krijgen. Dat is goed. Uh-huh. Kijk, het is gewoon zo verschrikkelijk benauwd, weet u. Menselijke wezens – elk van ons – creëren zoveel vierkante meters van alleen maar ziekte. Als u heeft, als iemand daar wat water heeft, of iets om op de zuster te leggen. Zij is in orde nu. Zie? In orde. [Een broeder in de samenkomst zegt: "Laten we de deuren nog opendoen, broeder Branham." – Vert] Ja, misschien als u de deuren zou kunnen opendoen, misschien, of een klein beetje frisse lucht zou kunnen geven, zoveel als we kunnen, op een of andere manier, zie.

69 In deze tijd nu, toen ik dit visioen had, dacht ik dat ik van dit leven was overgegaan in foltering.

70 En zeven maanden later, hier in het Clark County Memorial Hospital, kreeg ik de tweede operatie. En toen ik die keer bijkwam, dacht ik dat ik ginds in het Westen stond. Ik had nog een visioen. En daar was een groot gouden kruis in de lucht, en de heerlijkheid des Heren stroomde vanaf dat kruis. En ik stond zo met mijn handen uitgestrekt en die heerlijkheid viel in mijn borst. En ik... Het visioen verliet mij. Mijn vader zat daar naar mij te kijken toen het visioen kwam.

71 Ik heb altijd gevoeld, zoals u... Alle mensen die mij al deze jaren gekend hebben, weten dat ik altijd naar het westen heb willen gaan. U weet hoe het is. Iets trok mij altijd naar het westen. Maar omdat een astronoom mij een keer datzelfde vertelde, dat ik naar het westen moest gaan... Toen de sterren hun banen kruisten, enzovoort, toen werd ik onder dat teken geboren, en ik zou nooit een succes zijn in het oosten; ik zou naar het westen moeten gaan. En vorig jaar vertrok ik naar het westen om datgene te vervullen wat mijn hele leven lang het verlangen was, zie, om te doen.

72 Waarom ik daar ben? Het is allerbelachelijkst. Zit daar in de woestijn, moet honderdtien dollar huur per maand betalen terwijl hier een huis staat, een pastorie voor mij gemeubileerd, zie. Maar het is het volgen van de Heer, zie, dat is alles wat ik weet te doen. En u kent de visioenen en wat daarginds heeft plaatsgevonden. Nu, ik wil hiermee zeggen...

73 Nu, als onze zuster zich een beetje zwak voelt, broeder Roy, en ze... je haar ergens naar buiten wilt brengen en haar hier in een kamer wilt laten zitten waar zij meer frisse lucht krijgt of zoiets, dan is dat helemaal in orde, omdat ik voel dat ze nu in orde zal zijn, zie. Het is oké. Ze voelt zich gewoon benauwd, onwel. En daarom zeg ik je, als ze... als je haar hierheen wilt brengen waar de frisse lucht... doe deze ramen omhoog, broeder Roy, en als de zuster hierheen wil komen, is dat prima. Zie, als zij hier wil komen, wel, wees daar gewoon niet ongerust over.

74 Ik wil haar de handen opleggen wanneer zij hierlangs komt. Wilt u allen mij een ogenblik excuseren. En God vergeve mij voor... Dat, dat is goed, broeder.

75 Hemelse Vader, deze dochter van U hier zit hier vanmorgen, en zij kwam om de boodschap te horen, en kreeg... Satan probeert haar erbij vandaan te slaan, maar dat kan hij niet. Dat kan hij niet. Satan kan het niet, in de Naam van Jezus Christus.

     In orde. Wel die deur, ik denk dat als een paar broeders... dat er dan frisse lucht hierdoor naar u toe kan komen.

76 O, over benauwd gesproken, u zou in enige van deze plaatsen overzee moeten komen, waar ze gewoon op elkaar liggen gestapeld met lepra en kanker. En, o my, je kunt nauwelijks ademhalen, weet u, in dat soort plaatsen. Liggen daar in die geweldig grote gebouwen, geheel verontreinigd met ziekten. En u weet hoe melaatsheid eruit kan zien. Er liggen daar mensen zonder oren en de helft van hun gezicht weggevreten, zonder armen, en kleine stelten als voeten en dergelijke, liggen daar op elkaar gestapeld. En velen van hen sterven op dat moment terwijl ze daar liggen vanwege het op elkaar gepakt zijn, proberend om ergens binnen te komen, weet u, om de Boodschap te horen.

77 En nu, bij deze vertel ik u wat er gebeurde. In het visioen dat ik had... ik zal erop terugkomen omdat ik de twee visioenen naar voren bracht, en over één ervan wil ik u iets tonen. Ik zou in het westen moeten zijn. Ik heb daar altijd naar verlangd.

78 En nu, het doel van de boodschap deze morgen is om de gemeente in te lichten over alles wat Hij mij zal toestaan om de gemeente over in te lichten, voor zover ik weet, tot de... terwijl ik voortga. En dit trof mij, daarom wilde ik de gemeente op de hoogte brengen. Nu, dit is alleen voor deze tabernakel, zie, voor hier. Nu, en in dit visioen, de eerste, vond dit plaats.

79 Nadat het visioen mij trof, en ik zo zwak was, en ik al dat bloed verloren had, ging ik... Ik dacht dat ik wegzonk in een eindeloze eeuwigheid. Velen van u hebben mij dit eerder horen vertellen; ik zonk weg in een eindeloze eeuwigheid. Ik ging eerst door iets als wolken heen, en toen door duisternis, en zonk dieper, dieper, dieper. En het eerstvolgende was, weet u, dat ik in de regionen van de verlorenen kwam, en daar schreeuwde ik. En ik keek, en daar was alles gewoon bodemloos. Ik zou nooit kunnen ophouden met vallen. Voor eeuwig, leek het, zou ik gaan vallen. Er was geen stoppen aan, nergens.

80 En wat een verschil was dat met het visioen dat ik hier niet lang geleden had toen ik bij de mensen in de heerlijkheid was, de tegenstelling! Maar in dit, terwijl ik viel, schreeuwde ik tenslotte om mijn vader. Omdat ik nog maar een kind was, was dat wat ik zou doen. Ik schreeuwde om mijn vader, en mijn vader was daar niet. En ik schreeuwde om mijn moeder: "Laat iemand mij opvangen!" Er was daar geen moeder. Ik ging gewoon. En ik schreeuwde toen tot God. Er was daar geen God. Er was daar niets.

81 En na een poosje hoorde ik het meest droevige geluid dat ik ooit heb gehoord, en het was het allerverschrikkelijkste gevoel. Er is geen manier... Zelfs een letterlijk brandend vuur zou een genoegen zijn vergeleken met wat dit was. Nu, deze visioenen zijn nooit fout geweest. En het was werkelijk een van de meest verschrikkelijke gevoelens die ik ooit heb gehad, waardoor...

82 Ik hoorde een geluid dat klonk als iets uit een spookhuis. En toen dat gebeurde, keek ik waar het vandaan kwam en het waren vrouwen. En zij hadden groen spul, ik kon slechts hun gezichten zien en ze hadden groen spul onder hun ogen. Hun ogen zagen eruit alsof ze naar achteren doorliepen, zoals de vrouwen vandaag hun ogen verven, zo naar achteren doorlopend, en slechts hun ogen en gezicht. En zij deden van: "Oeh, oeh, oeh, oeh!" O my!

83 Ik schreeuwde het uit: "O God, wees mij genadig. Heb genade, o God! Waar bent U? Als U mij alleen maar terug laat gaan om te leven, dan beloof ik U een goede jongen te zijn." Nu, dat was het enige wat ik kon zeggen. Nu, God weet het, en op de dag des oordeels zal Hij mij voor die verklaring oordelen. Dat is wat ik zei: "Here God, laat mij teruggaan, en ik beloof U dat ik een goede jongen zal zijn."

84 En voordat ik beschoten werd, had ik leugens verteld, had ik bijna alles gedaan wat er gedaan kon worden, slechts één ding waarvan ik kan zeggen... Ik zou evengoed schoon schip kunnen maken terwijl ik hier nu ben. En toen ik naar beneden keek en zag dat ik bijna in tweeën geblazen was, zei ik: "God, wees mij genadig. U weet dat ik nooit overspel heb gepleegd." Dat was het enige wat ik tot God kon zeggen. Ik had nooit Zijn vergeving aanvaard en al deze dingen. Ik kon alleen maar zeggen: "Ik heb nooit overspel gepleegd."

85 En toen brachten ze mij daarheen. En daarin schreeuwde ik toen: "God wees mij genadig. Ik zal een goede jongen zijn, als U mij slechts terug laat gaan", want ik wist dat er ergens een God was. En zo helpe mij, voor deze lusteloze schepselen overal rondom was ik was slechts een nieuwkomer. En het afschuwelijkste, vreselijkste, goddeloze gevoel in die... Zag eruit als enorm grote ogen, grote wimpers die zo uitstaken, die naar achteren doorliepen zoals bij een kat, zo door naar achteren; en groen spul alsof het was verkankerd of zoiets.

     En ze deden van: "Oeh, oeh, oeh." O, wat een gevoel! Nu, toen ik...

86 Toen, in een ogenblik tijd, was ik weer teruggekomen tot het natuurlijke leven. Die zaak heeft mij lastiggevallen. Ik dacht: "O, laat het zijn dat ik nooit naar zo'n plaats ga; dat geen ander menselijk wezen ooit naar zo'n plaats zal moeten gaan."

87 Zeven maanden later had ik het visioen dat ik in het westen stond en dat gouden kruis op mij zag neerdalen. En ik wist dat er ergens regionen van de verdoemden waren.

88 Nu, ik heb er nooit al teveel aandacht aan besteed, tot ongeveer vier weken geleden. Mijn vrouw... Had er nooit in deze zin erover nagedacht. Ongeveer vier weken geleden gingen mijn vrouw en ik naar Tucson om wat boodschappen te doen. En terwijl we zaten... Mijn vrouw, we gingen beneden naar binnen, en daar was een stel verwijfde jongens die hun haar getoupeerd hadden, weet u, zoals de vrouwen doen, met een pony naar beneden gekamd voor hun gezicht, met deze hele hoge broeken aan, ik geloof de beatniks, of hoe u ze ook noemt. En zij waren daarbinnen en iedereen keek naar hen, en hun hoofden waren zo groot, zoals de vrouwen die hier deze 'waterhoofdkapsels' dragen, weet u. En zij waren daar beneden.

89 Een jonge vrouw kwam voorbij en ze zei: "Wat denkt u daarvan?"

90 Ik zei: "Dan hoort u zich te schamen voor uzelf, als u dat kunt denken." Ik zei: "Hij heeft net zoveel recht om dat te doen als u. Geen van u heeft het recht."

91 Dus ik ging naar boven en ik ging zitten. En toen ik dat deed, was daar een roltrap, het was in het J.C. Penney warenhuis, en de roltrap bracht de mensen naar boven. Wel, ik werd werkelijk wee in mijn maag toen ik die vrouwen zag die naar boven kwamen; jong, oud, en onverschillig, gerimpeld, jong, en op elke manier, met kleine korte broekjes aan; hun onreine lichaam, en die sexy geklede vrouwen met die geweldig grote hoofden op die manier, en hier kwamen ze. En één kwam net van die roltrap af, kwam precies daarheen waar ik in een stoel zat, daar zittend met mijn hoofd omlaag.

92 En ik keerde mij om en ik keek. En een van hen die de trap opkwamen, zei: "Oeh", sprak Spaans tegen een andere vrouw. Zij was een blanke vrouw die sprak tot de Spaanse vrouw. En toen ik keek, [Broeder Branham knipt met zijn vingers – Vert] was ik plotseling veranderd. Daar, dat had ik eerder gezien. Haar ogen, u weet hoe de vrouwen dat nu doen, sinds kort hun ogen als katten verven, weet u, maken zich zo op, en dragen kattenbrillen en van alles, weet u, met ogen zo omhoog en dat groene spul onder hun ogen. Daar was die zaak die ik gezien had toen ik een kind was. Daar was die vrouw, helemaal precies. En ik werd helemaal verdoofd en begon rond te kijken, en daar waren die mensen aan het mompelen, weet u, bezig over de prijzen en dergelijke in het gebouw. En ik...

93 Het leek alsof ik gedurende een ogenblik veranderd was. En ik keek, en ik dacht: "Dat is wat ik in de hel zag." Daar waren zij, die kanker. Ik dacht, omdat ze in de hel waren, dat dat hen op die wijze had gemaakt, een groenachtig blauw onder hun ogen. En hier waren deze vrouwen beschilderd met groenachtig blauw, precies op de wijze zoals het visioen ongeveer veertig jaar geleden zei.

94 Zie, het is ongeveer veertig jaar geleden geweest. Ik ben vierenvijftig; ik was veertien. Dus ongeveer veertig jaar geleden, ik... En dat is het... Dat is hoe dan ook het getal van het oordeel, weet u. Nu daar was...

95 Ik had dat gezien en ik kon zelfs niet meer tot mijn vrouw spreken toen zij kwam. Zij probeerde daar iets te krijgen voor Sara en de kinderen, een bepaalde soort jurk of zoiets voor school, en ik kon zelfs niet... Ik kon zelfs niet tot haar spreken. Ze zei: "Bill, wat is er met jou aan de hand?"

     Ik zei: "Lieveling, ik ben als... ik ben zo goed als dood."

     En ze zei: "Wat is er aan de hand? Ben je onwel?"

     Ik zei: "Nee. Er is net iets gebeurd."

96 Nu, zij weet dit niet. Zij wacht op het opsturen van deze band. Ik heb dit nooit tegen iemand gezegd. En ik dacht dat ik zou wachten, zoals ik beloofd heb, om het eerst tot de gemeente te brengen. Zie? Het tot de gemeente te brengen. Dat was mijn belofte. En u zult na vanavond de reden beseffen waarom ik probeer mijn belofte te houden. Zie?

97 Toen begon ik te denken, toen ik die verkankerd uitziende ogen bij deze vrouwen opmerkte. Daar waren de Spaanse, de Franse en Indiaanse, en blanke en allen tezamen, maar met die hele grote hoofden, weet u, getoupeerd met die kammen, de wijze waarop zij het naar achteren kammen, heel groot en dan wijd uitstaand. Weet u, u weet hoe ze dat doen, het opsteken zoals zij dat doen. En dan die verkankerd uitziende ogen, en de ogen met de verf naar achteren beschilderd als kattenogen. En hoe zij spraken, en daar was ik opnieuw, daar staande in J.C. Penny's warenhuis, opnieuw terug in de hel.

98 Ik-ik-ik werd zo bang. Ik dacht: "Here, ik ben toch zeker niet gestorven, en dat U mij na alles naar deze plaats hebt laten komen?"

99 En daar waren ze en maakten... zo om je heen, in dat wat op een visioen leek, je kon het nauwelijks horen met je oren, weet u. Slechts het gemompel en voortgaan van mensen, en die vrouwen die de roltrap opkwamen en daar rondliepen met dat "Oeh-oeh"! Daar waren die groene, vreemd uitziende ogen, en droefgeestig.

100 En mijn vrouw kwam eraan. En ik zei: "Laat mij even met rust, lieveling." Ik zei: "Ik... ik wil naar huis gaan, als je het niet erg vindt."

     En ze zei: "Ben je onwel?"

101 Ik zei: "Nee, ga maar door, lieveling, als je wat boodschappen moet doen."

     Ze zei: "Nee, ik ben klaar."

102 En ik zei: "Laat me je een arm geven." Zie? En ik liep naar buiten.

     Ze zei: "Wat is er aan de hand?"

     Ik zei: "Meda, ik... er gebeurde daarboven iets."

103 En terwijl ik daar onder was, dacht ik dit: "In welke dag leven wij? Zou dit de derde trek kunnen zijn?" Nu, ik heb hier enige aantekeningen.

104 Jezus. We ontdekken dat Jezus in Zijn bediening, nadat Hij tot het volk had gepredikt... Nu, wij zullen hierover werkelijk schriftuurlijk zijn. Nadat Jezus Zijn bediening had beëindigd en Zijn bediening door de mensen verworpen was... nu, leest u tussen de regels door en trek uw eigen conclusie. Bedenk wat ik u in het begin vertelde. Nadat Hij gepredikt had...

105 Hij kwam als een beloofd Iemand voor die dag. Wij weten dat allemaal. De Schriften identificeerden Jezus Christus als de Messias. Dat is juist. Volledig, gedegen betuigd door God en Zijn Woord dat Hij de Messias was. Er is geen twijfel aan. Als iemand het betwijfelt, als u het doet, dan zou u naar het altaar moeten komen, dat "Hij de Messias niet was". Hij was duidelijk geïdentificeerd als de Messias. Maar nadat Hij duidelijk... God identificeerde Hem.

106 Zoals Petrus zei op de Pinksterdag, toen hij daar tot het Sanhedrin sprak op de vierde... ongeveer vier dagen later. Hij zei: "Jezus de Nazarener, een Man van God onder u betoond door tekenen en wonderen, die God door Hem gedaan heeft in uw midden, waarvan wij allen getuigen zijn. Zie? Gij hebt genomen en hebt door de handen der onrechtvaardigen de Vorst des levens gekruisigd; Welke God heeft opgewekt en deze dingen heeft getoond die u ziet." Zie? Christus leefde voort. Natuurlijk leeft Hij vandaag nog steeds.

107 Nu, nadat Jezus duidelijk was gekomen en Zichzelf had geïdentificeerd; God identificeerde Hem, en Hij profeteerde. En na de dagen van Zijn profetie – hoewel schriftuurlijk geïdentificeerd – verwierpen de mensen Hem. Dat is juist. En toen predikte Hij, nadat zij Hem hier verworpen hadden, tot degenen die een mogelijkheid hadden gehad om gered te worden. Bedenk, toen Hij predikte, was er voor iedereen een mogelijkheid om gered te worden. Wij weten niet wie ze zijn. Ze zijn voorbestemd. Maar Hij predikte voortdurend.

108 Maar na de dagen van Zijn prediking ging Zijn bediening door, omdat de laatste groep tot wie Hij predikte de zielen waren die in de hel waren, die niet konden worden vergeven. Ik heb dat duidelijk uit de Bijbel hier gelezen, uit II Petrus. Zie? Hij ging en predikte tot zielen die in de gevangenis waren – wat de hel is – opgesloten tot de dag des oordeels.

109 Omdat, ziet u, het oordeel er nu niet is, en er nu geen brandende hel is. Als iemand u vertelt: "Die kerel is nu in de brandende hel", is dat fout. Zie? Een rechter van deze aarde is rechtvaardig genoeg om nooit een man te veroordelen voordat hij voor het gerecht is gebracht. En God zal nooit een mens in de vurige oven werpen tenzij hij eerst is veroordeeld door Gods eigen wetten. Hij verwierp genade, daarom, ziet u, moet hij eerst een proces hebben, en het proces is het grote witte troonoordeel. Maar nu is hij in een plaats die een gevangenis wordt genoemd.

110 Daar ik het visioen van beide plaatsen gezien heb, en door Gods genade... Ik zeg dit niet om heiligschennend te zijn, en, als het verkeerd is, God vergeve mij. Ik geloof dat ik in beide plaatsen ben geweest, zie, in beide plaatsen. En ik heb de verlosten, de zaligen, gezien; en ik heb de verlorenen gezien en waar zij waren. En daarom sta ik vandaag als uw broeder om u te waarschuwen te vlieden van dat neerwaartse pad. Gaat u nooit die weg. En u hebt alles om te leven voor die gezegende opwaartse weg, waar de verlosten in vreugde en vrede zijn en niet kunnen zondigen. Ze kunnen geen spijt hebben. Dat kunnen ze niet. Er is daar niets; zij zijn volmaakt. Zag beide plaatsen! Ik weet dat het een verschrikkelijke bewering is voor een persoon om die te maken, maar, God is mijn Rechter, ik geloof plechtig dat ik beide plaatsen heb gezien. Ik geloof dat.

111 En o, het zij verre dat welk persoon dan ook ooit binnen zal gaan in die sferen van de verlorenen! Als u met hete draden doorboord stond, op elke wijze gemarteld, dan zou het niet zo zijn als die duivelse kwelling die er in die plaats is. Er zou niets kunnen zijn... Menselijk verstand zou niet, het menselijk verstand zou niet kunnen bevatten wat die sferen van de verlorenen zijn. Er is geen manier om het uit te leggen. En er is geen manier om uit te leggen wat de sferen van de zaligen zijn, zo geweldig is het. Dat is zo verschrikkelijk, en dit is zo geweldig, het is van het belachelijke tot het sublieme. Dus, als iemand mij hoort...

112 En ik ben een oude man aan het worden. Ik weet niet hoeveel langer ik nog heb. Ik zal spoedig vijfenvijftig jaar oud worden. En ik weet het niet, volgens de natuur zou ik misschien niet zoveel jaren meer mogen hebben. Ik weet niet waar deze band heen zal gaan. Maar laat iedereen het horen, hier en op de band, of waarheen hij ook mag gaan. Ga nooit naar de sferen van de verlorenen! U kunt zich de hel niet slecht genoeg voorstellen. En wat u ook doet, vergeet dit nooit, dat de sferen van de zaligen... Ik zou dit willen zeggen met Paulus: "Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, noch in het mensenhart zou kunnen opklimmen, wat God heeft bereid voor hen die Hem liefhebben!" Dus stop als u naar de band luistert, zet het apparaat uit, en bekeert u als u niet gered bent, en kom in orde met God.

113 Ik zeg dit uit een eerste hand ervaring, zoals ik het in mijn hart geloof. En ik zeg, dat als deze, als de visioenen mij hebben misleid, God mij genadig mag zijn om zo'n bewering te doen. Maar met de oprechtheid in mijn hart, wetend dat niet één van die visioenen ooit heeft gefaald, geloof ik dat ik in beide plaatsen ben geweest. Het zij verre van enig menselijk wezen om die neerwaartse weg op te gaan!

114 Nu, Jezus predikte, nadat Hij Zijn bediening had voltooid, tot die zielen die reddeloos waren, die nooit gered konden worden. Nu, de Bijbel vertelt ons dat. "Hij ging heen en predikte tot de zielen die in de gevangenis waren, die zich niet bekeerd hadden." Toen genade aan hen werd gegeven, versmaadden zij genade, en nu wachten zij op het oordeel. O, wat een tijd moet dat zijn geweest! O, ik wenste dat er een manier was dat ik de wereld daarmee zou kunnen schudden, om hun te laten zien wat de werkelijkheid is.

115 En Jezus Zelf zei: "Gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u." En zoals de Vader Hem zond om tot de levenden te prediken, tot degenen die hoop hadden, om daarna dezelfde boodschap te presenteren aan degenen die geen hoop hadden, lijkt het in deze tijd passend dat dit gedaan zal moeten worden, want de Geest van Christus Die in ons leeft, verandert Zijn natuur niet, of verandert Gods systeem niet. Hij moet Dezelfde zijn in elke generatie. Hij moet Dezelfde zijn. Zei: "Gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u."

116 De bedieningen moeten hetzelfde zijn, in zoverre dat Hij zei... Ik zie sommigen van u Schriftgedeelten opschrijven. Johannes 14:12: "Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen." Zie, de werken, prediken tot de verlorenen, de zieken genezen, en dan tot hen die onmogelijk gered kunnen worden. Zie? Het werk ging gewoon door. Dus, dit is geweest, (is dit geweest?) mag ik het zo stellen: de bediening van Jezus Christus gereïncarneerd in Zijn gemeente in deze laatste dag. Dat is wat velen van ons geloven. Ik geloof het met u. Ik geloof dit. Als ik het niet geloofde, zou ik er iets anders mee doen. Omdat ik het per slot van rekening ben die hierin betrokken ben. En als de Geest van God in u is, bent u bezorgd over de mensen.

117 Er was een Schriftgedeelte waar ik nooit iets van begreep, hoe Mozes God een beter voorstel kon doen dan God had, totdat ik ontdekte dat het de Geest van Christus in Mozes was. Zie?

118 God zei: "Mozes, scheid uzelf van hen af. Ik zal de hele zaak vernietigen en met u beginnen."

119 Hij zei: "Here!" Hij wierp zichzelf in de bres, zei: "Neem mij. Wis mijn naam uit." Naar precies deze mensen die gerebelleerd hadden, ging zijn hart uit. Zie?

120 En wanneer een prediker de mensen op zijn hart heeft... Hoe zou ik mij ooit gerechtvaardigd kunnen voelen tegenover God en mijzelf door ooit iets achter te houden voor een volk dat je meer liefhebt dan dat je jezelf liefhebt? Hoe zou iemand een persoon in de kerk kunnen nemen door het schudden van een hand, of wat gesprenkel, of een valse doop of iets, om hen onder de invloed van een leugen te laten liggen en weten dat die Bijbel daar ligt, en dan zeggen dat hij die persoon liefheeft?

121 Al moet ik bedelen voor mijn levensonderhoud, wat het ook is, laat mij eerlijk zijn tegenover God en de mensen om hun de waarheid te vertellen. Laat mij nooit een misleider zijn. Hoe kan ik misleiden die ik liefheb? Hoewel ik hen moet kwetsen, heb ik hen toch lief. Dat is de reden waarom u uw kind over de knie legt, omdat u hem liefhebt. Niet omdat u hem niet mag; omdat u hem liefhebt. Als hij iets fout doet, zal hij gedood worden als u hem niet corrigeert.

122 Nu, zo is de bediening geweest. Zoals het was, zo is het vandaag. Het is gepredikt en grondig betuigd door het Woord van God, zodat het geen mens kon zijn, het moet God zijn. Dat moet het zijn. Bemerk, dezelfde geestelijke tekenen die Jezus heeft gedaan, hebben opnieuw op aarde plaatsgevonden in de laatste dagen. Precies hetzelfde geestelijke teken waarmee Hij Zich identificeerde als Messias, heeft Hem vandaag geïdentificeerd. Hij is nog steeds Messias! Dezelfde stoffelijke tekenen zijn op de aarde verschenen die bij Hem verschenen, wat Hij was. Dezelfde Vuurkolom die Paulus zag, Dezelfde, dat alles heeft opnieuw plaatsgevonden met dezelfde natuur erin, dezelfde zaak doende.

123 Jezus beweerde dat Hij niets had gedaan tenzij de Vader het Hem had getoond. En de Vader is de Heilige Geest, wij beseffen dat. Het is slechts een ambt van God. Als dat niet zo is, Wie van Hen is dan de Vader van Jezus Christus? Jezus zei dat God Zijn Vader was, en de Bijbel zei dat de Heilige Geest Zijn Vader was. Nu, u kunt Hem niet tot een onwettig kind maken, dus de Heilige Geest is God, daarom was Jezus God. Dus God, Vader, Zoon en Heilige Geest is... Het is de... Dat zijn drie ambten van één God. Het zijn drie eigenschappen, dezelfde God.

124 U bent een deel van God en ik ben een deel van God, zie; maar ik ben niet alles van God en evenmin bent u alles van God. Zie? Zie? Het zijn eigenschappen van God op ons, als we tot zonen zijn aangenomen door Jezus Christus. Want God Zelf werd vlees om voor ons te sterven.

125 Nu, de Heilige Geest toonde Hem altijd dingen die zouden komen en Hij was nooit verkeerd. Het was altijd volmaakt. Is dat juist? Hij nam geen eer voor Zichzelf. Hij gaf de eer aan God. Hij zei: "De Zoon kan niets uit Zichzelf doen tenzij Hij de Vader dat ziet doen." En de Vader, de Heilige Geest, was Zijn Vader. Is dat juist? "Jozef, gij zoon van David! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest", Die Zijn Vader was. En de Heilige Geest toonde Jezus dingen die zouden komen, en vertelde Hem dingen die waren geweest.

126 En Hij was de God-Profeet, want het Woord des Heren komt alleen tot de profeet. Om te laten zien dat de woorden – in mindere mate – kwamen, schreven de profeten op wat de Here hun verteld had. Maar Hij schreef niets op omdat Hij het Woord wás. Hij was het Woord.

127 Bemerk, dezelfde Heilige Geest Die in Hem woonde: "Nog een kleine tijd en de wereld zal Mij niet meer zien; gij evenwel zult Mij zien want Ik zal met u zijn, zelfs in u, tot het einde der wereld. Ik zal tot u komen", zei Hij. "Ik" was de Vader Die in Hem was, "Die zal tot u komen." En Hij zei: "Wanneer de Heilige Geest op u gekomen is, zal Hij u deze dingen die Ik u onderwezen heb, openbaren, en zal u de toekomende dingen verkondigen." Nu, daar hebt u het.

128 Nu merken we op, dat zoals de Heilige Geest destijds in de gemeente werkte, dat de Heilige Geest vandaag precies dezelfde dingen heeft gedaan, het aankondigend door de Vuurkolom, helemaal precies zoals het in het begin was, dezelfde zaak. En toen hij Dit op Jezus zag komen, kondigde Johannes het aan bij de rivier de Jordaan. En alles is bewezen, er zijn zelfs wetenschappelijke foto's van. Het kan niet betwist worden. Het was wetenschappelijk. Het was stoffelijk. Het was geen mythische gedachte. Het was geen psychologie. Zoals George J. Lacy zei: "Het mechanische oog van de camera zal geen psychologie opnemen. Het licht trof de lens."

129 En wat met u, gemeente, toen ik hier ongeveer zes of acht maanden geleden stond en zei: "Het is ZO SPREEKT DE HERE dat ik naar Tucson, Arizona ga. Er zal een explosie zijn, en zeven engelen zullen verschijnen." Herinnert u het zich? [De gemeente zegt: "Amen." – Vert] Zelfs niet... God maakte het zo werkelijk dat het tijdschrift Look de foto's ervan opnam. Geestelijk, voorzien, precies zo gematerialiseerd, de zeven engelen die de voltooiing van de hele Schrift voortbrachten. Want alle verborgenheden van de hele Bijbel liggen in de zeven zegels. Wij weten dat dat het Boek is, zijn zegel, waarmee alles met elkaar in verband wordt gebracht. Het is het geheimenis van het gehele Boek, weggelegd in deze zeven zegels, hetgeen de Here ons liet brengen.

130 En er zitten hier vandaag mannen die precies daar met mij aanwezig waren toen het gebeurde. Het tijdschrift Look bewees hetzelfde, dat het waarlijk gebeurde. Omdat het God was Die het verteld had. Het was God Die achter Zijn Woord staat om het te volvoeren wanneer Hij zegt dat Hij het zal doen. Daarom is het niet een mens, een vleselijk persoon zoals ikzelf, die onder u mensen is. Het is de eeuwige God.

131 Hij gebruikt mensen. Dat is waar. Hij doet niets buiten dat wat Hij doet door mensen. Wij beseffen dat. Hij, dat is Zijn zaakwaarnemer. Die heeft Hij gekozen. Waarom weet ik niet. Hij zou de zon gemaakt kunnen hebben om het Evangelie te prediken. Hij zou de wind het Evangelie kunnen laten prediken. Hij zou de wind dingen kunnen laten doen, maar Hij koos de mens.

132 Dat was Zijn plan, dat de mens zou terug spreken tot de mens; niet hijzelf, maar: "Het Woord des Heren kwam tot de profeten", de profeteerders, de predikers. En hoe kan een profeteerder die het oorspronkelijke Woord ontkent een ware profeet zijn? Zie? Hij kan het niet zijn, omdat hij de waarheid van het Woord ontkent. En dan, als hij dat niet doet, dan zal dit Woord Zelf, als het gepredikt wordt door de waarachtigheid van het Woord en door de waarachtigheid van de Heilige Geest, elke belofte manifesteren die Het beloofd heeft. Zo weten wij of het juist is of niet. Dat is wat Jezus zei: "Als Ik niet datgene doe wat van Mij geschreven is om te doen, geloof Mij dan niet." Zie? Nu, wij zien deze dingen.

133 Onthoud, de zeven zegels waren voltooid, en wanneer deze zeven geopenbaarde waarheden...

134 Eén ervan wilde Hij ons niet toestaan om te weten. Wij... Hoevelen waren hier bij de zeven zegels, en hebben het gehoord? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] U allen, vermoed ik. Zie, het zevende zegel wilde Hij niet toestaan.

135 Hij stond daar precies in de kamer en openbaarde elk ervan. En als ik ooit in mijn leven iets gepredikt heb wat geïnspireerd was, dan was dat het. En het behoorde waar te zijn voor u. Hier stond ik u te vertellen dat het zou gaan gebeuren, en ging precies daarheen, en zelfs de wetenschap en al het andere, het wetenschappelijke onderzoek en alles – een geheimenis voor de mensen – bewees dat het precies daar gebeurde. En ik kwam direct terug en hoorde het ontvouwd worden, en het maakte elk woord precies juist. In welke dag leven wij? Waar bevinden wij ons?

136 En onthoud, in dat zesde zegel was het waar alle zeven bazuinen klonken, onder dat zesde zegel. Wanneer wij daartoe komen, zult u dat zien. Elk van de zeven bazuinen vond plaats in dat zesde zegel.

137 De zeven is altijd het geheimenis. Let op die zeven, dat is het einde. Dat was het komen van de Here. De hemel was rustig, stil, niemand bewoog. Want Jezus Zelf zei: "Zelfs geen engel van de hemel weet wanneer Ik zal terugkeren. Ikzelf weet het zelfs niet, welke tijd. De Vader heeft dat in Zijn gedachten gehouden." God alleen weet het, de Geest. Zei: "Ik wist het niet." Toen was het niet geopenbaard. Toen die zevende bazuin klonk, of de zevende engel, werd een zegel geopend, en toen was er stilte in de hemel. Zie, het werd niet vrijgegeven wat er zou plaatsvinden.

138 Maar onder het zesde zegel, toen deze bazuinen opengingen. Herinner u, dat we daaronder ontdekten dat het Lam naar voren kwam, op het toneel verscheen. Hij had de genadetroon verlaten. Zijn verlossingswerk was geëindigd. En Hij kwam naar voren en nam het Boek uit de rechterhand van Hem Die op de troon zat, en "er was geen tijd meer". En onmiddellijk verscheen er een engel in het zevende hoofdstuk, of het tiende hoofdstuk en het zevende vers, zeggende... Deze engel kwam neer en zwoer dat "er geen tijd meer zou zijn".

139 Maar ziet u, in dit Boek stond wat er verlost was. Het was het Boek van verlossing. En alles wat Hij verlost had, stond geschreven in dat Boek. Allen waarvoor Hij stierf, waren geschreven in het Boek, en Hij kon Zijn middelaarstroon niet verlaten totdat Hij volkomen verlost had. En Hij kon het niet verlossen aan het kruis omdat zij voorbestemd waren in het Boek des levens des Lams, en Hij moest daarop blijven om bemiddeling te doen totdat die laatste persoon gereed was. Glorie!

140 Maar op een dag stond Hij daarvan op, kwam naar voren. Waar was het Boek? Het was nog steeds in de Eigenaar van de akte, God Almachtig. En Johannes keek rond en hij weende omdat er geen mens zelfs maar waardig was om naar het Boek te kijken, en, in het bijzonder, om de zegels te openen, om te openbaren wat het verborgen geheimenis was.

141 De geheimenissen waren in de zeven zegels. Toen deze zeven zegels werden geopend, opende dat de gehele Bijbel. De zeven zegels; het was verzegeld met zeven geheimenissen, en deze zeven zegels bevatten het volledige geheimenis ervan. En het was het Boek van verlossing: het Nieuwe Testament.

142 Niet het Oude. Dat kondigde slechts het Nieuwe Testament aan. "Zij zijn gemaakt... kunnen zonder ons niet volmaakt gemaakt worden", Hebreeën 11. Zie? Zie? Nu, de verlossing kwam pas toen de Verlosser stierf. En zij waren potentieel onder het bloed van lammeren, niet de Verlosser; waren nog niet verlost, totdat de Verlosser kwam.

143 Let op nu, toen deze Verlosser... Johannes keek rond en hier zat God op de troon met het Boek in Zijn hand, dat verzegeld was geweest met zeven zegels, en het hele verlossingsplan stond erin.

144 En het was verloren geraakt door het menselijk ras: Adam. En God... Waarheen ging het terug? Satan kon het niet nemen; hij richtte alleen aan dat hij het verloor. Maar waar ging het Boek toen heen? Het behoorde niet aan het menselijk ras. De zegeningen behoorden hier niet; het menselijk ras had het hier verloren. Daarom ging het regelrecht terug naar zijn oorspronkelijke Eigenaar, dat was God.

145 Hier zat Hij ermee en Hij riep een mens, iemand om het te komen opeisen.

146 Johannes keek rond en er was geen mens in de hemel, geen mens op aarde, niemand, geen engel, niets kon het Boek nemen of de zegels losmaken, of er zelfs maar naar kijken. Geen mens was waardig. Johannes zei dat hij bitter weende.

147 Toen kwam een engel naar hem toe, die zei: "Ween niet, Johannes, want de Leeuw uit de stam van Juda heeft overwonnen, en Hij is waardig."

148 En Johannes keek om zich heen om een lam te zien... of om een leeuw te zien, en wat ontdekte hij? Een Lam, en het was een bloedig Lam, een Lam dat was geslacht. Hoelang? Sinds de grondlegging der wereld.

149 Het Lam kwam naar voren, liep naar Hem toe Die het Boek in Zijn rechterhand had, en ontving het Boek; klom op de troon en ging zitten. Dat is het. Het was voorbij (wanneer?) toen de zegels werden geopenbaard. Met de laatste was dat alles wat Hij verlost had, er was niets...

     Hij kwam om te verlossen.

150 Iemand zegt: "Waarom heeft Hij hen niet veertig jaar geleden verlost? Tweeduizend jaar geleden?"

151 Kijk, hun namen zijn in het Boek des levens, in dat Boek. En Hij moest hier staan, omdat het Gods voornemen was om hen te verlossen. Hun namen waren voor de grondlegging der wereld geschreven in het Boek des levens des Lams. Het Lam was daarbij gezet om geslacht te worden. Hier komt het Lam, nadat het geslacht was, komt terug om te bemiddelen.

152 Let op Hem! Er zal een heleboel nabootsing zijn, een heleboel van al het andere, maar er was werkelijk iemand die gered zou worden, want Hij... De gemeente was voorbestemd om zonder vlek of rimpel te zijn. Zij zal daar gaan zijn. En het Lam stierf voor dat doel. En toen de laatste naam in dat Boek was verlost, toen kwam het Lam naar voren en nam het Boek: "Ik ben Degene Die het deed!"

153 De engelen, de cherubs, de vierentwintig ouderlingen, de dieren, alles, namen hun kronen af, vielen neer voor de troon en zeiden: "Gij zijt waardig!"

154 Johannes zei: "Alles in de hemel en op aarde hoorde mij schreeuwen: 'Amen', schreeuwen: 'Halleluja!' en lofprijzingen voor God." Het geroep steeg op. Waarom? Hun namen waren in dat Boek om geopenbaard te worden, en het Lam had het geopenbaard.

155 Het Lam had het verlost, maar Hij kon niet naar voren komen totdat elke naam was geopenbaard, en dat vond plaats onder het zesde zegel voordat het zevende brak. Dan zullen die vlekkeloos... Toen kwam het Lam voor wat Hij had verlost. Hij komt om op te eisen wat Hij had verlost. Hij heeft het reeds – precies hier in het Boek – had het uit Zijn hand genomen. Nu komt Hij om te ontvangen wat Hij heeft verlost. Dat is Zijn werk. Hij is klaar. Hij is gekomen om het te ontvangen. O, wat een tijd! Heeft het bewezen, het zevende zegel bewees het. Kwam terug en nam het Boek van verlossing!

156 Merk op, het zou de Boodschap van de zevende engel zijn die het zevende... de zeven zegels zou openbaren. Nu, in Openbaring 10:7 zult u het vinden. Zie?

157 "En hij zag deze Engel afkomen, Zijn voet op het land plaatsen en op de zee," dat was Christus, "en Hij had een regenboog boven Zijn hoofd." Let op Hem, u zult Hem in Openbaring 1 opnieuw vinden, "met de regenboog boven Zijn hoofd; er uitziend als jaspis en sardius", enzovoort. Hier kwam Hij, plaatste één hand... één voet op het land, één op het water; hief Zijn hand op. Hij had nog steeds een regenboog boven Zijn hoofd. Dat is een verbond. Het was de Engel des verbonds, welke Christus was; een weinig lager gesteld dan de engelen om te lijden. Daar kwam Hij, "en hief Zijn handen op naar de hemel en zwoer bij Hem, Die leeft in alle eeuwigheid," de Eeuwige, de Vader, God, "dat er geen tijd meer zal zijn", wanneer dit plaatsvindt. Het is voorbij. Het is voltooid. Het is beëindigd.

158 En dan zegt de Schrift: "En bij de Boodschap van de zevende aardse engel," de boodschapper op aarde, het zevende en laatste gemeentetijdperk, "bij het begin van zijn bediening," wanneer het begint de wereld in te gaan, in die tijd, "dan zou de verborgenheid van God, van deze zeven zegels, op die tijd bekend worden gemaakt." Nu zien we waar wij zijn. Zou dat het kunnen zijn, vrienden, zou dat het kunnen zijn? Let op, alles is mogelijk.

159 Voor allen die verlost waren in het Boek komt Hij naar voren voor verlossing. Allen die verlost zouden worden, stonden in het Boek, voorbestemd voor de grondlegging der wereld. Hij komt om het te verlossen. Allen die Hij verlost had, stonden daarin geschreven.

160 Ik wil u nu een vraag stellen. En u mensen op de band, luister aandachtig. Die afschuwelijke ogen, dat afschuwelijke hoofd, zou het daarom kunnen zijn dat deze Boodschap zo tegen de vrouwen van deze moderne tijd is geweest? Zou dit die Boodschap van de laatste engel kunnen zijn? Wat zei Hij daar beneden bij de rivier, ongeveer drieëndertig jaar geleden? "Zoals Johannes werd gezonden," zie, "om de eerste komst van Christus aan te kondigen, zal uw Boodschap de tweede komst aankondigen." Over de hele wereld – en dat heeft het gedaan – dan moet de komst wel nabij zijn. Let op wat er nu gebeurt.

161 Waarom? Ik heb me op mijn hoofd gekrabd. Ik heb op mijn kussen gewoeld. Ik heb heen en weer gelopen. "Wat is er met je aan de hand?"

162 Een paar dagen geleden vroeg ik het aan twee mannen met wie ik meereed. Ik vroeg het Jack Moore een keer. En eenieder van u kent Jack Moore. Ik ga naar hem toe in Shreveport. Ik zei: "Broeder Jack, jij bent een van mijn beste vrienden geweest die ik ooit op aarde heb gehad." En voor ik het hem vroeg, vroeg ik het aan mijn vrouw.

163 Als er iemand iets over mij weet, mijn slechte hoedanigheden en alles, dan is het wel mijn vrouw, zie, een dierbaar persoon. En ik zei op een dag tegen haar: "Lieveling, als jouw man, ik ben een prediker van het Evangelie. Ik wil geen enkele smaad brengen op Degene Die ik liefheb. Nee. Ik wil jou niet kwetsen. Ik zou geen enkele smaad op jou willen brengen. God verhoede het dat ik ooit iets doe wat jou zou kwetsen. En hoeveel te meer iets wat God zou kwetsen, omdat ik Hem zo liefheb! Jij bent mijn vrouw; Hij is mijn Redder en God. Ik wil je een vraag stellen. Wind er geen doekjes om. Vertel mij de waarheid." Ik zei: "Heb ik zoveel gestudeerd..."

164 En ik heb het mijzelf afgevraagd. Ik ben een vreemd, eigenaardig type. Ik weet dat. Iedereen zei: "Wat een persoon!" Wel, zie, je kunt jezelf niet maken. Je bent wat je bent, door de genade van God.

165 En ik... ik zei: "Heb ik mijn verstand soms een beetje verloren, weet je, ben ik de weg kwijt?" Ik zei: "Waarom veroordeel ik die vrouwen voortdurend, terwijl ik ze liefheb?"

166 Ze bellen op, zeggen dat ik een "vrouwenhater" ben, ik ze niet haat... ik gewoon "vrouwen haat". Zie? Dat is fout. Ik houd van vrouwen, als mijn zusters bedoel ik.

167 Ik zal u geen schouderklopje geven als ik zie dat u verkeerd bent. Dat kan ik u vertellen. Daarvoor houd ik teveel van u. Als sommige mannen dat zouden doen, dan is dat een ander soort liefde. Zie? Ik houd van u omdat ik houd van wat u bent; u bent een hulpe voor een zoon van God, en u bent een deel van hem. Zie? En ik houd van u omdat u werd gemaakt in het beeld van de man, en de man werd gemaakt in het beeld van God, dus daarom bent u samen één in Christus. Daarom heb ik u lief. Elk ander ding doet er niet toe. God weet dat, heel mijn leven. Zie? Dat is juist. Ik houd van u. Waarom zou ik opstaan en voortdurend...

168 Want ze zeggen: "Vertel al de vrouwen, wanneer ze zullen komen om broeder Branham te horen prediken, dat ze hun haar anders kammen. Laat hen een hoed opzetten of zoiets, want hij zal beginnen tekeer te gaan over kort haar, en uw... Draag geen make-up", enzovoort, op die manier. Dat is wat ze deden. "Dat is het enige waar hij over spreekt!"

169 Iemand zei: "Waarom gaat u niet..." Zei: "De mensen geloven dat u een profeet bent. Waarom onderwijst u de vrouwen niet hoe zij grote geestelijke gaven moeten ontvangen, en dergelijke zaken, in plaats van te proberen hun dat soort spul te onderwijzen?"

170 Ik zei: "Als zij hun ABC niet willen leren, hoe zullen zij dan weten wat algebra is?" Zie? Kom eerst in orde.

171 En hoe meer ik predik, des te slechter het wordt. Dan zegt u: "Waarom houdt u er niet mee op?" Nee, meneer. Er moet een stem zijn, een getuigenis ertegen.

172 Een van de grootste mannen in de bediening vandaag legde niet lang geleden zijn handen op mij en zei: "Ik zal voor u bidden, broeder Branham, als u het mij toestaat, dat God dat uit uw hart zal wegnemen." Zei: "Laat die vrouwen in die dingen met rust."

173 Ik zei: "Gelooft u daarin, meneer? U bent een prediker van heiligheid."

174 Hij zei: "Zeker geloof ik er niet in, maar," zei hij, "dat is aan..."

     Ik zei: "Nee."

     Hij zei: "Dat is de taak van de voorgangers."

     Ik zei: "Zij doen het niet."

175 Iemand moet het doen. De rivier moet overgestoken worden. De huid moet er afgetrokken worden. Ik wil het niet doen. God weet dat ik het niet wil doen. Veel van die vrouwen voeden mijn kinderen, en zij zouden bijna hun leven voor mij afleggen. Denkt u – met de genade van God uitgestort door de Heilige Geest – denkt u dat ik stil zou kunnen staan en zien hoe die arme persoon daarginds zonder hoop de eeuwigheid instort als ik het er niet tegen uitschreeuw?

176 Niet om een betweter te zijn; maar de geest van deze natie, de geest van de kerk, niet de Geest van Christus nu; de geest van de kerk – denominatie – heeft deze vrouwen daarginds in die rommel geslingerd. En ik ben slechts een stem die roept: "Kom eruit vandaan! Vlucht bij die vuiligheid weg!" Laat de duivel niet iets dergelijks aan u doen. Het is verkeerd!

177 En u, Assemblies of God, u laat die vrouwen, laat die vrouwen hun haar afknippen, maar verbiedt hen om make-up te dragen. Er is feitelijk geen Schriftgedeelte tegen make-up, maar wel tegen het afknippen van uw haar. Het is zelfs niet gepast voor haar om tot God te bidden, zegt de Bijbel. Haar echtgenoot heeft het recht om van haar te scheiden en haar te verlaten. Juist. Zij vertoont zichzelf aan de wereld als een onreine vrouw. De Bijbel zei dat. Zij onteert haar eigen man wanneer zij het doet. Dat is precies wat de Bijbel zei. Zie?

178 Wel, maar een vrouw die make-up draagt, we vinden in de Bijbel een vrouw die het deed, slechts één. Het was Izebel. Die was het. De enige persoon in de Bijbel die ooit make-up droeg, was Izebel, en God voedde haar onmiddellijk aan de wilde honden. Zij is een schande geworden, en zelfs haar... Alles, alles wat gemeen is, wordt Izebel genoemd.

179 U hoeft dat niet te doen. U hoeft het niet te doen. Wat laat u het dan doen? De geest van de duivel.

180 U beseft het niet. Ik weet dat u dat niet doet. U bent te goede mensen. U bent goed. U schudt mij de hand, praat met mij.

181 En ik houd van u. Dat is juist. Maar als ik dat zie, zou ik dan geen huichelaar zijn... Paulus zei: "Ik heb niet nagelaten u de gehele raad Gods te verkondigen." Moge het bloed van geen enkele vrouw op mij zijn op die dag, of van geen enkele man. Ik heb u de waarheid verteld. En ik haatte het om het te doen; niet haten omdat ik niet wil doen wat God mij zegt te doen, maar ik heb u lief. Ik wil u niet kwetsen, dus wat moet ik dan doen? Maar pure, goddelijke liefde zal u ertoe drijven om het te doen.

182 Jezus bad zelfs om aan het kruis te ontkomen. "Is het mogelijk dat de drinkbeker zal voorbijgaan?" Zei: "Desondanks niet Mijn wil, maar de Uwe."

183 Zal ik de man moeten zijn die dit zegt? Zal ik die dierbare vrouwen die zo aardig zijn en van alles, onder handen moeten nemen en hen gewoon aan stukken scheuren? Zal ik dat moeten doen? Zal ik mijn predikerbroeders onder handen moeten nemen, en daar staan om hun te vertellen dat ze meer van geld en de denominatie houden dan dat ze van God houden? Ik, tegen mijn dierbare broeders die hun arm... O, moet ik dat doen? O, God, laat mij dat niet doen.

184 Maar ik heb niet nagelaten u de gehele raad te verkondigen. Het is waarachtige liefde die mij ertoe gedreven heeft.

185 Is deze Boodschap daarom op deze manier geweest? Het is nergens anders ter wereld. Waar is het aan toe? In orde. Ze zijn bang. Zie? Maar het is zonder vrees geweest. Precies. God is altijd op die wijze, zie. In orde. Zijn de vrouwen hierom zo berispt door deze Boodschap? Ik wist het niet, het was niet geopenbaard. Het was mij getoond, maar het kwam niet eerder tot mij dan pas onlangs. Zie? Kijk ernaar. In orde. Het past zeker bij de bediening.

186 Nu, wacht een ogenblik. Was er ooit eerder een tijd dat het een vrouwenwereld werd? Ja. Overeenkomstig de geschiedenis was er in de dagen van Elia een vrouw genaamd Izebel. En zij verkreeg de heerschappij over de gemeente van God, waarvan de Bijbel zegt dat zij het weer zal krijgen in de laatste dagen; haar geest, door een kerk, een organisatie. En zij zal een hoer zijn, en al de andere kerken met haar zullen prostituees zijn, precies zoals zij is. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

187 Openbaring 17 zei: "Zij is een hoer, en zij is DE MOEDER VAN HOEREN." Dat kunnen geen mannen zijn. Dat zijn vrouwen. Zie? En zij werden allen levend in de poel des vuurs geworpen en verteerd. Is dat waar? Daar hebt u het.

188 Let op, toen die Izebel op het toneel kwam, was er een man die ertegen opstond. God bracht een man naar voren. Wij weten zelfs niet waar hij vandaan kwam. Hij had geen achtergrond met een bediening. Hij was nooit priester of zoiets geweest. Hij kwam voort, een oude ruige woudloper met de naam Elia, en hij legde de bijl aan de wortel van de boom, en ze haatten hem. Niet alleen dat, maar zijn hele samenkomst haatte hem.

189 En op een keer dacht hij dat hij alleen stond. Hij zei: "Nee, Ik heb er nog zevenduizend die met u zijn." Zie? Dat was die uitverkoren groep, zie. Die groep is er altijd. Zei: "Vrees niet, Elia. Ik weet dat je denkt dat je in de steek gelaten bent, omdat de denominaties je daar bovenop de heuvel hebben gejaagd. Maar," zei Hij, "Ik heb er zevenduizend die hetzelfde geloven als wat jij predikt. Zie, Ik heb ze."

190 Toen nam na zijn dag Rome het over, en er kwam een tijd waarin het opnieuw een vrouwenwereld was geworden, al de modes van de vrouwen en hoe ze verschijnen met hun hoeden op en dergelijke, zie. En God deed een ander opstaan met dezelfde geest op hem, de geest van Elisa. Is dat juist? En hij zei: "De bijl is aan de wortel van de boom gelegd."

191 En daar bevond zich een kleine oude feeks die getrouwd was met haar... haar man had verlaten en met zijn broer, Herodes, was getrouwd. Herodias, en ze was een geverfde clown van die dag, danste. Ze leerde haar dochtertje hoe ze moest dansen. Ze had een dochter bij haar pleegvader, de pleegvader; bij de vader, zijn broer. Herodias! Dat was de dochter van... van de vrouw. En toen leerde zij haar dansen, en zij werd een echte stripteasedanseres zoals haar moeder. En ze dacht dat zij vier of vijf keer kon trouwen, alles kon doen wat zij maar wilde.

192 En hier kwam Herodes naar buiten. Bedenk nu dat zij allen Joden waren. Zij waren kerkmensen. Hier kwam Herodes aan met zijn kerk om deze profeet te horen, waarvan de mensen geloofden dat hij een profeet was.

193 Hij liep regelrecht tot vlak voor hen beiden en zei: "Het is u niet geoorloofd haar te hebben." En dat deed haar ontploffen! Zie?

194 Nu, een gewone man zou gezegd hebben: "Hoe maakt u het, Herodias? Wij zijn zeker blij u in onze samenkomst te hebben vandaag." Maar Johannes niet.

195 Jezus zei: "Wat bent u uitgegaan om te zien, toen u uitging om Johannes te zien? Ging u heen om iemand te zien die helemaal aangekleed is als een priester? Nee, dat is het soort dat de baby's kust en de doden begraaft." Zie? Hij zei: "Wat zijt gij gaan zien? Een wind, een rietstengel die door elke wind bewogen wordt? Zeggen ze: 'Kom hierheen, Johannes, wij zullen je meer betalen als je tot ons predikt. En wij, wij zijn de grootste organisatie'?" Niet Johannes. Nee, hij ging daar nooit naar kijken.

196 Zei: "Wat bent u dan gaan zien, toen u heenging om Johannes te horen en te zien, een profeet?" Hij zei: "En Ik zeg u, meer dan een profeet! Als u het kunt aannemen, deze is het van wie de profeet sprak dat hij komen zou: 'Ik zal Mijn engel voor Mijn aangezicht uitzenden, en hij zal de weg des Heren bereiden.'" Hij was een boodschapper van het verbond. Hij zei: "Er is geen man geweest die geboren is uit een vrouw die zo groot is als hij." Zie?

197 Dat is het soort man die God deed opstaan voor die dag, Elia, een man ergens uit de bossen vandaan. Johannes evenzo. Zie? De geest van Elia was op Johannes. En Hij zegt dat wanneer het opnieuw tot een vrouwentijd komt, die geest weer zal opstaan. "Vóór de komst des Heren, wanneer de aarde verbrand zal worden en de rechtvaardigen zullen treden op de as van de goddelozen, als as onder hun voeten." Hij beloofde het opnieuw in deze dagen. Let op, de Heilige Geest beloofde dat. Het is van toepassing op de tijd waarin wij leven.

198 Er moet iemand zijn die opstaat. Dat moet komen, want het is ZO SPREEKT DE HERE, Maleáchi, het vierde hoofdstuk. Dat is precies wat Hij zei dat het teken zou zijn: "Vlak voor die grote en vreselijke dag des Heren komt, zal Ik u Elia zenden." En wat zal hij doen? "De harten van de kinderen terugbrengen tot de leer van de vaderen, terug naar de Bijbel", uit deze denominationele verschillen vandaan, en terugkomen tot de Bijbel, terug tot God. Dat is wat hij zou doen. Bemerk in welk een geweldige tijd wij leven.

199 Die profeten bestraften die moderne vrouwen van hun dagen, en zij betaalden er beiden voor met hun leven. De geschiedenis bewijst dat elk van die tijden een vrouwenwereld was, toen vrouwen heersten.

200 Kijk hoe het vandaag is. We zullen een dezer dagen een president hebben, het ziet er naar uit dat het juist nu zou kunnen gebeuren. In werkelijkheid is zij de president. Zie? Hij is slechts een stroman. Hier niet lang geleden kreeg zij in een van de andere landen zoveel lof en van alles van alle mensen, dat de president zelf zei: "Ik ben haar echtgenoot." De president van de Verenigde Staten! Zie. Zij bepaalt de mode, de vrouwen volgen het, zie, precies zoals Izebel deed. U hebt mijn preek gehoord over Izebel-godsdienst. U weet het. U weet ervan. Ziet u waar wij nu zijn?

201 Hebt u gezien wat er hier een week of twee geleden gebeurde, hier in de stad? De prediker van het Lutheraans Geloof nodigde de Katholieke priester van het Heilig Hart uit om te komen en voor hem te prediken, en hij deed het, en de prediker van het Lutheraans Geloof ging naar de Katholieke priester en predikte voor hem.

202 Nu, wat betreft de Wereldraad van kerken ginds, die nu bijeenkomt in Rome. Dit rondschrijven van mijn goede vriend David duPlessis. Hoewel ik daar zat en het daarover tegen hem uitriep bij Fourteen-Mile Creek, niet lang geleden. Hij besefte niet dat hij de kerk regelrecht Babylon in slingerde, omdat iedereen zegt: "O, al de kerken zullen nu één worden." Ja, dat weet ik, zie, gewoon precies wat er geschreven staat in mijn boek van profetie in 1933, hetgeen zou plaatsvinden. Wel, beseft u niet dat dat Satan is, die verenigt? De Bijbel zegt dat. En na slechts een poosje, nog eventjes, zodra zij één worden, dan is het interdenominationele voltooid, zie. Daar zal precies uw merkteken van het beest zijn. Zie?

203 Ik heb gewoon geen tijd om hier op door te gaan, want het is al bijna kwart voor twaalf. Kijk, ik wil dit afronden, tot dit punt komen. Ik leg eenvoudig deze Schriftgedeelten hierin zodat u de mogelijkheid van waar we zijn, kunt zien, en dan zullen we over slechts een paar ogenblikken sluiten.

204 Bemerk nu slechts wat er plaatsvond. De profeten bestraften deze vrouwen in die dagen en werden 'vrouwenhaters' genoemd. Dat is juist. De geschiedenis bewijst dat het zo was.

205 Nu, wacht even. U bent Schriftgedeeltes aan het opschrijven, u zou I Timotheüs 5:6 moeten opschrijven. De Bijbel zei: "De vrouw die haar wereldse wellust volgt..." Dat kunnen niet de wellusten van God zijn; dus zou het dat moeten zijn, zie. "De vrouw die haar wereldse wellust volgt, is dood terwijl zij leeft." Dat is wat de profeet zei, Paulus. "De vrouw die leeft in deze wereldse toestand, is dood terwijl ze leeft." En als zij genade verwerpt, kan zij de scheidingslijn oversteken waar voor haar geen plaats meer is. En waar is zij dan, met haar geverfde ogen, haar afgeknipt haar? En zij is de lijn overgestoken, zonder een manier om terug te komen, en er moet een bediening zijn die tot haar predikte. Maar bedenk, tegen die tijd is het allemaal afgelopen. Het is voorbij. Ze dolen slechts rond.

206 Er zal een bediening zijn die grote wonderen zal tonen, Joël zei het, maar er zal geen tijd zijn voor verlossing. Het is allemaal voorbij. Het Lam heeft Zijn boek genomen, en Zijn verlossing is voorbij. Zoals Jezus eerst predikte en werd verworpen, en toen heenging en achter diegenen aan ging die daar binnen waren, predikte tot hen die in de gevangenis waren, die zich niet konden bekeren, toen er geen tijd voor redding meer was, diezelfde bediening zal zich weer moeten herhalen. Wat als dat de derde trek zou kunnen zijn, tot de eeuwig verlorenen? Wat als het zover is? Ik hoop dat het niet zo is. Wat als het zo is? Denk daar nu slechts een ogenblik aan. Wat als het zo is? God verhoede het. Ik heb kinderen. Zie? Maar het lijkt er hier zeker erg veel op.

207 Waarom kwam dat visioen toen ik een kind was? Waarom heb ik er nooit eerder aan gedacht? Waarom kwam die trance daar onlangs in de kamer, zei: "Hier is het"? Het is precies temidden van de zielen die verloren zijn. En Jezus predikte tot hen, getuigde, maar zij bekeerden zich nooit. En hoe meer ik predik, hoe slechter ze worden. Er is geen bekering. Er is geen plaats voor.

208 Het Lam nam Zijn Boek toen het zevende zegel net gereed was om geopend te worden, bij het zesde zegel. Herinner u, Hij verborg het zevende zegel voor ons. Hij wilde het niet doen. Terwijl de Engel dag aan dag daar stond en het vertelde, maar bij die ene wilde Hij het niet doen. Zei: "Er is een stilzwijgen in de hemel." Niemand wist het. Het was het komen van de Here.

     "O," zegt u, "dat kan het niet zijn." Ik hoop dat het niet zo is.

209 Laten we hier nog een klein beetje verdergaan. Ik heb iets opgeschreven, zie. In orde.

210 Onthoud: "Zij die haar wereldse wellust volgt", de dingen van de wereld, zo handelend. Zij zou naar de kerk kunnen gaan en handelen als een heilige, maar dat heeft er niets mee te maken, zie, want "zij is dood, terwijl zij leeft."

211 Kijk wat de denominaties voor haar hebben gedaan. Zij maakten van haar iemand die het heilig Woord hanteert, hetgeen tegen de Bijbel is. Zij maakten een prediker van haar. Het wordt verboden door de Schrift. Ze laten haar nu zelfs machthebber worden, burgemeester, gouverneur, van alles in het land, en een prediker in het huis van God.

212 Terwijl zij schuldig is aan elke zonde die ooit werd gedaan, zij is er de oorzaak van. Nu, ik spreek niet over rechten. Zij is schuldig. Zij is de oorzaak van elke baby die blind geboren wordt. Zij is de oorzaak van elk graf dat gedolven wordt. Zij is degene die zonde, ziekte en verdriet veroorzaakte. De sirene van de ambulance kan niet gaan tenzij een vrouw het veroorzaakt heeft. Geen misdrijf kan gedaan worden, geen zonde, geen dood, geen verdriet, geen lijden, of een vrouw heeft het gedaan. En God verbiedt haar om naar de kansel te gaan om te prediken, maar toch doet zij het. Denominatie; ziet u waar het aan toe is?

213 Zij is een godin. Wat is de duivel aan het werk! Wel, de Katholieke mensen maken van die vrouwen goden, bidden tot ze; dat is juist, godin Maria, enzovoort. Ik zag waar ze in de Oecumenische Raad zeiden, dat het ervan zou komen dat zij wat meer tot Jezus zouden bidden als dat de Protestanten zou helpen om binnen te komen. Zie? O, dat suikerlaagje! "Onveranderlijk", zeiden ze. Zie? Het is nog steeds dezelfde oude duivel. De Bijbel zei: "En hij maakte dat allen een merkteken ontvingen op hun voorhoofd, wier namen niet waren geschreven in het Lams Boek des levens."

214 Het is de voorbestemde gemeente waar ik tegen spreek, niet die daarbuiten. Nee, mijnheer. Uit elke groep heeft Hij Zijn voorbestemden getrokken. Daar komt Hij voor, in elk tijdperk.

215 Maar daar staat ze. Daar is ze. Dat is ze dan; predikt het Woord, hanteert het Woord, wordt een godin, en de oorzaak van elke zonde. De Bijbel zei: "Ik sta niet toe dat een vrouw leert of enige autoriteit uitoefent, maar dat zij onderdanig is, zoals ook de wet zegt." Zie? En zij kan het niet doen. Maar zij maken haar een heerser van het land, burgemeester, gouverneur; spoedig zal ze president zijn. Zeker. Zo is het. Dat is de manier, dat is de wijze waarop het gaat, zie. En de mensen doen dat omdat zij zich niet bekommeren om dit Woord. Ze zullen het nooit zien.

216 Kijk naar die Joden die daar stonden, geleerden, fijne mannen. En Jezus zei: "Gij zijt uit uw vader de duivel."

217 Wat als ik Hem nu op dit moment voor u in een proces zou brengen? Laten we het gewoon een ogenblik proberen, en God vergeve mij dat ik tegen Hem partij kies; maar slechts een ogenblik om u iets te tonen.

218 Wat als u zegt: "Wel, God zij geprezen, ik sprak in tongen! Halleluja! Ik weet het. Ja, ik heb het. Gezegend zij God. Ja!" Uh-huh, deed u dat?

219 Denk aan dat volk Israël. De Bijbel zei dat, nadat Hij het volk had uitgeroepen en hen uit Egypte had verlost, dat Hij hen vernietigde omdat zij de boodschap niet volgden. Zie? Zij aten manna uit de hemel. Zij aten manna dat God voor hen op de aarde regende om te eten, en ze stonden in de tegenwoordigheid van de boodschapper en zagen de Vuurkolom en hoorden de stem van God en zagen het bevestigd worden. En omdat zij Korach wensten te geloven, riepen ze: "Er kunnen meer heilige mannen zijn. Er kan dit zijn, dat, of het andere. Wij moeten ook heilig zijn. Wij moeten dit allemaal doen. Heel het volk is heilig."

     God zei: "Scheid uzelf van hen af. Ga daar weg."

220 Mozes zei: "Allen die aan de zijde van de Here staan, kom bij mij." Dat is juist. Zie? En Hij opende gewoon de aarde en verslond hen. Zie?

221 Zij waren ook goede mensen. Zeker waren ze dat. Zij waren fijne mensen. Beslist, maar dat was niet voldoende. "Niet allen die zeggen: 'Here, Here!', maar degene die de wil van Mijn Vader doet." "Niet hij die begint; het is hij die voleindigt." Dat betekent dat er geen weg afsnijden bij is; u wordt gediskwalificeerd aan het einde van de race. Geen binnenweggetjes. U moet precies zo komen als de Schrift heeft gezegd.

222 Als er staat: "Bekeert u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen", is er geen kortere weg zoals handen schudden, toetreden tot de kerk of een denominatie. U komt op die wijze! Tenzij u sterft aan uzelf en geboren wordt uit de Geest van God, bent u ... bent u verloren. Dat is alles. Er zijn geen binnenweggetjes.

223 U zegt: "Wel, ik behoor tot de kerk." Dat weet ik. Dat is goed. "Wel, mijn moeder..." Ik betwijfel dat niet, maar ik hebt het nu tegen u. Zie? U moet langs die weg komen, omdat er geen kortere wegen zijn; u wordt gediskwalificeerd bij het oordeel. U moet via die ene Weg komen.

224 Er is maar één Weg, en Christus is die Weg. En Christus is het Woord dat in u leeft, wat op zijn tijd alles waarmaakt wat Hij heeft beloofd. Zie? Vatte u dat? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] In orde. Let op, nu.

225 Sommigen zeggen: "Deze mensen zijn goed." Zeker. Ik zeg niet dat ze geen goede mensen zijn. Ik zeg niet dat de heilige Cecilia en die allen geen goede vrouwen waren; dat was mijn moeder ook, maar ik bid zeker niet tot haar. Beslist niet. Ik heb beslist veel goede mensen gezien, maar zij zijn geen godinnen. Zij zijn vrouwen, mannen. "Er bestaat slechts één Middelaar tussen God en de mensen."

226 Waarom dan, waarom zou een man, een Pinksterman, man van de wereld... dat rondschrijven wat broeder duPlessis, onze dierbare broeder, heeft rondgestuurd. Misschien hebben sommigen van u het gekregen. Zat... Ja, u hebt het. Zat in de Oecumenische Raad naast de paus, en zei: "Het was erg geestelijk." Dat is geestelijke onderscheiding, nietwaar? "O, de Geest des Heren was daar, erg geestelijk." Ja. Daar hebt u het.

227 Waarom? Omdat het een mogelijkheid is om de Protestanten en dat samen te verenigen, waar wij jaren voor gevochten hebben, en de Bijbel heeft erop gewezen en ons verteld dat het zou komen. En onze... een van onze grootste leiders komt eraan en zegt: "Dat is juist. Dat is wat we doen", en de hele Protestantse kerk valt ervoor.

228 En het is geheel precies ZO SPREEKT DE HERE, als u daarnaar zou willen kijken. Ten eerste zei het Woord het. Toen zei de Geest des Heren in 1933, Die al deze andere dingen heeft gezegd, betreffende de naties die ten oorlog zouden trekken, en hoe de machines zouden zijn en al dergelijke dingen, zei dat het precies dat is wat aan het einde zou gebeuren. En hier is het. Het heeft nooit gefaald. We zien het hier vorm krijgen.

229 Herinnert u zich mijn preek over Izebel-godsdienst niet lang geleden? Herinnert u zich Elisa die de weg afkwam die morgen om het hun te vertellen? Daar predikte ik over. Zie? En hoe ik toen voorzegde dat de tijd zou komen dat deze Oecumenische Raad uiteindelijk het merkteken van het beest zou worden omdat ze zich zou verenigen met het beest. Ze doet het. In mijn tijdperk, en ik heb geleefd om het te zien. En hier vallen de Protestanten ervoor bij de miljoenen. Waarom? Daar zien zij naar uit.

230 Zij zijn blind! Jezus vertelde die Farizeeën: "Jullie blinde leidslieden der blinden! Als de blinden de blinden leiden," zei Hij, "zullen zij dan niet allen in de gracht vallen?" En daar vallen zij in. Hoe had ik ooit kunnen geloven dat een man die bij mij stond en met mij sprak, daar ooit kon zitten en een dergelijke opmerking zou kunnen maken! Kijk: "Het is verborgen voor de ogen van de wijzen en verstandigen, en Hij openbaart het aan kinderkens die willen leren."

231 Ik weet dat het mij op een dag mijn leven zal gaan kosten. Dat is juist. Het zal gebeuren, maar hier wordt de Waarheid bekend gemaakt. Uh-huh.

De eerste die moest sterven voor dit plan van de Heilige Geest,
Was Johannes de Doper (maar hij onttrok zich er niet aan), hij stierf als een man;
Toen kwam de Here Jezus, zij kruisigden Hem,
Hij predikte dat de Geest de mens van zonde zou redden. (Is dat zo?)

Toen stenigden ze Stefanus, hij predikte tegen zonde,
Hij maakte hen zo boos, dat ze zijn hoofd insloegen;
Maar hij stierf in de Geest, hij gaf de geest,
En ging heen om zich bij de anderen te voegen, dat levengevende heir.

Daar zijn Petrus en Paulus, en Johannes de goddelijke,
Zij gaven hun leven op, zodat het Evangelie kon schijnen;

     (Wat deden ze?) Ze mengden hun bloed met de profeten vanouds,

Opdat het ware Woord van God eerlijk zou worden verteld.

Zielen onder het altaar riepen: "Hoelang nog?"
Naar de Heer, om alles te bestraffen wat verkeerd gedaan is;
Maar er zullen er nog meer zijn die het bloed van hun leven zullen geven, (ja, dat is juist)
Voor dit Heilige Geest Evangelie en haar scharlaken vloed.

232 Het blijft gewoon druppelen met bloed! Ja, dat zal het eens doen, maar ik wacht op dat uur wanneer het voorbij is.

233 Een zuster had pas een droom. Zij stuurde het naar mij toe, er stond: "Ik zag hen, die kerk stelde een wijze vast", om mij in het geheim te doden op een keer wanneer ik uit mijn auto stap en naar binnen ga; er zal geschoten worden vanaf... Maar ze zei: "Toen zei de Geest: 'Niet op deze tijd, maar het zal later komen.'" Uh-huh.

234 God verhoede het dat ik ook maar ergens over een compromis sluit. Ik ken niets anders dan Jezus Christus en Die gekruisigd. We leven in een verschrikkelijke tijd. Zonde heeft dit gedaan. Ja. Ze stenigden Stéfanus. Zij lieten Johannes onthoofden; zij deed het. Ik weet niet hoe wij het onze zullen geven, maar het zal op een of andere dag gebeuren. Goed, let op.

235 In Johannes, als u dat Schriftgedeelte daarover zou willen, Johannes 6:49 is waar ze manna aten, waarvan Jezus zei: "En zij zijn allen gestorven."

236 Bijvoorbeeld: "Wel, mijn zuster, ik zag deze vrouw dansen in de Geest." O ja. Uh-huh. "Ik heb hen dat zien doen. Ik heb gezien dat ze in tongen sprak. Ik heb gezien dat ze..." Ja.

237 Jezus zei: "Velen zullen te dien dage tot Mij komen en zeggen: 'Ik heb al deze dingen gedaan.'" Zie? "Ze hebben het manna gegeten in de woestijn," zei Jezus, "en ze zijn elk voor eeuwig afgescheiden. Ze zijn dood." Dat is voor eeuwig vergaan. Zij kwamen precies daar in de woestijn om.

238 Herinnert u zich Hebreeën, het zesde hoofdstuk: "Voor degenen aan wie eenmaal de Waarheid werd bekendgemaakt, en die weigerden daarin te wandelen, voor hen is bekering niet meer mogelijk." Kijk, een grensgelo-... Wanneer de Waarheid voor de laatste keer aan een persoon wordt aangeboden, en ze weigeren die te ontvangen, dan zullen zij overeenkomstig het boek der Hebreeën... kijk, dan bestaat er niets ter wereld dat hen ooit nog kan redden.

239 Het is afgelopen met hen. Geen bekering, geen verlossing, er is niets voor hen overgebleven. Zij zijn voor eeuwig afgescheiden. De Bijbel zegt het: "Uitziend naar het vreselijke vuur en de toorn die de tegenstander zal verslinden." En wanneer de waarheid van het Evangelie is bewezen, grondig betuigd, en zij zich dan omkeren en ervan weglopen, dan is het afgelopen met hen. Dat is alles. Het is verschrikkelijk, maar ik moet het vertellen.

240 Denk aan de engelen die hun beginsel niet bewaard hebben, maar daar werden achtergelaten in die gevangenis in duisternis, terwijl de wereld vandaag in diezelfde gevangenis wandelt waar geen bekering is.

241 Herinnert u zich dat ik een paar jaar geleden toen ik van Chicago kwam, zei: "Of Amerika zal het dit jaar aannemen, of zij zal het helemaal niet aannemen." Ziet u waar ze is heengegaan? Ja.

242 Nu vraag ik mij af of dit de derde trek zou kunnen zijn? O God, moge het daar verre van zijn! Is daar de derde trek voor? Zou dat het kunnen zijn? O my! Denk erover, vrienden. Denk erover; ik doe het niet graag.

243 Jezus zei: "Dit soort geveinsdheid..." Als u dat wilt opschrijven, Mattheüs 23:7. Ik heb hier staan: "Lees dat", maar u kunt het zien. "Gij blinde Farizeeën!" Laten...

244 Hebt u nog slechts een paar minuten over? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Laten we zien. Laten we het gewoon opslaan, omdat ik zei: "Lees dat." Er was daar iets wat ik wil lezen, vlak voordat... Nu, ik zal misschien iets anders weglaten, maar laten we dit even nemen. Mattheüs 23, slechts een ogenblik, in orde, en we zullen beginnen bij het zevenentwintigste vers. Luister nu slechts. Leest u het hele stuk wanneer u thuiskomt, als u wilt. Slechts een paar minuten meer.

245 Nu, kijk hier. Mattheüs 23, en te beginnen bij het zevenentwintigste vers: "Wee u, gij Schriftgeleerden!" Bedenk nu, dat dit heilige mannen zijn tot wie Hij spreekt.

     Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden, want gij zijt aan de witgepleisterde graven gelijk (dat zijn dode mensen, zie), die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinheid.

246 Huichelarij en jaloezie en twist aan de binnenkant van hen; aan de buitenkant: "Ik ben doctor Zus-en-zo."

     Alzo ook schijnt gij wel de mensen van buiten rechtvaardig (kijk naar de Oecumenische Raad en de Pinkstermensen die daar zitten), maar van binnen zijt gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid.

247 Wat is ongerechtigheid? Iets waarvan u eigenlijk weet dat het goed is en u wilt het niet doen. Jezus, let nu op wat Hij... op welke generatie Hij dit nu plaatst.

     Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden, want gij bouwt de graven der profeten op, en versiert de graftekenen der rechtvaardigen; (zie: "O, de profeten!")
     En zegt: Indien wij in de tijden van onze vaderen waren geweest, wij zouden met hen geen gemeenschap gehad hebben aan het bloed van de profeten.

248 "Wij zouden het Woord des Heren hebben geloofd als wij toen hadden geleefd." Let op.

     Aldus getuigt gij tegen uzelf, dat gij kinderen zijt van hen, die de profeten gedood hebben.
     Gij dan ook, vervult de maat van uw vaderen!

249 Dat is precies wat er plaatsvindt. Let nu op wat Hij hier zegt.

     Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvluchten?

250 Hoe kunt u dit doen? Hij spreekt nu tot predikers, zie, dat is juist, heilige mannen. Hoe kunt u daar staan terwijl u weet wat de Bijbel voorzegt en die mensen vertelt dat niet te doen, en dan kunt u daar staan en compromissen sluiten voor een paar armzalige stinkende dollars, voor wat populariteit, en dat iemand u op de rug klopt en u een "doctor" noemt? Hoe kunt u zeggen dat u die mensen liefhebt?

     Ik predik ook op geluidsbanden. Zie?

251 Hoe kunt u, hoe kunt u zeggen dat u die mensen liefhebt en zoiets laten gebeuren? Zie? U... u Farizeeën, u blinden, u slangen, u adderengebroedsel, hoe zult u de helse verdoemenis gaan ontvluchten? Terwijl u... Hoe kan vandaag een man die weet dat deze dingen verkeerd zijn daar staan om zijn gemeente vast te houden, om zijn denominatie te laten groeien, verzuimen het de vrouwen en mannen te vertellen? Hoe zult u de wraak van de hel gaan ontvluchten terwijl die voor u werd gemaakt? Hoe zult u het gaan doen? Zie?

252 Luister, luister hier. Wat zal er gaan gebeuren? "Daarom...", het vierendertigste vers:

     ... ziet, Ik zal tot u profeten zenden,...

253 "Ik zal", in de toekomst. Daar komen uw Farizeeën weer terug. Zie?

     ... wijzen, en schriftgeleerden, en uit hen zult gij sommigen doden en kruisigen, en sommigen uit hen zult gij geselen in uw synagogen, en zult hen vervolgen van stad tot stad;

254 Hij voorzegde dat Hij hun profeten zou zenden met het Woord des Heren. En wat zouden zij doen? Hetzelfde als wat hun vaders deden, omdat dat is wat u bent. Zie, geesten sterven niet. De mensen die van hen bezeten zijn, sterven, maar geesten sterven niet. Hij zei: "Gij zijt de kinderen. Gij zijt diegenen." En bemerk gewoon hoe deze dingen zijn.

255 Hoe stond Paulus daar (gelooft u dat hij een profeet was?) en veroordeelde vrouwen voor het afknippen van hun haar; veroordeelde hun organisaties; verkondigde dat iedereen die niet was gedoopt in de Naam van Jezus Christus moest komen om opnieuw gedoopt te worden. Dat is juist.

256 En tegenwoordig sluiten ze een compromis en verzachten de zaak. Ze weten echter niet beter. Het is jammerlijk. Indien het uur voorbij is, zou ik dit mogen zeggen, zie: zij waren blind, voorbestemd om blind te zijn. God zij genadig. Zij konden het niet zien.

257 Jezus zei: "Gij zijt blind. Gij blinde schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden! Terwijl u hetzelfde Woord leest dat zij allen hebben gelezen, en hier komt u en veroordeelt Mij. En Ik ben precies wat het Woord zei dat het zou zijn in deze dag. Ik zou de Boodschapper van deze dag zijn. Ik ben de Messias", zei Hij zei met zoveel woorden. "Ik ben de Messias. Heb Ik gefaald om het te bewijzen? Als Ik niet heb gedaan wat van Mij geschreven was, veroordeel Mij dan. En gij, blinde Farizeeërs, leidt uw volk regelrecht weg in zo'n zaak en leidt de hele groep weg." Zei: "Wel, de blinden leiden de blinden." Zei: "U bent..."

258 U zei: "O, als wij vroeger in de tijd van Paulus hadden geleefd, ja, dan zou ik de kant van Paulus hebben gekozen."

259 Gij geveinsden! Zie? Waarom kiest u dan geen partij voor zijn leer? U zou destijds hetzelfde hebben gedaan als wat u nu doet, want u bent de kinderen van uw vaders, uw organisatievaders: Farizeeën, Sadduceeën, en zelfvoldaan. Dat... dat is het. Uh-huh. Ik wil u vertellen – vanwege het uur waarin wij leven – ik vraag me af of dit de derde trek zou kunnen zijn? Even een ogenblik nu, zie, Jezus zei: "Dit soort ontvangt een zwaarder oordeel." Zie? Is het niet verschrikkelijk?

260 Zoals eens een beroemde Amerikaan, toen de vijand op het punt stond dit land in te nemen; daar was een man in het middernachtelijk uur die op een paard sprong en de weg afreed, schreeuwend: "De vijand komt eraan!" Het was Paul Revere.

261 Ik ben ook een Amerikaan. En ik rijd in dit middernachtelijk uur, niet zeggend dat de vijand komt, maar dat hij hier is! Hij komt niet; hij is hier al! Hij heeft al overwonnen. Ik ben bang dat het voorbij is; overwinnend in dit middernachtelijk uur.

262 Herinner u, in Tucson, de zeven engelen, wat de Boodschap was: "Het beëindigen van het geheimenis Gods." Onmiddellijk daarna, toen ik langs de bergketen reed...

263 U hebt allemaal gehoord over de bergen. Let op. Broeder Fred heeft er een paar foto's van, en broeder Tom. En ik heb wat foto's, enkele films, alles. Wij zullen ze hier op een dag laten zien, u tonen waar het precies was. U kent allen de geschiedenis.

264 Let op die drie pieken. Hij zei: "Daar is uw eerste, tweede en derde."

265 En broeder Fred nam er een fantastische foto van toen hij en zuster Martha erlangs kwamen. Er waren wolken omhoog gekomen vanuit de vochtigheid op de grond en ze hadden de rest ervan verhuld, en het toonde slechts de drie trekken: één hier, één hier, en één daar. Zie? De zeven!

266 Kijk bij de eerste: drie. Drie is volmaaktheid. Dat is toen de bediening voortkwam.

267 De tweede trek was de onderscheiding van geesten, de profetie. (De eerste was de genezing van de zieken.) De tweede was de profetie die voortkwam, en het kende het geheim van de gedachten, toen het Woord Zelf gemanifesteerd werd. Hetwelk genade is.

268 Maar bedenk, de zevende is het eindpunt. Zou dit de trek van het einde kunnen zijn, dat alles voorbij is? Zou het zo kunnen zijn? Denk daar nu aan. Denk na. Waar bevindt u zich? Zie? Zeven is altijd het eindpunt. Drie trekken!

269 Jezus' bediening bestond uit drie trekken. Wist u dat? Merk op! En wees nu voor een ogenblik, voor een paar ogenblikken, oprechter in uw leven dan u ooit bent geweest.

270 Zijn eerste trek was het genezen van de zieken. Hij werd een zeer populair Man. Iedereen geloofde Hem, naar het leek. Is dat juist? Toen Hij uitging en de zieken genas, wilde iedereen Hem in hun kerk.

271 Maar op een dag keerde Hij zich om en begon te profeteren, want Hij was het Woord, en Hij was de Profeet waarvan Mozes had gesproken. En toen Hij heenging om hun te vertellen, en hun vertelde hoe zij leefden en de dingen die zij deden, toen werd Hij zeer impopulair. Dat was Zijn tweede trek.

272 Ik vraag mij af of het niet opnieuw precies zo getypeerd is? Denk slechts even na. Zou het zo kunnen zijn? De eerste: iedereen genezend. De tweede: "O, het zou wel eens 'Jezus Alleen' kunnen zijn. Het zou Beëlzebul kunnen zijn, het zou een..." Dat is hetzelfde als wat ze daar deden. Zie? Dezelfde geesten levend in dezelfde soort mensen, veroordeelde mensen die nooit gered kunnen worden omdat zij voorheen al veroordeeld waren; zij zijn, zoals Judas Iskariot, geboren als de zoon des verderfs.

     U zegt: "Judas?" Zeker.

273 Bedenk, hij was erg religieus, maar hij kon niet heel de weg met de Boodschap meegaan. Hij kon er een deel van nemen, maar de rest ervan kon hij niet verteren. Zij kunnen genezing en dergelijke dingen nemen, maar wanneer het komt tot God Die eekhoorntjes in bestaan spreekt, dan is dat te diep voor hen. "Dat kan niet!" Dat was Judas. Zijn geest kan helemaal tot aan die plek meegaan. Daarna kan hij niet verder. Zie?

274 Zij konden Mozes prima aanvaarden toen hij de Rode Zee opende en dergelijke. Maar toen het neerkwam op het spreken, dat ze niet moesten, dat geen van allen dit of dat of wat anders behoorde te doen, toen: "Hij maakt zichzelf een god over ons." Zie, ze konden daar niet in meegaan, Korach en de anderen. Want zij moesten een organisatie hebben, daarom verzwolg God hen gewoon.

275 Jezus' bediening, toen Hij de zieken genas: "Hij was wonderbaar, die jonge Profeet van Galiléa! Wel, Hij maakt de blinden ziende. Hij heeft zelfs de doden opgewekt. We hebben er drie gevallen van. Hij heeft werkelijk de doden opgewekt!"

276 Maar op een dag keerde Hij Zich om, Hij zei: "Gij adderengebroedsel! Gij reinigt het buitenste van de schotel. Gij schijnt heilig te zijn, maar aan uw binnenkant zijt gij niets anders dan een stel slangen." O, toen die profetie voortging, die organisatie veroordelend, toen veranderde het. Ze keerden zich tegen Hem. Dat is juist. En uiteindelijk, met Hem te verwerpen, kruisigden ze Hem.

277 Maar u kunt de bediening niet doden. Die leeft voort. U kunt de boodschapper in slaap krijgen, maar de Boodschap niet. Uh-huh. Juist. Die leefde door. En let op toen de derde trek van Zijn bediening kwam. De eerste was het genezen van de zieken.

278 De tweede was het berispen van de organisaties, en profeteren; wat ze gedaan hadden, wat ze waren, en wat zou komen. Wat is, wat is, zal komen; en wat was, wat is, en wat zal komen. Dat is wat Hij heeft gedaan. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

279 Maar Zijn derde trek was toen Hij predikte tot de verlorenen, die niet meer gered konden worden. Zij waren daar beneden, waar die grote geschilderde ogen waren: "Oeh!" Predikte tot de zielen in de hel die geen genade aanvaardden, maar eeuwig afgescheiden waren van de tegenwoordigheid van God. Maar toch moesten zij het erkennen wat Hij was, omdat God Hem daar liet heengaan.

280 Vraag me af of Zijn bediening in de laatste dagen op dezelfde manier uitkomt zoals het was? "Gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u. De werken die Ik doe, zult gij ook doen."

281 Verlorenen, konden nooit gered worden. Zij hadden genade verworpen. Dat was Zijn derde trek.

282 Nu, is er een vraag? Zijn eerste trek: Hij genas de zieken. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Zijn tweede bediening: Hij profeteerde. Zijn derde bediening was het prediken tot de eeuwig verlorenen. De drie bergen, enzovoort; de voor eeuwig verlorenen!

283 Noachs bediening; alle bedieningen hebben hetzelfde gedaan. Noach predikte. Dat is precies juist. Hij ging de ark in. En toen hij de ark inging, waren er zeven dagen dat er niets gebeurde. Zijn getuigenis predikte tot de verdoemden.

284 Sodom en Gomorra! Jezus verwees naar hen beide als komende. "Vóór de komst van de Zoon des mensen zal het zijn zoals de dagen van Noach, het zal zo zijn als het was in de dagen van Sodom." Hij verwees naar Noach.

285 Noach had drie trekken, en zijn derde was tot de verlorenen nadat de deur was gesloten. Want God liet hen precies daar zitten waar niemand in of uit kon gaan. Zij waren binnen. Want (zoals op de zevende berg) de hoogste berg, daar vestigde Hij de ark, op de berg. Zie? Is dat juist?

286 In de dagen van Sodom was de eerste trek de rechtvaardige Lot. En de Bijbel zei: "De zonden van Sodom kwelden dagelijks zijn rechtvaardige ziel", hoe die vrouwen handelden en deden.

287 Herinner u: "Zoals het was in de dagen van Noach." Wat deden ze? "Eten, drinken, huwen, ten huwelijk geven." Vrouwen, zie, vrouwen. Wat was het in de dagen van Sodom? Vrouwen.

288 En de eerste boodschap was Lot. Zij maakten hem belachelijk.

289 Toen zonden ze andere boodschappers, twee van hen, en zij gingen erheen. Dat was Zijn tweede trek voor Lot... voor Sodom.

290 Maar kijk naar die Ene Die het laatste ging, er komt steeds meer genade. Het was toen allemaal voorbij, allemaal voorbij op dat moment. Die derde Boodschapper Die daarheen ging, de derde trek, wat was Hij? Wat voor bediening had Hij? Hij zat bij de uitverkorenen en vertelde hun wat er achter Hem plaatsvond. Is dat juist? Maar toen Hij naar Babylon afdaalde, of Sodom binnenging, toen wilde Hij vinden...

291 Zelfs Abraham riep het uit: "Indien ik vijftig rechtvaardigen zou kunnen vinden?" Zo verder tot: "Tien rechtvaardigen?"

     God zei: "Ja, vind tien rechtvaardigen."

292 Laat mij u iets vertellen, zuster, even een ogenblik. U mag dan ouderwets zijn, maar u hebt iets wat deze sekskoninginnen niet hebben. U hebt iets wat zij nooit kan hebben. Juist. U mag dan ouderwets zijn in uw kleding, u als een dame kleden. Misschien zeggen ze: "Kijk eens naar die oude heilige roller." Maak u geen zorgen. Zij heeft iets wat die kleine sekskoningin, die het voor elkaar heeft dat de hele wereld naar haar kijkt, niet heeft. Zij kan het nooit hebben. Zij is eeuwig verloren. Zij is verdoemd. Zie? Zij is nooit... U hebt moraal; u hebt deugd. Zij heeft niets. Zij heeft een lokaas dat de verloren zielen verstrikt in de hel. De blinde loopt erin. Nu, u hebt iets.

293 Weet u, u staat misschien niet eens in een kerkboek, maar het zou uw rechtvaardig leven kunnen zijn dat vandaag de wraak van God voor de wereld weerhoudt. De wereld zal het niet geloven. U vrouwen, die heilige roller worden genoemd, u kleine man, die bijna niets weet, maar u roept dag en nacht tot God vanwege de zonden van het land, u zou degene kunnen zijn die de wraak weerhoudt. "Indien Ik er tien kan vinden, zal Ik haar sparen. Als Ik er tien kan vinden!" "Gelijk het geschiedde in de dagen van Sodom, zo zal het zijn." Ziet u wat ik bedoel?

294 Niet: "Als Ik tien Methodisten kan vinden, als Ik tien Baptisten kan vinden, als Ik tien Pinkstermensen kan vinden, als Ik tien atleten kan vinden, als Ik tien senatoren kan vinden, als Ik tien predikers kan vinden."

295 Maar: "Indien Ik tien rechtvaardigen kan vinden." Er is er Eén rechtvaardig, dat is Christus. Christus levend in één, die tien, zie, "dan zal Ik haar sparen."

296 Maar die laatste Boodschapper predikte tot de verdoemden. U zegt... Hij ging daarheen. De Schrift zegt niet wat er gebeurde, maar de volgende morgen viel het vuur, precies, nadat Hij deze tekenen gedaan had, onmiddellijk nadat Hij Zijn profetische bediening had uitgevoerd. "Waarom heeft Sara gelachen?"

     Ze zei: "Ik deed het niet."

     Zei: "Ja, je deed het wel." Zie?

297 Nu, onmiddellijk daarna ging Hij Babylon binnen, of ging Sodom binnen. Hij heeft ze nooit gevonden, dus viel het vuur. Hij vond Lot en zijn twee dochters, zei: "Ga hier nu onmiddellijk weg." Zie? Het was afgelopen. Hij ging erheen. Bedenk, Hij was onderweg daarheen. Hij zond boodschappers voor Zich uit, maar Hij ging er Zelf heen, precies, om uit te vinden of al deze dingen zo waren. En waarmee vond Hij het vol? Vrouwen met beschilderde gezichten. De Boodschap tot de verdoemden. Wat deden ze? Lachten erom.

298 Wat doen ze vandaag? Hetzelfde. "Ik behoor tot de Assemblies. Ik behoor tot de Eenheidskerk. Ik ben... Ik heb gedanst in de Geest. Prijs God, ik spreek in..." In orde, ga maar door. "Ik zal mijn haar afknippen als ik dat wil. Ik zal dit doen. Ik zal gewoon dit zeggen. Ik hoef niet gedoopt te worden in Jezus' Naam. Het kan mij niet schelen wat er staat. Paulus is toch een oude vrouwenhater. Dat is een..." Goed, ga maar door.

299 Een dezer dagen zult u, als u het nog niet hebt gedaan, die grens overschrijden. U zult er nooit meer naar verlangen om te doen wat juist is. Hoorde u wat ik zei? Het is belangrijk. Broeder, zuster, beseft u wat er is gezegd? U zult over die grens gaan en u zult het nooit willen doen. U zult nog steeds het Evangelie horen, zeker, maar u zult het nooit aanvaarden. U kunt het niet aanvaarden. Maar het Evangelie zal gepredikt worden tot de verdoemden, degenen die eeuwig verloren zijn, niet meer gered kunnen worden. U bent reeds op die plaats en weet het niet. U denkt dat u in weelde leeft, terwijl u levend dood bent.

300 O, luister. Al degenen die de Boodschap van het uur verwierpen, vóór de ondergang... het Evangelie werd eerst tot de verdoemden gepredikt voordat zij – zonder genade – omkwamen. Noach, opgesloten, was een getuigenis. God sloot de deur na zijn derde trek. Na de derde trek in Sodom werden de deuren gesloten. Er was geen genade meer. De tien konden niet gevonden worden. En aan de verlorenen werd het Evangelie gepredikt, die niet gered konden worden, omdat het slechts was... Het is in elk tijdperk zo geweest, elk tijdperk verwerpt de Boodschap vóór het oordeel.

301 Hebben zij het opnieuw gedaan? Blijkt dat uit een Vuurkolom hier bij de rivier? Blijkt dat uit de Boodschap waarin op de vrouwen wordt gehakt, en alles op zijn plaats wordt gezet, en waarin die predikers berispt worden die zijde kiezen met de denominatie in plaats van te staan op het Woord? Terwijl God volkomen betuigd heeft dat Hij het is, en niet een arm, onwetend, ongeletterd iets als een man. Het is God! En zijn wij nu tot die plaats gekomen dat de derde trek opnieuw tot de eeuwig verlorenen terugkeert?

302 Was het daarvoor dat dit visioen mij gegeven werd toen ik nog een kleine jongen was? En ik ben daar naar het westen gegaan en daar straalde het gouden kruis van het Evangelie naar beneden, het heeft het teken van de hemel verklaard, helemaal precies. Herinner u, het kruis was in een panorama, gebouwd zoals een piramide. Zie? Zou het kunnen zijn dat dit het hoofdgedeelte is waar het is geëindigd, en dat het vanaf hier is begonnen en is opgekomen tot het hoofdschap?

303 Zoals de piramide opkwam door Luther, Wesley, Pinksteren, en dan het afdekken van de steen. Zou het dat kunnen zijn? Als dat het is, waar bevinden wij ons dan? Het... dit zou kunnen. Ik hoop dat het niet zo is, maar het moet komen. Het zal komen. Bedenk slechts, die bedieningen moeten dat doen, ze sluiten altijd bij elkaar aan. Het moet komen. En God verandert niet. Denk eraan!

304 Bijt in uw bewustzijn met uw geestelijke tanden en ontdek waar we aan toe zijn. Wat als het zo is en u bent nog steeds zoals u bent? Dan zou u net zo goed kunnen lopen... Het is afgelopen met u, degenen die buiten zijn. Nadat het Boek door het Lam genomen was, het zesde zegel geopenbaard is, en al de zegels, dan is het voorbij. Het zou zo kunnen zijn. Ik hoop dat het niet zo is. Het zou kunnen. In orde.

     Nu, heeft deze derde trek daarom zolang op zich laten wachten?

305 Hebt u opgemerkt dat de eerste trek en de tweede trek van de ene naar de andere overging? Ik voorzegde, herinnert u het zich, toen ik pas begon, over de eerste? En ik zei: "Er zal een tijd komen dat het zelfs de geheimen van het hart zal weten." Herinnert u het zich? Hoevelen? Wel, u allen herinnert zich dat, in mijn samenkomsten overal. En op een avond liep ik ginds Regina binnen en liep het podium op; broeder Baxter was daar en een paar duizend mensen. En een man liep het podium op, [Broeder Branham knipt eenmaal met zijn vingers – Vert] en daar was het. En sindsdien is het zo geweest.

306 Maar het heeft al jaren geduurd sinds ik van het veld ben afgekomen, vier, ongeveer vijf jaar sinds ik daar ben weggegaan. Wat is het? Wat is daar de oorzaak van? Is het daarom geweest dat het was zoals in het begin in Genesis: "Gods lankmoedigheid"?

307 Bedenk, toen Hij de wereld schiep, schiep Hij niets op de zevende dag. Hij rustte. Zie? God was lankmoedig in dat zesde jaar, niet willende dat er één verloren zou gaan, maar dat allen tot bekering zouden komen. God was lankmoedig.

308 Eveneens wederom in Genesis 15:16, als u het wilt opschrijven, vers 16, 15. Hij vertelde Abraham: "Ginds in dat land van de Amorieten, hun ongerechtigheid", nu, zij waren heidenen. "Ik kan u daar nu op dit moment niet binnenbrengen, omdat de ongerechtigheid van de Amorieten, de heidenen, nog niet is vervuld. Maar Ik zal hen oordelen. Ik zal in dat vierde geslacht komen en dan zal Ik dat land oordelen met een ijzeren staf." Is dat juist?

309 Heeft het zolang geduurd vanwege Gods lankmoedigheid, terwijl de bediening voortdurend door middel van geluidsbanden en al het andere de wereld heeft uitgekamd om te zien of er nog één meer is? Maar misschien is die laatste onlangs binnengekomen. Is het vanwege de ongerechtigheid dat het zolang heeft geduurd? Als Jezus Dezelfde is, wat Hij is, Hebreeën 13:8, dan moet Zijn Boodschap hetzelfde zijn. (Ik ga zo sluiten.) Zijn handeling moet hetzelfde zijn.

310 Als de eerste en tweede trek buiten twijfel zijn! Is er een vraag in uw gedachten over de eerste en tweede trek? Kwam het precies zoals Hij zei te geschieden? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Waarom dan de derde betwijfelen? Zie? Waarom zou u het betwijfelen? De eerste twee werden door de Schrift geïdentificeerd. Ik heb u vanmorgen bewezen dat de derde ook geïdentificeerd wordt door de Schrift.

311 Kijk naar de wereld en zie waar zij aan toe is. Kijk hoe zij de Waarheid hebben verworpen, en hoe het terdege betuigd werd, het profetiegedeelte. Nu, waar bevinden we ons? O God, wees genadig! Dat maakt dat mijn hart vanbinnen bloedt. Hoe zit het ermee? Waar zijn we aan toe?

312 Herinner u deze zeven bergpieken daarginds, zij zouden het u kunnen vertellen. Het is... Er is daarna geen andere piek meer. Het is op de 'Continental Divide'. [De langgerekte bergketen van onder meer de Rocky Mountains die van noord naar zuid loopt in het westen van Canada, de V.S. en Mexico, waarvan de rivieren óf naar het westen, óf naar het oosten stromen – Vert] Het gaat van daaraf regelrecht de woestijn in. De eeuwigheid begint. Zeven pieken, precies op de Continental Divide. Dat is precies tussen goed en kwaad. En aan het eind daarvan, de derde trek, was de laatste trek van de bergketen. Is dat juist? In orde.

313 Noach ging naar binnen, daarna gebeurde er zeven dagen niets, zie. Binnen zeven dagen kwam het oordeel. Als ze slechts... Luister nu, bij het sluiten. Indien ze slechts in Noachs tijd dat teken gekend zouden hebben! Als zij het maar geweten zouden hebben! Nu, ik zal gaan sluiten. Als ze alleen maar dat teken gekend zouden hebben, de wereld in die dag! God bewees hier, bij het lezen van de Schrift een tijdje terug, dat Hij die mensen vernietigde.

314 Niet zonder genade; genade werd door een profeet tot hen gezonden. Ze wilden het niet geloven. God is genadig, maar – Hij zond genade – maar zij wilden het niet ontvangen. Hij zendt altijd eerst genade.

315 Wat als zij geweten zouden hebben dat dat teken het eindtijdteken was? En toen zij het plotseling inzagen, hield redding op. Niemand, zie. Kijk, om mee te beginnen, weet u, was de deur gesloten. Als zij... Er was slechts één persoon die dat teken kende, dat was Noach en zijn groep. Die was de enige die het wist. Toen die deur dichtsloeg, wist Noach het. Noach wist dat dat het einde was. Hij wist het. Dat is juist. Indien u slechts dat teken kende!

316 O, als zij slechts dat teken hadden gekend, toen zij Deze daar zagen binnenkomen Die daar bij Abraham was geweest!

317 Als zij slechts hadden geweten dat die moderne Billy Graham van die dag daarheen ging, hij en een Oral Roberts, en die boodschap predikten tot die verblinde mensen! Als zij slechts zouden weten dat die oude rechtvaardige Methodisten en Baptisten daar vroeger voor hen een teken waren geweest van die dag – Lot – toen de zonden hun ziel kwelden. Waardoor zijn de Methodisten en Baptisten toen veranderd? Zoals bij Lot, hetzelfde. Maar de rechtvaardige kwam eruit vandaan. Zeker.

318 Hoe zit het met Billy Graham, toen hij daarheen ging en ze naar voren kwamen om een beslissing te nemen, kauwgum kauwend, elkaar aanstotend en lachend, met kort geknipt haar, beschilderde gezichten, terwijl ze daar zelfs nog niet het geringste aan willen doen. Kwam de volgende dag terug en Billy zei: "Ik heb er dertigduizend; kom binnen een jaar terug en ik heb er zelfs nog geen dertig over."

319 "O, ik heb een beslissing genomen. Ik... ik ga niet naar de hel; ik ga naar de hemel, zie", rechtstreeks doorwadend in zonde. Als zij slechts...

320 En dan wordt het Evangelie gepredikt in de kracht met tekenen en wonderen, met de Vuurkolom erboven, en alles gaat precies zoals het is voorzegd en uiteengezet. Als zij slechts... Ze zeiden: "Een stel heilige rollers. Het is mentale telepathie. Een of andere heksengeest. Een duivel, dat is alles wat het is. Gelooft u het toch niet. Het is niet in onze organisatie. We hebben daar niets mee te maken." Als zij slechts het teken zouden hebben geweten! Indien zij het slechts hadden geweten!

321 Jezus zei: "Indien gij slechts uw dag zou hebben gekend, Jeruzalem. Indien gij slechts herkend zou hebben! Maar," zei Hij, "nu wordt u aan uzelf overgelaten." Zie? "Indien u slechts geweten zou hebben. O, Jeruzalem, Jeruzalem, hoe menigmaal heb Ik u willen bijeenvergaderen gelijk een hen haar broedsel, vanwege de oordelen die op het punt staan te komen! Maar u kende uw dag niet." "Gij, die de profeten stenigde en de rechtvaardigen doodde, indien gij slechts uw dag zou hebben gekend! Indien gij het slechts zou hebben geweten en op de hoogte was geweest van uw geschriften, en geweten had dat Mijn komst een teken van uw einde was. Nu bent u blind. Nu werd u berispt. Uw tijd is voorbij." En dat was zo. Dat is juist. "Als u slechts de tijd zou hebben gekend!"

322 Kijk, toen Jezus die verklaring aflegde, draaide de wereld gewoon door. Zie? De wereld draaide gewoon normaal door. Waarom? Omdat zij hun uur niet kenden.

323 De wereld draaide gewoon door toen Noach de ark binnenging. De wereld ging gewoon door. De spotters in die dag hielden nog steeds seksfeestjes. Zij aten nog steeds, dronken, huwden, deden de dingen die ze vandaag doen. Precies zoals altijd. "Ha, ha! Die oude heilige roller heeft de deur gesloten. Nu, heb je ooit van zoiets gehoord? Ha, ha! Weet je wat hij zegt? We zullen allemaal gaan verdrinken. Onzin! Waar is het water?"

324 Spotters in de dagen van Noach. "Zo zal het zijn bij het komen van de Zoon des mensen." Goed. Noach kende het teken. Hetzelfde in de dagen van Lot. Hetzelfde in de dagen van Jezus. Zo is het vandaag. Ze zullen voor de laatste keer spotten.

325 Hetzelfde in Sodom, ze wisten het nooit. Terwijl die Boodschapper daar stond met de boodschap van God, lachten zij hen slechts uit en probeerden hen ertoe te krijgen dezelfde handelingen te verrichten. Is dat juist? "Kom binnen en sluit u bij ons aan. Wees één van ons." Is dat juist? "Kom binnen en sluit u bij ons aan, wees één van ons. U zult bij de jongens horen. Kom toch, sluit u bij ons aan." Zij hebben nooit hun teken gekend.

326 Zij wisten niet, dat toen die boodschap gaande was, dat precies de... Ze konden het niet zien, dat de vurige wraak van Gods oordeel als tongen van vuur en zwavel in de hemelen waren ontstoken. De boodschappers wel. Uh-huh. Lot wist het ook. Hij wist dat het daar was. Zeker.

327 Vandaag is het hetzelfde, gewoon dezelfde zaak. De toorn is ontstoken, atoombommen hangen gereed, alles is aan het einde. Het is hetzelfde nu.

328 Kijk mensen, luister. Wist u... U zegt: "Broeder Branham, o, hoe zit het met dat alles?" Weet u, mensen kunnen regelrecht doorgaan met het prediken van het Evangelie zoals ze altijd hebben gedaan – wat zij het Evangelie noemen – en het zou voorbij kunnen zijn. Ze deden het in de dagen van Noach. Ze deden het in de dagen van Lot. Ze deden het in de dagen van Jezus. Is dat juist?

329 Zelfs de Joden, nadat Jezus hun had verteld dat de toorn... "Het is afgelopen met u. Het is voorbij met u. Er is niets meer. Het is afgelopen met u ."

330 "O," zei hij, "die heilige roller. Van welke school kwam Hij? Waar kwam Hij vandaan?"

331 Bedenk, Hij was toen gereed voor Zijn derde trek. Uh-huh. Dat is juist. Hij zei: "Hoe menigmaal heb Ik u willen bijeenvergaderen!"

332 Lot deed zijn laatste oproep... of, ik bedoel dat de engel dat deed, de boodschapper, wie hij ook was. God, vertegenwoordigd voor deze dag, God, vertegenwoordigd in menselijk vlees, deed het laatste teken, volvoerde de laatste plicht. Toen was het allemaal voorbij.

333 Noach predikte zijn laatste prediking; de deur sloot achter hem toe. Dat was alles. Ze lachten erom en staken er de gek mee.

334 Bedenk, de mensen kunnen gewoon doorgaan met prediken! De Oecumenische Raad kan zich verenigen met de Katholieke kerk, precies zoals ze beloofden te doen. Alle organisaties kunnen gedijen, maar het merkteken van het beest is reeds daar. Ze nemen het aan, daarin. Zie? En ze zeggen: "O, halleluja, prijs God, er werden er zoveel gered gisteravond." Werden ze dat? "Ze dansten in de Geest. Ze spraken in tongen." Dat betekent niets. Zie? "O, ze zijn zachtmoedig en vriendelijk en nederig. Ja, mijnheer. Zij hebben de vrucht van de Geest." Dat is geen teken. In het geheel niet.

335 Laat mij u de vrucht van de Geest tonen tussen Jezus en de Farizeeën, zien wie van hen de vrucht van de Geest had. Wat als ik nu voor een moment, zoals ik een poosje geleden begon te zeggen, tegenover Christus stond? God vergeve mij voor het zelfs maar te zeggen, zie, maar alleen om u iets te tonen.

336 Wat als ik tot u kom en zeg: "Zeg eens, u gemeente, wie is uw vriend? Wie toont de vrucht van de Geest? Uw vriendelijke oude priester. Wie komt naar u toe in het ziekenhuis, als u ziek bent? Uw zachtaardige oude priester. Dat is juist. Wie leent u altijd wat geld wanneer u omhoog zit; in een moeilijke positie? U, leden van zijn samenkomst, gaat u dan niet naar uw vriendelijke oude priester, en leent hij u dan geen geld? Zie? Wie is altijd liefdevol en vriendelijk en toont de vruchten van de Geest? Uw vriendelijke oude priester."

337 "Wie studeerde jaren en jaren in de synagogen hier, waar zijn bet-over-over-over-over-overgrootvader vandaan kwam, tot ver in het verleden? Wie studeerde en kreeg... werkte hard en verkreeg doctorsgraden: doctor in de filosofie, en doctor in de rechten, om dit Woord te kennen en hier te staan en het u elke zondagmorgen te brengen in zijn samenkomst? Uw vriendelijke oude priester."

338 "Wie is die afvallige, genaamd 'Jezus'? Van welke school is Hij gekomen? Uit welke school komt Hij vandaan? Waar is Zijn lidmaatschapskaart? Tot welke organisatie behoort Hij?"

339 "Wat doet hij als u met elkaar een familieruzie hebt? Wie komt er naar u toe? Uw vriendelijke oude priester, om te proberen... En hebt u ruzie met die buurman hier, dan komt uw vriendelijke oude priester en verzoent u met elkaar. Zegt: 'U bent allen kinderen van God. U zou dat niet moeten doen.' Dat is wat hij..."

340 "Wat doet deze Jezus van Nazareth? Verscheurt de zaak. Wat doet Hij? Uw organisatie afkraken. Wat doet Hij? Noemde uw priester een 'blinde leider der blinden'. Hij noemde hem een 'slang in het gras'. Hij nam het offer dat God voorschreef en schopte de tafels omver en wierp het geld weg en keek naar hen met toorn. Hebt u ooit uw priester zo zien kijken?" Nu, waar is de vrucht van de Geest?

341 Niet door spreken in tongen. Niet door dansen in de Geest. Niet door lid worden van de kerk. Niet door de vrucht van de Geest; Christian Science [Christelijke wetenschap – Vert] kan wie dan ook van u daarin overtreffen, zie, en zelfs ontkennen dat Jezus Christus goddelijk was. Niet dat.

342 Maar het is het levende Woord! Daar is het. Als zij slechts gekeken zouden hebben of Hij de Messias was. Hij was het levende Woord gemanifesteerd.

343 En een man die de Geest van God in zich heeft, of een vrouw, leeft dat Woord, het leeft rechtstreeks door hen heen. Dat is de hartslag, de voorbestemden, want het Woord des Heren komt tot hen en zij zijn het Woord voor de mensen. "Geschreven brieven, gelezen van alle mensen." Is dat juist? Zou de derde trek aan de gang kunnen zijn?

344 Bandenmensen, dat bent u die naar deze band luistert. Ik wenste dat u hier op dit moment naar deze samenkomst kon kijken. Uh-huh. Ik hoop dat u zich hetzelfde voelt.

345 Wat als het zo is? Kijk naar de hoeveelheid Schriftplaatsen die hier opgeschreven staan. Zou het zo kunnen zijn? Is de derde trek het prediken tot de eeuwig verdoemden die de boodschap van redding hebben verworpen?

346 "Wel," zegt u, "de gemeente gaat..." Ja, dat zullen ze. Zij zullen rechtstreeks verdergaan, op dezelfde manier.

347 Maar bedenk, gedurende deze hele tijd was Noach in de ark. De bruid is binnenverzegeld met Christus, het laatste lid is verlost. Het zesde zegel heeft zichzelf voortgebracht. Het zevende zegel brengt Hem terug op aarde. Het Lam kwam en nam het Boek uit de rechterhand van Hem, en ging zitten en eiste Zijn eigendom op, hetgeen Hij verlost had. Is dat juist? Het is altijd die derde trek geweest.

348 Drie is volmaaktheid. De bediening is tot haar volmaaktheid gekomen toen zij Christus opnieuw voortbracht in het natuurlijke, onder menselijke wezens, zoals werd voorzegd: "Gelijk het geschiedde in de dagen van Lot."

349 O, bedenk, mensen kunnen gewoon doorgaan met prediken, denkend dat ze gered worden, gelovend dat ze goed doen, gelovend dat hun organisaties groeien, zeker, en zonder zelfs een lichtstraal van hoop. En als dat visioen dat betekende, en het is zo hard tegen vrouwen geweest, dan zijn wij tot dat uur gekomen. De deur is gesloten, het is voorbij, het Boek is reeds in Zijn hand. Denk erover na.

350 Laat mij u dit vertellen vlak voor het sluiten. Ik eindig. Het verhaal ging rond in Ierland, aangaande het water. Er was daar een groot rif dat langs het strand loopt en recht omhoog naar deze hoge heuvel gaat. En daar liep een man op een dag langs, precies op de tijd dat de vloed kwam opzetten. En daar was een edelmoedige man die op de heuvel woonde die van deze getijden afwist. Hij wist van de gezette tijden dat de vloed zou opkomen. Hij kende de tijd dat het hoogtij zou inzetten. Deze knaap kon het niet schelen welke tijd dat was. Hij was een van die weetals. Hij had zijn eigen opvatting. Het was een atletische man, een knappe, intelligente knaap, alleen kende hij de tijd van het hoogtij niet. Hij kende het land niet. Hij wist niet op welke tijd het teken juist was, namelijk wanneer de maan zich van de aarde heeft afgekeerd.

351 En wanneer God Zijn Geest ooit van de aarde afkeert, broeder, is ze verloren, dan is het allemaal afgelopen.

352 Als die maan zich ooit uit haar baan zou bewegen, zouden de wateren de aarde overdekken zoals het was toen God ermee begon in Genesis 1. Maar de maan staat daar, en wanneer ze zelfs maar haar hoofd omdraait, begint de vloed op te komen.

353 Deze wijze oude man die in de aanwezigheid daarvan woonde, wist welke tijd dat was. Deze knaap wist het niet. Hij had het nooit bestudeerd. Hij bekommerde zich er niet om. En deze wijze oude man rende naar buiten en zei: "Mijn goede man, waag het niet nog verder te gaan. Keer snel terug. Er is daar een wand. U kunt die wand niet opkomen. U zult omkomen. De... de tekenen zijn er, de tijd. De vloed zal plotseling binnenstromen en dan kunt u niet terugkeren. Ga niet verder."

354 En de man keerde zich om en lachte hem uit, zei: "Bemoei je met je eigen zaken. Ik weet wat ik kan doen en wat niet." En de vloedgolven grepen hem.

355 Het is misschien later dan we denken. Zie? U zult gegrepen worden. Ga niet verder door. Doet u dat niet, mensen. Als u altijd in mij geloofd hebt als Gods dienstknecht, neem vanmorgen dan mijn woord aan, als u het ooit gedaan hebt. Het zou reeds te laat kunnen zijn. Zoveel Schriftgedeelten tonen het op die manier. Nu, onthoud, ik zeg niet dat het zo is. Ik weet het niet. Maar kijk slechts.

356 En ik heb hier ongeveer tien bladzijden weggelaten waarvan ik bevreesd was ze aan u te vertellen. Zie? Zie? Mevrouw Wood is daar een getuige van, en meneer Wood. Toen ik ze vanmorgen ging bezoeken, zei ik: "Ik kan hun dat niet vertellen, kan niet zover gaan. Ik zal gewoon zoveel Schriftplaatsen geven en die bij hen achterlaten, omdat het op de band zal worden opgenomen." Het zal verdergaan.

357 En de mensen zullen om deze Boodschap lachen. Het is in orde, de mogelijkheid om terug te keren zal een dezer dagen voorbij zijn. Ga door, wees gewoon een kerklid. Knip uw haar af, verf uw gezicht. Ga door en neem "Vader, Zoon en Heilige Geest" als u dat wilt, dat, maak er drie goden van en wees een heiden. Ga door, houd vast aan uw organisatie. Doe dat, als u dat wilt.

358 U zegt: "Ik danste in de Geest, ik sprak in tongen; ik heb het."

359 Ik heb duivels hetzelfde zien doen. Ik heb heksen in tongen zien spreken en het uitleggen; in onbekende talen schrijven en het uitleggen; zij die bloed dronken uit een menselijke schedel en de duivel aanriepen, in de geest dansten.

360 De Mohammedanen dansen zodanig in de geest dat ze splinters kunnen nemen en die door hun vingers kunnen steken; een sabel nemen en die zo door hun gezicht steken, en dan trekken ze hem eruit en er zal zelfs geen druppel bloed uitkomen.

361 De Indianen zullen blootsvoets over vuur lopen, negentig centimeter diep, één meter twintig, negentig centimeter, of één meter twintig in het vierkant; blazen, waaien de kolen aan tot ze witheet zijn en ze krijgen nooit een schroeiplek aan hun voeten, en ontkennen dat er zoiets als Jezus Christus bestaat.

362 Nee, nee, vriend. Het is het Woord dat telt. De mensen en het Woord moeten één zijn. Zie? Jezus en het Woord waren hetzelfde; Hij was het Woord. En wanneer Jezus in een menselijk wezen leeft, maakt dat hem en het Woord hetzelfde. Doe niet... Uw leven vertelt wat u bent.

363 Nu, kijk slechts naar uzelf in Gods spiegel, zeg: "Hoe zie ik er vanmorgen uit?" Terwijl we bidden.

364 [Een broeder spreekt in een andere taal. Een andere broeder geeft een uitleg. "Mijn kinderen, vandaag spreek Ik tot u. Ja, zelfs Ik, de almachtige God, heb heden op de aarde gekeken. Ik heb het kwaad gezien waar deze schepping toe gebracht is. Ja, Ik zie de zonde waar de mensen zich vandaag in wentelen. Ja, weet gij niet dat Ik een grote zaak voor u gedaan heb? Ja, Ik heb een man gezonden in deze laatste dag, ja, opdat hij een mondstuk zou mogen zijn voor deze generatie. Maar Ik zeg tot u deze dag, Mijn volk, dat velen met deze naam gespot hebben. Ja, zij hebben de dingen die hij gesproken heeft de rug toegekeerd. Maar Ik zeg tot u, dat Ik zal veroorzaken dat grote zegeningen zullen vallen op hen die naar deze woorden zullen horen. Ik ben de almachtige God. Ik zal deze dag degenen die oprecht deze woorden zullen ontvangen, belonen, spreekt de Here." – Vert]

... dwaalde ver weg van God,
Nu kom ik naar huis; (Bid, zoals u nog nooit gebeden hebt!)
Open wijd Uw armen van liefde,
Heer, ik kom naar huis.

Kom...

365 Terwijl u doorgaat met zingen, wil ik u iets vragen. Is er een plek in uw hart die verduisterd lijkt te zijn door zonde? Als dat zo is, is het nu de tijd om dat kwijt te raken, precies nu, als er genade is overgebleven.

366 Ik hoop dat dit niet zo is. Ik hoop dat het daar niet is. Maar ziet het er niet naar uit dat het zo zou kunnen zijn? Luister naar wat de Heilige Geest zei temidden van de mensen nadat ik gereed was: "Het is een stem tot u."

367 En als het daar is, als er enige duisternis over uw leven hangt, wilt u dan nu niet hierheen komen rond het altaar, terwijl wij voortgaan met zingen. Nu meteen, als er een zorg is, als er een vlek is, stel het niet langer uit.

368 Hopend en vertrouwend dat dit niet zo is; maar het zal één dezer dagen zo zijn, en het zou vandaag kunnen zijn.

Nu, Heer, ik kom...

369 Terwijl u nog vrijuit kunt ademen! Konden de bandenmensen maar zien wat hier nu gaande is; ze verdringen elkaar gewoon, huilend, komen overal vandaan.

370 Zou dit het uur kunnen zijn van het visioen toen ik een kleine jongen was? Is dit de tijd van die vermoeid uitziende, mistroostige mensen; de hel die hier regelrecht op aarde geschapen wordt?

371 Altaren en gangpaden en alles is nu vol. Als u niet rond een altaar of gangpad kunt komen, ergens tussen deze honderden hier, sta dan op, als u zegt: "Ik wil staan en bidden, zodat de mensen het zullen weten", of kniel neer, wat u ook wilt. O my! Nu kun je nauwelijks nog iemand zien zitten. Overal staan mensen.

372 Mag ik dit zeggen. God verhoede, God verhoede dat wat ik heb gezegd, nú is. Mag ik het begrijpen, iedereen; God verhoede het. Er zijn... ik heb kinderen die nog niet binnen zijn. Ik heb twee dochters en een zoon. Ik heb broers. Ik heb familie die nog niet binnen zijn. God verhoede dat genade ons verlaten heeft; dat dit alles alleen veronderstellend is.

373 Is er nog genade over, Here? Laat mij hierin verkeerd zijn, Here. Laat het op dit moment verkeerd zijn. Dat ik... dat het niet zo is, dat mensen nog steeds gered kunnen worden. Sta het toe, Here. Ik bid en draag dit gehoor nu aan u op, in de Naam van Jezus Christus.

374 Bid nu, iedereen, zoals... Wat, als het zo was? Nu, ik weet niet of het zo is, maar wat als het zo was? Bidt u op uw eigen wijze. Bidt u gewoon op de wijze waarop u wilt bidden. Alleen, wat als dit de waarheid was, wat zouden we doen, vrienden? Wat zouden we doen? Wat, wat zal er gaan gebeuren? Bid nu, iedereen. Roep gewoon, bid gewoon zoals u wilt. Roep het gewoon uit tot God op uw eigen manier. O, God!

... uw armen van liefde,
O Heer, ik kom naar huis.

375 "Here, ik was al lang geleden van plan het te doen. Heb ik te lang gewacht, Here? Is dit, is het voorbij? O God, open Uw armen van liefde en neem mij aan. Iets in mijn hart smeekt erom, Here. Open nog eenmaal. Als mijn naam in het Boek des Lams was, spreek dan nu tot mij, Heer. Laat mij het op dit moment ontvangen. Doe het alstublieft, God."

Ik kom naar huis, kom naar huis,
O, nooit, ik zal nooit meer, Here, nog meer ronddolen;
Open wijd Uw armen van liefde,
O Heer, ik kom naar huis.

376 De Bijbel zei, dat wanneer zij Jezus herkennen, "elkeen zal wenen alsof hun enige zoon werd gedood".

... kom naar huis,

377 U buiten, u in uw auto's via de kortegolfradio, u die rond het gebouw staat, velen van u, laat gewoon uw hoofd tegen het gebouw leunen en zeg: "Here God, wees genadig voor mij."

Open...

     Wees dodelijk oprecht, vrienden! Bedenk in welke tijd wij leven! Waar zijn we aan toe?

... van liefde,
Heer, ik kom nu naar huis

Ik kom naar huis...

378 Here Jezus, ik heb gedaan naar het beste van mijn weten. Ik heb alles gedaan wat ik maar wist. Sta het toe, Here, dat de genadedeuren nog steeds openstaan. Neem van deze honderden, letterlijk honderden die U op dit moment zoeken, elke zondige smet weg, Here, en breng hen vandaag binnen.

379 Ik pleit met heel mijn hart, aangezien wij niet alleen iemand zien praten, maar zien dat de Schrift zelf ons tot dit uur brengt. En dat visioen van een kleine jongen die mensen in die toestand zag; en om dan nu te bedenken dat de hel zelf – dat genade is uitgewist van de aarde – dat nu de hel zelf hier is, en de mensen, Here, bevinden zich in deze afschuwelijke toestand.

380 O, machtige God, ik bid, God, dat U op deze uitverkoren gemeente Uw zegeningen zult uitgieten, opdat zij een bediening om te getuigen mogen ontvangen zoals Lot die had, zoals Noach had, zoals Jezus had, tot de eeuwig verlorenen, als het zover is; dat terwijl zijzelf in het Koninkrijk van God verzegeld zijn, zij getuigenis afleggen dat Jezus Christus Dezelfde is gisteren, vandaag en voor eeuwig. Sta het toe, Here. Wilt U ons verzoek aannemen, want wij smeken erom in Jezus' Naam.

381 Bid nu eenvoudig zoals u wilt bidden. Wees niet haastig. Wees niet haastig. Wat als u de laatste naam bent die in het Boek gaat?

Ik kom naar huis.
Ik kom naar huis, kom naar huis,

382 Broeder Neville, gaat u erheen en bid voor hen. De voorganger zal nu met u bidden terwijl u bidt. Ik zal zingen.

Open wijd Uw armen van liefde,
Heer, ik kom naar huis.

Ik kom naar huis, kom naar huis,
Om nooit meer te dwalen; (Ja, Here.)
Open wijd Uw armen van liefde,
Heer, ik kom naar huis.

Ik kom naar huis, kom naar huis,
Om nooit meer te dwalen;
Open wijd Uw armen van liefde,
Heer, ik kom naar huis.

383 [Broeder Branham en de samenkomst zingen bovenstaand lied terwijl broeder Neville bidt: – Vert]

      "Almachtige God, onze hemelse Vader, vandaag zijn we als het ware zo blij, dat U ons dit moment van tijd gegeven hebt, om, als het ware, in staat te zijn onze wegen voor U te overdenken. Mijn God, vanuit de diepten van onze ziel roepen we vandaag naar U, Here, niet alleen voor onszelf, maar voor elkaar. Laat dit uur, God, de tijd zijn, deze morgen, Vader, als Gij wilt, als U de genade nog verlengd hebt, Vader, laat het zo zijn voor dezen die deze dag al hun trots, lust, en andere dingen hebben laten varen. Here Jezus, we bidden vandaag dat U dit zult toestaan aan degenen die knielen, oh, en overal in dit gebouw hun hoofd buigen. O God, laat die stem uit de hemel deze morgen spreken. Geef een verzekering, Here. Laat deze mensen, die stervende mannen en vrouwen zijn, Jezus, laat ons deze dag de vertroosting hebben van die Getuige Die uit de hemel neerkomt deze morgen. In de Naam van Jezus Christus pleiten wij, Here, als er nog verlenging van genade is door het bloed, laat het op eenieder komen vandaag overeenkomstig hun komst. Moge het vandaag zo zijn." Broeder Branham stopt met zingen en broeder Neville vervolgt het gebed: "En mag eenieder, Here, bevredigd zijn deze dag dat U de almachtige God bent. Als dit de verlenging van genade is, laat het tot een ieder individueel zijn."

      Sta het toe, Here.

     "Laat het nu zijn, Vader. En laat de vrede van God, die altijd boven het begrip is uitgegaan, laat het opnieuw komen tot de wachtende harten."

      Ja, Here.

     "Laat dit het uur zijn."

      Ja.

     "Wij geloven dat U gehoord hebt vanuit de hemel."

      God, sta het toe.

     "Wat er ook voor ons in het verschiet ligt, als het over is, dan weten we, Here, wat het einde is."

      Ja, Here.

     "Maar indien niet, laat de Getuige komen."

      Ja, Here.

     "Laat dezen die gekomen zijn, laat hen vandaag vrede vinden"

      Sta het toe, Here.

     "door Jezus Christus. En in Zijn Naam bidden wij. Amen."

384 Here Jezus, ik bid dat U Becky en Sarah en Joseph zult redden, en hen ook, Here. Laat dit niet gebeuren met mijn kinderen, Heer. Laat het niet gebeuren met mijn broeders en mijn vrienden. Sta het toe, Here.

385 We weten het niet, we weten het niet, maar wij zien iets, Here. Is het een schokkend teken nu recht voor ons? Sta het toe, Here. Trek ons allen dicht tot U, snel, Here. We hebben U lief en we hebben U nodig. Laat het zo zijn, Vader, de Heilige Geest geve ons nu troost in onze harten.

386 Wij bidden dat wij in dit uur getuigen voor U mogen zijn, want wij weten dat dit gebeuren moet. Het is door de eeuwen heen voorzegd, en wij moeten het onder ogen zien dat we in de eindtijd zijn wanneer wij deze tekenen zien verschijnen. Wij weten, en het is ons nu gedurende vele jaren verteld, dat deze zaak zal plaatsvinden. Wij zien het nu vlak voor onze deur, hoe de grote, machtige toorn van God zich beweegt door de straten en de onbesnedenen wegneemt. Waar geen bloed aan de deur is, komt de doodsengel op bezoek; en ze leven gewoon door, maar zijn dood terwijl ze leven, zonder genade, zonder God, en kunnen nooit gered worden.

387 God, hoe danken wij U voor dezen die gered zijn! Hoe wij... Wat een grote zegen is het voor onze harten om nu binnen te zijn, onder het bloed, terwijl de laatste engel door het land trekt, om weg te nemen...

388 Degenen die niet onder het bloed waren, stierven zonder genade. Dat was Mozes' laatste trek. De eerste: een jongeman die tot Israël sprak; de tweede: ging erheen om hen te bevrijden; de derde: was de laatste boodschap. De wonderen waren verricht, Mozes was onderweg naar het beloofde land met de verlosten.

     O God, wees genadig, bid ik, in Jezus' Naam.

389 Nu zou ik dit willen vragen. U die bidt, u die voelt dat u genade hebt en dat (God) u voelt dat u in het Koninkrijk van God bent, dat u voelt dat u op een of andere wijze verankerd bent, dat u in Christus het geloof hebt om te geloven dat u een Christen bent, dat u wedergeboren bent, en u weet zonder twijfel dat u een Christen bent. Ik zou willen dat u allen opstaat, u die dat wilt, dat gelooft, dat die genade nu aan u is verleend en dat u Christenen bent, en dat u gelooft dat het bloed is aangebracht aan uw hart en dat elke zonde u vergeven is.

390 Dit was een zeer moeilijke zaak om tot u mensen over te spreken. Ik ben zo dankbaar en zie de mensen overal opstaan. En u, ik...

391 Ik weet niet of dit waar is, maar eens moet het op die wijze zijn. Kijk, het moet daartoe komen en het zou nu kunnen zijn. Zie? In elk opzicht zal de wereld gewoon doorgaan. Mensen zullen nog steeds naar het altaar komen, ze zullen het nog steeds uitschreeuwen, maar het zal geen goed doen. Zie? Zij zullen verloren zijn, zie, het zal over zijn. Er zal geen genade zijn. Onthoud dat. "En het heiligdom werd vol rook." "Die vuil is, dat hij vuil blijve; die rechtvaardig is, dat hij rechtvaardig blijve; en die heilig is, dat hij heilig blijve." Er is geen genade meer wanneer het Lam het Boek neemt; dat is het, dat is alles. En het ziet er heel erg naar uit alsof het nu zou kunnen zijn.

392 Misschien hebben wij nog een dag; misschien is vandaag die dag. Misschien is morgen de laatste... Misschien is vanavond de laatste avond. Misschien is dit het laatste jaar. Ik weet het niet, vrienden. Ik zeg het u, ik weet het niet. Het zal mij nooit worden gezegd.

393 Maar wanneer God die laatste naam neemt en die verlost van dat Boek des levens, dan is dat alles. Kijk, het kunnen er niet meer zijn hoe dan ook. Er kunnen er niet meer zijn hoe dan ook. Dat is alles. Het is voorbij.

394 Hoevelen weten dat het de waarheid is? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert] Het is de waarheid. Nu, omdat we voelen...

395 En ik zie deze samenkomst tot wie ik gepredikt heb en al deze jaren gewaarschuwd heb, en zie een Boodschap als deze die ik gebracht heb in deze amateuristische vorm. En onthoud gewoon, ik zeg het zodat u het zult begrijpen: in amateuristische vorm; enkele dingen meer hadden u gewoon bijna in stukken geschud kunnen hebben, zie. Maar ik liet het gewoon weg, voelde om dat te doen, omdat ik niet zeker ben. Als ik niet zeker ben waar ik loop, zal ik rustig lopen, zie, maar het u alleen zeggen.

396 Luister. Bent u niet blij? Zou er iets groter kunnen zijn waaraan u kunt denken wat u in uw leven hebt gedaan?

397 Wat als het nu voorbij is? Wat als alles afgelopen is? "O," zegt u, "broeder Branham, misschien..."

     Ja, ik weet het. Ze zouden gewoon kunnen doorgaan. Ze deden dat elke keer. Ik heb dat uitgelegd en het bewezen door de Schrift, zie, dat de wereld gewoon bleef doordraaien, maar het was voorbij. Zie?

398 "De dwaasheid der prediking maakt de verlorenen zalig. En het is dwaasheid voor de mens, maar het is de wijsheid van God." Zie? God is een Geest. Hij werkt op geestelijke wijzen, zie, om Zijn wonderen te volvoeren; wonderbare wijzen. Maar wij zijn menselijk, wij zijn eindig. Wij weten het niet; wij kijken slechts naar wat wij kunnen zien. Maar iets binnenin ons...

399 Wanneer u hier deze zaal uitloopt en u had het nog nooit in uw leven gezien, u had nog nooit daglicht gezien, dan zou u toch weten dat u van deze zaal hier in een zonlicht of iets overging. Het was warm. U zou het kunnen voelen. Als er geen zintuig van uw lichaam was om het te verklaren, zou u het toch weten, o, geen zintuig van het gezichtsvermogen om het te zien. Geen manier om de groene bomen te zien, om de natuur te zien; u had geen gezichtsvermogen, niemand had het ooit. Toch zou u weten dat u in de tegenwoordigheid van iets was; uw gevoel zou u dat vertellen. U zou dat weten. Als ik u probeerde te vertellen: "Het is de zon. Ze weerkaatst. Ze toont dingen." Kijk, u zou weten dat het er was omdat u het zou kunnen voelen met uw gevoel. Is dat juist? [De samenkomst zegt: "Amen." – Vert]

400 Nu, wij weten dat Christus hier is. Zie? Misschien ziet u Hem niet met uw ogen. Zie? Misschien niet. Maar door middel van een visioen zeg ik u dat Hij hier is. Wij voelen het. Wij weten dat er hier Iets is wat onze zintuigen niet verklaren. Het is de Geest Die het verklaart, dat Christus hier is.

401 Ik voel dat Hij ons verlost heeft. Ik voel dat onze namen in Zijn Boek staan. Ik geloof dat wij zijn verlost door het bloed van het Lam.

     Ik heb u lief en ik weet dat u elkaar liefhebt.

O, gezegend zij de band
Die onze harten bindt in christelijke liefde;
De gemeenschap van gelijkgezinden
Is zoals die daarboven.

402 Wij behoorden altijd op die wijze voor elkaar te voelen. Kijk, we moeten, wij moeten op die wijze voor elkaar voelen. Zie? Want als wij elkaar liefhebben, hebben wij God lief. "Kunt u uw broeder haten die u hebt gezien, en zeggen dat u God liefhebt Die u niet hebt gezien?" Wij moeten elkaar liefhebben. "Niemand heeft meerder liefde dan Hij Die Zijn leven neerlegde voor Zijn vijand, opdat zij Zijn vrienden zouden mogen worden." O!

403 Kent u dat lied, Gezegend zij de band die bindt? Is het niet wonderbaar? Gezegend zij de band! Zou u ons het akkoord daarvan willen geven, zuster, daar? Laat het even gespeeld worden.

404 Wat als het voorbij is? Wat als de derde trek die nu opkomt het prediken tot de verlorenen is? Wat als al de typen zich nu zullen gaan vertonen? En wij zijn binnen, en wij zijn binnen, zou dat niet wonderbaar zijn? Wat een gemeenschap!

O, gezegend zij de band die (hier is wat het doet)
Onze harten bindt in christelijke liefde;
De gemeenschap van gelijkgezinden
Is zoals...

405 Wat was dat? Gemeenschap van gelijkgezinden. "Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede." Zie?

406 Wij proberen van God een mascotte te maken, een boodschappenjongen of zoiets: "God doe dit, doe dat."

407 Jezus zei: "Bid: 'Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.'" Dan wordt de hemel tot ons neer gebracht en worden wij omhoog gebracht naar de hemel, en wij zitten nu in hemelse gewesten in Christus Jezus. We geloven allemaal dat die Boodschap de waarheid is, dat Jezus Christus, de Zoon van God, ons verlost.

408 Laten we onze ogen nu sluiten en onze handen opheffen terwijl we het zingen.

Gezegend zij de band
Die onze harten bindt in christelijke liefde;
De gemeenschap van gelijkgezinden,
Is zoals...

409 Nu, niet één glimlach. Dit is geen tijd om te glimlachen. Laten we met diepe oprechtheid, terwijl dat lied wordt gespeeld, de hand schudden van iemand naast ons, zeg: "God zegene u, Christen", met oprechtheid.

410 God zegene u, broeder Neville. [Broeder Neville zegt: "Hij zegene u, broeder Branham!" – Vert] Negenenvijftig jaar oud. ["Dat klopt."] Een lange weg!

     God zegene u, broeder ...?...

     Nu, laten we onze handen tot Hem opheffen.

Als wij uit elkaar gaan,
Geeft dat ons van binnen pijn,
Maar wij zullen nog steeds in ons hart verbonden zijn,
En hopen elkaar weer te ontmoeten.

411 Laten we nu onze hoofden buigen en gezamenlijk, op dit moment niet wetend wat de toekomst brengt, niet beter wetend dan dat het voorbij is. Ik weet het niet. Ik kan het niet zeggen. Ik kan het niet zeggen. Ik weet het niet. Maar met het oog op de feiten die we vanmorgen hebben onthuld, laten we het gebed bidden dat de Here ons zei te bidden. Zelfs als het is: "Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede." Laten we het samen doen.

412 [Broeder Branham en de samenkomst zeggen eendrachtig het volgende gebed op uit Mattheüs 6:9–13. – Vert]

     Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd.
     Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
     Geef ons heden ons dagelijks brood.
     En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
     En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
     Want van U is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

413 Nu met onze harten gebogen. De Bijbel zei: "Zij zongen een lofgezang en gingen naar buiten." Bedenk, toen ze dat deden in de Schrift, was het omdat zij de bediening van de tweede trek van onze Here hadden gekruisigd, en de derde trek stond klaar om binnen te komen. Een paar uren daarna daalde Hij af in de hel en predikte tot de verlorenen die hun genade verworpen hadden.

414 Een akkoord van Mijn geloof ziet op naar U.

Mijn geloof ziet op naar U,
Gij Lam van Golgotha,
Goddelijke Redder;
Hoor mij nu terwijl ik bid,
Neem al mijn zonden weg,
Laat mij niet... van deze dag af aan
Geheel de Uwe zijn!

Terwijl ik ga door de donkere doolhof van het leven,
En smarten zich rondom mij uitspreiden,
Weest Gij mijn Gids;
Gebied duisternis om dag te worden,
Wis zorgen, angsten weg,
O, laat mij van deze dag af aan
Geheel de Uwe zijn!

415 De Here zegene u, dat Zijn Zoon en genade op u mogen schijnen. En de Here geve u eeuwig leven, en zij met u hier in deze wereld en in de wereld die hierna zal komen. En, met eeuwig leven, dat u Hem mag dienen gedurende de eindeloze eeuwen die zullen komen.

416 Als dit de tijd is, en wij tot die plaats gekomen zijn, dan ben ik niet beschaamd over wat ik heb gepredikt. En als elke prediker met zijn gemeente moet staan om geoordeeld te worden, zoals ik zag in het visioen, dan ben ik dankbaar voor het Evangelie dat ik gepredikt heb, want het is hetzelfde Evangelie wat Paulus en de anderen predikten.

417 Ik ben blij voor u. Ik ben blij dat u Christus als uw Redder hebt aangenomen. Heb Hem lief en bid.

418 En ik zal u in de namiddag zien, zo de Here wil, om zeven uur hier in de kerk. God zegene u. U kunt gaan.